Lichtonderzoek Utrecht
Onderzoek van een aantal verschillende aspecten van de licht en duisternissituatie in de provincie Utrecht. In opdracht van de provincie Utrecht
Uitgevoerd door onderzoeks- en adviesbureau Sotto le Stelle tussen augustus 2008 en december 2008.
Januari 2009
Lichtonderzoek Utrecht
Pagina 2
Voorpagina: Boei en Heycop
Lichtonderzoek Utrecht
Pagina 3
INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING ............................................................................................................................................... 5 OPDRACHT ....................................................................................................................................................... 7 DUISTERNIS ...................................................................................................................................................... 9 DONKTERTEKAART PROVINCIE UTRECHT ....................................................................................................... 11 METHODIEK .......................................................................................................................................................... 11 RESULTATEN ......................................................................................................................................................... 12 OPMERKINGEN ...................................................................................................................................................... 14 HOE DE KAART TE INTERPRETEREN ............................................................................................................................. 15 WELK LICHT VERVUILT? ........................................................................................................................................... 16 VERGELIJKING DUISTERNIS PROVINCIE UTRECHT MET ANDERE PROVINCIES ......................................................................... 18 ALL SKY OPNAMEN ................................................................................................................................................. 19 INVENTARISATIE HINDERLIJKE VERLICHTING .................................................................................................. 22 ONDERZOEK DIGITALE KAART .................................................................................................................................... 22 RESULTATEN DIGITALE KAART.................................................................................................................................... 23 ONDERZOEK LICHTHINDER LOCATIES BAARN EN BUNSCHOTEN......................................................................................... 23 RESULTATEN LICHTHINDER LOCATIES BAARN EN BUNSCHOTEN......................................................................................... 25 CONCLUSIES ONDERZOEK LICHTHINDER LOCATIES ......................................................................................... 29 RESULTATEN, CONCLUSIES EN VERVOLG ........................................................................................................ 31 VISUELE KWALITEIT VAN DE NACHT ............................................................................................................................ 31 DE DONKERTEKAART ALS HULPMIDDEL VOOR BELEID...................................................................................................... 32 VERLICHTING AAN DE HORIZON EN BELEID.................................................................................................................... 34 PARTICIPATIE BURGERS BIJ LICHTHINDER ONDERZOEK ..................................................................................................... 34 GEBIEDSGEWIJZE ADVISERING ................................................................................................................................... 34 LITERATUUR ................................................................................................................................................... 36 BIJLAGE 1 MEETMETHODE HEMELHELDERHEID ............................................................................................................. 37 BIJLAGE 2 ALL SKY OPNAMEN ................................................................................................................................... 42 BIJLAGE 3 BEGELEIDENDE TEKST BIJ HEMELHELDERHEIDSKAART UTRECHT .......................................................................... 45 BIJLAGE 4 KAART HEMELHELDERHEID VAN DE PROVINCIE UTRECHT ................................................................................... 47
Lichtonderzoek Utrecht
Pagina 4
SAMENVATTING Tussen augustus 2008 en december 2008 is onderzoek uitgevoerd naar de situatie van de visuele kwaliteit van de nacht op het grondgebied van de provincie Utrecht. Er zijn drie deelprojecten uitgevoerd : 1 In de hele provincie is de hemelhelderheid in kaart gebracht. De hemelhelderheid is een maat voor de mate van duisternis. Dit onderzoek beantwoordt de vraag: hoe donker is de nacht (nog) in Utrecht. 2. Er is ondersteuning verleend bij een project van de Natuur en Milieufederatie Utrecht bij een burgerparticipatie project waarbij burgers opgeroepen worden om locaal locaties aan te wijzen waar lichthinder van ondervonden wordt. 3. In een tweetal andere gemeenten zijn hinderlijke locaties geïnventariseerd. DUISTERNIS Als er geen directe verlichting in de buurt is, bepaalt de nachtelijke hemel de mate van duisternis. De hemel wordt opgelicht door omhoog stralend licht van een stad of kas vanuit een gebied met een straal van ongeveer 20 kilometer. Om de mate van dit oplichten in kaart te brengen is op ruim 160 locaties in de provincie Utrecht de helderheid van de hemel in het punt recht omhoog (zenit) gemeten, als maat voor de ‘duisternis’. Deze gegevens zijn verwerkt in een hemelhelderheidskaart. De gemeten kaart wordt vergeleken met vergelijkbare kaarten van de provincies Overijssel, Zeeland, Zuid-Holland en Gelderland. Ook zijn op ongeveer 50 locaties zogenaamde all sky foto’s gemaakt waarop de hele hemel in die locatie afgebeeld is. INVENTARISEREN LICHTHINDER In Baarn en Bunschoten is een inventarisatie uitgevoerd van locaties waar lichthinder op kan treden. In Baarn zijn in totaal 27 en in Bunschoten 19 locaties opgenomen. Van een deel van deze locaties zijn foto’s gemaakt. Er is ondersteuning geboden bij de inventarisatie in een tweetal andere gemeenten: Amersfoort en Eemnes. Hierbij is materiaal geproduceerd , de inhoud van de website verwerkt en een presentatie gegeven voor de vrijwilligers die zich voor de inventarisatie opgegeven hadden. RESULTATEN Nederland is een van de meest verlichte landen ter wereld en de provincie Utrecht daarin weer een relatief sterk verlicht deel. Utrecht is een provincie die qua duisternis vergeleken kan worden met Zuid-Holland. De stad Utrecht neemt een dominante plaats in en bepaalt met haar uitstraling de helft van het grondgebied van de provincie. Naar de randen, behalve in de richting van Amersfoort, neemt de hemelhelderheid af en daarmee de duisternis toe. In het zuid westen, zuid oosten en noorden van de provincie is de Melkweg nog goed te zien. Wat de inventarisaties betreft kunnen de resultaten niet vergeleken worden met eerder onderzoek aangezien dit nog niet in Nederland uitgevoerd is. De twee gebruikte methodieken hebben beide hun voordelen en een combinatie ervan wordt aanbevolen, waarbij door een deskundige een eerste inventarisatie uitgevoerd wordt en door het brede publiek deze inventarisatie aangevuld wordt.
