Liturgie Goede Vrijdag
Gereformeerde kerk vrijgemaakt “De Begroeting” Damwâld
Bliuw wekker en bid, dat jimme net yn gefaar fan sûnde reitsje. De geast wòl wol, mar it fleis is swak. Mattéus 26 : 41
Kerkdienst op Goede Vrijdag Gereformeerde kerk vrijgemaakt “De Begroeting” Damwoude Vrijdagavond 10 april 2009, aanvang 19.30 uur
Voorganger
ds. Jan Tempelman
Schriftlezers
Fryda de Graaf Aukje Wielstra Sjoeke Postma Siebe Postma
Organist & liturgie
Gjelt Visser
Goede Vrijdag Vandaag staan we met de kerk van alle tijden en plaatsen stil bij het offer van de Here Jezus. Ook voor ons. Samen luisteren we naar het blijde evangelie van verzoening en gaan we dat elkaar straks ook toezingen. De schriftlezingen in deze dienst zijn allemaal vensters naar bepaalde gebeurtenissen, waar we vanavond als gemeente van Christus bij stil staan. En er daarna zingend op reageren. Zo beginnen we met de vraag: Waarom verliet die Koning zijn troon in heerlijkheid, koos Hij bij ons zijn woning: een mens in dienstbaarheid? In de daarop volgende negen schriftlezingen (waarmee we aansluiten bij de kerk van alle tijden) gaan we via het laatste avondmaal richting Golgotha. Om tenslotte te mogen zingen en getuigen: Gij sterft, en laat die troost ons na: de zonden zijn vergeven. Gij hebt voldaan op Golgotha, dit geeft ons kracht ten leven. Daarna komt in de overdenking de gekruisigde Christus duidelijk en op een actuele manier ook naar ons toe. We hopen op een fijne en opbouwende kerkdienst. De kerkenraad
Liturgie voor de eredienst op Goede Vrijdag 10 april 2009 1. Hartelijk welkom en mededelingen kerkenraad 2. Votum en zegengroet 3. Zingen Gez. 79 “Hoe zal ik hem bezingen?” (Mel. Lb 117) 1) Allen:
Hoe zal ik Hem bezingen en loven in mijn lied, die boven alle dingen troont in zijn rijksgebied? Gods Geest wil ons verlichten, de fakkel van het Woord zal klaar ons onderrichten, hoe Hem de lof bekoort. 2)
Vrouwen:
Mannen:
Waarom verliet die Koning zijn troon in heerlijkheid, koos Hij bij ons zijn woning: een mens in dienstbaarheid? De Vader zag bewogen de wereld in haar nood: zijn Zoon kwam uit de hoge tot redding van de dood. 3)
Allen:
Hem spreidde Sion palmen in geestdrift, gauw gedoofd; nog zingt de kerk haar psalmen en looft haar Heer en Hoofd, gedenkt Hem op zijn paden tot buiten Salems poort, waar 't Lam, met vloek beladen, het lichaam werd doorboord.
4. Gezongen Gebed Gez. 36 “O allerhoogste Majesteit” 1)
O allerhoogste Majesteit, die in het rijk der heerlijkheid de heem'len hebt tot uwen troon, wij roepen U, in uwen Zoon, die voor ons heeft genoeg gedaan, als onze Vader need'rig aan. 6)
Vergeef ons onze schulden, Heer, wij schonden al te snood uw eer; de boosheid kleeft ons altijd aan: wie onzer zou voor U bestaan, had Jezus niet voor ons geleên? Wij schelden kwijt die ons misdeên. 9) Mannen: Vrouwen: Allen:
Want uw is 't koninkrijk, o Heer, uw is de kracht, uw is al d'eer. U, die ons helpen wilt en kunt, die in uw Zoon verhoring gunt, die door uw Geest ons troost en leidt, U zij de lof in eeuwigheid!
5. Schriftlezing 1
Marcus 14 : 1 - 2 Het plan tot gevangenneming
De volgende dag zou het feest van Pesach en het Ongedesemde brood beginnen. De hogepriesters en schriftgeleerden zochten naar een mogelijkheid om hem door middel van een list gevangen te nemen en te doden. Ze zeiden bij zichzelf: Tijdens het feest kan dat niet, want dan komt het volk in opstand.
