Werkplan OV-bureau Randstad periode 1 april 2012 t/m 30 juni 2013 Datum
3 juli 2012
Kantoorgebouw Leeuwensteyn Jaarbeursplein 15, 3521 AM Utrecht Postbus 24051, 3502 MB Utrecht
T 030 291 82 20 E
[email protected] www.ov-bureaurandstad.nl
Beter OV maken we samen
Colofon Opgesteld door Kernteam OV-bureau Randstad Datum 3 juli 2012 Status Definitief, versie 1.0 Kenmerk OvbR2012-417 Vastgesteld Directieraad vergadering van 3 juli 2012
2
Beter OV maken we samen
Inhoud 1
Inleiding
4
2
Organisatie en werkwijze
5
3
De taakvelden
7
4
Communicatie
17
5
Overdracht van taken
18
6
Menskracht
19
3
Beter OV maken we samen
1 Inleiding
Door de bestuurders van OV-bureau Randstad is besloten de activiteiten van het OV-bureau op een viertal taakgebieden voort te zetten tot 1 juli 2013. Deze taakgebieden zijn: Implementatie R-net Ketenintegratie Keten en knooppuntontwikkeling Decentrale betrokkenheid bij het spoorvervoer. Bovenstaande is vastgelegd in de Bestuursovereenkomst hoogwaardig OV Randstad. Doel van de vervolgactiviteiten is de door het OV-bureau gerealiseerde resultaten in de periode 1 oktober 2009 t/m 30 maart 2012 nader uit te werken, deze te borgen en – indien de situatie zich voordoet - deze over te dragen aan de nieuw te vormen bestuurlijke entiteiten. Dat betekent dat de vervolgactiviteiten zo dienen te worden ingericht en uitgevoerd dat zijn: gericht zijn op het uitwisselen van kennis en ervaringen en het monitoren van afspraken; complementair zijn ten opzichte van de activiteiten die in de regio’s worden uitgevoerd en deze goed ondersteunen; op effectieve wijze kunnen worden opgepakt in de situatie dat bestuurlijke opschaling is gerealiseerd; een samenhangend takenpakket vormen. De bestuurders van het OV-bureau hebben ook een voorstel voor de vervolgactiviteiten op hoofdlijnen goedgekeurd (zie OVbR12-396). In dit werkplan wordt dit voorstel verder uitgewerkt, c.q. geoperationaliseerd. Het werkplan vormt de basis voor de uitvoering van taken voor het betreffende taakgebied door de verantwoordelijke projectleider en de projectgroep die de uitvoering op het taakgebied zal ondersteunen.
4
Beter OV maken we samen
2
Organisatie en werkwijze
De organisatie van het OV-bureau Randstad voor de komende periode is als volgt opgebouwd:
Het OV-bureau Randstad wordt aangestuurd door een bestuurlijk duo: de minister van Infrastructuur en Milieu, Melanie Schultz van Haegen, en de gedeputeerde Verkeer en Vervoer van Zuid-Holland, Ingrid de Bondt.
De ambtelijke aansturing vindt plaats door een Directieraad met vertegenwoordigers van de deelnemende overheden. Voorzitter is Anne Joustra, secretarisdirecteur van de Stadsregio Amsterdam. De Directieraad besluit over de voorstellen voor uitvoering van de activiteiten op de taakvelden en toetst de voorstellen voor bestuurlijke behandeling. De Directieraad komt in principe 1x per kwartaal bijeen.
Directeur van het OV-bureau is Willem Benschop. Hij is voorzitter van het Kernteam van het OV-bureau dat naast hem bestaat uit de 4 projectleiders voor de taakgebieden en de office manager/projectondersteuner. Het kernteam zorgt voor een samenhangende uitvoering van de taken en bereidt de voorstellen voor de Directieraad en bestuurders voor. Het Kernteam doet in overleg met een door de partners aangewezen groep van beleidsambtenaren: het KernteamPlus. Het Kernteam komt twee wekelijks bijeen en het KernteamPlus 1 x per kwartaal.
De projectleider van een taakveld wordt in de uitvoering van zijn taak bijgestaan door een projectgroep met experts op het betreffende taakgebied van de partners. De leden van de projectgroep bestaan uit vertegenwoordigers van het Rijk, de acht decentrale overheden en NS (in principe één lid per deelnemende partij). De leden van de projectgroep worden voorgedragen door de deelnemende partijen. De voorstellen op een specifiek taakgebied worden in het kernteam (en ook in het KernteamPlus) getoetst op het aspect van samenhang in de taakuitvoering. De uiteindelijke voorstellen aan Directieraad en Bestuur zijn de verantwoordelijkheid van de directeur van het OV-bureau.
