Literatuursamenvatting R&D Onderwijsbehoeften vanuit het perspectief van ouders, leraar en leerling Inleiding Een goede communicatie tussen school en ouders doet het sociaal-emotioneel functioneren, de werkhouding en de schoolprestaties van leerlingen toenemen (Marzano, 2007). Kinderen leren beter en gaan met meer plezier naar school wanneer hun ouders zich betrokken voelen bij de school. Persoonlijk contact tussen de leerkracht en de ouders is hierbij cruciaal. Goede communicatie draagt ook bij aan een schoolcultuur waarin leerkrachten en ouders zij aan zij staan. Dit is gunstig voor het werkplezier van leerkrachten en het vertrouwen van ouders in de school (Booijink, 2007).Ook in het kader van Passend Onderwijs is ouderbetrokkenheid relevant. Pameijer, N., Beukering, T. van der, Lange, S. de (2009) Handelingsgericht werken: een handreiking voor het schoolteam. Den Haag: Acco
Ouderbetrokkenheid wordt gezien als een vanzelfsprekende taak van elke school. (Ouderbetrokkenheid is goed voor het welzijn van het kind en de school). Toch is de positie en de rol van ouders niet eenduidig geformuleerd. Het is niet duidelijk waar de hoofdverantwoordelijkheid ligt en hoever de invloed of de rol van ouders mag en kan gaan? De literatuur laat zien dat onder het begrip ouderbetrokkenheid zowel de betrokkenheid van de ouders wordt verstaan in de opvoeding en onderwijs aan het eigen kind, zoals voorlezen, als ook betrokkenheid op schoolniveau, bijvoorbeeld bij rapportbesprekingen. Ouderparticipatie maakt de ouderbetrokkenheid actiever: het betreft een actieve deelname van de ouders aan schoolactiviteiten. De realisering hiervan vraagt om een wederzijdse betrokkenheid van ouders en school, en een wederzijdse investering. Vanwege het wederzijdse karakter wordt de voorkeur gegeven aan het begrip partnerschap boven ouderbetrokkenheid of ouderparticipatie. Het gaat bij partnerschap namelijk niet alleen om een beweging van ouders richting hun kind op school en de school als gemeenschap, maar ook om een beweging van de school richting thuissituatie. De eindverantwoordelijkheid voor wat er op school gebeurt, blijft bij de school. De eindverantwoordelijkheid voor wat er thuis gebeurt, berust bij de ouders. Het gezamenlijk belang van ouders en school waarop partnerschap de nadruk legt, vooronderstelt in eerste instantie juist betrokkenheid van individuele ouders bij hun eigen kind als leerling. Dat bereik je als school gemakkelijker als je jezelf ook richting de ouders buigt. Doelen van partnerschap Partnerschap is geen doel op zich, maar een middel om dat gezamenlijke belang te dienen, namelijk optimale omstandigheden scheppen voor de ontwikkeling en het leren van kinderen.
APS uitgave - Literatuursamenvatting R&D Onderwijsbehoeften- JN
1
Doelen Pedagogisch doel Organisatorisch doel
Democratisch doel
Gericht op Het realiseren van afstemming in opvoedend denken en handelen, thuis en op school. Het optimaliseren van het reilen en zeilen van de school als organisatie en gemeenschap, mede door de inbreng (meedenken en uitvoeren) van ouders. Het formeel en informeel meedenken en meebeslissen van ouders met de school en het afleggen van verantwoording door de school over haar werk aan de ouders.
Educatief partnerschap als model • Partnerschap dient een gezamenlijk belang, ouders en school willen namelijk een optimale voorwaarden creëren voor het leren en de ontwikkeling van kinderen, thuis en op school. • Partnerschap past bij de school als leef- en leergemeenschap, waarin leerlingen, professionals en ouders participeren. Het gaat uit van de gelijkwaardigheid van de partners en impliceert een wederzijdse betrokkenheid. Dat vraagt van beide partners een grondhouding die partnerschap bevordert en een bereidheid om in dat partnerschap te investeren. • Partnerschap is doelgericht: er is een pedagogisch, een organisatorisch en een democratisch doel. • Partnerschap erkent verschillen in eindverantwoordelijkheden. • Partnerschap tussen ouders en school houdt rekening met de groeiende eigen verantwoordelijkheid van de kinderen. Motivering • Het gezamenlijk belang is de zorg voor optimale omstandigheden voor de ontwikkeling en het leren van de kinderen, op school en thuis. • Uitvloeisel van de maatschappelijke en pedagogische opdracht: scholen en ouders zoeken elkaar meer op. Scholen worden zich steeds meer bewust van hun maatschappelijke en pedagogische opdracht en gaan zich steeds meer positioneren als een democratische leef- en leergemeenschap waarin kinderen, professionals en ouders participeren. • Ouders als constante factor: het inzicht groeit dat we veel meer gebruik zouden moeten maken van de inzet van ouders bij de begeleiding van hun kind bij alle overgangen. • Wat zijn de effecten? Ouders kunnen met hun verwachtingen en belangstelling de ontwikkeling van hun kind en diens houding ten opzichte van de school positief beïnvloeden. (Smit, F. (red.)(2009). Ouders en school. Den Haag; SDU)
APS uitgave - Literatuursamenvatting R&D Onderwijsbehoeften- JN
2
Ouders betrekken bij het onderwijs levert een positief effect op de (cognitieve) prestaties en het gedrag van de leerlingen op en op het functioneren van de school in de omgeving/wijk (Onderwijsraad 2010). De Onderwijsraad vindt dat door dit effect een minimale betrokkenheid van de ouders bij school logisch en noodzakelijk is. De Onderwijsraad (2010: 12-14) geeft drie posities van ouders weer in haar rapport: • De individuele rechtspositie of juridische relatie t.o.v. de school: de ouder is drager van individuele (wettelijke) rechten en plichten, zoals medezeggenschap en zorgplicht van het schoolbestuur. • De ouder als samenwerkingspartner van de school: dit betreft samenwerkend partnerschap. Ouders en school zijn samen verantwoordelijk voor de opvoeding en het goede verloop van de onderwijsloopbaan van de leerling/kind. Deze relatie kent een fase van opbouwen, een van uitbouwen en onderhouden en uiteindelijk ook weer van afbouwen. Bij afbouwen denken we dan bijvoorbeeld aan een goede voorbereiding op de overgang naar het vo. Bij deze vorm zijn contact, communicatie en een evenwichtige verdeling van verantwoordelijkheden en taken noodzakelijk. (*) • De ouder als onderdeel van de gemeenschap: onderwijs is een essentieel onderdeel van de sociale omgeving, ouders verrichten werkzaamheden op de school als leesmoeder, computerouder, lid van de ouderraad of ondersteunende werkzaamheden bij activiteiten. * Partners ben je niet vanzelf, dat word je! Ouders kunnen sterk van elkaar verschillen en hun opvattingen en verwachtingen kunnen behoorlijk afwijken van die van de professionals. Dat kan tot communicatie- en andere problemen leiden. Daarom is aan de hand van de schoolloopbaan van kinderen een model ontwikkeld dat sterk proactief werkt. School en ouders zijn aanvankelijk geen partners. Ze worden dat geleidelijk, voor de periode dat hun kind op school is. School en ouders lopen in die periode een traject, parallel aan de loopbaan van het kind. Het is een traject waarop ze elkaar steeds beter leren kennen, waarop ze –als het goed is- steeds beter op elkaar ingespeeld raken en waarop het onderlinge vertrouwen gaandeweg groeit.
Figuur 1.3 - Het traject dat school en ouders samen lopen.
