Tropenmuseum G groep 3 t/m 6
DOCENTENHANDLEIDIN
! n i k e i z u Daar zit m ren en zelf te is lu , n e k ij k n te n e m Muziekinstru
Koninklijk Instituut voor de Tropen
spelen
Amsterdam
Beste docent basisonderwijs, Binnenkort komen u en uw leerlingen naar het Tropenmuseum voor het programma Daar Zit Muziek In!. Met behulp van deze handleiding kunt u de leerlingen voorbereiden op het museumbezoek. In deze docentenhandleiding geven wij u suggesties voor voorbereiding, een korte omschrijving van het museumbezoek en suggesties voor een verwerkingsles. Het museumbezoek bestaat uit twee onderdelen. Uw leerlingen gaan de tentoonstelling Muziekwereld bekijken en ze gaan zelf een muziekstuk spelen op de steeldrum. Tijdens het bezoek aan de tentoonstelling Muziekwereld leren de leerlingen meer over verschillende instrumenten uit verschillende werelddelen. Samen met een museumdocent bekijken, beluisteren en bespreken de leerlingen de tentoonstelling. Wat zijn slag-, snaar-, blaasinstrumenten? Hoe klinken de verschillende instrumenten? Wat is het verschil tussen hoge en lage tonen? Hoe bespeel je het instrument? Antwoorden op deze en andere vragen krijgen de leerlingen tijdens het programma. Aan het eind van het programma is iedere leerling een wereldmuzikant en krijgt een diploma.
Doel De leerlingen: • herkennen instrumenten uit verschillende werelddelen. • weten hoe de verschillende instrumenten klinken. • kunnen vier soorten instrumenten benoemen; slag-, snaar-, blaas- en percussie-instrumenten. • ervaren zelf hoe verschillende instrumenten bespeeld worden. • leren een kort muziekstuk spelen op de steeldrum.
Thema • (Wereld)muziek • instrumenten
T RO P EN M U SEU M 2
Introductietekst in de tentoonstelling Muziekwereld: Algemeen De tentoonstelling Muziekwereld laat zien hoe reislustig muziek en muziekinstrumenten zijn: Afrikaanse ritmes op Trinidad, Oostenrijkse accordeons bij Mexicaanse smartlappen. Door te reizen brengen mensen instrumenten en muziekstijlen naar alle windstreken. Meegebrachte muziek wordt een inspiratiebron voor locale muzikanten en omgekeerd gaan nieuwkomers de muziek spelen van hun nieuwe vaderland. Er ontstaat een remix van geluiden. De bazuinen van het missieorkest worden jazzy instrumenten in Creoolse brassbands. Nederlandse discotheken draaien Braziliaanse Baile Funk.
Voorbereidende les op school Duur: +/- 45 – 60 minuten
Vertel de leerlingen dat zij binnenkort het Tropenmuseum gaan bezoeken. Kent iemand het Tropenmuseum? Wie is wel eens in het Tropenmuseum geweest? Het Tropenmuseum laat voorwerpen zien met hun verhalen. De voorwerpen in het Tropenmuseum komen uit de tropen en subtropen. Het museum heeft verschillende tentoonstellingen die regionaal zijn ingedeeld; Afrika, Latijns-Amerika, West-Azië & Noord-Afrika, India, Zuidoost-Azie, Indonesië en Nieuw-Guinea. Daarnaast zijn er thema tentoonstellingen zoals de tentoonstelling Muziekwereld. Tijdens het programma Daar zit muziek in! bekijken de leerlingen deze tentoonstelling. In de tentoonstelling Muziekwereld laten wij muziekinstrument zien uit verschillende culturen, je kunt horen hoe de verschillende instrumenten klinken en er zijn filmpjes gemaakt waar je kunt leren hoe verschillende muziekinstrumenten meegereisd zijn met mensen en hoe ze veranderd zijn. Samen met de museumdocent gaan de leerlingen opzoek naar verschillende soorten instrumenten. Door met elkaar te praten, te kijken, te luisteren naar de instrumenten leren en ontdekken de leerlingen verschillen en overeenkomsten tussen de instrumenten.
