LOOSDRECHT TOT DE BELGISCHE GRENS 25 april, 2004 Ar en Ank zijn gearriveerd met een onvoorstelbare hoeveelheid spullen. We hebben twee tochten met de grote kar naar het parkeerterrein moeten maken om alle zaken vanuit de auto naar de boot te transporteren. Ans en ik hebben onze spullen de laatste dagen al kunnen stouwen en het is ons toen al opgevallen dat alles in de boot verdwijnt als sneeuw voor de zon. Ook de spullen van Ar en Ank vinden al snel hun plekje in de kasten, kastjes, onder de vloer en onder de banken. Vooral de z.g. bergkamer, de ex hut met 2 stapelbedden, nu 1 bed en een lange stang, is een uitkomst. Alles wat op een hangertje kan wordt hier opgehangen. Wij hebben zelf in de achterkajuit ook een hangkast waarin wij zoveel mogelijk onze eigen hangdingen kwijt kunnen, alleen de regen kleding gaat naar de berghut. Zo tegen borreltijd zit alles er in en we beginnen ons te ontspannen. Toch blijft het malen. Hebben we dit wel, hebben we daar wel aan gedacht. We worden er moe van en gaan op tijd naar bed. Ar en Ank gaan vannacht hun bed in de Merlion uitproberen. Wij slapen nog één nachtje in de Aquarius. 26 april (Loosdrecht-Tiel) Al op tijd probeer ik iedereen uit zijn bed te krijgen en dat lukt ook gemakkelijk want we willen allemaal het zelfde: vertrekken. Om 9 uur gooien we in aanwezigheid van een lekker zonnetje de touwen los. We worden uitgezwaaid door Ben en Joop. Joop die de tuin gaat verzorgen en af en toe in de Aquarius kijkt en Ben die vanuit zijn boot eveneens het totaal in de gaten kan houden. Als we de oostenlijke Drecht opdraaien vraagt Ans of iemand nog iets vergeten is want nu kan het nog. Nou dat is niet het geval. We zijn echter nog niet aan de andere kant van de plas als we vaststellen dat we een stootwille hebben laten hangen aan de Aquarius. Iemand bellen om dat ding achterna te brengen doen we maar niet. Te veel gedoe, we zien wel. Met 20 minuten hebben we de sluis voor ons en varen we naar binnen. Leo Oor schut ons naar de Vecht. Hij vindt plagend dat we een beetje vroeg het Belgische sleepvlaggetje en de Franse vlag voeren maar hij wenst ons een heel goede reis. Hij draait het ophaal bruggetje omhoog en we draaien de Vecht op. Een uurtje later varen we bij Maarssen onder het bruggetje door het Amsterdam Rijnkanaal op. We kunnen nu wat gas geven. Zoals altijd op het Amsterdam Rijnkanaal veroorzaken de grote vracht- en duwboten weer flinke golven. We buizen regelmatig heftig. Normaal maakt dit niet zoveel uit maar dit keer heeft het ernstige gevolgen. Ank komt van beneden naar boven rennen om te vertellen dat de boegraampjes half openstaan en dat alles voorin drijfnat is, inclusief al het beddengoed. Terwijl ik doorvaar gaat iedereen naar beneden om de schade op te nemen en om
1
er wat aan te doen. Al gauw komen de druipende dekens en lakens en zelfs de matrassen naar boven. Op dek wordt het een uitdragerij van drogend beddengoed en ook beneden worden natte attributen over stoelen en de tafel gehangen. Gelukkig, met het mooie weer en een windje droogt alles snel. Nou ja snel? Nog lang komen we overal beddengoed tegen dat nog even moet uithangen. We koersen onze eerste dag op de haven van Tiel. Zo nu en dan wordt weer een stukje beddengoed opgevouwen en naar beneden gebracht. Met een opgeruimd humeur arriveren we om 5 uur in Tiel. Vastleggen en klaar voor een drankje in de zon. Het is allemaal nog een beetje uitproberen maar we hebben toch al wat af gelachen op de eerste dag. We maken een wandeling door Tiel en dineren op het achterdek met een lekker glas wijn. 27 april (Tiel-Wanssum) Om 7.30 uur opstaan. Vroeg voor iedereen, maar we hebben afgesproken om op tijd te vertrekken. Om 9.00 uur worden de motoren gestart maar de bakboord motor laat het afweten. Hij wil op geen enkele mannier starten. Ar en ik maken de luiken open om te onderzoeken wat er aan de hand is. De eerste zoekronde levert niets op. Als we wat uitgebreider gaan zoeken en Ar wat aan de bedrading rommelt zie ik een metertje op het bedieningspaneel van de stuurstand opeens uitslaan. Fout dus gelokaliseerd. Het blijkt een lossen draad te zijn van een zekeringsblok voor de instrumenten. Deze blokkeerde het starten. 20 Minuten later zijn we onderweg. We hebben keuze tussen de Waal stroomopwaarts te varen naar Nijmegen en dan via het Maas-Waalkanaal naar de Maas of stroomafwaarts via de sluis van St. Andries. We kiezen voor het laatste. De sluis staat niet open maar de wachttijd is kort. We draaien, na omhoog geschut te zijn, nu het heerlijk ruime water van de Maas op. Er is weinig vaarverkeer en we kunnen genieten van de vergezichten over ons onvolprezen laagland. We genieten trouwens niet allen van wat we om ons heen zien, maar ook van de lekkere drankjes en hapjes klaar gemaakt door Ank en Ans. Bij Mook overwegen we om de Mookerplas op te varen en daar te overnachten. We vinden het echter nog te vroeg om te stoppen en besluiten om door te varen naar Wanssum. Dit blijkt toch nog een flink eind. We komen net op tijd aan om de C1000 nog te bezoeken voor inkopen. In de avond begint het te regenen en we krijgen een onweer dat bijna de hele avond aanhoudt. Belooft weinig goeds voor morgen. 28 april (Wanssum-Roermond) Opstaan om 8.00 uur en vertrek om 9.45 uur met een grijze lucht. Wat later breekt gelukkig de lucht open en om 10.30 uur is de zon er weer bij. We passeren Venlo en sluizen verderop door de Belfeltsluis. Weinig schepen in de sluis dus alle ruimte. Ada en Henk bellen dat ze even langs willen komen en willen weten waar. Roermond is geen bezwaar en we spreken af. Even na twee uur zijn we bij de sluis Roermond. De lucht is inmiddels dichtgetrokken. Terwijl we nog al lang voor de sluis liggen te dobberen wordt het al donkerder. In de sluis begint het al te regenen. Jammer maar het is niet anders. Als we de haven van Roermond binnenvaren is het gelukkig weer droog. Bij het afmeren aan de steiger van WSV Neptunus zien
2
we bij het restaurant Ada en Henk al zitten. Ze hebben het goed uit kunnen mikken want we hebben ze via de GSM op de hoogte gehouden over onze vermoedelijke aankomsttijd. Nol gaat ze halen. We drinken wat en praten even bij. Ze nemen onze uitnodiging om asperges met ons te eten niet aan. Ze hebben al een afspraak. Ze moeten echt snel weer weg. Wij doen ons even later dus tegoed aan een extra portie dikke asperges. Wat een joekels en wat lekker met geprakte eieren, aardappelen en gesmolte boter! De nacht is rustig zonder gepiep van de stootwillen. Dat was de laatste dagen wel eens anders. 29 april (Roermond-Maastricht) Om 10 uur gaan we door de sluis “Linne” op weg naar Maasbracht waar we Henk en Sobine zullen ontmoeten met hun nieuwe boot. Ze vertrekken vanaf de werf van Linssen en we zullen een aantal weken met elkaar op varen. Deze winter hebben we ons tijdens een etentje bij hen thuis in Leende al zitten verlekkeren op deze tocht. Even voor 10.00 uur hebben we met onze GSM contact met Henk. Ze hebben problemen. De werf moet nog het één en ander doen voordat ze kunnen vertrekken. De suggestie is dat we langzaam doorvaren. Ze zullen ons later wel inhalen. We zeggen ja, maar we vinden dit achteraf niet leuk. We besluiten de haven van de werf Linssen binnen te varen om de laatste informatie te krijgen. Zo gezegd zo gedaan. We zien ze al snel liggen. Er wordt nog flink om het schip heen gelopen. Henk kijkt duidelijk verrast op als hij de Merlion achter zijn schip ziet opduiken en laat ons weten dat alles zich voorspoedig uitpakt en dat ze met 15 minuten kunnen varen. We varen even later gezamenlijk de haven uit en kunnen elkaar in de eerste sluis Maasbracht officieel begroeten. Welkom bij de club. Voor hen is het avontuur ook begonnen. In de sluis is er nog wat consternatie omdat een Belgisch bootje niet goed is vastgelegd en van links naar rechts door de sluis zwerft. Oppassen dus. Om 14.45 uur arriveren we voor de sluis van het Bassin in Maastricht. We hebben even gebeld dat we er aan komen en hoeven dus niet te wachten. De havenmeester sluist ons naar binnen en geeft ons een plaatsje. Voor ons allemaal is dit de eerste keer in deze vrij nieuwe haven. Als we goed rondkijken zien we veel leuke winkeltjes en restaurantjes. Henk, Ar en ik gaan naar de havenmeester om ons officieel te melden en te betalen. We nestelen ons daarna op het achterdek voor een drankje. 30 april (Koninginnedag in Maastricht) Al vroeg gaan Ar en ik de stad in om een eerste indruk te krijgen van alle festiviteiten. We komen al zover in de stemming dat we getooid met een oranje opblaasbare kroon op ons hoofd de trap van de kademuur af komen dalen tot hilariteit van Ans en Ank. We drinken koffie op het dek met een groot stuk gebak. Het is feest nietwaar. Gezamenlijk gaan we daarna de stad in om deel te nemen aan de uitgebreide festiviteiten, zoals de vrijmarkt en muziek manifestaties. Tussen de middag genieten we van een uitgebreide lunch op het Lieve Vrouwe Plein. Niets is leuker dan met een plein vol vrolijke mensen in de zon te lunchen. Versleten keren we laat in de middag terug aan boord. Een glaasje wijn gaat er dan goed in. Henk en Subine hebben inmiddels bezoek van de kinderen gekregen en gaan de rest van de dag hun eigen weg. We besluiten om te dineren in het visrestaurant op de haven. Het blijkt hier uitstekend te zijn. BELGISCHE MAAS TOT DE FRANSE GRENS 1 mei (Maastricht-Wanze/Huy) We staan om 7.30 uur op want de afspraak met de sluiswachter is dat we met de twee boten om 9.00 uur in de sluis zullen liggen. Ar neemt plaats achter het stuur om onze boot de sluis
3
uit te varen. Henk en Subine volgen ons op de voet. Op de Maas zetten we er de vaart in. We zijn nu op weg naar de sluis van la Naye. We worden geschut in de grote sluis die heerlijk rustig en ruim is, in tegenstelling tot de kleine sluis die we kennen als een hoge pijpenla met weinig goed houvast voor de touwen. Na het uitvaren leggen we aan om de nodige papieren in orde te maken voor doorvaart door België Hiervoor moeten we het bedrag van €1.05 betalen, waarvoor we een indrukwekkend formulier krijgen dat we bij elke sluis moeten laten afstempelen. Om 14.20 uur zijn we in de Ivo-Ramet sluis. Henk heeft zijn eerste probleem te pakken. Een touw slaat vast en hij dreigt te gaan hangen. Hij moet de lijn doorsnijden. We worden er, na dit voorval, nog even door de sluiswachter op attent gemaakt dat het formulier afgestempeld moet worden. We klimmen dus maar omhoog. Waarom eigenlijk. Later heeft niet één sluis nog echt interesse in dit formulier. Om 16.00 uur arriveren we in het haventje van Wanze, net voorbij Huy. We kunnen de twee boten met gemak kwijt langs de kade en sluiten ze aan op de walstroom. We willen nog even een wandeling maken voordat onze gasten, Bert, Elze en Rik zullen arriveren. Als we een stuk langs de Maas lopen komen we ze tot onze verrassing tegen. Ze hebben ons al zien lopen toen ze aan de andere kant van het water reden, hebben de camper geparkeerd en zijn ons tegemoet gelopen. De camper staat om de hoek en we stappen met ons allen in om snel en makkelijk naar de haven terug te keren. Door het prachtige weer kunnen we heerlijk op het achterdek eten. We zitten wat later lekker uit te zakken tot de zon ondergaat. Bert en Elze verdwijnen voor de nacht in de camper en wij in onze kooien. 2 mei (Wanze-Namur) Ons vertrek uit de haven gaat niet geheel vlekkeloos. Als ik het schip vrij vaar van de kade worden we met een ruk gestopt. Er zit nog een lijn vast. Het probleem is snel opgelost. Bert en Elze zwaaien ons uit terwijl Bert ons op video vastlegt als we de haven uit varen. Met een zonnetje arriveren we met twee boten bij de eerste sluis d’Andenne. We willen vandaag naar Namen en dat is niet erg ver. Om half drie zijn we er al. Via de marifoon hebben we met Henk overlegd waar we zullen gaan liggen. Tegen de kade in Namen of in de haven van Jambes. We hebben gekozen voor het comfortabele Jambes waar we naast elkaar kunnen afmeren. We besluiten met z’n allen ergens te gaan eten. 3 mei (Namur) Vandaag wordt niet gevaren. We hebben een heel programma. Natuurlijk eerst naar de citadel. Een lekkere klim naar boven die ons goed doet. We vinden dat we al een paar dagen geluierd hebben en een beetje sportief wandelen is dus een goede zaak. Boven gekomen willen we bij het restaurant koffie drinken maar er is nog niemand die ons kan bedienen. Nog niet open. We zitten lekker in het zonnetje en we hebben geen haast. Na een kwartier arriveert de bediening en iemand komt de bestelling opnemen. We wandelen na de koffie naar het hoogste punt waar we naar beneden kijkend onze boten als speelgoed bootjes zien liggen. We keren terug voor de lunch aan boord. Wat later in de middag maken we een lange wandeling door de stad. 4 mei (Namur-Dinant) Het is 10 uur. We moeten eerst tanken. We hebben met de havenmeester een prijs afgemaakt van € 0,40 per liter, wat we zeer redelijk vinden. Bij 775 liter zijn de tanks vol. We tanken in zicht van de sluis “ de la Plante” en kunnen vaststellen dat er geen ander schip voor de sluis ligt en deze naar onze kant open staat. We maken los en willen naar binnen varen maar we krijgen geen groen. We informeren via de marifoon. Er blijkt een vrachtschip aan te komen en daar moeten we op wachten. Als we een half uur later achter het vrachtschip naar binnen
4
varen wordt Henk door het schroefwater van de vrachtboot tegen de kant gezet en loopt een kras op. We troosten hem zoveel als we kunnen maar ja de eerste kras is altijd erg onaangenaam. Daarna de écluses de Riviėre, de Hun, de Houx en dan de laatste sluis écluse Dinant. We varen langzaam langs het centrum van Dinant, want het is een mooi gezicht vanaf het water, en meren af aan de drijvende steigers. Als we vast liggen gaan we met zijn allen in de stad shoppen. Ans mag eigenlijk niet mee want er moeten verjaardagsinkopen gedaan worden voor haar verjaardag. Maar nu ze toch wel mee gaat mag ze ook zelf uitzoeken wat ze leuk vindt. Daarna moet ze het natuurlijk weer vergeten. Als we terug komen worden we door Henk en Sobine uitgenodigd voor een borrel bij hen aan boord. Dat laten we ons niet twee maal zeggen. CANAL DE L’EST 5 mei (Dinant-Vireux-Wallerand) Geen zon vanmorgen. Als we wegvaren valt zelfs een spatje regen. Henk, Ar en ik hebben noch even de tocht voor deze dag doorgenomen. We besluiten geen einddoel aan te houden. We zien wel. We gaan vandaag Frankrijk binnen en nu beginnen de kleine sluizen en ook al snel de eerste tunnel. Als we sluis “les 4 Cheminées” binnen varen begint ons Frankrijk avontuur echt. We beginnen met wat oponthoud want iedereen moet een vignet kopen en we zijn niet de enige in de sluis. Na een half uur varen we legaal de Franse wateren op. We besluiten niet te stoppen in Givet. Het is hier veel te vroeg voor. Dit betekent dat we al snel de tunnel bij sluis “les 3 Fontaines” binnen varen. Henk en Sobine vinden het erg spannend. Voor hen is dit een ultime test. Met hun bredere schip en stuurpositie aan de zijkant is het overzicht in de tunnel erg beperkt. Met onze middenbesturing is het heel wat gemakkelijker om te mikken op het midden van de tunnel. We doen onze verlichting aan een duiken de tunnel in. Af en toe kijken we om om te zien hoe de “Mathilda” vordert. Op het moment dat wij er door zijn gaan we stilliggen om te zien hoe alles zich binnen in de tunnel afspeelt. We zien de siluetten van Henk en Sobine nog in het begin van de tunnel. We horen ook dat de boegschroef overuren aan het aken is. Door de heel lage snelheid is het roer niet erg effectief vandaar de correcties. Als we de boeg van de “Mathilda” uit de tunnel zien piepen applaudisseren we. De eerste tunnel is genomen. In Vireux Wallerand zoeken we een aanlegplaats tegen de kade en maken voorbereidingen voor een fikse wandeling. Ar heeft gelezen dat er een Romeinse nederzetting te bezoeken is en daarom beginnen we onze wandeling naar boven de “berg” op. We lopen en lopen maar de nederzetting laat op zich wachten en de lucht wordt al dreigender. Nog even naar de volgende bocht en dan nog weer een bocht. We kijken iedere keer angstig omhoog want de lucht is zwart. We keren om en zetten er de pas in. De elementen hebben het echter
5
op ons voorzien. Donder en bliksem en de plenzende regen noodzaakt ons om een houten schuurtje binnen te vluchten. We staan hier droog en kunnen de bui afwachten. Voor onze voeten beginnen steeds breder wordende stroompjes een weg naar beneden te zoeken. Als de bui verdwijnt, gaan wij hier maar achteraan. 6 mei (Vireux-Fumay) Lang zal ze leven! Ans is jarig. Voordat we echt wakker zijn horen we gestommel op het dek. Henk en Sobine zijn onze boot aan het versieren. Ik kleed me aan en klim de trap op en ga ze een handje helpen, terwijl Ans nog even blijft liggen. Na het ontbijt halen we gebakjes en nodigen Sobine en Henk uit voor de koffie. We hebben dit moment ook uitgekozen voor de overhandiging van de cadeautjes en dus is het uitpakken geblazen. Tussendoor gaat diverse keren het mobieltje voor alle felicitaties uit Nederland. Aan alle feestjes komt een eind ook aan deze. We gooien om 11 uur los en spoeden ons naar de 2 km verder gelegen sluis “Mouyon”. Arnold vaart vandaag en het gaat hem redelijk goed af. Vier sluizen verder komen we in Fumay. Er is plaats voor ons beiden aan de leuke kade. Ook hier weer de nodige Nederlanders. We melden ons bij de havenmeesteres in de mooie captainerie. Het is nog maar 2 uur dus voldoende tijd voor wandelen en luieren. Het wordt eerst luieren en dan wandelen. Tijdens de wandeling hebben we specifiek gezocht naar een leuk restaurant en die hebben we gevonden en gereserveerd. Ans trakteert vanavond op een verjaardagsdiner. Als we ons vroeg in de avond in het restaurant melden krijgen we een eigen privé eetzaal aangeboden. Een prachtige grote kamer met in het midden een grote tafel en schilderijen aan de muur. Heel erg gezellig en zeer feestelijk. Het eten blijkt daarbij ook nog perfect te zijn. We genieten van alles wat ons voorgeschoteld wordt en gaan voldaan terug naar onze boten. 7 mei (Fumay-Bogny) We varen weg met veel gebonk. We blijken in een ondiep stuk te liggen en raken een paar keer stenen onderwater. Het is even schrikken maar er is niets aan de hand. Het is vanmorgen bewolkt maar zacht. Later op de dag zal dit jammer genoeg veranderen. Dan wordt het echt fris. Het gaat zo te zien met het weer niet de goede kant op. Het zal wel weer goed komen. Na 34 km en 5 sluizen verder, arriveren we in Bogny. Revin waar we drie jaar geleden geweest zijn zijn we voorbij gevaren. De afstand van Fumay naar Revin is te klein om alweer te stoppen. We zouden dan niet erg opschieten niet waar. Bogny is wat verder op maar ook leuk en ook voor ons nieuw. 8-9 mei (Bogny-Charleville-Mezière) De eerste sluis “ de Levrėzy” direct na Bogny werkt niet. Na even gewacht te hebben zet ik de boeg tegen de sluisdeur en laat Ar van boord stappen. De telefoon op de sluis werkt gelukkig en binnen een kwartier is er iemand die de zaak weer op gang brengt. Als we de sluis uitvaren, komt ons een Nederlands schip tegemoet. We roepen dat hij de verkeerde kant op vaart maar hij heeft het niet begrepen. Hij zwaait en gaat de sluis binnen. Om één uur zijn we al in Charleville Mezière. We varen niet door naar de nieuwe haven maar gaan aan de steiger liggen. Er is genoeg plaats voor 2 schepen en we hoeven daarom niet
6
onder het lage bruggetje van de haven door. Ans en Ank willen vandaag of morgen wassen en daarom gaan we eerst naar de captainerie om het liggeld af te rekenen en penningen te kopen voor de wasmachine en droger. Penningen blijken niet nodig. Er moeten gewoon Euro’s in. Wassen en drogen blijkt een langdurige bezigheid en dat wordt op de morgen van de tweede dag afgewerkt. Uren van slepen met plastic zakken met wasgoed en het telkens weer zoeken naar Euro’s voor de machines. Later in de middag lopen we de stad in. Meziėre, het oude gedeelte van de stad uit de 9de eeuw (en eigenlijk gesitueerd aan de andere kant van het water) en Charleville uit de 17de eeuw. De wandeling blijkt de moeite waard. Moe gewandeld gaan we het prachtige theehuis “Entre le Temps”binnen. Het is hier heerlijk vertoeven met veel leuke mensen en heerlijk gebak. Wat een mooie stad. 10 mei (Charleville-Chesne) Wel nog bewolkt maar minder koud. Als we naar de sluis Meziėre varen herinneren we ons van de vorige keer, dat die niet erg gemakkelijk is om binnen te varen. We zijn dus op ons hoede als we links naar de sluis toe draaien waar de Maas recht door gaat. We blijven liggen voor de sluis die nog dicht is. Henk en Sobine zien we gepakt worden door de stroming op de Maas. Ze zijn iets te laat naar de sluis toe gedraaid en dreigen door de stroming tegen de rotsachtige kant te worden gedrukt. Henk geeft vol gas achter uit om weer ruimte te creëren op de rivier. We zien hem een soort stormrondje maken en opnieuw de sluis naderen. Inmiddels is de sluis open en we willen binnen varen. Opeens weten we weer waarom we deze sluis zo goed herinneren. Voor de sluis is een water uitlaat van de sluis die zoveel stroming geeft dat je alle kanten opgezet wordt. Zelfs met beide motoren corrigeren blijken we er nog niet in te slagen om in het midden van de sluis uit te komen. We moeten weer achteruit en het opnieuw proberen. Als we in de sluis liggen blijken we toch ons eerste krasje opgelopen te hebben. Achter ons zien we ook Henk in de problemen. Als hij binnen ligt blijkt er een stootwille te zijn blijven hangen aan een stuk hout van de houten kade net voor de sluisingang. We kunnen er moeilijk bij. Een aantal militairen in een rubberboot zijn zo vriendelijk om het ding op te halen en terug te geven. Ook de volgende sluis, 2 km verderop, geeft Henk problemen. Hier wordt een fender door de remming losgetrokken en gaat het water in. CANAL DES ARDENNES Wat een dag! Hoe dan ook we gaan de Maas verlaten. We arriveren bij de sluis die ons van de Maas naar Canal des Ardennes brengt. We beginnen nu aan een geheel nieuw traject die ook wij nog nooit hebben gevaren. Tot nu toe herkenden we nog veel dingen die we 3 jaar eerder ook gezien hebben. De tweede sluis, die van Pt-à-Bar wil niet open. We blijven een tijdje stil liggen maar er gebeurt niets. Ar klimt op de kant maar de intercom werkt niet, dus hulp kunnen we ook niet verwachten. Ar drukt een knop in die hij ergens ziet en er gaat inderdaad wat gebeuren, maar niet wat we willen. Het sluisproces begint wel maar voor de ander kant. Ar heeft inmiddels een detector zien zitten voor de andere kant en bedenkt dat als hij deze afdekt het systeem denkt dat er een schip voorbij komt en hij dus weer terug moet sluizen. Het werkt. De sluis loopt nu naar onze kant leeg en we kunnen invaren. Ook Henk komt voorzichtig aanvaren. Hij is erg voorzichtig geworden en dat gaat hem parten spelen. Als hij langzaam binnenvaart gaan plotseling de deuren dicht terwijl hij nog niet halfweg de deuren is. Hij moet kiezen, vol gas de sluis in met de kans dat hij ons raakt of volgas achteruit de sluis uit. Hij kiest voor het laatste terwijl de deuren langs de boeg schrapen, overigens zonder schade aan te richten. We zien, toch wel een beetje geschrokken, de Mathilde langzaam achter de deuren verdwijnen. Daarna moeten we toch wel even hard lachen.
7
Een half uurtje later zijn we weer verenigd en zetten onze tocht voort. De dag eindigt in Chesne, twee kilometer voor de grote sluizentrap.
11 mei (Chesne-Attigny) We sluizen weer naar beneden. Dit maakt het heel wat makkelijker. We durven daarom wel de verwachting uit te spreken dat we de hele sluizentrap van 28 sluizen in 1 dag kunnen doen. We beginnen vandaag weer bij sluis 1! Vooralsnog gaat de tocht heel voorspoedig. We worden begeleid door een sluiswachter en dat helpt enorm. Bij sluis 22 hebben we een probleem. Henk heeft alles naar beneden maar kan niet onder het bruggetje van de sluis door. De mast met apparatuur, waaronder de radar, kan niet genoeg naar beneden. De radarbehuizing blijkt het hoogste punt te zijn en het lukt niet deze 5 cm lager te krijgen. In overleg met de sluiswachter wordt het water in het segment waarin we varen met 10 cm verlaagd. Dit betekent wachten en iedere keer zien of het water al genoeg gedaald is. Als het moment daar is schuift de Elsabeth onder het bruggetje door achter ons de sluis binnen. Op dat zelfde moment breekt een plensbui met onweer los. Wij hebben de kap al op maar Henk en Sobine moeten heel snel vastleggen en naar binnen vluchten. De bui duurt gelukkig niet erg lang en we kunnen door naar de dubbele sluis bij Semuy. Hier komen we in de Embranchement de Vouziers, die van Vouziers komt, waar weer een nieuwe nummering van de sluizen is begonnen. Na sluis 27 komen we nu n.l. in sluis 5 bij Attigny. Attigny is tevens het eindpunt voor vandaag. Het is inmiddels 5 uur als we binnen lopen en een ligplaats zoeken aan de kade. We hebben alle 28 sluizen overwonnen. 12 mei (Attigny-Rethel) Na de zeer inspannende dag van gisteren wordt het vandaag een eitje. Het is maar 18 km naar Rethel en al vroeg in de morgen komt de zon er volop door. Tussen de middag gaan we het er even van nemen. We leggen de Merlion ergens tegen de kant en slaan de stalen pinnen in de grond. De Mathilda maakt naast ons vast. Lunchen en daarna even de rugleuning van de stoelen naar beneden. Het is echt genieten. Henk begint na een uurtje ongeduldig te worden en wil varen. We spreken af dat we straks wel achter ze aan komen en vragen ze alvast een goed plekje te zoeken in Rethel. Als we de ligplaats naderen lijkt alles in orde maar bij het aanleggen zien we dat een stelletje vandalen de WC’s en douches kapot geslagen hebben en de deuren hebben vernield. Jammer genoeg zijn ook de elektrische kasten niet in gebruik. Ze lijken in orde maar er staat geen stroom op. Ar denkt dat ergens iemand alleen maar de knop hoeft om te draaien om weer stroom te hebben en gaat op pad. Hij gaat zelfs naar het gemeente huis waar hem verteld wordt dat er pas na 1 juni weer stroom komt en dat dan alles ook weer opgeknapt wordt. Dat helpt ons vandaag niet verder natuurlijk maar op zich is de aanlegplaats in orde met zelf een paar
8
picknick tafels. Jammer dat we tegen een grote blokkendoos aankijken. Tijdens een wandeling die we maken blijkt dit de éclise “St Reine” te zijn. Mooi is anders. Tijdens onze wandeling zijn we langs een supermarkt gekomen waar we 1 kg garnalen hebben gekocht. Henk doneert verder ook een kg garnalen uit zijn vrieskist. Dit verzekert ons dus van een goede vangst van 2 kg. Moet genoeg zijn voor z’n zessen. We dekken voor de verandering niet aan boord maar zoeken een picknick tafel naast de boot uit. Het ziet er een half uurtje later feestelijk uit met een rokende BBQ en lekkere geurtjes van de knoflook. We zitten echt rijk te eten en te drinken waarbij we vast stellen dat de garnalen van Henk en Sobine toch de lekkerste zijn. Naast ons zijn aan de andere picknick tafel een man en een vrouw neer gestreken die hun pakje brood open maken. Anders, maar toch ook lekker niet waar! 13 mei (Rethel-Berry-au-Bac) Vandaag zes en dertig km te varen met 4 sluizen tot Asfeld en nog eens 4 sluizen naar Berryau-Bac. Het is jammer genoeg een bewolkte dag. De tocht verloopt voorspoedig. We zijn binnen 4 uur in Berry-au-Bac en we voelen bij het naderen van Berry al dat de zon er weer door komt. We zien heel veel schepen liggen voor de sluis naar Canal de l’Aisne à la Marne, waar wij heen moeten. Het verwondert ons niet, want we zijn in Nederland door de ANWB al geinformeerd dat deze sluis 14 dagen gestremd is. We hebben hier rekening mee gehouden. Niet iedereen heeft zich blijkbaar laten informeren over stremmingen! Maar ook wij zijn nog iets te vroeg. Berichten onderweg hebben ons echter hoop gegeven dat de sluis al een paar dagen eerder weer in bedrijf gesteld zou zijn. De aanblik van zoveel schepen bewijst het tegendeel. We moeten waarschijnlijk 1 dag misschien zelfs twee wachten, omdat na in gebruik neming geschut zal worden in volgorde van aankomst. Al snel blijkt dat er veel schepen hier al meer dan een week liggen. Dat krijg je er van. Ar gaat eerst informeren hoe het schutten geregeld gaat worden. Het is nu donderdag de 13de en zaterdag zal de zaak weer gaan draaien. Ar komt terug met de mededeling dat we nr. 13 zijn voor het schutten op zaterdag. We ontspannen ons de rest van de dag door wandelen in de omgeving en wat te lezen. 14 mei Door het lange wachten blijken er vriendschappen te zijn ontstaan tussen bemanningen van verschillende boten. Een groep Engelsen en een paar Nederlanders trekken al dagen met elkaar op. Eten vaak samen en zitten ook in de avond samen te kletsen. Zij willen ook gezamenlijk verder gaan. Wij worden tot onze verwondering door hen uitgenodigd voor een lunch BBQ bij een jong Engels stel. Zij zorgen voor eten en hopen wel dat iedereen komt.