(Smit, F. (red.)(2009). Ouders en school. Den Haag; SDU)
APS uitgave - Literatuursamenvatting R&D Onderwijsbehoeften- JN
3
Beleidscontext - Wat is beleid? Centraal in het beleid rondom Passend onderwijs is dat de positie van ouders rondom de zorg van hun kind versterkt moet worden. Dit geldt zowel individueel als collectief. De Tweede Kamer vroeg in juli 2008 de Onderwijsraad een advies uit te brengen op de hierboven genoemde drie posities van de ouders. In haar advies van februari 2010 geeft zij aanbevelingen op deze posities. De aanbeveling van de raad richten zich op een koerswijziging van het landelijk beleid: verdere uitbouw van de eerste positie als rechthebbende zal niet veel extra opleveren, beter is het te koersen op een verder uitbouw van de andere twee posities. Ouderverbanden leveren vaste en voorspelbare ouder-oudercontacten op die de sociale textuur rond een klas en school versterken. Zij kunnen een functie vervullen waardoor er minder opvoedingsvraagstukken in de klas of school terecht komen. Een ouderverband ondersteunt de dialoog tussen ouders onderling, daarmee wordt tevens aandacht gegeven aan burgerschapsvorming en burgerparticipatie. Het middelbaar en hoger beroepsonderwijs zijn hier landelijk een ‘vergeten’ groep in. Deze sectoren kunnen leren van de ervaringen vanuit het primair en voortgezet onderwijs. Dit kan verdergaande schooluitval voorkomen. Uit internationaal onderzoek blijkt dat als ouders betrokken zijn bij de schoolgang van hun kinderen, hun kinderen het beter op school doen en minder vaak uitvallen (WRR:172) In alle onderzoeken wordt aangegeven dat communicatieve vaardigheden in het omgaan met informatie vanuit de ouders van groot belang is bij het functioneren van ouderbetrokkenheid. In de lerarenopleidingen dient ouderbetrokkenheid en oudercommunicatie nadrukkelijker aan de orde te komen. Ouders zijn een belangrijke educatieve partner van de school, maar krijgen die rol als dusdanig vaak nog niet De rol van ouders blijkt, als het gaat om het bepalen van de onderwijsbehoeften van een kind nog minimaal. “In een brief van Dijksma staat ’het kind centraal’, maar wie weten beter hoe het gaat met een kind dan de ouders?” Op dit moment zijn er drie redenen voor hernieuwde aandacht voor ouderbetrokkenheid: • De sociale problematiek komt steeds vaker binnen de muren van de school. • Ouders stellen zich meer en meer op als kritische consument. • Recente beleidsontwikkelingen zoals Passend Onderwijs, zorgplicht en het terugdringen van voortijdig schoolverlaten maken een verbetering t.a.v. ouderbetrokkenheid noodzakelijk. Nog slechts een zeer gering aantal scholen houdt in haar communicatiebeleid rekening met de ouders als specifieke doelgroep die van invloed kunnen zijn op bovengenoemde punten. Qua historie is er een wenselijk beperkte rol van ouders, op veel scholen is dit nog altijd de opstelling. Tussen ouders en scholen is er een verschil in de opvattingen tussen de communicatie over en weer. Ouders verwachten al op een vroeg moment betrokkenheid van de school. School communiceert op formele momenten; aanmelding en rapportage en steekt nog te weinig energie in communicatie over zaken die niet direct op de leerling betrekking heeft. Praktijkcontext - Wat is het handelingsprobleem? Uit onderzoek (R&D Gedeelde zorg en ouders, APS 2010) blijkt dat veel scholen geen of onvoldoende visie hebben op ouderbetrokkenheid in het algemeen en op afstemming omtrent de zorg in het bijzonder. Veel scholen hebben niet of onvoldoende procedureel vastgelegd op welke momenten en op welke wijze zij ouders in het kader van samenwerking en gedeelde zorg betrekken.
APS uitgave - Literatuursamenvatting R&D Onderwijsbehoeften- JN
4
In de literatuur, waaronder Pameijer (2009) en Oberon (2009) wordt de noodzaak van samenwerking en gedeelde zorg veelvuldig genoemd. Het ontbreekt echter aan handreikingen en werkwijzen voor scholen en leerkrachten om de daadwerkelijke samenwerking transparant voor ouders vorm te geven. Good practice voorbeelden zijn schaars, maar na enig zoeken wel te vinden. Individuele scholen die zich hard hebben ingespannen om de betrokkenheid van ouders bij de school te optimaliseren. De vormgeving van evenwaardige samenwerking tussen ouders, kind en leraren rondom de zorg van kinderen blijkt ook in deze praktijkvoorbeelden nog onontgonnen gebied. Een hypothese hiervoor is gevonden in de projecten 'Differentiatie en onderwijsbehoeften' (APS, 2009) en 'Pedagogische arrangementen' (APS, 2009). Beide projecten hebben zicht gegeven op de verschillende perspectieven van leraren, ouders en leerlingen op onderwijsbehoefte en het ontwikkelingsperspectief van de leerling. Verschillende mentale modellen, opvattingen en verwachtingen, sturen leraren, ouders en leerlingen in hun handelen en belemmeren een aanpak die wordt ‘gedragen’ door alle betrokkenen in de driehoek. Iedereen wil het beste voor de leerling, maar er ontstaat geen gezamenlijk gesprek over wat goed werkt bij deze leerling. Ook uit de veldraadplegingen van de sectororganisaties en vanuit het Infopunt Passend onderwijs (2009) komt naar voren dat leraren veel vragen hebben over het voeren van gesprekken met ouders en behoefte hebben aan professionalisering op dit gebied. Eerder onderzoek - Wat is er al bekend? Er is al veel onderzoek gedaan naar ouderparticipatie in het onderwijs. Uit een studie van Smit (2006) naar internationale 'goede praktijken' blijkt dat onder meer een heldere visie op ouderbetrokkenheid, geïntegreerde aanpak en de visie op duurzaamheid van de samenwerking belangrijke kenmerken zijn van deze succesvolle goede praktijken. Het advies van de Onderwijsraad geeft het volgende aan: • laagopgeleide en niet-Nederlands sprekende ouders zijn het moeilijkst bij school en onderwijs te betrekken. • van de po-scholen heeft 37% een coördinator ouderbeleid en de helft van de ouders geeft aan een contactpersoon voor ouders op de school te kennen. • ouders die lid zijn van de MR vinden dat ze beperkt invloed hebben. • ouders zijn over het algemeen niet ontevreden over de inspanningen van de school, maar men spreekt niet over een excellente prestatie in deze. • ouders blijken vaak niet op de hoogte van de informatiekanalen die de scholen hanteren. • brede scholen zijn gunstig voor het vergroten van ouderbetrokkenheid. • partnerschap wordt door beiden omarmd maar verschillend beleefd; er is niet echt een dialoog tussen school en ouders. Er zijn uiteenlopende verwachtingen bij de invulling van partnerschap. • bij hoogopgeleide ouders is tijd een belemmerende factor, bij laagopgeleide en allochtone ouders is de taal een belemmerende factor. Veel scholen benaderen de ouders op één manier (schoolgids, nieuwsbrief). Wie alle ouders wil bereiken moet differentiëren en bewust informatie doseren. • In het voortgezet en beroepsonderwijs is ouderbetrokkenheid nog geen vanzelfsprekendheid. Ook is daar nog weinig onderzoek over.