Voorbereiding Via tropenrooster.nl kunt u een aantal filmpjes met uw leerlingen bekijken. Wij hebben een selectie gemaakt uit de beeldbank van Schooltv die aansluit bij het programma Daar zit muziek in!. De filmpjes gaan over verschillende soorten muziekinstrumenten; blaas -, snaar-, slag-, en percussie-instrumenten. Bekijk de filmpjes en bespreek ze met de leerlingen. www.schooltv.nl/beeldbank
T RO P EN M U SEU M 3
1
1. http://www.schooltv.nl/beeldbank/clippopup/20080206_muziekinstrumenten01 2. http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20051123_bongo_conga01 3. http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20051123_steeldrum01 4. http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20051123_marimba01 5. http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20051123_viool01
2
3
4
5
Laat een liedje achter in het Museum van vergeten liedjes
TIP
illende Oefen versch meer o H liedjes. e e liedjes verschillend hoe leuker!
Onderdeel van de tentoonstelling Muziekwereld is het Museum van vergeten liedjes. Hier kunnen bezoekers liedjes achterlaten. Je kunt liedjes luisteren en zelf inzingen. Het liefst willen we zoveel mogelijk verschillende liedjes verzamelen uit zoveel mogelijk verschillende landen en regio’s. In het Museum van vergeten liedjes kunnen maximaal 4 leerlingen tegelijk binnen.
Putumayo kids heeft een website waar informatie te vinden is over kinderliedjes uit verschillende werelddelen. Ook bieden zij handleidingen voor docenten aan. http://www.putumayo.com/en/putumayo_kids_multi.php
T RO P EN M U SEU M 4
Museumbezoek Duur: +/- 75 minuten
TIP
erlingen Geef alle le naamsticker. vooraf een
Daar zit muziek in! • Het programma Daar zit Muziek in! bestaat uit twee onderdelen: een interactieve rondleiding over de tentoonstelling Muziekwereld en het bespelen van de steeldrum. • De leerlingen gaan een half uur naar de tentoonstelling onder begeleiding van een museumdocent. Daar bekijken, beluisteren en bespreken ze wat ze zien. Na een half uur gaan de leerlingen naar de groepsruimte waar ze gaan oefenen op de steeldrum. • De leerlingen ervaren hoe het instrument klinkt door het te bespelen. Met de museumdocent bekijken, luisteren en praten de leerlingen over de verschillende instrumenten en muziekstijlen. Wat valt op aan dit instrument? Uit welk land komt het? Hoe bespeel je het? • Aan het einde van het programma laten de leerlingen aan u hun ingestudeerde muziekstuk op de steeldrum horen. Ter afsluiting krijgen alle leerlingen een diploma.
Begrippenlijst Tijdens het museumbezoek komen de volgende begrippen aan de orde: • Slaginstrument • Snaarinstrument • Blaasinstrument • Percussie instrument • Hoge tonen • Lage tonen • Klankkast
T RO P EN M U SEU M 5
Verwerkingsopdracht
Muzikale test
Op www.tropenrooster.nl kunt u met uw leerlingen een muziekquiz spelen. De quiz bestaat uit vijf multiple choice vragen waarbij de kennis over de soorten instrumenten herhaald wordt.
Antwoorden muziekquiz Vraag 1: Ocarina met vogeltje De ocarina was een van de merkwaardige zaken die de veroveraar Hernan Cortes in 1519 vanuit Mexico mee terug nam naar Spanje. De vogel op deze ocarina uit Costa Rica zou een toekan kunnen zijn die op een ei broedt. De toekan gold daar als symbool van vruchtbaarheid. Vanaf de 19de eeuw werd de ocarina populair als volksinstrument in Europa. In Italië kreeg het zijn naam, wat ‘klein gansje’ betekent. Het geluid komt bij de ocarina uit het ei en niet uit het vogeltje! Aardewerk. Costa Rica. 1000-1550 n. Chr. 3842-109: schenking: Dr. Hans Feriz.
Vraag 2: Boogharp De Birmese harp saung-gauk werd al in de Middeleeuwen bespeeld aan het koninklijke hof. In de late 18de eeuw componeerden leden van de koninklijke familie, ministers en hofmuzikanten liederen en werden daardoor bekende harpspelers. De harp leek in de 20ste eeuw te verdwijnen, maar vanaf 1947 werd het gebruik weer in ere hersteld. Een afstammeling van het koninklijke hof maakte zeven nieuwe exemplaren ten behoeve van de staatscholen voor de fijne kunsten. Hout, dierenhuid, zijde. Myanmar (Birma). Eerste helft 20ste eeuw. 2128-1: aankoop: Galerie Lemaire, 1952.