Voorts is het voor de uitvoering van taken van belang dat met NS afspraken zijn gemaakt over verdere intensivering van de samenwerking. De samenwerking met NS zal zich vooral richten op de versterking van de keten en knooppuntontwikkeling in de Randstad en betreft in het bijzonder de volgende activiteiten: uitwisseling van kennis en ervaringen opgedaan bij gezamenlijke activiteiten van decentrale overheden en NS ten aanzien van versterking van de OV-keten en knooppuntontwikkeling in de regio’s van de Randstad; inhoudelijk overleg ten aanzien van door partners te ontwikkelen strategieën op het gebied van ketens en knopen, gericht op versterking van de samenhang op het niveau van de Randstad;
5
Beter OV maken we samen
gezamenlijke activiteiten om de wereld van trein en station beter te verbinden met het hoogwaardig regionaal openbaar vervoer, vooral op het gebied van reisinformatie over aansluitingen, goede ketenvoorzieningen en bewegwijzering.
De samenwerking wordt geëffectueerd via gezamenlijke projecten, deelname van NS in projectgroepen en werkateliers van het OV-bureau Randstad (in het bijzonder de projectgroep Ketens en Knopen) en/of via ad hoc overleg. Tevens is afgesproken dat de Directieraad van het OV-bureau Randstad overleg zal hebben met NS, indien afstemming ten aanzien van specifieke onderwerpen dit noodzakelijk maakt.
6
Beter OV maken we samen
3
De taakvelden
3.1
Implementatie R-net
3.1.1
Waar staan we nu en wat staat er te gebeuren
Implementatiestrategie R-net De afgelopen maanden is er door vertegenwoordigers van de decentrale overheden onder leiding van een aanjager in een kerngroep hard gewerkt aan een implementatiestrategie voor R-net. Deze implementatiestrategie is de basis voor de afspraken die zijn vastgelegd in de bestuursovereenkomst. In deze implementatiestrategie is vastgelegd hoe in de periode 2012-2028 wordt toegewerkt naar de volledige implementatie van R-net. De implementatie is opgedeeld in twee fasen: fase 1 2012-2020 en fase 2 2020-2028.In fase 1 starten de individuele decentrale overheden met het opstellen van een implementatieplan dat gereed moet zijn eind december 2012. Hierin wordt een overzicht gegeven van de (beoogde) R-net lijnen. Alle lijnen worden getoetst aan het bestuurlijk vastgestelde programma van eisen. Voor de lijnen die niet aan de eisen voldoen, wordt een migratietraject gestart om alsnog te gaan voldoen aan het programma van eisen. Aan het einde van deze fase wordt geëvalueerd en op basis hiervan en van de verschillende geactualiseerde netwerkvisies/gebiedsagenda’s wordt een plan van aanpak opgesteld voor de doorontwikkeling van R-net tot 2028 (fase 2). 3.1.2 Wat willen we bereiken? De komende periode ligt de nadruk op het in gang zetten van de implementatie van R-net voor fase 1. We hebben medio volgend jaar een duidelijk beeld van hoe R-net eruit zal zien in 2018 en welke stappen daarvoor gezet moeten worden. 3.1.3
Wat gaan we doen?
Decentraal wat kan en centraal wat moet De decentrale overheden zijn zelf verantwoordelijk voor de implementatie van R-net in hun regio. Zij moeten zelf hiervoor een plan van aanpak opstellen waarin zij beschrijven hoe zij de implementatie gaan organiseren, wie zij erbij gaan betrekken en op welke manier, welke maatregelen ze gaan nemen om te voldoen aan het programma van eisen, hoe zij alles gaan financieren en hoeveel tijd dit alles gaat kosten. Centraal op OV-bureau Randstadniveau worden de activiteiten van de decentrale overheden op elkaar afgestemd in de projectgroep R-net. Hier worden ervaringen en kennis uitgewisseld. Tevens worden de verschillende plannen besproken en wordt er een overzicht gemaakt van de stand van zaken op Randstadniveau. Centraal zal ook een voorstel worden ontwikkeld voor de wijze waarop de toetsing aan het programma van eisen zal plaatsvinden. De verdere ontwikkeling van de marketingstrategie en de communicatie naar buiten over R-net in het algemeen zal ook op OV-bureau Randstadniveau plaatsvinden. Daarnaast zal er ook in 2013 weer een onderzoek worden gehouden naar de naamsbekendheid en het imago van R-net.