APS uitgave - Literatuursamenvatting R&D Onderwijsbehoeften- JN
5
De gewenste situatie is er een waarin ouders en leraar als gelijkwaardige, beter nog evenwaardige partners, elk vanuit hun eigen verantwoordelijkheid, hun rol spelen in het onderwijs en zorg voor dit kind. De nadruk bij het gesprek aangaan over de leerling ligt op effectieve communicatie en samenwerking op het niveau van ‘de gouden driehoek kind – leraar – ouders’. Leidend en verbindend motief zou moeten zijn ‘Wat telt is het resultaat voor dit kind’. De gouden driehoek gaat over de psychologische afstand en nabijheid van kind, ouder en leraar in hun gedeelde en samenhangende verantwoordelijkheden. De basis wordt gevormd door open communicatie en het wederzijds goed afstemmen van verwachtingen. De driehoek is bij voorkeur gelijkzijdig en compact. Alleen als er sprake is van gelijkzijdigheid en korte afstanden zijn de verwachtingen over en weer goed te managen en is er open effectieve communicatie mogelijk. Kind, ouder en leraar krijgen immers evenveel ruimte om een bijdrage te leveren. Iedereen wordt gehoord, men kent elkaar goed genoeg om tot onderling vertrouwen en begrip te komen (Gedragswerk 2009)
Leraar
Ouder(s)
Kind
Indien de vorm van de driehoek verandert en bijvoorbeeld een zeer smalle vorm krijgt, verandert ook de afstand tussen de partijen. Er is dan sprake van twee partijen die dicht bij elkaar staan en een partij die verder weg staat. Hoe ook de vorm van de driehoek is, telkens weer worden twee vragen opgeroepen: • waar levert de grote of juist kleine afstand een probleem en voor wie? • waar ontbreken verbindingen die wel gelegd moeten worden? Hier speelt nadrukkelijk ook een rol hoe de onderlinge verhoudingen (de zijden van de driehoek) zijn ingevuld. Gaat het vooral om een procedurele invulling? Met afspraken over de te zetten stappen, de toe te passen regels, of de besluitvorming? Is sprake van een vooral inhoudelijke vormgeving van relaties? De aandacht gaat dan vooral uit naar een goede analyse, een degelijke diagnose, of zorgvuldig geformuleerde doelstellingen. Of ligt de nadruk veel meer op het psychologische en sociologische niveau. Dan staan centraal de wederzijdse verwachtingen, al dan niet uitgesproken aannames en vooroordelen, de emoties van ouder, kind of leerkracht in de onderlinge communicatie. En natuurlijk ook de kwaliteit van de relaties, de toonzetting, de mate van wederkerigheid, enzovoorts. In de gouden driehoek staat samenwerken voorop. Deze gaat niet altijd soepel en is zeker niet overal vanzelfsprekend. Gedragswerk geeft negen wegen om de samenwerking in en om de gouden driehoek te versterken:
APS uitgave - Literatuursamenvatting R&D Onderwijsbehoeften- JN
6
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Succes boeken: succes geeft (zelf)vertrouwen en motiveert, moedigt aan om samen verder te gaan. Kernvraag: hoe kan ik rondom deze leerling op de korte termijn een of meerdere – kleine – successen boeken? Anders organiseren: als het niet kan zoals het moet, dan moet het zoals het kan. Als deze ouders om wat voor reden dan ook niet naar de school komen, dan kan huisbezoek een gezond en zeer effectief alternatief zijn. Hoe creatief zijn we in het vinden van alternatieve mogelijkheden? Kernvraag is hier: hoe kan ik door anders organiseren het gewenste resultaat bereiken? Ontwikkeling van competenties: effectief communiceren en samenwerken vraagt veel van zowel kind, ouder, als leerkracht. Hoe zeg je wat je denkt? Hoe om te gaan met weerstanden? Hoe aan te moedigen om vragen te beantwoorden? Kernvraag: over welke competenties dienen kind, ouder en leerkracht te beschikken? Hoe deze – waar nodig –te ontwikkelen? Netwerken: onbekend maakt onbemind. Hoe minder we elkaar spreken, des te vreemder blijven we voor elkaar. Kernvraag: hoe kunnen we de relaties versterken tussen kind, ouder en leerkracht, met het oog op onderwijs en zorg van de leerling? Een ding is zeker, regelmatige ontmoetingen, waarin de dialoog centraal staat, zijn een eerste vereiste. Invloed uitoefenen: waar het gaat om onderwijs en zorg voor deze leerling, neemt de leerkracht de regie. Deze is niet vrijblijvend. Regie vereist eensgezindheid over de te varen koers en regelmatig peilen of iedereen zijn steentje bijdraagt, of we nog op koers zijn. En zonodig bijsturen en aandringen. Kernvraag: wat overtuigt en activeert? Groeien: samen staan we sterk. Elke klas kent meerder driehoeken, rondom 20, 30 of zelfs meer leerlingen. Voor de gemiddelde school gaat het al snel om enkele honderden driehoeken. Dat betekent dat niemand er alleen voor hoeft te staan. Weinig vragen worden voor het eerst gesteld, er zijn niet zo veel problemen die voor het eerst de kop opsteken. Wie heeft het antwoord of de oplossing waarnaar ik zoek? Kernvraag: waar kunnen we door groei meerwaarde realiseren? Een duidelijke identiteit: weten van elkaar waar een ieder voor staat. Wat kan en wil ik? Waar liggen mijn grenzen? En hoe maak ik dit duidelijk aan de anderen? Kernvraag: wat is mijn identiteit en wat betekent dat voor de anderen in de driehoek? Delen: In de driehoek komen professionele deskundigheid (van de leerkracht) en ervaringsdeskundigheid (van ouder en kind) bij elkaar. Door professionele en ervaringsdeskundigheid te verbinden, wordt de driehoek sterker. Kernvraag: wat kan ik als leerkracht leren van de ervaringsdeskundigheid van deze ouders in het omgaan met deze leerling op zijn meest lastige momenten? Wat kunnen wij als ouders leren van deze leerkracht? Vitaliteit: zonder passie, de mix van inzet en betrokkenheid, geen of minder resultaat. Hoe gemotiveerd zijn kind, ouder en leerkracht om samen de ingeslagen weg te bewandelen? Kernvraag: hoe kunnen we het vuur gaande houden of krijgen? Bij de partners in de driehoek, maar zeker ook bij mezelf.
Een van de ambities van passend onderwijs is de versterking van de onderlinge communicatie en samenwerking van school en ouders. De nagestreefde, gewenste situatie is er een waarin ouders en leerkracht als gelijkwaardige gesprekspartners hun rol spelen in de zorg voor dit kind. Dit is nodig vanuit enkele overwegingen: • Het is een recht van ouders:
APS uitgave - Literatuursamenvatting R&D Onderwijsbehoeften- JN
7
•
•
•
•
In de eerste plaats omdat het hier gaat om een onvervreemdbare verantwoordelijkheid van ouders. Zij spelen de hoofdrol in de opvoeding van de eigen kinderen. Daarbij biedt ouderbetrokkenheid ouders de mogelijkheid er voor zorg te dragen dat passend onderwijs ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd. Door de eigen en de collectieve belangen te behartigen, door de aansluiting te verwezenlijken van de geboden onderwijszorg op datgene wat dít kind nodig heeft, of wat voor déze groep kinderen nodig is. Onderwijsprofessionals hebben ouders nodig: Bij het bieden van goede onderwijszorg is samenwerking tussen ouders en onderwijsprofessionals van groot belang. Alleen bij een goede communicatie, bij duidelijke afspraken en een goede onderlinge afstemming versterken het geboden passende onderwijs en de opvoeding door de ouders elkaar. En dat betekent dat ‘het best passende onderwijs’ hiervan afhankelijk is. Dit is een belang van zowel ouders als onderwijsprofessionals. Stimulans voor de kwaliteit van onderwijs en onderwijszorg: Op het moment dat ouders en onderwijsprofessionals samen werken aan passend onderwijs, ontstaat de mogelijkheid voor onderwijs op maat voor dit kind, rekening houdend met al datgene wat dit specifieke kind nodig heeft. Concrete ervaringen pér kind kunnen op een collectief niveau worden gebundeld en vertaald naar beleid. Stimulans voor de noodzakelijke samenwerking: In de onderwijspraktijk komt de samenwerking van ouders en scholen lang niet altijd als vanzelfsprekend tot stand. Soms als gevolg van handelingsverlegenheid van onderwijsprofessionals, soms vanuit een gebrek aan motivatie. Door de noodzaak of plicht tot het realiseren van ouderbetrokkenheid te benadrukken, kunnen aanwezige drempels worden weggenomen. De optimale oplossing voor dit kind: Alleen wanneer ouders en scholen het gesprek met elkaar aangaan wordt passend onderwijs mogelijk op het individuele niveau van dit kind.
