Durf te dragen Badhuistheater Amsterdam, goede vrijdag 6 april 2012
Elk mens die hef zich ’n kruus te draagn. Op zich ben die kruuzn precies even groot. ’t Verschil is, de ien hef er iene van piepschoem en de aander die hef ‘m van lood. … ’t Mooiste zol wezen als elk van zien last wurd bevrijd. Daniël Lohues, van de cd ‘Allenig IV’
1. Vorige week zond de VPRO een documentaire uit met de titel Dead Man Talking. Niet Dead Man Walking dus, de film uit 1995 met Sean Penn, maar Dead Man Talking. Je kijkt misschien niet om half twaalf ’s avonds naar VPRO-documentaires maar ook allerlei andere media hebben deze uitzending opgepikt. Ik zag het bijvoorbeeld voorbijkomen in De Wereld Draait Door. En op social media werd en wordt er flink over gediscussieerd of dit programma kan of niet. Waar gaat het om? Dead Man Talking laat de achtergronden zien van een reality show van de Chinese televisie met ter dood veroordeelden in de hoofdrol. Journaliste Ding Yu (zeg maar: de Chinese Matthijs van Nieuwkerk) praat met mensen die van de Chinese rechter de doodstraf hebben gekregen en ze doet dat in de laatste momenten voordat de persoon geëxecuteerd wordt. In de middeleeuwen kreeg je tenminste nog een fatsoenlijk galgenmaal en dit is feitelijk zoiets als galgentelevisie. Ding Yu stelt niet alleen vragen maar vervult ook de rol van moraalridder – en dat is de reden dat de Chinese overheid aan dit programma meewerkt. Men gaat in China uit van een afschrikwekkend effect. Zo vertelt ze aan een kinderverkrachter dat iedereen hem zou moeten haten en aan een moordenaar dat hij minder is dan nul. En met die boodschap in hun oren kunnen de geïnterviewden meteen doorlopen richting vuurpeloton. Peter R. de Vries liet in De Wereld Draait Door een paar fragmenten zien en gaf zijn mening over het programma als geheel. En jij? Zou jij naar zoiets willen kijken? Vind je de setting fascinerend of juist walgelijk? Zou het hier in Nederland ook kunnen werken? Er zijn in ieder geval genoeg mensen die vinden dat Robert M. (tegen wie gisteren twintig jaar gevangenisstraf is geëist) eigenlijk de doodstraf zou moeten krijgen en die hem het liefst recht in zijn gezicht zouden vertellen wat Ding Yu zei: je bent minder dan niks! Of erger.
2. Een andere samenleving waar men stellig overtuigd was van de afschrikwekkende werking van executies was het Romeinse Rijk. Met name de keizertijd (die begon met het aantreden van Augustus in 27 v.Chr.) heeft een ongelooflijke invloed gehad op de hele Westerse beschaving. Veel woorden, ideeën over infrastructuur en tal van juridische en politieke gebruiken uit onze eigen tijd gaan terug op de oude Romeinen. Spreekwoorden ook. Bijvoorbeeld dat spreekwoord waar Daniël Lohues zijn liedje mee begint: elk mens die hef zich ’n kruus te draagn. Dat komt van een beroemde Romeinse uitvinding: kruisiging. Onder alle manieren waarop je een mens ter dood kunt brengen, is kruisiging met afstand de meest vreselijke, de meest wrede ook. Veel vormen van doodstraf bestaan door de tijden heen:
ophanging bijvoorbeeld, een dodelijke injectie, de kogel. Maar het fenomeen om mensen aan een kruis te hangen is na de Romeinse tijd eigenlijk nooit meer gepraktiseerd, het was te bizar, te wreed. De kruisdood is een combinatie van drie dingen: (1) gruwelijke marteling (alleen al het vastgespijkerd of gebonden worden, maar vooral het hangen zelf), (2) langdurig lijden (er waren technieken voor om de verhouding tussen pijn en tijdsduur maximaal op te voeren) en (3) publieke vernedering (je hing letterlijk voor schut). Het was eigenlijk net als bij die Chinese reality show, maar dan nog verder: je kon als je wilde alles tegen een gekruisigde roepen. De familie van degene die het slachtoffer was geworden van moord of kinderverkrachting stond vooraan en kon er alles uitgooien, -schreeuwen en –gillen wat ze wilden. Je kon ook gewoon kijken. Kruisiging mocht rekenen op veel publieke belangstelling. Alsof dit allemaal nog niet genoeg is, maakt één gruwelijk aspect het verhaal compleet. Romeinse soldaten die veroordeelden naar de plek van hun kruisiging moesten begeleiden, pasten ervoor om het kruis van die persoon te dragen. Dat deed hij maar lekker zelf. Dus sjouwde je daar door de straten van de stad, vaak kilometers lang, met je executieinstrument op je nek op weg naar de plaats van handeling. Jij draagt eerst de houten paal die straks jou draagt. Je loopt rond met je eigen dood op je nek. En soldaten en publiek mochten lachen en spotten zoveel ze wilden. Dat was pas werkelijk Dead Man Walking en er zijn verhalen bekend dat het ook Dead Man Talking kon worden en dat een gekruisigde al zijn haat en pijn en woede terugschreeuwde het publiek in. Dat lachte dan gewoon nog harder terug.