Lichtonderzoek Utrecht
Pagina 5
ADVISERING Er wordt voorgesteld via een aantal maatregelen bij verschillende toepassingen van verlichting de nachtelijke situatie in de provincie te verbeteren. Ook wordt geadviseerd in een aantal gemeenten en inventarisatie uit te laten voeren van de openbare verlichting en de grote lichtbronnen zoals kassen en sportvelden. Tenslotte wordt geadviseerd de verlichting aan de horizon in het open plassen en weidegebied te inventariseren en burgers bij lichthinder onderzoek te betrekken.
Lichtonderzoek Utrecht
Pagina 6
OPDRACHT De landelijke interesse voor kunstlichtgebruik en de daarmee verdwijnende, donkere, nacht neemt de laatste jaren toe. Dit is ook bij de provincie Utrecht het geval. De provincie is de laatste jaren actief vooral op het gebied van energiereductie bij de openbare verlichting. Deze activiteiten worden uitgevoerd binnen het zogenaamde traject ‘Verantwoord Verlichten’ zowel voor de eigen provinciale verlichting als samen met de gemeenten voor de gemeentelijke verlichtingsinstallaties. De laatste jaren zijn naast energiereductie, lichthinder en lichtvervuiling als nieuwe thema’s opgekomen, beide nauw gelieerd aan energiereductie. Voor de provincie speelde dit ook en om een start hiermee te maken is in januari 2007 de “Startnotitie lichthinder en donkerte“ verschenen. Naast het feit dat lichthinder en lichtvervuiling vaak veroorzaakt worden door onnodige verlichting die energie kost, worden een tweetal argumenten genoemd om rond deze nieuwe thema’s een aantal proeven uit te voeren: 1. Verlichting kan een verstoring opleveren zowel van mens als dier in de vorm van beïnvloeding van bioritmen, aantrekking afstoting en desoriëntatie. 2. Duisternis is een oerkwaliteit net als rust, ruimte en stilte. Duistere landschap is de tegenpool van een stedelijke binnenstad. De nivellering en versnippering van het nachtelijk landschap wordt versterkt door verlichting in een buitengebied. Naar aanleiding van deze startnotitie zijn in het jaar 2008 een aantal proefprojecten uitgevoerd om te onderzoeken hoe lichthinder en lichtvervuiling in de toekomst door de provincie opgepakt kan gaan worden. 1. Donkertekaart Utrecht Aan Sotto le Stelle is gevraagd een donkertekaart te produceren van de provincie Utrecht. Deze kaart kan gebruikt worden voor de bewustwording van dit onderwerp binnen de provincie. Ook kan hij gebruikt worden om eventueel gebieden aan te wijzen waar de duisternis behouden en of beschermd moet worden. Tenslotte is het ook mogelijk de nulsituatie die met deze kaart in beeld gebracht wordt te vergelijken met toekomstige situaties zodat effecten van eventuele maatregelen hiermee gemonitoord kunnen worden. Het onderzoek naar de nulsituatie in de provincie Utrecht is op dezelfde manier uitgevoerd als eerder onderzoek in andere provincies van Nederland, zoals het aangrenzende Gelderland, in de provincies Overijssel en Zeeland en onlangs ook in een deel van Zuid-Holland. De uitkomsten kunnen dan ook vergeleken worden met deze onderzoeken. 2. Inventarisatie van lichthinder bronnen door burgers Aan de Natuur en Milieufederatie Utrecht is gevraagd een inventarisatie uit te laten voeren door burgers van bronnen van lichthinder binnen drie gemeenten: Amersfoort, Eemnes en Woudenberg. De bedoeling is dat, door middel van een interactieve kaart die door burgers ingevuld kan worden, per gemeente een lijst komt van hinderlijke verlichting. Aan Sotto le Stelle is gevraagd dit project inhoudelijk te ondersteunen. 3. Inventarisatie van lichthinder bronnen Dezelfde opdracht om hinderlijke verlichtingsbronnen in twee andere gemeenten te inventariseren is aan Sotto le Stelle zelf gevraagd om uit te voeren: Baarn en Bunschoten. Door een inventarisatie op twee heel verschillende manieren uit te voeren kan achteraf bepaald worden welke methode in het vervolg de voorkeur geniet. Beide methodes hebben voor- en nadelen, waarbij de opbrengst in de vorm van een heldere lijst in de tweede methode centraal staat terwijl de betrokkenheid van de burgers bij dit onderwerp de sterke kant is van de eerste methode. Lichtonderzoek Utrecht
