Crowdfunding in België - een stand van zaken
Inleiding Crowdfunding wordt steeds vaker gebruikt als alternatieve vorm van financiering, waarbij vooral startende ondernemingen, die normaal moeilijker toegang krijgen tot de traditionele financieringskanalen een beroep doen op het grote publiek om fondsen in te zamelen. In de praktijk verloopt crowdfunding meestal via een internetplatform waarop het project wordt voorgesteld. Indien de onderneming erin slaagt om voldoende investeerders te overtuigen een (kleine) geldsom over te maken binnen de vooropgesteld termijn, is de crowdfunding operatie geslaagd, en wordt het geld overgemaakt aan de onderneming. Recentelijk werd in Frankrijk een nieuw wettelijk kader aangenomen inzake crowdfunding (Ordonnance n°2014559 van 30 mei 2014), dat normaal in werking treedt op 1 oktober 2014. Ook in België lag er net voor de verkiezingen van 25 mei 2014 een voorstel op tafel. Voorlopig blijft het echter behelpen met de richtlijnen aangereikt door de FSMA, die gebaseerd zijn op bestaande meer algemene financiële wetgeving.
A.
Richtlijnenvan de FSMA
Reeds in juli 2012 bracht de FSMA een mededeling uit (FSMA_2012_15). Daarin wordt gewezen op het feit dat de financiële wetgeving (nog) niet voorziet in een omkadering voor crowdfunding en dat bijgevolg deze activiteit dient getoetst te worden aan de verschillende wetgevingen waarvoor het toezicht op de naleving ervan is opgedragen aan de FSMA. Crowdfunding als een activiteit kan onder de toepassing vallen van vier verschillende wetten, die hieronder (punten B tot E) kort worden beschreven.
1/5
B. De wet van 16 juni 2006 op de openbare aanbiedingen van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt (de “Wet van 2006”). De Wet van 2006 wordt van toepassing indien het crowdfunding project een of meer openbare aanbiedingen inhoudt van beleggingsinstrumenten op het Belgisch grondgebied. Enkel wanneer dus beleggingsinstrumenten (i.e. effecten, financiële instrumenten en alle andere instrumenten die het mogelijk maken een financiële belegging uit te voeren) de tegenprestatie uitmaken van de financiering, zal deze wet van toepassing zijn. Indien het gaat om een tegenprestatie in natura (kunstwerk, overnachting in hotel, “gratis” les, “gratis” maaltijden etc.) vindt deze wet geen toepassing. De aanbieding moet bovendien openbaar gebeuren (“in om het even welke vorm en met om het even welk middel tot personen gerichte mededelingen waarin voldoende informatie over de voorwaarden van de aanbieding en de aangeboden beleggingsinstrumenten wordt verstrekt om een belegger in staat te stellen tot aankoop van of inschrijving op deze beleggingsinstrumenten te besluiten”). Sommige operaties worden sowieso geacht niet openbaar te zijn in de zin van de Wet van 2006:
aanbiedingen die uitsluitend gericht zijn aan gekwalificeerde (i.e. professionele) beleggers;
aanbiedingen aan minder dan 150 personen die geen gekwalificeerd belegger zijn;
aanbiedingen die een totale tegenwaarde van ten minsten 100.000 euro per belegger en per afzonderlijke aanbieding vereisen;
aanbiedingen van beleggingsinstrumenten met een nominale waarde per eenheid van ten minsten 100.000 euro; en
aanbiedingen met een totale tegenwaarde van minder dan 100.000 euro.
Deze openbare aanbieding moet ook gescheiden op het Belgisch grondgebied om de toepassing van de Wet van 2006 te rechtvaardigen. Om uit te maken of een aanbieding via een website al dan niet plaatsvindt in België, dient aan de hand van verschillende aanwijzingen (disclaimer, taal, fiscale regeling, specifieke info etc.) te worden onderzocht of zij gericht is aan het Belgisch publiek. Indien
er
in
het
licht
van
bovenstaande
punten,
sprake
is
van
een
openbare
aanbieding
van
beleggingsinstrumenten op het Belgisch grondgebied, zal een prospectus moeten worden gepubliceerd met alle noodzakelijke gegevens om de beleggers in staat te stellen met kennis van zaken te oordelen over deze investering. Misschien wel de belangrijkste bepaling van de Wet van 2006 is het artikel 68bis dat handelt over het monopolie van de ontvangst van terugbetaalbare gelden voorbehouden aan kredietinstellingen. In bepaalde gevallen start de verwezenlijking van het crowdfunding project slechts wanneer een toereikend totaalbedrag werd opgehaald. Als het vereiste minimum niet wordt gehaald na het verstrijken van de deadline, wordt ofwel het bedrag teruggestort ofwel toegewezen aan een ander project. Het feit dat het geld in tussentijd wordt aangehouden kan aanzien worden als het ontvangen van terugbetaalbare gelden. Het is van groot belang dit deel van de operatie duidelijk contractueel vast te leggen met de investeerders. De FSMA is immers van oordeel dat deze monopoliebepaling niet van toepassing is als de personen die de fondsen van het publiek in ontvangst nemen er niet vrij over kunnen beschikken. Dit is met name het geval indien er
2/5
contractueel bedongen wordt dat de ontvangen gelden enkel kunnen gebruikt worden voor ofwel terugbetaling aan de investeerder, ofwel overmaking met het oog op de realisatie van het crowfunding project. De praktijk leert dat de notie van vrije beschikking zeer streng wordt geïnterpreteerd door de betrokken toezichthouders. Bij niet naleving van deze reglementering kunnen de aanbieders burgerrechtelijk, strafrechtelijk en administratief gesanctioneerd worden.
