Lerarenhandleiding b i j d e t e n t o o n s t e ll i n g v o o r g r o e p 3 T / M 6
Inhoud 3 - Voorwoord 4- Uitvoering 4 - De plaats in de klas 4 - Organisatie 5 - Overzicht van de lessen 5 - Kerndoelen 6 - Over de tentoonstelling 6 - Brons leeft 6 - Hans van der Ham: wie zijn we? 7 - Nicolas Dings: traditie en een vleugje humor 8 - Werken met de kijkwijzer 8 - Aandachtspunten 9 - De kijkwijzer 10 - Voorbereidende les 10 - Les 1: ALS GEGOTEN bekijken en bespreken (groep 3 t/m 6) 12 - Verwerkingslessen naar aanleiding van het kunstwerk van Hans van der Ham 12 - Les 2: Het verstopmasker (groep 3 - 4) 14 - Les 3: In een andere huid kruipen (groep 5 - 6) 16 - Verwerkingslessen naar aanleiding van het kunstwerk van Nicolas Dings 16 - Les 4: De dingenman of dingenvrouw op papier (groep 3 - 4) 18 - Les 5: De dingenman of dingenvrouw driedimensionaal (groep 5 - 6) 20 - Verwerkingsles naar aanleiding van het brons gieten 20 - Les 6: Gegoten vingers (groep 3 t/m 6) 22 - Colofon
Voorwoord “Kunst is een zaak van verbeelding. Wie naar een voorstelling of een film gaat, een tentoonstelling bekijkt, of een gedicht leest, oefent de eigen verbeeldingskracht. Dat kan op duizend manieren, en de manier van de een hoeft die van de ander niet te zijn. Ieder zijn avontuur! Zoals bij alles wat werkelijk de moeite waard is moet je er moeite voor doen. En er mee om leren gaan. Lukt dat, dan maak je in je leven meer mee dan de zogenaamde nuchtere werkelijkheid. Dat je er ook beter, wijzer, evenwichtiger, aangepaster of rijker van wordt, is mogelijk, maar dat valt niet te garanderen. Kunst moet jou grijpen voor je haar begrijpen kunt. Ze kan dat, zoals gezegd op vele manieren.” Uit een column van Aad Nuis, staatssecretaris voor Cultuur 1994-1998. In: Boekman cahier 56 (2003).
Kunstmenu laat kinderen kennismaken met de meest uiteenlopende kunst- en cultuuruitingen in die vele verschillende vormen: theater, dans, muziek, beeldende kunst, literatuur en film. Uit de eigen cultuur, maar zeker ook uit andere culturen. Bij kennismaken gaat het niet alleen om kijken en luisteren. Het gaat erom dat nu juist te leren. Leren je open te stellen voor kunst en de bedoelingen van de kunstenaar. Leren te oordelen en beoordelen en hopelijk te waarderen. Kunstmenu kiest producten die de ogen en oren openen van een jong publiek. We zorgen voor ontmoetingen met kunst die de kinderen bij blijven. Daarmee sluit Kunstmenu aan op de kerndoelen van het primair onderwijs. Kunstgebouw streeft naar constante kwaliteit en naar een hoge mate van praktische uitvoerbaarheid. Op die manier worden leraren in het primair onderwijs ondersteund in hun activiteiten op het gebied van de kunsteducatie. Bij alle onderdelen van Kunstmenu leveren we een lerarenhandleiding, zonodig met cd, dvd of ander beeldmateriaal. De algemene kerndoelen, waaraan de lessen in de handleidingen aan voldoen, vindt u in de handleiding. Per les staan de concrete lesdoelen vermeld. Hoewel het belang van een goede voor bereiding of verwerking niet meteen duidelijk is, is het onze ervaring dat dit altijd leidt tot meer aandacht, plezier en betrokkenheid. Het gaat hierbij niet alleen om kijken en luisteren. Zeker zo belangrijk is het praten en nadenken over kunst en kunstenaars. En natuurlijk ook het zelf doen: zelf kunst maken. In de combinatie van kijken naar, praten over en zelf doen ligt de kracht van Kunstmenu. Kunstmenu draait om kunst, professionele kunst. De kwaliteit van de ontmoeting, het kunstproduct en het lesmateriaal staan voor ons centraal. Om die kwaliteit te bewaken, ontvangen wij graag uw reacties via het bijgevoegde waarderingsformulier. Kunst ‘doe’ je niet zomaar even. Er is toewijding, inspanning en inzet voor nodig. Kunst gebouw en de lokale werkgroepen kunnen de omstandigheden nog zo ideaal maken, toch zal er altijd die leerkracht nodig blijven die de vonk moet overbrengen. Als u als leerkracht met energie en betrokkenheid er zorg voor kunt dragen dat de verbazing, verwondering en verbeelding uw leerlingen bijblijft, dan is wat Kunstmenu betreft de ontmoeting geslaagd. Moge de vonk overslaan voor u en uw leerlingen voor, tijdens en na de tentoonstelling. Want wat Kunstgebouw betreft geldt: wie de verbeelding kent, heeft de toekomst!
Uitvoering ALS GEGOTEN komt in twee kistjes in de klas. In het ene kistje zit een bronzen beeld van de kunstenaar Hans van der Ham. Het andere kistje bevat een bronzen beeld van de kunstenaar Nicolas Dings. Zegt ons uiterlijk iets over ons innerlijk? Wat ligt er verscholen onder onze kleding en achter ons gelaat? Wie zijn wij eigenlijk? Deze vragen vormen al jaren een bron van inspiratie voor beeldend kunstenaar Hans van der Ham. Dat heeft talloze kunstwerken opgeleverd in wisselende gedaantes. Een brug slaan van oud naar nieuw en daar iets humoristisch aan toevoegen. Beeldend kunstenaar Nicolas Dings maakt graag gebruik van vertrouwde elementen uit de (kunst)geschiedenis en geeft daar een eigen draai aan. Dat levert spannende creaties op. Of het nu gaat om zijn beelden in keramiek, steen en brons of zijn imposante kunstwerken in de openbare ruimte. De plaats in de klas De tentoonstelling laat met deze twee beelden twee ruimtelijke kunstwerken zien. Dat betekent dat het beeld (in tegenstelling tot een tekening of een schilderij) hier werkelijk ruimte inneemt. Je kunt er omheen lopen. Je kunt het van alle kanten bekijken. Het is goed om hiermee rekening te houden als u de beelden een plaats geeft in de klas. Geef de leerlingen de kans de beelden van alle kanten te bekijken. Als u de kap van een beeld gehaald heeft, ziet u dat het op een eigen sokkel staat. De beelden worden met sokkel en al op tafel geplaatst. In de sokkels zit bergruimte. In de ene sokkel vindt u twee boeken over de kunstenaars. In de andere sokkel vindt u een lade met voorbeelden van materialen die de kunstenaars gebruikt hebben (was, latexrubber, gips, brons). De leerlingen mogen deze materialen aanraken of vasthouden. Zij maken zo kennis met gewicht, substantie, temperatuur en andere karaktertrekken van een materiaal. Organisatie ALS GEGOTEN komt één of twee weken in klas. Het project kunt u het beste als volgt uitvoeren: - Geef de beelden een mooie plek in de klas; - De leerlingen bekijken de beelden van de kunstenaars. Praat er met hen over aan de hand van de vragen in de kijkwijzer (zie les 1 en de kijkwijzer); - Daarna bekijken de leerlingen de films over de kunstenaars en over de techniek van het brons gieten (zie de dvd). Praat hier gezamenlijk met hen over na; - De leerlingen werken aan een of meer van de beeldende opdrachten zoals die beschreven zijn in de lerarenhandleiding (zie les 2 tot en met 6). Les 2 en les 3 zijn boetseerlessen in relatie tot het werk van de kunstenaar Hans van der Ham. Les 4 en 5 zijn collage- en assemblagelessen in relatie tot het werk van Nicolas Dings. Les 6 laat leerlingen kennismaken met het gietproces.
