Sint-Niklaas, december 2008
Lokaal drugbeleidsplan stand van zaken in 2008
Vervolg op de Lokale vertaling van de federale beleidsnota drugs (december 2003)
Synthesenota Overzicht van de beschikbare gegevens en bestaande initiatieven
Contactpersoon: Ann Opgenhaffen, dienst preventie, 03 / 760 92 43
1
1. Inleiding p3 2. Cijfermateriaal p 4 Verzamelen cijfermateriaal (VAD) Schatting van het aantal druggebruikers (extrapolatie) 3. Drugoverleg in Sint-Niklaas p6 4. Preventie p7 Inleiding Bestaande preventie-initiatieven in SN Preventiepakketten naar het onderwijs LIFT MEGA LEEFSLEUTELS ROOKVRIJE KLASSEN TIME-OUT KICK IT DRUGBELEID OP SCHOOL Opvoedingsondersteuning STOP STRAATHOEKWERK Sensibiliseringsacties 5. Hulpverlening p12 Inleiding Bestaande initiatieven rond hulpverlening in SN MSOC DELTA Andere diensten … 6. Politie en handhaving p16 7. Justitie
2
1. Algemene inleiding “Alcohol en andere drugs zijn ruim aanwezig in onze samenleving. Met alcohol en andere drugs bedoelen we alcohol, tabak, psychoactieve medicatie, illegale drugs. Het onderscheid tussen legale en illegale drugs is in de eerste plaats een juridisch onderscheid, dat niets zegt over het gezondheidsrisico van deze middelen. Vanuit een gezondheidsperspectief zijn al deze middelen 'drugs' en houden ze in meerdere of mindere mate risico's in voor de gezondheid en het welzijn van de gebruiker en zijn omgeving.”
Het is belangrijk om als stad te werken aan een lokaal alcohol- en drugbeleid*. Dit maakt een globale aanpak van de alcohol- en drugthematiek in Sint-Niklaas mogelijk. Met een lokaal alcohol- en drugbeleid willen we: • preventief optreden: we willen problemen voorkomen; • hulp bieden bij problemen als gevolg van gebruik; • adequaat optreden als er grenzen worden overschreden. Een globale aanpak van de alcohol- en drugthematiek situeert zich bijgevolg op vier niveaus die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn: • een welzijnsbevorderend beleid op het vlak van tewerkstelling, onderwijs, huisvesting; • een preventiebeleid dat gedragen wordt door alle maatschappelijke sectoren; • een hulpverleningsbeleid met een gedifferentieerd en goed bereikbaar hulpverleningsaanbod; • een repressief beleid dat instaat voor controle, wetshandhaving, vervolging en bestraffing. De stad is reeds jaren actief op vlak van drugpreventie in samenwerking met diverse andere partners. Meestal gaat het om werk dat achter de schermen gebeurt en niet steeds zichtbaar is voor de buitenwereld. Veel preventiewerk is ook gericht naar een welzijnsbevorderend beleid en wordt daarom niet steeds erkend als “volwaardig” preventiewerk. Ook de politie zorgt reeds jaren voor de aanpak van drugspecifieke problemen.
In dit document schetsen we een overzicht van alle gegevens en initiatieven die er momenteel bestaan op vlak van alcohol- en drugpreventie in Sint-Niklaas. Met dit document willen we tevens een aanzet geven naar de toekomst. We willen een lokaal alcohol- en drugbeleid uittekenen waar iedereen achter kan staan. Het kan als een vervolg beschouwd worden op een eerste document dat reeds in december 2003 werd opgemaakt, met name “de lokale vertaling van de federale drugnota”. Want we zijn er nog niet. Een drugbeleid is immers een werk van lange adem. *
Opm: alcohol is een legale drug en zit sowieso onder de noemer drugbeleid. Gezien het echter een maatschappelijk aanvaarde drug is, wordt dit soms nog apart vermeld.
3
2. Cijfermateriaal Verzamelen cijfermateriaal Wanneer men de hogervermelde definitie leest over alcohol en andere drugs, kan men er uit afleiden dat cijfermateriaal of gegevens rond alcohol- en druggebruik bij mensen niet evident te verzamelen zijn; evenals gegevens rond mensen met een alcohol- of drugproblematiek. Er bestaan wel studies die door de VAD (Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen) worden gepubliceerd rond alcohol- en druggebruik. Aan de hand hiervan kunnen we met de nodige voorzichtigheid via extrapolatie ook een beeld schetsen van het lokaal gebruik. We beschikken over gegevens uit het jaarrapport van het MSOC-project en de straathoekwerker drugs. Daarnaast beschikken we ook over cijfers van de politie, die ons eveneens een bepaald aspect tonen van druggebruik. Gegevens over de opnames binnen de hulpverleningssettings hebben we nog niet kunnen bekomen. Tevens hebben we gegevens verzameld over het bereik van jongeren en ouders via de diverse preventieprojecten.