Hoe realiseren we ouderbetrokkenheid in optima forma? De spil dient te zijn de dagelijkse communicatie van de leerkracht/docent als eindverantwoordelijke regisseur met de ouder(s) van aan zijn of haar zorg toevertrouwde kinderen. Scholen doen er goed aan om de communicatie met ouders op drie niveaus te ontwikkelen: Dit betekent in de allereerste plaats dat leerkrachten/docenten open staan voor de communicatie met ouders, werkelijk geïnteresseerd zijn in wat ouders weten, kunnen en willen wanneer het gaat om het onderwijs aan en de opvoeding van de eigen kinderen en een dialoog met hen willen aan gaan. Om samen – voor zover wenselijk en mogelijk – vorm te geven aan hun gedeelde verantwoordelijkheid. Vanuit de erkenning dat leerkracht en ouder(s) partners zijn in hun betrokkenheid bij opvoeding en onderwijs. Dit vraagt om (1) goede communicatievaardigheden van leerkrachten, (2) de positieve intentie om met ouders te willen communiceren en (3) het “organiseren” van formele en informele ontmoetingen in en om de klas, waarin de dialoog van leerkracht en ouders centraal staat. Naarmate leerkracht/docent en ouder te maken krijgen met leerlingen/kinderen met (zeer) lastig te beantwoorden vragen, neemt de intensiteit van deze communicatie toe. Vorm en inhoud van de communicatie worden in toenemende mate ook beïnvloed door de formele vereisten van regelgeving. Laat leerkracht/docent en ouders samen in goed overleg vaststellen hoe zij de communicatie met en over deze leerling, vorm willen geven. Het initiatief hiertoe
APS uitgave - Literatuursamenvatting R&D Onderwijsbehoeften- JN
8
wordt genomen door de leerkracht. Deze is als regisseur ook verantwoordelijk voor de continuïteit en kwaliteit van de communicatie. Advies: Maak met alle leerkrachten/docenten/teams afspraken over de dagelijkse communicatie met ouders. Train hen in de voor effectieve communicatie – ook in lastige situaties – benodigde vaardigheden, zoals adviesvaardigheden, of het omgaan met weerstanden. (G)MR De reguliere overlegstructuren (MR en GMR) gebruiken. Hier vindt het overleg plaats op het niveau van de school en ouders als collectief. Eventueel uitgebreid met de in het kader van passend onderwijs al genoemde ‘geschillencommissie’. Advies: Evalueer in (G)MR regelmatig de kwaliteit van de communicatie van leerkrachten en ouders. Stel vast wat de collectieve gespreksagenda is en in welke mate deze door alle ouders en leerkrachten ook als zodanig wordt ervaren. Mediator Daar waar de communicatie tussen ouders en leerkrachten niet goed loopt, kan gebruik worden gemaakt van een mediator, een communicatiedeskundige, die als opdracht heeft er voor te zorgen dat partijen tot effectieve communicatie komen. Het gaat hier niet om een scheidsrechter, of om een functionaris die partijen 'op hun verantwoordelijkheid aanspreekt', maar om een bemiddelaar die vanuit respect voor de inzichten en belangen van alle betrokkenen, aanmoedigt tot effectieve communicatie. Het gaat hier niet om dwang of straf, maar om versterking en verruiming van de mogelijkheden van leerkrachten en ouders. Deze mediator kan zowel door leerkrachten als door ouders worden gevraagd om te bemiddelen. Advies: Wijs een mediator aan die in staat is het perspectief van leerkrachten en ouders aan te voelen en te begrijpen. Een persoon met voldoende bemiddelende vaardigheden om uiteenlopende standpunten dichter bij elkaar te brengen. Management moedigt aan En het management van de school moedigt aan. Dit betekent in de eerste plaats dat t.o.v. leerkrachten/docenten keer op keer het grote belang van effectieve communicatie met ouders wordt bevestigd. En dat er alles aan wordt gedaan om hen – eventueel door training en coaching – hiertoe in staat te stellen. In de tweede plaats brengt dit met zich mee dat ook ouders regelmatig worden uitgenodigd tot het gesprek met de school. Advies: Agendeer dit thema structureel in overleggen van het managementteam. Houd zo een vinger aan de pols en bewaak de voortgang. Let er vooral ook op dat het middenkader actief werkt aan het ontwikkelen van de communicatie en de kwaliteit daarvan. Wat is aanvullend nog nodig om ouderbetrokkenheid optimaal te bewerkstelligen? Opvoeding en onderwijs wordt steeds vaker gezien als een gezamenlijke verantwoordelijkheid van ouders, school en de community: ‘It takes a village to raise a child’. Aanbevelingen • Voorwaarden is dat witte scholen echt openstaan voor ouders die een bijdrage willen leveren aan het verbeteren van de school als gemeenschap, bij zwarte scholen is support vanuit het schoolbestuur een belangrijke steun in de rug voor schoolteams om de ouderbetrokkenheid planmatig aan te pakken.
APS uitgave - Literatuursamenvatting R&D Onderwijsbehoeften- JN
9
•
•
• • • • •
•
Direct bij de intake aan ouders zo concreet en duidelijk mogelijk aangeven wat school van hen verwacht wat betreft hun aandeel ten aanzien van opvoeding en onderwijs van hun kind. Samen verantwoordelijkheid: ouders en school openstellen voor elkaar, kennis nemen van elkaars culturele en religieuze achtergronden en dat ze onderwijs en opvoeding als gezamenlijke taak en verantwoordelijkheid zien. Ouders uitdagen om bijdrage aan school te leveren aan ontwikkeling en kwaliteit van de school Minder toespraak en meer inspraak. Leerlingen serieus nemen. Aanstellen van een waakhond: teamlid als ouderbetrokkenheidscoördinator aanstellen. Support vanuit directie voor deze taak is belangrijk. Leren en evalueren: bij het opstellen van beleid leren van good practices van andere scholen en evaluatiemomenten inbouwen om zicht te houden op het bereiken van de gewenste doelen. Scholing: aanvullende training voor leraren is wenselijk om de communicatie tussen ouders en school te optimaliseren.