Overzicht van de lessen In het lesmateriaal vormen beschouwen, reflecteren en zelf actief beeldend bezig zijn een samenhangend geheel. De lessen zijn in verschillende niveaus opgebouwd. Voorbereidende les Les 1 ALS GEGOTEN bekijken en bespreken (groep 3 t/m 6) De leerlingen kijken naar de beelden aan de hand van de kijkwijzer, daarna bekijken ze de film over de kunstenaars en bespreken die na. Verwerkingslessen naar aanleiding van het kunstwerk van Hans van der Ham Les 2 Het verstopmasker (groep 3 - 4) De leerlingen maken een masker van klei om zich achter te verstoppen. Les 3 In een andere huid kruipen (groep 5 - 6) De leerlingen maken van klei een holletje, huisje, buitenkant, hulsje om zich in te verstoppen. Verwerkingslessen naar aanleiding van het kunstwerk van Nicolas Dings Les 4 De dingenman of dingenvrouw op papier (groep 3 - 4) De leerlingen maken een dingenman of dingenvrouw met behulp van collage-techniek. Dit is een opdracht in het platte vlak. Les 5 De dingenman of dingenVROUW driedimensionaal (groep 5 - 6) De leerlingen maken een dingenman of dingenvrouw met behulp van assemblage-techniek. Dit is een ruimtelijke opdracht. Les 6 Gegoten vingers (groep 3 t/m 6) De leerlingen gieten gips in een mal van klei. Als afsluiting van ALS GEGOTEN kunt u een tentoonstelling inrichten met het werk van de leerlingen samen met de beelden van de kunstenaars. Ouders, verzorgers en andere genodigden kunnen komen kijken. Kerndoelen De lessen in deze handleiding voldoen aan de tussendoelen en leerlijnen (TULE) voor kunstzinnige oriëntatie van SLO (Stichting Leerplanontwikkeling). Bij het behandelen van de lessen komen de volgende kerndoelen aan bod: 1 Het maken van beeldende werkstukken op basis van een innerlijke voorstelling van een onderwerp. Vanuit het geheugen, de fantasie en/of de beleving. 2 Het doelgericht gebruiken van beeldende aspecten zoals kleur, vorm, ruimte, textuur en compositie. 3 Het onderzoeken van beeldende mogelijkheden van materialen en technieken en deze toepassen in eigen werk. 4 Het nabeschouwen van eigen werk en het beschouwen van eigen werk in vergelijking met de gestelde opdracht en de invulling van de opdracht door anderen. 5 Het beschrijven van beeldende producten en vergelijken op basis van de aspecten betekenis, vormgeving, materiaal, plaats en tijd.
Over de tentoonstelling Brons leeft Bronzen speerpunten, munten en metershoge ruiterstandbeelden. Mensen hebben al eeuwen iets met ‘brons’ – als gebruiks- en kunstvoorwerp. Ook beeldend kunstenaars Nicolas Dings en Hans van der Ham maken gebruik van dit traditionele, natuurlijke materiaal. Kunstenaars kiezen voor brons, omdat zij aansluiting willen zoeken bij een oeroud ambacht – het brons gieten – en bij bestaande kunsttradities. Omdat het moment dat de roodgloeiende vloeistof in een mal gegoten wordt, iets magisch heeft. Omdat brons een ‘levend’ materiaal is dat er onder invloed van wind en regen – de zuren die het brons aantasten – elke dag een beetje anders uit gaat zien. Hans van der Ham Wie zijn we? Zegt ons uiterlijk iets over ons innerlijk? Wat ligt er verscholen onder onze kleding en achter ons gelaat? Wie zijn wij eigenlijk? Deze vragen vormen al jaren een bron van inspiratie voor beeldend kunstenaar Hans van der Ham. Dat heeft talloze kunstwerken opgeleverd in wisselende gedaantes. De in 1960 in Eindhoven geboren Van der Ham, die zijn carrière als beeldend kunstenaar inzette bij de Akademie voor Beeldende Kunsten in Rotterdam, lijkt gebiologeerd door het ‘wezen’ van de mens. In schetsen, aquarellen en in beelden van hout, keramiek of brons, probeert hij te vangen wie en wat wij zijn. In zijn woorden: “Zijn wij een goedlopend apparaatje of zit er meer in ons, zoals een ziel? Wat als we straks in staat zijn de mens ‘te maken’? Heeft zo iemand dan nog een eigen identiteit?” Herkenbaar en mysterieus Dit nadenken over de menselijke conditie levert steeds nieuwe beelden op, in verschillende vormen, materialen en formaten. Van schimmige gedaanten in water verf tot gestileerde gestalten in brons. Deels herkenbaar, deels mysterieus, roepen ze vooral vragen op bij de toeschouwer. Hebben veel van de kunstwerken juist daarom geen naam? De kleine, naamloze bronzen figuur die deel uitmaakt van de tentoonstelling roept ook dergelijke vragen op. Wat is het eigenlijk? Een hij, een zij of een het? Het heeft iets weg van een omhulsel waar een dier of een mens – nee, misschien wel een mythisch wezen – uit is gekropen of gevlogen. Is het een vacht of een jas? Zit er misschien nog iets in dat wij met onze ogen niet kunnen waarnemen? Is het wat de toeschouwer denkt dat het is, of slechts een hersenschim? Meer infor matie vindt u op: www.hansvanderham.nl
Nicolas Dings Traditie en een vleugje humor. Een brug slaan van oud naar nieuw en daar iets humoristisch aan toevoegen. Beeldend kunstenaar Nicolas Dings maakt graag gebruik van vertrouwde elementen uit de (kunst)geschiedenis en geeft daar een eigen draai aan. Dat levert spannende creaties op. Of het nu gaat om zijn beelden in keramiek, steen en brons of zijn imposante kunstwerken in de openbare ruimte. Dings (Tegelen 1953) woont en werkt in Amsterdam. Hij borduurt graag voort op oude tradities en in onbruik geraakte kennis. Hij voorziet beelden uit de kunst- en cultuurgeschiedenis van een eigentijdse ‘jas’ of plaatst ze in een nieuwe – verrassende – omgeving of samenstelling. Vaak combineert hij daarbij verschillende materialen, zoals steen, hout, glas, metaal of brons. Zo dost hij een klassiek ogende torso uit met een bontgekleurde clownskraag van echte stof en krijgt