Hulp, historie en handel
Apeldoorn over de grens Nota over internationaal beleid van de gemeente Apeldoorn __________________________________________________________________________________ Waarom deze nota De nota ‘Grenze(n)loos Apeldoorn’ is tot nu toe de onderlegger voor het gemeentelijk beleid op het gebied van internationale samenwerking. Nieuwe ontwikkelingen zijn aanleiding om het beleid te herformuleren, vandaar deze nota ‘Apeldoorn over de grens’. Het is de bedoeling dat duidelijke uitgangspunten en spelregels, een categorie-indeling in de samenwerking, en een aanpak op projectbasis het beleid en de daarvan afgeleide activiteiten meer inzichtelijk en navolgbaar maken. Op die manier kan internationale samenwerking goed worden verankerd in het totale gemeentelijke beleidspakket. __________________________________________________________________________________ 1. De wereld als achtertuin Wat er in de wereld gebeurt, speelt zich af in onze achtertuin. Moderne communicatiemiddelen hebben de wereld veraf en dichtbij voor ons binnen handbereik gebracht. We reizen naar alle uithoeken, doen er zaken, steken er de handen uit de mouwen voor hulp en ondersteuning, gaan er studeren, knopen er vriendschapsbanden aan. De wereld dringt zich anderzijds ook aan ons op. Mensen van ver komen naar hier om uiteenlopende redenen. Uit politieke overwegingen, op de vlucht voor het regiem in hun thuisland, om economische redenen, om zich hier te vestigen, om te werken. En ook natuurrampen tonen aan dat we in een ‘global village’ leven. Algemeen neemt de internationale oriëntatie toe. Internationale en interculturele ontwikkelingen en ontmoetingen raken de samenleving. Ook die van Apeldoorn. “De traditionele doelstellingen van het buitenlands beleid van Nederland zijn (1) het onderhouden van goede relaties tussen het Koninkrijk der Nederlanden en andere landen, (2) Nederland beschermen tegen buitenlandse dreigingen, en (3) het bevorderen van een eerlijke wereld waar vrede, veiligheid, welvaart en menselijke waardigheid gegarandeerd worden”. Zo luidt de mission statement van het Ministerie van Buitenlandse Zaken over het internationaal beleid. Het zijn de gemeenten die aan de eerste en derde doelstelling mede inhoud kunnen geven. Deze doelstellingen van het nationale beleid zijn het vertrekpunt voor deze beleidsnota. 2. Eigentijdse aanpak Dat internationaal beleid een onderdeel van het takenpakket van de gemeente is, staat voor ons als een paal boven water. Het gaat erom datgene waar we goed in zijn, namelijk het inrichten van het democratisch bestuur en het verlenen van gemeentelijke diensten, te willen delen met anderen. Dat doen we als land en als gemeente al geruime tijd. Daar worden we in buitenlandse projecten om gewaardeerd.
