CO2 Prestatieladder
Voortgangsrapportage 2013 (1e halfjaar) Periode: 1 januari t/m 30 juni 2013
Auteur Jan ten Cate en Gerda de Raad Versienummer: 2 Versie datum: 26 november 2013
Inhoudsopgave 1. Inleiding ............................................................................................................................................... 1 2. Energiebeleid ....................................................................................................................................... 2 3. Basisgegevens ...................................................................................................................................... 2 3.1 Beschrijving van de organisatie ..................................................................................................... 2 3.2 Verantwoordelijkheden................................................................................................................. 2 3.3 Basisjaar......................................................................................................................................... 2 3.4 Rapportageperiode........................................................................................................................ 3 3.5 Verificatie ...................................................................................................................................... 3 4. Afbakening ........................................................................................................................................... 3 4.1 Organisatiegrenzen ....................................................................................................................... 3 5. Berekeningsmethodiek........................................................................................................................ 3 5.1 Actuele berekingsmethodiek & conversiefactoren ....................................................................... 3 5.2 Wijzigingen berekeningsmethodiek .............................................................................................. 3 5.3 Uitsluitingen .................................................................................................................................. 3 5.4 Opname CO2 .................................................................................................................................. 4 5.5 Biomassa ........................................................................................................................................ 4 6. Directe en indirecte emissies .............................................................................................................. 4 6.1 Herbereking basisjaar & historische gegevens.............................................................................. 4 6.2 Directe & indirecte emissies 1 januari t/m 30 juni 2013 ............................................................... 4 6.3 CO2-footprint analyse 2013 (1e halfjaar) en basisjaar (2012) ....................................................... 5 6.4 Doelstellingen ................................................................................................................................ 5 6.5 Voortgang reductiedoelstellingen ................................................................................................. 6 6.6 Maatregelen komende periode..................................................................................................... 6 6.7 Onzekerheden ............................................................................................................................... 7
1. Inleiding Kreeft heeft zich tot doel gesteld om actief en aantoonbaar de CO2-uitstoot van haar bedrijfsvoering terug te dringen en heeft er voor gekozen om dit te doen aan de hand van de CO2 Prestatieladder op niveau 3. Met de ladder wordt het CO2 traject concreet en aantoonbaar. Dit document is de voortgangsrapportage van Kreeft over 2013 (1e halfjaar) en dit is een onderdeel van de cyclus binnen het energiemanagementprogramma (EMP). De CO2-footprint is bekend van 2013 (1e halfjaar), de footprint over de eerste helft van 2013 is verdubbeld en deze footprint noemen we fictief 2013 om het te kunnen vergelijken met het referentiejaar 2012. Dit rapport is opgesteld door Jan ten Cate in samenwerking met adviesbureau Will2Sustain. Dit document is door de directie van Kreeft besproken en goedgekeurd.
Ter akkoord: Roelof Kreeft, Directeur
______________________ Datum:
Pagina 1
2. Energiebeleid Inzicht in de CO2-uitstoot van de bedrijfsvoering wordt steeds belangrijker. Klanten verlangen dat iedere leverancier een steentje bijdraagt om deze uitstoot te verminderen. Kreeft Participaties B.V. (Kreeft) wil blijvend innoveren, want stilstand is achteruitgang. Daarnaast wil Kreeft haar energieverbruik reduceren en de daaraan gerelateerde CO2 uitstoot. Kreeft gebruikt de CO2 Prestatieladder norm om gestructureerd met energiereductie aan de slag te gaan en op deze wijze en actief te verduurzamen.
3. Basisgegevens 3.1 Beschrijving van de organisatie De werkzaamheden van Kreeft Participaties B.V. (Kreeft) bestaan uit het oplossen van problemen in de bouw, zie voor meer informatie de inleiding en de website: www.kreeft.nl. Kreeft
heeft een Kwaliteitsysteem gebaseerd op de normen: ISO-9001 (2008) VCA** 2008/5.1 KOMO BRL 3201 CO2 Prestatieladder
Kreeft is een bedrijf met 36 personeelsleden. In de tabel hieronder staan enkele gegevens over de afgelopen 2 jaren. Kreeft Omzet Aantal projecten Kantoorpersoneel Personeel projecten Totaal personeelsbestand Graaddagen Werkdagen
2013 (1e halfjaar) 2,2 miljoen 323 9 32 41 2.106 120
2012 5,1 miljoen 704 9 27 36 3.121 230
2011 5,0 miljoen 706 8 28 36 2.937 -
3.2 Verantwoordelijkheden Binnen Kreeft is dhr. R. Kreeft namens de Directie eindverantwoordelijk voor het CO2 traject. De hoofdadministratie is verantwoordelijk voor het uitvoerende gedeelte zoals de CO2 footprint, rapportages en de communicatie.