een bronzen mannenkop een gekleurd gewei. Voor ING House Amsterdam maakte Dings de ‘Encyclopedia Fabulosa’. Op een wand van tien bij tien meter installeerde hij tientallen beelden van glas en glanzende metalen, die het licht weerkaatsen. De kunstenaar noemt het een soort planetenstelsel waarin alles met elkaar in verbinding staat. Iets wat ’s avonds niet te zien is, maar juist overdag als men er werkt. Als toeschouwer kijk je met de bronzen bankman mee die, niet met schoenen aan maar op blote voeten, voor de wand staat opgesteld. Hij lijkt te zeggen: “Ik wil mee, maar waar naar toe?” Met verwarrende visuele ervaringen als deze probeert Dings de verbeelding van de kijker te prikkelen. Spannende combinaties Ook in de bronzen figuurtjes die de kunstenaar voor ALS GEGOTEN heeft gemaakt, is goed te zien dat Dings graag spannende combinaties maakt. De rechtopstaande mensjes zijn, voorafgaand aan het brons gieten, opgebouwd uit verschillende onderdelen en materialen: het hoofd en de beentjes uit was en de buik uit een juten zakje gevuld met rijst. Met deze rijstbuikjes verwijst Dings naar de eerste levensbehoefte van ons allemaal: eten. Na het gieten werden aan de bronzen lijfjes – als borstjes – nog twee belletjes toegevoegd. Opvallend aan de werkwijze van Dings is dat hij probeert zo flexibel en dynamisch mogelijk om te gaan met de materie waaruit de beelden worden opgebouwd. Dat is iets waar de kunstenaar bewust naar streeft. “Ik werk als ik beelden maak ongeveer zoals ik dat bij tekeningen of schilderijen doe. Ik maak eerst krabbels en schetsen van klei of was. De mooiste ervan laat ik gieten in brons. Dan nog blijf ik veranderen: plaats ik bijvoorbeeld de kop van het ene beeld op het lijf van een andere. Zo kras en gum ik net zo lang door tot een beeld helemaal naar mijn zin is.” In de provincie Zuid-Holland vindt u beelden van Nicolas Dings op de volgende plaatsen: Scheveningen: Duinwaterleidinggebied, Pompstationweg, bezichtiging op afspraak / Leiderdorp: Burchtplein e.o. / Pijnacker: wijk Duikersloot, rotonde / Rotterdam: Nassauhaven, Kop van Zuid / Leiden: Hartebrugkerk (binnenkort) / Delft: werk is altijd te zien bij Galerie de Zaal, Koornmarkt 4, Delft. De beelden die Nicolas Dings maakte voor ALS GEGOTEN zijn elk op een andere manier afgewerkt. Het patina op de beelden is wisselend, waardoor ze verschillende van kleur zijn. Voor het patineren van brons heeft hij onderstaande chemicaliën gebruikt: Lichtgroen: kopernitraat opgelost in water, met de vlam inbranden tot groen. Zwart: hetzelfde patina als voor groen, alleen dan het groen doorbranden tot zwart. Bruinrood: een oplossing van ijzer in salpeterzuur verdund met water voor de bruine kleur, nog een laagje van ijzeroxide opgelost in water voor de rode kleur. Geel: ethylacetaat inbranden. Meer infor matie vindt u op: www.nicolasdings.nl
Werken met de kijkwijzer Samen met leerlingen naar een beeld kijken en er over praten is een spannende activiteit. Maar hoe doe je dat? Een kijkwijzer is een goed hulpmiddel om het gesprek te structureren en het kunstwerk te analyseren. De kijkwijzer is opgebouwd uit vier stappen. Bij de eerste stap in de kijkwijzer gaat het om het verwoorden van een eerste indruk. Dan volgt een meer nauwkeurige beschouwing. Ver volgens proberen de leerlingen zich te verplaatsen in de bedoelingen van de maker en verwoorden zij hun eigen ideeën en gevoelens. Tenslotte formuleren ze een eigen onderbouwde mening over het kunstwerk. Aandachtspunten De kijkwijzer is bedoeld als houvast en inspiratiebron bij het gesprek, niet als keurslijf voor de discussie. Die is evenmin beperkt tot een gesprek tussen u en de klas. Het is ook de bedoeling dat leerlingen samen naar kunst kijken en er onderling over praten. Let bij het gezamenlijk bekijken en bespreken van een beeld op het volgende: - Geef de leerlingen de tijd om naar het beeld te kijken; - Spreek met de leerlingen af dat alle reacties welkom zijn; - Stel duidelijke vragen. Geef de leerlingen de tijd om over een antwoord na te denken. Formuleer de vraag desnoods opnieuw; - Help de leerlingen met het goed formuleren van hun antwoorden. Voor groep 3 tot en met 6 zijn figuratieve elementen in een beeld aansprekend. ALS GEGOTEN laat twee beelden met figuratieve elementen zien die gemaakt zijn door twee verschillende kunstenaars. Zij hebben elk hun eigen manier van kijken en hun eigen manier van werken. Zij hebben een persoonlijke voorkeur voor onderwerpen, materialen en vormgeving. In de begeleidende film is te zien hoe beide kunstenaars werken. In de tentoonstelling zien we van Hans van der Ham een rechtop staande gestalte in de vorm van een omhulsel, een dierenvel, zonder dier of mens er in. Door iets wat er niet is worden de gedachten in het hoofd van de kijker in beweging gezet. In het werk van Hans van der Ham komen veelvuldig ‘omhulsels’ voor. Het begrip identiteit, ‘ben je van binnen zoals je er van buiten uit ziet’, speelt een grote rol. Nicolas Dings maakte voor ALS GEGOTEN een staande bronzen figuur, een kop met daaronder een buikje, oorspronkelijk gemaakt uit een juten zakje gevuld met rijst, twee toegevoegde belletjes als borstjes en kuiten met voeten op een plateautje. Het beeld refereert aan dat wat we nodig hebben om voort te bestaan: eten. In het werk van Nicolas Dings staat het nieuw leven inblazen van de geschiedenis en in onbruik geraakte kennis centraal. Hij ontrafelt oorspronkelijke bedoelingen van overgeleverd cultureel erfgoed tot op de draad, maar legt zich met name toe op het omzetten van zijn bevindingen in eigentijdse vormen en beeldtaal.