9
We hebben geen idee hoe ze dit gaan oplossen. Henk en Sobine gaan niet mee. Ze gaan de boot een beurt geven. Wij hebben er wel zin in. We vertrekken met ons vieren naar de party. Er zijn 12 personen aanwezig die vrijwel allemaal een fles wijn hebben mee genomen. We maken kennis en een half uur later zijn we al aardig ingeburgerd. De gastheer, een jonge vent van ca 22 jaar, heeft een grote BBQ staan en bakt er lustig op los. Hij en zijn vriendin hebben de boot van pa mee gekregen en ze zijn van plan om 2 maanden weg te blijven. Er is meer wijn dan eten maar dat is geen punt. Enkele uren later stappen we wankelend weer aan boord van ons eigen schip. We hebben gegeten en gedronken voor de hele dag. CANAL DE L’AISNE A LA MARNE 15 mei (Berry-au-Bac-Reims) Al heel vroeg word ik wakker door bewegingen van het schip. Je voelt de water verplaatsing van langs varende schepen. Ik trek wat aan en ga zonder de rest wakker te maken naar buiten. Het is nog erg vroeg en boven het water hangt een dikke nevel. Boven de nevel uit zie ik hier en daar de bovenkant van schepen die zich positioneren voor de sluis. Ik stap van boord en loop naar de sluis waar ik eigenlijk meteen deelgenoot in een opstootje wordt. Beroepsvaart en pleziervaart bekvechten hevig met elkaar. De beroepsvaart in rap Frans en de pleziervaart in steenkolen Frans. De sluiswachtster heeft een lijstje gekregen met de volgorde van de schepen en wil deze afwerken. De beroepsvaart is van mening dat er niets van klopt. De beroepsvaart gaat voor de pleziervaart en de eerste twee sluizen worden gevuld met (lang liggende) plezierboten. Daar wordt heftig tegen geprotesteerd. De sluiswachtster laat iedereen voor wat het is en loopt het sluiswachtershuisje binnen trekt de deur achter zich dicht en gaat telefoneren. Twee beroepsvaarders laten het er niet bij zitten en bonzen op het raam. Op dat moment komt een potige sluiswachter van een andere sluis assisteren. Hij stuurt iedereen weg onder de bedreiging dat hij iedereen laat liggen die niet onmiddellijk naar zijn schip terug keert. Voor alle zekerheid vraag ik nog even of we nog op plaats 13 staan. Bijna goed. Het is inmiddels plaats 14 geworden ivm het aantal schepen dat in de sluis kan. We zijn waarschijnlijk al tussen 11 en 12 uur aan de beurt. Om 12 uur varen we al de sluis uit het Canal op. Dit hebben we ook weer gehad. We verwachten al snel opgehouden te zullen worden door de schepen die voor ons zijn geschut. Het ligt voor de hand dat alles zich bij de volgende sluis weer ophoopt. Het valt mee. Pas bij de 4 de sluis bij Loivre hebben we een Nederlands vrachtschip voor ons. De rest zien we nergens. De Nederlander ziet ons blijkbaar al een tijdje achter zich hangen en maakt plaats. We kunnen voorbij maar niet zonder dat we ons door de blubber moeten werken want dit brede schip geeft ons weinig ruimte. We raken tijdens het voorbij varen bijna de wallenkant. Bij Courcy zien we ons clubje Engelsen met de Nederlander, die als eersten van morgen door de sluis zijn gegaan. Eén van de 4 boten heeft een motorprobleem. De rest blijft daarom ook hier liggen. We hebben nu nog 3 sluizen te gaan tot Reims. We verheugen ons inmiddels op ons bezoek aan deze beroemde stad. We hebben voor Reims een extra dag gepland om zoveel mogelijk te kunnen zien. Ar heeft een lijstje gemaakt van bezienswaardigheden die we moeten gaan bezoeken. Met prachtig weer arriveren we om half zes in de haven waar we ook de club Engelsen aantreffen. Er is voor ons allebei een box beschikbaar, zelfs naast elkaar. Wat ons direct opvalt, overvalt eigenlijk, is de verschrikkelijke herrie die hier wordt geproduceerd door het verkeer. We liggen precies tussen twee zeer drukke wegen waar het verkeer dag en nacht doorraast. We hebben al voor 2 dagen betaald als we ons dit realiseren. We zullen het dus maar moeten accepteren. 16 mei (Reims)
10
Als ik het dek op stap merk ik al direct dat er wat gebeurd is. Bij drie van de Engelsen is ingebroken. Bij twee is het gebleven bij kleine dingetjes maar bij één zijn de tafel en stoelen gestolen. Dat is natuurlijk niet niks. Als we even later zitten te ontbijten komt Henk ons vertellen dat ze ook bezoek hebben gehad. Hij werd midden in de nacht wakker van gestommel op het dek en is gaan kijken. Ze hebben een poging gedaan om zijn stoelen te stelen. Gelukkig zat alles aan de ketting! Hoe dan ook. Het leven gaat door. We gaan ons klaar maken voor de geplande culturele wandeltocht. Ook Henk en Sobine zijn er klaar voor. Ar heeft uitgezocht hoe we moeten lopen dus wij volgen hem op de voet. Eerst naar écluse St. Remi gevolgd door la Cathedral. We vinden dat we nu wel even mogen rusten en vinden een Champagne terrasje op Place de Parvis. Er zijn verschillende van deze tentjes die Champagne serveren alsof het een kopje koffie is. Ar heeft net bericht gekregen dat hij zijn vaarbewijs heeft gehaald en vindt dat dit gevierd moet worden. Wij tekenen geen bezwaar aan. De mannen willen hierna graag naar Musée de la Reddition, het oorlogsmuseum, maar de meisjes zien hier niets in. Vandaar dat wij beslissen voor het verzetsmuseum en zij voor het shoppen. Het museum te vinden is nog niet zo eenvoudig. We moeten wat zoeken maar kunnen hierdoor Porte de Mars bekijken, waar we langs komen. We lopen na het museum door het park terug. Als we achter op het dek een glaasje wijn drinken komt de Engelse club voorbij varen. Er is een voorlopige reparatie uitgevoerd en ze gaan nu weer gezamenlijk verder. 17 mei (Reims-Condé-sur-Marne) We verlaten Reims. De stad vonden we erg mooi maar de ligplaats was echt een tegenvaller. We hadden beter in Sillery, een plaatsje verderop, kunnen gaan liggen en met de bus naar Reims kunnen gaan. Hoe dan ook we laten Reims achter ons. Opvallend is dat we nog 7 km lang het ene na het andere industrieterrein naast ons zien opduiken. Er komt geen eind aan. Na Sillery wordt het pas weer mooi. De Engelse club blijkt in Sillery te zijn neer gestreken. Het hele zaakje ligt lekker te zonnen en hebben blijkbaar geen haast. Wij stoppen een plaats verderop in Beaumont-sur-Vesle om op ons gemak te lunchen. Vanaf hier moeten we ons voorbereiden op de hele lange tunnel Mont-de-Billy met een lengte van 2300 mtr die voor ons ligt. Henk vindt 2 km een heel eind maar we hoeven ons geen zorgen te maken zegt hij. Als we maar even wachten aan de ander kant. De tunnel blijkt heel goed verlicht en dat is bij de lange tijd dat je in de tunnel zit erg prettig. Het blijft echter oppassen. Even afgeleid en je loopt een kras op. Na dik een half uur zijn we er door en worden we verwelkomd door de zon. We draaien even bij om op Henk en Sobine te wachten. We hebben niet lang meer te varen. Twee kilometer verderop leggen we aan in de buurt van Vaudemanges. De aanlegplaats staat niet op de kaart maar is een prachtige plekje. Een groot grasveld en een lange kade die vroeger waarschijnlijk gebruikt is voor laden en lossen van wat dan ook. Ar ziet een oude schakelkast staan en gaat meteen onderzoeken of er spanning op staat. Hij verrast ons even later met 220 Volt. Hij heeft wat draadjes doorverbonden en een stopcontact gerepareerd. Het is warm, zó warm dat Sobine en Ank willen zwemmen. Wel zien
11
we Sobine even later spartelen maar Ank moet er nog even een dagje over nadenken. Te koud. We vinden alles hier prima en zetten alles klaar voor een gemeenschappelijke BBQ. 18 mei (Vaudemanges - Condé-sur-Marne) Als ik op het dek kom zie ik Henk en Sobine voorbij lopen. Ze gaan een stevige wandeling maken eerst over de voor ons liggende sluis, langs de andere kant van het water en dan over de achter ons liggende sluis weer terug. Een flink eindje stappen. Bij ons is alles nog in diepe rust. Dat mag ook want we willen voorlopig nog even genieten van de rust hier. We willen misschien varen maar dan wel wat later op de dag. Varen is wel geen werk maar niks doen en liggen lezen of zonnen is toch wel erg ontspannend. Als we na de middag allemaal wat liggen te soezen worden we opgeschrikt door een politieauto met 2 gendarmes. Hebben we wat misdaan? De heren blijken alleen maar nieuwsgierig en een gratis pilsje gaat er ook wel in. Na een half uurtje rijden ze zwaaiend naar ons weg. Om 4 uur vinden we toch dat we nog een stukje moeten varen. We rollen de elektrokabel op en gooien de touwen los. Nol zet zich achter het stuur en we zijn op weg naar onze volgende bestemming. Ons late vertrek heeft geen concequenties want binnen 2 uurtjes zijn we al in Condé-sur-Marne waar we aan de drijvende steigers afmeren. Henk en Sobine zijn inmiddels doorgevaren want zij gaan door naar Epernay omdat zij morgen al op tijd familiebezoek verwachten. CANAL LATERAL A LA MARNE 19 mei (Condé-sur-Marne – Epernay) We gaan vandaag ook naar Epernay. Voor ons een zijsprong. Het is in feite voor ons de tegengestelde richting, n.l. richting Parijs. We hebben echter gelezen dat een bezoek de moeite waard is. We varen nu op Canal Lateral à la Marne en we kunnen weer even wat meer gas geven. Het is niet ver maar toch valt het tegen omdat we bij Epernay niet direct naar binnen kunnen. We zien de stad naast ons maar we moet nog 5 km doorvaren voordat we bakboorduit weer 5 km terug kunnen varen. Maar ja, de tocht is mooi en we hebben toch niets anders te doen. In Epernay verwachten we bezoek van Menno, Heidi en de kinderen. Ar en Ank kunnen bijna niet wachten om hun kleinkinderen weer te zien. Wij kunnen ons dit heel goed voorstellen en benijden ze in stilte. Als we bij de haven arriveren, zien we de Mathilda al liggen. Wij zoeken een plaatsje aan het begin van de steiger omdat we daar nog in de zon liggen en wachten op de invasie. De jongelui arriveren om half vijf net op tijd voor de gratis welkomsborrel die de havenmeester ons aanbiedt. Ook de gasten mogen hiervan profiteren. We genieten van de aangeboden Kir Royal. Een leuke geste en een prettige gelegenheid om bij te praten. De kleintjes Max en Luuk hebben het best naar hun zin. Menno verdwijnt iedere keer onder de parasol die door Max en Luuk elke 10 seconden ingeklapt wordt. Ze krijgen er geen genoeg van. Het drankje blijkt een goed ondergrondje voor de BBQ van even later op het dek. Marco belt nog even dat ook zij onderweg zijn naar ons toe en hij wil even weten waar we morgenavond zullen zijn. Chalon lijkt hem prima en zij zullen daar een hotel zoeken en op ons wachten. Na de BBQ zijn de kinderen moeilijk in bed te krijgen en
12
dus mogen ze nog even. Als het ook voor ons allemaal tijd wordt om naar bed te gaan verschijnen overal geimproviseerde slaapplaatsen. Even later volgt een diepe rust maar misschien niet even gemakkelijk voor iedereen. 20 mei (Epernay- Chalon-en-Champagne) We maken voorbereidselen voor vertrek. De apparatenbeugel gaat weer naar beneden ivm de lage bruggetjes. Met ons vieren hadden we al last van dat ding maar met 8 is het nog een stukje moeilijker. We nemen afscheid van Henk en Sobine. Zij gaan door naar Parijs en wij varen samen met Heidi, Menno en de kinderen hetzelfde stuk van gisteren terug naar Condé en vandaar naar Chalon-en-Champagne. Het is een gezellige boel. Als we omstreeks 4 uur Chalon naderen bellen we even met Marco en Nadja dat we er aan komen. Ze beloven ons tegemoet te lopen. We zien ze al snel aankomen. Om kwart voor vijf leggen we de boot vast. Onze verwachting dat we in het centrum van de Champagne wel begroet zullen worden met een glas champagne wordt niet bewaarheid. We moeten hier zelf voor zorgen. We zijn nu welgeteld met 12 personen aan boord en we moeten de taken een beetje verdelen om elkaar niet overal tegen te komen. Menno en Marco hebben ons viertjes uitgenodigd voor een etentje dus in ieder geval vanavond geen afwas van 12 personen. Tijdens onze wandeling door de stad is het uitkijken naar een leuk restaurantje. Op het plein in het centrum vinden we wat. We zijn zojuist een draaimolen gepasseerd en dat is natuurlijk niet aan de kleintjes voorbij gegaan. We gaan dus eerst even een apero gebruiken op een terrasje bij de draaimolen zodat we een oogje kunnen houden op het grut. Na het etentje in de buitenlucht op een terrasje brengen we gezamelijk Marco, Nadja en de kinderen naar hun hotel. Wij keren terug naar de boot en vinden het ook mooi geweest. 21 mei (Chalon – Vitry-le-Francois) We vertrekken uit Chalon met een bewolkte lucht. Er waait een fris windje, maar achter de ramen is het goed uit te houden. Menno zet zich achter het stuurwiel en loodst ons door de eerste 4 sluizen. Evenals gisteren zijn vrijwel alle sluizen moeilijk in te varen. Net voor de ingang zijn namelijk uitstroom openingen die je uit de rechte koers brengen. Al heel snel dreig je bij het invaren tegen de zijkant van de sluisingang te botsen. Vaak vraagt dit om ingrijpende stuurcorrecties te dicht voor de sluis. Menno die gewend is dat zelfs een 747 luistert naar stuuropdrachten heeft de pest in dat dit scheepje van nog geen 14 meter zo slecht onder controle te houden is. Ik stel hem gerust. Ook ik heb hier soms problemen mee. Het is een leerproces waar je pas na een aantal sluizen een antwoord op hebt. Menno en Heidi willen omstreeks het middaguur naar huis vertrekken. Het zit er voor hen weer op. Voor de afscheidslunch willen we een goed plekje zoeken en daarom gaan we door de sluis van Soulanges waar aan bakboord een soort parkje is. We doen voor het gemak de apparatenbeugel weer omhoog. Na een drankje scharen we ons rond één van de grote picknick tafels die op het grasveld aanwezig zijn. De kindertjes kunnen hier vrij rond te rennen en wij kunnen meedoen. Het weer is prima. Gelukkig maar, want een dergelijk feestje met zoveel mensen moet je buiten kunnen vieren. De auto van Menno staat nog in Epernay
13
dus er moet een taxi gebeld worden. Je hebt dan wel een mobieltje maar wie moet je bellen. Menno en Nol gaan naar het dichtstbijzijnde huis en informeren naar een taxibedrijf. Een uurtje later arriveert de taxi en de hele club, inclusief bagage stapt in en rijden zwaaiend weg. Het is net als de 10 kleine nikkertjes. Toen waren er nog maar acht. Een uurtje later vertrekken we nog een beetje napratend. Afleiding genoeg. Deze afleiding blijkt heel snel als we het eerste volgende bruggetje naderen. De apparatenbeugel hebben we vergeten naar beneden te halen met het gevolg dat met een daverende klap de hele zaak de brug raakt en in tweeën breekt. Glas vliegt ons om de oren. Als we aan de andere kant van het bruggetje de schade opnemen zien we verbogen buizen, afgerukte bedrading, kromme bouten, enz., enz. Het is schrikken. Nadja heeft haar schoot vol met glas van het ankerlicht en overal liggen stukjes plastic. We nemen al varend meteen maatregelen. We zijn 4 man sterk dus aan handen geen gebrek. We halen de twee stukken van de beugel van de scharnieren en snijden de kabels die nog intact zijn door. De hele zaak leggen we op de voorplecht en we vervolgen onze weg. Als we later napraten vertelt Nadja dat ze het aan zag komen. Ze verwonderde zich er al over dat de beugel kennelijk onder de brug door kon. Dus niet! Nou ja, het is gebeurd en we zijn dat ding in ieder geval kwijt. Het was toch lastig om de hele dag te moeten opletten dat je je kop niet stoot. We zijn al weer een beetje bijgekomen als we in Vitry-le-Francois het haventje binnen varen en aanleggen. We hebben gemerkt dat de 2 stukken van de apparatenbeugel op de voorplecht danig in de weg liggen bij het aanleggen in de sluizen. We gaan passen en meten om die dingen op het zwemplateau kwijt te raken. We vinden gelukkig een prima oplossing. Marco en Nadja hebben inmiddels gepakt want ze keren vanavond terug naar hun hotel waar ook hun auto staat. Ar vindt dat hij de hele bups moet uitnodigen voor een etentje. Een verjaardagsetentje! We vinden het prima, maar het is onderhand zijn 3de verjaardagsfeestje. Lang zal hij leven! We wandelen al op tijd door de stad, om wat te zien en om een restaurantje te zoeken. Dit laatste vinden we al snel. Het is een zo te zien voornaam hotel waar een voorname dame zegt dat er in de eetzaal geen plaats is, maar dat ze een tafel kunnen inrichten in de ontbijtruimte van het hotel. We nemen het graag aan omdat de kaart er goed uitziet. Het blijkt een prima oplossing. De kinderen kunnen dollen wat ze willen en we kunnen ontspannen genieten. De voorname dame blijkt niet alleen eigenaresse te zijn van het hotel maar ook nog een lief mens. Dus we nemen later als vrienden afscheid van elkaar. Ook voor Marco en Nadje is het afscheid nabij. We brengen ze naar het station want er is een goede treinverbinding met Chalon. Toen waren er nog 4. CANAL DE LA MARNE A LA SAONE 22 mei (Vitry – sluis Frignicourt) Het is zondag en 10 uur. We krijgen na Vitry weer een nieuw traject. We gaan n.l. Canal de la Marne à la Saone op. We hebben op dit Canal weer 114 sluizen voor de boeg voordat we op de Saone komen. Maak je borst maar nat. De eerste sluis, nog in Vitry, geeft geen problemen. De tweede, écluse Frignicourt, is echter gesloten. We hadden ons een dag van te voren voor 15 uur moeten melden wordt ons verteld. Het gaat n.l. om het vrij maken van een sluiswachter voor de begeleiding. Zonder bericht is niemand beschikbaar. Overleg met de VNF helpt niet. We zijn genoodzaakt om vast te maken voor de nacht maar niet nadat we een afspraak voor morgen hebben gemaakt. We blijken niet de enige te zijn met dit probleem. Eerst voegt zich een zeilboot met een Nederlands stel bij ons. We zijn al gauw met elkaar in gesprek. Zij gaan naar Canal du Midi en dan door naar Bordeaux. Buitenom willen ze dan naar Nederland terug varen. We merken al snel dat ze nog niet zolang samen zijn. Ze klungelt zo met de lijnen en hij blaft zovaak tegen haar dat we denken dat het haar eerste en laatste reis met hem zal zijn.
14
Later in de middag voegt zich nog een Nederlander bij ons met een 16 meter motorjacht met de naam “Jo de Mere”. De bemanning bestaat uit een oudere man en een jongere. We denken er eerst iets van maar de jongere blijkt de ex schoonzoon te zijn. We vernemen dit allemaal als we later op uitnodiging een borrel bij hen drinken. Ook de zeilboot bemanning is van de partij. Zij nemen een fles eigen gestookte jenever mee. Het spul wordt door Ar geproefd en uitstekend bevonden. Ans en ik blijven bij de rode wijn die er op tafel komt. Onze gastheer is op weg naar Antibes waar ze gaan overwinteren. De ex schoonzoon vertrekt morgen weer naar Nederland en wordt door iemand anders afgelost. 24 mei (sluis Frignicourt – Saint Dizier) Om 9 uur staat de sluiswachter gereed. De zeilboot gaat met ons mee. Jo de Mere is al weg want die heeft een vroegere afspraak gemaakt. Wat krijgen we een mooie dag! Het is al snel 25° warm. Vandaag willen we naar St Dizier, 28 km ver en 11 sluizen. We varen met een goed gevoel weg totdat bij de eerste sluis de SB motor niet meer vrij gezet kan worden. Wat ik ook doe het schip blijft vooruit varen. Alleen uitzetten van de motor helpt hier. We zetten alle meubelen aan de kant en openen de motorluiken. De verwachting is dat de schakelkabel los is of zo. Beneden kunnen we echter niets vinden. Met de hand zetten we de motor in zijn vrij en sluiten de luiken. We gaan er van uit dat het probleem dus in de stuurkolom gevonden moet worden. Er moet dan echt gesleuteld worden om er bij te kunnen. We besluiten dit te bewaren tot we in Dizier zijn. Op 1 motor leggen we de rest van de tocht af wat in de sluizen soms erg moeilijk is. Het water staat in deze sluizen tot de rand en de stootwillen drijven op het water. Schade is zo gemaakt vooral als je de handycap hebt van maar 1 motor. We vinden dit traject niet erg aantrekkelijk. Het is een kanaal zoals wij in Nederland een kanaal kennen, recht en zonder verrassingen. Wij zijn blij als we in Saint Dizier zijn, waar echter blijkt dat de haven hier is opgedoekt. We vragen de sluiswachter van de sluis wat verderop of hij een goede aanlegplaats weet. Hij wuift wat waaruit we begrijpen dat we nog even door moeten varen. We hebben weinig zin meer en gaan een km verder tegen de kant. Na onze 5 uur borrel maken Ar en ik de bedieningshandels vrij door de het hele bedieningsbord los te nemen en de bedieningshandels te inspecteren. Al snel vinden we de fout. Er is een schroefje losgetrild waardoor de kabel niet meer kan functioneren. Met enige moeite krijgen we het zaakje weer aan de gang. Om half acht zijn we klaar en kunnen nog even de stad in. 25 mei (Saint Dizier – Joinville) De sluiswachter wil dat we op tijd vertrekken en daarom worden we om 8.00 uur bij de sluis verwacht. Omdat we dringend water nodig hebben wil hij ons eerst nog wel even helpen met drinkwater van het VNF terrein waar we vlak bij liggen. Daarna is het varen geblazen. Op de kaart hebben we gezien dat op onze tocht naar Joinville, een deel van de sluizen automatisch is en een deel mechanisch. Onderweg zien we dat alles binnenkort automatisch zal zijn, want bij vrijwel alle sluizen waar we doorheen gaan wordt gewerkt aan hydrauliek en elektronica en er worden grote geulen gegraven. In tegenstelling tot gisteren varen we nu weer door een prachtige natuur. Tegen het eind van de middag arriveren we in Joinville. Men is bezig nieuwe steigers te plaatsen maar we worden verzocht door te varen naar de oude haven. We
15
weten niet wat de oude haven is en kunnen deze ook niet vinden, zodat ons niets anders overblijft dan langzaam door te varen. Bij een brug zijn we iets voorbij gevaren dat geschikt zou kunnen zijn om aan te leggen maar leek in de verste verte niet op een haven. We besluiten terug te varen maar het is hier zo smal dat er onmogelijk gedraaid kan worden. Er rest ons niet anders dan een halve km achteruit te varen tot de “aanlegplaats”. Er moeten nog inkopen worden gedaan en er blijkt een Lidl te zijn. De keuze is dus niet moeilijk waar we heen gaan. We doen ruime inkopen voor de BBQ want het is er goed weer voor. Om een uur of negen vinden we dat wat beweging noodzakelijk is en besluiten naar boven te wandelen naar het chateau. Het blijkt heel wat verder te zijn dan verwacht. Als we denken er te zijn zien we een bordje die vermeldt dat het nog 30 minuten ver is. We gaan lekker terug. 26 mei (Joinville – Viéville) We hebben vandaag op onze tocht naar Froncles een vrouwelijke sluiswachter. Zij begeleid ons door een flink aantal sluizen. We zijn zo blij met haar dat we haar bij de laatste sluis een flesje wijn overhandigen. Ons oorspronkelijke doel Froncles zijn we inmiddels voorbij gevaren. Alles gaat zo vlot en we varen met dit mooie weer liever nog iets verder door. Te vroeg stil gaan liggen is vaak erg heet. We stopen pas in het kleine plaatsje Viéville. Wij meren net na de ophaalbrug af. Wat zien tot onze verwondering dat hier veel meer schepen liggen. Alles is bezet en we moeten tegen een Engelse platbodem aan gaan liggen. Er is niemand aan boord volgens een andere boot. Ze zijn op bezoek in Engeland maar ze wonen er wel op. We hebben walaansluiting, water en zijn dus zeer tevreden. Tegen negen uur doen we de kap erop want we verwachten een bui die echter pas midden in de nacht naar beneden komt. 27 mei (Viéville – Chaumont) We voelen ons als God in Frankrijk. Heerlijke zon, prachtige natuur, af en toe een sluis. Algehele ontspanning! In Riaucourt worden we even opgehouden voor de sluis. We zien aan de rechteroever een picknick plaats die overdekt wordt door het doorgetrokken dak van een oud gebouw. Het ziet er zeer uitnodigend uit maar de sluis gaat juist voor ons open en we glippen naar binnen. Het is er trouwens ook nog te vroeg voor. We naderen even later de tunnel van Condés. Deze is niet erg lang dus de verlichting zullen we niet nodig hebben. Door de tunnel heen zien we af en toe door de bomen al iets van Chaumont, waar we vandaag heengaan. We vinden een uitstekende aanlegplaats en er blijkt hier zelfs een douche en wasmachine te zijn. Achter ons arriveert even later een platbodem die we lang geleden al in Namen hebben gezien. Bij het afmeren zien we dat er maar één bemanningslid aan boord is. Als we hem later uitnodigen voor een drankje horen we dat hij een Canadees is, met de naam Rik, die langdurig op zijn boot verblijft. Zijn vrouw is in Canada en vaart af en toe mee. Hij gaat de boot in St Jean de Losne voor een paar weken afmeren. Hij gaat dan naar Canada om voor een paar weken zijn vrouw te bezoeken. Daarna komt hij weer terug en vaart weer in z’n uppie verder. Als hij weg is gaan Ans en Ank elkaars haren verven. Hiervoor worden chemische papjes gemengd die hiervoor nodig zijn. Ze zitten een half uurtje later als haloween figuren op het achterdek. Ja, het moet even intrekken! Ar en ik kijken maar even de andere kant op. Gelukkig ziet het er een uurtje later beter uit. Ans is van mening dat mijn haar ook een beurt kan hebben. Ze heeft gelijk. Ik zoek een kapper op en laat het lekker kort knippen.
16
Vroeg in de avond komt Rik even langs om te zeggen dat hij met de sluiswachter om 8.30 uur afgesproken heeft. Omdat we gezien de lengte van de twee boten waarschijnlijk niet samen in de sluis kunnen, spreken wij af voor 9,00 uur. 28 mei (Chaumont – Rolampont) Rik heeft zijn afspraak om 8.30 uur gemist. We gaan dus toch samen om 9 uur naar de sluis. De sluiswachter is van mening dat beide schepen wel in de sluis kunnen dus we proberen het en met succes. Het is krap maar als we zorgen dat de schepen zich niet te veel naar voren en naar achteren kunnen bewegen gaat het net. Het is dus zaak de touwen strak te houden tijdens het schutten. Al snel lopen we verderop een peniche achterop. We moeten een paar keer wachten omdat dat ding niet erg opschiet en het schutten lang duurt. Na een paar sluizen zwaait hij gelukkig af naar een aanlegplaats bij een silo. Het schiet echter niet erg op. We hadden ons voorgenomen Langres te halen maar dat zetten we maar uit ons hoofd. We gokken nu op Rolampont, 27 km en 14 sluizen vanaf Chaumont. Met nog drie sluizen te gaan stoten we op nieuw op een peniche. Dit betekent weer opnieuw ernstig oponthoud en dat is vervelend want de sluizen draaien na 7 uur niet meer. Na de voorlaatste sluis blijft de peniche ergens liggen en geven we gas. Het mag niet maar we moeten wel. We hebben nog 10 minuten. Als we om vijf over 7 arriveren gaat de sluis niet meer open. Ik zet Ar op de kant en die gaat praten. De sluiswachter is nog aanwezig. Met enig gepraat krijgt Ar het voor elkaar. De sluisdeuren gaan open. Rik die achter ons zit heeft zijn boot al tegen de kant gelegd, anker op de kant gegooid en lijnen op de kant aangebracht. Als hij opeens ziet dat de deuren opengaan gooit hij de lijnen op de kant en probeert naar de sluis te komen. Hij zit echter vast in de blubber. Vol gas lijkt ook niet te helpen. Ar loopt terug tot waar hij ligt en probeert te helpen met de pikstok. Er komt zowaar beweging in en Rik parkeert achter ons. We zijn inmiddels een kwartiertje of meer kwijt. De sluiswachter doet echter niet moeilijk en al helemaal niet als we hem € 5 geven. Als we door de sluis zijn loopt Rik terug om zijn lijnen te halen die nog op de kant liggen. Wij varen alvast door naar de aanlegplaats iets verderop. Het is inmiddels 7.45 uur geworden. 29 mei (Rolampont – Langres) Naar Langres is het een snappie, 10 km en 6 sluizen. We varen al om 8 uur want we willen voor de middag in Langres zijn. Al om 11.15 zijn we er. Er liggen veel schepen. Helemaal achteraan, van de andere kant af gezien vooraan, kunnen we nog een plaatsje vinden met een prima uitzicht over het water. Het is 25 graden en we besluiten om een rustdag in te lassen. De stad willen we goed bekijken en we willen wat van de omgeving zien. Een probleem is dat we een flink eind van de stad af liggen. Te ver om te lopen, vandaar dat we besluiten een taxi te bestellen. Comfortabel worden we in het centrum afgeleverd. Langres is een prachtige vestingstad met hier en daar leuke terrasjes en restaurantjes. We nemen er flink de tijd voor. Na een supermarkt bezocht te hebben vragen we weer om een taxi die 10 minuten later voor onze neus staat. De taxi-dame is erg vriendelijk. Ze brengt ons terug langs een toeristische route waar we o.a. le cathédrale Saint Mammès en le Ark de triomphe zien. Wat een stad! 30 mei (Langres) We beginnen onze rustdag met een lang ontbijt en daarna rust tot na de koffie. Dan is de rust voorbij. Ar en Ank hebben een plannetje bedacht voor een heel lange wandeling. Ans en ik gaan op de fiets een tocht maken. We zwaaien en we gaan beiden een kant uit. Wij fietsen naar één van de meren die hier te vinden zijn en vervolgens gaan we op zoek naar la Source de la Marne. Vooral de oorsprong van de Marne interesseert ons zeer. We denken langs het kanaal te kunnen fietsen maar we worden al verder de heuvels in gewezen. De heuvels blijken
17
echter vaak zo steil dat we regelmatig van de fiets af moeten om onze kuiten rust te geven en om de hartkloppingen naar een redelijk aantal slagen terug te brengen. We zijn erg blij als we op een zeker moment weer naar het kanaal verwezen worden en lekker naar beneden kunnen razen. Als we beneden zijn worden we tot onze verrassing wederom de heuvels in verwezen. Dit betekent nog meer aanslagen op onze spieren en we hebben het al zo moeilijk. Er komt geen eind aan en het is erg, erg heet! Als we het echt niet meer zien zitten blijken we er te zijn. La Source ligt half weg een heuvel en we kunnen ons vergapen aan een miezerig stroompje dat naar beneden loopt. De uitspanning die we verwacht hadden met heerlijke koude drankjes en een voortreffelijke lunch blijkt er niet te zijn. Er is niets hier. We klimmen weer omhoog en pakken onze fietsen. We blijken nog niet naar beneden te kunnen, in tegen deel, we moeten nog een keer omhoog over een andere heuvel, waarna we op de grote weg naar Langres komen. De grote weg is natuurlijk ook de bedoeling niet maar we hebben geen puf om nog wat anders te zoeken. We suizen naar beneden, gepasseerd door auto’s en vrachtwagens, maar we hebben het zwaarste gehad. We verwachten dat Ar en Ank al wel aan boord zullen zijn, maar dat is niet zo. We doen ons tegoed aan koude drankjes en Ans maakt wat te eten klaar. Ar en Ank arriveren een half uur later. Zij zijn langs het kanaal gelopen, een berg op en daarna door het boerenland naar beneden gelopen tot aan het meer. Daarna zijn ze om het meer gestruind, door klei, modder, grasland en bos. Om het meer heen lopen was alleen al 16 km. Totaal hebben ze 25 km gelopen. We zijn allemaal tevreden over een goed bestede “rustdag”. 31 mei (Langres We hebben een afspraak met de sluiswachteres om 9 uur bij de sluis. Om 8 uur staat ze echter bij onze boot met het verzoek om met een kwartier hooguit een half uur bij de sluis te zijn, liefst nog direct. Er komt een penische aan en ze wil ons voor de peniche weg hebben. Om aan te tonen hoeveel haast ze heeft begint ze de stekker al uit de walstroom te trekken. Ik moet haar een beetje afremmen omdat er nog weinig beweging van beneden is. Ar heeft de conversatie via de patrijspoort gehoord en komt al snel aan dek. We gooien samen alles los en duwen af. We zijn binnen 20 minuten onderweg. Als we de sluis in varen zien we nog twee kleinere schepen in aantocht met daar achter de peniche. De sluiswachter waarschuwt ons dat er ook een peniche voor ons zit en dat we kalm aan kunnen doen. Drie kilometer verderop begint de lange tunnel Souterrain de Balesmes die maar liefst 4800 mtr. lang is. Inderdaad zien we op het moment dat we de tunnel invaren heel in de verte de contouren van de peniche. De tunnel is heel indrukwekkend. Er komt geen eind aan. De verlichting zorgt er voor dat we er gemakkelijk doorheen komen, ofschoon het blijft oppassen. Na 55 minuten voelen we ons toch bevrijd als we weer de zon zien en om ons heen kunnen kijken. Als we veel later en 10 sluizen verder zijn (sluis Dardenay), ruikt Ans wat raars beneden in de salon. Ar neemt het roer en ik ga met Ans op onderzoek. Het lijkt de geiser te zijn die stinkt maar als ik een motorluik open merken we al snel wat het is. We zien dat er uitlaatgassen uit een flensverbinding van de uitlaat komen. De pakking tussen twee de flensdelen is er
18
grotendeels tussen uit. De bouten zijn los getrild en de pakking is in stukken er tussen uit gevallen. Gelukkig hebben we twee motoren. We zetten de stuurboord motor uit en starten deze alleen nog bij noodgevallen b.v. bij de invaart van een moeilijke sluis. We plannen voor morgen een actie voor het verkrijgen van een nieuwe pakking. We zijn inmiddels vrij laat en daar komt bij dat de sluiswachter niet verder wil. Het is half zes en hij wil om 6 uur stoppen. Op onze vraag of hij binnen dit half uur een leuke aanlegplaats weet heeft hij geen antwoord. Hij raadt ons aan maar ergens langs de kant te gaan liggen. Bij sluis 8, sluis Percy, slaan we onze pennen in de grond. Een mooie dag geweest maar vroeg in de avond begint het zachtjes te regenen. 1 juni (sluis Percy – Renève) Het regent flink en het wordt ook niet droog. We hebben eindelijk weer eens binnen moeten ontbijten. Dit zijn gelukkig uitzonderingen. We vertrekken met de kap op. Het blijft regenen tot omstreeks de middag. We hebben nog steeds ons uitlaat probleem die om een oplossing vraagt. We zijn rond lunchtijd dicht bij een flink plaatsje, althans het ligt binnen fiets afstaand. Arnold wapent zich goed tegen de regen en gaat fietsend op pad. We hebben afgesproken dat wij gewoon doorvaren, want we hebben een hoop sluizen voor de boeg. Drie sluizen verder haalt Ar ons weer in zonder een pakking. Het was een klein dorpje en de garage daar stelde niets voor. We trekken Ar en de fiets omhoog en vervolgen onze tocht op 1 motor. Na 16 sluizen vinden we dat het genoeg is voor vandaag. Het is inmiddels droog en we hebben de kap alweer naar beneden. Na sluis 39, bij het dorpje Renève vinden we een aanlegmogelijkheid bij een graansilo en wandelen het dorp door. 2 juni (Renève – Auxonne) Om 8 uur heb ik de tafel op het achterdek gedekt met alles er op en eraan. Het is wel wat bewolkt maar droog. Ans vindt mij wel erg optimistisch. Net als we onze eerste boterham gesmeerd hebben begint het flink te regenen. Iedereen doet een greep en vlucht naar beneden. Een tweede spurtje is voldoende om alles beneden te krijgen. We zijn allemaal onderhand goed wakker. Vandaag hebben we nog 6 sluizen naar de Saone. We verheugen ons op het brede water en de ruimte. Vooral het sluizen gedoe willen we wel even achter ons laten. Het is leuk maar wel veel. De laatste loodjes wegen zwaar. De bediening van de sluizen laat dit laatste stuk veel te wensen over. We moeten iedere keer lang wachten omdat er niemand direct aanwezig is. Bij één van de 6 sluizen moet Ar zelfs van boord om de sluis zelf te draaien. Er komt n.l. niemand opdagen. We zijn blij als we bij de sluis naar de Saone arriveren. Er ligt een schip te wachten en als we binnen varen komt er nog één aan. We worden met ons drieen losgelaten op de Saone. Heerlijk weer gas te kunnen geven, maar ja dan wel met 1 motor. We moeten een oplossing vinden! Bij Pontailler-sur Saone varen we het haventje binnen. Als we de eerste de beste vragen of er een reparatiewerkplaats of garage in de buurt is wordt er meewarig nee geschud. Dat schiet niet op. We varen de Saone weer op. We hebben inmiddels ook een probleem met de boegschroef. Deze is niet te gebruiken want een elektrische aansluiting heeft sluiting gemaakt en heeft een bout waar de elektrische draad aan vast zit verbrand. Alsof dit niet genoeg is wil ook de ruitenwisser niet meer. Hij kan nog een kwart beweging maken en meer niet. Op de kaart zien we dat we Auxonne kunnen halen. Een grote stad waar Napoleon lang geleden als luitenantje nog was gelegerd. Er is hier echter geen aanlegplaats vrij. We varen een beetje heen en weer om de situatie te onderzoeken en vooral om te kijken of we tegen een ander kunnen aanleggen. We vinden er één waar niemand aanwezig is, waarschijnlijk boodschappen doen. Het moet goed volk zijn want ze komen uit Loenen a/d Vecht. Voor alle zekerheid zullen we maar even wachten tot ze terug komen. Voordat dit zover is vertrekt er echter een ander schip en we nemen deze plaats onmiddellijk in.
