DS. J. POLYANDERSCHOOL
DS. J. BOGERMANSCHOOL
Omdat Hij leeft!
Goede Vrijdag- en Paasviering
vrijdag 6 april 2012 Julianakerk, Dordrecht
Welkom door dhr. B.A.D. van der Wulp Muzikaal intermezzo door het orkest Declamatie door groep 8 Zingen | O Haupt voll Blut und wunden O Haupt voll Blut und Wunden, Voll Schmerz und voller Hohn, O Haupt, zum Spott gebunden Mit einer Dornenkron’, O Haupt, sonst schön gezieret Mit höchster Ehr’ und Zier, Jetzt aber höchst schimpfieret; Gegrüßet sei’st du mir! Erscheine mir zum Schilde, Zum Trost in meinem Tod, Und laß mich sehn dein Bilde In deiner Kreuzesnot! Da will ich nacht dir blicken, Da will ich glaubensvoll Dich fest an mein Herz drücken. Wer so stirbt, der stirbt wohl. Opening door dhr. B.A.D. van der Wulp Samenzang | Psalm 40: 4 Brandofferen, noch offer voor de schuld, Voldeden aan Uw eis, noch eer. Toen zeid' ik: "Zie, ik kom, o HEER; De rol des boeks is met Mijn naam vervuld.
2
Mijn ziel, U opgedragen, Wil U alleen behagen; Mijn liefd' en ijver brandt: Ik draag Uw heil'ge wet, Die Gij den sterv'ling zet, In 't binnenst' ingewand. Declamatie door groep 6b en 7b Zingen | Vaste Rots van mijn behoud Vaste Rots van mijn behoud, Als de zonde mij benauwt, Laat mij steunen op uw trouw, Laat mij rusten in uw schauw, Waar het bloed door u gestort, Mij de Bron des levens wordt. Solozang | Jezus, niet mijn eigen kracht door Myrna Hollebrandse Jezus, niet mijn eigen kracht, Niet het werk door mij volbracht, Niet het offer dat ik breng, Niet de tranen die ik pleng, Schoon ik ganse nachten ween, Kunnen redden, Gij alleen. Declamatie door Marinde Bellaard en Rosanne Brand (groep 8) Opzeggen | We gedenken vandaag het lijden en sterven van de Heere Jezus aan het kruis. Waarom dit lijden en sterven nodig was kunnen we lezen in de Heidelbergse Cathechismus, vraag en antwoord 40: Vraag: Waarom heeft Christus Zich tot in de dood moeten vernederen? Antwoord: Daarom dat vanwege de gerechtigheid en waarheid Gods niet anders voor onze zonden kon betaald worden dan door de dood des Zoons Gods.
3
Declamatie door groep 3b en 4b Zingen | ’t Is middernacht en in de hof 't Is middernacht, en in de hof Buigt, tot de dood bedroefd in 't stof, De Levensvorst; in zijn gebeên Doorworstelt Hij Zijn strijd alleen. 't Is middernacht, en 't Vaderhart Sterkt en verstaat de Man van smart, Die 't hevig lijden dat Hij torst Ten eind' doorstrijdt als Levensvorst. Schriftlezing | Mattheüs 27: 33-50 door Rienco Geluk, Berdine Aangeenbrug en Floris van Willigen (groep 7) Samenzang | Psalm 22: 1 en 16 Mijn God, mijn God, waarom verlaat Gij mij, En redt mij niet, terwijl ik zwoeg en strij', En brullend klaag in d' angsten die ik lij', Dus fel geslagen? 't Zij ik, mijn God, bij dag moog' bitter klagen, Gij antwoordt niet; 't Zij ik des nachts moog' kermen. Ik heb geen rust, ook vind ik geen ontfermen In mijn verdriet. Zij komen aan, door Godd'lijk licht geleid, Om 't nakroost, dat den HEER wordt toebereid, Te melden 't heil van Zijn gerechtigheid En grote daden. Declamatie door groep 6 Zingen | Leer mij, o Heer, uw lijden recht betrachten Leer mij, o Heer, uw lijden recht betrachten, In deze zee verzinken mijn gedachten: O Liefde, die, om zondaars te bevrijden, Zo zwaar moest lijden!