7
Beter OV maken we samen
Verder zal vanuit het OV-bureau het beheer en de actualisatie van het Handboek Productformule worden gedaan. 3.1.4 Hoe organiseren we dat? Kern van de organisatie zijn de projectleider Implementatie R-net en de projectgroep R-net bestaande uit vertegenwoordigers van de decentrale overheden. De hiervoor beschreven activiteiten vinden plaats in de projectgroep. De rol van de projectleider is voorbereiden bijeenkomsten projectgroep, aanspreekpunt zijn voor alles wat met R-net te maken heeft, rapporteren en doen van voorstellen aan Directieraad in overleg met de projectgroep, onderhouden van contacten met deelnemende partijen en andere betrokkenen. 3.1.5
Wat kost het aan tijd?
3.1.6
projectleider 2 dagen per week; werkgroepleden 3 uur per week (de werkgroep komt iedere maand bijeen)
Wat dragen we medio 2013 over? Een implementatieplan voor de invoering van R-net tot 2020 met een doorkijk naar 2028 met daarin een overzicht per decentrale overheid welke lijnen wanneer op R-net niveau worden gebracht. Een inventarisatie van alle dilemma's die rond de implementatie van R-net spelen bij de verschillende overheden en een voorstel voor de wijze waarop daarmee kan worden omgegaan. Een kwaliteitsborgingsysteem. Een plan van aanpak voor de implementatie van R-net voor de post-OV-bureau Randstad periode
8
Beter OV maken we samen
3.2
Ketenintegratie
3.2.1
Waar staan we nu en wat staat er te gebeuren
Voor een goed functionerend OV-netwerk is het van belang dat de reizigers soepel gebruik kunnen maken van de verschillende modaliteiten zodat zij betrouwbaar en op tijd hun bestemming kunnen bereiken. Binnen dit netwerk richt de ketenintegratie zich op het verbeteren van de koppeling tussen diverse OV-netwerken onderling en met overige modaliteiten (met name auto en fiets). Bij de start van het OV-bureau in 2009 zijn de volgende 10 onderwerpen benoemd. 1. Overstapinformatie in voertuigen 2. Openingstijden fietsenstallingen 3. Informatie tijdens de reis 4. P+R naar een gezamenlijke strategie 5. Reisinformatie op P+R 6. Informatie op de halte 7. Kwaliteitseisen fietsparkeervoorzieningen bus/tram/metro 8. Calamiteiten spoor 9. Marketing OV 10. Tariefsintegratie Deze onderwerpen zijn onder te verdelen in 3 categorieën: 1. Afgerond Voor de onderwerpen die binnen het OV-bureau afgerond zijn, zijn afspraken voor vervolgacties met de DO’s of andere partners gemaakt. Er zal gemonitord worden of deze acties zijn uitgevoerd. Mogelijk komen hier nog verder acties of punten voor nazorg uit voort. Het betreft de volgende onderwerpen: Overstapinformatie in voertuigen Openingstijden fietsenstallingen Informatie tijdens de reis Reisinformatie op P+R 2. Nog vervolgacties uit te voeren Voor een aantal onderwerpen ligt er een (al dan niet vastgesteld) document, waaruit nog vervolgacties voortkomen. Deze acties worden in overleg met de DO’s benoemd en nader uitgewerkt. Kwaliteitseisen fietsparkeervoorzieningen bus/tram/metro P+R naar een gezamenlijke strategie Informatie op de halte 3. Niet uitgevoerd binnen het onderwerp ketenintegratie De overige onderwerpen zijn bij andere onderdelen/DO’s ondergebracht: Calamiteiten spoor Marketing OV Tariefsintegratie
9
Beter OV maken we samen
3.2.2 Wat willen we bereiken? Doel voor de reiziger: optimale koppeling koppeling (= minimale hinder in vorm van extra tijd, ongemak, discomfort onzekerheid, informatie) tussen de diverse OV-netwerken onderling en met de overige modaliteiten. Rol van het OV-bureau: Rekening houdend met de verantwoordelijkheden van de DO's en andere partijen zorgen voor een goed functionerende keten. De rol van het OV-Bureau is hier vooral faciliteren van kennisoverdracht, het bevorderen van de samenwerking tussen de 'eigenaren' van de diverse onderdelen van de keten en het samenwerken tussen de DO's bevorderen waar dat meerwaarde heeft. 3.2.3
Wat gaan we doen?