1
Internationale samenwerking is ook een manier om bij te dragen aan een goede onderlinge verstandhouding met steden verweg waarmee wij een band onderhouden. Daarmee helpen wij binnen onze mogelijkheden de derde doelstelling uit de mission statement van het ministerie van Buitenlandse Zaken realiseren. Apeldoorn heeft een naam hoog te houden, als het gaat om kennis en ervaring op tal van beleidsterreinen en innovatieve ontwikkelingen. Beschikbaar stellen van deze expertise aan andere gemeenten over de grens geeft ook naamsbekendheid aan de stad en glans aan het imago van Apeldoorn; een niet te onderschatten aspect van het internationaal beleid. 3. Tijd voor actualisering Het huidige beleid voor internationale samenwerking is aan actualisering toe. Er zijn op historische gronden gebaseerde vriendschapsbanden met Burlington in Canada aangehaald. Mede in relatie tot de Indische gemeenschap in onze stad - de op een na omvangrijkste in ons land - heeft Apeldoorn een samenwerkingsovereenkomst getekend met Banda Aceh waarmee deze Indonesische gemeente voor vier jaar is verzekerd van steun bij de wederopbouw na de tsunami van december 2004. De brandweer Apeldoorn heeft recent een samenwerkingsovereenkomst gesloten met Bonaire op het terrein van brandveiligheid en rampenbestrijding. De gemeente verkent op uitnodiging van de Chinese stad Yichang de mogelijkheden voor een handelsrelatie tussen beide steden. Deze ontwikkelingen kunnen worden gerangschikt onder de drie pijlers die het Apeldoornse beleid voor internationale samenwerking steunen: hulp, historie en handel. Projecten voor internationaal beleid kunnen van verschillend karakter zijn: a. eenzijdig, zoals in het geval van hulpverlening; b. tweezijdig, wanneer er bij voorbeeld sprake is van kennisuitwisseling. Stedenbanden, al of niet op historische gronden, hebben dat kenmerk in zich; c. gericht op profijt; dan hebben we het over economische banden en zitten we in de sfeer van de handel. 4. Uitgangspunten en niveaus Duidelijke uitgangspunten kunnen de eigentijdse aanpak van het internationaal beleid van Apeldoorn bevorderen: - een projectmatige benadering staat voorop. Overzichtelijk, op resultaat gericht, afrekenbaar, behapbaar naast het overige gemeentelijk beleid, en voorzien van een tijdshorizon - zo moeten de projecten zijn omschreven; - in het internationaal beleid van Apeldoorn zoals ons dat voor ogen staat, gaat het om relaties tussen gemeenten; - immateriële ondersteuning heeft de voorrang; - materiële hulpverlening is in onze ogen het domein van het particulier initiatief. In bijzondere omstandigheden (bij voorbeeld een natuurramp) zal de gemeente (en het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking) zich overigens niet onbetuigd laten;
2
-
-
in negen van de tien gevallen gaat het bij internationale samenwerking om faciliteren, wegbereiden door de gemeente; een enkele keer geven we een activiteit van derden een (financieel) steuntje in de rug; van belang is dat de buitenlandse activiteiten sporen met de gemeentelijke doelstellingen ten aanzien van duurzaamheid.
Gerangschikt naar de indeling hulp, historie en handel onderscheiden we de volgende activiteiten in het internationaal beleid; de hiervoor aangehaalde uitgangspunten zijn daarop van toepassing. Hulp: gemeenten in ontwikkeling en transitie Met verwijzing naar het nationale buitenlands beleid wordt hier gedoeld op projecten van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten – International die in algemene zin versterking van democratisch lokaal bestuur wereldwijd beogen. Apeldoorn heeft daaraan al meermalen bijgedragen, onder meer met democratiseringsprojecten in landen die op de drempel van de Europese Unie stonden en staan (Letland, Polen, Oekraïne, Moldavië, Hongarije, Slovenië, Albanië). De gemeente krijgt nog regelmatig een uitnodiging voor deelname aan een VNG-project. Export van kennis en expertise, opzetten en organiseren van trainingen op verschillende