Pagina 7
Het onderhavige rapport is het eindrapport van het werk van Sotto le Stelle voor de drie bovengenoemde projecten. De resultaten van het onderzoek zijn verzameld op een bijbehorende DVD. DVD gegevens: Hemelhelderheid: de gegevens van de waarnemingen, het resultaat en de kaarten All sky opnamen: lijst van locaties en de foto’s van de lichthinder locaties Rapport: eindrapport en afbeeldingen uit het rapport Presentatie: powerpoint presentatie zoals gegeven voor de deelnemende burgers samen met een voorbeeld van de handleiding zoals die in de verschillende gemeenten uitgedeeld werd.
Lichtonderzoek Utrecht
Pagina 8
DUISTERNIS De opdracht om de duisternis in de provincie in kaart te brengen komt voort uit onderzoek en ervaringen, waarbij gebleken is dat kunstmatige verlichting en daarmee vermindering van de duisternis, invloed heeft op tal van processen zowel bij de mens als de natuur. Zie daarvoor bijvoorbeeld het rapport van het onderzoeksbureau Alterra: ‘Lichtbelasting, overzicht van de effecten op mens en dier, Alterra rapport 778’. Na zonsondergang valt zonder kunstmatige verlichting de duisternis in. Door de aanwezige verlichting wordt dit vertraagd en/of teniet gedaan. Hierbij kan een drietal soort van beïnvloeding onderscheiden worden: HET VERLICHT WORDEN In de directe omgeving van verlichting veranderen interne processen onder invloed van licht bij zowel planten als dieren. Bij sterke verlichting is het groeien van planten bekend; op een veel lager lichtniveau wordt de biologische klok van alle dieren inclusief de mens beïnvloed. Licht bij nacht brengt via hormonale beïnvloeding allerlei effecten met zich mee. Een bekend voorbeeld is het winterkoninkje dat in steden de hele nacht door blijft zingen; ook infectieziektes krijgen bijvoorbeeld een grotere kans. De recente vraag van de FNV om verpleegsters op te roepen met borstkanker zich te melden heeft hier ook mee te maken. 1
Uit een recent onderzoek uit Engeland bleek dat 35% van de mensen klaagt over licht in de slaapkamer. Het gebrek aan slaap is gerelateerd aan tal van medische problemen zoals overgewicht, depressies, kans op hartinfarcten en hogere sterftekans in het algemeen. Ook recent onderzoek naar het effect van een gestoorde slaap op het geheugen is hier een voorbeeld van. HET ZIEN VAN VERLICHTING Het zien van verlichting is een tweede vorm van beïnvloeding. Dit tweede verschijnsel treedt op veel grotere afstanden op. Veel diersoorten worden aangetrokken of juist afgestoten door verlichting. Aangezien de meeste diersoorten ‘s nachts in de schemering actief zijn, speelt de maan en kunstmatige verlichting een belangrijke rol in het gedrag. De 40 miljard insecten die per jaar in Nederland door verlichting gedood worden zijn een (niet meer) sprekend voorbeeld daarvan. Het zien van licht speelt een belangrijke rol als landschappelijke aantasting. In Nederland en ook in Utrecht is het nauwelijks mogelijk in het open veld geen verlichtingsbron te zien. DUISTERNIS, HET OPLICHTEN VAN DE HEMEL Als er geen lichtbronnen in de buurt zijn wordt de mate van duisternis bepaald door de hemel. Als de maan aanwezig is komt het meeste licht van de maan. Als er geen maan boven de horizon is, komt het licht grotendeels van de hemel zelf en niet van de eventueel aanwezige sterren. Voor de landschappelijke kwaliteit is het oplichten van de hemel, de duisternis, van groot belang. Rust, stilte en ruimte worden als oerkwaliteiten van onze leefomgeving gezien, waar de meeste mensen, blijkt uit onderzoek, naar op zoek zijn als ze naar buiten gaan. Voor de nacht en avond hoort in dat
1 Morgan-Taylor, national survey on the perceived nuisances caused by artificial lighting and their sources, publication pending.