3. Het tafereel is zo indrukwekkend dat het spreekwoordelijk is geworden: je kruis dragen. De meest wrede en bizarre vorm van lijden werd een beeld voor álle vormen van lijden. Elk mens heeft een kruis te dragen, zingt Lohues. Elk mens loopt in feite over straat met de aanstaande dood op zijn nek. De reis duurt vaak honderdduizenden kilometers en in onze maatschappij gemiddeld ruim tachtig jaar. Maar je bent op weg naar je dood en die werpt zijn schaduw ver vooruit. Veel mensen voelen daar niet altijd even veel van. Lohues zegt: dan heb je geluk. Dan is jouw kruis van piepschuim. Daar kun je prima mee leven. Maar wat als je kruis van lood is? Als je ernstig gehandicapt ter wereld komt? Als je baby bent met hiv? Als je misbruikt wordt door de oppas? Als je ouders bent van zo iemand, broer of zus? Gisteren, een berichtje op nu.nl. “Jaarlijks belanden in Nederland gemiddeld vijftienduizend mensen in het ziekenhuis na zelfverminking. Ruim een kwart van hen is jonger dan 25 jaar. Tweederde vergiftigt zichzelf, voornamelijk met medicijnen. Een kwart gebruikt een scherp voorwerp, zoals een mes of een scheermes, om zichzelf te verwonden.” Je hoort op de achtergrond Lohues zingen: hier een paar huuzen verderop, wat is daor wel niet gebeurd. Wat die mensen daar met moet’n maken, zo slim (erg) heb ik ’t lange nie heurt. Dat wordt nog erger zodra je verder kijkt dan Nederland alleen. Ik las recent een verslag van iemand die in Rwanda kwam. Op het vliegveld schrok hij: een kind zonder arm. Op de parkeerplaats: een kind zonder been. Voor hij bij zijn hotel was had hij tientallen kinderen gezien met verminkte ledematen. Gevolg van etnische conflicten, waarbij mensen op het idee kwamen dat de ergste manier om je vijand te kwetsen het levenslang verminken van diens kinderen is. Hier een paar landen verderop, wat is daar wel niet gebeurd, wat die mensen daar mee moeten maken, zo slim heb ik ’t lange nie heurt… Om maar één ding te noemen. Tussen een loodzwaar kruis dragen of een kruis van piepschuim zijn natuurlijk nog allerlei mogelijkheden. Goede vrijdag
is een goed moment om stil te staan: wat draag jij op je nek? Hoe voelt jóuw kruis? Is het van piepschuim, hout, titanium, steen, ijzer, lood? En wát is het? Is het iets dat je gedaan hebt – of iets dat jou is aangedaan? Is het iets dat je nou eenmaal hébt - of is het juist iets wat je mist? Heeft het direct met jezelf te maken of komt het door iemand heel dicht bij je in de buurt? Jezus zei: je kunt arm zijn of gevangen of blind of ziek of onderdrukt. Dat kan fysiek, maar het kan net zo goed psychisch en het kan zelfs spiritueel. Een mens die zelf geen kruis draagt, heeft mij niet nodig, zegt Jezus ergens. Maar hij keek erbij alsof hij wilde zeggen: zou er werkelijk zo iemand bestaan? Of ben je pas echt dwaas als je denkt: op mijn nek zit niks en dat zal de rest van mijn leven zo blijven ook? Het spreekwoord zegt: ieder huis heeft zijn kruis. En Lohues zingt: elk mens die hef zich ’n kruus te draagn. En, zegt hij erbij, daar loop je dus mee rond tot de dood. Dat is de reden dat veel mensen banger zijn voor de dood van een ander dan voor hun eigen dood. Hoe zwart of niks de dood misschien ook is, van één ding ben je dan verlost: van het kruis van je leven. Wie werkelijk een kruis te dragen heeft, verlangt soms nog maar één ding: dood te zijn.