beleidsterreinen, en uitwisseling van ambtenaren zijn aspecten van VNG-Internationalprojecten; dat alles gericht op versterking van het lokaal bestuur. Veelal zal het om eenzijdige situaties gaan. Omdat het hier een projectmatige aanpak betreft, spreken we in dit verband over ‘projectsteden’ waarmee we voor bepaalde duur een relatie aangaan. Gemeenten in ondersteuning Van projectmatige aard zijn ook de activiteiten in het kader van de ondersteuning van Apeldoorn aan Banda Aceh bij de wederopbouw na de tsunami. Het gaat in eerste instantie om immateriële zaken: beschikbaar stellen van kennis en expertise op beleidsterreinen waar de hulpbehoevende gemeente om vraagt. Uitwisseling van ambtenaren kan onderdeel van de ondersteuning uitmaken. Onder dezelfde categorie valt de samenwerking die de brandweer Apeldoorn in het najaar van 2006 formeel is aangegaan met de brandweer van Bonaire. Ook hier staat het beschikbaar stellen van expertise, in dit geval over brandveiligheid en rampenbestrijding, centraal. Historie: vriendschapsbanden Ook het aangaan van vriendschapsbanden met andere gemeenten over de grens spoort met het nationaal beleid. Burlington in Canada is er een goed voorbeeld van. Deze relatie vindt haar oorsprong in de historische banden met Canadese veteranen die in 1945 hebben geholpen bij de bevrijding van onze stad. Apeldoorn heeft in het verleden vriendschapsbanden gesmeed en onderhouden met enkele Europese steden: Berlijn-Wilmersdorf-Charlottenburg en Minden (Duitsland), Gladsaxe (Denemarken), Sutton (Engeland) en Gagny (Frankrijk). Doordat het toenmalige gemeentebestuur de koers verlegde naar ontwikkelingssamenwerking, zijn deze partnersteden in de vergetelheid geraakt (alleen straatnamen in Apeldoorn verwijzen nog naar deze geschiedenis). Mede doordat Europa zich verder ontwikkelt, wordt de 3
roep om herstel van de partnerrelatie luider. Berlijn is de eerste stad die aan de bel heeft getrokken en een hernieuwde band met Apeldoorn een warm hart toedraagt. Herstel van de relaties, dan gebaseerd op het geactualiseerde internationale beleid, verdient nadere overweging. Het bevorderen van de onderlinge verstandhouding en uitwisseling van kennis en ervaring tussen burgers van beide steden staat in zo’n partnerstad-relatie voorop. Cultuur, sport, educatie, milieu zijn terreinen waarop de activiteiten zich kunnen richten. De gemeente vervult daarbij een facilitaire functie en neemt in voorkomende gevallen het gastheerschap op zich. Het kan zijn dat in het verlengde van burgerinitiatieven de gemeente in beeld komt omdat er interesse ontstaat voor of raakvlak is met een bepaald beleidsterrein. Een en ander kan dan uitmonden in een ambtelijk uitwisselingsprogramma en in de vorming van een interessant netwerk voor kennisuitwisseling. Het kan ook gebeuren dat uit een partnerstedenband een zakelijke relatie groeit. In een dergelijk geval vervult de gemeente een facilitaire rol; beschikbaar stellen van kennis en ervaring is dan aan de orde. Komt het tot een handelsmissie, dan kan de gemeente optreden als gastheer. Internationale samenwerking en onderwijs Het onderwijs is een interessant element in het kader van internationale samenwerking. Scholen voor middelbaar onderwijs in Apeldoorn zijn actief over de grens en hebben een uitwisselingsprogramma opgezet. Het is het onderzoeken waard of dit soort activiteiten verder kan worden uitgebreid tot de hoogste groep(en) in het basisonderwijs - waarbij de gemeente bij initiatieven van scholen zijn rol van aanjager, voortrekker en wegbereider kan vervullen. Ook langs deze weg kan het beleid echt handen en voeten krijgen. Tot bijzondere activiteit, in relatie met de partnersteden, heeft zich de internationale jongerenconferentie ontwikkeld. Een initiatief, geboren binnen de Stichting Bevrijding ’45, met als doel middelbare scholieren het estafettestokje te laten overnemen van de (Canadese) veteranen bij de jaarlijkse bevrijdingsherdenking van Apeldoorn. De eerste conferentie