De kijkwijzer Stap 1: De eerste indruk • Laat de leerlingen goed naar de beelden kijken en vraag of zij kunnen vertellen waar het beeld over gaat. Het gaat hierbij vooral over de eigen emotie en of zij kunnen benoemen wat het beeld hun vertelt of laat zien. • Wat is je eerste indruk. Wat zie je? • Laat de leerlingen zo precies mogelijk vertellen wat ze zien en er varen. • Wat valt je op aan dit kunstwerk? • Wat voor gevoel roept dit kunstwerk bij je op? • Maakt het beeld bepaalde emoties los zoals zielig, vrolijk, eng, spannend enzovoort? • Doet het beeld je ergens aan denken? Stap 2: De nauwkeurige beschouwing • Vraag aan de leerlingen de beelden zo precies mogelijk te beschrijven. • Is het beeld massief of open, is het groot of klein, is het aan alle kanten te bekijken? • Hoe is de huid (de opper vlaktebehandeling) van het beeld? • Waar is het beeld van gemaakt? Hoe is het gemaakt, denk je? • Voelt het beeld warm of koud, is het hard of zacht? • Welke dingen zijn herkenbaar aan het beeld? • Weet jij wat brons is? Staat er bij jou in de buurt ook een beeld van brons? Stap 3: De expressie van de kunstenaar • Bij stap 3 gaat u in op de expressie van de kunstenaar. • Waarom denk je dat de kunstenaar het beeld heeft gemaakt? • Waarom heeft hij dit onderwerp gekozen? • Wat wil de kunstenaar ons vertellen met het beeld? • Waarom is het beeld van brons gemaakt? • Waarom zit er geen figuur in het beeld van Hans van der Ham? Wie of wat heeft er in gezeten? Zou jij in die huid willen kruipen, waarom wel en waarom niet? • Het beeld van Nicolas is een mensje. Het lijf is voorafgaand aan het bronsgieten gemaakt van een juten zakje met rijst. Waarom heeft hij dit zo gemaakt? Waarom heeft deze figuur een rijstbuikje? Wat doen de belletjes? Stap 4: De eigen mening • Met stap 4 geven de leerlingen hun eigen mening. • Vertel wat je goed of mooi vindt aan de beelden en waarom. • Vergelijk de meningen van de leerlingen. • Welk beeld spreekt het meeste aan en waarom? Welke kant is het interessantst? • Welk beeld zou je in je kamer willen hebben? Waarom? • Kun je titels verzinnen voor deze twee beelden?
Voorbereidende les Les 1: ALS GEGOTEN bekijken en bespreken Groep 3 t/m 6 Korte lesinhoud De leerlingen kijken eerst naar de twee beelden in de tentoonstelling ALS GEGOTEN. Daarna nemen de leerlingen de verschillende materialen in hun hand. Tenslotte bekijken ze de films (op de dvd) over de kunstenaars en het brons gieten. Lesdoelen • De leerlingen kunnen analytisch kijken naar de beelden van Hans van der Ham en Nicolas Dings. • De leerlingen kunnen wat ze zien en er varen onder woorden brengen. • De leerlingen kunnen luisteren naar elkaar en zijn zich er van bewust dat er veel verschillende manieren van kijken en er varen bestaan. • De leerlingen krijgen inzicht in de werkwijze van de kunstenaars en de realisatie van de kunstwerken. Benodigdheden • De kijkwijzer (voor de leerkracht). • De tentoonstelling. • De dvd ALS GEGOTEN, dvd-speler. Tijd • Kijkles: 30 minuten • Bekijken van de dvd: 15 minuten • Nabespreken: 10 minuten Voorbereiding Door de leerkracht • Zorg dat de tentoonstelling zo wordt opgesteld dat de leerlingen er goed zicht op hebben en ze de beelden van alle kanten kunnen bekijken. • Zet de dvdspeler klaar.
10
INLEIDING Vertel de leerlingen over de tentoonstelling ALS GEGOTEN. De tentoonstelling is bedoeld om te leren over kunst en specifiek over beelden in brons van twee kunstenaars. Vraag aan de leerlingen of zij heel goed willen kijken naar de twee beelden. Zorg dat ze de beelden aan alle kanten kunnen bekijken. In de sokkels zitten luikjes. In de sokkel onder het werk van Nicolas Dings zit een lade met voorbeelden van materialen die door de kunstenaars gebruikt worden om beelden te maken. De lade bevat bruine kneedbare was en rode hardere gietwas om modellen van de beelden te maken, gips en latexrubber voor de mallen en een stukje brons. Laat de leerlingen de materialen in de hand nemen en doorgeven. Bespreek met de leerlingen de materialen. Hoe voelen ze aan? Wat is het verschil? In de sokkel onder het werk van Hans van der Ham bevinden zich twee boeken met veel foto’s van andere beelden van beide kunstenaars. U kunt deze boeken klassikaal bekijken of de leerlingen individueel laten kijken. KERN De leerlingen vertellen wat ze zien en vinden van de beelden. Maak hierbij gebruik van de kijkwijzer. Eerst vertellen de leerlingen naar aanleiding van hun eerste indruk, daarna proberen ze de beelden zo precies mogelijk te bekijken en te beschrijven wat ze zien, vervolgens gaan ze in op wat ze denken dat de kunstenaars met de beelden willen uitdrukken en tot slot geven de leerlingen hun eigen mening over de beelden (zie stap 1 t/m 4 in de kijkwijzer). AFSLUITING Bekijk met de leerlingen de films op de dvd. In deze films krijgen de leerlingen informatie over de kunstenaars en de door hun gemaakte beelden. In de films zien ze ook hoe er met de materialen, de was en het brons, wordt gewerkt. Bespreek met de leerlingen de films kort na. Zit er enige overeenkomst in wat de kunstenaar vertelt over het beeld en wat zij eerder in de les zelf over het beeld hebben gezegd? Herken je nadat je in de films het brons gieten gezien hebt de verschillende materialen die gebruikt worden?