Schatting van het aantal alcohol- en druggebruikers (extrapolatie van nationale gegevens naar de demografische gegevens in Sint-Niklaas)
Er zijn op 1 januari 2008 70.430 burgers in Sint-Niklaas ingeschreven. Hiervan zijn er 5.413 jongeren tussen 12 en 18 jaar. In het schooljaar 2007-2008 lopen 10.470 scholieren school in het secundair onderwijs, hiervan komt bijna 60% van buiten Sint-Niklaas.
Alcohol Uit nationaal onderzoek blijkt dat 70% van de jongeren tussen 12 en 18 jaar “alcohol drinkt” (dit betekent alcoholgebruik op een schaal gaande van eenmalig gebruik tot regelmatig gebruik tot problematisch gebruik, m.a.w. niet iedereen die alcohol nuttigt, drinkt op een problematische manier). Er loopt momenteel een ECAT-onderzoek (rond alcohol) in Sint-Niklaas, maar de cijfers zijn nog niet beschikbaar. Wanneer we – met de nodige omzichtigheid- een extrapolatie van de nationale cijfers maken naar Sint-Niklaas, waarbij we ervan uit gaan dat de bevolking van Sint-Niklaas niet anders is dan de gemiddelde bevolking, dan zouden ongeveer 3.789 Sint-Niklase jongeren tussen 12 en 18 jaar alcohol drinken. Dit betekent eveneens dat 7.329 jongeren, die in de secundaire scholen van Sint-Niklaas schoollopen, alcohol drinken. Uit nationaal onderzoek blijkt eveneens dat 5% van de Belgen probleemdrinkers zijn. De grootste groep probleemdrinkers situeert zich tussen de 45 en 54 jaar. Wanneer we weer een extrapolatie maken naar Sint-Niklaas, zien we dat 3.521 Sint-Niklasenaars probleemdrinkers zijn.
4
Illegale drugs Gebruik Uit nationaal onderzoek blijkt dat 13% van de Belgen in hun leven ooit cannabis (gaande van eenmalig/ regelmatig tot problematisch) gebruikte. 3% gebruikte de afgelopen maand cannabis. 1,7% van alle Belgen gebruikte XTC en/of speed/amfetamines. Meer mannen dan vrouwen gebruiken illegale drugs. Wanneer we ook hier een extrapolatie maken zien we dat in Sint-Niklaas 9.155 burgers ooit cannabis (gaande van eenmalig/regelmatig tot problematisch) gebruikten. Uit onderzoek bij de Vlaamse leerlingen uit 2005-2006 weten we dat 8,5% van de jongeren uit het secundair onderwijs tijdens het voorbije jaar cannabis gebruikte, dubbel zoveel jongens (11,6%) dan meisjes (5,4%). Het cannabisgebruik neemt toe met de leeftijd: 2% van de 12-14-jarigen gebruikte cannabis het voorbije jaar; voor de 15-16-jarigen was dit 9,5% en voor de 17-18-jarigen 21,7%. 2,7% van de jongeren gebruikte het voorbije jaar minstens één keer per week cannabis, 5,8% deed dit minder vaak. 0,3% gebruikte het voorbije jaar regelmatig XTC, 0,2% amfetamines. De cijfers tonen aan dat veel jongeren die illegale drugs gebruiken, slechts af en toe gebruiken. Vaak gaat het om experimenteren. Extrapolatie met de nodige omzichtigheid: 890 scholieren uit het secundair onderwijs in Sint-Niklaas gebruikte ooit cannabis. Problematische gebruikers Het taboe op problemen met illegale drugs is nog groter dan het taboe op alcoholproblemen. Illegaal druggebruik speelt zich vooral verborgen af, waardoor het aantal mensen dat hulp zoekt nog beperkter is dan bij alcohol. Daarom zijn onderstaande cijfers schattingen. In de Europese Unie wordt het aantal problematische gebruikers (gedefinieerd als injecteerders van drugs of langdurig gebruik van heroïne, cocaïne of speed - het gaat vooral om heroïnegebruikers) zeer verschillend ingeschat, van land tot land. De schattingen lopen uiteen van 2 tot 8 personen per 1.000 inwoners van 15 tot 64 jaar.
Tabak 28% van de Belgen rookt; 24 % rookt dagelijks. Maw extrapolatie: 19.720 mensen in Sint-Niklaas roken. 26% van de jongeren tussen 15 en 24 jaar rookt. 11% van de 15-16 jarigen rookt dagelijks.