was tijdens de 60ste herdenking in 2005. Jongeren uit Europese en voormalige Oostbloklanden en Canada hebben tijdens workshops en debatten met elkaar gediscussieerd over vrijheid, veiligheid en democratie, de aspecten die op de conferentie aan bod kwamen. De opzet is om van de jongerenconferentie een terugkerend evenement te maken, waarbij de partnersteden van Apeldoorn bij toerbeurt als gaststad optreden. Zo zal de conferentie in mei 2007 worden gehouden in Burlington, Canada. Het is de bedoeling dat het evenement onderdeel blijft van het activiteitenpakket van de Stichting Bevrijding ’45 en dat de gemeente hand- en spandiensten verleent bij de organisatie. Handel: zakelijke relaties Van profijt is sprake, als de gemeente zich begeeft op het terrein van de zakelijke relaties in het internationale beleid. Het is goed gebruik dat de overheid bij buitenlandse gemeenten de weg bereidt of deuren opent voor het bedrijfsleven. Naar aanleiding van de contacten die provincie Gelderland heeft met de provincie Hubei in China en de gemeente Arnhem met de hoofdstad Wuhan, heeft het gemeentebestuur van Yichang contact gezocht om een zakelijk getinte relatie op te bouwen. In dat licht 4
heeft een Apeldoornse gemeentelijke delegatie in het najaar van 2005 een oriëntatiereis naar China ondernomen en zijn er inmiddels enkele tegenbezoeken gebracht. Deze vorm van zakelijke relatie kan alleen succes hebben als bedrijven uit Apeldoorn/ Stedendriehoek daar baat bij hebben. Samenwerking met de provincie Gelderland, de gemeente Arnhem en het bedrijfsleven bevordert de effectiviteit van de contacten met China. Alle mogelijke activiteiten, zoals handelsmissies, worden afgestemd met de ministeries van Economische en van Buitenlandse Zaken. In samenwerking met het regionale bedrijfsleven doen we op deze wijze een eerste ervaring op met deze vorm van internationaal beleid. Europa Steeds vaker weet Apeldoorn de weg te vinden naar de (nieuwe) structuurfondsen in Brussel om omvangrijke (binnen-)stedelijke projecten mede te financieren. Om die reden is het ook, dat we – overigens vaak samen met de provincie en andere Gelderse steden – deelnemen aan activiteiten van Europese netwerken van steden en regio’s. De eerdere suggestie om de relatie van Apeldoorn met de Europese partnersteden van weleer nieuw leven in te blazen, moet ook in dit licht worden bezien. In toenemende mate steken bestuur en ambtelijke organisatie tijd en energie in lobby en relatiemanagement, nodig om de snelle ontwikkelingen en veranderingen in de toekenning van Europese gelden bij te benen. Ook op dit terrein gaat ‘Apeldoorn over de grens’. 5. Beleid in de praktijk Door hun grensoverschrijdende karakter worden buitenlandse activiteiten al gauw bestempeld als goedverzorgde leuke snoepreisjes. Die beeldvorming doet het beleid onrecht en moet worden voorkomen. Transparant, navolgbaar, een professionele aanpak, daar gaat het bij deze actualisering van het internationaal beleid ook om. Dat betekent dat wat Apeldoorn over de grens doet, in het vervolg wordt neergelegd in jaarplannen en uitvoeringsprogramma’s, vergezeld van een financiële vertaling. Het jaarplan zal worden vastgesteld in het kader van de jaarlijkse meerjaren programmabegrotingcyclus. Eenmaal vastgesteld, is het aan ons college om te besluiten over de verdeling van de financiën. Over het internationaal beleid zullen we berichten in de tussentijdse rapportages en verantwoording afleggen bij de jaarrekening. De burgemeester zal van de stand en gang van zaken van de buitenlandse activiteiten melding maken in zijn Burgerjaarverslag. Elke deelname aan een buitenlandse activiteit, hetzij bestuurlijk hetzij ambtelijk, behoeft de goedkeuring van ons college. Er wordt een protocol ontworpen op basis waarvan verantwoordelijkheden en kosten (reis- en verblijfkosten) in verband met internationale missies zullen worden geregeld. Buitenlandse activiteiten in de sfeer van vakreizen door gespecialiseerde ambtenaren en bestuurders vallen buiten dit bestek. 6. Bestuurlijke en ambtelijke organisatie De portefeuille internationaal beleid is – haast de traditie getrouw – in handen van de burgemeester. 5
