Waar ken ik u van? Galerie LUMC - 25 april t/m 23 juni 2013
Galerie LUMC Dagelijks open van 8.00 tot 20.00 uur Bezoekadres: Albinusdreef 2, Leiden • Telefoon 071-526 31 78 E-mail:
[email protected] - www.lumc.nl/galerie
Marie Aly, Erzsébet Baerveldt, Hans Broek, Andrew Gilbert, Bernard Heesen, Michelle McKeown en Hidenori Mitsue
Het verleden is cool. Je hoeft de krant maar open te slaan en de historiserende foto’s stralen je tegemoet: recent in NRC Handelsblad het mooie portret van schrijver Arthur Japin met bontkraag net Erasmus - van F. Franciscus, als eerbetoon aan de Vlaamse ‘primitief’ Hans Memling. Wat te zeggen van de kostbare onderneming in 2011 van Erwin Olaf om, in opdracht van Museum De Lakenhal en de Universiteits Bibliotheek Leiden, een fotografische versie van een ‘3 October Memorietafel’ te ensceneren ter herdenking van het beleg en ontzet van Leiden in 1574; dat was ter viering van het 125-jarig bestaan van de Historische Vereniging Oud Leiden die meer dan 2000 leden telt! Geschiedenis is cool, getuige ook de massale populariteit van historische kostuumfilms en docudrama’s op tv. De maakbaarheid van het verleden Vooral in de 19de eeuw zocht en vond men in het verleden de gewenste identiteit voor de op te bouwen Hollandse natiestaat. Onze Gouden Eeuw, ‘Het land van Rembrandt’ werd hèt voorbeeld voor de protestantse natie; de middeleeuwse gotiek werd inspiratiebron voor de katholieke revival. In de kunsten werd de neiging om voor alles historische voorbeelden te gebruiken meteen zichtbaar. Na dit wijdverspreide historisme – denk aan het neogotische Rijksmuseumgebouw en de discussie erover toen en nu – is in de 20ste eeuw steeds met nieuw elan begonnen met revolutionaire bewegingen in de kunsten. Impressionisme, Expressionisme, Fauvisme, Kubisme, Futurisme, De Stijl, Constructivisme en, na WO II, Abstract Expressionisme, CoBrA, Mini-
mal Art: telkens weer gepassioneerde inzet van grote kunstenaars om nieuwe ideeën, vormen en kleuren te ontwikkelen voor een nieuwe (betere) toekomst; in één woord: modernisme. Weg met het oude, leve de toekomst! De maakbaarheid daarvan lag in onze eigen handen, dachten we. Totdat de eerste oliecrises in het begin van de jaren ’70 ons ook de eindigheid der dingen lieten zien. ‘Morgen’ bleek en blijkt afhankelijk van wat we vandaag doen of nalaten. Hoog tijd de aandacht te richten op het heden, het nu en onze eigen positie daarin. Het postmoderne denken neemt dan een aanvang. De utopie heeft zijn langste tijd gehad. Persoonlijk expressionisme Een van de gevolgen is dat, globaal gezien vanaf de jaren ’80, de kunstenaar zijn blik naar binnen richt, wat vele persoonlijke expressionismes oplevert. Marlene Dumas, René Daniëls en Henk Visch behoren in ons land tot de eersten. Zij zoeken niet meer naar nieuwe stijlen en vormen, maar concentreren zich op hun eigen kunstenaarschap, hun eigen positie in de kunstgeschiedenis, hun eigen commentaar op de gebeurtenissen hier en nu, hun persoonlijke geschiedenis. Met het heden wordt ook het verleden herontdekt als conceptuele ruimte en oneindige bron van kennis, beeld- (en geluids)materiaal en inspiratie. De bereikbaarheid van steeds grotere databanken op internet speelt daarbij een belangrijke rol.
het verleden in de avond van de 20ste eeuw nauwelijks sprake van verheerlijking van of nostalgie naar ‘toen’. Vooral de eerste ‘generatie’ van deze postmoderne kunstenaars in Nederland brengt veeleer cultuurkritische kanttekeningen in beeld: de maakbaarheid van het verleden of wat daarvan is overgeleverd blijkt een fascinerend concept.
parochiekerk van Carmignano (boven Florence) bevindt. Viola maakt ons opnieuw getuige van de heilige ontmoeting, dit maal vertraagd opgenomen, als meer dan mansgrote videoprojectie in een museale setting – te zien in museum De Pont in Tilburg - en in een ruimere oplage!