6. Zingen Ps 2 “Wat drijft de volken?” 1)
Wat drijft de volken, wat bezielt ze toch? Wat is de waanzin toch die zij beramen? De groten staan gewapend tot de slag, de machtigen der wereld spannen sa-men. 't Is tegen het gezag van God de Here en tegen zijn gezalfde vorst gericht: "Komt", zeggen zij, "laat ons hun banden scheuren, tot alle macht in onze handen ligt!"
7. Schriftlezing 2
Marcus 14 : 17 - 21 Eén van jullie zal mij uitleveren
Toen de avond was gevallen, kwam hij met de twaalf. Terwijl ze aanlagen voor de maaltijd, zei Jezus: ‘Ik verzeker jullie: een van jullie, die met mij eet, zal mij uitleveren.’ Ze werden bedroefd en vroegen een voor een aan hem: ‘Ik ben het toch niet?’ Maar hij zei tegen hen: ‘Het is een van jullie twaalf, die met mij uit dezelfde kom eet. Want de Mensenzoon zal heengaan zoals over hem geschreven staat, maar wee de mens door wie de Mensenzoon uitgeleverd wordt: het zou beter voor hem zijn als hij nooit geboren was.’
8. Zingen Ps 41 “Ik brak met hem het brood” 3)
Het ergste wordt mij fluist'rend toegedicht door wie mij haat en kwelt: “Een schanddaad maakt dat hij zo nederligt, zijn dagen zijn geteld.” Mijn vriend ging heen, die mijn vertrouwen had: Ik brak met hem mijn brood. Zelfs hij werd tot mijn vijand en vergat wat vriendschap hij genoot.
9. Schriftlezing 3
Marcus 14 : 32 - 36 Hij voelde zich angstig en dodelijk bedroefd!
Ze kwamen bij een olijfgaard die Getsemane heette, en hij zei tegen zijn leerlingen: ‘Blijven jullie hier zitten, terwijl ik ga bidden.’ Hij nam Petrus, Jakobus en Johannes met zich mee. Hij voelde zich onrustig en angstig worden en zei tegen hen: ‘Ik voel me dodelijk bedroefd; blijf hier waken.’ Hij liep nog een stukje verder, liet zich toen op de grond vallen en bad dat dit uur zo mogelijk aan hem voorbij mocht gaan. Hij zei: ‘Abba, Vader, voor u is alles mogelijk, neem deze beker van mij weg. Maar laat niet gebeuren wat ik wil, maar wat u wilt.’
10. Zingen ”t Is middernacht en in de hof” 1)
’t Is middernacht, en in de hof buigt, tot de dood bedroefd, in ’t stof de Levensvorst; in Zijn gebeên doorworstelt Hij Zijn strijd alleen. 2)
’t Is middernacht, maar Jezus waakt, en ’t zielelijden, dat Hij smaakt, bant uit Zijn hart de bede niet: ‘Mijn Vader, dat uw wil geschied’. 3)
’t Is middernacht, en ’t Vaderhart sterkt en verstaat de Man van smart; Die ’t enig lijden, dat hij torst, ten eind doorstrijdt als Levensvorst.
11. Schriftlezing 4
Marcus 14 : 55 - 64 De rechtzaak en de veroordeling
De hogepriesters en het hele Sanhedrin probeerden iemand een getuigenverklaring tegen Jezus te laten afleggen op grond waarvan ze hem ter dood konden veroordelen, maar dat lukte hun niet; want hoewel veel mensen een valse verklaring aflegden, waren hun getuigenissen niet eensluidend.
Toen kwamen er een paar met de volgende valse verklaring: ‘We hebben hem horen zeggen: “Ik zal die door mensenhanden gemaakte tempel afbreken en in drie dagen een andere opbouwen die niet door mensenhanden gemaakt is.”’ Maar ook op dit punt waren de getuigenverklaringen niet afdoende. De hogepriester stond op en vroeg Jezus: ‘Waarom antwoordt u niet? U hoort toch wat deze getuigen zeggen?’ Maar hij bleef zwijgen en antwoordde niet. Toen vroeg de hogepriester hem: ‘Bent u de messias, de Zoon van de Gezegende?’ Jezus zei: ‘Dat ben ik, en u zult de Mensenzoon aan de rechterhand van de Machtige zien zitten en hem zien komen op de wolken van de hemel.’ De hogepriester scheurde zijn kleren en zei: ‘Waarvoor hebben we nog getuigen nodig? U hebt de godslastering gehoord; wat is uw oordeel?’ Allen oordeelden dat hij schuldig was en de doodstraf verdiende.