Vraag 3: Tabla De tabla was in India al eeuwen geleden onmisbaar in religieuze en klassieke muziek, maar ook tegenwoordig in Bollywoodmuziek en hedendaagse Hindipop. Vaardige spelers gebruiken vingers en handpalmen op allerlei manieren om verschillende geluiden op de trom te produceren. Het stemmen van de tabla gebeurt met stemblokjes. Met een klein hamertje worden deze naar boven (daling toonhoogte) of beneden (stijging toonhoogte) getikt. Hout, dierenhuid, vezels. Maharashtra, India. 20ste eeuw. 4053-1: aankoop: A. Sampat, 1972.
T RO P EN M U SEU M 6
Vraag 4: Balafon De titel van het Senegalese volkslied luidt: Span de kora* en sla de balafon. Zo belangrijk is de balafon in de West-Afrikaanse cultuur. De balafon krijgt zijn specifieke tonen door de lengte van de slagstaven, maar ook door verschillende kalebassen die als klankkast fungeren. De balafon is na 1980 met de opkomst van de Afrikaanse rootsmuziek, zoals gespeeld door musici als Youssou N’Dour, ook bij de hedendaagse West-Afrikaanse muziek een belangrijk instrument geworden. Kalebas, hout. Senegal. 20ste eeuw. 5403 80a/b/c: schenking: TM Junior, 1991. * de kora is een snaarinstrument
Vraag 5: Ukelele De ukelele, een klein gitaartje van hout met 4 snaren, stamt af van de machête da braça (naam op Madeira) of de braguinha (naam in Portugal), die eind 19de eeuw door migranten vanuit Madeira en Portugal werd meegenomen naar Hawaï. De Hawaïanen hebben het instrumentje omarmd en gebruiken het voornamelijk voor de begeleiding van liedjes en dansen, maar het is ook populair als solo-instrument. De ukelele werd ook buiten Hawaï zeer populair. Het instrument is klein en dus eenvoudig mee te nemen. Het is ook relatief gemakkelijk te bespelen. Op een van de filmschermen rondom de vitrines wordt het verhaal van die reis van Portugal via Hawaï en de Molukken naar onze polders met prachtige beelden en muziek vertoond. Hout, kunststof, metaal. Hawaï. USA. 20ste eeuw. R-ED-71a: legaat: J. Huysser, 2004. R-2450 / R-2449: aankoop: Conrad Electronic Benelux BV, 2009
T RO P EN M U SEU M 7
Verwerkingsopdracht
Zelf een muziekinstrument maken Duur: 60 minuten
De leerlingen gaan zelf muziekinstrumentjes maken. Elke leerling maakt één sambashaker.
Benodigdheden: • wc-rol • gekleurd papier (gewone dikte) • schaar • potlood • plakband • rijst, zaden, bonen of pitten • dubbelzijdig plakband (of lijm) • stiften
Werkwijze: Knip twee vierkantjes uit het vel papier die groter zijn dan de omtrek van de wc-rol. Zet de wc-rol op de vierkantjes en trek met potlood een lijn om de wc-rol. Knip ongeveer 8 keer in de vierkantjes, tot de potloodlijn.
T RO P EN M U SEU M 8
Bevestig één vierkantje aan het uiteinde van de wc-rol. De strookjes papier vouw je om de wc-rol en plak je vast met plakband. Zorg dat het papier strak om de wc-rol zit. Vul de wc-rol met een beetje rijst, zaden, bonen of pitten. Bevestig het tweede vierkantje aan het andere uiteinde van de wc-rol. Vouw de strookjes papier weer om de wc-rol en plak deze vast met plak band. Zorg dat het papier strak om de wc-rol zit. Let op: zorg bij het dichtplakken dat de wc-rol rechtop staat. Leerlingen kunnen elkaar hierbij helpen.
Rol de wc-rol in een stuk gekleurd papier tot de wc-rol geheel bedekt is. Let op: neem minimaal 3 vingers extra breedte voordat je knipt! Met stiften versier je één kant van het papier.