4
Opzeggen | Gij hebt voor mij U in de dood gegeven: Hoe zou ik naar mijn eigen wil nog leven? Zou ik aan U, die voor mij wilde lijden, Mijn hart niet wijden. Opzeggen | Jesaja 53: 6 en 7 6 | Wij dwaalden allen als schapen, wij keerden ons een iegelijk naar zijn weg; doch de HEERE heeft onzer aller ongerechtigheid op Hem doen aanlopen. 7 | Als dezelve geëist werd, toen werd Hij verdrukt; doch Hij deed Zijn mond niet open; als een lam werd Hij ter slachting geleid, en als een schaap, dat stom is voor het aangezicht zijner scheerders, alzo deed Hij Zijn mond niet open. Samenzang | Jezus, leven van mijn leven Jezus, leven van mijn leven, Jezus, dood van mijne dood, Die voor mij U hebt gegeven, In de bangste zielennood, Opdat ik niet hoop'loos sterven, Maar uw heerlijkheid zou erven, Duizend, duizend maal, o Heer, Zij U daarvoor dank en eer! Declamatie door groep 3 Zingen | Als ik in gedachten sta Als ik in gedachten sta Bij het kruis van Golgotha, Als ik hoor wat Jezus sprak, Voor zijn oog aan 't kruishout brak Hoor ik dan, hoe Jezus bad Voor wie Hem gekruisigd had, 'k Weet dan: "Bij de Heiland is Ook voor mij vergiffenis”
5
Opzeggen | De zeven kruiswoorden 1 | Vader, vergeef het hun, wat zij weten niet wat zij doen. 2 | Voorwaar, Ik zeg U, heden zult gij met Mij in het paradijs zijn. 3 | Vrouw, zie uw zoon (...) zie uw moeder. 4 | Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? 5 | Mij dorst. 6 | Het is volbracht. 7 | Vader, in Uw handen beveel Ik Mijn geest. Schriftlezing | Mattheüs 27: 57-60 door Lisa den Ouden en Laura Vermeer (groep 5) Declamatie door groep 1 Opzeggen | Maria is naar ’t graf gegaan Daar zag zij twee engelen staan, Maar haar Meester zag zij niet, Daarom heeft ze zo’n verdriet. Zij zoekt haar Meester en ze zegt: ‘Waar heeft U Hem toch gelegd?’ Dan noemt Hij haar bij haar naam, En zij ziet haar Meester aan. Zingen | Psalm 100: 1 Juich, aarde, juich alom den HEER; Dient God met blijdschap, geeft Hem eer; Komt, nadert voor Zijn aangezicht; Zingt Hem een vrolijk lofgedicht. Declamatie door groep 2 Opzeggen | ‘Maria, nee, raak Mij niet aan, U moet naar de broeders gaan. Ik vaar naar de hemel op, Naar Mijn Vader, naar uw God’
6
Maria zegt haar broeders aan: ‘Onze Heere is opgestaan, Hij is sterker dan de dood’ Wat is nu de blijdschap groot. Zingen | Wie lopen in het morgenlicht Wie lopen in het morgenlicht Die lange weg daar af? Het zijn twee vrouwen heel bedroefd, Op weg naar Jezus graf. Ze praten niet, maar zwijgen stil, Ze denken aan hun Heer, Aan wat Hij sprak, aan wat Hij deed, Nu is Hij er niet meer. Ze komen in de kleine hof, En dan een helder licht! De aarde beeft. De vrouwen doen Hun handen voor ’t gezicht. Ze weten niet wat er gebeurt En blijven angstig staan. Een engel Gods is neergedaald, Nu is ’t met hen gedaan. Declamatie door groep 1 t/m 8 Zingen | Daar klinkt Zijn stem Daar klinkt Zijn stem: Wees maar niet bang En blijf niet treurig staan U zoekt uw Heer: Hij is hier niet, Want Hij is opgestaan.