11
Verwerkingslessen naar aanleiding van het kunstwerk van Hans van der Ham Les 2: Het verstopmasker Groep 3 - 4 Korte lesinhoud De leerlingen werken naar aanleiding van het beeld van Hans van der Ham. De leerlingen maken in klei een vorm vanuit het thema vermommen, verstoppen, een andere identiteit aannemen (in een andere huid kruipen, iemand anders willen zijn). Lesdoel • De leerlingen kunnen het thema verstoppen, vermommen verwerken in een beeldende vorm. • De leerlingen kennen de techniek van het boetseren. Benodigdheden • Per leerling een plak klei van 2 cm dik. • Onderleggers voor op tafel. • Satéprikkers of cocktailprikkers. • Dvd-speler. • Het filmfragment ‘klei boetseren’ (3 min.) op de dvd ALS GEGOTEN. Tijd • Inleiding: 10 minuten • Verwerking: 40 minuten • Afsluiting: 15 minuten Voorbereiding door de leerkracht • Bekijk het filmfragment ‘klei boetseren’ op de dvd. • Leg voor elke leerling een plak klei klaar. Met een dun ijzerdraadje van 30 cm met aan het uiteinde een klosje of een stukje hout kunt u gemakkelijk plakken van een nieuw pak klei snijden.
12
INLEIDING Vraag aan de leerlingen wat zij nog weten over het beeld van Hans van der Ham. Praat met de leerlingen over het werk van de kunstenaar (zie ook het fotoboek en het mapje foto’s met werk van de kunstenaar op de dvd). Zegt ons uiterlijk iets over ons innerlijk? Wat ligt er verscholen onder onze kleding en achter ons gelaat? Wie zijn wij eigenlijk? Deze vragen vormen al jaren een bron van inspiratie voor beeldend kunstenaar Hans van der Ham. Dat heeft talloze kunstwerken opgeleverd in wisselende gedaantes. Hans vertelt dat het beeld in de tentoonstelling een omhulsel is van iets wat er heeft ingezeten. Iets wat er was en nu weg is. Vraag aan de leerlingen: Wat zat er in? Wie zat erin? Waarom is hij of het weg? Als een vorm leeg is zou je je er opnieuw in kunnen verstoppen. Vraag aan de leerlingen of er wel eens een moment is dat ze zich zouden willen verstoppen. Wil je wel eens iets of iemand anders zijn? Achter of in welk ding zou je willen wegkruipen? Je kunt bijvoorbeeld iets voor je gezicht houden, dan lijkt het ook of je er niet bent. Je kunt je achter een masker verstoppen. Dan neem je een ander gezicht aan. Dan ben je iemand anders, misschien wel een beest of een oude man. De leerlingen bedenken een masker dat hen onzichtbaar kan maken (verstoppen) of op iemand anders doet lijken (vermommen). Met dit idee gaan ze een masker van klei maken. Het masker wordt niet zo groot dat het voor het gehele gezicht past. Het gaat erom dat de leerlingen zich inleven in het verschuilen achter een masker. KERN Iedere leerling krijgt een plak klei. Het is de bedoeling dat ze hun masker uit één stuk gaan maken. Door met hun duimen de klei plat te drukken en de klei steeds verder uit te drukken en een beetje om te buigen kan er een masker worden gemaakt. Let op: de plak moet niet te dun worden! Een neus, wenkbrauwen, wangen enzovoort halen de leerlingen uit de plak naar boven. Ze plakken er geen stukjes op want die vallen er bij het drogen vanaf. Met een saté- of cocktailprikker kunnen ze het masker een structuur geven. Of een masker in de klei tekenen. Stimuleer de leerlingen om een goede vorm te maken en er details op aan te brengen. Wijs de leerlingen op het beeld van Hans waarbij de huid ook een duidelijke structuur heeft. AFSLUITING Kijk ter afsluiting met de leerlingen naar de geboetseerde maskers. Laat de leerlingen vertellen over hun masker. Wanneer zouden ze het willen dragen? Extra Het is leuk om in aansluiting op deze boetseerles de leerlingen een masker van stevig papier te laten maken. Geef de leerlingen een stevig vel A4-papier. Dit papier houden ze eerst voor hun gezicht, zodat de plaats van de ogen kan worden bepaald. Ze knippen de ogen eruit en tekenen of schilderen daarna het masker. Met een touwtje of elastiekje kunnen de maskers worden opgedaan.
13
Les 3: In een andere huid kruipen Groep 5 - 6 Korte lesinhoud De leerlingen werken naar aanleiding van het beeld van Hans van der Ham. Ze maken in klei een beeldje vanuit het thema vermommen, verstoppen, in een andere huid kruipen (in een andere identiteit aannemen, iemand anders willen zijn). Lesdoel • De leerlingen kunnen het thema verstoppen, vermommen verwerken in een driedimensionale beeldende vorm. • De leerlingen kennen de techniek van het boetseren. Benodigdheden • Per leerling een blokje klei van circa 8 x 8 x 8 cm. • Onderleggers voor op tafel. • Satéprikkers of cocktailprikkers. • Dvd ALS GEGOTEN, fragment ‘klei boetseren’ (3 min.), dvd-speler. Tijd • Inleiding: 10 minuten • Verwerking: 40 minuten • Afsluiting: 15 minuten Voorbereiding door de leerkracht • Bekijk op de dvd het filmfragment ‘klei boetseren’. • Zorg dat er voor iedere leerling een stuk klei klaarligt.