Lichtonderzoek Utrecht
Pagina 9
rijtje ook duisternis thuis. Net zo min als men vanaf 10 kilometer nog het geluid van een snelweg wil horen, is het ook niet gewenst van 20 kilometer afstand de verlichting van een stad te kunnen zien. Om alle drie de aspecten te illustreren staat hieronder een foto, gemaakt ten oosten van Schoonhoven op de Lekdijk, 1500 meter van de bebouwde kom. De foto laat de hele horizon en de hemel zien op dit punt. Onder de foto staan de windrichtingen. Op de weg waarop de foto genomen is, staan twee lichtmasten (NO en ZW). Deze verlichten enigszins de locatie waar de foto genomen is. Er is een lange rij lichtmasten, aan de andere kant van de Lek op de dijk die van erg ver te zien is; ze geven geen licht op de plaats waar de foto gemaakt is, maar zijn wel te zien. In het westen licht de hemel op door Schoonhoven.
Z
W
N
O
Z
Figuur 1 All sky opname Lek bij Schoonhoven
Lichtonderzoek Utrecht
Pagina 10
DONKTERTEKAART PROVINCIE UTRECHT De opdracht is een donkertekaart te maken van het grondgebied van de provincie Utrecht. Donkerte, het ontbreken van licht is de belangrijkste eigenschap van de nacht. Duisternis ontstaat als de zon aan de andere kant van de aarde staat. We leven eigenlijk gedurende de nacht in de schaduw van de aarde. Op een groot deel van Nederland gaan we deze natuurlijke situatie tegen door het plaatsen van openbare verlichting. Nederland bestaat voor ongeveer 15% uit bebouwde kom, waar de openbare verlichting bijna de gehele oppervlakte verlicht. Op het resterende deel van Nederland is er over het algemeen geen verlichting en wordt de verlichting tijdens de nacht als enige lichtbron grotendeels bepaald door de hemel. De hemel verschilt sterk ’s nachts. Als de zon ondergaat wordt hij langzaam donkerder en de kleuren verdwijnen. De hemel geeft ook als de zon onder is door natuurlijke bronnen licht: maan, sterren en zonlicht verstrooid aan stof. Als de maan boven de horizon is bepaalt deze de mate van duisternis. Als de maan onder de horizon is en de zon ook voldoende gedaald is dan blijven bij heldere hemel de sterren en de hemel zelf over. De hemel geeft van nature een beetje licht, veel meer licht dan alle zichtbare sterren samen. Bij heldere hemel dragen sterren maar 7% bij aan de verlichting, terwijl de bijdrage van de hemel zelf 93% bedraagt. De hemel omspant de helft van ons blikveld als een halve koepel boven ons. Dit licht van de nachtelijke hemel wordt veroorzaakt door niet zichtbare sterren, stof in ons zonnestelsel en een aantal andere bronnen. De nachtelijke hemel is daarom niet echt zwart. Dit heet de natuurlijke hemelhelderheid. Deze natuurlijke hemelhelderheid wordt in West Europa echter overschaduwd door een kunstmatig opgewekte hemelhelderheid. Deze wordt veroorzaakt door licht vanaf de grond, dat direct of indirect naar boven straalt en wordt verstrooid aan moleculen en deeltjes. Dit licht kan in een straal van ruwweg 50 kilometer weer naar beneden komen en daarmee de hemel helderder maken. De hemelhelderheid bepaalt ook het aantal sterren dat te zien is. De provincie Utrecht wil meer weten over dit verschijnsel op haar grondgebied, ze wil inzicht in de mate van duisternis, wat de donkerte is op haar grondgebied. Ze wil een kaart waarop te zien is waar je ‘s nachts buiten een boek kan lezen, waar je elkaar ziet aankomen en waar je letterlijk geen hand voor ogen kan zien. METHODIEK Er is al wel een kaart van de hemelhelderheid, het stukje Utrecht uit de zogenaamd wereldatlas van de hemelhelderheid. Dit werk is uitgevoerd door de Italiaanse astronomen P. Cinzano en F. Falchi samen met de Amerikanen D. Elvidge en K. Baugh. Deze wereldatlas is gebaseerd op Amerikaanse satellietopnamen en wordt international veel gebruikt. Ondanks de beschikbaarheid van deze waardevolle informatiebron wordt voor de ontwikkeling van het donkertebeleid in de provincie Utrecht een andere weg gevolgd. Voor het doel van de provincie is de methode Cinzano c.s., waarbij de hele wereld onderzocht wordt, namelijk te grof. Deze biedt te weinig precieze informatie om daadwerkelijk in een gebied de ontwikkeling, zowel in tijd als in ruimte, van de hemelhelderheid, als maat voor de donkerte, te kunnen monitoren. In het onderzoek dat nu uitgevoerd is, is gebruik gemaakt van de beste methode, toepasbaar op metingen in het vrije veld, om de huidige hemelhelderheid in de provincie te meten en in kaart te brengen. De methode lijkt op lichthinder metingen van bijvoorbeeld de aanstraling van een gebouw. Daarbij wordt met een luminantiemeter de helderheid van het oppervlak van het gebouw gemeten. De hemel zou op precies dezelfde Lichtonderzoek Utrecht