Er gaat een preventieve werking uit van verbeterde school-oudercontacten. Voor conflicten wordt veel tijd genomen (kost energie). Wanneer er stelselmatig iets meer tijd genomen wordt voor de onderlinge contacten, ben je op een positieve manier met elkaar bezig (geeft energie) en kun je veel conflicten met elkaar vermijden (bespaart energie). Wanneer er problemen voordoen pluk je de vruchten van een al opgebouwde relatie. Concrete onderwijsondersteuning De school moet helder hebben welk onderwijsondersteunend gedrag zij wenselijk vindt en wil stimuleren. Het kan gaan om breed spectrum: • voorwaardenscheppend gedrag (op tijd naar bed, voeding); • aanmoedigen gedrag (belangstelling tonen, schoolinzet stimuleren); • ontwikkelingsondersteunend gedrag (lidmaatschap sport of muziek, spelletjes doen, museumbezoek); • direct onderwijsondersteunend gedrag (aanzetten tot leren, overhoren, helpen met spreekbeurt). Ouders kunnen het onderwijs van hun kind pas daadwerkelijk ondersteunen, wanneer hier door de hele schoolloopbaan heen aandacht voor is. Het is belangrijk dat adviezen zo concreet mogelijk gemaakt worden en er sprake is van follow-up. Dus heel concreet beschrijven wat je bedoelt met het is belangrijk dat er thuis gelezen wordt. Hoe, hoe vaak, etc. Gezamenlijk signaleren en aanpakken van problemen • Kijk kritisch naar de rol die de school ouders geeft bij het signaleren en aanpakken van problemen. Voor echte samenwerking waarin ouders een betrokken en actieve rol vervullen, zullen de oorzaken en oplossingen als gelijkwaardige gesprekspartners besproken moeten worden. • Reguliere oudergesprekken zodanig invullen dat het er daadwerkelijk aan bijdraagt dat er een gemeenschappelijke visie op de ontwikkeling van het kind ontstaat. Hier is tijd
APS uitgave - Literatuursamenvatting R&D Onderwijsbehoeften- JN
10
•
voor nodig, bv om de informatie met concrete voorbeelden toe te lichten (werk van kind, Uitgegeven, gesignaleerd gedrag). Door ouders in een vroegtijdig stadium voor extra gesprekken uit te nodigen, zijn de problemen nog behapbaar en voelen alle partijen zich vanaf het begin betrokken.
APS uitgave - Literatuursamenvatting R&D Onderwijsbehoeften- JN
11
Stappenplan optimalisering ouderbetrokkenheid in het primair onderwijs N.a.v. artikel Frederik Smit, Geert Driessen, Cees de Wit Fase 1: Behoeftes en verwachtingen vaststellen Stap 1: ·stel betrokkenheid van ouders richting eigen kind vast Stap 2: ·stel betrokkenheid van ouders richting groep of school vast Stap 3: ·stel betrokkenheid van school richting ouders vast Fase 2: Visie ontwikkelen Stap 1: ·ontwikkel als team een visie op partnerschap Stap 2: ·ontwikkel een basisagenda voor oudergesprekken Stap 3: ·maak met elkaar afspraken over procedures en regels Fase 3: Plan opstellen Stap 1: ·formuleer concrete doelen Stap 2: ·maak afspraken om nauwer samen te werken met ouders Stap 3: ·maak afspraken over de vormgeving van partnerschap Fase 4: Plan uitwerken Stap 1: ·wissel ervaringen uit Stap 2: ·stel veranderingsbereidheid vast Stap 3: ·maak concrete plannen Fase 5: Plan uitvoeren Stap 1: ·vergroot wederzijdse betrokkenheid van ouders en school Stap 2: ·vergroot bekwaamheid van ouders als opvoeders en de leraren Als professionals Stap 3: ·vergroot bereidheid van leraren en ouders om gezamenlijk Planmatig te werken Fase 6: Evaluatie Stap 1: focus op de inhoud van activiteiten Stap 2: leg de organisatie onder de loep Stap 3: kijk naar de bereidheid en de vaardigheden van leraren
APS uitgave - Literatuursamenvatting R&D Onderwijsbehoeften- JN
12
Fase 1 Behoeftes en verwachtingen vaststellen De eerste fase in het optimaliseren van partnerschap is het vaststellen van behoeftes en kansen om de relatie ouders en school vorm te geven. Stap 1 Stel betrokkenheid van ouders richting eigen kind vast • Wat zijn de redenen voor de eventueel geringe betrokkenheid bij de ontwikkeling van hun kind thuis en op school (bv. ouders ondernemen thuis geen educatieve activiteiten met hun kinderen, zoals voorlezen en woordspelletjes; ouders stellen zich niet actief op bij activiteiten op school)? • Wat zijn de wensen en verwachtingen van ouders richting de school om hun betrokkenheid te ondersteunen (bv. informatie over de ontwikkeling van hun kind en over opvoedingskwesties)? • Wat zijn de ervaren (culturele) verschillen, knelpunten, communicatieproblemen met ouders? • Welke kansen zijn er om de betrokkenheid te vergroten? Wat willen de ouders zelf? Stap 2 Stel betrokkenheid van ouders richting groep of school vast • Wat zijn de redenen dat ouders eventueel weinig betrokkenheid tonen richting de groep of de instelling (omdat zij het Nederlands onvoldoende beheersen, geen idee hebben hoe het Nederlandse onderwijssysteem werkt, zichzelf niet in staat achten te participeren, onbekendheid met onze verwachtingen, ze een negatieve houding hebben tegenover de groep of de school)? • Wat zijn de ervaringen van leraren om het gesprek op gang te brengen met ouders die niet of weinig betrokkenheid tonen? Wat willen de ouders zelf? Welke mogelijkheden zien de ouders om hun betrokkenheid te vergroten? Stap 3 Stel betrokkenheid van school richting ouders vast • Vinden leraren ouderbetrokkenheid belangrijk? Waarom is er eventueel weinig betrokkenheid van leraren richting ouders (lastig, vervelend, bedreigend)? • Ervaren leraren het gedrag van ouders als lastig? Kennen de leraren hun sterke en zwakke punten in het omgaan met lastig gedrag van ouders (negatief, defensief, vluchtgedrag)? • Weten de leraren bij communicatieproblemen met ouders gerichte activiteiten te ontplooien? • Wat willen de leraren leren om de contacten met ouders te verbeteren? Onder welke condities zijn leraren bereid te investeren in ouderbetrokkenheid en scholing te volgen? Opbrengst fase 1 • Inzicht in het belang dat school hecht aan ouderbetrokkenheid. • Inzicht in de oorzaken van de eventueel geringe betrokkenheid van ouders bij hun kind, de groep of de school. • Inzicht in de oorzaken van de eventuele geringe betrokkenheid van leraren richting ouders. • Inzicht in hoe ouders en school de ouderbetrokkenheid willen optimaliseren.
APS uitgave - Literatuursamenvatting R&D Onderwijsbehoeften- JN
13
Aanbevelingen voor het signaleren van behoeftes en kansen Vuistregels • Opvoeding en onderwijs zijn een gezamenlijke verantwoordelijkheid van ouders en school, waarbij ieder een eigen eindverantwoordelijkheid heeft (ouders voor het opvoeden en leraren voor het onderwijs). • Respecteer ouders in hun rol als opvoeders. Achterhaal welke opvoedingsdoelen ouders nastreven met hun kinderen. Wat vinden deze ouders belangrijk? Wat zijn raakvlakken met de opvattingen van ouders en school? • Bespreek tijdens het intakegesprek over het kind uitgebreid de wederzijdse wensen en verwachtingen tussen school en thuis. • Leraren gaan op huisbezoek om met (moeilijk bereikbare) ouders in gesprek te komen, nader kennis te maken in een informele sfeer en voor ouders de drempel weg te nemen om de school te bezoeken. Vaardigheden • Afstemmen van rol van ouders bij de opvoeding van het kind. Maak wederzijdse verwachtingen van school en ouders bespreekbaar. • Laat van meet af aan zien hoe u met elkaar en met de ouders als ‘partners’ wilt omgaan (omgangsnormen, gelijkwaardigheid, informeren, overleggen, omgaan met probleemsituaties). Probeer met name ‘stille’ ouders aan het praten te krijgen. Voorwaarden • De taakverdeling tussen school en thuis staat structureel op de agenda. Geef aan waar de eigen grenzen liggen en in welke situaties de leraren contact opnemen met de ouders. • Er zijn voldoende faciliteiten en middelen beschikbaar om partnerschap te optimaliseren. • Aansluiting willen zoeken bij (andere) scholen, het bestuur, lokale netwerken van allochtone ouders om partnerschap te stimuleren, e.d. Valkuilen • Er vanuit gaan dat voor ouders taken en verantwoordelijkheden van leraren en ouders duidelijk zijn. • Denken dat als ouders niet participeren op school, zij zich ook niet betrokken voelen bij de opvoeding van het kind of bij de school. • Menen dat het gebruik maken van diverse communicatiekanalen (schriftelijk, mondeling, individueel, groep) probleemloos is voor uiteenlopende categorieën van ouders.