19
Het is inmiddels flink gaan waaien. Na terugkomst uit de stad draaien we de boot voor alle zekerheid om te voorkomen dat vannacht de golven tegen onze platte achterkant klotsen. Het zou ons maar uit de slaap houden. LA SAONE 3 juni (Auxonne – St.Jean de Losne) We hebben gisteren geen moeite gedaan om wat aan onze motor- en boegschroef problemen te doen. We zullen het vandaag weer met 1 motor en zonder boegschroef moeten doen. Onze bestemming vandaag is St. Jean de Losne en we weten van onze vorige tocht dat daar voldoende reparatie mogelijkheden zijn. Er is zelfs een flinke werf. Van Auxonne naar St. Jean de Losne is maar 18 km. en 1 sluis, vandaar dat we al om 11.30 uur de haven van H2O binnen varen. Er is een keurige box beschikbaar. Ar vertrekt vrijwel onmiddellijk naar de werf van Blanquart en ik ga informeren bij de technische dienst van H2O. Ans en Ank hebben ook hun eigen klus, ze gaan wassen en drogen in het gebouwtje voor toeristeninformatie waar de machines zijn ondergebracht. Als we later weer allemaal terug zijn aan boord heeft Ar een pakking besteld bij de werf, ik één bij H2O en de meisjes hebben de eerste was in de droger. Met de bout voor de boegschroef zijn we niet verder gekomen. De bout is te speciaal. Ar besluit er zelf één te maken. We vinden dat we voor vandaag wel genoeg hebben gedaan en gaan het dorp in. 4 juni Ar is vandaag echt jarig en dat laten we hem luiddruchtig weten door in gezang uit te barsten. Als we in de zon op het achterdek ontbijten wordt hij bedolven onder presentjes omdat ook de kinderen bij het eerdere bezoek pakjes hebben achter gelaten. Het is een gezellige boel tot “ het werk” weer roept. We hebben de apparaten beugel nog steeds op de zwemtrap staan. Een flinke sta in de weg. Omdat we dat ding kwijt willen gaan we overleggen met de captainerie van H2O. Het blijkt geen probleem te zijn de twee delen in hun magazijn achter te laten en op de terugweg weer op te pikken. We knopen de dingen goed tegen elkaar en dragen het zaakje naar de schuur waar het magazijn zich bevindt. Gelukkig zijn we hier vanaf. Vooral bij het zwemmen was de zwemtrap en het zwemplateau bijna onbruikbaar. Ar gaat de werf bezoeken om de pakking te halen terwijl ik naar de werkplaats van H2O loop aan de andere kant van het water van Canal de Bourgogne. Hier kom ik in gesprek met een Nederlander die al een week met zijn Valk kruiser op het droge staat. Ze wachten op een nieuwe schroef. Als ik over onze uitlaat problemen vertel biedt hij meteen een oplossing aan. Hij heeft Klingerith, waar oorspronkelijk de pakking van gemaakt is, en gereedschap om de gaten te maken. Zo hebben we op het eind van de tweede dag 3 verschillende uitlaatpakkingen en monteren we de Klingerith pakking. Ook heeft Arnold vandaag de speciale bout klaar gekregen en gemonteerd in de boegschroef. We zijn na deze 2 dagen allemaal erg tevreden over alle akties die met succes zijn uitgevoerd. We zitten dan ook zo tegen achten tevreden en vreetzaam te genieten van het door Ar aangeboden verjaardagsdiner in Auberge Marine aan de overkant van de brug. Een prima dagje. We kunnen er morgen weer tegen aan. 5 juni (St Jean de Losne – Chalon-sur-Saone)
20
We tanken eerst aan de tankboot voordat we de Saone op varen. Er gaat 400 liter in tegen € 1,- per liter. Beide motoren kunnen weer hun werk doen en we maken flinke vaart op deze brede rivier. Af en toe lichten we de luiken even op om te zien of de uitlaat goed dicht is. Alles blijkt in orde. Enige uren later voeren we voor alle zekerheid nog een controle uit. De uitlaat is in orde maar er dient zich een ander probleem aan. We hebben wat olie onder de SB motor staan en we zien wat olie op de motor. Als we goed kijken zien we dat één van de leidingen naar de sproeiers een beschadiging heeft en we zien ook dat er een fijne nevel uit komt. Het is misschien niet zo erg maar de olie op de hete motor is toch niet erg lekker. We schakelen maar weer over op 1 motor waarmee we bij 1700 toeren toch nog 14 km. per uur halen. We maken ons niet direct zorgen maar er moet wel wat aan worden gedaan. We zullen zien als we in Chalon-sur-Saone aankomen of iemand ons kan helpen. Aangekomen blijkt de haven heel mooi gelegen te zijn en is bovendien ruim opgezet. Er liggen meerdere Nederlanders en we raken al snel hier en daar in gesprek. De conversatie is meestal beperkt. Het gaat voornamelijk over: waar komen jullie vandaan, wanneer vertrokken, waar gaan jullie heen en wanneer weer terug. Eén is echter wel erg openlijk. We krijgen het hele verhaal over zijn operaties, zijn stoma en nog wat andere zaken. Hier zitten we ook niet op te wachten. Zijn 15 meter schip van € 1 millioen zien we overigens wel zitten maar ruilen, nee! Na een drankje genomen te hebben gaan we de stad in. Het is de moeite waard ook al omdat we prachtig weer hebben. De stad bevalt ons heel erg goed met zijn mooie pleinen en pleintjes, gezellige winkelstraatjes en prachtige boulevard. Iets wat op een werfje lijkt is er echter niet te vinden. Ook navraag levert weinig op. We laten het maar even zitten. De motor kan indien nodig gewoon gebruikt worden, zoals in de sluizen en bij aanleggen, dus haast is er niet bij. Vandaar dat we na onze stadwandeling lekker gaan liggen bakken in de zon. 6 juni (Chalon – Tournus) Er is een kunstmarkt op de boulevard en die willen we beslist bezoeken. We slenteren deze markt over waarna we doorlopen naar de groentemarkt die een straat verder wordt gehouden. We lopen terug met onze rugzakken vol met groente en vooral fruit en maken ons gereed voor vertrek. Om precies 12 uur varen we de haven uit onder de brug door de Saone op. We kijken nog een paar keer om. Wat een mooie stad! De vaartocht is fantastisch met veel natuurschoon aan beide zijden en 26 graden warm. De Saone is top. We vinden het bijna jammer dat we om 3 uur al in Tournus arriveren. De aanleg plaats is een heel lange nieuwe drijvende steiger met water en elektriciteit. Het ligt bijna vol met schepen. Als we later omhoog klimmen naar de prachtige boulevard merken we dat we eigenlijk direct het centrum van Tournus in lopen. We wandelen door een paar mooie winkelstraten en klimmen omhoog naar het chateau, volgens een foldertje, maar kunnen het niet vinden. We doen verder niet ons best en keren terug. Laat in de avond als het donker wordt zien we een boulevard die prachtig verlicht is. Wij zitten dan nog in ons shirtje met een glas in de hand op het achterdek na te genieten van de asperges met gekookte aardappelen en hard gekookte eieren van ons avondeten. 7 juni (Tournus – Villefrance)
21
We zijn om 9 uur vertrokken en tegen 3 uur s’middags in Villefrance. Ar en ik gaan direct na aankomst op pad om een garage of reparatiewerkplaats te vinden voor de lekke leiding. Als het hier niet lukt dan wordt de volgende mogelijkheid pas Lyon. We vinden na wat rondrijden een Renault garage en stellen onze vraag. We hebben de leiding gedemonteerd en meegenomen zodat het snel duidelijk wordt wat er gedaan moet worden. De baas daar ziet wel een mogelijkheid en neemt de uitdaging aan. We kunnen morgen vroeg het ding weer ophalen. Tevreden gaan wij zitten lezen terwijl Ank en Ans gaan zwemmen. 8 juni (Villefrance – Condrieu) Na ons vroege ontbijt met een strak blauwe hemel gaat Arnold naar de garage om het onderdeel te halen. Een half uurtje later kunnen we de leiding weer monteren. De garage heeft de leiding hard gesoldeerd. Ze geven geen garantie maar we denken dat de reparatie het wel zal houden. Om 10 uur kunnen weer 2 motoren starten en vertrekken. Om 12 uur zijn we al in sluis Couzon (nr.3). De tocht gaat natuurlijk voorspoedig nu we 2 ronkende machines hebben. Omstreeks het middaguur varen we door Lyon en kunnen uitvoerig genieten van de prachtige stad met erg mooie bruggen en bijzondere geveltjes van de huizen. Telkens zien we de Fouvière Basilica weer opduiken, uitkijkend over Lyon. Als we onder de bruggen Bonaparte en St.Georges zijn doorgevaren zien we in volle pracht een prachtige kerk. Het is soms alsof je door Parijs vaart. Als we de laatste brug en viaduct Pt de la Mulatière onder door varen zien we links van ons de Rhône al. Even verder op verenigt de Saone zich met de Rhône en zo gaan we vanaf hier weer een nieuwe rivier bevaren die ons rechtstreeks naar Zuid Frankrijk zal brengen. We zijn net voor de brug een motorjacht voorbij gevaren die naar onze mening wat te langzaam voer. De stuurman keek ons een beetje meewarig aan van wat hebben jullie een haast. We hebben nu eenmaal het echt brede water geproefd en we doen er nog een schepje boven op. In ons enthousiastme merken we niet dat we de toevaart naar sluis PierreBénite voorbij varen. Als we achterom kijken zien we dat het schip dat we zo even voorbij gevaren zijn links af gaan. We kijken nog even goed op de kaart. Jawel, we gaan verkeerd, we moeten terug. We draaien en varen terug naar de sluis ingang en varen achter het andere motorjacht aan naar binnen. Je ziet maar. Haastige spoed is niet altijd goed. Na de sluis is het brede water meteen al weer voorbij. We krijgen eerst een kanaal van 10 km. voordat we de ruimte krijgen. Er liggen op dit traject een paar mooie grote plaatsen, zoals Givors en vooral Vienne. Maar je kunt niet alles bezoeken. We hebben overigens wel geprobeerd om aan te leggen in Vienne maar aan de kade lig je in het lawaai van de doorgaande weg. De kade heeft naast een paar ogen voor de lijnen ook niets te bieden. We varen dus door naar Condrieu of voluit Les Roches-de-Condrieu, waar we de haven opzoeken en wat voor een haven. Er liggen hier erg veel schepen aan grote lange drijvende steigers. Wij pakken de eerste de beste steiger na binnenkomst. Dit blijkt ook de passantensteiger te zijn. Er staan wel consoles voor water en elektriciteit maar nog niet aangesloten. Een tegenvaller maar we hebben geen zin meer om te verleggen. Het is warm en we willen zwemmen en uitrusten. De vraag is natuurlijk wel waarvan moeten we uitrusten. Zo moe hebben we ons vandaag niet gemaakt. Wel is het erg warm geweest en is het nog. We zetten de BBQ klaar en doen ons te goed aan allerlei lekkere dingen waarna we nog uren genieten van de fantastische avond temperatuur. LE RHÔNE 9 juni (Condrieu – Valance) Een blauwe hemel en een flink windje. Dat wordt weer genieten. Na ons vertrek zien we al na 3 km het leuke plaatsje Albin-du-Rhône verschijnen. Er liggen langs deze rivier diverse leuke plaatsjes met het dorpscentrum vrijwel tegen de waterkant. De kleuren van de huizen zijn al
22
overwegend zuid Frans. Dertien kilometer verderop krijgen we sluis de Sablons die ons 15.30 meter lager brengt. We kijken met verwondering naar de hoge sluiswanden als we beneden zijn aangekomen. Via de plaatsjes St.Rambert, Andancette en St.Vallier arriveren we bij de volgende sluis die 12 meter naar beneden gaat. Bij Serves-sur-Rhône gaat de rivier jammer genoeg weer over in een kanaal, maar gelukkig is dit maar over een lengte van 4 kilometer. Als we wat later Tournon in het zicht krijgen besluiten we hier niet te stoppen maar door te varen. Wel een heel mooie stad maar we willen nog niet stoppen. Bij het voorbij varen laat Ank zien in welk hotel aan het water ze een keer hebben geslapen. In de laatste sluis voor vandaag, de Bourg-les-Valances, varen we samen met een enorm passagierschip naar binnen. Wij liggen vooraan en het passagiersschip torent vlak achter ons als een flatgebouw omhoog. De kapitein wuif even minzaam naar beneden als wij zwaaien. Bij iedere sluis moeten we de zwemvesten weer aan doen. Bij deze hitte is dat geen pretje. Die dingen plakken op je lijf maar het moet nu eenmaal. We vinden het weer genoeg voor vandaag. Valance blijkt geen goede aanlegplaats te hebben wat je eigenlijk wel zou verwachten. Wel is er een paar kilometer verderop een prachtige grote haven: port de l’Epervière. Het liggeld is niet mis. Ze vragen € 21,-. 10 juni (Valance – Viviers) Om kwart over negen gooien we de trossen los. We gaan op weg naar Viviers. De Rhône is weer fantastisch breed en mooi. Ar en Ank hebben zich voorop de punt op de stretchers geinstalleerd. Ik zie vanaf de stuurstand alleen maar blote ruggen en blote billen. We zijn onderhand allemaal al lekker bruin geworden want de zon kan aardig branden. De parasol heeft echter nog geen dienst gedaan. We zijn inmiddels gewend aan de enorm grote sluizen op de Rhône en we verwonderen ons over de hoge snelheid waarbij geschut wordt. Het weglopen van de gigantische hoeveelheid water uit de sluis is een zaak van 6 of 7 minuten. Vandaag hebben we de sluizen Beauchastel (13.65 meter), du Logis-Neuf (13.75 meter) en de Chateauneuf van 18.50 meter naar beneden. Op deze mannier gaan we dus snel naar het zeeniveau, maar er komen er nog een paar. We zijn vandaag Montélimar voorbij gevaren. Vanaf het water hebben we weinig van de stad kunnen zien. Eigenlijk vaar je er ongemerkt voorbij. We hebben vandaag meer dan 50 km achter de rug als we in Viviers arriveren. Ik ben blijkbaar zo blij dat we er zijn dat ik een baken over het hoofd zie en te vroeg op de aanlegsteigers aan stuur. Met een gebonk raken we stenen onder water. Gelukkig varen we langzaam waardoor het niet moeilijk is de fout te corrigeren. Viviers heeft een prima haven en we hebben een lekkere plek aan de steiger. Viviers is al uit de Romeinse tijd en heeft veel monumenten om te bekijken. De kathedraal uit de 12de eeuw is wel één van de pronkstukken. De stad ligt eigenlijk op de berg en daardoor heb je van veel plaatsen een prachtig uitzicht op de omgeving. Na de uitgebreide wandeling gaan we op een terrasje een glaasje wijn drinken en kijken naar alles wat er om je heen gebeurd. We lopen weer naar de haven door de schitterende platanen laan. De haven ligt inmiddels propvol met schepen en scheepjes met op de oever een paar campers. Het is warm, gezellig en vacantie!
23
11 juni (Viviers – Avignon) We vertrekken om 11 uur, wat later dan we gewend zijn. We hebben uitgerekend dat we gezien de snelheid die we varen en de weinige sluizen we tussen 3 en 4 uur in Avignon kunnen zijn. Waarom zullen we ons dan haasten nietwaar. Zoals het de laatste dagen geweest is is het ook weer vandaag. Veel bloot en lekker bakken in de zon. Ans vet regelmatig mijn schouders en rug in want ik heb weinig keuze om andere lichaamsdelen een zonnebehandeling te geven als ik vaar. Met zonneolie en regelmatig een koud drankje is het goed uit te houden. We hebben 4 sluizen op dit traject. Ze zijn als de sluizen van gisteren groot en gaan ver naar beneden. Bij sluis Bollène ondergaan we weer een nieuwe ervaring. We gaan hier 23 meter naar beneden en als je beneden aangekomen bent zijn de sluiswanden onvoorstelbaar hoog. Het is zeer imposant. Met onze zwemvesten aan is het beneden echter niet om uit te houden. Het is meer dan 37 graden en we verlangen er naar dat de sluisdeuren open gaan en we weer op open water adem kunnen halen. We hebben onze vaartijd goed ingeschat want om even over 3 uur arriveren we in Avignon. Het is heel bijzonder als we de stad naderen en de beroemde Pont d’Avignon voor ons zien liggen en er even later op 2 meter voorbij varen. We meren af aan de kade en sluiten het elektrisch aan en gooien onze watertank vol met lekker koel water. Daarna gaan we de stad in. Ook deze stad is vol van de meest bijzondere bouwwerken. We wandelen als eerste naar La chartreuse du Val-de-Bénédictine, Palais de Papes. Als we het plein overlopen en de brede trap op lopen naar de grote deuren zien we dat er geen rondleiding meer mogelijk is. We zijn een half uur te laat. Er is verder genoeg te zien. Natuurlijk gaan we de Pont d”Avignon bezichtigen en kijken naar beneden waar we zoeven gevaren hebben. We hebben allemaal een soort cassette recorder meegekregen die uitleg geeft over alles wat we zien. Het ziet er vreemd uit omdat alle bezoekers zo’n ding om hun nek hebben. We slenteren wat later door de winkelstraat naar het plein Place de l’Horloge en vinden een tafeltje op één van de vele terrasjes. Overal muziek en een enorme drukte. Het ziet er naar uit dat ook Frankrijk al met vakantie is. We gaan terug naar de boot en besluiten om een uur of acht terug te gaan en op een terras te gaan eten. 12 juni (Avignon – sluis St.Gilles) We willen vandaag wel varen maar we willen in ieder geval nog een rondleiding meemaken door de Palais de Papes. Vandaar dat we al op tijd ontbijten. Het is al knap druk als we de rondleiding beginnen. Er is heel veel te zien en het is ook een flinke wandeling, maar zoiets moet je toch gezien hebben. Als we het koele gebouw uitkomen voelen we meteen de kracht van de zon. We haasten ons naar de boot en vertrekken zo snel mogelijk. Om half twee al naderen we de sluis de Vallabreques. We haasten ons een beetje want we zien dat een paar boten ons tegemoet komen en duidelijk net uit de sluis komen. Daarom varen we wat te snel als we het haventje van Vallabreques voorbij varen. Een woonboot bewoner loopt op de steiger en maakt wat zwaaiende bewegingen die we beantwoorden met terug te zwaaien. Als we al voorbij zijn realiseren we ons dat hij ons verzocht wat langzamer
24
te varen want we zien onze hekgolf al op hem toerollen. Tja, we zijn al voorbij. Even later duiken we de sluis in. We hebben geen vast plan waar we heen gaan, maar Tarascon lijkt ons wel een leuke plaats, al hoe wel er niets op de kaart staat dat op een aanlegplaats lijkt. Er blijkt inderdaad niets te zijn en misschien maar gelukkig ook want het is echt te heet om al te stoppen. We besluiten door te varen naar Arles wat een 13 km verderop ligt. Op weg naar Arles zien we rechts van ons de ingang van de Petit Rhône. De haven van Arles ligt vol. We varen langs de aanlegplaats en keren om. We zullen dan maar proberen ergens dubbel te gaan liggen. Het probleem is dat het vrijwel allemaal kleine boten zijn en weinig geschikt om aan te leggen. Gelukkig zien we een redelijk groot schip met een Franse vlag en maken de manouvre om aan te leggen. Voordat we een lijntje kunnen overgooien stuift een Fransman uit de stuurhut en laat ons duidelijk weten dat hij niet gediend is van buren. We laten hem weten dat we hem niet erg gastvrij vinden en gaan zoeken naar een alternatief. De kade die we verderop zien vinden we niet erg geschikt en we draaien om. Dan maar doorvaren en dus geen bezoek aan het mooie Arles. We gaan terug naar de ingang van de Petit Rhône en varen die op of beter gezegd af naar het Zuiden. We varen op een mooie heel natuurlijke rivier die erg kronkelt, met oevers die soms vrij ruig zijn. Door de intensieve bebakening weten we dat we bochten niet kunnen afsnijden. Oppassen dus. We hebben de kaart bestudeerd en gaan er van uit dat we de sluis St Gilles zullen halen waarna we dan Canal du Rhône à Sète op zullen gaan. Het laatste traject op de weg naar het Zuiden. Als we door de sluis zijn zijn we het er met zijn allen over eens dat het genoeg is en we gaan ergens tegen de kant liggen. Het is al aardig laat geworden maar de tocht is zo mooi dat tijd even niet belangrijk is. Na het avondeten merken we dat er een heerlijk verkoelend windje opsteekt. We zitten tot middernacht buiten en kijken over het water. In de nacht wakkert de wind aan tot windkracht 7 of zoiets. Een paar keer worden we wakker door gerammel van dingen op het dek. Ik ga even naar boven om het één en ander vast te zetten en duik er weer in. CANAL DU RHÔNE À SÈTE 13 juni (St Gilles – Aiques Mortes) We worden gewekt door de wind. Veel wind! Als we aan tafel gaan voor het ontbijt waait het brood van je bord en ook het broodbeleg dreigt het water in geblazen te worden. Op alles waar de wind vat op kan krijgen wordt iets zwaars gezet. Om even rustig te kunnen ontbijten maken we de boot los en draaien deze met de neus naar de wind. De omhoog staande ramen vangen nu grotendeels de wind op. Om 10 uur is het alweer 25 graden en we vertrekken naar Aigues Mortes. Het is niet erg ver. Al om 13.30 uur varen we de haven binnen. We denken dat we wachten moeten op het openen van de spoorbrug maar deze blijkt altijd open te staan en gaat alleen dicht als er een trein komt. We gaan aan de kade liggen en sluiten onmiddellijk de walstroom aan. De koelkast staat de hele dag op max capaciteit te draaien en omdat we al 2 nachten geen walstroom hebben gehad is het weer hard nodig om de stekker in de walstroom te stoppen. Ondanks dat het snikheet is gaan we Aigues Mortes verkennen met zijn vele winkeltjes, restaurantjes en terrasjes. We drinken wat en eten een ijsje. Om 4 uur zijn we weer aan boord als de havenmeester, met hanenkam haar, zwaar getatoeerd en ringen in zijn oren, langs komt. Hij wil € 28.00 excl. touristen belasting voor een ligplaats aan de kade zonder toiletten en zonder douches. We vinden dit belachelijk. Als we dit tegen hem zeggen trekt hij ons snoer uit de walstroom aansluiting en gooit die aan dek. Betalen of vertrekken. We hebben weinig op met deze maffia figuur en vertrekken. We hebben toch alles gezien en de accu’s zijn weer aardig opgeladen. We varen het Canal weer op en varen nog een uurtje door waarbij we genieten van de bijzondere vergezichten over de Camarque aan de ene kant en aan de andere kant één van de etangs. We zoeken wederom een plaatsje in het wild. We vinden er één met uitzicht over de Camarque met in de verte de contouren van La Grande Motte.
25
14 juni (Aiques Mortes – Palavas-les-Flots) We varen nog maar net als we Les Grande Motte links zien liggen. Ook Palavas-les-Flots is in de verte al te zien. Aangekomen in Palavas varen we langs een paar jachthavens richting een brug waar we denken onderdoor te kunnen. Voordat we er zijn worden we al gewaarschuwd dat dit niet gaat, maar dat hebben we zelf ook al gezien. We draaien om en meren af aan een steigertje van een botenverhuur bedrijf. We liggen hier tamelijk lux met alle comfort en genieten van de warmte en de verkoelende wind die nog steeds sterk is. Zo nu en dan komt er weer een huurboot binnen die hier af wil meren en we houden af en toe ons hart vast bij de vreemde en gevaarlijke manouvers die mensen uit halen die geen vaarervaring hebben. Om half vier gaan we de stad in en slenteren langs alle winkeltjes en terrasjes. We breiden onze wandeling uit tot strand waar het opvallend rustig is. Als we naar de hemel kijken zien we zwarte wolken verschijnen. Het is niet verwonderlijk dat na deze hete dagen een ontlading komt. Ik maak nog snel een paar Video opnamen en we spoeden ons terug. Snel de kap omhoog en daar is de bui. Als ik mijn gewone bril niet op zijn plaats zie liggen vraag ik of iemand die gezien heeft. Ans weet zeker dat ik die op had toen we gingen wandelen. We zoeken alles af, zonder resultaat. Ik herinner mij dat ik de bril tijdens het wandelen in de video tas heb gestopt. Maar ook hier niets. Er is maar één conclusie mogelijk: verloren! Als het even droog is stap ik op de fiets en ga naar het politieburo waar we op de terug weg langs gekomen zijn. Ik meld het verlies. Als ik terug kom regent het inmiddels zo hard dat we besluiten binnen te eten. Mosselen! 15 juni (Palavas – Sète) We beginnen de dag met zon met hier en daar een wolk. Het is nog steeds drukkend maar niet zo heet dat het onaangenaam is. We krijgen zelfs voordat we wegvaren nog een spatje regen. Een uur later varen we weg met alweer een blauwe lucht. Tot Frontignan gaat alles vlot en naar wens, maar we stuiten op de 2 bruggen in Frontignan. De brug die volgens onze gegevens om 1 uur draait gaat pas open om 1.30 uur. We zijn genoodzaakt om drie kwartier te blijven dobberen voor de brug want aanleg mogelijkheid is er niet of alleen tegen iemand anders aan. We maken hier voor het eerst kennis met Nederlanders die hier het hele jaar op de boot doorbrengen. Veel kennen elkaar en we zullen er later nog veel onderweg treffen. Eindelijk om kwart voor twee gaan de bruggen open en ontstaat er een rush van schepen door de smalle opening. In de kaart hebben we gelezen dat stroom afwaarts eerst doorvaart en daarna pas de andere kant. De andere kant weet dit blijkbaar niet want we komen neus aan neus te liggen met de tegenliggers. Er wordt heel wat afgescholden. Een tegemoetkomende Nederlander vaart tegen ons uit. Wij roepen dat hij de instructies op de kaart moet lezen en dan zijn we al weer aan de andere kant van de brug en varen in een file verder. Hier en daar gaan schepen naar de kant en maken vast. Wij varen door met een aantal schepen nog voor ons. Direct voor ons zit een huurboot die zich vreemd gedraagt. Hij vaart dan links in het vaarwater dan rechts, geeft gas of vaart heel langzaam. We durven er niet voorbij en blijven een half uurtje achter hem aan hangen. Als hij weer vaart mindert en naar rechts gaat gaan we hem voorbij. We zien een paar verschrikte gezichten door het raam en een oude man die heel ingespannen zit te sturen. We zijn nu bij de
26
ingang van de Etang de Thau en gaan het “grote” water op. Vanaf de huurboot wordt gezwaaid. We nemen gas terug en gaan horen wat ze te zeggen hebben. Ze weten niet welke kant ze op moeten en ze kunnen de kaart niet lezen, maar ze moeten naar Sète. We geven een seintje dat ze achter ons aan kunnen varen. Duidelijk opgelucht zwaaien ze en verdwijnen weer de boot in. We varen keurig tussen de bakens door, later zullen we merken dat je hier eigenlijk overal kan varen, en varen de kom in bij de 2 grote bruggen in Sète. Bij het aanleggen aan de kade moeten we even rekening houden met de wind want die is flink, maar we liggen al snel vast. De achter ons varende huurboot heeft al zijn 2de aanvaart afgebroken omdat hij niet aan de kant kan komen. Nol en ik gaan even kijken of hulp nodig is. Er staan al een paar mensen klaar om te helpen maar de boot komt nooit dicht genoeg bij de kant om een lijn over te gooien. Bij de 4de keer geef ik schreeuwend aanwijzingen. Stuur links en nu rechts, een beetje gas geven, enz. Als ze aan de kant liggen worden we bijna omhelsd door de 3 vrouwen aan boord. Het zijn Israeliers op vakantie. Het is voor hen duidelijk tot nu toe geen ontspannen vakantie. De oude heer kan niet varen en heeft geen enkel gevoel voor wat je met een schip kan doen en wat niet. Ze hebben de boot gehuurd en dit is hun tweede dag. Als we later de stad in wandelen komen ze ons op hun fietsjes voorbij. Ze stoppen en vragen hoe ze in de stad kunnen komen. Zelfs dat moeten ze nog vragen. ÉTANG DE THAU 16 juni (Sète – Mèze) We worden al vroeg wakker geschud. Flink wat wind en rumoerig water. We liggen aan lager wal met open water naast ons. De golven raken ons op de zijkant. De Israeliers komen vragen of ze wel kunnen varen. Bij het zien van de golven durven ze niet weg en bovendien in hun contract staat dat ze niet de Etang op mogen bij meer dan windkracht 4. We hebben gehoord dat ze de boot een week gehuurd hebben en we raden hen aan om toch maar te gaan varen. Een week is zo voorbij en zo erg is het nu ook weer niet. Een beetje bedrukt gaan ze terug aan boord. Ar is inmiddels terug gekeerd uit de stad met heerlijk vers stokbrood. We kunnen nog net buiten ontbijten. Het heerlijke van dit klimaat is dat de temperatuur uitstekend is. De wind is hooguit lastig maar altijd verkoelend. Een uurtje later vertrekken we. Ons eerste bezoek op de Etang de Thau is Bouziques, een klein gezellig haventje bij een typisch klein zuid Frans dorp. We wandelen door het dorp en maken een praatje met andere boot bewonders die aan de steiger liggen. Natuurlijk zijn van de 3 boten die er liggen er 2 Nederlands. Het is nog een beetje rommelig op de haven omdat een aannemer nog hard aan het werk is om het aantal aanlegplaatsen te vergroten en overal hardhouten stootranden te plaatsen. Na 2 uurtjes gooien we weer los en varen om de oestervelden heen naar Mèze. Mèze is voor ons bekend want we zijn er met ons vieren vaak geweest tijdens ons verblijf op de camping van Oltra in Cap d’Agde. Menig restaurantje hebben we bezocht.