4. Lohues vertelt in zijn liedje ook van oplossing, of beter: hij ontleent die aan zijn oma. Hij heeft op muziek gezet wat zij altijd zei. Het mooiste zou natuurlijk wezen als elk van zien last wurd bevrijd. Als alle kruizen van alle mensen van de hele wereld op een bult werden gegooid. Ik ben opgegroeid in het oosten van het land, niet ver van Lohues. Daar is nog steeds de traditie van de paasbulten: maandenlang wordt er sloop- en snoeihout verzameld tot enorme brandstapels en daar gaat op tweede paasdag de fik in. Een prachtig beeld: als zo’n paasbult nou eens zou bestaan uit alle kruizen van alle mensen? Dat je er dus, zelfs al is je kruis van lood, níet mee hoeft rond te lopen tot de dood. En piepschuim wil volgens mij ook prima branden. In alle religies heet deze droom ‘verlossing’ en psychologen zullen het ‘bevrijding’ noemen. Weg met dat kruis! Of dat je nu is opgelegd door het leven, door andere mensen, door jezelf. Weg! Ga rechtop staan. Haal adem. Voel de last niet meer. ’t Mooiste zou wezen, zegt Lohues. Het is dus een wens, een droom. Het bestaat niet. Hoogstens helpt het om te bedenken dat veel mensen een zwaarder kruis hebben te dragen dan jij. Geen onzinnige gedachte, bepaald wijs. Maar tegelijk ook een schrale troost en soms gewoon niet waar. Een vriend van me verloor zes jaar geleden zijn vrouw op de dag dat hun derde kind werd geboren. Hij heeft zijn drie kinderen van toen 4, 2 en 0 de afgelopen zes jaar alleen opgevoed. Tegen hem kún je niet zeggen: ’t kan altijd erger. Tegen die 15.000 slachtoffers van zelfverminking denk ik ook niet. En het is de vraag of je het tegen jou kunt zeggen.
5. Goede vrijdag is een christelijke uitvinding. Op deze dag krijgen mensen de ruimte om stil te zijn, te voelen, te huilen. Om je eigen kruis. Het kruis van iemand die je liefhebt. Het kruis van een Rwandees kind dat je niet eens kent. Of alles door elkaar en tegelijk. En tegelijk doet de christelijke kerk wat Lohues zegt. Aan het voelen van jouw kruis, ons kruist, wordt een verhaal toegevoegd: hier een paar eeuwen verderop, wat is daar wel niet gebeurd. Wat die Jezus daar met moest maken, zo slim heb ik ’t lange nie heurt… Wat? Je hebt net zelf gezegd dat het niet helpt om tegen mensen te zeggen: het kan altijd erger. Waarom zou ik terugdenken aan de tijd dat er mensen werden gekruisigd? En als ik dat al zou doen, waarom uitgerekend Jezus? De geschiedenis leert dat op dezelfde dag dat Jezus op Golgotha
gekruisigd werd er nog twee anderen hingen. Als we ons al op Golgotha richten, waarom herdenken we ze dan niet meteen alle drie? Wel zo eerlijk! De reden dat de christelijke traditie zegt: je moet bij het kruis van Jezus zijn, is niet dat hij is gekruisigd. Er zijn tienduizenden op die manier gestorven, waaronder zeer bijzondere. De reden om op goede vrijdag naar het kruis van Jezus te kijken, de enige reden, de echte reden, de historisch betrouwbare reden zelfs, is dat Jezus’ kruisdood niet het laatste is dat er over zijn leven te zeggen valt (dat is het wel bij alle andere gekruisigden). Wat allerlei gebeurtenissen in gang zette, was de bewering van Jezus’ volgelingen dat zij hem hadden gezien na zijn dood. Die ontmoetingen met Jezus waren er de oorzaak van dat zij gingen geloven dat er iets ontzaglijks was gebeurd, met consequenties voor elke tijd en iedere plek en ieder mens. De eerste christenen geloofden niet in zweverige verhalen over dode mensen die rondspoken. Zij beschouwden de opstanding van Jezus als de vervulling van wat God sinds oude tijden had beloofd: een nieuwe schepping, de start van een wereld zónder kruis en zónder dood. De plek waar elk van zien last wurd bevrijd. De krachten van de dood en de destructie zijn overwonnen op de grootst voorstelbare schaal. Voor christenen werd dit het grote verhaal, Gods verhaal, en zij voelden zich uitgenodigd om hun levensverhaal in het kader van dit verhaal te zetten, het verhaal van Jezus. Ze nodigden ook anderen daartoe uit, iedereen die ze maar kenden. Hun boodschap kwam er kort gezegd op neer dat de dood van deze ene het leven voor allen brengt. God geeft geen antwoorden op onze vragen over het lijden door ‘van alzo hoge’ terug te roepen hoe het allemaal zit of bedoeld is. God komt naast ons staan. In Jezus heeft God zelf ervaren hoe het is om te lijden, dood te gaan, hoe het voelt als God er niet is.