5
3. Drugoverleg in Sint-Niklaas Een lokaal alcohol- en drugbeleid is een zaak van iedereen. Het is dus belangrijk om alle vormen van overleg binnen de verschillende sectoren (onderwijs, vrijetijd, horeca,…) te stimuleren; alsook tussen de verschillende betrokken partners: hulpverlening, preventie, parket, politie, stedelijk beleid, bevolking, gebruikers. Van in het begin van de jaren ‘80 is er een drugoverleg actief in Sint-Niklaas. Tot 1993 was er het Stedelijk Overleg Drugs. Sinds ’93 is dit de Werkgroep Drugpreventie bestaande uit: Dienst preventie, Delta-preventie (afdeling GGZ Waas en Dender), CM-infocentrum voor de gezondheid, CLB Waas en Dender (vrij onderwijs), CLB Waasland (gemeenschapsonderwijs), JAC Waasland, LOGO Waasland. Sinds kort zit er ook een vertegenwoordiging in van de politie via de leefbaarheidsambtenaar (Zie ook ECAT-project),…. Begin 2000 werd er eveneens een Werkgroep Drughulpverlening in het leven geroepen vanuit Delta met als partners onder meer de diensten geestelijke gezondheidszorg, de psychiatrische ziekenhuizen, het ziekenhuis Maria Middelares, het OCMW, CAW, CLB, en de psycho-sociale dienst van de gevangenis van Dendermonde. Deze werkgroep is momenteel niet meer actief. Een inventaris van alle diensten die betrokken zijn bij de drugproblematiek werd opgemaakt in december 2003 naar aanleiding van de federale drugnota (zie document: “lokale vertaling van de federale beleidsnota drugs”, december 2003). Sinds 1993 is er i.s.m. de werkgroep drugpreventie ook een scholenoverleg waarop de drugthematiek wordt besproken. Vele scholen hebben een eigen “drugbeleid op school”. Diverse partners zoals politie en justitie werden hierbij in het verleden betrokken. Sinds 2007 wordt het scholenoverleg overgenomen binnen het flankerend onderwijs. Vanuit de leefbaarheidsambtenaar wordt het HORECA-overleg in het stadscentrum nieuw leven ingeblazen. Ook werd een intensief overleg met de dancinguitbater(s) geïnstalleerd o.l.v. de politie.
6
4. Preventie Inleiding Het doel van preventie is problemen als gevolg van middelengebruik te voorkomen. Dit houdt in dat individu én samenleving leren omgaan met alcohol en andere drugs. Hieronder verstaan we onder meer dat mensen op een verantwoordelijke manier omgaan met middelen (van niet-gebruik tot schadebeperkend), maar ook dat het thema bespreekbaar is, dat mensen genuanceerd denken over middelengebruik en dat ze op een doordachte en verantwoordelijke manier met middelengebruik in hun omgeving en in de samenleving kunnen omgaan. Deze algemene doelstelling kan, afhankelijk van de situatie (Milieu), de persoonlijkheidskenmerken (Mens) en de drug (Middel), als volgt worden gedifferentieerd: • 1) Niet-gebruik aanmoedigen, ondersteunen en bestendigen. Alcohol- en ander druggebruik mag nooit vanzelfsprekend zijn. Niet-gebruik is altijd de veiligste en meest gezonde keuze. In bepaalde situaties (bijvoorbeeld het verkeer) en voor bepaalde personen (bijvoorbeeld zwangere vrouwen, jonge kinderen, psychisch en sociaal kwetsbare mensen) is het zelfs de enige veilige optie. • 2) Experimenteergedrag uitstellen. Onderzoek toont aan dat hoe jonger men met alcohol en andere drugs gaat experimenteren, hoe groter de kans is op later probleemgebruik. Preventie-initiatieven voor jongeren zijn daarom gericht op het uitstellen van de beginleeftijd en dus op het bestendigen van niet-gebruik. • 3) Verantwoordelijk gedrag bevorderen. Door het aanbieden van correcte informatie en structurele ondersteuning en door het aanleren van persoonlijke en sociale vaardigheden, zetten we mensen aan tot bewust, weloverwogen en verantwoordelijk gedrag. • 4) Vroegtijdige aanpak stimuleren. Hoe sneller problemen worden opgemerkt en aangepakt (bijvoorbeeld begeleiding van experimenterende jongeren, ondersteunen van ouders), hoe groter de kans op gedragsverandering is. • 5) Schade beperken. Wanneer stoppen met gebruik op een bepaald moment geen haalbare doelstelling is voor een gebruiker, is het van belang - zowel voor de gebruiker zelf als voor zijn omgeving om in tussentijd de schade die uit dit gebruik voortvloeit, zoveel mogelijk te beperken. Dit kunnen we doen door structurele interventies (bijvoorbeeld voorzien van alternatief vervoer) en door maatregelen op het niveau van persoonlijk en maatschappelijk functioneren van de gebruiker (bijvoorbeeld spuitenruil).
7
Bestaande preventie- initiatieven in Sint-Niklaas Vanuit de bovenvermelde visie, een visie die tevens vanuit de VAD (Vereniging voor Alcoholen Drugproblemen, een gevestigde waarde op vlak van de drugproblematiek) wordt uitgedragen, werden in Sint-Niklaas heel wat initiatieven genomen. De meeste initiatieven zijn vanuit de dienst preventie uitgegroeid tot structurele projecten i.s.m. diverse partners: Delta-preventie, afdeling GGZ Waas en Dender, Logo Waasland, de beide CLB’s, JAC, CM-infocentrum voor de gezondheid, politie, de scholen,…..
-> Algemene preventiepakketten naar onderwijs ter uitvoering van doelstelling 1-2-3 Het investeren in kinderen en jongeren is belangrijk. Preventie moet op alle leeftijden en kan niet vroeg genoeg beginnen. Kinderen en jongeren persoonlijke en sociale vaardigheden bijbrengen wordt als een belangrijke versterkende factor gezien naar drugpreventie en een positieve aanpak van grensoverschrijdend gedrag bij kinderen.