12. Zingen Ps 31 “Har doel is: ik moat stjerre” 7)
Ik moat har laster al oan hearre, kweafolk dat tsjin my spant – in skrik oan alle kant. Har iennichst doel is, ik moat stjerre. Mar Hear, op Jo betrou ik, op Jo allinne bou ik. 8)
Rêd út é macht fan myn fijannen jo tsjinner, meitsje my fan myn ferfolgers frij. Myn tiden hawwe Jo yn hannen. Lit yn myn eangst en pine ’t locht fan jo antlit skine!
13. Schriftlezing 5
Marcus 15 : 16 - 19 De bespotting en de doornenkroon
De soldaten leidden hem weg, het paleis (dat wil zeggen het pretorium) in, en riepen de hele cohort bijeen. Ze trokken hem een purperen gewaad aan, vlochten een kroon van doorntakken en zetten hem die op. Daarna brachten ze hem hulde met de woorden: ‘Gegroet, koning van de Joden!’ Ze sloegen hem met een rietstok tegen het hoofd en bespuwden hem, en bogen onderdanig voor hem.
14. Zingen Lb 177 “Leer mij, o Heer, uw lijden” 1) Allen:
Leer mij, o Heer, uw lijden recht betrachten, in deze zee verzinken mijn gedachten: o liefde die, om zondaars te bevrijden, zo zwaar moest lijden. 2)
Vrouwen:
'k Zie U, God zelf, in eeuwigheid geprezen, tot in de dood als mens gehoorzaam wezen, in onze plaats gemarteld en geslagen, de zonde dragen. 4)
Mannen:
God is rechtvaardig, ja, een God der wrake; en Hij is liefde, Hij wil zalig maken. Zie hier de schalen die ten volle wegen èn vloek èn zegen. 7)
Allen:
Laat mij, o Heer, uw wondre wijsheid prijzen, dwaasheid en ergernis voor wereldwijzen, laat mij uw kruis dat sterken zwakheid noemen als sterkte roemen.
15. Schriftlezing 6
Marcus 15 : 22 - 26 Ze kruisigden Hem en verdeelden zijn kleren
Ze brachten hem naar Golgota, wat in onze taal ‘schedelplaats’ betekent. Ze wilden hem met mirre vermengde wijn geven, maar hij nam die niet aan. Ze kruisigden hem en verdeelden zijn kleren onder elkaar; ze dobbelden erom wie wat zou krijgen. Het was in het derde uur na zonsopgang toen ze hem kruisigden. Het opschrift met de aanklacht tegen hem luidde: ‘De koning van de Joden’
16. Zingen Lb 189 “Mijn verlosser hangt aan ‘t kruis” 1)
Mijn Verlosser hangt aan 't kruis, hangt ten spot van snode smaders. Zoon des Vaders, waar is toch uw almacht thans, waar uw goddelijke glans? 2)
Mijn Verlosser hang aan 't kruis, en Hij hangt er mijnentwegen, mij ten zegen. Van de vloek maakt Hij mij vrij, en zijn sterven zaligt mij.
17. Schriftlezing 7
Marcus 15 : 33 - 34 Mijn God, mijn God, waarom verlaat U mij?
Op het middaguur viel er een duisternis over het hele land, die drie uur aanhield. Aan het einde daarvan, in het negende uur, riep Jezus met luide stem: ‘Eloï, Eloï, lema sabachtani?‘ wat in onze taal betekent: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?’
18. Zingen Ps 22 “Wêrom ha Jo my ferlitten?” 1)
Myn God, myn God, o wêrom ha Jo my ferlitten? Sjogge Jo net hoe’t ik lij? Hoe kin dit dan, dat ik gjin antwurd krij op al myn klachten? Ik gûl om Jo by dagen en by nachten. Daget my wier gjin help of heil fan boppen en bliuwe Jo by myn ynmoedich roppen sa fier, sa fier?
19. Schriftlezing 8
Marcus 15 : 36 - 37 Jezus blies de laatste adem uit.