Kennisuitwisseling Het OV-bureau zal de regio’s faciliteren bij het uitwisselen van kennis en ervaringen die in de diverse regio’s zijn en worden opgedaan op het terrein van ketenintegratie. Bij onderwerpen waar dat van toepassing is, zouden gezamenlijke acties kunnen worden benoemd. De kennis en ervaringen kunnen betrekking hebben op bijvoorbeeld: marketing en communicatie P&R, reisinformatie, tariefsintegratie, fiets in de keten, de keten als onderdeel van mobiliteitsconcept, verdere versoepeling van de keten, optimalisering bewegwijzering. Ook zal kennis en ervaringen van buiten (wetenschap, bedrijfsleven) voor de partners van het OV – bureau worden ontsloten. Het OV-bureau zal daartoe contacten onderhouden met onderzoeks- en innovatieprojecten, KPVV, Vereniging Deltametropool, bedrijfsleven e.d. Monitoring Voor de onderwerpen die binnen het OV-bureau afgerond zijn, zijn afspraken voor vervolgacties met de DO’s of andere partners gemaakt. Er zal gemonitord worden of deze acties zijn uitgevoerd. Mogelijk komen hier nog verder acties of punten voor nazorg uit voort: • Overstapinformatie in voertuigen • Openingstijden fietsenstallingen • Informatie tijdens de reis • Reisinformatie op P+R Uitwerking acties uit eerdere projecten De onderwerpen P + R strategie, informatie op de halte en kwaliteitseisen fietsparkeervoorzieningen zijn nog niet afgerond: het rapport is nog niet vastgesteld en er is nog geen keuze gemaakt uit de mogelijke vervolgacties. Samen met de DO’s formuleren we voorstellen voor de vervolgacties voor deze onderwerpen. De rapporten en mogelijke vervolgacties worden vervolgens aan de directieraad voorgelegd. Niet uitgevoerde onderwerpen Voor een drietal onderwerpen geldt dat eerder door de Directieraad besloten is dat deze op andere plekken worden uitgewerkt:
10
Beter OV maken we samen
calamiteiten spoor (onderdeel van afspraken met NS) marketing OV (onderdeel R-net) tariefsintegratie (wordt opgepakt door DO’s)
3.2.4 Hoe organiseren we dat? Kern van de organisatie zijn de projectleider, die lid is van het kernteam van het OV-bureau, en een projectgroep bestaande uit vertegenwoordigers van het Rijk, de acht decentrale overheden (één lid per deelnemende partij). De leden van de projectgroep worden voorgedragen door de deelnemende partijen. De directieraad stelt daarna de samenstelling van de werkgroep vast. De hiervoor beschreven activiteiten (kennisuitwisseling, monitoring en platform) vinden deels plaats in de projectgroep. Verder worden workshops met meerdere vertegenwoordigers van de deelnemende partijen en werkateliers met ook vertegenwoordigers van andere partijen zoals wetenschap, bedrijfsleven e.d. georganiseerd. De rol van de projectleider is voorbereiden bijeenkomsten projectgroep, workshops en werkateliers, uitwerken of laten uitwerken van conclusies en afspraken van bijeenkomsten, rapporteren en doen van voorstellen in overleg met de projectgroep aan het kernteam en via het kernteam aan de Directieraad, onderhouden van contacten met deelnemende partijen en andere betrokkenen. Daarnaast zal de projectleider contact leggen met andere spelers om te inventariseren of samenwerking meerwaarde biedt en in elk geval goed geïnformeerd te zijn over andere acties. Denk hierbij aan KPVV (in combinatie met Agentschap NL), CROW, ANWB, NS/andere vervoerders. De projectleider zal starten met een rondje langs de deelnemende partijen (Rijk en decentrale overheden) om thema’s te inventariseren voor uitwisseling van kennis en overleg. 3.2.5
Wat kost het aan tijd geld?
3.2.6
projectleider 1 dag per week; projectgroepleden 1 uur per week (de werkgroep komt om de 4 weken bijeen); deelname aan workshops, werkateliers e.d. 3 à 4 keer een dagdeel.