LIFT Lift is een preventieproject rond sociale vaardigheden voor kleuters in de derde kleuterklas. Er wordt zowel in de klas als op de speelplaats gewerkt. Het programma loopt sinds september 2004. Per klas die getraind wordt, worden er eveneens 3 ouderavonden aangeboden. Bij de opstart werden 4 scholen per jaar bediend; nu verloopt het programma intensiever; ofwel wordt het ganse schoolteam betrokken ofwel de ganse kleuterblok. Belangrijk is dat men met het programma de schoolcultuur kan beïnvloeden in functie van een positieve, oplossingsgerichte aanpak van het “negatief” gedrag van kleutertjes. Momenteel: 1 schooltje uit het gemeenschapsonderwijs en 1 schooltje uit basisonderwijs of vrije onderwijs. Er is eveneens een nauwe samenwerking met de CLB’s van de beide netten.
LEEFSLEUTELS Leefsleutels voor jongeren is een preventieproject rond sociale vaardigheden naar 12-15 jarigen in de secundaire scholen. Voor 15-18 jarigen is er Leefsleutels in actie. Het programma werd vanuit de stad heel intensief aangeboden in ’93. Heel wat scholen hebben het programma geïmplementeerd in hun lessenpakket. Ook de ouders worden betrokken bij het programma.
MEGA Mega is een preventieproject rond drugs en geweld voor leerlingen uit het 6de jaar basisonderwijs vanuit de lokale politie. Het werd opgestart in september 2001. Aan dit project zijn eveneens 3 ouderavonden gekoppeld (1 in Sint-Niklaas, 1 in Nieuwkerken en 1 in Belsele). Bijna alle basisscholen uit Sint-Niklaas nemen deel.
8
ROOKVRIJE KLASSEN Vanuit LOGO wordt i.s.m. de stad gewerkt rond Rookvrije Klassen en gezonde voeding (Tutti Frutti). Rookvrije klassen werd opgestart in 2001-2002. Deze wedstrijd loopt op Europees vlak en is bestemd voor de leerlingen van de eerste graad secundair onderwijs. Er wordt eveneens een folder meegegeven aan alle ouders van de betrokken leerlingen. De wedstrijd loopt van eind oktober tot eind april. De bedoeling is dat de leerlingen gedurende een periode van 6 maanden volledig rookvrij blijven. Indien meer dan 10 % van de klasgenoten rookt, valt de klas uit de wedstrijd. Tijdens deze wedstrijd wordt er 2 maal geregistreerd wie rookvrij is en wie rookt. Deze registratie wordt, via LOGO-Waasland, doorgegeven aan het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie te Brussel, die de wedstrijd coördineert voor Vlaanderen. Binnen Sint-Niklaas nemen gemiddeld 8 grote scholen deel.
TIME-OUT Time-out is een preventief project naar leerlingen uit het secundair onderwijs bij wie het momenteel op school moeilijk loopt. In een periode van 3 weken tracht men de negatieve spiraal te doorbreken en het geloof in de eigen mogelijkheden te herstellen. Het project loopt sinds september 2002 in nauwe samenwerking met Groep Intro, de beide scholengemeenschappen, de beide CLB’s, en heel wat andere partners. Ook met de ouders zijn er informatiemomenten.
KICK IT Kick It is een vorming voor experimenterende druggebruikers op school door CLB en Delta. Er is een gelijkaardig project, Hi-a-way, naar jongeren uit Syntra en het deeltijds onderwijs. Ter ondersteuning van Kick It is er een Werkgroep KICK IT, een overleg waarop de drugproblematiek binnen de scholen nauw besproken wordt.
Drugbeleid op school De meeste scholen hebben een eigen “DRUGBELEID OP SCHOOL” ontwikkeld in samenwerking met het CLB en Delta. Zo’n drugbeleid op school steunt op 3 pijlers: a) regelgeving (wat kan en niet kan op school), b) begeleiding en c) educatie en structurele maatregelen. Scholen kunnen steeds beroep doen op Delta en het CLB voor de coaching van een alcohol- en drugbeleid. Ook werd er in het verleden (op een scholenoverleg) tussen de politie en de secundaire scholen een protocol afgesloten waarbij elke school beroep kan doen op een contactpersoon binnen de politie om specifieke problemen i.v.m. drugs te bespreken. Delta-preventie richt zich tot sleutelfiguren van diverse sectoren in de regio Waas en Dender. Dit zijn personen die tussen de preventiewerkers en de doelgroep staan zoals bv. leerkrachten, welzijnswerkers, jeugdhuismedewerkers, opvoeders,…Delta-preventie werkt op maat en naargelang de vraag wordt coaching van een alcohol- en drugbeleid, overleg of vorming aangeboden.