3.3 Basisjaar Kreeft neemt 2012 als referentiejaar voor het bepalen van de emissie inventaris (CO2 footprint).
Pagina 2
3.4 Rapportageperiode Deze periodieke rapportage beschrijf de CO2-emissies in de periode 1 januari t/m 31 december 2012.
3.5 Verificatie De footprint is niet extern geverifieerd.
4. Afbakening 4.1 Organisatiegrenzen De vaststelling van de organisatiegrenzen (organizational boundaries) staat omschreven in bijlage 1 van het Energiemanagementprogramma van Kreeft
5. Berekeningsmethodiek 5.1 Actuele berekingsmethodiek & conversiefactoren Omdat deze periodieke rapportage onderdeel is van een CO2 Prestatieladder certificaat wordt de methodiek aangehouden zoals voorgeschreven in het Handboek 2.1, geldig m.i.v. 18 juli 2012, zoals uitgegeven door de SKAO. De gebruikte conversiefactoren zijn afkomstig uit hetzelfde SKAO Handboek 2.1.
5.2 Wijzigingen berekeningsmethodiek Er zijn is geen wijzigingen in de berekeningsmethodiek sinds het basisjaar. De footprint van 2012 is in augustus 2013 bepaald. Hierbij is er gebruik gemaakt van de conversiefactoren genoemd in het SKAO handboek versie 2.1 18 juli 2012.
5.3 Uitsluitingen Groene elektriciteit is uitgesloten voor 2013 het eerste halfjaar. Er is in het eerste halfjaar van 2013 geen groene stroom ingekocht. Personenvervoer met het openbaar vervoer (collectief) wordt uitgesloten. Er wordt nooit zakelijk gereisd met het openbaar vervoer. Daarnaast is goederenvervoer ook uitgesloten. Het transport of goederenvervoer wordt uitgevoerd door transportbedrijven. Deze energiestroom valt onder scope 3 en daarmee is deze emissie uitgesloten. Zakelijk verkeer met privé auto's is uitgesloten. Vliegreizen zijn niet gemaakt in het verleden en ook niet in 2012 en daarom is deze emissiestroom uitgesloten.
Pagina 3
5.4 Opname CO2 Er vind geen opname van CO2 plaats.
5.5 Biomassa Er wordt geen gebruik gemaakt van biomassa.
6. Directe en indirecte emissies 6.1 Herbereking basisjaar & historische gegevens Het referentiejaar (basisjaar) is 2012 en er is berekend op basis van de meest actuele conversiefactoren
6.2 Directe & indirecte emissies 1 januari t/m 30 juni 2013 De CO2 uitstoot van de 2013 (1e halfjaar) ziet er als volgt uit:
De totale uitstoot bedraagt 179,9 ton CO2. Emissiestroom Kantoor (en productielocatie) Wagenpark Andere emissies (heftruck) Totaal
Uitstoot (ton CO2) 2013 (1e halfjaar) 22,3 151,5 6,1 179,9
Het wagenpark heeft de grootste CO2-uitstoot van de hele onderneming 84% (151,5 ton CO2) van de totale uitstoot, waarvan het overgrote deel van de uitstoot uit dieselverbruik bestaat. 13% (22,3 ton CO2) komt van de kantoor en productielocatie en het kleinste deel 3% komt van het materieel en bestaat uit 6,1 ton CO2-uitstoot. Pagina 4
6.3 CO2-footprint analyse 2013 (1e halfjaar) en basisjaar (2012) In de tabel hieronder is de uitstoot van 2013 (1e halfjaar) verdubbeld en deze wordt gezien als het verwachte totaal voor het jaar 2013, dit wordt fictief 2013 genoemd. In de laatste kolom staat de uistoot van het basisjaar 2012. Hierdoor is er een duidelijke vergelijking te maken. Energiestroom Elektriciteit grijs Aardgas voor verwarming Diesel wagenpark Heftruck – LPG Benzine wagenpark Totale uitstoot
2013 (1e halfjaar) 10,5 23.076 kWh 11,8 6.486 m3 151,5 48.337 liter 1,7 903 liter 4,4 1.574 liter 179,9 -
Fictief 2013 21 23,7 303,1 3,4 8,8 359,9
2012 (basisjaar) 18 39.496 kWh 21,5 11.787 m3 318,9 101.730 liter 3,9 2.109 liter 9,9 3.550 liter 372,2 -
In bovenstaande tabel is zichtbaar dat er in 2013 naar verwachting minder uitgestoten gaat worden (12,3 ton CO2 minder t.o.v. 2012).
6.4 Doelstellingen De doestellingen zijn in het EMP 2013 verwoord met de maatregelen die Kreeft wil gaan nemen. In de onderstaande afbeelding zijn deze herhaald.