Wat dragen we medio 2013 over? de gemaakte afspraken met DO's en andere partijen voor ketenintegratie; een lijst met nog op te lossen knelpunten indien die bestaat; een actueel beeld van de stand van zaken; afhankelijk van de vruchten van de kennisoverdracht wellicht vernieuwende ideeën of te ontwikkelen concepten door de afzonderlijke DO's.
11
Beter OV maken we samen
3.3
Keten en knooppuntontwikkeling
3.3.1
Waar staan we nu en wat staat er te gebeuren
Verkenning OV en RO en afspraken met NS In 2011 is er door het OV-bureau Randstad een verkenning uitgevoerd naar synergie tussen OV en RO. De NS heeft deelgenomen in een werkgroep, waarmee tijdens de verkenning regelmatig overleg heeft plaatsgevonden. De verantwoordelijkheid voor het in het rapport opgenomen advies ‘Synergie tussen OV en RO in de Randstad’ ligt echter geheel bij het OV-bureau. In september 2011 hebben de bestuurders van het OV-bureau met NS afgesproken dat NS de hoofdstructuur voor het spoornet (IC en Sprinter), zoals voorgesteld door het OV-bureau Randstad in haar verkenning RO en OV in de Randstad, op conceptueel niveau zou toetsen aan de vervoersvisie van NS op capaciteit, exploiteerbaarheid en inpassing binnen het (inter)nationale spoorsysteem. Deze toetsing zou leiden tot een indicatie van de kansen, mogelijkheden en onmogelijkheden van het voorstel van het OV-bureau Randstad. De decentrale overheden en het ministerie van IenM, verenigd in het OV-bureau, zouden vervolgens afspraken maken over de hoofdstructuur voor het OV in de Randstad in samenhang met de ontwikkeling van economische toplocaties in de Randstad. De afspraken met NS zijn verwoord in een gezamenlijk document van het OV-bureau en de NS ‘Ontwikkelingsrichting OV-RO voor de Randstad’. De ontwikkelingsrichting geeft een gezamenlijke visie op versterking van de totale vervoerketen van spoorvervoer op het hoofdrailnet en regionaal HOV en op versterking van de knooppuntontwikkeling. Integratie vervoerketen en knooppuntontwikkeling in de regio’s van de Randstad De regio’s in de Randstad werken ieder op een eigen manier met NS aan integratie van de vervoerketen en knooppuntontwikkeling. De ontwikkelingsrichting OV en RO geeft een kader voor afspraken van de regio’s met NS over de vervoerketen en over knooppuntontwikkeling. De afspraken kunnen input vormen voor de gebiedsagenda en BO MIRT. In het door het OV-bureau georganiseerde werkatelier OV en RO van 8 maart 2012 hebben de regio’s hun aanpak gepresenteerd. In de daarop volgende discussie werden de in onderstaande tekstbox vermelde conclusies getrokken. •
•
•
De BOR-Regionet- benadering biedt het voordeel van slagkracht en dynamiek doordat er sprake is van een pakket van maatregelen met daaraan gekoppelde investeringen waar alle betrokken partijen zich aan gecommitteerd hebben. Utrecht werkt systematisch aan een dragend OV-netwerk met daaraan gekoppelde ontwikkeling van knooppunten. De benadering van StedenbaanPlus biedt weer het voordeel dat belangen van betrokken partijen en te maken keuzes transparant worden, als basis om bestuurlijk knopen door te hakken. Het is het zinvol de sterke elementen van de verschillende benaderingen in de regio’s naast elkaar te leggen en te bespreken waar handvatten liggen om tot concrete resultaten te komen ten aanzien van TOD. Daarbij kunnen partijen met elkaar bezien welke instrumenten (regelgeving, financiering e.d.) hierbij kunnen ondersteunen. Bestuurlijke samenhang is essentieel om resultaten te boeken. TOD-aanpak zal alleen tot succes leiden als overheden (provincie, regio en gemeenten), vervoerders en marktpartijen samenwerken. Het is belangrijk ook hierop verdere stappen te zetten en ervaringen uit te wisselen.