9
-> Opvoedingsondersteuning: STOP ter uitvoering van doelstelling 3 Stop staat voor ‘Samen sterker terug op pad’. Het project richt zich naar kinderen met gedragsproblemen tussen 4 en 7 jaar en hun ouders. Het gaat over kleuters met grensoverschrijdend/risicovol gedrag. Gedurende 10 weken volgen de kinderen 1 dag in de week een sociale vaardigheidstraining en komen hun ouders samen om te praten over opvoeding. Er zijn eveneens huis- en schoolbezoeken aan gekoppeld. Het project is gegroeid vanuit de dienst preventie maar wordt nu actief gedragen vanuit het CKG. Er zijn ook heel wat andere werkingen binnen de Opvoedingswinkel vb. Pedagogisch spreekuur voor ouders, vormingsavonden naar ouders (Tieners in Huis) die gelinkt kunnen worden aan (drug)preventie.
-> Straathoekwerk ter uitvoering van doelstelling 3-4-5 De kernopdracht van het STRAATHOEKWERK is om mensen die niet of nauwelijks aansluiting vinden bij de maatschappij (zowel een eigen sociaal netwerk als diverse maatschappelijke voorzieningen) op te zoeken, er te zijn voor hen als ze het moeilijk hebben, en hen te begeleiden op verschillende levensdomeinen. Sinds 1996 wordt intensief gewerkt naar mensen met problematisch/chronisch druggebruik in Sint-Niklaas. Momenteel bestaat de doelgroep vooral uit jongeren met een sterk coke- en gokgebruik. De straathoekwerker begeleidt momenteel 35 “gasten” tussen 16 jaar en 60 jaar intensief, hij heeft evenwel “werkcontacten” met veel meer gasten. Ook de straathoekwerker naar (allochtone) jongeren bereikt heel wat jongeren met druggebruik.
-> Sensibiliseringsacties ter ondersteuning van doelstelling 1 en 3 Alcoholpreventie - Van ’93 tot ’98 werden er intense Drink Wijs-campagnes gevoerd in de examens - Nog steeds wordt er naar aanleiding van de 100-dagen jaarlijks aandacht gegeven aan alcoholpreventie - Recent wordt er door Delta en de leefbaarheidsambtenaar werk gemaakt van het ECATproject. Info-sessies en vormingen - Diverse vormingen rond drugs naar ouders en intermediairen (leerkrachten, cafébazen, hulpverleners,…) door Delta-preventie, GGZ Waas en Dender en CLB -Vorming naar stadspersoneel door Delta - Aanbieden van preventiemateriaal door CM-infocentrum voor de gezondheid Dancings - Actie afkrabloten Dancing Areaz (zie ook politie)
Diverse aanverwante acties - assertiviteitstrainingen voor jongeren door JAC, CLB en CM-infocentrum voor de gezondheid (2X 15 jongeren per jaar) - aanpak spijbelen en project tewerkstelling jongeren DO
10
5. Hulpverlening Inleiding De centrale doelstelling van hulpverlening bij problematisch middelengebruik is het bevorderen van de levenskwaliteit op het vlak van lichamelijke en psychische gezondheid en van sociaal welzijn, met respect voor de autonomie van de cliënt. Om deze doelstelling te bereiken kan een aantal tussendoelen worden geformuleerd, zoals verbetering van de levenskwaliteit, beheersing van het probleem, bevordering van probleeminzicht en motivatie tot verandering. De finaliteit van hulpverlening kan variëren van schadebeperking over gecontroleerd gebruik tot abstinentie. De doelstellingen hangen onder meer af van de mogelijkheden van de cliënt en kunnen wijzigen in de loop van de behandeling. Gezien de complexiteit van de alcohol- en drugproblematiek is een snelle en definitieve oplossing niet steeds realistisch. Hulpverlening bij ernstig problematisch alcohol- en druggebruik en afhankelijkheid is dikwijls een langdurig proces, dat in verschillende fasen verloopt en verschilt van cliënt tot cliënt. Zorg op maat betekent dus verschillende interventies, aangepast aan de fase waarin de cliënt zich bevindt en aan de problematiek zoals die zich voordoet. •
•
•
Fase 1) Vroeginterventie Bij hulpverlening is het belangrijk om zo vroeg mogelijk in te grijpen in het ontwikkelingsproces van problematisch middelengebruik. Onderzoek bevestigt dat hoe eerder men ingrijpt, hoe gunstiger de resultaten zijn, omdat de negatieve gevolgen op het vlak van gezondheid en van andere levensdomeinen doorgaans minder ernstig zijn. Door vroeg in te grijpen heeft de betrokkene meestal nog meer keuzemogelijkheden dan bij langdurig gebruik. Vroegtijdige signalering van problemen is daarom een belangrijke opdracht van de eerstelijnsgezondheids- en welzijnszorg. Ook de omgeving kan hierin een belangrijke rol opnemen. Fase 2) Begeleiding, behandeling, zorg De hulpverlening ondersteunt de cliënt om vat te krijgen op het problematisch middelengebruik. Vanuit verschillende behandelingsmodellen (farmacotherapie, psychotherapie en andere therapeutische activiteiten) wordt met de cliënt gewerkt