6. Ja, leg dat maar eens uit! Het helpt niet om alleen te zeggen: op Golgotha is iets enorms gebeurd, iets dat het universum voor eeuwig verandert. Dus zochten christenen ernaar om de betekenis en de kracht van het kruis te communiceren aan elk denkbaar publiek, in een taal die dat publiek ook zou kunnen begrijpen. Ze zochten naar begrijpelijke woorden, beelden, ervaringen die hun luisteraars zouden herkennen. En dus zeiden ze dat wat er aan het kruis is gebeurd, lijkt op… …een gevangene die wordt vrijgelaten. …een gebroken relatie die wordt hersteld. …een schat die kwijt was en opnieuw gevonden wordt. …een gevecht dat wordt gewonnen. …een laatste offer dat volstaat voor eeuwig. …een vijand die omarmd wordt. Tegen Daniël Lohues zouden de eerste christenen zeggen: er is inderdaad een plek waar je je kruis op een bult kunt gooien. Daar word je van je last bevrijd. Je hoeft er niet mee rond te lopen tot aan de dood. Er is echt een engel die zegt: gooi je kruis hier neer en zoek er dan ook meteen weer één uit. Maar laat dat niet hetzelfde kruis zijn. Laat het een ander zijn. Laat dat het kruis van Jezus zijn. Zelfs al geloof je hier helemaal niks van, zelfs al heb je hier nul ervaring mee, goede vrijdag is een spirituele uitdaging. Het verhaal van de mens Jezus die lijdt en sterft, emotioneert op een vreemde manier bijna ieder mens in elke tijd. Als het nu eens waar is? Als diezelfde mens Jezus nu ook tegelijk God is? Wat heb je liever: een God die zegt: sorry voor al het lijden, gooi daar je kruis maar neer, op de bult waar we straks samen
de fik in steken? Of de God die zegt: sorry voor al het lijden, geef je kruis maar aan mij, Ik ben de bult? Christenen volgen de enige dead man talking die een dead man walking is geworden aan de ándere kant van de dood. En dat is een wederopstanding van jewelste.
7. Het kruis is niet alleen een kosmische gebeurtenis (op Golgotha heeft God de dood verslagen), maar ook een persoonlijke uitnodiging aan ieder mens. De uitnodiging van Jezus heeft altijd twee delen, die onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn: ga dood en sta op. Het kruis is geen truc dat het lijden wegtovert. Het is een pad, een ritme, een praktijk voor alle aspecten van ons mens zijn, ons lichaam en onze ziel. Jezus heeft al vóór zijn kruis vaak gesproken over het nieuwe leven dat uit zijn dood zal ontstaan en hij belooft dat dit nieuwe leven op duizend manieren in ons kan ontstaan als we sterven aan onze ego’s, onze trots, ons verdriet, onze zelfrechtvaardiging, onze wraak en onze koppigheid om gewoonweg onze eigen gang te gaan. Neem je kruis op en je zult opstaan, zegt Jezus. Verlies je leven, dan zul je het vinden. Durf te dragen. Niet je eigen kruis, met een soort verbeten heldenmoed. Durf te dragen…mijn kruis. De boodschap van het kruis is het omgekeerde wat Ding Yu aan die ter dood veroordeelden meegaf. Je bent niet minder dan niks. Je bent meer dan je denkt, veel meer dan je durft te dromen. Vertrouw niet ieder mens die zich christen noemt. Zoek naar de mensen, ze zitten hier ook onder ons, die uit ervaring weten wat dit is. En die je dus meer kunnen vertellen over hoe dit werkt. Waarom niet ook voor jou?
8. Een quizvraag tot slot: wanneer is de kruisiging afgeschaft? Keizer Constantijn I verbood in 337 n.Chr. het fenomeen van de kruisiging, uit eerbied voor Jezus Christus. Hij was tot geloof gekomen. Hij snapte dat de kruisweg niet iets is om anderen fysiek op te leggen maar een spiritueel pad om zelf te gaan – al moest hij er zelf 25 jaar christen voor zijn om dit in te zien (zijn bekering was al in 312). Of een simpel teken je ook een leven lang te denken kan geven! Het teken van het kruis heeft het sindsdien volgehouden. Het heeft mensen vaak geholpen middenin hun lijden. Het is het teken dat het universum vóór ons is, niet tegen ons. Dat God vóór ons is, niet tegen ons. Dat Jezus bij me is. Het is een belofte: dat het na goede vrijdag Paaszondag wordt. Het is een herinnering, een teken, een glimp die raakt aan ons diepste verlangen: deel te mogen zijn van een nieuwe schepping.