APS uitgave - Literatuursamenvatting R&D Onderwijsbehoeften- JN
14
Fase 2 Visie ontwikkelen De tweede fase heeft tot doel binnen het team duidelijkheid te krijgen hoe het partnerschap met ouders vorm te geven. Stap 1 Ontwikkel als team een visie op partnerschap • Hebben we een gezamenlijke visie op de relatie met ouders? • Waarom willen we aandacht besteden aan en investeren in de contacten met ouders? • Hoe informeren we de ouders over de ontwikkelingen van hun kind? • Hoe bespreken we met ouders de wederzijdse verwachtingen? • Hoe tonen we belangstelling voor de situatie thuis van de kinderen? • Hoe maken we de ouders duidelijk dat we een gezamenlijk belang hebben? Stap 2 Ontwikkel een basisagenda voor oudergesprekken • Hoe dragen we onze eigen visie vanaf de eerste contacten met ouders uit? • Hoe gaan we de samenwerking met ouders als serieuze gesprekspartners concreet vormgeven? (ouders duidelijk welkom heten, intakegesprek, 10-minutengesprekken, ouderavond, mr). • Maak afspraken voor voortgangsgesprekken en eventueel huisbezoek.
Stap 3 Ontwikkel een grondhouding om als partners met elkaar om te gaan • Hoe vanuit een oprechte bereidheid als partners met elkaar om te gaan? • Hoe ouders als ervaringsdeskundigen te benaderen? • Hoe om te gaan met de diversiteit aan culturen van ouders? • Hoe aandacht te besteden aan wegblijvers? • Hoe een passende aanpak te kiezen om met ouders in gesprek te blijven? • Maak een teamlid verantwoordelijk voor het bewaken van de voortgang. Opbrengst fase 2 • Er ligt een eigen visie ten grondslag aan het plan om partnerschap te optimaliseren. • Het is duidelijk wat we concreet willen bereiken (liefst zo specifiek en zo realistisch mogelijk). • Het is duidelijk hoe we de resultaten willen realiseren. • Het is duidelijk hoe we ouders betrekken bij de gekozen aanpak.
APS uitgave - Literatuursamenvatting R&D Onderwijsbehoeften- JN
15
Aanbevelingen voor het ontwikkelen van een visie Vuistregels • Ontwikkel een ‘visie-statement’ van de school wat betreft opvoedend gedrag van ouders (op tijd naar bed, een goed ontbijt), aanmoedigend gedrag van ouders (belangstelling tonen, stimuleren dat het kind zich inzet), ontwikkelingsondersteunend gedrag (spelletjes doen, bewust gebruik tv) en leerondersteunend gedrag (oefenen met lezen of rekenen). • Moedig sociaal gedrag van ouders (contacten met andere ouders) en betrokkenheid bij de school (meehelpen, meedenken en meebeslissen) aan. • Hoe een relatie met de ouders op te bouwen: ouders proberen te ‘begrijpen’ en te leren kennen door vragen te stellen, te luisteren, samen te vatten, terug te koppelen en nonverbaal in te stemmen. • Benadruk het doel en het gemeenschappelijk belang van een gesprek van een ouder met een leraar. Vaardigheden • Geef concreet aan hoe de school de eigen pedagogische en didactische doelstellingen samen met ouders concreet in de praktijk wil realiseren. • Wees zo duidelijk mogelijk in de communicatie; benoem het gedrag ouder en kind zo concreet mogelijk. Voorwaarden • Investeer in de ontwikkeling van een eigen, inspirerende visie op partnerschap met ouders. • Reserveer meer tijd voor ouders die de Nederlandse taal onvoldoende beheersen, om extra uitleg te geven. • Maak leraren en ouders van begin af aan duidelijk hoe wordt omgegaan met wegblijvers (spreek ouders erop aan als ze wegblijven). • Benadruk het vertrouwen in het partnerschap. Valkuilen • Precies denken te weten wat de belangen van leraren en groepen ouders zijn. • Alle ouders over één kam scheren. • Het eigen perspectief als enig vertrekpunt nemen. • Ouders geen ruimte geven om vrijuit het woord te nemen. Er vanuit gaan dat ouders de Nederlandse taal ‘perfect’ moeten spreken om met hen te kunnen communiceren. • Geen aandacht schenken aan ‘fouten’ en irritaties uit het verleden in de relatie met ouders.
APS uitgave - Literatuursamenvatting R&D Onderwijsbehoeften- JN
16
Fase 3 Plan opstellen De derde stap in het optimaliseren van partnerschap is overleg voeren en een plan van aanpak opstellen om doelgericht (‘opbrengstgericht’) te werken. Stap 1 Formuleer concrete doelen • Welke uitdagende en specifieke doelen willen we realiseren met partnerschap? • Hoe kunnen de doelen zo goed mogelijk worden afgestemd op verschillen tussen ouders? Stap 2 Maak afspraken om nauwer samen te werken met ouders • Hoe school met ouders als partners in de ontwikkeling van het kind willen optrekken. • Hoe drempels te slechten voor ouders om binnen de school te participeren. • Hoe opbrengstgericht te werken en elkaar daarop aan te spreken. Stap 3 Maak afspraken over de vormgeving van partnerschap • Maak met elkaar afspraken over hoe de geformuleerde doelen te bereiken. • Spreek elkaar aan op gemaakte afspraken. Opbrengst fase 3 • Plan van aanpak met concrete doelen om partnerschap te optimaliseren. • Lijst met afspraken over de vormgeving van partnerschap.
APS uitgave - Literatuursamenvatting R&D Onderwijsbehoeften- JN
17
Aanbevelingen voor het opstellen van een plan van aanpak Vuistregels • Geef concreet en in voor ouders begrijpelijke taal aan (bijvoorbeeld via de informatieof schoolgids, via nieuwsbrieven) welke doelen de school (bij kinderen) wil realiseren en hoe ze dat doet. • Formuleer als school een helder ouderbeleid dat integraal onderdeel uitmaakt van het schoolbeleid. Stel vast welke knelpunten dienen te worden opgelost. Maak duidelijke keuzes bij het formuleren van doelstellingen van partnerschap. • Ontwikkel een basisagenda voor individuele en groepsgesprekken met ouders. • Zorg voor laagdrempelige ontmoetingen.
Vaardigheden • Zet goede voorbeelden van partnerschap in een ‘inspiratieboek’.
Voorwaarden • De ontwikkeling van partnerschap tussen school en ouders werkt met name als beide partijen daar de meerwaarde van inzien en er moeite voor willen doen. • Benadruk welk oudergedrag school wenselijk vindt en wil stimuleren: voorwaardenscheppend gedrag (opvoeding), aanmoedigend gedrag (belangstelling tonen, inzet stimuleren, actief zijn bij de school), ontwikkelingsondersteunend gedrag (bewust gebruik van tv of computer, spelletjes doen). • Maak afspraken welke teamleden eindverantwoordelijk zijn voor het overleg en het opstellen van een plan van aanpak en jaarplan en over het bewaken van de voortgang. Valkuilen • Weinig of geen rekening houden met de achtergronden van de ouders. • Te weinig of te veel informatie geven. • Door tijdgebrek afzien van een ‘terugblikgesprek’ (follow up) met ouders over hoe zij met adviezen van leraren omgaan en wat de effecten zijn op hun kind.