Pagina 11
manier gemeten kunnen worden. Het probleem is dat de hemel erg groot is en een erg lage luminantie heeft. Daarom moet er een wat ingewikkelder manier voor gekozen worden, maar de essentie van de meting is hetzelfde. Het hele grondgebied van de provincie is verdeeld in een raster van omstreeks 4 bij 4 kilometer. In elk vierkant is een locatie uitgekozen om een meting uit te voeren. In elk van deze ruim 160 locaties is de helderheid van het zenit, het punt recht omhoog, gemeten. In totaal zijn er 164 metingen uitgevoerd; deze zijn uitgevoerd tussen 26 februari en 23 december 2008 op 9 maanloze, heldere, nachten. De metingen zijn verwerkt volgens een complexe methode, waarbij in essentie de sterren op de foto’s gebruikt worden als referentie. Er is bekend welke sterren dit zijn en hoe helder deze zijn. Daarmee kan dan ook de helderheid van de achterliggende hemel vergeleken en bepaald worden. De verwerkte metingen waarbij de hemelhelderheid in het zenit in elke meetlocatie bepaald is, is omgezet in een grid, waarbij van elk punt de hemelhelderheid berekend is aan de hand van de dichtstbijzijnde gemeten 2 locaties. Deze omzetting kan op vele manieren gebeuren. Een uitgebreide beschrijving van de methodiek en een verantwoording over de diverse keuzes is te vinden in bijlage 1. RESULTATEN In de kaart, figuur 2, zijn de resultaten weergegeven. De eenheid is milicandela per vierkante meter (mcd/m²).
2
Gebruikte methodiek: software Arc GIS; Interpolatiemethode, Inverse Distance Weigthing; Output Cell size: 149,94509; Power: 2; Search Radius: Variable 12
Lichtonderzoek Utrecht
Pagina 12
Figuur 2 Hemelhelderheid Utrecht ( zie voor een grotere afbeelding bijlage 3) De schaal loopt van blauw, 0,75 mcd/m² met het donkerste deel van Utrecht tot fel geel, 10 mcd/m² (centrum Utrecht). De hemel is van nature niet zwart; er komt altijd wel wat licht vandaan. Die zogenaamde natuurlijke hemelhelderheid varieert enigszins en ligt omstreeks 0,25 mcd/m². De schaal loopt dus van 3 maal tot 40 maal de natuurlijke duisternis. Hoe lager de waarden hoe donkerder de omgeving ervaren zal worden. Hoe hoger de waarde hoe meer licht er in de atmosfeer aanwezig is en dus ook in je oog terecht kan komen. De kleuren corresponderen ook direct met het aantal sterren dat te zien is. In het blauwe gedeelte met een zenitluminantie onder de 1,5 mcd/m² zal nog de Melkweg te zien zijn waarbij maximaal nog ongeveer 500 sterren aan de nachthemel te zien zijn. In het gele gebied wordt dit hard minder waarbij in het centrum van de stad Utrecht nog een 10 tal overgebleven zijn. In het donkerste gebied van Utrecht bij Renswoude zullen nog een 1000 tal sterren te zien zijn van de maximaal 2500 die te zien zouden zijn. De gemeten waarden variëren van 0,9 tot 9,6 mcd/m². De laagste waarden bevinden zich in de buurt van Renswoude. Hier is een gebied op de grens met Gelderland met waarden omstreeks 1 mcd/m². Op dit moment worden er metingen in de Gelderse Vallei uitgevoerd en binnenkort kan beoordeeld worden hoe dit donkere gebied zich uitstrekt in Gelderland. Iets dergelijks is ook aan de hand aan de rand van De provincie Utrecht, in het noorden tegen de Loosdrechtse Plassen aan, waar een lage waarde van ruim 1 mcd/m² gevonden werd. Onderzoek in Noord-Holland moet uitwijzen hoe dit gebied zich verder uitstrekt. In het westen van de provincie loopt een rechte harde overgang van een heldere hemel naar een redelijk donkere hemel. Deze lijn loopt van Vianen tot Breukelen met ten westen ervan het relatief donkere Groene Hart. Woerden ligt daarin als een grote bron van licht met waarden iets boven de 4 mcd/m². Bovenstaande kaart is gemaakt door de GIS afdeling van de provincie. Hieronder staat in essentie dezelfde kaart met dezelfde methode gemaakt, waar ook de meetwaarden instaan. In deze kaart zijn geen verlopende kleuren gebruikt maar contouren, waardoor de kleinere verschillen wat wegvallen en de grote lijn overblijft.