Met plakband plak je de linkerkant van het papier vast aan de wc-rol. Plak nu een stuk dubbelzijdig plakband aan het uiteinde van het papier (of smeer dit in met lijm). Wikkel het papier om de wc-rol en plak het uiteinde vast met het dubbelzijdige plakband (of met lijm). Klaar!
Schudden maar!
De leerlingen ontdekken welke geluiden zij kunnen maken met hun sambashaker. Je kunt in de lengte of in de breedte schudden. Je kunt hard en zacht schudden. Hoe kun je nog meer schudden? Eén leerling schudt een ritme, de rest doet het na. Wanneer de hele groep hetzelfde ritme maakt, kan eventueel telkens één leerling daarbij improviseren door een ander ritme te maken.
T RO P EN M U SEU M 9
Praktische informatie • Duur programma ca. 75 minuten • Niveau Groep 3 t/m 6 basisonderwijs • Bezoekadres Linnaeusstraat 2, Amsterdam • Bereikbaar Bus 22 / tram 3, 7, 9, 10, 14 • Groepsgrootte per tijdstip maximaal 2 groepen van 15 leerlingen (= max. 30 leerlingen).
Huisregels voor schoolgroepen Leuk dat u met uw leerlingen het Tropenmuseum bezoekt. Wij vragen u en uw leerlingen rekening te houden met onze huisregels.
Kom op tijd Houdt u zich aan de afgesproken tijd voor uw bezoek. Als u merkt dat u die tijd niet haalt, bel ons: vóór 10:00 uur: 020 - 568 82 15, 10:00 - 17:00 uur: 020 - 568 82 33. Te laat komen kan tot gevolg hebben dat u het programma van uw keuze niet kunt volgen.
Minstens één docent of begeleider per tien leerlingen Schoolgroepen kunnen het Tropenmuseum alleen onder begeleiding bezoeken. Daarvoor vragen we minstens één docent of begeleider per tien leerlingen.
Docent blijft verantwoordelijk U bent als docent of begeleider tijdens het museumbezoek verantwoordelijk voor uw leerlingen, ook wanneer een museumdocent de groep begeleidt. Zorg dat uw leerlingen zich als gasten van het museum gedragen. Wij zorgen voor de gastvrijheid.
Gebruik een potlood Schrijf met een potlood. De informatiebalie in de entreeruimte heeft potloden te leen. Pennen en stiften kunnen vlekken maken op voorwerpen en meubilair.
Gebruik de trappen Maak gebruik van de trappen tijdens het museumbezoek. Wanneer leerlingen slecht ter been zijn, kunnen zij gebruik maken van de lift.
Evaluatieonderzoek Om ons aanbod voor het onderwijs steeds te verbeteren vragen we u mee te doen aan een korte evaluatie. U krijgt daarvoor bij het bezoek een formulier. Alvast bedankt voor het invullen daarvan.
Fotograferen mag Fotograferen mag, ook met flits. U bent welkom de foto’s op internet te plaatsen, bijvoorbeeld op Flickr of Facebook.
Toiletten In de entreeruimte en verdieping 2 zijn toiletten.
Vragen? Heeft u nog vragen? Bel naar de reserveringslijn: 020 - 56 88 233 of mail naar
[email protected]. Wij wensen u veel muzikaal plezier en succes met de voorbereiding van Daar zit muziek in! We begroeten u graag in het Tropenmuseum. Afdeling Publiek & Presentatie Tropenmuseum 2011
T RO P EN M U SEU M 10
Colofon Uitgave: Tropenmuseum, afdeling Publiek & Presentatie. Met dank aan: Frauke Luehning Vormgeving: Dave Hoop Fotografie: Voorzijde - Shaun Montano Pagina 2 boven - Genevieve Carpentier-R. Pagina 8 boven - The Children At Risk Foundation - CARF (www.carfweb.net) Waar mogelijk is getracht alle rechthebbenden van beeld- en illustratiemateriaal te achterhalen. Wie niet benaderd is, en wel rechthebbende meent te zijn, wordt verzocht zich in contact te stellen met het Tropenmuseum. © Tropenmuseum, september 2011 Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming worden overgenomen of vermenigvuldigd.
Tropenmuseum
www.tropenmuseum.nl