C. De wet van 3 augustus 2012 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles (de “ICB - Wet”) Krachtens deze wet wordt een entiteit die de collectieve belegging tot doel heeft van financiële middelen die via een aanbieding van effecten zijn ingezameld bij beleggers, gekwalificeerd als instelling voor collectieve belegging (ICB). Dit impliceert dat de activa van de investeerders worden samengebracht om nadien op discretionaire wijze beheerd te worden, zonder rechtstreekse tussenkomst van de beleggers in de beheersbeslissingen. Sommige crowdfundingplatsforms blijken zich tot het publiek te richten met de mogelijkheid om in te schrijven op de rechten van deelnemingen in entiteiten met als kenmerk dat zij de ingezamelde financiële middelen op collectieve wijze beheren conform het beginsel van risicospreiding. Dergelijke promotoren van crowdfunding kwalificeren als een (openbare) ICB en dienen zich in te schrijven bij de FSMA alvorens hun werkzaamheden aan te vatten. In geval van niet naleving stellen de promotoren zich bloot aan strafrechtelijke en administratieve sancties.
D. De wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen (de “Wet van 1995”) Veel crowdfunding projecten bieden, via een internetplatform een uitstalraam aan ondernemingen of particulieren die op zoek zijn naar fondsen,. Het publiek kan dan via tussenkomst van dat platform intekenen op verschillende projecten. Vaak wordt voorzien in een verloning (i.e. een commissie op de ingezamelde fondsen). Voor zover er belegd wordt in financiële instrumenten kan er in sommige gevallen sprake zijn van het verrichten van beleggingsdiensten. Krachtens de Wet van 1995 moeten de ondernemingen waarvan het gewone bedrijf bestaat in het beroepsmatig verrichten of aanbieden van een of meer beleggingsdiensten voor derden en/of het uitoefenen van een of meer beleggingsactiviteiten, het statuut hebben van een beleggingsonderneming of een kredietinstelling. Naar gelang de dienst die wordt verstrekt, is een vergunning vereist als beursvennootschap of als vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies. Niet naleving van de Wet van 1995 wordt strafrechtelijk bestraft.
E. De wet van 21 december 2009 betreffende het statuut van de betalingsinstellingen, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en de toegang tot betalingsystemen (de “Wet Betalingsinstellingen”) Indien een crowdfunding platform ervoor kiest om gebruik te maken van een tussenpersoon voor het transfereren van fondsen tussen de beleggers en de promotoren van het te financieren project, kan de Wet Betalingsinstellingen van toepassing zijn op deze tussenpersonen. Het uitvoeren van geldtransfers of
3/5
betalingsverrichtingen is immers voorbehouden aan welbepaalde ondernemingen en deze tussenpersonen dienen desgevallend dan ook een vergunning te bekomen als betalingsinstelling (of kredietinstelling of instelling voor elektronisch geld).
F.
Niet gereglementeerde crowdfunding projecten
Heel wat crowdfunding projecten worden op zo’n manier aangeboden dat zij buiten het toepassingsgebied van voormelde wetten vallen, en bijgevolg, althans niet in België, gereglementeerd zijn. Dit neemt niet weg dat er aan alle vormen van crowdfunding bepaalde risico’s verbonden zijn voor de beleggers. De FSMA raadt de crowdfunding promotoren in dergelijke gevallen dan ook aan om het publiek erop te wijzen dat deze projecten niet in het toepassingsgebied vallen van de financiële reglementering, dat de verstrekte informatie bijgevolg niet vooraf is gecontroleerd, alsook dat de tussenpersoon die instaat voor de plaatsing niet over een specifiek statuut of vergunning beschikt. De FSMA raadt de promotoren eveneens aan om de aandacht van het publiek te vestigen op de risico’s die verbonden zijn aan beleggingen die zij voorstellen.
G.
Crowdfunding wet in de toekomst?
In België kwam in maart 2014 de mededeling vanuit het Ministerie van Financiën dat er gewerkt wordt aan een wettelijk kader voor crowdfunding, dat soepel is voor de initiatiefnemer en tegelijk bescherming biedt aan de investeerder. De krachtlijnen van dit voorstel zijn de volgende:
Minder administratieve lasten voor de initiatiefnemers. Vandaag is er reeds vanaf een opgehaald kapitaal van 100.000 Euro een vrij zware administratieve prospectusplicht (i.e. de Wet van 2006). Deze zou worden opgetrokken tot 300.000 Euro.
Hiertegenover staat er een bescherming van de belegger: per persoon per project zal slechts tot maximaal 1.000 Euro kunnen geïnvesteerd worden zonder prospectusplicht. Er kan ook gekozen worden om dit maximum per persoon per project te overschrijden, maar dan geldt de prospectusplicht wel.
Na de vorming van de nieuwe regering zal moeten blijken of dit voorstel ook in de praktijk wordt omgezet.
*
* *
4/5
Voor meer informatie met betrekking tot het opzetten van of het inschrijven op crowdfunding:
Philippe De Prez
David Ryckaert
Vanessa Marquette
Advocaten – Avocats – Lawyers Avenue Louise 149 (box 20) 1050 Brussels – Belgium www.simontbraun.eu Tel: +32 (0)2 533 17 23 Fax: +32 (0)2 533 17 90 Email :
[email protected] –
[email protected] Recommended by Chambers and Partners and the Legal 500
5/5