27
We gaan tegen de kade liggen of eigenlijk het havenhoofd, vlak bij de haven ingang. Als we wat later gaan betalen blijkt de havenmeester niet blij dat we daar zijn gaan liggen maar staat het toch toe. Alle schepen moeten eigenlijk met de boeg of achterschip naar de kade liggen. We blijken hier te kunnen beschikken over douche en toilet maar er is geen elektriciteit. We liggen fantastisch. De golven worden tegen gehouden door de kade maar we kijken uit over de hele Etang. Zo tegen achten kleden we ons voor een avondje uit. Ar en Ank willen hun 38 jarig huwelijk vieren met een etentje op één van de heerlijke terrasjes. Zo zitten we tot laat in de avond te genieten van het heerlijke maal bij een zuid Franse temperatuurtje. 17 juni (Mèze) De dag van de waarheid is aangebroken. Ank is al vroeg aan het inpakken. Vandaag vertrekken ze naar de caravan en wij moeten het 2 maanden alleen rooien. Een Franse vriend van ons allen, Maurice, komt ze ophalen met alle bagage. We hebben nog even tijd want dat is pas vanmiddag. Er is markt dus eerst nog even shoppen, vooral groente en fruit. De huishoudportemonnee is weer verdeeld en alles wordt even niet meer door twee gedeeld. Even wennen dus. We verwachten Maurice vroeg in de middag maar hij komt uiteindelijk pas om 16.30 uur aanrijden. Wel wat laat maar een gegeven paard… enz. Een half afscheid van Ank en Nol want al gaan we dan 7-8 weken onze eigen weg, we zullen elkaar ongetwijfeld nog regelmatig zien. Ans en ik zijn de rest van de dag weer alleen met elkaar. Ook weer lekker. Ik denk dat Ar en Ank er precies hetzelfde over zullen denken. Het ene is leuk, maar het andere ook. 18 juni (Mèze – Marseillan) Geen haast vandaag. Ontbijt in een bol windje met 25 graden. Even naar de Super Marché, uitgebreid koffie drinken en de stoel nog even op de laagste stand. Om 12.00 uur gaan we op weg naar Marseillan. Omstreeks deze tijd is het al boven de 30 graden. We gaan in het zicht van Marseillan voor anker. Heerlijk met een windje en lekker vrij. Onze kont moet ook bruin worden en niemand te zien in de wijde omtrek. Na twee uurtjes bakken met zo nu en dan een verkoelend windvlaagje, is het tijd om te zwemmen. Staande op de zwemtrap met één voet in het water ontdekken we dat het grijs is van de kwalletjes. Een dikke massa zo ver je kunt zien. Dus terug aan dek en dan maar even onder de buitendouche. Zo tegen 6 uur varen we naar de haven van Marseillan. We varen de hele haven door maar geen plekje vrij. Hoe moet dat dan wel in het hoogseizoen zijn als er veel huurboten zijn? Aan de buitenkant van de haven is een grote vlonder voor een charterschip van ca 25 meter. We zijn maar zo vrij en leggen hier vast. Na een uurtje komt de havenmeester langszij met zijn bootje en zegt dat we kunnen blijven liggen voor één nachtje. Hoe lang bent u? 13.50 mtr. Met een knipoog wordt een nota geschreven voor 11.50 mtr. Is ons Frans dan toch niet zo goed? We beschikken hier over water en elektriciteit en een fantastisch uitzicht over de Etang de Thau. Tot laat genieten we bij een nachttemperatuur van ca. 28 graden. 19 juni (Marseillan) Onze ligplaats is zo uniek dat we besluiten nog een dag te blijven liggen. Misschien maakt het charterschip een lange tocht op het Canal de Midi. We krijgen het zonder problemen voor elkaar om de dag door te brengen met zonnen, lunchen, zonnen, wandelen zonnen, etc. Echt vakantie houden dus. 20 juni (Marseillan – Agde)
28
We hebben de havenmeester gisteravond niet gezien voor afrekening van het liggeld voor vannacht. Ik loop om 9.00 uur even bij de captainerie voorbij. Niemand aanwezig. Een wandelaar met een grote ruige hond, die direct zijn kop in mijn kruis drukt, probeert mij in het Frans duidelijk te maken dat de havenmeester niet erg actief is op zondag. Dus dan maar vertrekken zonder te betalen? Wel 24 Euro verdient, eh minder uitgegeven. Een huurboot eigenaar vraagt mij in Zwitsersduits of ze wel zonder betaling weg kunnen varen. Ik stel hem gerust en geef hem het goede voorbeeld. We koersen op “les Onglaus”, de ingang van Canal du Midi. We willen vandaag naar Agde. Het stuk Canal du Midi daar naartoe ziet er fantastisch uit. Je neemt aan dat waar zoveel huurboten doorheen varen, alle oevers wel kapot gevaren zullen zijn. We vinden dat het meevalt. Misschien juist hierdoor en het niet herstellen van de wallenkanten, zijn beide oevers natuurlijk begroeid met van alles, maar vooral onregelmatig. Dit maakt het, met het struikgewas op beide oevers, tot een plaatje. Af en toe zien we in de open stukken “de berg” van Cap d’ Agde. We varen in ons uppie, geen schip tot nu toe te zien. De eerste sluis, écluse Bagnas staat voor ons open, we kunnen er zo in. De sluiswachter neemt er zijn gemak van en wij ook. Wij hebben geen enkele haast. De goede man voelt dit duidelijk aan. Bij het uitvaren, komt ons zowaar een huurboot tegemoet. We komen in een heel smal kronkelend stukje Canal terecht. Even waan je je in niemandsland maar dan duiken de eerste woonboten langs de kant op. Écluse Herault staat aan beide kanten open, dus geen oponthoud. We zien het stroom opwaartse deel van de Herault aan de stuurboord kant. Wij varen bakboord uit en stuiten al snel op de écluse ronde van Agde, een beroemde sluis in dit gebied, die 3 sluisdeuren heeft op 2 niveaus. Je kunt rechtdoor gaan en de tocht op het Canal du Midi voortzetten of je kunt via de derde sluisdeur, bij een lagere waterstand, naar Agde stad met tevens een open verbinding naar zee. Na 20 minuten wachten varen we de sluis in met inmiddels 2 andere gearriveerde schepen. Naar Agde kan op dit moment niet. Alleen op bepaalde tijden. We moeten 2 uur wachten. Geen probleem. We hebben nog niet geluncht dus so what. Wat eerder dan verwacht komt de sluiswachter naar ons toe en vraagt ons weer de sluis in te varen. We horen dat de huurboten niet mogen schutten naar Agde. Het stroom afwaartse deel van de Herault komt uit op de Middellandse Zee waar de meeste huurschepen niet mogen komen. De sluiswachter schut ze daarom niet zonder een goede reden die kant uit. Uit de sluis komen we, na het smalle kanaaltje door gevaren te zijn, onder de brug in Agde door op de Herault. We varen langzaam langs de kade en kijken uit naar een ligplaats. Het is nog erg heet en het trekt ons nog niet om in die hitte aan de kant te gaan liggen. We varen daarom door naar het einde van de Herault waar deze in de Middellandse Zee bij Grau d’Agde uitmond. We draaien en varen weer met lage snelheid terug naar Agde om een aanlegplaats te vinden. Even voor we het centrum invaren worden we tegen gehouden door een bootje midden in het vaarwater. Er zijn wedstrijden “Jouten”. Dit is een soort varend
29
steekspel met bootjes die geroeid worden door 6 of 8 man. In elke bootje is aan de achterkant een soort uitbouw boven het water waarop een man met een lans staat. De kunst is om dicht langs elkaar te varen en dan je tegenstander met de lans in het water te duwen. We leggen aan op een plaats aan de kade waar normaal een vissersschip ligt, hetgeen duidelijk te zien is aan de grote autobanden tegen de kade. We liggen bij een pleintje en een restaurant waar we in de gauwigheid wat kramen zien staan en een podium. We leggen goed vast stappen op de kant en gaan op een terrasje zitten om met een drankje in de hand het Jouten te volgen. Nadat we in een paar uur tijd een tiental mannen in het water hebben zien vallen gaan we weer terug naar het pleintje. Op een bordje zien we dat het plein “Place de la Marine” heet. Tijdens onze afwezigheid blijken de gereedstaande kramen voorzien te zijn van allerlei kunstvoorwerpen en er is een kunstmarkt in volle gang onder muzikale begeleiding van een bandje die een soort Hotclub de France- muziek produceert. We blijken met onze neus in de boter gevallen te zijn. Vanaf het achterdek kunnen we het hele feestje meemaken. De gezelligheid op het plein lokt ons van de boot. We verwachten veel bezoekers aan te treffen, maar we blijken één van de weinige “echte” bezoekers te zijn. Alleen kunstenaars, beeldhouders, schilders en hun aanhang bij de diverse stalletjes en een aantal mensen op het terras van het op dit plein dominerende restaurant “La Marine”, die er waarschijnlijk toch toevallig zitten, bevolken het plein. Niet te vergeten natuurlijk het orkestje dat onmiskenbaar ook in de categorie van kunstenaars thuis hoort. De muziek die gemaakt wordt klinkt af en toe echt vals en men lijkt niet echt op elkaar ingespeeld te zijn. Het klinkt echter leuk en spontaan en soms zelfs professioneel. Telkens komt er weer een muzikant bij die zijn bas of trombone uit een oud auto-tje of busje haalt en zich weer aansluit. Je gelooft het niet maar het is genieten. We komen al snel in gesprek met de kunstenaars, omdat we min of meer op hun bordje kijken. Eén beeldhoudster vraagt brutaal of ze de boot even van binnen mag zien. Waarom niet. We laten haar rustig een kijkje nemen. Bij een expositieruimte in één van de oude panden van het plein worden we aangesproken door een Nederlands schildersechtpaar. Zij hebben al jaren deze expositieruimte en atelier en draaien goed. Zij, Elvira, is de schilder en ze is gespecialiseerd in gigantische vrouwendijen, borsten en andere vrouwelijke uitsteeksels waarbij alles eindigt of begint met een heel klein hoofdje. Eigenlijk niet om aan te zien, maar het verkoopt blijkbaar goed, wat blijkt uit de informatie die we later krijgen. Een expositieruimte in Pesenas, een appartement in Nederland, een appartement in Cap d’Agde, een wijngoed, etc. Om 10.00 uur s’avonds is het feestje voorbij. Alle lange tafels waaraan de familie kunstenaars heeft gegeten en waar ze tussen hebben gedanst worden opgeborgen en de kunstwerken ingepakt. Ons kunstenaars echtpaar, Elvira en Herman stappen nog even bij ons aan boord voor een borrel op het achterdek. Midden in de nacht wordt er met dubbele tong afscheid genomen. Bekaf duiken we in bed terwijl het buiten nog 26 graden is. 21 juni (Agde) Na het ontbijt met een houten kop stappen we op de fiets om Ar en Ank op de Cap te bezoeken. Onderweg bezondigen we ons nog even aan diverse inkopen in de grote Hypermarché en arriveren op de Cap met volle fietstassen. Eén fietstas is vol met verjaardagscadeaus voor ondergetekende. Het scheerapparaat heeft het begeven dus de verjaardag van 16 augustus wordt vervroegd naar vandaag. Deze aankoop mag ik tot 16 augustus niet weten maar wel gebruiken. Naast het kado is er ook een tondeuse met een varieteit van hulpstukken aangeschaft om niet meer afhankelijk te zijn van Franse kappers. Laten we zeggen nog een verjaardigskado. Zes maanden onderweg betekent 6 maal naar de kapper, dat is 6 x 12,00 Euro minimaal. Dit ding kost 39 Euro dus ook nog een verantwoorde aanschaf. Ar en Ank verwelkomen ons met een heerlijke lunch waarna we een paar uur plat gaan liggen op het strand. Jammer genoeg steekt er een koud windje op maar het is in ieder
30
geval borreltijd. Vroeg in de avond als we terugkeren op ons schip bij het plein worden we weer begroet met muziek, maar nu professioneel. We zitten in de dagen van “Fete de la Musique”. Deze avond en nacht ( tot 2.00 uur) wordt gevuld met muziek van twee elkaar aflossende orkesten. Onze nieuwe contacten in de kunstwereld, Elvira en Herman, nodigen ons uit voor een borrel onder de bomen van het plein, op stoeltjes voor hun atelier. Nog meer drank. Trekken we dit nog wel. CANAL DU MIDI 22 juni (Agde) Ar en Ank bellen dat ze op tegenbezoek komen. De reden dat ze naar Agde komen is echter niet zo best. Met de moeder van Ank gaat het slecht. Ze hebben besloten om met de TGV naar Nederland terug te gaan. Gezien de snelle achteruitgang is er eigenlijk weinig hoop dat ze nog op tijd komen, ook al omdat ze pas over twee dagen plaats hebben kunnen bemachtigen in de TGV en dan nog alleen eerste klas. Het is allemaal erg vervelend. We lunchen gezamenlijk waarna Ar en Ank weer terug gaan naar hun stekkie bij Oltra. Wij zakken onderuit en kijken wat er allemaal op het water en het plein gebeurd. Omdat we pal naast het restaurant liggen en van hieruit de menuborden kunnen lezen gaan we gebruik maken van de aanbieding van de dag, 1 kilogram mosselen voor 10 Euro. 23 juni (Agde – Vias) We gooien los om 9.45 uur. Eerst naar Grau d’Agde, waar we bij een haven een dieselpomp hebben zien staan en we hebben dieselolie hard nodig. We hoeven niet aan te leggen want er roept al iemand dat er geen diesel is. Pas in juli weer. We keren terug naar Agde en varen door naar de sluis. Na de sluis draaien we de Herault op maar ditmaal stroom opwaarts richting Bessan. We hebben geen informatie over het water. De kaart geeft een waterdiepte van 1.50 meter. Dat is niet veel maar eigenlijk genoeg. We varen in het begin voorzichtig maar dat is niet nodig. De dieptemeter blijft meer dan 4 meter aangeven. Controle via de binnen dieptemeter geeft hetzelfde resultaat. We varen zonder probleem naar Bessan. We varen er zelfs voorbij zonder het te weten. We zijn wel een aanlegplaats bij een restaurant gepasseerd maar we hebben ons niet gerealiseerd dat dit Bessan blijkt te zijn geweest. Een visser roept ons twee kilometer hier voorbij aan om te waarschuwen voor de barrage waar we al dicht bij zijn. Er blijkt veel hout in en half onder water voor te komen. We stoppen, draaien en gaan terug naar de aanlegsteiger. Ans heeft weinig zin om naar het dorp te lopen blijft aan boord. Ik loop naar boven en zie ook af van een bezoek. Het is minstens 2 km lopen. Terug dus naar Agde. Onderweg heeft Ank gebeld dat haar moeder is overleden. We besluiten om even naar Ank en Ar te fietsen om ze een beetje steun te geven. Vandaar dat we net na de “écluse ronde” vastleggen en de fietsen van boord halen. We peddelen naar ze toe en blijven een uurtje. Daarna zoeken we ons schip weer op. Vanavond is voetbal Nederland-Letland en dat willen we beslist niet missen. Het lukt echter niet de schotel te richten. Geen beeld. Ans is het eten aan het koken en zet het gas uit want de enige mogelijkheid is verkassen. Waar we nu liggen zijn blijkbaar te veel obstakels. Twee km verder lijkt er voldoende ruimte tussen de bomen te zijn. Ik ga richten en Ans gaat weer koken. Binnen 15 min begint de wedstrijd al. Vergeet het maar, helemaal niks. Wat nu. Het eten wordt weer op een laag pitje gezet en we vertrekken weer. Geen open zicht dus maar verder varen. Als we het weer proberen is de wedstrijd een halfuur bezig. Krijg wat, geen beeld dus geen wedstrijd en verpietert eten. We zijn inmiddels al zo ver door gevaren dat we
31
het pretpark van Vias in de verte zien liggen, De luidsprekers van de camping van Vias horen we tot diep in de nacht. 24 juni (Vias – Béziers) Als we wakker worden is het heel stil. Ondanks het lawaai op afstand tot in de nacht hebben we goed geslapen. Na onze dagelijkse schoonmaakactiviteiten drinken we koffie aan dek. Het is 10.00 uur en we vertrekken. Nog geen 500 mtr verderop zien we links “de Kaaiman”liggen. Dat is lang geleden! Zij zien ons ook en ik ga naast hen stilliggen om even bij te praten. Ze vragen hoe we de wedstrijd gevonden hebben. Dat is dus snel verteld. Ze vertellen in het kort hoe goed het wel geweest is. Waren we maar 500 meter doorgevaren! De Kaaiman vraagt of we wat willen drinken. Waarom niet en we leggen aan tegen de kant voor hun schip. Als we aan boord stappen wordt het nu officieel aan elkaar voorstellen. Zolang je niet bij een ander aan boord stapt, is het hallo of hoi. De schipper van de Kaaiman stelt zich voor als Ad Smaal en zijn vrouw als Ina Smaal. We kijken even beduusd Ans vertelt dat haar moeder ook een Smaal is. Een uur later hebben we het uitgedokterd. Ans is een achternicht van Ad. Herinneringen uit s’Gravendeel worden opgehaald. Tante Pietje? Natuurlijk, daar speelden we vaak, wij ook, enz., enz. Twee uur later vertrekken we met de wetenschap dat we er weer familie bij hebben en dan ook meteen een welgestelde. De Kaaiman is een 17 mtr lang jacht voorzien van alles wat maar te bedenken is. De Kaaiman overweegt om terug te keren. Ze raken iedere keer stronken onder water en de bruggetjes zijn eigenlijk te laag. We verzekeren ze dat het best kan. Ze gaan om te zien hoe makkelijk het gaat op de brug staan als we onder de brug doorvaren en onze tocht voortzetten naar Beziers. In het begin van de avond zien we ze Beziers binnen varen en dicht bij ons aanleggen aan de kade. Ze rollen optimistisch de elektriciteitskabels uit voordat we ze kunnen waarschuwen dat alle electoraten vernield zijn door vandalen. De gemeente Beziers ziet er blijkbaar geen brood in om ze te repareren. Als we nog even met elkaar een praatje maken horen we dat Ina al weer nieuwe beren op hun weg ziet. Ze denkt dat de vaart door de Neufécluses veel schade zal geven aan de boot. Ze hebben gehoord dat de Neufécluses nogal berucht zijn en dat je in deze sluis handen te kort hebt. Inmiddels is er een Super Van Craft motorjacht gearriveerd met een stel Nederlanders, die Ad en Ina al diverse keren hebben ontmoet (te vaak volgens Ad). Hij stelt voor om ze morgen als gast met hem mee te nemen door de sluizen trap. Heel eenvoudig. Fietsje meenemen en na de sluizen terug fietsen. Wij fietsen die avond nog even naar de sluizen toe. We zien dat ze alle sluizen op één na leeg laten lopen voor de nacht. Dat was ons niet bekend. 25 juni (Beziers) Vandaag de bekende “Vrijdagmarkt” in Beziers. Het is een zeer warme, zeg maar hete dag. We nemen de bus want op de fiets is het heel erg steil omhoog. Lijn negen stopt in de haven dus erg makkelijk. We stappen alleen in het centrum te vroeg uit de bus, n.l. bij de groente en bloemenmarkt. De algemene markt is op een ander plein. We bekijken eerst de ene markt en daarna wandelen we naar de andere. Voor mannen is de algemene markt een uiterst vermoeiende bezigheid. Tachtig procent van de markt is lapjes en schoenen. Een eldorado voor vrouwen. Gelukkig heeft Ans het na een uur ook wel gezien. Het is inmiddels 35 graden en tussen al die mensen voelt het nog warmer. We komen puffend op de boot terug en doen het de rest van de dag kalm aan. 26 juni (Beziers – Capestang) We vertrekken vroeg samen met de “Kaaiman (al om 8.45 uur) om de huurvloot voor te zijn. Om 10.00 uur is de eerste schutting maar om 9.45 uur gaat de rondvaartboot al de sluizentrap
32
in. De sluizentrap is een bijzonder gebeuren maar geven geen echte problemen. Er is altijd wel een toeschouwer die een lijntje voor je aanpakt en zelf lukt het ook nog wel. Voor de huurboten ligt dit anders. Zij zien deze sluizentrap als een onprettige onderneming. De stromingen die er altijd in het water zijn, brengt velen in paniek. Maar ook wij als “oude rotten” met honderden sluizen ervaring vinden deze sluizentrap toch noch een echte bijzonderheid. Halverwege de sluizentrap is een heel laag bruggetje waar wij met onze ramen omhoog ook maar net onderdoor kunnen. Centimeterwerk. De stroming geeft ons hier nog even handen vol werk. Na de sluizen wordt het weer echt Canal du Midi. Prachtige begroeiingen, prachtige vergezichten en vooral veel bochten in het traject. Wij gaan vandaag naar Capestang. Door de vele bochten zie je Capestang telkens weer liggen maar je lijkt er nooit te komen. Uiteindelijk arriveren we hier en vinden een prachtige aanlegplaats aan de rand van het dorp met een gezellig restaurant op de kade naast ons. De “Kaaiman “ is voor ons gaan liggen en ik ga hen even helpen met de touwen. Voordat definitief vast gemaakt wordt wil Ad eerst even proberen of zijn automatische satellietzoeker beeld kan krijgen. Vanavond is Nederland-Zweden en dat willen we zien. Het lukt niet! Niets. Een paar meter vooruit, een paar meter achteruit, aan de andere kant van het water. Niets. Ad en ik pakken de fiets en fietsen een stukje terug om een openplek te vinden. Al snel zien we een goed plekje, maar daar ligt een boot. Niemand aanwezig? Dan maar er tegen aan. We gaan de Kaaiman ophalen en uitproberen. Het werkt. Om niet te veel te provoceren en om ook niet de doorvaart te beperken, gaat de Kaaiman weer voor ons liggen. Na het eten gaan we met zijn allen, inclusief opvarenden van andere boten, die ook graag willen kijken, naar het uitverkoren stekkie. Om 830 uur zitten we met de hele club voor de buis. Een paar uur later krijgen we meer dan een extra oorlam omdat Nederland gewonnen heeft en gaan tegen middernacht lam naar bed. 27 juni (Capestang – Samail) Al vroeg in de ochtend is duidelijk dat we rustig aan moeten doen. Om 10.00 uur is het al over de 30 graden en geen wind. We liggen voor het laagste bruggetje in het Canal du Midi. Als je ertegenaan kijkt denk je dat kan nooit lukken. Vooral voor de Kaaiman moet het een bijzondere prestatie worden. Alles gaat plat. Ramen, vlaggenstok iedereen gebukt, jawel het wonder geschiedt. Hij glijdt er onderdoor en wij volgen maar pas een half uur later. Onze ramen willen in eerste instantie niet plat. Een zijraam wil niet van het scharnier en moet gedemonteerd worden. Met twee rechterhanden en goede assistente lukt dat natuurlijk! We gaan vandaag naar Somail, het verste punt voor ons op het Canal du Midi. Evenals gisteren is dit een tocht met veel leuke doorkijkjes en vaak een plafond van platanen boven ons. Somail blijkt een heerlijk oud plaatsje te zijn met het oudste bruggetje van Canal du Midi. Veel dingen vinden we echt de moeite waard. We genieten hier. Ad en Ina komen bij ons een wijntje drinken en we horen hoe zij hun leven en hun bestaan hebben opgebouwd. We horen al een tijdje walsmusette muziek op de achtergrond. Als we later gaan kijken zien we op het grote plein midden in het dorp mensen aan grote tafels eten en dansen op walsmuzette muziek. Het sfeertje is echt uniek. We lopen het hele dorpje door waarbij we overal op de achtergrond het muziekje horen. Later op de avond hebben de jongelui het heft in handen genomen en klinkt rockmuziek. 28 juni (Somail – Capestang) We worden om 7.00 uur gewekt door een regenbuitje. Erg onverwacht want zo zag het er gisteravond niet uit. We weten bijna niet meer wat regen is. Er liggen nog veel van onze spullen buiten, dus maar even onder dak brengen en dan met een spurtje weer het bed in. Om 9.00 uur is het droog en direct al weer 30 graden. We nemen met een kopje koffie op het dek
33
van de “Kaaiman” afscheid van Ad en Ina. Op het moment van losmaken arriveert de Super Van Craft met de oude bekende. Ad zegt: ook dat nog en Ina vlucht naar beneden. Ze worden al weken lang vervolgd door deze mensen. Ze kennen ze van vroeger maar vinden hen niet echt sympathiek. Ze zijn plakkerig en Ad verzint iedere keer al zoveel mogelijk niet logische bestemmingen om van ze verlost te worden. Zonder resultaat. Ina vindt dat Ad gewoon moet zeggen hoe de zaken staan. We verlaten ze in een gesprek over de volgende bestemming. Het laatste wat we opvangen is dat de Super Van Craft roept: Oh, dat lijkt mij ook wel leuk! Wij draaien om en wuiven nog even ter afscheid. We gaan weer terug naar Capestang. In de avond lijkt er een bui te ontstaan maar er gebeurd niets. Een uur later is alles al weer weg. Bij 30 graden gaan we naar bed. 29 juni (Capestang – Vias) Vandaag verder terug: Colombiers, weer Les Neufécluses, Beziers. We meren af na de sluis van Beziers om ca 2 uur om boodschappen te gaan doen bij “Ed”. Het is om deze tijd om te stikken maar we moeten inkopen doen en in Beziers te blijven liggen tot het afkoelt vinden we geen goede optie. In “Ed”is het heerlijk koel. Als we bepakt en bezakt buiten komen en op de fiets stappen slaat de hitte toe. Het lijkt wel 50 graden, het is in werkelijkheid 38 graden. Snel weer varen is het devies om het vaarwindje weer op te vangen en om zo nu en dan onder de koelte van de bomen te kunnen varen. Langzaam varend op 1 motor varen we naar Vias, ons eindpunt voor vandaag, waar we bij het pretpark afmeren. Gelukkig hebben we op onze nieuwe ligplaats goede satelliet ontvangst, zodat we de voetbalwedstrijd van vandaag kunnen zien. Na het voetbal ga ik alleen nog even naar het pretpark om de attracties te bekijken. Het is zeer groot en gevarieerd. Voor onze begrippen is het vreemd dat om 22.00 uur het hier nog vol is met kleine kinderen. In de warme landen blijkt dit min of meer normaal te zijn. Ans heeft nog even op me gewacht en we nemen samen nog even een slaapmutsje. 30 juni (Vias) Ans stelt voor naar het strand te gaan. Waarom eigenlijk niet. We fietsen daarom al op tijd door de winkelstraat naar het strand van Vias en doen als alle Fransen. Liggen in het zand en af en toe zwemmen. Ik mis de luxe van de boot. Geen lekkere stoel of stretcher, geen lekker koud drankje naar keuze, enz. Ik fiets in mijn eentje vroeg in de middag terug naar de boot. Ik heb het op het strand wel gezien. Als ik lekker onderuit zit met een lekkere lunch en een koud drankje bedenk ik me dat Ans ook wel trek zal hebben. Ik maak een boterham klaar met kaas en pak een flesje koud water en fiets weer naar het strand. Ans denkt dat ik er weer bij kom liggen maar dat heeft ze mis. Ik keer terug naar het luxe leventje aan boord. 1 juli (Vias – Agde) Er zijn festiviteiten in Agde en daar willen we bij zijn. We tuffen op ons gemak naar de ronde sluis van Agde en zijn op ruim op tijd. We melden ons bij de sluiswachter en wachten af tot de sluisdeur voor ons open gaat. Het duurt maar en duurt maar. Er blijkt wat mis te zijn. De sluiswachter heeft ons vergeten. Hij biedt ons zijn excuses aan en zegt ons toe om ons in zijn lunchtijd te schutten. En zo gebeurt. Om kwart voor meren we af bij ons vaste stekkie bij Place de la Marine. ETANG DE THAU 2 juli (Agde) Al vroeg worden we aangesproken door iemand van de gemeente. We moeten i.v.m. de festiviteiten rond fete de Pecheurs verkassen naar de andere kant van de Herault. We haasten
34
ons niet. We gaan eerst naar de Aldi en nadat we met volle fiets-en rugzakken teruggekeerd zijn maken we los. We besluiten eerst nog even de Herault tot zee af te varen om nog wat verkoeling te zoeken. Het is heet! Terug gekomen zoeken we een plaatsje aan de andere kant van het water, wat niet eenvoudig blijkt te zijn want er bevinden zich vervelende stenen randen onder water. We vinden een redelijke aanlegplaats waar zo te zien normaal een boot ligt. Al snel meldt zich de eigenaar van de ligplaats die komt vertellen dat we eigenlijk weg moeten, maar misschien ook weer niet. Hij vertelt een onduidelijk verhaal over een boot die misschien vanavond nog komt. We blijven dus lekker liggen. Hij komt tegen de avond vertellen dat we kunnen blijven liggen voor de nacht maar dat we morgen i.v.m. een politieverordening weg moeten. Op de plaats waar we liggen wordt het vuurwerk afgeschoten. Ar en Ank bellen dat ze op weg terug uit Nederland Valance net gepasseerd zijn en om 19.30 uur arriveren met de TGV. Ik beloof ze bij het station op te wachten. Achter ons is inmiddels een Grand Banks motorjacht afgemeerd. Al snel zijn we in gesprek met de bemanning. We nodigen hen uit voor een borrel. Annemiek en Jelle van der Zee uit de Bilt hebben hun schip de winter in Lattes liggen op permanente basis. Zij pendelen naar Nederland in de maanden maart/april en sept/oktober. De rest van de tijd zijn ze aan boord. Als ze bij ons aan boord komen hebben ze in een koeler een fles Champagne bij zich. Ze hebben veel te vertellen, en de fles is snel leeg. Ik neem een uurtje later afscheid van ze en wandel naar het station. Ze zijn precies op tijd. Een gezellig weerzien en we praten weer bij met een koud drankje. We zijn nog niet uitgepraat als het “Jouten” begint. We gaan met zijn alle even kijken. Later in de avond gaan we naar Place de la Marine waar veel te doen is. We treffen hier ook Elvira en Herman, waarmee we de afspraak maken dat ze zondag, tijdens het “Fète de Pecheurs”, met ons meevaren naar zee voor de jaarlijkse kranslegging voor de verdronken vissers op zee. Een tocht met veel kleine en grote vissersboten op de Middellandse Zee. Het wordt deze avond laat. Pas om 1.30 uur rollen we in bed. 3 juli (Agde) Flink lang geslapen. Vandaag om 11 uur de “Sardinage”. Dit hoort bij “Fete de Pecheurs”. Het betekent gratis sardines eten die op een groot lang vuur op het plein worden gebakken. Voor iedereen gratis incl. rosé. We hebben genoeg tijd om noch een vaartochtje te maken naar zee dus gaan we die kant op. Voor Ar en Ank is dit tochtje nieuw en omdat het al heel warm is kunnen we even genieten van de vaarwind. We doen er wat lang over zodat we ons pas om 12.00 uur in het feestgedruis storten. We zijn eigenlijk al te laat, maar de laatste bakjes met sardines zijn nog voor ons. Hierbij krijgen we ook een plastic bekertjes rosé aangereikt. Het ziet er naar uit dat alles op is maar nu blijken worsten aan de beurt te zijn maar alleen voor de vissers. Zo zie je dat een visser ook wel iets anders lust. Met de bakjes sardines en bekertje rosé in de hand nestelen we ons op het terras van La Marine, waar we kennis maken met een Duits stel. Hij werkt voor de Duitse RTL en zij is een beetje een gek mens. Inmiddels zitten we met 8 man en kletsen wat af. Er worden nog een paar bakken patat besteld en een paar flessen wijn. Een uitstekend tijdverdrijf! Het is 32 graden en we denken erover om aan boord te gaan. We nodigen iedereen uit om op zondag mee te varen en vertrekken met de “Merlion”. We gaan “voor anker”bij de oude vissersschuit op de Herault. Lekker vrij en naakt zwemmen. Een paar hengelaars in de buurt genieten van het gebodene. Om 6 uur hebben via onze contacten met de kunstenaars op Place de la Marine een uitnodiging voor de opening van een nieuwe expositieruimte. Gratis drankjes en hapjes en een toespraak van de burgemeester van Agde. Het is een langdurige zaak maar we blijven hangen totdat er geen lekkere hapjes meer zijn en we al weer honger krijgen. We strijken neer op het terras van la Marine. Ze hebben een menu-tje van €10. Hiervoor krijg je een 3 gangen menu, of 1 kg mosselen. We gaan voor de mosselen met een witte wijn. Het kunstenaarsechtpaar Elvira en Herman houden ons inmiddels gezelschap. Als we de laatste mosselschelpen hebben ingeleverd en Ank en ik een
35