APS uitgave - Literatuursamenvatting R&D Onderwijsbehoeften- JN
18
Fase 4 Plan uitwerken De vierde fase in het optimaliseren van partnerschap is een plan van aanpak uitwerken. Bij het optimaliseren van het partnerschap tussen school en ouders gaat het er om een brug te slaan tussen de gewenste en de huidige situatie. Voordat er nieuwe keuzen gemaakt worden, is het van belang eerst de balans op te maken. Wellicht is het mogelijk lering te trekken uit negatieve ervaringen en deze te vertalen in uitdagingen. De concrete ervaringen met vormen van partnerschap vormen het vertrekpunt voor het veranderingsproces. Stap 1 Wissel ervaringen uit • Wat zijn gesignaleerde knelpunten? (Hoe komt het dat…? Wat zijn de oorzaken en gevolgen van de gesignaleerde problemen? Waardoor lopen de contacten met ouders stroef? • Hoe zouden leraren ouders kunnen ondersteunen bij het zoeken naar oplossingen voor gesignaleerde problemen? Stap 2 Stel veranderingsbereidheid vast • Wat zijn mogelijke opties om veranderingen door te voeren? • In welke mate bestaat er bereidheid om ergernissen te vertalen in uitdagingen en doelen? • In welke mate zijn leraren bereid het partnerschap te verbeteren? Stap 3 Maak concrete plannen • Welke afspraken en concrete plannen kunnen we voor de komende periode maken? Wie gaat samen met wie wat doen? • Welke instrumenten kiezen we om onze plannen te realiseren (bv. een ‘missiestatement’ opstellen, intakegesprekken voeren, inloopochtenden organiseren, instellen van een ‘ouderkamer’, een ‘oudercontactpersoon’)? Opbrengstfase 4 • Een beeld van knelpunt en mogelijke oplossingen met betrekking tot partnerschap. • Een bewustwording van de eventuele discrepantie tussen wat men eigenlijk zou willen en wat er nu is. • Een scherp(er) beeld krijgen van de noodzakelijke acties. • Inzicht in de bereidheid bij het team om gesignaleerde problemen aan te pakken. • Een overzicht van de plannen, in te zetten instrumenten en gemaakte afspraken.
APS uitgave - Literatuursamenvatting R&D Onderwijsbehoeften- JN
19
Aanbevelingen voor het uitwerken van een plan Vuistregels • Bespreek wederzijdse verwachtingen wat betreft de rol van school en ouders bij het bieden van een veilige, inspirerende, uitdagende, lerende omgeving op school en thuis. • Laat ouders van meet af aan ervaren dat men als ‘partners’ met ze wil omgaan door te kiezen voor gelijkwaardigheid, adequaat informeren, ruimte voor overleg, feedback geven, omgaan met probleemsituaties. • Let op de positieve signalen van ouders (de bereidheid om zich in te zetten, beloven hun best te willen doen, laten zien wat ze al kunnen) en spreek daarover uw waardering uit.
Vaardigheden • Benadruk het doel van gesprekken of andere activiteiten en leg daarbij steeds een relatie met het gezamenlijke belang dat ouders en school hebben (optimale voorwaarden scheppen voor de ontwikkeling en het leren van kinderen). • Ontwikkel een diversiteit aan activiteiten: individuele gesprekken, informele groepsontmoetingen (bv. koffie-ochtenden), informatie- en discussie-avonden.
Voorwaarden • Informeer ouders zo nodig over het Nederlandse onderwijssysteem, de rol van ouders bij de taalontwikkeling van hun kind, ontwikkelingsstimulering, opvoedingsondersteuning. Wees duidelijk en draai niet om de hete brij heen. • Voor ouders dient van begin af aan duidelijk te zijn hoe wordt omgegaan met gemaakte afspraken. • Nodig ouders die afspraken niet nakomen uit voor een gesprek of ga op huisbezoek.
Valkuilen • Leraren beoordelen (veroordelen) de ouderbetrokkenheid op basis van onjuiste of onbetrouwbare informatie. • Ouders geen vragen stellen, geen ruimte bieden om hun zegje te doen, geen mogelijkheid om stoom af te blazen. • Leraren die zich als de ‘betere’ ouder opstellen (kom niet te snel met adviezen en suggesties).
APS uitgave - Literatuursamenvatting R&D Onderwijsbehoeften- JN
20
Fase 5 Plan uitvoeren In de vijfde fase staat het uitvoeren van het plan centraal om het partnerschap te versterken. Stap 1 Vergroot wederzijdse betrokkenheid van ouders en school • Wat is het gezamenlijk belang van school en ouders? Wat betekent dat voor de uitvoering? • Wat stellen we met elkaar vast wat we van elkaar mogen verlangen? Wat betekent dat voor de uitvoering? • Hoe gaan we de wederzijdse betrokkenheid vergroten? Stap 2 Vergroot bekwaamheid van ouders als opvoeders en de leraren als professionals • Hoe kunnen ouders effectief geïnformeerd worden over de mogelijkheden om de ontwikkeling van hun kind te stimuleren? • Hoe kunnen leraren beter samen met de ouders de ontwikkelingskansen van kinderen bevorderen? • Hoe kunnen leraren het begrip partnerschap professioneler invullen? Stap 3 Vergroot bereidheid van school en ouders om gezamenlijk planmatig te werken • Is er (een groeiend) vertrouwen in elkaar? • Hoe kan de bereidheid van school en ouders om planmatig te werken worden vergroot? • Willen school en ouders de relatie met elkaar uitbouwen en onderhouden? Opbrengst fase 5 • Duidelijkheid voor de uitvoering hoe de wederzijdse betrokkenheid van leraren en ouders te vergroten. • Inzicht hoe de bekwaamheid van ouders als opvoeders en de leraren als professionals toeneemt. • Toename bereidheid van leraren en ouders om gezamenlijk plannen voor te bereiden en uit te voeren.
APS uitgave - Literatuursamenvatting R&D Onderwijsbehoeften- JN
21
Aanbevelingen voor het uitvoeren van een plan Het is zinvol om activiteiten en instrumenten eerst eens uit te proberen, bij voorkeur op kleine schaal, alvorens ze te verankeren in de school. Vuistregels • De school verwelkomt ouders hartelijk en benadrukt het doel en het gemeenschappelijk belang van partnerschap (daarvoor is het nodig dat u de belangen van groepen ouders kent). • Stel u flexibel op. Vormen van partnerschap dienen uitdagend te zijn en zo goed mogelijk aan te sluiten bij de behoeften en mogelijkheden van de ouders (steeds checken). • Kom direct en professioneel ter zake. Maak met ouders duidelijke afspraken over welke mogelijkheden ze krijgen om informatie te krijgen over het eigen kind en te participeren. • Benadruk vertrouwen te hebben in het partnerschap. Vaardigheden • Relatie opbouwen, de ander ‘begrijpen’ en leren kennen door luisteren, samenvatten en non-verbaal instemmen. Vragen stellen en actief luisteren. • Bij (na)scholing van de leraren structureel aandacht besteden aan het optimaliseren van partnerschap met ouders. Focussen op de lange én de korte termijn. • Concrete aanwijzingen kunnen geven aan diverse groepen van ouders om de ontwikkeling van hun kind te stimuleren. • Bij twijfel niet iets toezeggen, maar aangeven eerst te willen overleggen met een collega. Voorwaarden • Leraren worden in de gelegenheid gesteld deel te nemen aan scholingsbijeenkomsten om partnerschap te optimaliseren.
Valkuilen • Een negatieve (onder)toon laten doorklinken: de oorzaak alleen bij de ouders leggen. • Te veel of te weinig informatie geven (check welke informatie precies nodig is). • Geen aandacht schenken aan ‘communicatieproblemen’ en irritaties uit het verleden.