7
Zie ’t graf is leeg, En Jezus leeft! Ga vlug nu hier vandaan, Want ieder moet nu weten, dat De Heer is opgestaan! Vertelling | Omdat Hij leeft! door ds. De Lange Samenzang | Daar juicht een toon Daar juicht een toon, daar klinkt een stem, Die galmt door gans' Jeruzalem; Een heerlijk morgenlicht breekt aan: De Zoon van God is opgestaan! Geen graf hield Davids Zoon omkneld, Hij overwon, die sterke Held. Hij rees uit 't graf door eigen kracht, Want Hij is God, bekleed met macht! Nu jaagt de dood geen angst meer aan, Want alles, alles is voldaan; Wie in geloof op Jezus ziet, Die vreest voor dood en helle niet. Want nu de Heer is opgestaan, Nu vangt het nieuwe leven aan, Een leven door Zijn dood bereid, Een leven in Zijn heerlijkheid. Declamatie door groep 5 Opzeggen | Mattheüs 28: 8-10 8 | En haastelijk uitgaande van het graf, met vreze en grote blijdschap, liepen zij henen, om hetzelve Zijn discipelen te boodschappen. 9 | En als zij heengingen, om Zijn discipelen te boodschappen, ziet, Jezus is haar ontmoet, zeggende: Weest gegroet! En zij, tot Hem komende, grepen Zijn voeten, en aanbaden Hem.
8
10 | Toen zeide Jezus tot haar: Vreest niet; gaat henen, boodschapt Mijn broederen, dat zij heengaan naar Galilea, en aldaar zullen zij Mij zien. Zingen | Ik zeg het ieder dat Hij leeft Ik zeg het ieder dat Hij leeft, Dat Hij verrezen is, Dat Hij ons niet verlaten heeft, Maar altijd bij ons is. Ik zeg het ieder, zeg het voort, Vertel het telkens weer, Hoe nu op alle plaatsen gloort Het rijk van onze Heer. De donk’re lijdensweg van Hem Loopt op de hemel uit, En al wie horen naar Zijn stem, Komen in ’t Vaderhuis. Samenzang | Psalm 118: 1 en 14 Laat ieder 's HEEREN goedheid loven; Want goed is d' Oppermajesteit; Zijn goedheid gaat het al te boven; Zijn goedheid duurt in eeuwigheid. Laat Isrel nu Gods goedheid loven, En zeggen: "Roemt Gods majesteit; Zijn goedheid gaat het al te boven; Zijn goedheid duurt in eeuwigheid!” Gij zijt mijn God, U zal ik loven, Verhogen Uwe majesteit; Mijn God, niets gaat Uw roem te boven; U prijz' ik tot in eeuwigheid. Laat ieder 's HEEREN goedheid loven, Want goed is d' Oppermajesteit; Zijn goedheid gaat het al te boven; Zijn goedheid duurt in eeuwigheid!