Pagina 5
In de onderstaande tabel staan de doelstellingen voor 2013 en welk resultaat (welke daling) verwacht wordt in percentage en CO2-uitstoot in tonnage gerelateerd aan de indicatoren. Jaar Referentie jaar 2013 -h1 2013 gerelateerd Percentage 2013 doelstelling
Scope 1 Wagenpark Gas 62,5 ton CO2 6,89 ton CO2 151,5 ton CO2 11,8 ton CO2 68,9 ton CO2/ 5,6 ton CO2/ miljoen omzet 1.000 graaddagen -10,2% 18,7 2% 0,5%
Scope 2 Elektriciteit 7,83 ton CO2 10,5 ton CO2 8,8 ton CO2 / 100 werkdagen -11,8 50%
Scope 3 -
6.5 Voortgang reductiedoelstellingen De doelstelling van het wagenpark zal naar verwachting niet behaald worden voor 2013. Dit kan veranderen wanneer de omzet zal stijgen in het jaar 2013. De eerste helft van 2013 is er minder omzet gemaakt dan de helft van 2012. Dit kunnen de cijfers over geheel 2013 veranderen. Tevens zijn de maatregelen op het wagenpark in de tweede helft van 2013 uitgevoerd. Aardgas voor verwarming wordt naar verwachting veel meer verbruikt dan in 2012, deze stijging heeft te maken met de koude winter, met name de maand maart was nog steeds erg koud. In bovenstaande tabel is de uitstoot ook gerelateerd aan het aantal graaddagen, dit geeft een positief resultaat van 18,7% besparing t.o.v. het jaar 2012. De doelstelling voor elektriciteit voor 2013 lijkt onhaalbaar. De stijging van elektriciteit heeft te maken met het koude maanden van begin 2013. De heathers in de werkplaats verwarmen de werkplaats en deze verbruiken elektriciteit. De heathers zijn grote energieverbruikers en wanneer het kouder is zullen deze meer elektriciteit gebruiken. Hiermee uit kan geconcludeerd worden dat een groot deel van het elektriciteit gebruik sterk afhankelijk is van het aantal graaddagen. Dit zou een verbetering zijn in het meetsysteem. Deze doelstelling is ook gebaseerd op de maatregel om groene stroom in te kopen. Kreeft heeft dit ook gedaan vanaf 1 mei 2013. Echter deze groene stroom komt niet uit Nederland en is niet te onderbouwen met het SMK keurmerk. In het eerste half jaar van 2013 is de volgende maatregel getroffen om het energieverbruik te verminderen: Bewustwording van de medewerkers stimuleren via een bijeenkomst en mailing.
6.6 Maatregelen komende periode Onderstaande maatregelen zullen in 2013 (2e halfjaar) uitgevoerd worden. Maatregelen die betrekking hebben op scope 1 (Wagenpark en gas): • Brief naar het medewerkers over bewustwording van rijgedrag en verwarming gebouw; • Inventarisatie voor cursus nieuwe rijden; • Bij aanschaf nieuwe auto's, duurzaamheidfactor zwaar mee laten wegen; Pagina 6
• • •
Onderzoek doen naar temperatuursverlaging werkplaats; Verwarmingsinstelling aanpassen werkplaats; en (Bouwkundige) aanpassingen aan het kantoor: o Kantoor goed ventileren.
Maatregelen die betrekking hebben op scope 2 (Elektriciteit): • Bij nieuw aanschaf van apparatuur energieprestaties mee laten wegen; en • Groene stroom op nieuw inkopen met keurmerk. Onderstaande maatregelen zullen op de lange termijn opgepakt worden of vragen nader onderzoek: Maatregelen die betrekking hebben op scope 1 (Wagenpark en gas): • Planning optimaliseren; • (Bouwkundige) aanpassingen aan het kantoor: o Kantoor beter isoleren; o Radiatorfolie achter de radiatoren plakken; o Alternatieve mogelijkheden onderzoeken voor verwarming anders dan centrale verwarming; • Nieuwe zuiniger CV ketel aanschaffen; en • Onderzoek doen naar mogelijkheden voor alternatieve verlichting voor binnen en buiten.
6.7 Onzekerheden De onzekerheden zitten met name in het meetsysteem van het brandstofverbruik. Het totaalbedrag wat betaald is aan brandstof is gedeeld door een gemiddelde brandstofprijs per liter. Hierdoor kunnen de maatregelen die genomen worden minder sterk naar voren komen in de berekening. Op de administratie wordt vanaf half 2013 de liters brandstof ingevoerd in het systeem, zodat in het vervolg de brandstoffen nauwkeuriger gemeten kunnen worden. Ook zitten er onzekerheden in de meterstanden van gas en elektriciteit. Deze zijn berekend op basis van de rekeningen van de energieleveranciers Electrabel en NUON. Deze rekeningen zijn niet gebaseerd op één kalenderjaar, maar verspreid over twee kalender jaren. De beginstand is halverwege het ene jaar en de eindstand is halverwege het andere jaar. Dit geeft een mate van onzekerheid. Onzekerheid in de doelstelling van elektriciteit. Deze doelstelling is gerelateerd aan het aantal werkdagen, echter in deze rapportage blijkt, dat een groot deel van het elektriciteitgebruik afhankelijk is van de graaddagen.
Pagina 7