Minder cultuurkritisch maar wel typerend voor dit nieuwe, ook internationaal geworteld historisme en bovendien groots en meeslepend is Bill Viola’s beroemde video-enscenering uit 1995 van de Visitatie – Maria en Elisabeth ontmoeten elkaar buiten de poort van Jeruzalem, beiden zwanger van respectievelijk Jezus en Johannes de Doper. Letterlijk voorbeeld is het indrukwekkende schilderij van Jacopo Pontormo van 1528/9 dat zich in de
De internationaal samengestelde tentoonstelling ‘Waar ken ik u van?’ in Galerie LUMC laat zien dat de hierboven geschetste, kritische aandacht voor het verleden geen eendagsvlieg is gebleken. ‘We herkennen de portretten en taferelen, die als iconen in ons collectieve geheugen zijn gegrift, maar de manier waarop de kunstenaars de beelden interpreteren en verbeelden, roept ook verwondering en
Jacopo Pontormo, Visitazione, Chiesa Parrocchiale, Carmignano, Florence
Bill Viola, The Greeting , video- en geluidinstallatie, beeld 282x241,3 cm, ed. 5/5, 1995
Waar ken ik u van?
20e eeuw: herontdekking van het verleden In tegenstelling tot het 19de-eeuwse historisme is er bij de herontdekking van
eigen stijl en bijbehorende iconen? Wie herkent wat? Zeven kunstenaars laten zien dat het verleden zinvolle handvatten geeft aan hun verbeelding en aan de kijker die zich afvraagt: ‘Heb ik u eerder gezien?’ Identificatie met historische beelden De twee bronzen Sfinxen maakte Erzsébet Baerveldt (Nijmegen,1968) in 2000. Zij boetseerde de half leeuw - half vrouwfiguren in klei, de een liggend in wat ik de Egyptische traditie noem maar met open handen, de ander zittend zoals in de vooral Griekse beeld-overlevering. Beide mythische wezens gaf zij wijde mouwen, mensenhanden en een mensengezicht, San Fernando Valley, Mulholland Drive, olieverf op doek, 60 x 100 cm, 2005
voor kenners herkenbaar als haar zelfportret.
Erzsébet Baerveldt, Groene leeuw I, brons, 115 x 200 x 50 cm., 2000
vervreemding op. Door humor en toevoeging van ludieke details, wordt soms de grootsheid van het verleden gerelativeerd. De tentoonstelling sluit aan bij actuele gebeurtenissen zoals de inhuldiging van koning Willem Alexander en de inwijding van de nieuwe paus. Koning en paus, iconen uit ons verleden, leven voort.’ Aldus Sandrine van Noort, adviseur Kunstzaken van het LUMC en curator van deze tentoonstelling. Er wordt een beroep gedaan op ons culturele geheugen. Maar hoe collectief is dat? Of is dat geheugen inmiddels gefragmenteerd door de individualisering en de steeds snellere opeenvolging van modes en trends zodat het publiek in talloze kleinere groepen is opgedeeld met elk een
Erzsébet Baerveldt, Bruine leeuw II, brons, 115 x 200 x 50 cm., 2000
Zoals zij ook eerder deed met de historische gravin Erzsébet Bátori – de kunstenaar veranderde officieel haar naam en liet haar haarlijn aanpassen overeenkomstig met die van de 16de-eeuwse Hongaarse, bekend als ‘de bloedgravin’ - identificeert Erzsébet Baerveldt zich met haar onderwerp: zij wórdt de sfinx, gebiologeerd als de kunstenaar is door de grootse voorbeelden van beeldhouwkunst die het mogelijk maakt mythische dimensies zichtbaar te maken. De opvallende combinatie van brons met de aluminium open handen bij de ‘Egyptische’ heeft ook inhoudelijke betekenis, afgezien van de visuele verrassing. Aluminium is een element, licht in kleur en gewicht en staat in contrast met de samengestelde aard van het zware brons. Zij onderstreept er eveneens mee dat, hoe ‘realistisch’ de