aan het middelenprobleem en aan de geassocieerde problematiek en/of pathologie. Bedoeling is dat de cliënt zijn vrijheid van handelen herwint. Verder richt de hulpverlening zich ook op een verbetering van de levenskwaliteit van de cliënt en zijn omgeving. Ten slotte betekent een integraal behandelingsaanbod: werken aan maatschappelijke reïntegratie en aandacht schenken aan alle levensgebieden die onder het problematisch gebruik te lijden hebben gehad. Ondersteuning van en hulp aan de omgeving - ouders, partner, kinderen zijn eveneens belangrijke factoren voor het succes van de begeleiding. Bij afhankelijkheid hebben we dikwijls te maken met een langdurige, chronische problematiek, waarbij de hulpverlening de cliënt helpt om het probleem te beheersen en de kwaliteit van zijn leven te verbeteren. In dat perspectief kan ook schadebeperking zijn plaats krijgen: wanneer de cliënt nog niet in staat is om met gebruik te stoppen, kunnen schadebeperkende maatregelen ervoor zorgen dat de schade ten gevolge van het gebruik zo beperkt mogelijk blijft. Afwisselend en/of gelijktijdig zijn interventies in het hulpverleningsaanbod gericht op 'cure' of 'care': soms is vooral zorg en bescherming nodig, in andere gevallen ligt de nadruk op therapie of begeleiding en op nog andere momenten is er nood aan reïntegratie. Fase 3) Terugvalpreventie Aangezien het bij middelenmisbruik om een chronische problematiek gaat, moet in het behandelingsproces met een mogelijke terugval rekening worden gehouden. Met terugvalpreventie tracht men terugval te voorkomen of te beperken (niet laten escaleren) door de cliënt te leren omgaan met situaties die een risico op terugval betekenen.
11
Bestaande initiatieven rond hulpverlening in Sint-Niklaas A. MSOC (dienst preventie) : ter uitvoering van fase 2 en 3 MSOC (Medisch Sociaal Opvang Centrum) is een laagdrempelig hulpverleningsprogramma voor chronische druggebruikers dat in 1999 werd opgestart met subsidies van de provincie Oost-Vlaanderen. Het MSOC in Sint-Niklaas is een ankerpunt van het MSOC Gent. Elke donderdag zijn er een arts, een verpleegkundige (Wit-gele kruis) en een psycho-sociale hulpverlener (beurtrol OCMW, Mutualiteiten Bond Moyson en CM, dienst GGZ Waas en Dender, dienst preventie,…) in het welzijnshuis aanwezig.
B. Delta-curatie (dienst geestelijke gezondheidszorg Waas en Dender) Delta – Vroeginterventie ter uitvoering fase 2 en 3 Delta probeert ook personen te behoeden voor verder gebruik wanneer zij in de fase zitten tussen het eerste gebruik en afhankelijk. In dit kader biedt Delta-preventie een ondersteunende rol bij de uitbouw van projecten zoals ‘kick-it’ en ‘hi(a)way’. Deze projecten zijn respectievelijk gericht naar jonge schoolgaande gebruikers en jongeren in de leertijd. Deze projecten zijn ontstaan uit een samenwerkingsverband tussen delta-preventie, vrij CLB Waas en Dender en CLB Waasland.
Delta- Curatie ter uitvoering van fase 2 De hulpverleners van Delta bieden psycho-sociale, psychologische en psychiatrische begeleiding omtrent alcohol- en drugproblemen. Zowel vrijwillige hulpverlening voor minder- en meerderjarigen, als gedwongen hulpverlening in een justitieel kader wordt aangeboden. Daarnaast is er een zorgtraject jongeren alcohol en andere drugs Dendermonde, ouderconsult, hulpverlening in het kader van het MSOC-ankerpunt in Sint-Niklaas, ... Mensen die overmatig genotsmiddelen gebruik(t)en/misbruik(t)en en/of hun naaste omgeving, kunnen zich aanmelden bij Delta-curatie voor een kennismakingsgesprek. Op basis van dit gesprek wordt na overleg een individuele-, gezins of ouderbegeleiding voorgesteld. Indien nodig wordt doorverwezen naar andere diensten. Delta-curatie werkt steeds op afspraak. Sinds kort hebben we ook een aanbod voor Dendermonde en omliggende gemeenten. Dit is een onderdeel van het ‘Zorgtraject jongeren alcohol en andere drugs Dendermonde’. Dit ambulant begeleidingsaanbod is bedoeld voor jongeren van 12 tot 21 jaar met alcohol/drug-misbruik. Door Delta is er eveneens aan de spoeddiensten een voorstelling gedaan van het therapeutisch project. Op die manier kunnen zij ouders informeren over het bestaan van begeleidingsmogelijkheden inzake drughulpverlening. Delta-curatie verzorgt ook de groepsvorming ‘Drugs achter het stuur’ in samenwerking met het Parket van Dendermonde. Jongeren tussen 18 en 25 die in het gerechtelijk arrondissement Dendermonde betrapt worden op het rijden onder invloed van drugs, kunnen deze groepsvorming volgen in plaats van een geldboete te betalen. Gedurende 20 uren worden ze gesensibiliseerd hun gedrag te verbeteren.