12
Beter OV maken we samen
Rijksstrategie ketens en knopen In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte heeft het Rijk aangegeven om samen met de decentrale overheden de gehele OV-keten beter te willen integreren en sterke multimodale knooppunten te willen stimuleren. Momenteel werkt het Rijk aan een rijksstrategie ketens en knopen. Belangrijk daarbij zijn de rollen en verantwoordelijkheden van Rijk en decentrale overheden bij samenhang in de keten en knooppuntontwikkeling. Integratie HSL en hoofdrailnet Nu de HSL en het hoofdrailnet in één concessie komen werkt NS aan één samenhangend netwerk van Sprinters, Intercity’s en Hogesnelheidstreinen. 3.3.2 Wat willen we bereiken? Nadat een gezamenlijke visie op het niveau van de Randstad is ontwikkeld ligt de nadruk het komende jaar op versterking van de vervoerketen en knooppuntontwikkeling in de regio’s van de Randstad en op afstemming van de ambities van Rijk, decentrale overheden en NS. De activiteiten van het OV-bureau moeten er daarom toe leiden dat: de integratie van de vervoerketen en knooppuntontwikkeling op regionale schaal wordt verbeterd door uitwisseling van kennis en best practises; de integratie van de vervoerketen en knooppuntontwikkeling op regionale schaal verbonden is met die op Randstadschaal; de ambities en activiteiten van het Rijk, de decentrale overheden en de NS m.b.t. integratie van de vervoerketen en knooppuntontwikkeling, met elkaar verbonden zijn. 3.3.3
Wat gaan we doen?
Kennisuitwisseling Het OV-bureau zal de regio’s faciliteren bij het uitwisselen van kennis en ervaringen die in de diverse regio’s zijn en worden opgedaan op het terrein van samenhang in de vervoerketen en knooppuntontwikkeling. De kennis en ervaringen kunnen betrekking hebben op bijvoorbeeld: a. de planvorming; b. te hanteren instrumenten; c. governance vraagstukken (samenwerking met NS, bedrijfsleven etc.); d. financiële arrangementen, verdienmodellen. Ook zal kennis en ervaringen van buiten (wetenschap, bedrijfsleven) voor de partners van het OV worden ontsloten. Het OV-bureau zal daartoe contacten onderhouden met onderzoeks- en innovatieprojecten zoals VerDus en GO-Spoor, Vereniging Deltametropool, bedrijfsleven e.d. Monitoring Het OV-bureau zal samen met de regio’s monitoren of de activiteiten m.b.t. versterking van de vervoerketen en knooppuntontwikkeling in lijn zijn met de gezamenlijke uitgangspunten. Op grond van ervaringen in de regio’s kunnen zo nodig voorstellen gedaan worden voor aanpassing van de gezamenlijke uitgangspunten. Platform voor overleg Het OV-bureau zal het Rijk, de decentrale overheden en ook NS een platform bieden voor overleg over ambities en activiteiten van partijen en afstemming.
13
Beter OV maken we samen
3.3.4 Hoe organiseren we dat? De hiervoor beschreven activiteiten (kennisuitwisseling, monitoring en platform) vinden deels plaats in de projectgroep. Verder worden workshops met meerdere vertegenwoordigers van de deelnemende partijen en werkateliers met ook vertegenwoordigers van andere partijen zoals wetenschap, bedrijfsleven e.d. georganiseerd. De projectleider zal starten met een rondje langs de deelnemende partijen (Rijk, decentrale overheden en NS) om thema’s te inventariseren voor uitwisseling van kennis en overleg. 3.3.5
Wat kost het aan tijd?
projectleider 2 dagen per week; projectgroepleden 1 à 2 uur per week (de projectgroep komt om de zes weken bijeen); deelname aan workshops, werkateliers e.d. 3 à 4 keer een dagdeel.
3.3.6 Wat dragen we medio 2013 over? De projectleider zal er samen met de projectgroep zorg voor dragen dat er medio 2013 een overdrachtsdossier is met daarin: actuele afspraken en gezamenlijke uitgangspunten van Rijk, DO’s en NS over samenhang vervoerketen en knooppuntontwikkeling in de Randstad; een beschrijving van de aanpak in de diverse regio’s; een doorkijk m.b.t. ketens en knooppuntontwikkeling bijvoorbeeld in het beleid, in de markt, in de wetenschap.
14
Beter OV maken we samen
3.4
Decentrale betrokkenheid bij het spoorvervoer
3.4.1
Waar staan we nu? Wat staat er te gebeuren?