14
Inleiding Herinner de leerlingen aan de kijkles over de beelden van Nicolas en Hans. Wat kunnen zij zich nog herinneren van het beeld van Hans van der Ham? Zegt ons uiterlijk iets over ons innerlijk? Wat ligt er verscholen onder onze kleding en achter ons gelaat? Wie zijn wij eigenlijk? Deze vragen vormen al jaren een bron van inspiratie voor beeldend kunstenaar Hans van der Ham. Dat heeft talloze kunstwerken opgeleverd in wisselende gedaantes. Hans vertelde dat het beeld een overblijfsel (een omhulsel) is van iets wat er heeft ingezeten. Vraag aan de leerlingen of er wel eens een moment is dat ze zich zouden willen verstoppen, of in een andere huid zouden willen kruipen en waarom? In welke huid willen ze dan k ruipen? Waar willen ze zich verstoppen? Stel: je bent in een tuin, welke vorm zou je kiezen om je in te verstoppen? Dat kan bijvoorbeeld in een holle boom zijn, in de knop van bloem, in het holletje van een muis, in het nestje van een vogel enzovoort. Laat de leerlingen een vorm bedenken waarin ze zich willen verstoppen, verschuilen of vermommen, bijvoorbeeld in een slakkenhuis, in de huid van een dier, in een ander persoon. Of bijvoorbeeld een vorm die er aan de ene kant uit ziet als een ding, een figuur of een beest en aan de andere kant hol is: een schuilplaats, een verstopplek. Vraag aan de leerlingen of zij weten welke vormen daar het meest geschikt voor zijn. Kern De leerlingen boetseren met de klei een verstop-, verschuilding, -beest of -figuur. Ze boetseren uit één stuk. Let er op dat ze de vorm hol maken. Laat de leerlingen bij voorkeur geen dingetjes aan de vorm vast maken. Als dat toch moet gebeuren, zorg er dan voor dat ze de klei heel goed aan elkaar boetseren. Niet alleen met water eraan vast plakken! Wanneer de klei goed aan elkaar gekneed wordt blijft deze ook tijdens het drogen aan elkaar zitten. Plak je de klei alleen met water aan elkaar vast dan valt het geheel na droging uit elkaar. Laat de leerlingen goed naar het beeld van Hans kijken. Zorg er voor dat de leerlingen de buitenkant van hun beelden bewerken. Hans heeft de huid van zijn beeld harig gemaakt door met een scherp voorwerp in de was te krassen. Misschien moet het beeld of ding dat de leerlingen maken juist heel glad worden aan de buitenkant. Ze kunnen dat bereiken door met een vinger de klei glad te wrijven. AFSLUITING Wanneer iedereen een beeld gemaakt heeft is het leuk om naar de resultaten te kijken en de leerlingen te laten raden wat de anderen gemaakt hebben. Laat de leerlingen bedenken in welke situatie zij zich in die vorm, figuur of huid zouden verstoppen. Kijk vooral ook hoe ieder beeld gemaakt is: zit het goed in elkaar, hoe is de buitenkant van de vorm gemaakt, past de behandeling van het opper vlak bij de vorm? De werkstukken kunnen drogen en wanneer ze droog zijn kunnen eventueel als de school over een oven beschikt worden gebakken. Extra Naar aanleiding van deze les kunt u de leerlingen laten tekenen over verschuilen en verstoppen. Laat de leerlingen ook kijken in het boek van Hans van der Ham of naar het mapje foto’s met ander werk van de kunstenaar op de dvd.
15
Verwerkingslessen naar aanleiding van het kunstwerk van Nicolas Dings Les 4: De dingenman of de dingenvrouw op papier, verwerkingsles Groep 3 - 4 Korte lesinhoud Geïnspireerd door het beeld van Nicolas Dings werken de leerlingen met diverse materialen en maken een collage van een dingenman of dingenvrouw. Lesdoelen • De leerlingen gebruiken het werk van Nicolas Dings als inspiratie voor hun eigen beeldende werkstuk. • De leerlingen gebruiken hun fantasie om vorm te geven aan hun werkstuk. • De leerlingen kunnen werken met de collagetechniek. • De leerlingen kunnen benoemen wat ze gemaakt hebben. Benodigdheden • Het kunstwerk en afbeeldingen van het werk van Nicolas Dings, te vinden in zijn boek en op de dvd. • Veel tijdschriften en reclamefolders, diverse voorwerpen zoals kralen, doppen, draden, knopen, belletjes, enzovoort. • Scharen en lijm. • Voor iedere leerling een stevig vel A3-papier. Dit vel mag gekleurd zijn. Tijd • Inleiding: 5 minuten • Verwerking: 40 minuten • Afsluiting: 10 minuten Voorbereiding door de leerkracht • Begin op tijd met het verzamelen van tijdschriften, folders en materialen.
16
INLEIDING De leerlingen hebben de film over Nicolas Dings op de dvd gezien in les 1. In deze film heeft Nicolas over zijn werk verteld. Ook het beeld van Nicolas is goed bekeken. Vraag aan de leerlingen wat ze zich herinneren van wat ze gezien en gehoord hebben. Nicolas Dings laat zich inspireren door sprookjes, volksverhalen en herinneringen. Zijn beelden zijn poëtisch en verhalend, vaak met een vrolijke ondertoon. Hij bouwt zijn beelden vaak op uit verschillende elementen en komt zo tot spannende combinaties. De verschillende elementen vertellen tezamen een nieuw verhaal. In het bronzen figuurtje dat de kunstenaar voor ALS GEGOTEN heeft gemaakt is dat goed te zien. De rechtopstaande figuur is, voorafgaand aan het brons gieten, opgebouwd uit verschillende onderdelen en materialen: het hoofd en de beentjes uit was en de buik uit een juten zakje gevuld met rijst. Met dit rijstbuikje verwijst Dings naar de eerste levensbehoefte van ons allemaal: eten. Na het gieten werd het bronzen beeldje voorzien van een eigen kleur (een patina) en werden aan het bronzen lijfje – als borstjes – nog twee belletjes toegevoegd. Veel kunstenaars maken, voorafgaand aan het maken van een beeld, voorstudies op papier, door te tekenen of bijvoorbeeld een collage te maken. De leerlingen gaan in deze les collages maken van een dingenman of dingenvrouw. KERN De leerlingen maken een dingenman of een dingenvrouw. Ze maken een tekening van een figuur met potlood of vetkrijt. Ze houden hun papier hierbij verticaal en tekenen hun figuur niet te klein op het vlak. Stimuleer de leerlingen het hele vel te benutten. Vraag de leerlingen om hun dingenman of dingenvrouw een thema mee te geven. Het kan bijvoorbeeld een geluidendingenvrouw zijn (dan hangen er muziek dingetjes aan) of een bloemendingenman (dan zoeken ze naar bloemen die er op geplakt kunnen worden). Leerlingen gaan in tijdschriften en folders op zoek naar afbeeldingen van voorwerpen die ze aan hun dingenman of dingenvrouw willen hangen. Ze knippen en/of scheuren de dingen en dingetjes uit. Daarna plakken ze die op hun getekende man of vrouw vast. De dingen en dingetjes kunnen ze overal aan hangen: aan de armen, de benen, op de buik of het hoofd. Zo maken ze een eigen sprookjesfiguur. Wanneer de dingen en dingetjes zijn opgeplakt kunnen de leerlingen met potlood of vetkrijt er nog bij of op tekenen. Hierdoor ontstaat er meer eenheid in het werk. Vraag tot slot of de leerlingen een naam aan hun dingenman of dingenvrouw willen geven. AFSLUITING Leg de dingenmannen en dingenvrouwen in de kring op de grond en laat de leerlingen over hun figuur vertellen. Welke dingen zijn er gekozen en welke naam hebben zij bedacht? Waar is hun dingenman goed in? Wat kan hij allemaal meemaken? Kijk tot slot nog eens naar het beeld van Nicolas en vraag aan de leerlingen wat het verschil is tussen hun tekening en het beeld van Nicolas.