Lichtonderzoek Utrecht
Pagina 13
Figuur 3 Hemelhelderheid Utrecht met gemeten waarden
De provincie Utrecht zelf heeft een waarde van maximaal 9,6 mcd/m², in het centrum, terwijl rondom het centrum de waarden aflopen via 6 tot 4,5 aan de zuidrand en oostkant, 3,5 aan de westrand en 2,3 aan de noord rand van de stad. Dit komt overeen met waarnemingen van de onderzoeker de afgelopen jaren. Woonachtig in de stad Utrecht kan hij als amateur sterrenkundige een duidelijk verschil opmerken in de mate van duisternis aan de noordrand van stad ten opzichte van de zuid en oost kant van de stad. De invloed van de stad Utrecht strekt zich tot ver uit. Te zien is dat er een bijna ronde cirkel om de stad ligt met een diameter van 26 kilometer (van het centrum van Utrecht naar het zuid westen tot aan de helder blauwe vlak is 12,23 kilometer. De invloed van de stad Utrecht strekt zich over minimaal 470 vierkante kilometer uit, dit is 33% van de oppervlakte van de provincie (470 van 1400 vierkante kilometer). Van Utrecht naar Amersfoort loopt een grote band van waarden tussen de 2 en 3 mcd/m², waarna het in Amersfoort omhoog loopt naar ruim 4 mcd/m². Loopt de Utrechtse Heuvelrug van noordwest naar zuid oost, dat is op de hemelhelderheidskaart niet terug te vinden. Er lijkt eerder een donker gebied dwars erop te lopen met een lagere hemelhelderheid Als we alleen naar het nationaal park kijken dan is deze integraal redelijk donker behalve in het noordwesten waar de hemelhelderheid sterk oploopt. Mijdrecht is opvallend met een hemelhelderheid van ruim 3 mcd/m². Waarschijnlijk is dat, naast de stad zelf, het begin van het kasgebied ten westen ervan en Schiphol. Wijk bij Duurstede heeft een waarde van ruim 2 mcd/m². Van Veenendaal in de richting van Ede loopt een brede band van licht met waarden rond de 2 mcd/m². Het onderzoek in Gelderland moet aangeven hoe dit nu precies loopt. Ook de waarde in Driebergen is opvallend hoog met ruim 7 mcd/m². Wat de oorzaak hiervan is is niet bekend. De gemeten hemelhelderheid ligt in de provincie Utrecht tussen 4 maal de natuurlijke hemelhelderheid bij Renswoude tot 38 maal in het centrum van Utrecht. OPMERKINGEN •
De kaart zoals die nu er ligt is het resultaat van berekeningen op de data in de afzonderlijke punten. Er zijn vele mogelijkheden in de precieze keuze van parameters bij de berekeningen. Door andere waarden voor deze parameters te kiezen zal ook het aanzien van de kaart hier en daar wat veranderen. De metingen veranderen daarmee niet, wel de eventuele aanblik van de kaart.
•
De metingen zijn uitgevoerd op 9 verschillende nachten. De atmosferische condities verschillen ook op deze nachten, ondanks dat ze alle zeer helder waren, toch aanzienlijk. De hoeveelheid vocht in de lucht bepaalt sterk de mate van transparantie van de atmosfeer en dus ook de verstrooiing van het opgaande licht. Door elke nacht te meten wat de uitdoving is van licht als het door een langer deel van de atmosfeer gaat, kan de mate van transparantie van een nacht berekend worden en hiervoor is gecorrigeerd. Deze correctie is een eerste benadering en de verwachting is dat in de toekomst deze correctie verbeterd zal kunnen worden.
•
Voor 23 uur zal in het algemeen meer licht branden binnen in huizen en kantoren die gedeeltelijk naar buiten schijnt. 48 van de 164 metingen zijn verricht voor 23 uur; de overige zijn na 23 uur uitgevoerd met de laatste meting om 5 uur ‘s ochtends. Met het verschil tussen voor en na 23 uur is geen rekening gehouden. De kaart zoals die nu er ligt is dus voor het grootste deel de situatie van na 23 uur.
•
In het centrum van de steden en grotere dorpen is ook een meting uitgevoerd. Vaak staan daar een kerk en andere gebouwen die van onderen verlicht worden en veel licht richting hemel stralen. Soms is
Lichtonderzoek Utrecht
Pagina 14
de meting uitgevoerd als de kerk en andere gebouwen gedoofd waren, soms als ze verlicht werden. Met dit verschil is geen rekening gehouden. •
Er ligt vlak ten zuiden van de stad Utrecht bij Houten een klein kasgebiedje waar in ieder geval twee kassen assimilatiebelichting gebruiken. Ten tijde van de metingen waren deze kassen niet ontstoken. De reden daarvoor is niet bekend, het kan bijvoorbeeld met teeltwisseling te maken hebben. Er zijn dus ook geen metingen met verlichte kassen verricht. De verwachting is dat bij het wel meten van deze bronnen, lokaal, de hemel zeer sterk zou oplichten, vergelijkbaar of sterker dan in het centrum van Utrecht.