12
Delta: Zorgtraject Dendermonde:
jongeren
alcohol
en
andere
drugs
Inspelend op de nood aan drughulpverlening in de regio Schelde-Dender, startte in Dendermonde een therapeutisch overlegproject voor jongeren tussen 12 en 21 jaar die regelmatig middelen gebruiken en waarbij een verhoogd risico bestaat op verdere afhankelijkheid. Het project biedt geen rechtstreekse hulp, maar is een overlegplatform voor jongeren die al in de hulpverlening zitten, en waar de lopende zorg onvoldoende blijkt. Ook jongeren die nog geen hulpverlening krijgen, kunnen aangemeld worden. Met dit initiatief willen we vroegtijdig ingrijpen door een aangepast multidisciplinair zorgtraject uit te stippelen. Dit initiatief wordt getrokken door een medewerker van GGZwd, afdeling Delta. Zij doen dit in samenspraak met twee andere kernactoren, AZ Sint- Blasius en Ovosit (geïntegreerde dienst voor Thuiszorg). Het basisaanbod bestaat uit: • korte screening, • eventueel begeleidingsadvies en toeleiding naar de aangewezen zorg, • driemaandelijkse opvolgbesprekingen van de evolutie, zolang als zinvol. Voor wie: jongeren van 12 tot en met 20, met alcohol / drugmisbruik, die akkoord gaan dat hun situatie eens met andere deskundigen bekeken wordt, of die dit door de jeugdrechter opgelegd krijgen.
C. Andere diensten (zie ook lokale vertaling van de federale drugnota december 2003)
CLB’s Algemene ziekenhuizen Psychiatrische ziekenhuizen CAW Waasland Ziekenfondsen OCMW’s Querido Sociale dienst Dendermonde
13
6. Politie en handhaving Uitgangspunt: de politionele benadering van de drugsproblematiek moet een schakel zijn binnen een bredere maatschappelijke aanpak. Context: in het zonaal veiligheidsplan 2005-2008 werd “drugs” opgenomen als actiepunt. Het drugactieplan werd echter algauw een onderdeel van de prioriteit “overlast in de uitgaansbuurten”, als gevolg van de stijging van het recreatief gebruik, voornamelijk in de discotheken. Evoluties: · Steeds meer jongeren gebruiken drugs, ook minderjarigen. · Cocaïne, GHB* en XTC zijn populair in het uitgaansleven. De combinatie met alcoholische dranken geeft bovendien een negatief effect. · Housedealing steekt de kop op, om te vermijden dat men betrapt wordt door de politie op openbare plaatsen. · Het “gedoogbeleid” van de regering leidt tot veel misverstanden bij de jongeren. Hot spots · N70: dansinstellingen in Lokeren, Sint-Niklaas en Beveren · In het weekend bevindt zich een grote concentratie van jongeren in de discotheken op de N70: Le Dimanche (Lokeren), Bell’s Café (Sint-Niklaas), Club Royal (Sint-Niklaas), Memory’s (Sint-Niklaas), Areaz (Sint-Niklaas), Cream (Beveren) en Pallas (Beveren). · Problematiek: (1) gebruik van cocaïne, GHB, XTC en speed door deel van de jongeren dat
uitgaan sowieso koppelt aan druggebruik. Soms wordt druggebruik gecombineerd met alcohol. (2) Drugsdealing. (3) Rijden onder invloed van drugs. (4) Overlast voor de buurtbewoners. ·
Sint-Nicolaasplein-Houtbriel · Na schooltijd verzamelen de scholieren op het Sint-Nicolaasplein (vooral vrijdag). Het SintNicolaasplein en de Houtbriel kennen een aantal populaire uitgaansgelegenheden die vooral op woensdag-, vrijdag- en zaterdagavond bezocht worden. Problematiek: (1) softdruggebruik door scholieren na schooltijd, (2) gebruik en dealing van ·
·
Station van Sint-Niklaas en lijnbussen tussen Hulst en Sint-Niklaas · Gebruikers en dealers van softdrugs bevoorraden zich in Hulst. · Harddruggebruikers van heroïne en cocaïne (meestal behorend tot een marginaal milieu) gaan zich bevoorraden in Antwerpen. · Problematiek: (1) rondhanggedrag. (2) Overlast door gebruik in wachtplaatsen, toiletten,
·
N403: verbindingsweg tussen Sint-Niklaas en Hulst · Drugstoeristen met een voertuig (auto, bromfiets) gebruiken deze weg om zich te gaan bevoorraden in Hulst en Terneuzen. · Problematiek: rijden onder invloed van drugs, opgedreven bromfietsen Scholen · Dit gaat voornamelijk over het gebruik van softdrugs door jongeren voor of na schooltijd, of tijdens de middagpauze in de onmiddellijke omgeving van de school. Op scholen worden meer feiten van drugbezit, druggebruik en drugsdealing vastgesteld. · Problematiek: vooral een individueel probleem voor de druggebruikende en vaak minderjarige
cannabis, XTC en speed, en in mindere mate GHB, heroïne en cocaïne tijdens het uitgaan.
perrons, omgeving station. (3) Drugsdealing.