17
Les 5: De dingenman driedimensionaal Groep 5 - 6 Korte lesinhoud De leerlingen werken naar aanleiding van het beeld van Nicolas Dings en maken met diverse materialen een ruimtelijke dingenman. Lesdoelen • De leerlingen gebruiken het werk van Nicolas Dings als inspiratie voor hun eigen beeldende werkstuk. • De leerlingen gebruiken hun fantasie om vorm te geven aan hun werkstuk. • De leerlingen kunnen diverse materialen gebruiken om ruimtelijk te werken. • De leerlingen kunnen benoemen wat ze gemaakt hebben. Benodigdheden • Het kunstwerk en afbeeldingen van het werk van Nicolas Dings, te vinden in zijn boek en op de dvd. • Veel oude panty’s en/of oude sokken, lapjes stof en andere vulmiddelen, diverse voorwerpen zoals kralen, doppen, draden, knopen, doppen, belletjes enzovoort. • Kleine veiligheidspeldjes om de losse onderdelen mee te bevestigen. • Scharen en ‘sterke’ lijm, nietmachine, naald en draad. • Dvd ALS GEGOTEN, fragment ‘dingenman maken’ (1.50 min.) , dvd speler. Tijd • Inleiding: 10 minuten • Verwerking: 2 x 40 minuten • Afsluiting: 15 minuten Voorbereiding door de leerkracht • Bekijk op de dvd het fragment ‘dingenman maken’. • Begin op tijd met het verzamelen van de panty’s en andere materialen. • Vraag aan de ouders of ze de panty’s of sokken gewassen meegeven. • Knip de benen van de pantybroekjes af en schuif het ene been van de panty in de andere, zodat er voor elke leerling een dubbele kous ontstaat. Knip de broekjes klein: die kunnen als vulling dienen.
18
INLEIDING De leerlingen hebben de film over Nicolas Dings gezien. In deze film heeft Nicolas over zijn werk verteld. Ook het beeld van Nicolas is door de leerlingen goed bekeken. Vraag aan de leerlingen wat ze zich herinneren van wat ze gezien en gehoord hebben. Nicolas Dings laat zich inspireren door sprookjes, volksverhalen en herinneringen. Zijn beelden zijn poëtisch en verhalend, vaak met een vrolijke ondertoon. Hij bouwt zijn beelden vaak op uit verschillende elementen en komt zo tot spannende combinaties. De verschillende elementen vertellen tezamen een nieuw verhaal. In de bronzen figuurtjes die de kunstenaar voor ALS GEGOTEN heeft gemaakt is dat goed te zien. De rechtopstaande figuur is, voorafgaand aan het brons gieten, opgebouwd uit verschillende onderdelen en materialen: het hoofd en de beentjes uit was en de buik uit een juten zakje gevuld met rijst. Met dit rijstbuikje verwijst Dings naar de eerste levensbehoefte van ons allemaal: eten. Na het gieten werden het bronzen beeldje voorzien van een eigen kleur (een patina) en werden aan het bronzen lijfje – als borstjes – nog twee belletjes toegevoegd. De leerlingen gaan een dingenman of dingenvrouw maken van een panty of een sok. Ze vullen kun kous of sok op tot ongeveer 25 cm. De rest van de kous of sok wordt naar binnen gestopt en dichtgenaaid of met de nietmachine dichtgeniet. De opgestopte vorm wordt op éénderde gedeelte met een draad of touwtje afgeknoopt. Dit gedeelte is het hoofd. De rest vormt het lijf. Van vier stoken stevig karton of vier stroken textiel worden de armen en benen geknipt en aan het lijf vast geniet of genaaid. Zo is er een basisfiguur ontstaan, die de leerlingen verder met dingen kunnen gaan behangen en/of versieren. Een neus, mond en ogen kunnen worden gemaakt door de kous tussen duim en wijsvinger samen te knijpen en dan met naald en draad dat deeltje vast te naaien of er een nietje in te slaan, er kunnen ook knopen aangenaaid worden. Natuurlijk kan er ook geplakt worden met uitgeknipte onderdelen. KERN Stimuleer de leerlingen om hun dingenman een thema mee te geven. Het kan bijvoorbeeld een geluidendingenvrouw zijn (dan hangen er muziekdingentjes aan), of een bloemendingenman (dan zoeken ze naar bloemen), of een voedseldingenman ….. De bij het thema passende voorwerpen of plaatjes kunnen aan de pop geplakt, genaaid of geniet worden. De leerlingen maken een dingenman of een dingenvrouw met een thema. Ze gaan op zoek in tijdschriften, in folders, naar patroontjes van de lapjes textiel of de andere materialen die bij het door hun uitgekozen thema passen. Ze knippen en/of scheuren de dingen uit en plakken of nieten deze uitgeknipte dingen aan hun man of vrouw vast. De dingen kunnen ze overal aan hangen: aan de armen, de benen, de buik of het hoofd. Ze maken een nieuwe sprookjesfiguur. Vraag tot slot of ze een naam aan hun dingenman of dingenvrouw willen geven. AFSLUITING Hang de dingenmannen en dingenvrouwen op door een draad op het hoofd vast te knopen of te naaien. Laat de leerlingen over hun figuur vertellen. Welke dingen zijn er gekozen en welke naam hebben zij bedacht? Waar is hun dingenman of dingenvrouw goed in? Wat kan hij allemaal meemaken? Kijk tot slot nog eens naar het beeld van Nicolas Dings en vraag aan de leerlingen wat het verschil is tussen hun textiele beeld en het beeld van Nicolas. 19