HOE DE KAART TE INTERPRETEREN In de hemelhelderheidskaart is aangegeven hoe helder de hemel is recht boven je hoofd, het zenit. Eigenlijk zou je graag een kaart willen hebben waarop aangegeven staat hoeveel licht van de hele hemel komt. Dit is echter zeer moeilijk te doen. Er zijn altijd wel bomen die een deel van de hemel blokkeren of lampen die aan de horizon staan die meegenomen worden in de meting. Daarom is er voor gekozen om niet de hele hemel te meten maar alleen het stuk recht boven je hoofd, het zenit. Dit is een goede maat voor de mate van de duisternis op die locatie. De kaart is dus een benadering, een maat voor de totale hoeveelheid licht die van de hemel komt. Hoe helderder de hemel is, dus hoe hoger het getal, hoe meer licht er van de hemel komt. In een gebied waar in de directe omgeving geen lampen staan bepaalt de hemelhelderheid de mate van duisternis: de hemel bepaalt of je een hand voor ogen kan zien, of je iemand kan zien aankomen, of zelfs kan zien welke kleur kleding hij of zij aan heeft. Ook bepaalt de hemelhelderheid hoeveel sterren je nog kan zien. Zo zal alleen in het donkerste gebied (blauw op de kaart van Utrecht) de Melkweg te zien zijn, met meer dan 500 sterren. In de lichtste gebieden zal dit tot een tiental verminderd zijn. De kaart geeft de helderheid weer van de hemel recht boven je hoofd. Wat de helderheid lager aan de hemel is, wordt niet in de kaart uitgedrukt. De kaart kan daar echter wel een goede indruk van geven.
Lichtonderzoek Utrecht
Pagina 15
Figuur 4 De hemel in alle richtingen in een locatie
Als je een willekeurig punt op de kaart prikt en een cirkel van 20 kilometer om dat punt trekt, dan geeft dat een beeld van hoe de hemel in alle richtingen eruit ziet. Hoe verder weg een bron ligt, hoe lager aan de hemel de hemel oplicht. In het bruine punt in figuur 4, zal de hemel recht naar boven enigszins grijs zien, terwijl laag aan de hemel naar het zuidwesten, richting Utrecht, de hemel sterk zal oplichten en in wat mindere mate richting Amersfoort. De grootheid van de kaart is luminantie, helderheid. Luminantie is niet een erg bekende grootheid. Bekender is de grootheid verlichtingssterkte. Stel dat de hele hemel dezelfde helderheid zou hebben en er verder geen lichtbronnen aanwezig zouden zijn, dan is de verlichtingssterkte makkelijk te bepalen, die is 3,14 ( π) maal de helderheid, uitgedrukt in lux. De hemel is echter, hoe verder je naar de horizon gaat, altijd helderder en er is dus niet een makkelijke manier om de luminantie kaart in een verlichtingssterkte kaart om te zetten. In het algemeen kun je zeggen dat in het donkerste gedeelte waar de hemelhelderheid onder de 1,0 mcd/m² blijft, de verlichtingssterkte onder de 0,01 lux zal liggen en de waarnemer zal de nacht als (erg) donker ervaren. Boven de 1 mcd/m² zal de waarnemer opmerken dat de hemel verlicht begint te worden en boven een waarde van 3 mcd/m² (omstreeks 0,03 lux) zal dit zo sterk zijn, dat sterren met moeite te vinden zijn. In eigenlijk de hele provincie Utrecht ligt de hemelhelderheid boven de 1 mcd/m² en is de hemel dus niet meer zwart maar vertoont een grijzig karakter. Omstreeks de 10 mcd/m² met een luxwaarde van omstreeks 0,1 lux geeft de hemel zoveel licht dat de waarnemer ook kleur kan zien in zijn omgeving en iets kan opschrijven. WELK LICHT VERVUILT? Licht dat de hemel ingestraald wordt heeft twee componenten: direct en indirect. Direct licht is licht dat direct van een lamp omhoog gestraald wordt. Bij aanstralen van kerken wordt het meeste licht omhoog gestraald, bij openbare verlichting is dat tussen de 5 en 30 % en bij reclameverlichting meestal 50%. Het indirecte licht wordt Lichtonderzoek Utrecht
Pagina 16