APS uitgave - Literatuursamenvatting R&D Onderwijsbehoeften- JN
22
Fase 6 Evaluatie De laatste fase in het optimaliseren van partnerschap is het beoordelen en verbeteren van activiteiten. Op basis van de opgedane ervaringen is bijstelling mogelijk. Het is belangrijk om van tevoren te omschrijven wat de verwachtingen zijn en scherp te formuleren wat de doelen zijn die nagestreefd worden. Achteraf kunnen de opbrengsten tegen die achtergrond worden geëvalueerd. Stap 1 Focus op de inhoud van activiteiten • Is de informatie die ouders krijgen over de school voldoende afgestemd op hun verwachtingen? • Is de inhoud van de activiteiten concreet genoeg en gericht op de ouders en de ontwikkeling van hun kind? Stap 2 Leg de organisatie onder de loep • Is er continuïteit in het partnerschap? • Zijn de taken en verantwoordelijkheden voor iedereen duidelijk? • Hoe verloopt de samenwerking met externe instanties? • Is aan te geven hoe de organisatie kan worden verbeterd en eventuele obstakels worden weggenomen? Stap 3 Kijk naar de bereidheid en de vaardigheden van leraren • Hebben de leraren ervaring in het werken met ‘moeilijk bereikbare’ ouders? • Zijn de leraren bereid te investeren in het verbeteren van partnerschap? • Is er voor leraren gelegenheid om hun deskundigheid uit te breiden? • Hoe worden ervaringen van leraren doelgericht benut binnen de organisatie? Opbrengst fase 6 • Een beeld van de inhoud van de vormen van partnerschap. • Inzicht in de taakverdeling bij de organisatie van partnerschap. • Een oordeel over de bereidheid en de vaardigheid van leraren en ouders om zich optimaal te willen en kunnen inzetten om de gewenste doelen te realiseren. • Inzicht in de effectiviteit van activiteiten die zijn uitgevoerd om partnerschap te verhogen.
APS uitgave - Literatuursamenvatting R&D Onderwijsbehoeften- JN
23
Aanbevelingen voor de evaluatie van de ouderbetrokkenheid Vuistregels • Wees eerlijk en oprecht in het communiceren van de verwachtingen die je in het belang van het kind hebt omtrent de wederzijdse betrokkenheid van school en ouders. Watverwachten we van de ouders? Hoe wordt deze verwachting naar de ouders gecommuniceerd? • Wanneer zijn we tevreden? Zijn er voldoende ouders bereid hand- en spandiensten te verlenen? Worden inloopochtenden, ouder- en voorlichtingsavonden voldoende bezocht? • Stel beoordelingscriteria vast. Wanneer zijn we tevreden over vormen en mate van partnerschap? Vaardigheden • Voer individuele en groepsgesprekken met ouders om inzicht te verkrijgen in mogelijke verbeterpunten in de relatie met ouders en de ontwikkeling van de kinderen. • Stel open vragen. Vraag naar de ideeën en voorkeuren van de ouders en geef ook eigen voorkeuren aan. • Vraag welke oplossingen ouders zelf zien voor de gesignaleerde knelpunten. • Is er een rol weggelegd voor ouders om de doelstellingen van de school te bevorderen? Zo ja, hoe wordt die rol dan ingevuld? • Inventariseer positieve en negatieve ervaringen met vormen van partnerschap en stel een (bijgesteld) plan van aanpak op. Voorwaarden • De informatie voor ouders is wat taalgebruik betreft begrijpelijk voor de ouders. • De toon van uitnodigingen is pakkend. De ouders worden persoonlijk benaderd als ze niet komen. • Ouders krijgen de gelegenheid tot het maken van een andere afspraak als ze verhinderd zijn. • De mogelijkheid is aanwezig om tolken in te schakelen bij voortgangsgesprekken. Valkuilen • In de communicatie te weinig rekening houden met ouders die de Nederlandse taal onvoldoende beheersen, een informatieachterstand hebben en geen tijd hebben om te participeren. • Te weinig rekening houden met het feit dat in sommige allochtone culturen op een andere wijze gecommuniceerd wordt dan in de Nederlandse (onderhandelings)cultuur, dat bepaalde uitingen een andere betekenis hebben dan wat Nederlanders gewend zijn. • De eigen rol overschatten. Geen ruggespraak houden met collega’s (check ideeën in het eigen professionele netwerk).
APS uitgave - Literatuursamenvatting R&D Onderwijsbehoeften- JN
24
Literatuurverwijzing -
-
-
Beek, S., Rooijen, A. van & Wit, C. de (2007). Samen kun je meer dan alleen. Den Haag: Q*Primair & ’s-Hertogenbosch: KPC Groep. Brink, G. van den (2002). Mondiger of moeilijker? Den Haag: Sdu Uitgevers. Gedragswerk (2009). De gouden driehoek: Kind – Ouder – Leerkracht. Huisman, P.W.A. (2005). Ouders en de grenzen van het betamelijke. School en Wet, 2005(2), 5-8. Herweijer, L. & Vogels, R. (2004). Ouders over opvoeding en onderwijs. Den Haag: SCP. Karsten, S., Jong, U. de, Ledoux, G. & Sligte, H. (2006). De positie van ouders en leerlingen in het governancebeleid. Amsterdam: SCO Kohnstamm instituut. Kans, K., Lubberman, J. & Vegt, A. van der (2009). Monitor ouderbetrokkenheid in het funderend onderwijs. Rotterdam: Ecorys. Kleijwegt, M. (2005). Onzichtbare ouders. Amsterdam: Atlas. Kranenburg, D. (2010). Actief ouderschap & educatief partnerschap. Praxis Bulletin, 2010 (27|8) 5-9. Molen,H. van der (2009). Meer betrokken ouders. Den Haag: Ouders en Coo. Onderwijsraad (2008c). Partners in onderwijsopbrengst. Den Haag: Onderwijsraad. Overmaat, A.M. & Boogaard, M. (2004). Neemt ouderparticipatie af? Amsterdam: SCOKohnstamm Instituut. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (2001). Ouders en de school: versterking van het partnerschap. TK 2000-2001, 27680, 1. Oberon (2009). Ouders over hun positie in passend onderwijs. Utrecht: Oberon. Onderwijsraad (2010). Advies Ouders als partner. Den Haag: Onderwijsraad. Pameijer, N., Beukering, T. van der, Lange, S. de (2009) Handelingsgericht werken: een handreiking voor het schoolteam. Den Haag: Acco Plantinga, S., Diepen, M. van, Schildmeijer, R., Bruxvoort, M. van (2008). Onderwijsmeter 2008. Amsterdam: TNS NIPO. Smit, F. (red.)(2009). Ouders en school. Den Haag; SDU Smit, F. (2001). Tussen gezin en school. In Raad voor de Maatschappelijke Ontwikkeling, Aansprekend opvoeden (179-258). Den Haag: Raad voor de Maatschappelijke Ontwikkeling. Smit, F. Driessen, G. & Wit, C. de (2009). Stappenplan optimalisering ouderbetrokkenheid in de Voor- en Vroegschoolse Educatie. Nijmegen: ITS Radboud Universiteit Nijmegen. Trappenburg, M. (2009). Actieve solidariteit. Rede Universiteit van Amsterdam. Amsterdam: Vossiuspers. Vogels, R. (2002). Ouders bij de les. Den Haag: SCP. Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) 2009. Vertrouwen in de school. Wit, C. de (2008). Partnerschap tussen ouders en school. Den Bosch: KPC Groep.
APS uitgave - Literatuursamenvatting R&D Onderwijsbehoeften- JN
25