Verwerkingsles naar aanleiding van het brons gieten Les 6: Gegoten vingers Groep 3 t/m 6 Korte lesinhoud De leerlingen krijgen inzicht in positieve en negatieve vormen door het ingieten met gips van de door hun gemaakte vormen. Bij deze les staat ontdekken en experimenteren centraal. Lesdoelen • De leerlingen kennen de techniek van het brons gieten en kunnen gips gieten. • De leerlingen hebben kennis van een positief en negatiefbeeld. • De leerlingen hebben inzicht in het gieten van een vorm. Benodigdheden • Dvd ALS GEGOTEN, fragment ‘gips gieten’ (3 min.), dvd-speler. • Lege boterkuipjes, rond of vierkant of andere doosjes van ongeveer deze maat. • Per leerling een plak klei van 3 cm dik. • Een paar ronde stokken om de klei tot een tegel te kunnen uitrollen. • Vier of vijf kilo gips, een emmer, een stok om het gips te roeren, oude kranten voor op de tafels en onder de emmer. Een beker om het gips uit de zak te scheppen en in de emmer te uit te strooien en een leeg gewassen melkpak waar de bovenkant van af is geknipt (voor het uitgieten van het gips in de vormen). • Als u een grote groep heeft, kan het handig zijn om een of meerdere hulpouders te vragen om te assisteren bij de voorbereidingen en tijdens het gieten. Tijd • Boetseren van de tegel: 20 minuten • Tegels gietklaar maken: 15 minuten • Gips aanmaken: 10 minuten • Ingieten in de vormen: 8 minuten • Uitharden: ongeveer 2 tot 3 uur • De volgende dag: de klei eraf halen en 20 minuten nabespreken. Voorbereiding door de leerkracht • Bekijk het filmfragment ‘gips gieten’. • Vraag op tijd aan de leerlingen een leeg boterkuipje mee te nemen. • Snij of knip vooraf aan de les de bodems van de kuipjes af (vraag bijvoorbeeld een ouder om hierbij te helpen). • Bedek de tafeltjes van de leerlingen met kranten of onderleggers. Leg op een plek op de grond in de klas kranten neer en zet de emmer tot de helft gevuld met water erop klaar. Zet de zak gips ernaast en zorg dat de roerstok erbij ligt. Maak per leerling een plak klei.
20
INLEIDING Door het bekijken van de film op de dvd hebben de leerlingen kennis gemaakt met het gieten van brons. Vertel aan de leerlingen dat ze vandaag gaan ontdekken wat gieten is. KERN De leerlingen maken van de klei een platte tegel die twee centimeter dik is en groter dan de bodem van het boterkuipje. Met de rolstok kunnen ze de tegel vlak rollen. Wanneer de tegel klaar is drukken ze zacht de onderkant van het kuipje (zonder de bodem) in het midden van de tegel. Zo ontstaat een afdruk. Binnen de afdruklijntjes mogen de leerlingen hun vingertoppen in de klei drukken. Ze kunnen ook afdrukken met kleine voorwerpen maken: bijvoorbeeld met een munt, een dop, een knoop. Als de tegels klaar zijn wordt het boterkuipje weer in de zelfde vorm van de randen van het kuipje in de klei gedrukt. Het moet nu wel dieper worden ingedrukt, want het wordt de vorm waarin het gips wordt gegoten. De leerlingen krassen hun naam in de uitstekende rand van de klei. Controleer of de kuipjes goed in de klei zijn gedrukt, zodat er geen kieren zijn waar het vloeibare gips kan uitlopen. Als alle tegels klaar zijn worden ze bij elkaar gezet op een of twee tafels op kranten. Dat is handig wanneer de leerlingen hun tafeltje weer nodig hebben. Pas wanneer alle vormen klaar staan om in te gieten, maakt u het gips aan. Het is leuk wanneer de leerlingen zicht hebben op deze handeling. Ze kunnen er in een kring omheen zitten. U pakt de beker en schept het gips uit de zak en strooit het in de emmer. U gaat daarmee door totdat er puntjes van gips boven het water uitkomen als klein eilandjes. Wanneer het water bijna verzadigd is van het gips stopt u met gips toevoegen. Pak dan de stok en roer het gips door tot het yoghurtdikte heeft. Dit moet niet te lang duren want gips hardt vrij snel uit. • Met een kan of een melkpak giet u het gips achter elkaar in alle kuipjes op de kleitegels, niet helemaal tot de rand maar tot een dikte van 2 tot 3 centimeter. • Zijn de kuipjes allemaal gevuld en heeft u nog gips in de emmer over dan kunt u het restant in een plastic handschoen gieten en de handschoen daarna dichtknopen. • Giet overgebleven gips in een plastic zak of laat het uitharden in de emmer. Wanneer het gips is uitgehard kunt u het uit de emmer slaan.
Giet het gips niet in de gootsteen: dit veroorzaakt verstopping! AFSLUITING Wanneer deze les aan het eind van een dag wordt gedaan kunt u de tegels op de tafeltjes van de leerlingen laten staan. De volgende dag is het gips uitgehard en kunnen de leerlingen de klei eraf halen. De kuipjes worden van het gips geknipt en er afgehaald. De leerlingen hebben hun gipsvorm over. Ze zullen dan ontdekken dat in hun gipsgietsel de vorm die ze hadden ingedrukt nu in een positieve vorm te zien is. Ze zien hun vingertoppen die eerst putjes in de klei waren nu zoals ze echt zijn. De handschoen die gevuld is met gips haalt u er naar het uitharden af: er blijft een gipsen hand over. Praat met de leerlingen na over het gieten in brons. Brons dat door verhitting een vloeibaar metaal was geworden en uitgehard een vaste vorm aanneemt. Het gips was ook vloeibaar en is nu ook hard geworden. Tot slot maken de leerlingen van de losgekomen klei ballen of blokken, midden in het blokje wordt met een vinger een putje gemaakt in dit putje een beetje water en daarna gaan alle blokken in een grote plastic zak die afgesloten wordt. Zo is de klei later weer te gebruiken. 21
Colofon Uitgave © Kunstgebouw 2005 www.kunstgebouw.nl Concept, samenstelling en organisatie Karola Pezarro Beschouwende en beeldende lessen Wilma Kuil Redactie lerarenhandleiding Margot Bogaards Tekst over de kunstenaars Grada Vermin, Direct Dutch Publications, Den Haag Film over de kunstenaars Henk Augustijn, Den Haag INSTRUCTIEFILMS Camera en montage: Karola Pezarro / demonstratie: Wilma Kuil Grafisch ontwerp Yvo Zijlstra, Antenna-men, Rotterdam Vormgeving en uitvoering tentoonstellingen Henk Dicke, Rotterdam
22