9
Declamatie door groep 7 Zingen en opzeggen | Eens was ik een vreemdeling Eens was ik een vreemdeling voor God en mijn hart; Ik gevoelde geen schuld en ik kende geen smart. Ik vroeg niet:,,Mijn ziele door ziet gij uw lot? Hoe zult gij rechtvaardig verschijnen voor God?" Al sprak daar een stem uit de Heilige Blaân, Van 't Lam, met de zonden der wereld belaân. Ik zocht bij de Kruispaal geen veilige wijk; 'k Stond blind, en van verre, in mij zelve zo rijk. Ik deed als Jeruzalems dochters weleer; Ik weende om de pijn van mijn lijdende Heer, En dacht er niet aan, dat ik zelf door mijn schuld, Zijn kroon had gevlochten, Zijn beker gevuld. Maar toen mij Gods Geest al mijn schuld had ontdekt, Toen werd in mijn ziele de vreze gewekt, Toen voelde ik wat eisen Gods heiligheid deed; Daar werd al mijn deugd een wegwerpelijk kleed! Toen vluchtte ik tot Jezus! Hij heeft mij gered; Hij heeft mij verlost van het vonnis der Wet; Mijn heil en mijn vrede en mijn leven werd Hij; Ik boog me, en geloofde, en mijn God sprak mij vrij. Nu ken ik die waarheid, zo diep als gewis, Dat Christus alleen mijn gerechtigheid is. Nu tart ik de dood, nu verwin ik het graf, Nu neemt mij geen Satan de zegekroon af! Nu reis ik getroost onder het heiligend kruis, Naar het erfgoed daar Boven, in het Vaderlijk Huis, Mijn Jezus geleidt mij door de aardse woestijn, ,,Gestorven voor mij!" zal mijn zwanenzang zijn!
10
Samenzang | Psalm 21: 4 en 5 Hij heeft, o God, van U begeerd Het onvergank'lijk leven; Gij hebt het hem gegeven. Zo zijn de dagen hem vermeêrd; Zo leeft de Vorst altoos; Zo leeft hij eindeloos. Hoe groot en schitt'rend is zijn eer, Door 't heil, aan hem bewezen! Hoe is zijn roem gerezen! O alvermogend' Opperheer, Wat glans, wat majesteit Hebt Gij dien Vorst bereid! Declamatie door groep 4 Opzeggen | Openbaring 5: 12-13 12 | (…) Het Lam, Dat geslacht is, is waardig te ontvangen de kracht, en rijkdom, en wijsheid, en sterkte, en eer, en heerlijkheid, en dankzegging. 13 | En alle schepsel, dat in den hemel is, en op de aarde, en onder de aarde, en die in de zee zijn, en alles, wat in dezelve is, hoorde ik zeggen: Hem, Die op den troon zit, en het Lam, zij de dankzegging, en de eer, en de heerlijkheid, en de kracht in alle eeuwigheid. Zingen | Eens als de bazuinen klinken Eens als de bazuinen klinken Uit de hoogte, links en rechts, Duizend stemmen ons omringen, Ja en amen wordt gezegd, Rest er niets meer dan te zingen, Heer, dan is uw pleit beslecht. Van die dag kan niemand weten, Maar het Woord drijft aan tot spoed. Zouden wij niet haastig eten, Gaandeweg Hem tegemoet? Jezus Christus, gist’ren, heden, Komt voor eens en komt voor goed!
11
Samenzang | Psalm 72: 8 en 11 "Zo moet de Koning eeuwig leven!" Bidt elk met diep ontzag; Men zal Hem 't goud van Scheba geven, Hem zeeg'nen, dag bij dag. Is op het land een handvol koren, Gekoesterd door de zon, 't Zal op 't gebergt' geruis doen horen, Gelijk de Libanon. Zijn naam moet eeuwig eer ontvangen; Men loov' Hem vroeg en spâ; De wereld hoor', en volg' mijn zangen, Met amen, amen na. Dankgebed door ds. De Lange Samenzang | U zij de glorie U zij de glorie, opgestane Heer! U zij de victorie, nu en immermeer. Uit een blinkend stromen daald' een engel af, heeft de steen genomen van 't verwonnen graf. U zij de glorie, opgestane Heer! U zij de victorie, nu en immermeer. Zou ik nog vrezen, Christus leeft voorgoed, Die met heel mijn wezen, ik beminnen moet. Hij is mijn victorie, troost en toeverlaat, Die mij in Zijn glorie, eeuwig delen laat. U zij de glorie, opgestane Heer! U zij de victorie, nu en immermeer.
Het bestuur en het personeel wensen u gezegende Paasdagen toe.
12