grote bak ijs hebben weggewerkt, start de muziek op het plein. Een 8 koppige band met lekkere muziek waarop we met zijn alle dansen tot na middernacht. 4 juli (Agde) Ik stap met een slaperige kop tegelijk met Ar het achterdek op. De zon doet al weer flink zijn best. Samen gaan we naar de bakker in de stad. We worden opgehouden door een grote processie waarin veel kinderen, vrouwen en vissers meelopen. Veel dragen platte manden met een sortering vis of andere etenswaren. De vrouwen en kinderen dragen broden en bloemen. Alles gaat naar de kerk waar een mis wordt opgedragen aan de vissers. Na afloop gaat men zich klaarmaken voor de kranslegging op zee. Voordat de mis afgelopen is en de mensen allemaal aan boord van de vissersschepen gaan, kunnen wij even ontbijten. We zien tijdens ons ontbijt veel vissersschepen arriveren. Het wordt een drukte van jewelste. Ook enkele particuliere schepen verzamelen zich. Wij liggen er midden in. Onze gasten arriveren. Als eerste de RTL verslaggever met zijn vrouw Birgit. Ze hebben 5 flessen champagne meegenomen en zijn dus van harte welkom. We merken echter dat we de champagne dreigen kwijt te raken omdat RTL-Birgit niet aan boord durft te stappen. Ze durft de stap niet te maken van de kade naar de boot. Ze krijgt het nog al te pakken. Gilletjes, tranen en ze verdomt het om aan boord te stappen. De RTL man wordt nijdig door de kapsones van zijn vrouw. Het dreigt een echtelijke ruzie te worden. Ar brengt de champagne alvast naar beneden. Mochten ze vertrekken dan verwachten we wel dat ze zonder ballast vertrekken. Op mijn voorstel om de ogen dicht te doen en zich over te geven aan twee sterke mannen die haar aan boord zullen helpen krijgen we haar aan boord. Ze nestelt zich in een stoel en is weer snel de oude en verkondigt met luide stem de nodige onzin. Maurice en Marie, Franse vrienden van Ar en Ank en ook een beetje van ons, arriveren kort daarna. Even later zijn we met 10 man want Elvira en Herman hebben nog een ander kunstenaarsechtpaar meegenomen. We zitten eerste rij als om half elf alle gasten op de visserschepen zijn aangekomen en de varende stoet zich in beweging zet. Het wordt een prachtige spannende tocht om niet te vergeten. Als we het zeegat uitvaren, zien we pas hoeveel grote vissersboten meedoen. Het komt er op neer dat alle schepen in een soort cirkel gaan varen. Midden in de cirkel worden de kransen overboord gegooid. Daarna begint een kat en muis spel. Wie kan de grootste golven maken en hoe kunnen we de kleinere schepen eens even laten merken wat golven zijn. We staan af en toe op ons kop. Een grote douaneboot met een enorm vermogen maakt het een beetje erg bont door op vol vermogen vlak voor ons langs te kruisen. Iedereen krijgt een plens water over zich heen maar het is wel lachen natuurlijk, want de champagne is allang op en de wijn stroomt al volop. Om 3 uur keren we weer terug en leveren onze gasten weer op de kade af. Ook Ar en Ank vertrekken even later samen met Maurice en Marie naar de camping. En zo zijn we weer met ons beiden. We freewheelen naar de avond toe en verheugen ons op de grote finale voetbal op TV. De stroomvoorziening laat het echter afweten. Te lang niet aan de walstroom gelegen en de accu’s zijn leeg. Het is een mooie avond dus niet getreurd. Met het gaslampje gaan we lekker buiten zitten lezen. 5 juli (Agde) Een rustig begin. Alle festiviteiten zijn voorbij en op het plein heerst een volmaakte rust. We willen deze rust voortzetten en zijn daarom van plan om weer naast de vissersboot te gaan liggen om te zonnen en te zwemmen en eventueel daarna, later op de dag, naar de sluis te vertrekken. We hebben het plan opgevat weer naar de Thau te gaan. Onze stroomvoorziening maakt ons nog steeds zorgen, zelfs de waterpomp lijkt het op te geven. Eerst zonnen en daarna zien we wel. We worden al snel door donkere wolken tot de orde geroepen. Even later regendruppels. We besluiten naar de werf “Alleman”, even verderop in de Herault, te varen. Als we niet kunnen zonnen dan maar iets nuttigs doen. De receptie bij de werf moet ons
36
teleurstellen. Ze hebben geen elektrotechnisch personeel voor onze accu’s in dienst maar huren in. Ze zijn zo vriendelijk om voor ons te bellen maar er is niemand op kort termijn beschikbaar. Op advies van iemand in het bedrijf moet ik alle kabels van de accupolen los maken en elke accu gescheiden meten. De laagste blijkt 10.6 Volt, de hoogste 12.5 Volt te zijn. De Alleman adviseur raadt ons aan alle accu’s s’nachts op te laden en de volgende dag wederom gescheiden te meten. Omdat we toch in een goed geoutilleerde winkel staan kopen we meteen een nieuwe grote “stootbal” en een paar handzame lijnen. We mogen de nacht blijven liggen dus maken we goed vast en wandelen naar Grau d’Agde, wat ongeveer 2 km is. Met boodschappen en een goed gevoel van een lange wandeling keren we 2 uur later terug. Het dreigt te gaan regenen dus we halen de kap omhoog en gaan onder de kap kijken naar alle activiteiten op de werf en de schepen die langs varen. 6 juli (Agde – Sete) Alle accu’s weer individueel gemeten. Allemaal 13 volt. Jammer genoeg kan ik ze niet onder belasting meten. We zullen verder wel zien en vertrekken richting ronde sluis en varen via het stukje Canal du Midi naar de Thau. We eindigen de dag aan de kade van Sète waar nog net een plaatsje voor ons beschikbaar is. Ofschoon het de hele dag wel weer mooi geweest is geweest zien we toch zwarte wolken aankomen. We gaan nog even de stad in maar moeten op de terugweg een spurtje maken om niet overvallen te worden door een fikse bui. Na een uurtje is het weer droog en de zon breekt weer door. Alleen maar een kleine ontlading. 7 juli Sete – Mèze) De hele boot is van top tot teen rood van het woestijnstof. Dit betekent veel, heel veel werk met veel putsjes water want een wateraansluiting is er op deze kade niet. We willen ook nog naar de markt en Ar en Ank komen met Corrie en Herman, wederzijdse vrienden van ons, op bezoek. Het wordt haasten. Eerst de boot schoon en dan snel naar de markt. We haasten ons. De markt is groot. Ik vertrek al snel bepakt en bezakt, met een uitpuilende rugzak naar de boot, terwijl Ans nog even naar lapjes, schoenen en kleren gaan kijken en dat liefst zonder mijn aanwezigheid. Ik ben n.l. een ramp voor markt- en winkelbezoek. Ik wil dat het altijd zo snel mogelijk voorbij is. Hoe dan ook, ik kan nog net de stoelen klaar zetten als Ar en Ank met de gasten arriveren. Ans zien we een half uur later arriveren met de diverse ditjes en datjes. Ank wil eigenlijk ook nog wel even naar de markt maar Corrie en Herman voelen hier gelukkig weinig voor. Na eerst koffie met gebak te hebben genuttigd varen we met een lekker gangetje, vergezeld door veel zon naar Mèze, dat een uurtje varen is. Ank wil haar verjaardag vieren met een lunch op een zonnig terrasje op de haven. Keuze genoeg. Het moet gezegd worden: een voortreffelijke lunch. Voldaan varen we weer terug naar Sète. Ons plaatsje is nog vrij. Na een drankje vertrekt iedereen weer naar Cap d’Agde. 8 juli Meze – Marseillan) Een rustige start met een lang ontbijt. De bewoners die de huizen op de kade bewonen begroeten ons vriendelijk. Ze kennen ons al een beetje. Gisteravond heeft een hele familie aan een grote tafel min of meer tegen onze boot aan gezeten. De bewoners hier gebruiken de kade als hun terras. Vandaar dat je als bootbewoner al snel vriendelijkheden uitwisselt met de bewoners. Tegen de middag vertrekken we naar Marseillan. Het water is wat rumoerig en er steekt meer wind op. We willen een beetje uit de wind en uit de golfslag gaan liggen en vinden gelukkig een goed plaatsje in de haven. Deze middag worden we iedere keer geconfronteerd met gepiep van de stroomvoorziening dus snel aan de walstroom. Jammer genoeg is Marseillan de enige haven op de Thau die elektriciteit heeft. We moeten hier dus regelmatig weer naar terug. Gelukkig bevalt het dorp en de haven ons bijzonder goed. Tijdens betaling van het liggeld vraag ik de havenmeester of hij een elektricien kent voor
37
schepenzaken. Hij belt even en heeft direct contact. Morgenochtend, misschien nog vanavond. We blijven voor alle zekerheid aan boord maar hij komt vandaag niet meer opdagen. 9 juli Na het ontbijt, om negen uur, staat de monteur voor de deur. Ik had hem al gezien toen ik terug kwam van de supermarkt waar ik een stokbrood en een krant heb gehaald. Met een spurtje kan ik nog net op tijd zijn om de luiken van de motorruimte voor hem te openen. Met de juiste meetapparatuur stelt hij vast dat alle accu’s nog wel goed zijn maar dat er één wat minder is. Hij denkt dat ons probleem gezocht moet worden in het stroom gebruik. Hij ziet onze oude koelkast als de grote boosdoener. Elke dag rond 30 graden buitentemperatuur vraagt zeer veel van een koelkast. 24 Uur per dag voluit. We beginnen met de koelkast een stukje terug te draaien en nemen ons voor om als we niet aan de walstroom liggen de koelkast op minimum te zetten. We zijn eigenlijk gerustgesteld. Nieuwe accu’s is niet niks. De monteur vraagt voor zijn werk €30 en stapt weer in zijn auto-tje. Wij overleggen om nog even de Thau op te varen en voor anker te gaan. In de haven is het n.l. erg warm. We doen het toch maar niet want we verwachten Ar en Ank om ca 4 uur en als ze wat eerder zouden komen zijn we er nog niet. Dus niet. In plaats daarvan gaan we met een boek in de zon liggen en maken af en toe een praatje met oude bekenden die de haven binnengelopen zijn. We horen al een beetje bij een groep genieters die hetzelfde doen als wij. Je komt elkaar regelmatig tegen. Ar en Ank arriveren op de fiets en vallen neer in de stoelen . Een drankje doet ze goed want het is toch een eind fietsen. Vandaag is Ank echt jarig en dit is dus weer aanleiding voor een etentje. Wij hebben de champagne s’morgens al koud gezet en we kunnen, voordat we vertrekken naar het restaurant, de jarige een heerlijke Kir Royal serveren. Een lekkere bodem voor wat er nog komt. Het restaurant “Rive Droit” is nieuw en we willen de keuken wel eens testen. De ambiance is prima. Prachtig oud gebouw en prachtige stenen tafel en heerlijke stoelen. Jammer dat het eten een beetje tegenvalt. Ze proberen té apart te zijn. Sommige gerechten zijn inderdaad apart en goed van smaak, maar het totaal is enigszins onbevredigend. Gelukkig is Nol’s keuze van de wijn weer uitstekend. Terwijl we teruglopen naar de boot lopen we nog even langs een terrein bij de haven waar een soort popconcert plaats vindt. Ofschoon het al laat is mogen we zonder betalen niet binnen. Niet getreurd, vanaf de boot kunnen we het goed horen. Bij het naderen van de “Merlion” zien we baldadige en dronken jongelui waarvan er twee de “Merlion” oprennen. Dat kan natuurlijk niet. Ar roept hé daar en ik ook zoiets maar ik neem tegelijkertijd een spurtje en geef één van die knapen een trap onder zijn kont. Ik ben echt even hels. Er ontstaat een oploopje die eindigt met het schudden van handen en excuses. Diverse jongens blijven ons de rest van de avond uitdagen en provoceren tot de orde dienst van de haven ingrijpt. Uit onze ooghoeken houden we het stelletje in de gaten maar gaan toch later maar lekker slapen. 11 juli Met ons vieren starten we de dag zoals het hoort na een latertje de dag ervoor. Uitslapen en lang ontbijten. Eind van de ochtend zetten we de fietsen op de kant om naar de vlooienmarkt te gaan in Marseillan Plage. Door al het zout op de Thau is de ketting van de fiets van Ans echter vastgeroest. De schalmen willen niet meer het tandwiel volgen. Met kruipolie en een half uur later begint de ketting weer zijn taak te doen. Alleen kamt hij het eerste kwartier er regelmatig overheen. Maar al fietsend gaat het steeds beter. De vlooienmarkt is nog net zo groot als wij het van eerdere bezoeken in andere jaren kennen. Ans en Ank gaan de ene kant uit en Arnold en ik de andere kant. Dit lijkt ons een redelijk concept omdat de interesses voor een dergelijk markt nogal verschillend zijn. Na anderhalf uur treffen we elkaar in het marktrestaurant waar wij al aan ons tweede pilsje toe zijn. Ans heeft een fietsenkraam gezien
38
met veel fiets onderdelen. Misschien kunnen we hier iets voor de rem en de versnellingskabel van mijn fiets vinden want het blijft gevaarlijk als ik niet fatsoenlijk kan remmen en schakelen. Ar en ik gaan kijken wat men te bieden heeft. Als we overleggen met de fietsenman vraagt hij ons de fiets maar te brengen dan zal hij zien wat hij kan doen. Zo gezegd zo gedaan. Een uur later blijkt alles gerepareerd te zijn en hij vraagt of €10,- te veel gevraagd is. Bestaat dit nog? Ik geef hem €20,-. We keren terug naar het restaurant waar we geen Ank en Ans zien. Ans is een stofje gaan bekijken en Ank is even naar het toilet. Haar zak met leuke spullen, net gekocht, heeft ze bij het tafeltje laten staan en is verdwenen. Waarom kun je niet even wat laten staan! We moeten Ank even troosten. Ze heeft flink de pest in. Van hier uit gaat ieder weer zijnsweegs. Ar en Ank naar de camping, wij naar de boot. Het is heet en winderig. We gaan de plas op en gooien het anker uit. De wind neemt al meer toe en we worden iedere keer achter ons anker aan weg geblazen. We stellen vast dat we in een uur twee kilometer zijn afgedreven Terug naar de haven dus en daar verder de dag uitliggen met een lekkere koelende wind. 12 juli Heerlijke zon maar nog steeds veel wind. We gaan het ankeren weer proberen. We zoeken een lekker plaatsje en laten de ankerlijn flink ver uitlopen. Onbegonnen werk doordat de wind ons iedere keer op de zijkant pakt als we achter het anker doorzwaaien. Het anker krabt als een gek. We proberen het nog een keer ergens anders. Misschien houdt het anker daar beter. Bij de derde keer geven we het op. Met schuimkopjes op de golven varen weer terug naar de haven van Marseillan. 13 juli Marktdag vandaag. De havenmeester wil ons weg hebben want op onze plaats komt de vuurwerkboot voor vanavond. Niet dat ze vanaf hier vuurwerk af gaan schieten, maar hier wordt de boot uitgerust met de vuurwerk pakketten. Het vuurwerk wordt vanavond afgeschoten vanaf het water. De vuurwerkboot ligt al elders in de haven met twee man personeel. Ik ga even bij hen informeren of we eerst nog even naar de markt kunnen. Geen probleem. Als we later op de markt lopen zien we deze twee man lekker achter een pilsje op het terrasje van een restaurantje zitten. Haast hebben we dus niet meer. Ans worstelt zich door de zoveelste bak met opruiming en vraagt mij vriendelijk om naar de boot terug te gaan en een borrel of zo te nemen. Ze wordt gek van me als ik zo ongeduldig achter haar loop te drentelen. Ik laat me dat niet twee maal zeggen. Als ik op de haven ben aangeland zie ik dat alle boten rondom ons verdwenen zijn. Allemaal verbannen door de havenmeester. De helft van de haven wordt die avond gebruikt voor allerlei activiteiten. Een alternatief is er niet. Als Ans terug komt vertrekken we naar Agde. We zijn te laat voor de écluse Ronde. We mogen wel binnen varen maar kunnen pas 2 uur later naar de Herault gesluisd worden. De sluiswachter geeft ons de keus of doorsluizen naar de andere kant van Canal du Midi of 2 uur in de sluis blijven liggen en een paar keer op en neer te gaan terwijl andere schepen in en uitvaren. We kiezen voor het laatste. Vreemd zo’n 3 weg sluis. Bij Place de la Marine is “onze” aanlegplaats vrij. We worden begroet met een kus door Katy, de eigenaresse van restaurant de la Marine en Elvira die het schildersatelier even heeft verlaten om ons te begroeten. Ze heeft ons zien aankomen. Ze informeert ons dat er weer een kunstenaarsmarkt is vanavond. Zover is het nog niet, dus we gaan naar de markt van Agde, die vandaag ook s’middags gehouden wordt. We lopen snel over de markt want het is erg warm. Een grote parasol, lekkere stoeltjes en een bordje met de tekst: 1 liter Sangria voor 4 Euro, nodigt ons van harte uit. We gaan er na ampel beraad op in. Heerlijk onderuit zitten in de schaduw met een liter sangria. Dat is vakantie! Een uur later lopen we, terwijl we lichtjes
39
steun zoeken bij elkaar, naar de "Merlion”. Als we aan boord stappen realiseren we ons dat we vanavond nog de nodige wijntjes aangeboden zullen krijgen. We zien wel. Om 7 uur is de hele kunstmarkt weer in vol bedrijf. We gaan eerst wat eten en de Sangria laten bezinken, maar om 9 uur zijn we weer zover. We stappen van boord en storten ons in het feestgedruis. Het is weer een onderonsje van de kunstenaars. We zien tijdens de hele avond hooguit 15 tot 20 bezoekers, onszelf meegerekend. Ondanks dit is het oergezellig. We worden uitgenodigd aan de tafel van de groep waarna onze glazen zonder mankeren volgehouden worden door die of die kunstenaar. Om middernacht nacht gaan de lichten uit, ook die van ons. 14 juli Quatorze Juillet, dus vandaag een feestdag in heel Frankrijk, een soort Koninginnedag. Ar en Ank komen bij ons aan boord om met ons mee te varen naar de haven van Cap d’Agde, waar vanavond een groot vuurwerk wordt afgeschoten. Ze arriveren op tijd zodat we eerst nog even koffie kunnen drinken voordat we vertrekken. De tocht naar Agde gaat vlot en het is prachtig weer. Voor Ank en Arnold is dit de eerste tocht over het Canal du Midi en ook de écluse ronde is voor hen een nieuwe ervaring. Als we Agde binnen varen besluiten we naar het vissersschip te gaan om nog even te zwemmen en te zonnen voordat we naar de Cap varen. De hengelaars kennen ons inmiddels al en kijken niet op of om als we het water induiken. Het is een vrije dag dus het is druk op het water. Het water is schoon en heeft een lekker temperatuurtje. Pas tegen 4 uur starten we de motoren en varen de Herault af naar de Middellandse Zee en naar Cap d’Agde. De zee is flink in beweging maar niet ruw. We varen om het fort “Brescou” heen naar de haven waar het een hele drukte is met in en uitvarende schepen en scheepjes. We melden ons bij de captainerie van de hoofdhaven. De kosten voor de nacht zijn niet mis: 42 Euro. We krijgen een adapter mee voor de walstroom. Als onderpand moet ik de scheepspapieren in bewaring geven. We krijgen een uitstekende box aangewezen met vrij uitzicht op het vuurwerkponton. Perfect! Na een heerlijk etentje op het dek maken we een wandeling over de boulevard. We doen er zo lang over dat het al bijna donker is als we terugkeren. Om bij de boot te komen moeten we ons door een mensenmenigte heen worstelen. Het is ongelofelijk druk. Als we ons op het achterdek geïnstalleerd hebben met een drankje wachten we, met naar schatting enkele duizenden mensen op de steigers en de boulevard, op de eerste klap die om 11 uur verwacht wordt. De eerste dreun is precies op tijd en wordt gevolgd door een gigantisch vuurwerk dat je zelden zo groot ziet. Na afloop probeert de volgepakte boulevard plaats te maken voor de menigte die van de steigers komt. Wij hoeven gelukkig niet aan dat gedring deel te nemen. Wij leunen achterover en nemen nog een drankje. Feodaal nietwaar maar wel leuk. Om 1 uur vinden wij het ook welletjes en stappen in onze kooien. 15 juli Om 11 uur haal ik mijn papieren bij de havenmeester en we gooien los. De zee is zeer rustig en we zijn weer met ons tweeën. Ar en Ank zijn met de fiets weer terug naar de caravan. Wij leggen weer vast aan de vissersboot op de Herault. We vinden dat we dit plekje eigenlijk moeten kopen met eventueel de vissersboot erbij. Ik weet alleen niet of de hengelaars zo blij zijn met zo’n stel Hollanders bij hun stekkie. Zonnen en zwemmen en we besluiten ditmaal ook de nacht hier door te brengen, maar we moeten nog wel eten. Ans wil daarom nog even een boodschap doen en vooral ook een vers stokbroodje halen. Ik zet de fiets op de kant wat een flinke worsteling is want dit moet eerst over de vissersboot heen en daarna op een wrakkige steiger. Vanaf waar de fiets nu staat en de weg is een strook van 20 meter met manshoog struikgewas en riet. Ans vertrekt en verdwijnt al snel helemaal. Alleen aan de bewegende pluimen zie ik waar ze ongeveer is. Als ze tevoorschijn komt met rietpluimen en takjes in het haar en lachend zwaait, weet ik dat ze het gehaald heeft. Die avond na een lekker
40
etentje en kijkende naar de sterren bij een temperatuur van 25 graden weet ik het zeker: God in Frankrijk bestaat. 16 juli We gaan weer terug naar Marseillan. Dus weer hetzelfde vandaag maar beslist geen straf. Op het Canal worden we aangeroepen door een huurboot. Ze zitten muurvast. Ans gooit een lijn over en ik ga rustig trekken. Geen beweging. Dan maar voluit met twee motoren. Nu lukt het maar toch even met schrik want het scheepje wordt door ons bijna omver getrokken. We worden toch bedankt. Marseillan ligt vol. We vinden alleen nog plaats tegen de buiten steiger wat goed te doen is als het niet waait. Je kunt merken dat het ook voor de Fransen vakantietijd is. Het is gezellig druk, alle restaurantjes en terrassen zitten vol en er wordt veel gewandeld op de haven. De wind begint toe te nemen maar geeft eigenlijk een heerlijke verkoeling. Het blijft echter niet zo. De wind neemt al meer toe en wordt later in de avond onaangenaam voor ons. We liggen met de achterkant naar de wind toegekeerd en dit geeft flinke golven die achterop tegen de boot klotsen. In de achterkajuit is het een lawaai van jewelste. Hier is echt niet te slapen. De overweging om het schip te draaien laten we vallen. Wordt veel te moeilijk en in het donker is dit extra moeilijk. We zoeken het vannacht maar in de voorkajuit waar de wind alleszins draaglijk is. We duiken er in waarbij we nog even denken aan de waarschuwing van de havenmeester dat we morgen weer moeten vertrekken omdat de haven weer vrij moet zijn. Dit keer voor het Jouten, dé attractie voor Zuid-Frankrijk. 17 juli De wind is er nog steeds onverminderd. We hebben hem half op de zijkant en half op de achterkant. We liggen dus aardig aan lagerwal. De havenmeester heeft een ligplaats voor ons in de “grote haven” in een box. Met veel moeite komen we los van de kant en koersen de haven in met een flinke dwarswind. In de aangewezen ligplaats ligt een klein zeilbootje dat diagonaal lijnen heeft gespannen in de box. We vergeten de box maar en varen weer terug naar de binnenhaven waar net een schip vertrekt. We nemen zijn plaats in. De havenmeester komt onmiddellijk langs om ons nog een keer te wijzen op het vrijhouden van de haven. We weten het maar we moeten nog boodschappen doen. We beloven met een uur weg te zijn. Hij gaat akkoord. Om 1 uur vertrekken we naar Canal du Midi naar de zeilclub, die zich direct bij de ingang bevindt. We hebben eerder bij het voorbij varen gezien dat er een paar gastenplaatsen zijn. We vinden hier even later een perfecte ligplaats met een prachtig uitzicht. Elektriciteit is er niet maar die tappen we s’avonds af van een haspel die we elders bij de huurboten zien liggen. We worden begroet door een oud Engels stel met een Broom motorjacht. We worden uitgenodigd om een borrel te komen drinken als we geïnstalleerd zijn. Na een kwartiertje stappen we bij ze aan boord. Hij is 83 en zij 82 en ze zijn beide snelle schenkers en drinkers. Ze hebben elkaar 10 jaar geleden gevonden nadat ze alleen kwamen te zitten na overlijden van hun partners. We voelen hem flink zitten als we terug keren naar de “Merlion”, waar Ans meteen begint met het eten klaar te maken. We twijfelen of we bij het eten nog wijn zullen drinken. De avond is zoel en we zitten tot 11 uur buiten en kijken uit over de oevers van Canal du Midi en over de Etang de Thau. 18 juli Ar en Ank verwachten ons vandaag op de Cap dus fietsen we op ons gemak over het slechte pad naast het kanaal naar de brug. Daar fietsen we de weg op, telkens van dichtbij voorbij gereden door auto’s op de weg Sete/Agde. Botsend door de gaten in het sluipweggetje naar de Oltra Camping arriveren we drie kwartier later bij Ar en Ank. Alles meteen uit, bloot is verplicht bij Oltra maar ook prettig. Ank heeft een enorme lunch voorbereid, die we bakkend
41
in het zonnetje verorberen. Even later op het strand kunnen we uitbuiken en slapen. Pas vroeg in de avond gaan we terug naar de caravan om ons gereed te maken, jawel, voor een etentje in het nieuwe restaurantkoepeltje van “1664”. Ook Elze, Bert en Rik zijn er bij. We zitten op ons gemak en het is gezellig. We vergeten hierdoor de tijd een beetje. Het wordt al donker en we moeten een eind fietsen. We willen niet in het donker over het slechte pad met veel stenen van het Canal, want dan zullen we waarschijnlijk een paar km moeten lopen. Dus we zetten er flink de vaart in. Toch te laat want op het moment dat we bij het Canal arriveren is het donker. We moeten heel erg oppassen en hotsen en botsen en moeten een paar keer van de fiets. We halen het ec hter zonder lekke banden. 19 juli Het is warm en geen wind. Bij het ontbijt is het al over de 30 graden. We vertrekken naar de Thau en gaan voor anker op een verlaten stuk water ver weg van de vaarroute. Een hele dag luieren en zonnen terwijl we ons meerdere keren afspoelen onder de buiten douche omdat het te heet is. Zwemmen is er niet bij. Het ziet nog steeds wit van de kwalletjes. Tegen de avond meren we af in Marseillan tegen de ponton. Alles is verder vol. Ik ga naar de Havenmeester en als ik de naam “Merlion” noem wenst hij ons veel plezier maar we hoeven weer niet te betalen. Het is ons nog niet duidelijk. We spreken de eigenaar van een schip dat aan de kade ligt die 3 dagen blijft. Hij moet gewoon 3 dagen betalen. 20 juli We geven deze ochtend de boot een flinke beurt. Alles is kleverig van het zout. We moeten wel even aanpakken want Ar en Ank komen met Elze en Bert en natuurlijk kleine Rik. We gaan een dagje met zijn allen het water op. Leuk met zo’n ploeg. Voordat we zover zijn moet eerst de grote dinsdag markt bezocht worden. Elze en Ank willen Bert in de kleren gaan steken omdat hij volgens hen veel te weinig variatie in zijn kleding heeft. Ar en ik hebben weinig zin in het shoppen en vatten een pilsje op het terras. Het schiet niet op met de inkopen. We gaan daarom maar terug aan boord en proberen de gerepareerde videocamera die meegekomen is met Elze en Bert. Het is al lunchtijd als iedereen aanboord is en we gooien los. Het water op, anker naar beneden en zwemmen maar. Maar ook vandaag overal kwalletjes. Het water lokt echter enorm. Het is heet! Ans is de eerste die de kwallen aan haar laars lapt en er in duikt. Ank en Elze volgen aarzelend. Wij mannen kijken toe hoe ze tussen en tegen de kwallen zwemmen. Blijkbaar “bijten” ze niet, anders hadden we het wel gehoord, maar toch. Wij mannen nemen een koud drankje en blijven op het droge. Hoog uit een extra douchebeurt zonder kwallen. De pret in het water is ten einde. Gilletjes weerklinken van beneden. Ze maken elkaar wijs dat ze een kwal in het haar hebben. Wij van boven af doen natuurlijk ook een duit in het zakje. Bert roept naar beneden dat er twee op de rug van Elze zitten. De hele bups klimt aan boord. Een heel blote bedoening springt rond terwijl wij mannen toekijken en nog steeds overal kwallen zien zitten tot schrik van vooral Elze. Wij oude rotten hebben geen problemen meer met de zon. Elze en Bert zijn echter flink verbrand. Het gaat een beetje te snel voor hen. We stomen terug en zwaaien wat later onze gasten uit. Met z’n tweeën is het weer lekker rustig ofschoon we wel even opruiming moeten houden. 21 juli Hoe is het mogelijk. Het is bewolkt. We kunnen weer wat doen aan de boot. Op het programma staat olieverversen. De SB motor is als eerste aan de beurt. Leegpompen en de nieuwe olie er in gieten die we bij de “Champion” hebben gekocht. Met een uurtje gepiept. De tweede motor laat ik even voor wat hij is. Het is beneden in de motorruimte om te stikken en er is buiten genoeg te doen. Verschillende stootplekjes op het staal zijn gaan roesten, vooral door het hoge zoutgehalte van de Thau. Mijn schuur-en plamuurbak komt te voorschijn
42
en daarna de verf en kwasten. Een flinke klus waar ik enige uren druk mee ben. Het droogt als een gek in het inmiddels weer aanwezige zonnetje, vandaar dat ik tegen de avond de tweede laag al aan kan brengen. 22 juli Er is vandaag markt in Meze. We vertrekken na de koffie na even gezwaaid te hebben naar de havenmeester. Hij weet nu wel dat we altijd weer terug komen. Aangekomen in Meze meren we af in een box die wordt aangewezen door de captainerie. Met de boeg naar de kade toe, wat we niet bepaald prettig vinden want de afstap naar de kade is dan zeer moeilijk door de hoogte van het voorschip plus de railing. Je moet je min of meer naar beneden laten vallen. Het grote probleem is hoe weer aan boord te komen. Maar we zijn nog steeds lenig. We doen de markt ditmaal snel. De ene markt is bijna gelijk aan de andere nietwaar. Wel vinden we deze Zuid Franse zomermarkten gezellig. Veel terrasjes en alles te koop. Binnen 2 uur zijn we weer aan boord. We hebben geen vaste plannen maar we willen niet in Meze blijven liggen. We kiezen voor Bouzique en varen daar heen. We kennen dit plaatsje van de eerste dag op de Thau, toen er daar nog hard gewerkt werd aan de aanlegplaatsen. Het is mooi geworden maar jammer dat men nog niet aan de elektriciteit is toe gekomen. We horen dat dit pas volgend jaar wordt. We liggen hier bijna midden in het water met een prachtig uitzicht over de Thau. Er is een steiger van ca 15 meter aan de buitenkant met een zwemtrap naar beneden. Dit is het middelpunt van jongelui die hier zwemmen en zonnen. Volgens een paar jonge dames waarmee we een praatje maken en die even onze buitendouche gebruiken om het zout weg te spoelen, is dit het zwembad van Bouzique. We zien bij het dorp veel activiteit. Er wordt een kermis opgebouwd. Dit weekend wordt het dus feest met ongetwijfeld veel lawaai. We maken een loopje door het dorp, kopen een vers stokbrood en zetten ons op het achterdek waar op de steiger de jongelui het naar hun zin hebben. Er wordt geknuffeld en gekust naar lieve lust en niemand trekt zich iets van onze blikken aan. Opvallend is dat er geen problemen zijn. Ook laat in de avond als we nog buiten zitten merken we niets van de 2-3 groepjes die nog op de steiger zitten of liggen. Het Franse gemurmel is zelfs een lekkere achtergrondmuziek voor het slapen gaan. 23 juli Gaan we weg of blijven we. We houden het nog even in beraad. Eerst willen we even de camping hier gaan bezoeken om eventueel een plaatsje te reserveren voor de caravan van Carolien en Cor, die binnenkort op bezoek komen. Camping “Lou Labech” is vlakbij, we fietsen er in 10 minuten heen, en heeft uitzicht op de Thau. Er is hier en daar nog een plaatsje vrij. Eén met uitzicht op het meer. We reserveren voor alle zekerheid want volgende week is heel Frankrijk op vakantie. We nemen een kop koffie op een terrasje aan de haven en bellen met Carolien om ze op de hoogte te brengen. Ze zijn er blij mee dat ze niet bij aankomst hoeven te zoeken. Het is inmiddels zo heet dat we het water in duiken. Heerlijk deze afkoeling. Het zout er afspoelen en weer zonnen en lezen. We komen de dag wel door en maken verder geen plannen. Onze buiten douche is door iedereen ontdekt. Iedere keer komt er weer iemand langs om te bedanken voor het gebruik. Als er een paar elkaar met de slang en douche achterna gaan zitten halen we alles weer aan boord. 24 juli Onze stroomvoorziening laat het afweten. We moeten weer naar Marseillan. Het is wel erg gek dat er op de hele Thau niet meer havens zijn die elektriciteit leveren. We varen met een flink vaartje, om de accu’s alvast op te laden met de dynamo’s. De rest komt later als we aan de walstroom liggen. Het is zowaar rustig in Marseillan. Waarschijnlijk omdat we vroeg zijn en het 34 graden warm is. Iedereen is natuurlijk op het water om wat koelte op te vangen.