·
jongere. ·
Stadspark · Door de beperkte sociale controle in het park, leent het zich uitstekend voor gebruik in groep van voornamelijk cannabisproducten. Ook de Walburgconcerten trekken cannabisgebruikers aan. · Problematiek: (1) deel van de bevolking stoort zich aan deze jongeren. (2) In de zomer ook
drugsdealing.
14
*GHB= is een vloeibare drug die vroeger werd gebruikt als narcosemiddel bij operaties. GHB wordt ook wel eens “liquid XTC” genoemd, .
·
·
Fietsroute Sint-Niklaas – Sint-Jansteen · Drugstoeristen met fiets of bromfiets kiezen vaak voor deze verbindingsweg. · Problematiek: rijden onder invloed van drugs, opgedreven bromfietsen. Speelpleinen · Meldingen van druggebruik door jongeren op Kon. Elisabethplein en rond de Witte Molen. · Problematiek: rondhanggedrag, al dan niet gepaard met drugs.
Aanpak politie · N70: dansinstellingen in Lokeren, Sint-Niklaas en Beveren · Normprocedure afgesproken met de gerechtelijke overheid en met Areaz en Club Royal: veiligheidsverantwoordelijke kan bij het aantreffen van een kleine hoeveelheid drugs zelf een verklaring van de verdachte afnemen, waarna de politie een pv opstelt. · Projectploeg is in de nacht van zaterdag op zondag aanwezig op de N70, en controleert parkings, toegang en omgeving. Daarnaast vinden regelmatig acties van de lokale recherche in de discotheken plaats. · Sint-Nicolaasplein-Houtbriel · Projectploeg is aanwezig vrijdag na schooltijd. · Projectploeg is aanwezig in de nacht van vrijdag op zaterdag en zaterdag op zondag. · Station van Sint-Niklaas en lijnbussen tussen Hulst en Sint-Niklaas · Toezicht tijdens reguliere diensten. · Regelmatig een gecoördineerde actie op verschillende tijdstippen. · N403: verbindingsweg tussen Sint-Niklaas en Hulst · Prikcontroles tijdens reguliere diensten. · Op deze N403 organiseert de PZ Sint-Gillis-Waas-Stekene al regelmatig acties. · Scholen · Op verzoek van de directie, gecoördineerde acties. · Toezicht tijdens reguliere diensten. · Stadspark · Controles met drughond. · Gewone patrouilles. · Fietsroute Sint-Niklaas – Sint-Jansteen · Prikcontroles tijdens reguliere diensten · Speelpleinen · Prikcontroles tijdens reguliere diensten. Partners · Bestuurlijke overheid: het nemen van beleidsbeslissingen terzake. · Federale politie: aanvraag stille drugshonden en drugsbus bij grote acties. Bijstand van spoorwegpolitie in stations. · Dienst preventie en samenleving: preventieve ondersteuning bij grote evenementen, preventieacties in discotheken en scholen. Samenwerking voor Mega. · Therapiecentrum DELTA: nazorg · Vertrouwenspersonen scholen: de drugssectie van de lokale recherche heeft contact met deze vertrouwenspersonen, die steeds kunnen rekenen op hun knowhow. Daarnaast ook samenwerking in het raam van Mega · Stationschef: gebruik lokaal binnen station. · De Lijn: vorming aan chauffeurs, discrete informatie-uitwisseling. · Parkwachter: informatie-uitwisseling. · Dancinguitbaters: regelmatig overleg · Café-uitbaters Houtbriel, Sint-Nicolaasplein: bereidheid tot samenwerking, meer overleg is nodig. · Nederlandse politie: grensoverschrijdende acties. · Andere politiezones: afspraken voor het gelijktijdig voeren van acties. · Parket: goed contact met drugsmagistraten, normprocedure, werkgroep. · Pers: aankondiging acties en resultaten. · Ziekenhuizen: samenwerking op het vlak van beeldvorming, informatie-uitwisseling.
15
Kritieke succesfactoren (factoren die van beslissend belang zijn voor het behalen van succes) · Politiemedewerkers moeten worden gescreend op interesse en motivatie voor het project, en indien nodig bijscholing krijgen. · De korpsleiding moet terzake een lange termijnvisie ontwikkelen, samen met de andere partners. · Een goede informatie-uitwisseling tussen interventie, wijk, MO-team en lokale recherche is cruciaal. · De projectchef moet erover waken dat er geen routine in het project kruipt. De projectchef bepaalt de uren van controle. Het ingezette personeel durft tijdens deze opgelegde uren de nodige initiatieven nemen. · Het gerechtelijk arrondissement moet voldoende steun bieden aan de lokale zones. Een werkgroep werkte reeds een checklist uit (DOPE) voor gebruik op het terrein. · Indien het stadsbestuur en de politie nog meer inzicht willen krijgen in de problematiek, is openheid van ziekenhuizen en scholen vereist.
7. Justitie De wetgeving en aanpak van justitie overstijgt het lokale beleid.
16