beelden ook ogen, de ware betekenis ligt in de mystiek van het menselijk vermogen tot verbeelden van het nog nooit geziene. In de natte klei graveerde Baerveldt alchemistische tekens verwijzend naar de cryptische vragen van het mythische wezen, dat zij tegelijkertijd door de ‘menselijke’ maat en de persoonlijke trekken tastbaar dichtbij brengt Van koele landschappen naar sensueel verhaal Hans Broek (Veenendaal.1965) leeft al ruim 15 jaar in Amerika. Als hij na ongeveer tien jaar in 2005 van Los Angeles naar New York verhuist, laat hij ook in zijn werk het hier en nu van het grootse en koele ‘hard edge’ landschap met zijn scherpe contouren van bebouwing en begroeiing, zo herkenbaar voor de West Coast, achter zich.
Hij introduceert dan in zijn werk niet alleen menselijke figuren maar voegt een nieuwe verhalende dimensie toe, waarvoor hij de conceptuele ruimte van het verleden als bron gebruikt. Hij schildert verhalen uit de geschiedenis die al via de filmindustrie hun eerste revival kenden. Hij maakt nieuwe scenario’s als om aan de vluchtigheid van het bewegende (film) beeld te ontkomen, getuige titels als Variations on Barry Lyndon of Delacroix makes a movie. In Superiority, ‘installeerde’ hij in het Stedelijk Museum Den Bosch in 2010 een groep schilderijen die tezamen zijn eigen verhaal verbeelden dat hij herkende in Stanley Kubrick’s film Eyes wide shut dat zelf o.a. geïnspireerd was door schilderijen en schetsen van Gustav Klimt. Broek paart zijn persoonlijke herinnering enerzijds aan collectieve (film)-
geschiedenis tot uitdrukking komt, onze ‘roemruchte’ geschiedenis, trots van Europa. “I want to describe a certain feeling, which creeps over me when visiting European museums,” zegt Gilbert ergens. Niet zonder cynisme neemt hij – nu de macht van West Europa aan betekenis inboet – het 19de- eeuwse superioriteitsgevoel met alle gevolgen van dien op de hak. Door zijn vrije associëren en absurdistische combinaties laat hij zien hoe het in kleurige uniformen verpakte geweld in wezen niet veel verschilt van de oorlogsattributen van ‘primitieve’ stammen of zelfs van het venijn van de modieuze stilettohak.
geschiedenis en mythologie, waarvan talloze beeldfragmenten mede dankzij internet en Wikipedia volop beschikbaar zijn. Met zijn fantasie en virtuoze, sensuele schildertechniek stapelt hij zijn eigen ‘verhaal’ op de toch al gelaagde filmbeelden van een vermeende werkelijkheid. Zo ontstaat een weliswaar herkenbaar (droom)beeld, maar met onbereikbare verten. Those were the days? Politiek correcte spot Veel minder romantisch is geschiedenis voor Andrew Gilbert (Edinburgh, 1980). Het verleden is eerder een rijke bron voor zijn visuele commentaar, maar dan in de traditie van de spotprent. Hij legt een voorkeur aan de dag voor onderwerpen uit de Europese (lees Britse) politieke
Iconische waarden Andrew Gilbert, Andrew on holiday in Afghanistan (The Black watch regiment), aquarel, acylverf en pen op papier, 70 x 100 cm., 2010
geschiedenis, waarvoor hij kennelijk in menig opzicht plaatsvervangende schaamte voelt. Vooral het machtsvertoon heeft zijn kritische aandacht of het nu gaat om de – in Parijs - vaak vernoemde, roemruchte slag bij Austerlitz (1805) waarin Keizer Napoleon de Oostenrijkse en Russische legers versloeg of Britse koloniale ‘heldendaden’ in Afrika of India, Andrew Gilbert stelt feilloos en niet zonder humor het pronkzuchtige uiterlijk machtsvertoon – de kleurige uniformen der soldaten en de gepluimde helmen - ‘aan de kaak’ in zijn cartooneske werken.