43
Toch voelen we nog een windje als we de haven binnen komen en het is dus best uit te houden. Tegen 5 uur gaan we onder de douche en vertrekken naar de supermarkt. De garnalen zijn in de aanbieding en zien er voortreffelijk uit. We hebben nog een fles witte wijn koud liggen dus het wordt genieten. 25 juli Ans oppert het idee om naar Marseillan Plage te fietsen, daar de fietsen te laten staan en dan langs het strand naar de camping van Oltra te wandelen. We willen Ar en Ank verrassen met een onverwacht bezoek. Zo gezegd zo gedaan. Een uurtje later arriveren we op het privé strand van Oltra, waar het een beetje stuiverig is door de flinke wind. Geen Ar en Ank. We spreiden onze handdoeken uit en wachten op hun komst. Ze zijn elke dag op het strand dus waarom vandaag niet, nietwaar. Ze blijken echter andere plannen te hebben. Net als we ons in het zand ingegraven hebben en lekker liggen zandstralen, wordt er gebeld op ons mobieltje. Ank vraagt of we al in Sète aangekomen zijn, wat ons oorspronkelijke doel was voor vandaag. Ze is er van overtuigd dat we haar in de maling nemen als we vertellen dat we op hun strand liggen. Ze hebben nog geen plannen voor het strand maar wel voor een uitgebreide lunch bij de caravan. Of we zin hebben. En of we zin hebben! De lunchen van Ank zijn ons bekend. Dus handdoek oprollen en naar de caravan. Ar moet ons ophalen met een bezoekerspasje want tussen het strand en de camping is een pasjes controle ingevoerd i.v.m. de veiligheid. De lunch is zo uitgebreid dat we enkele uren nodig hebben om onze bordjes en niet te vergeten glaasjes, leeg te krijgen. De middag is al ver gevorderd als we vertrekken voor onze wandeling naar Marseillan Plage en de fietstocht naar Marseillan Dorp. De wind is inmiddels aangewakkerd tot windkracht 5 met uitschieter naar 6, die ons het fietsen moeilijk maken. Af en toe moeten we op de pedalen gaan staan om vooruit te komen en om onze zitvlakken even te ontlasten. Min of meer uitgeput arriveren we bij de “Merlion”. Rusten is er nog niet bij. Ar en Ank gaan met hun buren André en Silvia uit eten in Marsellan en ze willen even langskomen om de boot te bekijken en een borreltje te drinken. Als ze arriveren, waait het nog hard. Je moet je glaasje goed vasthouden of zorgen dat die altijd gevuld is. In lege toestand waait ie n.l. om. De hapjes zetten we voor alle zekerheid maar op de grond. De temperatuur is overigens nog steeds boven de 30 graden. Een beetje weer om high te worden. We zien later vanaf ons achterdek het viertal op het terras zitten van restaurant “Le Chateau”. Tot middernacht blijft het zacht en is het eigenlijk jammer om naar bed te gaan. 26 juli Vandaag komen Carolien, Cor en de kinderen naar Bouzique. We verheugen ons erg op hun bezoek. We hebben ze al 3 maanden niet gezien. We liggen nog in Marseillan dus losmaken en vertrekken. Het is een dik uur varen. We hopen dat er een goed plaatsje te vinden is. We merken toch dat Frankrijk met vakantie is. De havens zijn toch regelmatig aardig vol. We treffen het, ons “oude” plaatsje van een paar dagen geleden is nog vrij. We hebben nog even tijd om de boot een beurt te geven. Dat is echt nodig. In een paar dagen kleeft alles weer van het zout. Eerst een sopje en dan
44
afspuiten. Met een dik uur klaar. Er komt een sms’je binnen van Carolien: nog 185 km te gaan. We verwachten ze om ca. 4 uur dus nog even tijd om te relaxen. Jawel, op de geschatte tijd zien we de auto met caravan op de haven parkeren. Gaston draaft als een olympisch sprinter de haven over en springt ons in de armen. Nikki doet het wat kalmer aan. Als zij om onze nek hangt merken we dat ze groot wordt. Heerlijk om iedereen weer te zien. Een ieder zoekt een lekker plaatsje aan dek en we proberen elkaar op de hoogte te brengen over onze wederzijdse belevenissen. Gaston en Nikki vinden dit minder interessant en gaan gebruik maken van ons zwembad naast de deur. Cor en Carolien vertrekken om de caravan te gaan plaatsen en ik rijd mee. De kinderen blijven bij Ans. Nikki lezend en Gaston het water in het water uit. Na een uurtje zijn we weer terug en kunnen genieten van een heerlijke avond, een uitgebreide BBQ en veel wijn. De kinderen hebben de botsauto-tjes ontdekt die er nog staan van de kermis. Het is er druk en we besluiten om deel te gaan nemen aan dit botsspektakel. Al snel is vrijwel de hele familie aan het botsen. Vrijwel, want Carolien en Ans geven er de voorkeur aan om ons geklutst te zien worden in plaats van zij zelf. Het is lachen, gillen en botsen. Goed om de BBQ te verwerken en om goed te kunnen slapen. De kinderen bij ons in de boot en Carolien en Cor samen in de caravan. 27 juli Om 9 uur ontbijten we met elkaar. Carolien en Cor hebben een lading heerlijk vers brood gehaald bij de bakker. Het is vol en gezellig op het achterdek. We hebben grote plannen voor vandaag. De Thau over naar Canal du Midi en door naar Agde. We hebben elkaar beloofd om niet later dan half tien te vertrekken omdat we anders de ronde sluis niet halen. Als we de Thau opvaren, blijkt het nog hard te waaien met flinke golven. Als we een beetje vaart zetten buizen we flink waarbij af en toe een fijn motregentje over je heen komt. Bij de hoge temperatuur een fijne tocht waarvan iedereen geniet. Om kwart over twee varen we de sluis van Agde binnen en worden we naar beneden gesluisd. In Agde varen we nog even de Herault af naar zee en Grau d’Agde. De jongelui hebben het duidelijk naar de zin tot dat halverwege de Herault Nikki haar nieuwe Kuifje door de wind overboord ziet gaan. Ze is ontroostbaar. Als we een half uur later terug varen, koersen we af op elk papiertje dat we op het water ontdekken. Niet dus. Als we het vissersschip passeren vinden we dat wat zwemmen en zonnen best lekker zal zijn. We leggen daarom aan en een ieder doet wat hij wil. Rond 6 uur breken we op en varen naar Place de la Marine, waar we ons bekende aanlegplaatsje willen opzoeken. Als we zien dat de grote vlonder waar normaal een charterschip ligt leeg is gaan we daar liggen, met het gevaar natuurlijk dat we later weg moeten. Tot onze verrassing is er weer kunstmarkt waar we later nog even aandacht aan kunnen besteden. Eerst naar de zomermarkt op het grote plein in de stad. Overal is muziek. Orkestje op een plankier, midden op het plein en in de straat. Je loopt van de ene soort muziek in de andere. Ik zie de markt niet meer zitten en loop terug naar Place de la Marine en ga op het terras zitten waar juist en jazzorkestje is begonnen met spelen. Als de shoppers terug komen bestellen we een karaf wijn voor ons vieren en limonade voor de kinderen en luisteren gezeten onder de platanen naar de muziek. Voordat we aan boord gaan om te douchen en ons te verkleden voor de avond reserveren we even en tafel bij Katy van La Marine. Als we 2 uurtjes later genieten van een overheerlijk menu-tje, terwijl we tegelijkertijd luisteren naar de muziek op het plein, vinden Carolien en Cor dat dit toch wel echt vakantie is. Wij wisten dit natuurlijk al lang. Als we nog natafelen is het inmiddels donker geworden en gaat de verlichting aan. Het wordt zo gezellig op het plein, dat we even mee gaan doen, wat dansen en wat luisteren. Elvira en Herman komen nog even langs om kennis te maken met de hele familie. Hierna lokt het bed en gaat de hele bups een slaapplaatsje zoeken in de boot. 28 juli
45
Het is een wanorde in de “Merlion”, maar iedereen heeft goed geslapen en daar gaat het om. Cor en ik gaan even het dorp in om brood te halen bij het bakkertje. We genieten even later van een heerlijk ontbijt bij 31 graden en geen wind. Het zal wel bakken worden op de terugweg naar Bouzique. Tijdens het varen zal dit wel meevallen, maar in de sluis en op Canal du Midi zal het lekker heet worden. De sluis van 11.30 uur nemen we samen met een groep van ca 10 kleine motorbootjes die in Agde verhuurd worden. Het is een gedoe om ieder een plaatsje te geven waar ze niet in de weg liggen. Er moet nog een grote rondvaartboot bij dus er moet gepast en gemeten worden. De sluiswachter springt als een duiveltje rond om iedereen te vertellen wat hij moet doen. Hij gedraagt zich als een bovenmeester die geen orde kan houden. Als niemand meer luistert, laat hij de rondvaartboot zelf maar de ruimte scheppen die het nodig heeft. Hier blijkt het gezag van de sterkste. Iedereen voegt zich onmiddellijk op één na die zenuwachtig wordt wil corrigeren, dan te veel gas geeft en bij ons achter op het zwemplateau belandt, daarbij de gelakte lattenkist voor de stretchers meenemend. Een hevig gekraak doet vermoeden dat ook het kleine motorbootje schade zal hebben, maar afgezien van de bleke gezichten blijkt dit niet het geval te zijn. Ik laat ze weten dat we na de sluis even moeten praten, wat even later dan ook gebeurt. Ans is het niet mee eens om 50 Euro te vragen. Ze vindt dat deze mensen voor een dag een duur bootje hebben gehuurd en dat we dag niet mogen bederven. Ach ja, waarom ook niet. Voor het bootje en zijn 6 koppige bemanning is 20 Euro geen bezwaar en het biljet wordt ons met een glimlach aangereikt. Op de Thau is het lekker. We varen meteen door naar het ondiepe gedeelte en gooien het anker uit. Er moet gezwommen worden dus erin allemaal. Zelfs niet met een stok. De kwalletjes zijn er nog steeds en niemand durft het aan. Dan maar naar Bouzique, we weten dat die dingetjes daar niet zijn. Dus varen, aanleggen en het water induiken. Hier is het heerlijk. Tot nu toe de beste plaats voor zwemmen. Het afspoelen na het zwemmen is al snel een watergevecht, maar bij 34 graden is een beetje water alleen maar aangenaam. Carolien en Cor doezelen onder de parasol totdat Carolien moet beginnen aan het eten. Zij heeft beloofd ons te trakteren op een stevige macaroni schotel met kaas en vleessaus. Door al onze activiteiten hebben we honger gekregen en laten het ons goed smaken. Gaston wil graag de videobeelden terug zien die we deze twee dagen gemaakt hebben maar de camera laat het afweten. De accu is leeg. Later in de avond wordt er toch nog even gekeken met vier koppen tegen elkaar voor het kleine cameraschermpje. De dag is weer bijna voorbij. Gaston en Nikki willen weer bij ons aan boord slapen. We spreken af dat we morgen gezamenlijk ontbijten waarna zij de terugreis weer beginnen. DE TERUGWEG 29 juli Carolien en Cor arriveren om 9 uur met brood en croissantjes. Ze hebben geen haast maar willen wel om 10 uur rijden. Wat heet geen haast. We slepen al vast de bagage naar de overkant van de haven waar Cor de caravan heeft geparkeerd. Om kwart over tien is het zover om de familie uit te zwaaien. Een heerlijke onderbreking van onze lange vakantie. Ans en ik kijken elkaar aan en pakken emmer en luiwagen en geven de boot een beurt. Rond het middaguur maken we los. Ook voor ons begint de terug reis. We hebben ons voorgenomen om op Canal Rhône à Sète ergens te gaan tanken. Of in Frontignan of Aigues Mortes. We hebben een telefoonnummer gekregen voor Aigues Mortes maar volgens informatie zit er ook één in Frontignan. Er zou een garagebedrijf dicht bij de brug te vinden zijn en die zou er voor kunnen zorgen. We leggen aan voor de duo brug van Frontignan. We hebben een uur tijd, want de brug draait om 13.30 uur. Ik fiets al vast rond om de getipte garage te zoeken. Helemaal niks in de buurt. Ik keer zonder resultaat terug aan boord. Inmiddels liggen er veel schepen aan onze kant voor de brug. Aan de andere kant zien
46
we het dubbele aantal. Het zal wel weer dringen worden als de brug open gaat. En dat gebeurd precies op tijd. Een golf van boten komt over de gehele breedte op ons af. We blijven maar even liggen waar we liggen en wachten tot de golf voorbij is. Na de brug meren we af langs de kade. Ik vertrek weer op zoeken naar de olieman. De eerste zaak die iets zou kunnen weten is een reparatiebedrijf voor buitenboordmotoren. De goede man weet van niks. Een carrosseriebedrijf weet wel iemand. Zo en zo en dan rechtuit en dan weer links. Ik fiets naar het opgegeven adres op Avenue de Gaule. Alles op slot. Ik bel aan bij de buren. Ze weten van niks. Op een reclameplaat staat een telefoonnummer die ik noteer. Terug op de boot probeer ik het. Jawel, wilt u rood of wilt u wit. Rood natuurlijk. Misschien vanavond of morgen kan de tankauto langs komen, zegt de dame. Ik accepteer en leg neer. Ans voelt er echter niets voor om hier de nacht door te brengen. De treinen rijden bijna elke 5 minuten over ons hoofd. Het is een hels lawaai. Tien minuten later besluit ik af te bellen en tik het nummer in. Ik wordt echter opgehouden door luid getoeter. Er staat een tankwagen naast de boot. Of we olie willen. Nou dat willen we wel. Hij wijst er op dat rode olie niet mag in een plezierboot. Ik verzoek hem het er toch maar in te gooien. De olieman hangt de slang in het tankgat maar omdat het ding zo dik is sluit hij de opening vrijwel geheel af. Je kunt dan wachten op problemen. De olie wordt met kracht naar binnen gelaten maar komt ook met kracht weer omhoog als de lucht niet snel genoeg weg kan. Een enorme sproeier komt over de olieman en het schip. Gewaarschuwd doet de man nu maar rustig aan. Een tweede keer gebeurt wat later. De man laat het zaakje hangen en gaat zich droog maken bij de tankwagen. Hij weigert verder te gaan. Ik moet hem ompraten om het nog een keer te proberen in de tweede tank aan de andere kant. Als het nog één keer gebeurd dan stopt hij. We hopen er allebei het beste van en het gaat goed. Allebei tevreden, hij met ons geld en wij met zijn olie, nemen we als vrienden afscheid van elkaar. De volgende trein dendert alweer over ons heen dus losmaken en wegwezen. We vervolgen onze tocht op het Canal. Tussen Frontignan en la Maque Lonnen zien we een paar schepen tegen de kant liggen. We zoeken dan wel een plaatsje, want we zijn het zat, maar hier? We vermoeden dat er een reden is dat op deze ongebruikelijke plaats afgemeerd wordt. Als we proberen aan te leggen zien we vanaf de boot het strand en de Middellandse Zee. Het canal komt op dit punt bijna samen. Er is echter niets om aan vast te maken. We halen de drie stalen pennen uit de kist en slaan die in de grond. We zien naast het Canal moeras dus hoe komen we op het strand. Bij de verste boot zien we mensen naar het strand vertrekken waarbij zij een smal paadje volgen. We doen alles op slot en gaan ook op pad. Het paadje loopt wel naar het strand maar we stuiten op een watertje. Er omheen gaat zo te zien niet, dus schoenen uit en er doorheen. We lopen hierna direct het brede bijna verlaten strand op. We maken onmiddellijk plannen om een dagje te blijven. Lekker de hele dag op het strand, wandelen etc. We waden weer terug en schenken wat kouds in. Achterover geleund worden we weer geconfronteerd met de werkelijkheid. Een klein vrachtschip vaart ons voorbij en rukt door de zuiging niet één maar alle 3 pennen uit de grond. We dobberen direct weg van de kant. Ons plannetje om de boot alleen te laten morgen en naar het strand te gaan is van de baan. We moeten blij zijn dat er niet tijdens onze wandeling van zonet een schip voorbij gevaren is. We hadden gegarandeerd moeten zwemmen. Omdat het al 8 uur is verwachten we geen andere schepen meer en maken ons voor de nacht dan ook geen zorgen. 30 juli We worden wakker doordat een boot door het Kanaal vaart. We voelen dat de boot wordt meegenomen. Ik spring uit bed en schiet wat aan. De zuiging is flink. Ik spring op de kant omdat een paar pinnen er bijna uitliggen. Met de wat onbeheerste sprong op blote voeten land ik op een scherpe steen en haal mijn voet flink open. Merde. Ans moet er bij komen om me te troosten en te verbinden. Gelukkig hoef ik vandaag geen marathon te lopen.
47
We weten eigenlijk nog niet waar we precies naar toe zullen gaan vandaag. Palavas is een leuke plaats, dat weten we van de heenweg. Dat wordt het dus, ofschoon het maar een klein stukje varen is. We kunnen weer terecht bij dezelfde jachthaven c.q. boten verhuurbedrijf als op de heen weg. De fietsen gaan op de kant en we trappen naar de supermarkt. Het is inmiddels even na twaalf uur. Buiten de supermarkt zijn de andere winkels vrijwel allemaal dicht. Op de terug weg gaan we nog even langs het politiebureau om te vragen of mijn bril gevonden is. Dat is niet zo. Pech dus. Dan maar een ijsje en likkend fietsen we terug. Onze aanlegplaats is naast een groot parkeerterrein speciaal voor campers. Ze hebben dezelfde faciliteiten als wij. Prima geregeld hier. Een paar Frans sprekende Belgen pompen een grote rubberboot op en gooien deze naast onze boot in het water. Met veel moeite wordt een flink formaat buitenboordmotor opgehangen die met man en macht aan de gang getrokken wordt. Als men zit wordt veel te veel gas gegeven en het ding schiet als een projectiel weg en jawel eindigt achter op het zwemplateau waarbij de weer gelijmde kist voor de tweede keer plat gevaren wordt. De goede man glijdt terug van het zwemplateau het water in, geeft gas en verdwijnt zonder excuus of commentaar. We verwachten natuurlijk een gesprek na terugkeer. We zien een uur later wel de boot liggen maar horen niets. Ik weet waar ze zitten en loop die kant op. De man van de boot ziet me draait zich om en loopt weg. De hele familie kijkt de andere kant op. Ik probeer een gesprek aan te knopen maar Nederlands verstaan ze niet en mijn Frans blijkt niet toereikend te zijn. Als ik later afreken bij de havenmeester leg ik het geval voor. Hij zal wel iemand vragen om te helpen. Een half uur later meldt zich onze tussenpersoon in de vorm van een politieagent op de fiets. We schetsen het probleem. De Belgen die opeens vol aandacht zijn zien gebaren en blikken hun kant uitkomen. Zes man staan op en komen naar ons toe. Men wil dit liever zelf regelen laten ze de agent weten. De agent zegt te wachten tot de zaak geregeld is. De Belgen richten zich nu in het Nederlands tot ons. Dus toch. Ik vraag 20 Euro en krijg het met een handdruk en excuses. Toch een slechte beurt voor onze zuiderburen. Ans en ik maken midden op de middag nog een fietstochtje door Palavas. Het is er erg druk en veel te doen in de binnenhaven, We gaan op zoek naar een Rotisserie want we willen vanavond gebraden kip eten, maar we vinden nergens een dergelijke zaak. We zijn gewend om de grillapparaten op elke hoek te vinden. Hier niet. Als we naar de boot terug fietsen zien we vlak bij de haven een kleine Rotisserie maar nog niet in open. Straks voor het eten maar even langs gaan dan. Om 7 uur ga ik op pad terwijl Ans de tafel klaar maakt. Ik kom zonder terug. Alleen op bestelling monsieur, met een uur klaar. Het is niet anders. Een uur later kom ik met het lekker bruine beest terug. We gaan er eens lekker voor zitten. Bij het aansnijden zien we al meteen dat er nog een tochtje moet volgen. Het ding is op geen stukken na gaar. Een half uur later zitten we weer achter ons bordje met nu een gare bruine kip en lekker dat ie is! Een beetje op tijd eten is toch weer uitgelopen op Franse eettijden. 31 juli Het eerste overleg na het ontbijt over vertrekken of blijven liggen wordt voor onbepaalde tijd uitgesteld. We zien wel. Het is wederom heel heet maar het is lekker onder de parasol, zo lekker dat we er s’ middags nog zitten. Lekker lezen en af en toe een glaasje koude limonade of water. Drinken moet deze dagen. Om 5 uur is Ans van mening dat we best kunnen vertrekken. We hebben nog niet betaald en het is prettig om in het wild te gaan liggen. Ik ben hier dit keer niet wild van. Nog te gaan zoeken naar een plaatse aan de kant en weer dat pennen gedoe, nee geen zin in. Ook goed, maar als we dan toch blijven liggen kunnen we ook wel even gaan eten in één van restaurantjes op de havenkade, oppert Ans. Zodoende lopen we twee uurtjes later te zoeken naar een leuk restaurantje. De drukste en waarschijnlijk bekendste is “ Via Bene” maar die zit stik vol. Als we weg willen lopen staan er net 2 mensen op en de
48
ober die ons al zag zoeken wenkt ons. €11.- voor een 4 gangendiner en nog uitstekend ook! Inclusief een fles wijn €35.- voor ons tweeen. 1 augustus Vandaag gaan we naar Le Grau du Roi , in principe via Aiques Mortes waar we dan Canal Maritime gaan volgen. We willen voor vertrek nog even water tanken maar er blijkt een speciale adapter nodig te zijn die we bij de havenmeester moeten halen. Er zit één of andere vervanger in de captainerie die van toeten nog blazen weet. Ik moet €5.- betalen. Als ik hem voorhoud dat we een betalende passant zijn en dus voor water al heb betaald vind hij dat we de rekening maar moeten laten zien. Terug naar de boot maar we kunnen dat ding niet vinden. Ik raad hem aan onze naam in de computer op te zoeken maar nu blijkt dat hij niet weet hoe het ding werkt. Inmiddels is hij er wel van overtuigd geraakt dat alles goed zit. Als we de watertank vol hebben komt de havenmeester nog even langs, geeft een hand en helpt ons met losgooien. We varen stuurboord uit Canal du Rhône à Sète op richting Aiques Mortes. Als we Porte de Garde à Guillotine naderen besluiten we, ondanks een waarschuwing op de kaart, de short cut te nemen via “Le Canal Maritime Le Vidourle” direct naar Le Grau du Roi. We snijden een heel eind af en waarschuwingen voor ondiepe stukken nemen we gezien eerdere ervaringen met een korreltje zout. Onder de eerste guillotine door gaan we naar stuurboord. Het zal wel lukken ofschoon we toch met een schuin oogje kijken naar de waarschuwing op de kaart: minimum 1.10 meter diepte. We meten vooralsnog 4-5 meter en al verder komend verandert er niets. Bij de laatste brug, waarbij we het brede water al onder de brug door zien, lopen we plotseling vast. We denken dat het nog zal lukken een beetje naar links of een beetje naar rechts. We malen ons echter al verder in de prut en lopen uiteindelijk hopeloos vast. We moeten onherroepelijk terug. Omdraaien blijkt al een hele toer te zijn en we kunnen bijna niet meer waarnemen waar we naar toe moeten om weer in onze oorspronkelijke vaargeul te komen. Motor links, motor rechts, beide motoren, het gaat uiterst moeilijk maar we komen nog steeds stukje voor stukje vooruit en we horen of voelen geen stenen wat natuurlijk in deze situatie erg ongezond zou zijn voor onze schroeven. Een zucht van opluchting als we merken dat we weer echt drijven en sneller vooruit komen. We hebben het gehad. We tuffen terug naar de guillotines en gaan het Canal du Rhone à Sète weer op, wat we beter 2.5 uur geleden hadden kunnen doen. Door ons oponthoud en misschien de schrik die nog een beetje in de benen zit, laten we de plannen voor Le Grau du Roi voor vandaag vallen. We vinden een plaatsje aan een steiger die we opeens zien opdagen. De steiger is zo professioneel dat we eigenlijk verwachten dat hier een rondvaartboot thuis hoort, maar we zitten hier in niemandsland. We liggen nog niet vast of een rondvaartboot komt onze richting uit en neemt vaart terug. We houden even oogcontact met de stuurman van de rondvaartboot. Hij zwaait en blijkt ons alleen voorzichtig voorbij te varen omdat het hier nogal smal is. We zijn er gerust op. Hier blijven we vannacht. 2 augustus Gaan we nog naar Le Grau du Roi of niet, that is the question. We beslissen voor doorvaren en maken los om de steven richting St Gilles te richten. We hebben op de heenweg St Gilles laten liggen want je komt er niet echt langs. Nu willen we dit stadje wel eens gaan bekijken. Jammer genoeg kunnen we niet via Beaucaire de
49
Rhone op omdat de sluis hier dicht is. Er ligt zelfs een dam voor de ingang van de Rhone. Men zegt tijdelijk gesloten maar zal hij wel ooit weer open gaan? We varen langzaam de embranchement de Beaucaire op naar St Gilles dat een 5 km ver is. Aangekomen en aangelegd in de eerste box worden we getroffen door de enorme hitte. Het ligt hier heel erg opgesloten en het is midden op de dag. Geen zuchtje wind. Ons metertje slaat uit naar 38 graden. We gaan echter niet weg voordat we wat gezien hebben. Dus even in de kleren en het stadje in. Het ziet er op de eerste blik leuk uit maar een grote wandeling zit er niet in. De straaltjes lopen van ons gezicht in onze T-shirts. Met een half uurtje zijn we weer aan boord en maken we rechts omkeer. Al direct merken we dat de vaarwind goud waard is. We komen weer bij. Terug en nu naar de écluse de St Gilles. We kunnen direct de sluis in. In ons uppie in deze grote sluis. We volgen vervolgens “ le Petite Rhone” . Het valt ons weer op hoe natuurlijk dit gedeelte is. Bakens geven de vaarroute aan en dat is maar goed ook. Na 20 km draaien we de Rhone op. We gaan naar stuurboord want we willen naar Arles, als er plaats is tenminste. Het haventje van Arles is zoals op de heenweg weer vol. Zeilbootjes en speedbootjes. Op twee boten zien we beweging. Dit zijn waarschijnlijk de passanten. Wij kijken rond. Er moet ergens plaats zijn. Aan de overkant tegen de kade zien we een Hollandse Blauwe Hand kruiser liggen, wat voor ons aanleiding is om eens te gaan kijken en ons licht op te steken. De Hollander roept dat aanleg kan met wat bijzondere voorzieningen en het is diep genoeg. We parkeren heel voorzichtig tegen een betonnen rand van een meter breed gevat in een damwandprofiel van ca 40 cm diep waarin een stootwille geen effect heeft. We proppen op drie plaatsen 2 stootwillen in het profiel en dat gaat goed. De grote bollen doen hier uitstekend dienst. In het beton zijn ronde gaten van ca 5 cm uitgespaard. Hierin rammen we onze pinnen. We liggen vast maar niet erg betrouwbaar vinden we, daarom brengen we voor alle zekerheid nog twee touwen uit naar een 7 meter hoger op de hoge kade gelegen Bolders. Een heel gedoe maar als even later een vrachtschip voorbij vaart merken we dat we rustig de stad in kunnen. De bemanning van de Blauwe Hand heeft blijkbaar het zelfde idee want als we van boord stappen zien we hun hetzelfde doen. Boven aangekomen wachten we even op ze en maken officieel kennis. Zij gaan nog naar het zuiden en laten van de winter de boot daar liggen. Vroeg in het voorjaar zijn ze dan weer aan boord. We zien ze later nog een paar maal in de stad lopen. Op het grote plein gaan we koffie drinken bij Mc Donalds, vooral omdat ze een lekker terras hebben onder de bomen. Via de Super Marché gaan we terug naar de “ Merlion”. Tot heel laat in de avond kijken we uit over het water en laten ons opvreten door muggen, vliegen en wat nog meer. 3 augustus Nog even Arles in voordat we vertrekken. Ans heeft nog een paar dingen voor de supermarkt en ik wil nog een paar videobeelden schieten. We zijn met een uurtje weer terug. De bemanning van de Blauwe Hand heeft op ons gewacht. Zij weten nog niet of ze de Petit Rhone af zullen varen naar Ste Maries de-la-Mere of dat ze het Canal du Rhône à Sète zullen nemen. Ze hebben gehoord dat het Canal te ondiep zou zijn voor hun boot. Hun doel is Graudu-Roi. We kunnen ze verzekeren dat de route die wij net gevaren hebben voor hen geen probleem op levert, we geven ze tevens nog en paar adviezen voor de Etang de Thau. Ze bedanken ons en gooien los. De temperatuur is al weer op een hoogtepunt vandaar dat we nog even koffie drinken op de plaats waar we liggen. We liggen n.l. precies in de schaduw van een grote boom. Omstreeks het middaguur kruipt de koperen ploert om de boom heen naar ons toe en laat merken wat hij kan. We vertrekken. Al snel arriveren we bij écluse Beaucaire die dicht is. Schut hij van ons af of naar ons toe? We melden ons via de marifoon en vragen om informatie aan de sluiswachter. Hij informeert ons onmiddellijk. De wachttijd is 40 minuten. Niet leuk bij 35 graden. We zoeken een plaats aan de wachtsteiger samen met een ander schip en wachten. Het duurt nog wat langer want het wachten is op een enorm beroepsschip. Als de
50
deuren eindelijk achter ons sluiten is het 39 graden. De verplichte zwemvesten plakken onmiddellijk vast op je blote huid. Des te hoger we in de sluis komen des te meer we het windje voelen. Met de snelheid die we mogen varen zorgt de vaarwind dat het verder niet te warm is en we schieten lekker op. We arriveren al op tijd in het leuke haventje van “’Vallabreques”. Omdat de haven in het water gebouwd is, geeft de openheid een heerlijke temperatuur. Het afmeren in de box die beschikbaar is, vraagt enige stuurmanskunst want de stroming speelt je snel parten als je stilligend aan het manuvreren bent. De boot wordt midden op de avond gratis gewassen. Donder en bliksem en heel veel water dat van boven komt. Met het geratel van de regen op het dek vallen we in slaap. 4 augustus We worden gewekt door regen en draaien ons nog een keer om. Om 9 uur breekt de zon weer door ofschoon we nog niet het volle vertrouwen hebben dat alle wolken zullen verdwijnen. Door de vele zeer hete dagen, weken, moet er een ontlading komen en dat is maar goed ook. De afkoeling nodigt ons uit om wat actie te ondernemen. Ans wil beneden een grote opruiming houden. Vooral mijn kast is zo langzaam aan een reorganisatie toe. Ik pak alleen maar van boven af, wat dan weer gewassen wordt, waarna ik dan weer het zelfde doe, terwijl er zoveel te kiezen is. Ans maakt van de stapels weer stapels met nu de onderkant van de stapel boven. Ik zal de komende dagen waarschijnlijk alleen maar lof krijgen voor de nieuwe creaties. Ik ga de buitenboel aanpakken. Soppen en boenen. Af en toe laat Ans weten dat het beneden prima gaat. Zij is aan de “kelder” begonnen, onze voorraadruimte onder de vloer van de keuken. De middag gebruik ik om nog wat roestplekken weg te werken. Al met al een drukke dag voor mensen die gewend zijn niets te doen. We hebben er een goed gevoel over als we om 5 uur een flesje wijn op tafel zetten. Na het eerste glas krijgen weer een plensbui en rennen we naar binnen. 5 augustus Het gas is op als we water willen koken voor de thee. Onze Franse buurman geeft ons een omstandige beschrijving waar we gas kunnen halen. Als ik met de grote gasfles op de bagagedrager op pad ga moet ik een paar maal omkeren omdat het toch niet helemaal klopt met de beschrijving. Het blijkt een kleine garage te zijn waar ik mijn rode gasfles afgeef aan een jongen met het syndroom van down. Er is verder niemand. Ik ga er van uit dat alles wel goed zal zijn en dat de jonge aardig bij is, en zo lijkt het ook. Ik krijg een blauwe fles aangereikt maar hij weet niet wat het kost. De jonge gaat gewoon weer door met wat hij deed toen ik arriveerde. Weg fietsen lijkt me geen optie dus ik zet de fiets tegen de muur en begeef me naar de deur van het woonhuis. Op dat moment stopt een auto en papa springt er uit. Als hij me ziet begint hij de jonge meteen uit te veteren. Je weet toch dat je niet mag helpen als ik er niet ben. Daarna draait hij zich om pakt de blauwe fles en excuseert zich. Ik krijg geen blauwe fles mee want ze kunnen niet mijn rode fles omruilen. Zodoende kom ik met een lege rode fles terug. De Franse buurman moet ik uitleggen dat zijn route beschrijving niet schuldig is aan dit voorval maar de kleur van de fles. We moeten het maar even doen met onze noodfles die ook bijna leeg is. We hebben gezien dat er allerlei zomerfeesten beginnen en het is aantrekkelijk om nog even te blijven maar twee dagen wachten zit er niet in. Jammer! We varen in de middag nog naar het 12 km verder gelegen Avignon waar we in ieder geval verwachten dat we gas zullen kunnen krijgen en waar we ook graag nog even de stad in gaan. Tegen de kade is het vrijwel vol. We wringen ons tussen twee schepen en liggen prima, direct naast elektriciteit en water. De enige supermarkt in de stad die we van de heenweg nog kennen is niet groot. Ze blijken dan ook geen gas te verkopen. De baas van het “Cafe de Marine” op de haven weet wel een adres maar alleen bereikbaar met de auto. Het wordt dus duidelijk, ons bezoek beperkt zich tot een stadswandeling. Gelukkig hebben we op de