Iemand ging snel een spons halen, doordrenkte die met zure wijn, stak de spons op een stok en probeerde hem te laten drinken, terwijl hij zei: ‘Laten we eens kijken of Elia komt om hem eraf te halen.’ Maar Jezus slaakte een luide kreet en blies de laatste adem uit.
20. Kort moment van stilte en bezinning
Lykwols, wat hy op him naam, dat wienen ús kwalen, it wie ús lijen, dat hy te dragen krige! Hat ek mar ien stilstien by syn lot, hoe’t er weisnien waard út it lân fan’e libbenen, hoe’t de dea him trof om de misstappen fan syn folk? Jesaja 53 : 4a / 8b
21. Zingen Gez 90 “Gij sterft, en laat die troost ons na” 1) Vrouwen:
Mannen:
Allen:
Ontsluit, o Heer, voor U ons hart, houd ons aan U verbonden. Gij schenkt ons vreugde door uw smart, Gij heelt ons door uw wonden. Wat wond'ren van barmhartigheid hebt Gij voor ons ten toon gespreid, en aan het kruis bewezen. Uw liefd' en trouw, die 't al volbracht hier nooit genoeg door ons herdacht, zij eeuwiglijk geprezen. 2)
Allen:
Gij sterft, en laat die troost ons na: de zonden zijn vergeven. Gij hebt voldaan op Golgotha, dit geeft ons kracht ten leven. Uw zoendood lenigt onze smart, verkwikt, vertroost, versterkt ons hart, niets heeft zo grote waarde. Mij sta uw liefde bij in nood, en zij uw trouw tot in de dood mijn vaste troost op aarde.
22. Schriftlezing 9
Marcus 15 : 42 - 46 ....wikkelde hem in het linnen en legde hem in een graf.
Toen de avond al gevallen was (het was de ‘voorbereidingsdag’, dat wil zeggen de dag voor de sabbat), kwam Josef van Arimatea, een vooraanstaand raadsheer, die zelf ook de komst van het koninkrijk van God verwachtte. Hij raapte al zijn moed bijeen en ging naar Pilatus, die hij om het lichaam van Jezus vroeg. Het bevreemdde Pilatus dat hij al dood zou zijn en hij riep de centurio bij zich, aan wie hij vroeg of Jezus al gestorven was, en toen de centurio dat bevestigd had, gaf hij het lijk aan Josef.
Josef kocht een stuk linnen, haalde Jezus van het kruis en wikkelde hem in het linnen. Daarna legde hij hem in een graf dat in de rots was uitgehouwen en rolde een steen voor de ingang.
23. Overdenking van het lijdensevangelie naar aanleiding van Johannes 19 : 30a
Nadat Jezus ervan gedronken had zei hij: ‘Het is volbracht.’ 24. Gebed 25. Zingen Gez.123 “k Geloof in God de Zoon” (staande) 2) Allen:
Mannen:
Vrouwen:
'k Geloof in God de Zoon, zijn enig kind, in Jezus, redder van de zonden, zodat geen kwaad de machtsstrijd wint. Bevrijder is Hij door zijn wonden, de Christus, onze sterke Heer, die ik als Priester-Koning eer, Profeet en allerhoogste Leraar. Ontvangen van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria, is Hij als mens bij ons geweest. 3)
Allen:
Gods oordeel heeft Hij moeten ondergaan als onze Middelaar, de Christus; Hij heeft als offerlam gestaan voor rechter Pontius Pilatus. Hij leed aan 't kruis, door God vervloekt, schonk leven door zijn kostbaar bloed. Hij stierf voor ons en werd begraven; met helse smart heeft Hij betaald. Nu zal ik zonden steeds meer haten, zie hoe het eeuwig leven straalt.
26. Zegen Voorganger:
Zegen
Gemeente:
Ja, amen, ja, op Golgotha stierf Hij voor onze zonden, en door zijn bloed wordt ons gemoed gereinigd van de zonden.
(zingen)
27. Deurcollecte Doel: “Kerk = Verspreiding van het evangelie”
* * * * *
Reageren op deze dienst? Gereformeerde kerk vrijgemaakt Damwâld “De Begroeting” Foarwei 21, 9104 BS Damwâld www.damwald.gkv.nl
[email protected]