Hans Broek, scetch for ‘Advance’ uit de serie Delacroix makes a movie, olieverf op doek, 2011
Deze geschilderde spotprenten staan in groot contrast met de heroïek die in de ‘officiële’ 19de-eeuwse iconen van de
De Japanse kunstenaar Hidenori Mitsue (Himeji, 1969) leeft en werkt in Nederland en is gefascineerd door de iconische verbeelding van de Europese (kunst)geschiedenis. In zijn ‘ode’ aan het ‘Delfts Blauw’ reconstrueert hij met op het eerste gezicht abstracte middelen iconische voorstellingen. Recenter richt hij zich zonder monochroom blauwe tussenkomst direct op de elegante, heroïsche thema’s uit de 18de eeuw. Zo herschilderde hij in 2012 portretten van August de Sterke, vorstelijk te paard, Lodewijk Napoleon Bonaparte (korte tijd koning van Holland), maar ook een portret van de kleine, deftige Michiel Pompe van Slingerlandt , compleet met valk en hondje. Ook de Nederlandse schilderkunst uit de Gouden Eeuw heeft hem als ‘iconisch’ getroffen, getuige zijn winterlandschap met schaatsers naar Averkamps voor-
achtereenvolgens in Hamburg, Dresden, Barcelona, Parijs, Dresden en Amsterdam (2008-2010 bij de Ateliers). Historiserende, iconische portretten schildert zij, maar dan ‘primitief’, in de betekenis van de Vlaamse primitieven of de vroege Italiaanse Renaissance portretten, getuige een portret van Lorenzo Lippi zelf uit 2010. De frisheid hiervan combineert zij met een naïeve stijl die meer doet denken aan de schilderkunst van Henri Rousseau, Le Douanier (1844-1910).
Hidenori Mitsue, The Floating Feather, olieverf op doek, 160 x 120 cm, 2012
beeld of de herschepping van de Hondecoeter’s pelikaan uit het Rijksmuseum, zoals hier afgebeeld. Tegen een vaag gehouden achtergrond ‘boetseert’ hij zijn onderwerp met losse toets, de natte verf soms ook spetterend in actie, maar altijd trefzeker. Het is alsof hij met de camera inzoomt op de details van de stofuitdrukking die van dichtbij verf blijkt te zijn. Dit ‘inzoomen’ geeft een ruimtelijk effect dat hij nog versterkt door toevoeging van de slagschaduw veroorzaakt door een afwezige lichtbron. De geleende heroïek blijft overeind door zijn heroïsch gevecht met de verf dat hij altijd wint. Historisch primitivisme Marie Aly (Berlijn, 1980) volgde vanaf 2001 een waarlijk Europese opleiding:
Marie Aly, Der Fürst, olieverf op doek, 60 x 50 cm., 2011
Haar schilderkunstige vrijheid is eclectisch wat stijl betreft – zij ontleent elementen uit allerlei cultuurperioden – maar ook haar onderwerpen behelzen zowel actuele als historiserende thema’s. De geschilderde figuren appelleren in de verte maar onmiskenbaar aan een collectief geheugen zoals blijkt uit een fragment uit een bericht uit het Leidsch Dagblad van 23-2-2013 naar aanleiding van de recente
is en historisch niet correct is weergegeven, is de associatie met 16de-eeuwse, koninklijke kringen, meer in het bijzonder met Elisabeth I, onontkoombaar. Haar rechterhand rust op een deel van een kristallen bol, in haar linker hand houdt zij een soort plumeau. De ‘bijna symmetrie’ valt op, evenals het accent op de 2-dimensionale patronen. Marie Aly, atelier met links Bonny, 2012; midden: Lagonegro, 2012