51
heenweg de grote bezienswaardigheden al bekeken dus kunnen dit keer oppervlakkig blijven en de cultuur laten voor wat ze is. We houden het bij de winkelstraat en het grote plein en gaan, mede door de hitte, weer snel aan boord. We willen eigenlijk nog door naar het haventje Port de l’ Ardoise, die we op de kaart hebben gevonden. Het is 30 km verder in een zijarm van de Rhone maar het lijkt ons wel wat. Uiteraard hebben we nog een sluis te nemen. In écluse d’Avignon zien we zwarte wolken aan de hemel verschijnen. Als we de sluis uit varen zien we in de verte een bliksemschicht. We overleggen of we kap omhoog zullen brengen. We hebben al zo vaak de kap opgezet zonder dat er wat gebeurde zodat we het risico nemen. Het tegendeel is ditmaal waar. 10 Minuten later ontlast de hemel zich en we vluchten naar binnen, maar niet voordat we alle kussens, handdoeken, kaarten en wat nog meer naar binnen gegooid hebben. We moeten over de chaos onder aan de trap springen om binnen te komen. Ik heb nog niet binnen gestuurd deze maanden dus is dit een nieuwe ervaring. Een half uur later is het droog en de zon breekt weer door alsof er niets gebeurd is. We proberen zoveel mogelijk alles droog te maken maar laten het verder aan de zon over. Voor de verdere tocht is dit een heerlijke afkoeling. Het scheelt al snel een paar graden. De haven van Ardoise blijkt inderdaad leuk. Het ligt erg beschut, zeer geschikt voor overwinteren, hetgeen wordt bevestigd door de verschillende buitenlandse boten. Mooie haven maar ze hebben geen gas. De havenmeesteres weet echter wel raad en legt ons uit hoe te lopen. We gaan eerst zonder fles op onderzoek uit en stellen al snel vast dat het lopend heel ver is. Ik zie me niet 3- 4 km lopen met een gasfles op mijn nek. Als ik dat later bespreek met de havenmeester is zij het er grondig mee eens en vraagt me morgenochtend om 8 uur klaar te staan. Zij moet even naar het dorp en dan rijden we langs het gasdepot. Ik kijk bedenkelijk bij 8 uur. Ze ziet in dat dit wel erg vroeg is voor bootmensen en vraagt of 9 uur beter is. Ik accepteer haar voorstel. 6 augustus. Om 10 uur is alles geregeld. Nieuwe fles aangesloten en we zijn weer onderweg. Eerst de 4 km terug naar de Rhône en dan naar de écluse de Caderousse, onze eerste hindernis van de dag. We hebben een paar sluizen vandaag en daarbij is de sluis van Bollène. Het ongelooflijke is dat deze gigantische sluis ook naar boven in 8 minuten vol is. Op de heenweg vonden wij het zakken snel gaan maar je vraagt je af hoe kan het vullen zo snel gaan? Het is een bijzondere ervaring vooral omdat het water om je heen kookt en draait en je het gejank en gekreun van de drijvende bolders hoort. Nu begrijp je dat een zwemvest noodzakelijk is. Om 4 uur in de middag, na 55 km varen, meren we af in Vivier, dit keer zonder op de stenen dam te lopen. Ofschoon we met Ar en Ank het stadje uitvoerig hebben bekeken doen we het nog een keer dunnetjes over en vinden toch nog weer een paar nieuwe dingen om te bekijken. Voldaan zitten we tot s’avonds laat te genieten alleen gestoord door 2 jongens die het lang volhouden om stenen in het water en later op de steigers te gooien. We roepen ze tot de orde en ze rennen naar pa en ma die voor de camper zitten. Pa blijkt het met ons eens te zijn. 7 augustus Direct na ons vertrek hebben we alweer de eerste sluis. Écluse de Chateauneuf. We treffen het niet. Het wordt wachten maar niet langer dan een half uur. We tuffen voorbij Montelimar en schenken hier weinig aandacht aan.. Écluse du Logis-Neuf en Beauchastel volgen. Alles gaat vlot. Tegen zessen liggen we vast in de haven van port de L’Eperviere bij Valance. Een goed dagje van 50 km. We zijn voor ons doen laat en besluiten ons na het aanleggen direct naar de supermarkt te haasten. We weten de weg nu, dus dat scheelt tijd. Als we gebukt onder de lading op de haven terug komen treffen we een verontwaardigde havenmeester op ons pad. Zijn jullie die Hollanders van steiger H. Ja, dat zijn we. Hij vindt dat we ons eerste hadden moeten melden en dan pas de haven verlaten. We wijzen naar de boodschappen en vragen om begrip, de zeurkous. Ans gaat door naar steiger H en ik loop met de havenmeester mee naar
52
zijn kantoor. Hij wil naar huis en had op ons zitten wachten. Hij weet waarschijnlijk ook dat het een “goed” gebruik is om op tijd te vertrekken, voordat de havenmeester er is. Dus vandaar, niet dat hij dit zegt natuurlijk. 8 augustus Tijdens ons ontbijt merken we dat het hard is gaan waaien. Ons boterbakje, bijna leeg, gaat prompt overboord en zien we als een zeilbootje de haven uit drijven. We liggen aan lagerwal en een paar meter verder is het ondiep. Dit vraagt altijd om een voorbespreking hoe en in welke volgorde we opereren. Ans heeft aan een half woord genoeg en weet eigenlijk al beter dan ik welk touw eerst en welk het laatst los gegooid moet worden. Het is een lastige uitvaart maar het teamwork zegeviert. Alles gaat perfect en we draaien de rumoerige Rhône op. We willen vandaag niet zover. We hebben Tournon op het oog. Het is maar 20 km dus rond het middaguur hebben we Tournon al in zicht. De aanlegplaats aan de kade, een open constructie, lijkt ons ongeschikt voor ons schip. Te veel kans op beschadiging. We varen daarom het kleine haventje in. Voorin is een box vrij maar als we daar in gaan liggen sluiten we de hele haven af. We zijn zo lang dat nog geen 3 meter achter ons schip vrij blijft voor doorvaart. We varen daarom heel langzaam door naar het eind van de haven maar daar is het te ondiep. Halfweg vinden we een plaats tegen een korte steiger. He he, we liggen. Het is lunchtijd dus we gaan er even voor zitten. De golven van de Rhone en van de speedboten worden door de open constructie van de haven niet tegen gehouden en slaan tegen ons schip. We worden telkens tegen de zijkant van de steiger geduwd. Hoe dan ook we ruimen op en maken ons gereed de stad in te gaan als een zeilboot binnen loopt. Deze heeft weinig keuze om aan te leggen om dezelfde reden als wij: te lang. Al zoekende komen ze onze kant uit en eindigen tegen ons aan. We werken even samen op om alles goed vast te leggen en voeren daarna ons sightseeing plan uit. We genieten van het prachtige plein en de terrasjes bij de vele restaurants. Ook lopen we langs het chateau des comptes de Tournon, het kasteel van de graaf van Tournon. In de verte zien we dat ons schip onrustig ligt te stampen. We zullen door moeten want hier zouden we geen oog dicht doen. Als we aan boord komen is het even wachten op onze aanleg gasten. We kunnen slecht de touwen losgooien en wegvaren. Als ze aan boord stappen vragen ze of ze nog even kunnen lunchen. Daarna gaan zij ook vertrekken. We zeggen maar ja, ofschoon we erg graag weg willen. Een uur later varen we de haven uit met als doel een klein haventje net voor Laveyron, dat Ans op de kaart heeft gevonden en mogelijk ook nog elektriciteit heeft. Aangekomen kijken we uit naar de Quai Nautic Loisirs. We zien niets. Op de kaart wordt zelfs aangegeven dat er een reparatiewerkplaats is. Mooi niet. Deze Quai bestaat niet meer, ook niet overblijfselen of zo. De kade is overwoekerd door struiken en geen enkele bebouwing meer aanwezig. Dat kan gebeuren met een kaart die 7-8 jaar oud is. We vragen ons af of het niet veel verder gelegen Andance een goed alternatief is. We hebben 30 km gevaren met een lang oponthoud in Tournen en dus zijn we al genoeg uren onderweg vandaag. Andance geeft echter ook geen oplossing. Er is wel een kade maar met schuine kanten. Even verderop is wel een ponton maar geheel bezet door een groot woonschip. We moeten door! Voorlopig mogen we niet verwachten dat we een haven of kade krijgen. De kaart geeft hierover niets aan. Ans oppert om aan de steiger bij de sluis “ de Sablons” te gaan liggen. We houden deze mogelijkheid maar even in beraad tot we er zijn. De sluis staat al voor ons open. Als we dan toch hier gaan liggen dan aan de andere kant natuurlijk want dan kunnen we morgen zo weg. Als we de sluis uitvaren zijn we eigenlijk niet meer zo zeker dat het een goed idee is. Al heel vroeg, 6 uur of zo, wordt er geschut en op het vroege uur waarschijnlijk alleen grote vrachtschepen. Bij het eerste schip voor de sluis zijn we gegarandeerd wakker. We hebben vandaag al 7 uur gevaren dus we moeten even rekenen hoe laat we in “ les Roches-de-Condrieu” zouden kunnen zijn als we doorvaren. Het is nog eens 18 km en anderhalf uur varen. We weten echter dat het een uitstekende haven is. We zetten
53
het gas er weer op en Ans serveert alvast een glas wijn met een hapje. We komen de tijd wel door. In Condrieu is voldoende plaats. Een Duitser helpt ons keurig met aanleggen. We zitten nog niet net of de Duitser komt een praatje maken. We zien hem iedere keer met een schuin oog naar onze drankjes en hapjes kijken maar we zijn op dit moment niet gastvrij. Hij heeft veel verhalen en de tijd. Ans gaat alvast eten klaarmaken en ik hoor zijn verhalen met een half oor aan. Eindelijk druipt hij af. Als we na het eten nog even achterover hangen komt hij er weer aan. We horen ongeduldig nog een verhaal aan en ditmaal begrijpt hij het. Later als we met een paar windkaarsen in de schemering zitten zien we hem nog een paar keer voorbij komen. Ans is moe ze gaat naar bed. Ik wil nog even blijven zitten. Het is heerlijk zacht en de wind is gaan liggen. Ik zet mijn stoel nog een tandje lager en val prompt in slaap. Om 1.30 uur word ik met een schok wakker. Overal is het donker. Ik ruim de tafel af en doe de kussens in de kist zonder lawaai te maken en duik er ook in. 9 augustus Vandaag een dag rust. Er wordt niet gevaren. We gaan weer een paar klusjes doen. Ans gaat een paar wasmachines vullen bij de Captainerie en later de droger. We combineren de dag met werken en luieren. Aan het eind van de middag even douchen en dan een koud wit wijntje die we deze morgen koud gezet hebben. We zitten al een uurtje als de eerste regendruppel in de wijn valt. Kap omhoog dus. Het blijft bij een paar druppels. We hoeven niet eens naar binnen. 10 augustus Vandaag verwachten we Lyon te halen. Het is 40 km dus dat kan. De zon is er weer snel bij en de kap kan weer naar beneden. We hebben een heerlijke tocht, eerst door Vienne en Givors, daarna de ruimte in met prachtige vergezichten en aan onze linkerkant de bergen. De zon is er inmiddels bijgekomen maar in de verte zien we toch donkere wolken. Bij sluis “ de Pierre Benite” vlak voor Lyon, gooien we kap weer omhoog want het wordt heel donker boven ons. Op de kaart zien we dat port de St Fons, direct na de sluis, misschien een goede ligplaats is. We varen tot vlak voor de haven maar zien dat er alleen kleinere schepen liggen en te ver van de stad. We draaien om en varen de Rhône af tot de splitsing met de Saone. Op de kaart staat een drijvende zomersteiger vermeldt aan SB zijde van de Rhône. We laten de Saone even links liggen en varen door. Het zal er wel vol liggen denken we. We zien al snel de splinternieuwe steigers waar geen enkele boot ligt, terwijl er plaats is voor wel 20 boten. We hebben gelezen en gehoord dat Lyon gevaarlijk is, boot niet onbeheerd laten liggen enz., dus we wantrouwen deze plek. Het ligt aan een park waar we allerlei mensen rond zien lopen, rennen en uitrusten op bankjes. We vragen ons af hoe het vanavond zal zijn als het donker is. We nemen toch maar het risico en zoeken een plekje uit. We hebben ook geen zin meer om verder te gaan zoeken ook al omdat de lucht bijna zwart is. Ans is niet gerust op onze ligplaats en daarom loop ik naar het tankstation dat aan het park en naast de aanlegplaats ligt. In het tankstation tref ik een grote neger aan die dienst heeft. Ik leg hem onze zorgen voor. Hij heeft niet gehoord dat er klachten zijn over de aanlegsteigers maar of ik maar wel even liggeld aan hem wil betalen. Hij zegt wel een oogje in het zeil te zullen houden maar ik zie dat hij geen enkel zicht op de steigers heeft. We moeten het toezicht maar met een korreltje zout nemen. Het is inmiddels min of meer donker geworden en dat om 6 uur in de middag. Ik zet er voor alle zekerheid nog een paar lijnen bij en moet een spurtje naar binnen maken omdat de hemel naar beneden valt met veel donder en bliksem, De regen komt in bakken naar beneden en duurt uren. Na het eten in de kajuit beneden gaan we een paar videofilmpjes van de kleinkinderen draaien. Het wordt weer langzaam droog en we zien weer schimmen in het park lopen en rennen. Ook en paar jongelui hangen rond bij een zitbankje vrij dichtbij, maar vertrekken weer snel. Om Ans en mezelf een beetje gerust te stellen ga ik een struikeldraad
54
aanleggen, van de boot naar het begin van de steiger, waaraan ik de bel vastmaak. Als iemand de boot nadert en de draad raakt valt de koperen bel op het dek. We gniffelen er een beetje en gaan slapen. Om 3 uur s’nachts word ik door gebonk gewekt en ga buiten kijken. De bel ligt er nog maar ik zie een blok hout tussen de boot en de steiger liggen, die hier door de stroming naar toe gevoerd is. Ik geef het ding een duwtje en duik er weer in. 11 augustus We worden wakker met de zon door de ramen. Als ik buiten kom ga ik eerst onze struikeldraad weghalen voordat we er zelf over vallen. De bel ligt nog keurig op zijn plaats dus van ongewenste bezoekers is geen sprake geweest. Eerst de kap naar beneden en dan even de tijd nemen voor een uitgebreid ontbijt. Nog even naar het tankstation voor motorolie en koelvloeistof voor het bijvullen van de motoren en vertrekken. Voordat we de Saone opdraaien zien we twee vissers in een bootje bijna in ons vaarwater liggen. Ik geef ze een beetje ruimte want ze zijn met wat zwaars bezig. Als we goed kijken zien we een knots van een vis. Met twee man hebben ze nog moeite dat beest in de boot te trekken. Ik wil hier wel even een videoplaatje van maken en leg de boot stil. In middels ligt de vis onder in de boot. Zelfs een vriendelijk verzoek is niet genoeg om hen dat beest weer even omhoog te laten trekken om deze in zijn volle omvang te laten vastleggen. Dan maar niet. We draaien de Saone op en varen Lyon binnen bij Port Edouard Herriot waar de grote woonschepen liggen. Zo laten we na bijna 300 km de Rhône achter ons. Evenals op de heenweg is de tocht door Lyon weer imponerend. Het warme zonnetje werkt hier nog een beetje aan mee. Tot na Lyon varen we heel langzaam om alles goed te kunnen bekijken. We hebben vanmorgen nog niet afgesproken wat we vandaag als doel kiezen daarom gaat Ans de kaart bestuderen. Villefrance is een optie maar van de heenweg weten we dat je niet even naar het dorp kunnen lopen. We laten het daarom links liggen en varen door naar Montmerle. Hier liggen prachtige nieuwe steigers met elektriciteit en water. Het dorp is klein en leuk om even doorheen te lopen. Die avond zitten we nog tot 9 uur buiten maar dan wordt het te vochtig. 12 augustus We staan vroeg op want we hebben een flink eind te varen naar Tournus en Ans wil nog even naar de markt die naast de aanlegplaats ligt. We blijken te vroeg. De markt is nog vol in opbouw. Vertrekken dus. Drie uur later gaan we wat langzamer varen want we passeren Macon en je hebt varende een prachtig zicht op de stad. We varen onder de Pont Saint Laurent door de stad uit. Wat ons opvalt zijn de vele aanlegplaatsen die we de laatste dagen hebben gezien. De meeste zijn nieuwe drijvende steigers die waarschijnlijk eind mei, begin juni, zijn neergelegd. We kunnen het anders niet verklaren dat we op de heenweg hebben moeten zoeken naar aanlegplaatsen. Waarschijnlijk worden ze eind september weer weggehaald. Om 4 uur arriveren we in Tournus, nadat we net nog een enorme plensbui met veel onweer hebben gehad. Het bliksemde zo hevig dat we even bang waren voor een inslag. We waren op het brede water duidelijk het hoogste punt. Hoe dan ook we zijn een uur later al weer aan het shoppen en anderhalf uur later aan de Capucino met slagroom op het achterdek. De lucht is nog erg donker en er in de avond valt af en toe een buitje. 13 augustus Vandaag worden we weer herenigd met Ar en Ank. We zullen elkaar ontmoeten in Chalonsur-Saone, ongeveer 30 km vanaf Tournus. Hierna gaan we de terugweg weer verder met ons vieren voortzetten. Wel zullen we ons in de nieuwe samenstelling de eerste dagen weer een beetje moeten schikken natuurlijk. Na 8 weken met ons tweeën vinden we het toch weer erg gezellig. We zullen beslist weer veel lachen. De oversteek naar Chalon hebben we zonder de kap kunnen doen en we hopen dat we de herenigingsborrel ook in de openlucht kunnen
55
serveren. Als Ar en Ank vanaf het station met de taxi arriveren hebben we alle stoelen weer op het dek staan. Het scheelt wel in ruimte als je gewend bent aan 2 stoelen. Ook met vier man is het binnen en in de badkamer weer wat drukker natuurlijk, maar er zal snel genoeg weer systeem in komen. We vieren de hereniging met een paar flessen witte wijn en een flink portie garnalen en veel kwinkslagen en natuurlijk mooie verhalen. 15 augustus Tot ziens Chalon. Vandaag hebben we 40 km voor de boeg en 3 sluizen. Dit zal ons deze dag wel bezig houden. Het is al snel 25 graden warm en we kunnen weer half naakt rond lopen of liggen zonnen. Ar en Ank voelen zich al snel weer op hun gemak. Ank merkt dan ook op: alsof we niet weg geweest zijn. Als we ongeveer halver wege zijn vinden we dat we Verdunsur-Doubs niet zonder meer voorbij kunnen varen. Het moet een heel oud plaatsje zijn en het is maar een kleine zijsprong. We varen daarom de Doubs op en varen naar Verdun. Het is hier inderdaad mooi.We maken een uitgebreide wandeling door het stadje en gaan daarna lunchen aan boord gadegeslagen door de plaatselijke bevolking die op zondag blijkbaar graag vanaf de kademuur neerkijkt op dat vreemde, varende volkje. Terug op de Saone schieten we lekker op. De sluizen gaan bijna allemaal binnen een kwartier voor ons open, ook de laatste “écluse de Seurre”. Een kilometer verderop is Seurre. Het is een klein plaatsje met 3000 inwoners. We liggen aan steigers achter een eilandje. Even verderop is de echte jachthaven waar de toiletten en douches zijn. Even lopen dus. Ank en Ans worden overvallen door een plensbui als ze terug komen van de douches. Het is weer mis. In de laatste sluis zagen we de wolken alweer aan komen rollen. We zijn nu echt weer in midden Frankrijk en ver weg van het Zuid Frankrijk klimaat. 16 augustus Het is droog maar bewolkt. Vandaag ben ik jarig wat nog eens bevestigd wordt door het: "lang zal hij leven" van mijn vaargenoten die net uit de kooi komen. Na het ontbijt gaat het feestje door met het uitpakken van de cadeaus die niet allen een verrassing zijn omdat zulke dingen niet lang verborgen blijven aan boord, maar wel leuk om te ontvangen. Van zelf sprekend is er gezorgd voor gebak bij de koffie die het feestvieren voorlopig afsluit. Er moet gevaren worden. Tijdens het varen komen er nog een paar telefoontjes en SMS-jes maar verder kunnen wij ons concentreren op de 50 km die we voor de boeg hebben naar St .Jean de Losne. Het weer wordt slechter en slechter en wij zitten op een kluitje onder de kap. Onweer en bliksemflitsen met daverende klappen geven ons weer dat onaangename gevoel als je op het water zit. Je ziet door de regen en het donkere water niet erg veel. De ruitenwisser houdt maar een klein gaatje open en de zijruiten zijn door de regen ondoorzichtig. We moeten de wisser toch echt eens repareren. Het plenst een lange tijd. Vlak voor St Jean de Losne wordt het zowaar droog en we kunnen droog aanleggen in de haven van H2O. Ank gaat de wasmachine opzoeken en Ar en ik gaan naar de watersportwinkel/Captainerie om onze gebroken apparatenbeugel op te halen die we hier geparkeerd hebben. We worden meegetroond naar het magazijn en mogen onze spullen meenemen. De havenmeester vindt het niet nodig ons hiervoor iets te berekenen. Aardig van hem. We slepen de twee halve beugels naar de zwemtrap en binden het zaakje keurig vast. Hier hebben we tot Nederland geen omkijken meer aan. Na een loopje door het dorp hebben we “L’ Admiral”, op het pleintje, uitgezocht voor het verjaardagsetentje. Het is inmiddels weer droog en lekker zacht buiten en daarom reserveren we een tafeltje buiten op het terras onder de platanen. We keren terug naar de Merlion en gaan er lekker voor zitten. Tijd voor een aperatief met champagne, crème de pêche en crème de cassis, met andere woorden Kir-Royal! Lekker zo’n ondergrondje voor het
56
eten. We treffen het want de avond blijft zacht en droog. Het is dus heerlijk toeven op het terras en het eten is uitstekend. Lichtjes zwevend, keren we laat in de avond terug naar de Merlion. 17 augustus Opgestaan met een kleine kater Als ik de trap naar het achterdek oploop zie ik dat het, wat weer betreft, vandaag wel eens knudde kan worden. Als we een uur later afvaren, begint het zelfs te regenen en later te onweren. Bij Auxonne is het droog en we gaan tegen de steiger de lunch gebruiken. Daarna zetten we onze tocht voort. Naar Pontailler. 18 augustus Vandaag traject Pontailler-Gray, een kleine 30 km. We passeren al snel de ingang van Canal de la Marne a la Saone. Tot hier was de terugreis een herhaling van de heenreis, maar op dit punt wordt alles weer nieuw, in ieder geval voor Ar en Ank. Wij zullen ons af en toe nog wel wat herinneren van onze reis van 3 jaar geleden, maar het meeste is toch wel weggezakt. Er zijn veel derivations op dit traject dus ook weer meer sluizen. We passeren het mooie plaatsje Mantouche en arriveren op tijd in Gray. Onderweg hebben we vastgesteld dat er weer veel lekkage is bij de hoge druk leiding naar de sproeier van de SB motor. We hadden al wel eerder gezien dat er weer een fijne nevel van olie uit de leiding kwam maar het was niet verontrustend. Nu wordt het te gek. Dit noodzaakt ons om hulp te gaan zoeken. We gaan door de sluis in Gray en leggen aan bij het boten verhuurbedrijf van Connoisseur-Cruisers. Ze hebben hier echter weinig zin om ons te helpen. Ze hebben wel een monteur maar alleen voor eigen boten. We hebben net een de andere kant van de sluis een bedrijf voor bedrijfswagens gezien en veronderstellen dat hier dus ook een monteur moet rondlopen. We gaan dus terug door de sluis en varen naar de kade vlak bij dit bedrijf. Nol gaat op pad en wij proberen de boot een beetje af te houden want we liggen niet erg comfortabel. Ar komt zonder resultaat terug. Ook hier is de monteur alleen beschikbaar voor eigen wagens. Onze enige kans is nog een werfje 2 km terug. We varen eerst naar de aanlegkade bij het centrum van Gray en zetten de fiets op de kant. Ar gaat het proberen bij het werfje. We hebben inmiddels de leiding gedemonteerd en Ar vertrekt. Het zonnetje is doorgebroken dus het is weer lekker. We willen de stad in maar we moeten even wachten op Ar. De uren verstrijken. Hij komt eindelijk terug met een gerepareerde leiding en een big smile. De montage is een fluitje van een cent en alles is perfect in orde. Weer een probleempje opgelost en dus klaar voor de wandeling door Gray. 19 augustus We besteden de ochtend om nog een paar boodschappen te doen. Omstreeks het middaguur vertrekken we. Bij de tweede sluis in Rigny stuiten we op een platbodem die de sluis in vaart maar niet wil dat wij meesluizen. We hebben weer te maken met automatische sluizen dus het is heel makkelijk om zelf de sluisdeur dicht te doen en een ander niet toe te laten. We hebben even de pest in maar och we hebben de tijd. Bij de sluis van Vereux, een 7 km verder doet zich dezelfde situatie voor. We zijn dit zat en geven na het schutten even wat meer gas en
57
halen de platbodem voor de volgende sluis in. Omdat wij nu als eerste in de sluis liggen nodigen we de Fransman uit om mee te sluizen. Hij blijft echter liever wachten. Hij is in ieder geval consequent. Na het schutten van de sluis Savoyeux varen we vrijwel direct de tunnel binnen die 643 meter lang is. In de 3 jaar, toen wij hier nog in het donker door moesten varen, is er een keurige verlichting in de tunnel aangebracht. Het maakt het heel gemakkelijk. Aan het eind weer een sluis en meteen daarna de haven van Seveux-Savoyeux waar we afmeren. Een heerlijke droge dag maar die toch in de avond eindigent met een fikse bui. 20 augustus We hebben ontdekt dat de reparatie aan onze hogedrukleiding het niet heeft gehouden. Nu definitief kapot. Ik bel BML in Loosdrecht om een nieuwe leiding te bestellen maar die raadt mij aan om de leverancier, de fa Drinkwaard, zelf te bellen en hij geeft het telefoonnummer. Ik krijg de heer Drinkwaard zelf aan de lijn, een van de drie blijkt achteraf, die ons op kort termijn kan helpen want het onderdeel is op voorraad. Hij doet niet moeilijk over de betaling. Ik stuur de rekening wel naar Loosdrecht en als je weer terug bent betaal je maar. We moeten wel een vast afleveradres opgeven. We kijken op de kaart en schatten in dat we over 3-4 dagen in Fontenoy le Chateau zullen zijn en daar zit het botenverhuurbedrijf van “Crown Bleu Line”. Dit geven we door en vragen Drinkwaard om de verzending via UPS of zo iets te doen. Hij belooft er spoed achter te zetten. We moeten voorlopig op één motor verder. Voor de snelheid geen probleem. We zitten op smal water en varen toch niet harder dan 6 km/uur. Het enige probleem is dat nu door de stilstaande motor de startaccu’s niet opgeladen worden, maar we hopen maar dat dit geen probleem wordt. We passeren Ray-sur Saone, Charentenay en een aantal kleine plaatsjes. Tot nu toe een prachtige tocht met veel natuurschoon. Na 6 sluizen maken we tijd om te lunchen. We proberen al vaker om niet varend te lunchen. Een break midden op de dag bevalt ons wel, vooral als het mooi weer is. We zien een aanlegplaats aan bakboord bij een stuw en parkeren de boot. We nemen er even ons gemak van en liggen hier achteraf zo lekker dat we besluiten vandaag niet verder te varen. Deze plek ligt hier midden in de natuur en we zien in de verte het dorpje Rupt-sur-Saone liggen. Later maken we een wandeling om dit dorp even te bekijken. Er is niets te doen, uitgestorven en heeft niet één winkel, ook geen bakker. Het enige dat de moeite waard is is het kasteel en domineert het dorp. Als we even naar de lucht kijken beginnen we ons ongerust te maken of we wel droog terug kunnen komen. Het trekt snel dicht en in de verte is het al zwart en we zien ver weg al regengordijnen. We zetten er flink de pas in want we hebben geen regenkleding bij ons. Boven ons is het inmiddels ook zwart en we trekken af en toe een sprintje om onze kansen wat beter te maken. Als we aan boord stappen en de kap hebben opgezet is het zover. De bui breekt in alle hevigheid los. We zitten binnen als de telefoon gaat en Marnix vraagt waar we zijn. Zij zitten in een hotelletje in Zwitserland en ze vertrekken binnen een uur. Ze willen de nacht doorrijden en morgenvroeg bij ons komen ontbijten. Een leuk vooruitzicht en omdat we op tijd willen opstaan, gaan we op tijd naar bed. 21 augustus Om 8 uur staan Marnix, Nadja en de kinderen naast de boot. Zij moe en wij uitgeslapen. Ze hebben de Saone opgezocht en verder het water gevolgd tot ze ons tegen kwamen. De kleinkinderen natuurlijk heel blij dat ze opa en oma weer zien en blijven maar vertellen. Ten opzichte van ons zijn ze nog even gereserveerd maar dat duurt niet lang. Marnix heeft ergens bij een bakker brood gehaald omdat we hem geïnformeerd hadden dat er bij ons geen bakker te vinden is. We vinden allemaal een plekje aan tafel en genieten van heerlijk verse croissants en stokbrood. Marnix en Nadja zijn moe en gaan even liggen terwijl wij met de kinderen naar
58