Al naar gelang het beleidsonderwerp zal de betreffende vakwethouder in een internationaal project bestuurlijk de honneurs waarnemen. Als uit de vriendschapsrelatie met Burlington op een goed moment een handelsmissie ontstaat, kan de portefeuillehouder economische zaken optreden als projectwethouder, om een voorbeeld te noemen. Op ambtelijk niveau wordt het internationaal beleid behartigd in een duo-functie: - de beleidsmatige aspecten zijn voor rekening van de ambtelijke coördinator internationale betrekkingen; - representatie en coördinatie partnersteden is de taak van de chef kabinet. Daarnaast is de adviseur voor externe betrekkingen verantwoordelijk voor het verkennen van de mogelijkheden om via de Europese netwerken EU-subsidies voor Apeldoorn binnen te halen. De wethouder lobby is voor dit aspect van ons internationaal beleid bestuurlijk aanspreekbaar. Het kabinet van de burgemeester, onderdeel van de afdeling Strategie, Communicatie en Kabinet (SCK) binnen de dienst Middelen, is de ankerplaats voor het internationaal beleid. 7. Externe partners Voor de burgerinitiatieven zijn gesprekspartners buiten het stadhuis de Stichting Mondial en het Apeldoorn-Burlington Comité (ABC). Wat betreft Mondial verkeren we in de unieke omstandigheid dat we in deze koepelorganisatie vijfendertig Apeldoornse instellingen ontmoeten die actief zijn op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Het feit dat er binnen Mondial inmiddels de nodige expertise is opgebouwd, maakt informatie-uitwisseling en wederzijdse afstemming van activiteiten interessant. In de ondersteuning aan Banda Aceh komen we ook gemeenten in de Stedendriehoek tegen. Deze samenwerking moet zich verder zetten. Gaat het bij internationale activiteiten de zakelijke kant op, dan zitten organisaties als Bedrijvenkring Apeldoorn (BKA), Kamer van Koophandel, VNO/NCW en het Nationaal Bureau voor Toerisme/VVV aan tafel. Onderwerp van nadere discussie is de organisatievorm waarin deze externe partners hun functie in het verband van het gemeentelijk internationaal beleid kunnen bekleden. Onze gedachten gaan uit naar het instellen van een lokaal comité internationaal beleid waarin derden en de gemeente hun internationale activiteiten op elkaar kunnen afstemmen. Ons college overweegt het initiatief te nemen tot het instellen van dit comité. Punt van overleg zal de vertegenwoordiging van de gemeenteraad in een dergelijk orgaan zijn. 8. Financiën De kosten voor activiteiten op het gebied van internationale samenwerking worden tot nu toe betaald uit gemeentelijke middelen, incidentele bijdragen of externe fondsen; soms gaat het om een combinatie van deze kostendragers. Personele kosten komen ten laste van de reguliere gemeentelijke budgetten, overige kosten zijn voor rekening van de begrotingspost representatie.
6
Het verdient aanbeveling om de kosten voor internationale samenwerking via een afzonderlijke begrotingspost te budgetteren en te controleren, wat ons betreft met ingang van de meerjaren programmabegroting voor 2008. Feitelijk bestaat er nu geen budget voor dit beleid. Financieel moeten we de komende jaren roeien met zeer korte riemen. Reden waarom we ons terughoudend zullen opstellen bij het zetten van de verdere stappen op internationaal terrein. Voor buitenlandse activiteiten worden overigens geen kosten gemaakt zonder dat daar een besluit van ons college aan ten grondslag ligt en waarbij de dekking wordt aangegeven. 9. Tot slot Apeldoorn kent een geschiedenis als het om internationaal beleid gaat. Recente ontwikkelingen noodzaken om er met andere ogen naar te kijken. Daartoe dient deze nota. Het getuigt van realiteitszin als dit beleid eenmaal een volwaardige plaats krijgt in het totale takenpakket van de gemeente. Apeldoorn, februari 2007 College van b. en w.
7