The Seeress hoort bij een groep portretten van vrouwenfiguren in historische kos-
aanwinsten tentoonstelling van Galerie LUMC: ‘En daar hangt de kop van de zanger Willy DeVille – dat kan niet missen. Hij is het, ook al is hij niet meer.’ Herkenning biedt troost. Maar hoe collectief is ons collectieve geheugen? Voor mij is de zanger nu pas beroemd geworden! Het schilderkunstig proces moet wel volgens een vooraf bepaald scenario verlopen, want het beeld is vrijwel geheel terug te ‘lezen’ doordat Marie Aly de vaak transparante kleuren laag over laag zet. De kleurvormen die zo ontstaan zet zij zonder overgangen ‘hard’ tegen elkaar aan, hetgeen het ‘primitief’ iconische effect versterkt. Zij verstaat de kunst niet karikaturaal te worden. Mysterieuze iconen met heroïsche allure De website van de van oorsprong Ierse Michelle McKeown (N. Ierland, 1979) opent met The Seeress uit 2013: de zieneres staat afgebeeld tegen een sterrenhemel, met hennarode krulpruik, goudzwarte kraag en grote goudgele pofmouwen, aan de pols afgezet met kant. Hoewel het kostuum vrij geïnterpreteerd
Michelle McKeown, Madre Diosa, Nymphallis Antiopa (Mourning Cloak), olieverf op doek, 70 x 130 cm, 2010
tuums, getiteld The realm of the mothers. Door bijzondere patronen, technieken en symmetrie maar ook door gebruik te maken van iconische, historische voorbeelden die in ons collectieve geheugen zijn gebrand, weet zij de verschijningsvormen zo te bewerken dat ze de historische individualiteit ontstijgen en tot mysterieuze iconen worden met behoud van de heroïsche allure. Barokke pracht ‘Encyclopaedische gewrochten’ noemt Bernard Heesen (Leerdam 1958) zijn groep glaswerken waarvoor hij voorbeelden vond in talloze historische handboeken en verzamelwerken. Het gaat hem niet om exacte kopieën van de originelen. Eerder de rijke fantasie en versierdrift van zijn voorlopers geven voer aan zijn eigen fantasie in de glaskunst en aan zijn virtuoze beheersing van het materiaal die hem letterlijk met de paplepel is ingegoten. Sedert 1995 zwaait hij de scepter over de glasblazerij De Oude Horn die in 1977 werd opgericht door zijn vader Willem. De vrijheid waarmee hij verschillende onderdelen op elkaar stapelt en ‘oneigenlijke’ elementen combineert tot barokke, veelkleurige of juist waterwitte constructies en elegante bokalen grenst aan anarchie. Wat het ‘gewrocht’ bijeenhoudt is de glastraditie zelf die hij wel naar eigen hand zet. De 20ste eeuw is waarlijk voorbij! April, 2013 Jetteke Bolten-Rempt Kunsthistoricus
Bernard Heesen, Etagère, glas, 2013
Met dank aan de volgende galeries voor hun medewerking aan deze tentoonstelling: Tegenboschvanvreden, Amsterdam (Marie Aly) Galerie Gerhard Hofland, Amsterdam (Hans Broek) Galerie Jaap Sleper, Utrecht (Hidenori Mitsue) Galerie Justin ten Haaf, Amsterdam (Andrew Gilbert) Marian Cramer, Amsterdam (Michelle McKeown)