de barage lopen en daarna naar de sluis. Niet alleen Ar en Ank kunnen genieten van de kleinkinderen maar ook wij krijgen de kans om dat kleine spul weer even lekker te knuffelen. Om 12 uur is de pret al weer voorbij want ze willen er weer vandoor en dat is ook ons plan. Dus kus kus en we gaan allemaal weer onze eigen weg. Voor ons betekent het al snel de tunnel St Albin. Deze is ook weer verlicht. We laten even later Scey-sur-Saone links liggen en arriveren 2 uur later in Port-sur-Saone. We varen de haven nog even voorbij en gaan liggen aan de kade Dit is wat dichter bij de supermarkt en we moeten flink inkopen doen. Na het shoppen draaien we om en varen naar de haven We kunnen tegen de steiger wat prettig is want de boxen zijn voorzien van korte zijsteigers die het afstappen heel moeilijk maken. We liggen uitstekend maar we weten nog niet of dit mag. We kijken even vragend rond en zien voor ons een vrijwel identieke Valk. Dit blijkt het woonverblijf te zijn van de havenmeester die ons inmiddels tegemoet komt. Hij is zeer geïnteresseerd in onze boot. Hij is de zijne nog aan het opknappen. Een jaar geleden gekocht van een Nederlander. Hij wil graag onze boot van binnen bekijken en roept ook zijn vrouw erbij. Even later moeten wij met ons allen natuurlijk ook hun boot bekijken. Zo zijn we het eerste uur al lekker bezig. 22 augustus Hoever komen we vandaag. Geen idee daarom plannen we nog even niets. Om 10 uur varen we af. Na een uur Conflandrey en daarna 8 km zonder sluizen. Na 7 km passeren we Fouchecourt met een haventje met alles er op en er aan. We kijken uit naar een stopplaats voor de lunch maar we vinden geen plaats. Het ligt vol. Dus doorvaren maar tot dat we om 2 uur een aanlegplaats zien in een zijriviertje bij Cedrecourt. Op de kaart wordt hier een camping aangeven en die is er ook wel maar gesloten. Het ziet er spookachtig uit. De washokken zijn er nog, verlichting op alle paden en zelfs zien we ergens een telefooncel staan. Na de lunch vinden we dat we hier fantastisch liggen. Het is hier doodstil en de zon is warm. Waarom nog verder varen. We hebben het druk: de een slaapt de ander leest. Na het avondeten gaan Ans en ik een wandeling maken naar Cendrecourt, terwijl Ar en Ank naar de TV kijken. Memories en Spoorloos zijn Ank haar favoriete programma’s en daarvoor blijft ze steevast thuis. Het dorp is klein maar op één of andere mannier spreekt het ons aan. Verzorgde huizen en tuinen, een kerkje, +kasteeltje. Op een terras bij het kerkplein zitten een 20 Fransen om een grote tafel te eten. Een kwart van de bevolking waarschijnlijk. We worden hartelijk begroet en uitgenodigd mee te eten. Een paar schuiven al op om plaats te maken. We slaan dit voorstel vriendelijk af. We hebben al gegeten enz. We worden nagezwaaid als we verder het dorp in lopen. We merken dat we al wat later in het jaar zitten want het wordt al vroeger donker. We haasten ons terug en denken een stuk af te snijden door door een weiland te lopen waar het gras al jaren niet gemaaid is. We lopen en struikelen over het veld en eindigen tegen een sloot die door het hoge gras aan ons oog was onttrokken. We moeten weer helemaal terug en nemen maar weer de weg die we oorspronkelijk genomen hebben. Ar en Ank vinden we languit op de bank aan met verse koffie voor ons. 23 augustus
59
Omdat we gistermiddag verlummeld hebben zullen we vandaag iets langer moeten varen. We hebben ons voorgenomen om Fontenoile-Chateau te halen waar hopelijk ons onderdeel voor de motor is aangekomen. Op één motor varen gaat goed maar ik mis toch af en toe de tweede, ook al omdat de stuurboord motor meer lawaai maakt dan onze nu uitgevallen bakboord motor. We varen nu op het laatste stuk van de Saone naar Corre. Direct door de sluis leggen we aan tegen de kade van Corre omdat we naar de supermarkt moeten. Als we informeren op de haven, wordt ons gezegd dat de supermarkt aan de overkant van het plein is naast de haven. Als we het plein oversteken zien we dat men de borden die voor de winkel staan aan het binnenhalen zijn. We sprinten even om door de deur te komen voordat de man klaar is. Hij houdt ons gelukkig niet tegen. Een half uur later zijn we weer aan boord en gooien de touwen los. Fontenoi lijkt in kilometers niet meer zo ver maar we zitten nu weer op het Canal de l’Est en dus weer veel sluizen te verwachten. Er liggen er nog 11 op ons te wachten voordat we in Fontenoi zijn. We arriveren om 5 uur met mooi weer. We denken buiten te kunnen eten maar het betrekt zo snel dat we ons moeten haasten om alles onderdak te krijgen. We vinden dat we niet te klagen hadden vandaag. Het enige dat ons zorgen baart is de barometer. Hij daalt en daalt. Zoo laag hebben we hem in maanden niet gezien. Als we het ons beneden gemakkelijk maken en de TV aanzetten merken we dat we geen ontvangst hebben. We liggen precies achter een boom dus we moeten ergens anders gaan liggen. Na 3 keer verleggen hebben we zowaar beeld. 24 augustus Als eerste ga ik informeren bij Blue Line of ons onderdeel is aangekomen. Mooi niet. Een goede reden om Drinkwaard te bellen. Die stelt voor nog een dagje te wachten en er daarna eventueel achter aan te gaan. Zij hebben het onderdeel dezelfde dag van de bestelling afgegeven aan een pakketdienst dus er mag verwacht worden dat aanlevering niet later zal zijn dan morgen. Dat wordt dus niet varen vandaag. Gelukkig komt de zon er door en kunnen we een flinke wandeling maken. In de loop van de middag bellen Elze en Bert dat ze op terugweg zijn uit Frankrijk en even langs willen komen. Arnold en ik gaan even een paar broden halen voor bij het eten terwijl Ank en Ans wat voorbereidingen gaan maken. Om 5 uur stopt de camper voor onze deur. Met een drankje praten we bij over wat wij en zij zoal beleefd hebben de laatste weken. Gelukkig kunnen we buiten eten want het is met 6 man en Rik wat vol binnen. Om 8 uur is de pret toch voorbij. Het begint lichtjes te regenen. 25 augustus Als ik bij Blue Line wil informeren naar ons onderdeel blijken ze gesloten te zijn. We verwachten dat ze wat later wel zullen verschijnen maar er komt de hele dag niemand. We zullen dus zelf de bezorger van ons pakketje moeten opvangen, het geen betekent dat we om de beurt op moeten letten. Elze en Bert vertrekken na de koffie en we zwaaien ze uitvoerig uit. Gelukkig hebben we TV want het is regen geblazen. Het geeft ons gelegenheid om uitvoerig naar de olympische spelen te kijken maar altijd met een schuin oog naar elke bezoeker die we zien. Ans en Ank besluiten wat later nog een boodschap te gaan doen in het dorp. Als ze na lange tijd terug komen vertellen ze giechelig dat Ank op de preekstoel heeft gestaan in het kerkje van het dorp en vanaf de kansel zogenaamd de gemeente heeft
60
toegesproken terwijl ze daarna Jesus Christ Superstar en het Ave Maria heeft gezongen. Ans vond het net zo spannend als vroeger belletje trekken en dan hard weg lopen. Hoe dan ook ze zijn niet betrapt door een vrome kerkbezoeker maar wel door de Allerhoogste natuurlijk. Om 4 uur hebben we nog steeds geen onderdeel. Ik bel Nederland en vraag om een telefoonnummer van de pakketdienst in Frankrijk. Voor 6 uur wordt geen informatie gegeven zegt men, als we bellen. Dus we weten nog steeds niets. Om 5 voor zes belt Nol nog een keer. Een bezorgingswagen is uitgevallen, het wordt dus morgen. We geven de naam van het schip en ligging om te voorkomen dat we straks weer de hele dag moeten opletten. We beginnen aardig ongeduldig te worden. We willen weer varen! 26 augustus Ik sta om 8 uur op. Stel je voor dat de bezorger vroeg is en we slapen nog. Maar niks. Om 10 uur gaan Ar en ik de motorluiken open maken en maken we de motorruimte schoon. Doen we ten minste wat nuttigs. Om 11.30 nog niets. We bellen de pakketdienst maar weer. Ze zullen het uitzoeken en bellen na de middag terug. Om 2 uur nog niets gehoord. Ik loop even langs bij Blue Line en vraag of zij wat gezien hebben. O ja er ligt hier van vanmorgen een pakketje. Nog geen tijd gehad om dit bij u af te geven. Merde. Dertig minuten later alles gemonteerd en het leed is geleden. Niet meer aan denken en varen. We varen nog 3 uurtjes voor dat we aanleggen bij sluis 33. Er is wel geen aanlegplaats maar we hebben de Merlion zachtjes tegen de kant gedrukt en met pennen vastgezet. Toch nog 12 sluizen gedaan in 3 uur. 27 augustus Er zijn nog 37 sluizen naar Epinal. Een tocht van 2 dagen. Het heeft geen zin om vast te stellen tot hoever we komen vandaag. Er zijn te veel onbekende factoren. Om te beginnen zit er een Fransman voor ons. We komen niet verder dan Les Forges, dichtbij sluis 1 van de sluizentrap die ons staat te wachten. De 23 van vandaag zijn de laatste omhoog. Vanaf Zuid Frankrijk zijn we steeds omhoog gegaan. Vanaf sluis 1 gaan we naar beneden. We hebben een ligplaats in het wild gevonden en dus heel erg rustig. Het plaatsje Les Forges ligt op een kwartier lopen. We wandelen er even heen om brood te halen. We hebben weer een droge dag gehad met af en toe zon, maar de barometer staat nog steeds zeer laag. We controleren de motoren nog even maar alles is weer bij het oude, met andere woorden ze ronken weer mooi. 28 en 29 augustus Vandaag Epinal. Veertien sluizen naar beneden en dus een makkelijk dagje. Naar beneden betekent vastleggen in de sluis met één lijntje en een rustig verloop. De Fransen die gister voor ons zaten zien we 1 km achter ons. We besluiten in de eerste sluis niet op ze te wachten. We willen liever alleen schutten. Bij de tweede sluis krijgen we bezoek van de sluiswachter. We zijn al aan het zakken in de sluis. Hij wil dat we wachten op de Fransen en samen verder gaan. Hij stopt het proces en haalt ons weer naar boven, Sluisdeuren open en we zijn weer verenigd. Bij sluis 14 onderbreken we onze tocht over het Canal en gaan we rechts af over een groot
61
Aquaduct met onder ons de bruisende Moesel. We varen nu op de Embranchement d’Epinal. Even verderop in de haven van Epinal is er nog plaats voor ons langs de kade bij het restaurant. De Fransen kunnen er niet meer bij en gaan naar de kade langs de drukke weg. We melden ons bij de havenmeester die in een woonboot woont en van daaruit werkt. We rekenen € 3.50 af, incl. douche en elektriciteit. Dit kan dus ook nog in Frankrijk! Niet alleen voor de prijs maar vooral omdat dit een mooie stad is besluiten we om een extra dagje te blijven. We besluiten deze twee dagen met een extra uitgebreid etentje bij onszelf in de gezellige kajuit. 30 augustus Al vroeg voor zevenen worden we gewekt door rukken aan de boot door de harde wind met daarbij een plensbui. De lage barometer maakt zich waar. Ik ga even kijken of alles dicht is. Alleen in onze hut blijkt nog wat open te staan. Ik ga maar weer naar bed. Wat moet je doen bij dit weer. Om 8 uur is er nog niets veranderd. Ik stoot Ans aan maar die heeft nog geen plannen om er uit te gaan. Om negen uur houd ik het niet meer uit. Ik trek mijn regenjas aan en ga de stad in om brood te halen. Dit half uurtje doet me goed en op de terugweg wordt het al minder nat. Als ik aan boord stap is er enige beweging van beneden te bespeuren. Een half uurtje later zitten we allemaal aan het ontbijt met vers stokbrood en een nieuwe pot jam die boordevol zit met kersen. Ans en Ank ruimen op en Ar en ik gaan klaar maken voor vertrek. Als we het snoer uit de walstroon trekken wordt er van beneden geschreeuwd. Het koffie apparaat staat nog aan en Ank wil nog stofzuigen. We geven ze even de tijd. Als we de kaart nog even bekijken stellen we vast dat Charmes haalbaar moet zijn. Het zijn 14 sluizen over 22 km en de ervaring heeft geleerd dat we dit halen. Het eerste stuk met 8 sluizen voert door bewoond gebied, Industrieterreinen, opslagplaatsen en aan bakboordzijde al die tijd treinrails met zo nu en dan de trein. We zijn blij dat eindelijk de omgeving verandert in mooie bossages met hier tussendoor prachtige vergezichten met dorpjes tegen de heuvels. We zien regelmatig de Moesel beneden naast ons stromen. Opvallend is dat we veel tegenliggers hebben. Dagen lang bijna niets en dan in eens zoveel. We hebben er geen verklaring voor. We meren op tijd af in Charmes, vrijwel onder de brug. Als we de brug op lopen hebben we een goed overzicht. We zien dat er wel een 30 campers langs de kade zijn geparkeerd. Het is opvallend dat de campers heel vaak officiële parkeerplaatsen hebben bij de aanlegplaatsen voor schepen. Drie jaar geleden toen we ook hier waren stonden er 2 campers en nu 30. Tijden veranderen! We lopen verder de stad in en gaan op zoek naar een supermarkt die gas levert. In het centrum vinden we niets. Tot het donker wordt zien we nog campers arriveren of weer doorrijden omdat het vol is. 31 augustus Eerst op pad om de lege gasfles om te wisselen in een volle. Ar en Ank zijn al eerder vertrokken om uit te zoeken waar we terecht kunnen want anders moeten we slepen met de fles. Ze komen terug met de mededeling dat er een Match is met de goede kleur gasflessen, maar het is een flink eindje lopen. Ar en ik gaan met de steekwagen op pad om de feitelijke omwisseling uit te voeren. Het is inderdaad een flinke wandeling maar we kunnen elkaar afwisselen. De meisjes hebben als we terug komen alles aan kant en de koffie klaar. De sluiswachter is al eerder voorbij gekomen om te vragen of we doorgaan of niet en indien ja hoe laat. Hij zorgt dan op de sluis te zijn. Zo beginnen we ons tocht naar Richardmehil, 20 km met 14 sluizen. Een tocht waarbij we de telkens breder wordende Moesel naast ons zien. Alles loopt vlot. Toch wordt het nog 5 uur voordat we in Richardméhil aanleggen. Tijdens onze wandeling vroeg in de avond kunnen we vaststellen dat dit dorp zeer welvarend is. Grote huizen en prachtige tuinen. Het is wel duidelijk dat dit een slaapdorp is voor het nabije Nancy. 1 september
62
Naar Nancy is maar een snappie althans op de kaart. Richardméhil ligt dicht bij de zogenaamde Embranchement de Nancy, we zijn dus met een kwartier of zo al voor de eerste sluis. Hier stellen we vast dat er een radardetector naast de sluis staat. We hebben geen bedieningsapparaat dus we vragen ons af wat we nu moeten doen. We zien iets verderop de volgende sluis op het Canal. De vraag is moeten we ons daar melden. Waarschijnlijk niet, maar wat moeten we anders. Opeens zien we achter ons dat de sluislichten op groen springen. We keren om en varen de sluis in. We verwachten dat we als we bovenin komen er wel iemand aanwezig is die ons een bedieningskastje geeft. Niet goed gedacht. Boven is niets. Onbemand en onbewoond, maar wel 100 meter verder weer een sluis. We varen op naar de tweede sluis maar er gebeurd natuurlijk niets, wat te verwachten was. Ar stapt af bij een steiger en gaat op pad naar de sluiswachter op het Canal de l’Est. Een gezonde wandeling van een kwartier heen en een kwartier terug, maar hij komt terug met een kastje en de excuses van de sluiswachter. Hij heeft ons op een dwaalspoor gebracht door de sluis voor ons open te doen. Hij had moeten wachten tot we ons bij hem gemeld hadden. Gelukkig is alles weer in orde en tot sluis 4 gaat het goed. Maar nu hebben we weer een probleem. Hij werkt niet en als Ar gaat kijken stelt hij vast dat de deur niet helemaal sluit. Contact opnemen via de intercom op de sluis lukt niet. Niemand meldt zich. Dus we gaan tegen de kant liggen wachten op de dingen die gebeuren gaan. Twintig minuten later stopt een auto van de VNF en brengt de zaak weer op gang. Een stuk hout tussen de deur. De man van VNF waarschuwt ons dat er verder op ook problemen zijn. Die problemen komen we vanzelf tegen bij sluis 6. We zien 5 autotjes van de VNF en veel mensen met allerlei meetapparatuur. We liggen te dobberen voor de sluis maar om te weten te komen wat er nu precies aan de hand is zetten we Ar weer op de kant. Hij verdwijnt in de kluwe mensen en komt pas na een half uur weer onze kant uit gewandeld en informeert ons van afstand. We kunnen de sluis weer binnen varen en Ar stapt weer aan boord. Men gaat schutten zonder de automaat. Het gaat allemaal zeer langzaam. Het spul wil maar niet werken. Ank en Ans zien naast de sluis pruimen hangen, o als eieren zo groot, en stappen van boord. Als het schutten begint zitten Ar en ik even later 3 meter lager in de sluis en de meisjes op de kant. Ze roepen dat ze naar de volgende sluis lopen. Een sluis verder stappen ze lacherig weer aan boord met een enorme zak met pruimen. We schatten minstens zes kg. Ank kan niet wachten en begint onmiddellijk met het schoonmaken en voorbereiden. Eigen gemaakte jam is toch bijzonder nietwaar. We vervolgen de toch wel lange tocht naar Nancy. Gelukkig is het mooi weer en veel zon. Een enerverende dag maar wel erg leuk. Als we in de haven liggen hebben we, vinden we, een flinke borrel verdiend. Tegen 6 uur gaan we de stad in. Place Stanislas, altijd de moeite waard, is een bouwplaats. Het hele plein ligt open en ze zijn asfalt aan het storten of zo. We zoeken de kleine straatjes op met de vele restaurantjes met terrasjes op straat en zoeken er één uit. Als we om 10 uur aan boord stappen is het nog zacht. 2 september We gaan vandaag via de Moesel naar Toul. Eerst Canal de la Marne au Rhin en dan via écluse de jonction en ecluse Frouard de Moesel op. We kunnen na lange tijd weer gas geven wat resulteert in enorme rookwolken achter ons. We schrikken wel even maar het wordt langzaam minder. Motoren vervuilen toch wel erg tijdens heel langzaam varen! We voeren het toerental langzaam op tot we 1900 toeren draaien en kijken nu weer voor ons in plaats van achter ons. Het is 30 graden en we snijden door het water. Om 3.30 uur zijn we al bij de sluis van Toul en om 4 uur liggen we in de haven. 3 september
63
Weer een zomerdag! Direct na uitvaart van de haven van Toul de eerste sluis. Evenals deze zijn ook de volgende sluizen allemaal automatisch, zelfs het radarkastje is niet nodig. Bij naderen van de sluis wordt je gedetecteerd. We hoeven alleen nog maar de handels in de sluis omhoog te duwen. Het is heel prettig dat de sluis altijd open staat, als er ten minste geen tegenligger komt. De sluistijd bij dit systeem is maar 6-7 minuten het gaat dus razend snel. Zo nemen we de eerste 12 sluizen fluitend. Bij sluis 14 komen bij een dubbele sluis. Makkelijk bij tegenliggers. Wij nemen natuurlijk de rechtersluis. Direct na het uitvaren, komen we in de tunnel van Foug. Ook hier is alles verlicht maar niet erg helder. We schakelen onze verlichting er bij aan om beter te kunnen zien. Na de sluis hebben we inmiddels een Nederlandse omgebouwde sleper ingehaald. Gelukkig meert hij 6 km verderop af in Pagny-sur-Meuse. Wij verlaten verderop Canal de la Marne au Rhin en duiken sluis nr.1 in naar Canal de l’Est (nu branche Nord). Na 17 sluizen meren we af in Commercie, aan de kade bij Aldi. Wat een luxe voor Ans en Ank die meteen plannen maken voor forse inkopen. Even later gaan zij op pad terwijl Ar en ik gaan klussen. We hebben weer een paar beschadigingen opgelopen en die behandeld moeten worden. Een half uur later komen de meisjes terug terwijl ze samen een volle kar voortduwen. We worden verzocht om te gaan zitten want we moeten een paar wijnen proeven die in de aanbieding zijn. Er is er één bij die zo goed smaakt dat we er nog maar één open maken. Aan klussen komen hierna niet meer toe. 4 september De wijn die we gisteren geproefd en goed bevonden hebben moet nog even gehaald worden. Ar en ik gaan in opdracht 4 dozen van 12 ophalen. Het is nog vroeg en waarschijnlijk juist daarom is het erg druk. We staan met onze 4 dozen in een lange rij. We staan in verband met een afspraak om 10 uur met de sluiswachter een beetje onder tijddruk. Het duurt en duurt. Als er nog 3 man voor ons zijn met evenveel volle wagens en het 5 voor 10 is, geven we het op. We schuiven de dozen ergens tegen een kast en verdwijnen gezwind. Uiteraard zijn we te laat voor onze sluisafspraak maar de sluiswachter heeft er geen probleem mee. Om 11 uur ligt iedereen, behalve de stuurman, ergens op het dek uitgeteld te luieren. Het is inmiddels 30 graden warm geworden en in de sluizen nog een paar graden hoger. De dag blijkt echter nog een paar verrassingen in petto te hebben De sluiswachter van St.Mihiel meldt ons dat er activiteiten op het water zijn en we niet door mogen varen. Hij sluist dus voorlopig niet. We horen in de verte muziek maar we moeten op de sluis klimmen om te zien wat er aan de hand is. Het blijkt hier feest te zijn. De sluiswachter heeft inmiddels informatie gekregen dat we er nog door kunnen voordat de manifestaties op het water beginnen. Het feestgedruis werkt aanstekelijk op ons. We meren een paar honderd meter verderop af en lopen terug naar het feestterrein. Het is 2 uur en het feest is net in volle gang. We gaan op verkenning uit en zien dat dit niet zomaar een feestje is. Dit is het grote zomerfeest dat 1 x per jaar gehouden wordt. We lopen tussen wigwams en andere min of meer oosterse tenten door. Overal zitten mensen in klederdracht uit het verre verleden aan tafels te eten. BBQ’s staan overal te geuren. We zien het wel zitten. Even verderop wordt ons gratis een buffet en wijn aangeboden. We zijn precies op tijd voor het middagprogramma met diverse demonstraties en spelletjes. Een soort treintje trekt onze aandacht. We worden geïnformeerd dat we gratis mee kunnen voor een
64
rondrit door het dorp. Lacherig stappen we in en laten ons rondrijden. Om een uur of vier hebben we het wel gezien en zakken af naar de boot. We hebben even rust nodig om vanavond weer fit te zijn voor het avondprogramma. Om 7 uur zien we veel mensen naar het feestterrein lopen. We gaan er achteraan. In een grote tent wordt gegeten en gedanst en iedereen heeft duidelijk plezier. Buiten de tent is alleen bier te krijgen dus we gaan de tent in en vragen of we 4 glazen wijn kunnen kopen. Dat kan niet maar wel een fles. Er is echter geen plaats meer vrij aan een tafel. We nemen onze fles wijn en 4 plastic bekertjes mee naar buiten en drinken staande ons glaasje wijn, met de fles tussen de benen geklemd. Zo nu en dan wordt aan de andere kant van het water een oud kanon afgevuurd dat enorme knallen geeft. We lopen de sluis over om dit van dichtbij te gaan bekijken. Ook hier overal clubjes mensen in klederdracht in tenten. We bekijken nog een paar activiteiten op het water en wachten daarna op het aangekondigde groot vuurwerk. Natuurlijk begint dit een half uur later dan aangekondigd maar het is dan ook een enorm vuurwerk voor een klein dorp. Chapeau! We kuieren na afloop langs het water naar de boot en openen nog een fles wijn en dat hadden we niet meer moeten doen! 5 september Een beetje een kater. Geen wonder. Alles bij elkaar opgeteld was het toch wel wat veel. Een half uur later als we aan het ontbijt zitten gaat het al wat beter, mede door het heerlijke zonnetje dat ons niet in de steek laat. Toch was dit anderhalf uur geleden anders. Toen ik brood ging halen in het dorp hing boven het water zoveel waterdamp dat je de overkant van het kanaal niet kon zien. De zon heeft echter korte metten gemaakt. Tijdens mijn bezoek aan de bakker heb ik gezien dat er een grote markt opgebouwd is. We overleggen nog even of we ons vertrek uitstellen. Het probleem is dat we weer een afspraak hebben gemaakt met de sluiswachter bij sluis Rouvrois. Toch lastig dat je niet altijd over je eigen tijd kan beschikken maar zo is dat nu eenmaal. Als alles geautomatiseerd is wordt dit wel anders. We zijn precies op tijd bij de sluis maar geen sluiswachter, Ook 20 minuten later niet. We besluiten tot een eigen initiatief. Ar en Ans zet ik op de kant en zij nemen de sluiswachterfunctie over. De deuren gaan open en we varen de sluis in. De sluiswachter arriveert dan eindelijk en neemt mopperend over. “ Ik ben geen TGV”, zoveel werk, druk, druk, druk. We lachen meewarig. We denken dat het wel mee zal vallen. Hij blijkt te pendelen tussen ons en een peniche, een paar sluizen verderop. Voorlopig gaat verder alles vlot. Het verdere traject geeft geen problemen. Bij de meeste sluizen staan fruitbomen, veelal verwilderd maar soms ook in goede staat. Ans en Ank springen bij elke sluis van boord en plukken weer wat er voor handen is: pruimen, appels, peren en mirabelles. Als we gaan zakken springen ze weer aan boord. We hebben van eerdere pluk al 2 liter pruimenjam staan dus wat staat ons nu nog te wachten. Met dit zomerse weer is varen een feestje en we genieten nog volop als we om 4 uur in Verdun arriveren. Er is voldoende ruimte aan de drijvende steiger die tegen de boulevard aan ligt. Een prima plek met uitzicht op de vele wandelaars en de restaurantjes en cafeetjes. We wandelen de stad in omdat we wandelen en wat zien willen combineren. Het bekijken van steden is niet meer zo gewild als op de heenreis. We hebben al zoveel gezien en zoals Ar opmerkt: het paard ruikt de stal. Toch willen we de kathedraal zien en daarom starten we de klim naar boven. 6 september Ook nu weer een sluis afspraak. Er is zo weinig verkeer dat varen alleen efficiënt kan gebeuren als je vooral bij de eerste sluis een goede afspraak maakt. We zijn verrast als we toch nog een Frans schip achter ons zien opduiken die samen met ons de sluis in schuift. Zelfs komt er iets verderop nog een Nederlander bij. Wat een drukte opeens. We trekken het grootste deel van de dag in harmonie met elkaar op totdat in Dun-sur-Meuse de Fransman en
65
de Nederlander achterblijven. Wij tuffen nog even verder naar Stenay, met zijn halve maan vormige haven met aan de andere kant van het water een grote camping. 7 september Naar Sedan is het 40 km en 6 sluizen. Een aardig stukje varen maar weinig sluizen. Veel moois om ons heen en iedere keer de Maas naast ons. Ik neem eigenlijk te veel videobeelden van dit gebied maar het is de moeite waard. De hele dag zijn we gekleed in zwembroek resp. bikini of meestel bij Ank en Ans nog iets minder. Na 6 km bij sluis 32 verlaten we het Canal en komen we weer op de rivier. We kunnen weer wat meer gas geven want er is 10 km per uur toegestaan. We passeren Pouily en Mouzon. Vanaf het water zijn dit mooie plaatjes. Onze vlotte tocht brengt ons al snel in Sedan. Het is uitzoeken. Er liggen maar 3 schepen en er is wel plaats voor 10. Als we ons melden bij de havenmeester krijgen we een hand vol informatie over het “ Genėve van het Noorden”. Na het doorlopen van de stad gaan we op pad naar het kasteel, waarvan ze zeggen dat het de grootste is in Europa. Als we binnen de wallen zijn zien we dat hier op zeer grote schaal gerenoveerd wordt. Er is zelfs een hotel in één van de kasteelvleugels dat al in bedrijf is. Het ziet er naar uit dat binnen een paar jaar het kasteel helemaal gereed zal zijn. Het is werkelijk imponerend wat de Fransen hier presteren. 8 september Waar gaan we heen vandaag. Bogny of misschien Charleville-Meziėres. De laatste hebben we op de heenweg uitgebreid bezocht dus we neigen naar Bogny. We zien wel. We moeten nog wel een probleempje oplossen. We moeten tanken. We weten dat er dieselolie te krijgen is in Pt a Bar bij Maubacq Nautic, maar we moeten dan weereen stukje Canal des Ardennes op inclusief twee sluizen. We zien geen andere keuze maar bellen voor alle zekerheid of er wel voldoende dieselolie is. Geen probleem wordt ons verteld. Vandaar dat we na 8 km bij de grote dennenboom de sluis naar Canal des Ardennes nemen. Omdat er nog iemand bij het tankstation ligt moeten we een half uurtje wachten maar dan schuiven we tegen de kant en hangen de slang in BB tank. We vragen om in elke tank 100 liter te gooien. We halen dan België met gemak. Bij 160 liter slaat de pomp uit. De pompbediende klimt op een oude wagen waar een tank op staat en opent het mangat. Hij komt naar ons toe om te vertellen dat de olie op is. Morgen kunnen we verder tanken, zegt hij. Ze zijn bedankt. We denken aan protesteren, we hebben toch gebeld, maar waarom zullen we ons kwaad maken voor 40 liter. We halen België toch wel. We rekenen af en varen de twee sluizen weer terug naar Canal de l’Est. De sluis naar het Canal staat op dubbel rood Of defect of middagpauze. We weten het niet. Het is tussen de middag dus kan het de middag pause zijn. We ondernemen even niets en wachten af. Een kwartier later stopt een VNF auto en stelt het systeem weer in bedrijf. Dus toch defect. We schutten naar het Canal en vervolgen onze tocht richting Charleville. We laten Charleville links liggen en varen door naar Bogny waar alles propvol ligt. We varen een beetje heen en weer met ons schip tot een Engelsman reageert: Kom maar tegen ons aanliggen. Dat doen we graag waarbij we er voor zorgen dat ons achterdek zover mogelijk verwijdert is van hun achterdek. Zo behouden we beiden onze privacy. Aan de overkant van de weg is de supermarkt waar we op de heenweg ook inkopen hebben gedaan. Ans en Ank lopen hier even heen en informeren ons na terugkomst dat er boven langs de weg een pizawagen staat of we hier wat voor voelen. We bestellen vroegtijdig en zitten tegen 8 uur aan de piza die zo groot is dat niemand dat ding op krijgt. 9 september We kunnen opschieten. We varen vandaag grotendeels op de brede Maas en kunnen dus wat sneller varen. De Maas kronkelt hier enorm met vele haarspeld bochten maar is ó zo mooi. Monthermé, Revin, Fumay, we passeren ze allemaal. De Engelsman waar we tegenaan
66
gelegen hebben is met ons mee gevaren, maar meert af in Fumay, terwijl wij doorvaren. Het is nog te vroeg om te stoppen en we willen zover mogelijk komen. We willen naar huis! We vinden het genoeg als we Vireux Wallerănd in het zicht krijgen. Hoe lang is het niet geleden dat Ans hier op de heenweg haar verjaardag vierde? We leggen aan en gaan onze benen strekken in het dorp. Het wordt bewolkt dus het lijkt ons verstandig om de kap er vannacht maar op te zetten. 10 september Vandaag wordt onze laatste dag in Frankrijk. We kijken met een beetje weemoed terug op onze tocht. Wat is Frankrijk toch een heerlijk land. We gooien de lijnen los nadat we de kap naar beneden gedaan hebben. De zon schijnt en de temperatuur is goed. Het is goed dat we zonnig afscheid kunnen nemen van het Franse. Als we door de tunnel varen en later de sluis Les Trois Fontaines uitvaren, zien we als we achterom kijken de sluis weer sluiten, symbolische voor onze tocht door Frankrijk. EINDE
67