Het wensenpakket van de decentrale overheden in de Randstad met betrekking tot de HRN-concessie is in 2011 gecommuniceerd naar respectievelijk de Minister van IenM en de Tweede Kamer ((vastgelegd in een tweetal brieven). Dit wensenpakket betreft in essentie: (1) overleg NS met de regio’s op Vleugelniveau (2) onderwerpen van verplicht overleg op strategisch, tactisch en operationeel niveau (3) informatieplicht van NS (4) bereikbaarheidsindicator (5) definitie van ‘volwaardig vervoeraanbod op het bestaande hoofdrailnet’ De Minister van IenM heeft (in het kader van haar beantwoording vragen vaste commissie voor IenM d.d. 17 april) aangegeven dat een goede afstemming van het Hoofdrailnet en het decentrale openbaar tijdig en transparant overleg tussen NS en betrokken decentrale overheden vergt. Daarbij verwijst zij naar de schriftelijke inbreng van IPO, SKVV en OV-bureau Randstad. Zij kondigt aan in het proces van concessieverlening te zullen overleggen met decentrale overheden over een nadere uitwerking hiervan in bepalingen/feitelijk concessievoorschriften. Het OV-bureau Randstad is een van de overlegpartners. De decentrale overheden in de Randstad hebben aangegeven dit overleg ook primair in het kader van het OV-bureau te willen voeren. De Minister van IenM heeft aangegeven dat het proces van concessieverlening als volgt zal verlopen: * verwachting dat in juni het programma van eisen aan de Kamer kan worden gestuurd (inmiddels is vastgesteld dat het AO voor de vervoerconcessie HRN op 2 juli plaatsvindt); * dit is het startpunt van de uitwerking van een ontwerp van de vervoerconcessie. Dan volgt de fase van overleg zoals hiervoor genoemd. IenM verwacht dat deze fase 1 jaar in beslag zal nemen; * het ontwerp van de concessie wordt vervolgens voorgehangen in zowel Eerste als Tweede Kamer. Dit is het moment dat de Kamer concrete eisen in de concessie zal bespreken. 3.4.2 Wat willen we bereiken? Een betere afstemming realiseren tussen opdrachtgever HRN en opdrachtgevers regionaal in de Randstad. Dit zodanig dat het OV-systeem in de Randstad en de daarmee verbonden knooppuntontwikkeling wordt versterkt. 3.4.3
Wat gaan we doen?
Opstellen van een gezamenlijke visie over: wat nodig is om het hoofdrailnet en de regionale netwerken binnen de Randstad als één geheel (als één keten voor de reiziger) te laten functioneren. Welke huidige instrumenten kunnen beter benut worden, wat kan ontwikkeld worden (zoals wederzijdse overlegverplichtingen, wijze van aansturing van de concessie als opdrachtgever en afspraken over aansluiting van de netwerken); hoe de knooppuntontwikkeling in de Randstad kan worden versterkt (zoals het opnemen van ruimtelijke ontwikkeling in de OV-concessie).
15
Beter OV maken we samen
Voorstellen voor uitvoeringsafspraken concessievoorschriften: over het borgen van de betrokkenheid van de DO’s bij het spoorvervoer op het HRN mogelijk ook over betrokkenheid Rijk bij regionaal OV over hoe knooppuntontwikkeling versterkt kan worden via concessievoorschriften HRN en regionaal HOV Voorbereiden van overleg over mogelijke concessievoorschriften tussen decentrale overheden en IenM hierover allereerst op ambtelijk niveau met concessieteam HRN van IenM en daarna op bestuurlijk niveau. 3.4.4
3.4.5
Hoe organiseren we dat? inventarisatie door de projectleider van thema’s, knelpunten, ideeën voor oplossingen bij IenM, DO’s, NS en andere partijen; een startbijeenkomst van de projectgroep in augustus, gevolgd door 2 à 3 bijeenkomsten in het najaar, waaronder mogelijk een workshop met concessieteam IenM; de projectleider zorgt voor reguliere afstemming met het concessieteam IenM, en houdt de vinger aan de pols met betrekking tot de ontwikkelingen in de uitwerking van de concessie. Wat kost het aan tijd? projectleider 1 dag per week; inzet projectgroep 1 a 2 uur per week (denk voor 2012 max. 4 dagdelen overleg/workshop + evt. uitwerking casuïstiek uit praktijk
3.4.6 Wat dragen we medio 2013 over? Een overdrachtsdossier decentrale betrokkenheid bij het spoor met daarin: de actuele stand van zaken concessietraject HRN een raamwerk met een afgestemd geheel van regelingen: o voor gezamenlijke sturing door DO’s en Rijk van het hoofdrailnet en de regionale netwerken binnen de Randstad als één keten voor de reiziger o waarmee de knooppuntontwikkeling in de Randstad wordt versterkt (denk aan het opnemen van ruimtelijke ontwikkeling in de OV-concessie) voorstellen voor concessievoorschriften (actuele situatie): o over het borgen van de betrokkenheid van de DO’s bij het spoorvervoer op het HRN o mogelijk ook over betrokkenheid Rijk bij regionaal OV o over hoe knooppuntontwikkeling verstrekt kan worden via concessievoorschriften HRN en regionaal HOV.
16
Beter OV maken we samen
4
Communicatie
Het OV-bureau Randstad heeft een eigen website (www.ov-bureaurandstad.nl) waar o.a. actuele informatie over de activiteiten staat vermeld, maar ook informatie over het bureau zelf, links naar deelnemende partijen, achtergronddocumenten, nieuwsberichten en nieuwsbrieven. De relaties van het OV-bureau Randstad worden door middel van het toezenden van de digitale nieuwsbrief geïnformeerd over de activiteiten van het bureau. De portefeuillehouders Verkeer en Vervoer en bestuurlijke colleges betrokken bij het OV-bureau, worden door middel van een schriftelijke UPDATE geïnformeerd over de door de Directieraad vastgestelde stukken en overige relevante zaken. De leden van de Directieraad en van het Kernteam(Plus) zullen draagvlak creëren binnen de deelnemende decentrale overheden en het ministerie van Infrastructuur en Milieu over de werkzaamheden van het OV-bureau. Tevens dragen zij zorg voor informatieoverdracht voortkomend uit gehouden vergaderingen. Ook andere partijen, zoals vervoerders, marktpartijen, maatschappelijke organisaties en wetenschappers, worden betrokken bij de activiteiten van het OV-bureau Randstad. Waar mogelijk zullen de directeur en de leden van het kernteam het OV-bureau Randstad onder de aandacht brengen tijdens bijeenkomsten en conferenties. Dit geldt ook voor redactionele aandacht in de geschreven pers. De activiteiten voor de komende periode zullen voor een belangrijk deel in het teken staan van kennisuitwisseling op de verschillende taakgebieden. Het OV-bureau zal daartoe een aantal kennisuitwisselingbijeenkomsten met experts van partners en met vertegenwoordigers van vervoerders, marktpartijen, wetenschap- en advieswereld organiseren.
17
Beter OV maken we samen
5
Overdracht
Bij de beëindiging van het OV-bureau Randstad per 30 juni 2013 zullen de dan gerealiseerde resultaten worden overgedragen aan de nieuwe bestuurlijke entiteiten. Per taakgebied zal een overdrachtsdossier worden samengesteld (voor inhoud zie de taakvelden). Bezien zal worden of daarnaast andere vormen van overdracht (bijvoorbeeld een afsluitende conferentie en/of specifieke themabijeenkomsten) worden ingezet om tot een optimale overdracht van de in het kader van het OV-bureau opgedane leerervaringen te komen.
18
Beter OV maken we samen
6
Begroting en menskracht
6.1 Begroting Aan de Directieraad wordt de begroting voor het OV-bureau Randstad voor de periode 1 april 2012 – 30 juni 2013 ter vaststelling voorgelegd. Aan de Directieraad zal elk kwartaal een actuele stand van zaken van de uitgaven worden verstrekt.
6.2 Menskracht Het OV-bureau Randstad telt 6 leden. De meesten zijn gedetacheerd door de deelnemende overheden. De samenstelling van het bureau is als volgt. Willem Benschop (Stadsgewest Haaglanden) Directeur
1 dag per week
Leonieke Hurts (inhuur Hurts Support) Office manager en ondersteuning bij de uitwerking van de taken van het OV-bureau
2 dagen per week
Kees Kort (NS tot 1 juli 2012 op basis van detachering, daarna op basis van inhuur) Projectleider Decentrale betrokkenheid bij het personenvervoer en communicatie OV-bureau
1,5 dag per week
Jeske Reijs (Provincie Noord-Holland) Projectleider Implementatie R-net
2 dagen per week
Bert Verkooijen (Ministerie van Infrastructuur en Milieu) Projectleider Keten en knooppuntontwikkeling
2 dagen per week
Constance Winnips (Stadsregio Amsterdam) Projectleider Ketenintegratie
1 dag per week
19
Beter OV maken we samen