eerst op een object, een weg of een ander object, gestraald en wordt gedeeltelijk ( omstreeks 10%) omhoog weerkaatst en straalt zo ook de hemel in. Voor de openbare verlichting wordt aangenomen dat beide componenten, direct en indirect ( 10% van het eerst naar beneden gestraalde licht) , ongeveer een even groot deel uitmaken. Voor de aanstraling van een kerk is dat veel meer direct licht en bij kasverlichting juist 100% indirect licht. Het directe licht is te beïnvloeden, het indirecte veel minder. Het directe licht wordt uit een openbare verlichting armatuur over het algemeen omhoog gestraald met een kleine hoek ten opzichte van de horizontaal. Dit licht wordt in straten meestal tegengehouden door een huis en bereikt nooit de hemel. Echter in een wijde omgeving zoals de snelwegen rondom Utrecht zal het licht waarschijnlijk vrij de hemel ingestraald worden. Dit horizontaal uitgestraalde licht legt een lange weg in de relatief dichte atmosfeer af en heeft een grote kans een deeltje tegen te komen en weer eventueel naar beneden afgebogen te worden en dit doet de hemel oplichten. Dit horizontaal uitgestraalde licht heeft een tien keer zo grote kans als een vertikaal uitgezonden lichtstraal om weer naar beneden verstrooid te worden. Om lichtvervuiling tegen te gaan is het dus van belang het directe horizontale licht te vermijden. Dit horizontale licht kan zich verspreiden alleen als er geen hogere huizen of gebouwen omheen staan. Dit is het geval in de bredere ruim opgezette snelwegen rondom Utrecht en Amersfoort, maar ook uit de kantoren in het centrum van Utrecht en de bredere doorgaande wegen in de steden. Dit verschijnsel is te zien aan de hand van de volgende foto gemaakt vanaf de Dom.
Figuur 5 Utrecht vanaf de Dom
Om de licht vervuiling aan te pakken wordt aanbevolen: Hoe minder verlichting er is, hoe minder licht ook omhoog gestraald wordt en dus hoe minder lichtvervuiling er is. Verminderen van het aantal lichtmasten, dimmen en doven van verlichting zal dus ook een effect hebben op de lichtvervuiling. De openbare verlichting op bredere straten en vooral buiten en aan de rand van de stad vervuilen door het open karakter van het terrein meer dan op andere locaties. Als armaturen aldaar vervangen moeten worden,
Lichtonderzoek Utrecht
Pagina 17
kies voor armaturen die zo min mogelijk licht boven de horizontaal uitzenden, zogenaamde vlak glas armaturen, of met een zo laag mogelijk G klasse label. Beperken van de kantoorverlichting in het centrum van de steden tussen 6 en 24 uur zal ook een groot effect hebben op het oplichten van de hemel. VERGELIJKING DUISTERNIS PROVINCIE UTRECHT MET ANDERE PROVINCIES De resultaten zijn goed te vergelijken met eerder onderzoek in de provincies Overijssel, Gelderland, Zeeland, Zuid-Holland en op het eiland Texel. Hieronder is het deel van Nederland dat nu gemeten aangegeven. De kleuren en indeling is anders om de verschillende delen in Nederland beter tot hun recht te laten komen. Er is alleen in de genoemde provincies gemeten. De computer neemt een stuk over de grens mee zoals in NoordHolland, in de grote steden van Zuid-Holland en Zeeland goed te zien is.
Figuur 6 Hemelhelderheid Nederland; alle waarden in mcd/m^2
De provincie Utrecht is alleen enigszins met Zuid-Holland te vergelijken wat betreft de duisternis. De gemiddelde waarde in de provincie Utrecht is 2,3 mcd/m². Het gemeten deel van Zuid-Holland heeft een gemiddelde hemelhelderheid ook boven de 2 mcd/m²; de lichtste delen van Zuid-Holland zijn echter niet gemeten zoals het Westland en de grote steden. Dus we kunnen niet Utrecht en Zuid-Holland goed met elkaar vergelijken. De verschillen in het wel gemeten deel van Zuid-Holland zijn groter dan in de provincie Utrecht. Goeree-Overflakkee heeft duidelijk lagere waarden dan ergens in Utrecht gevonden worden. De gemiddelde waarde van Overijssel ligt op 0,89 mcd/m², van het tot nu toe gemeten deel van Gelderland is dat 0,93 mcd/m² en Zeeland 0,90 mcd/m². Deze provincies zijn dus duidelijk donkerder. De donkerste delen van Utrecht zijn goed te vergelijken met de lichtere gebieden in deze laatste twee provincies zoals het gebied bij Nijmegen en het gebied op Zeeuws Vlaanderen van Sas van Gent over Terneuzen naar Middelburg en ook met het gebied ten zuiden van Rotterdam. Lichtonderzoek Utrecht
Pagina 18
ALL SKY OPNAMEN Op 48 locaties werd tevens een zogenaamde all sky opname gemaakt waarvan de opname op de voorkant een voorbeeld is. Dezelfde foto staat hieronder nog eens waarbij ook de hemelrichtingen aangegeven staan.
De gehele hemel, met de horizon rondom, is daarop te zien. Hieronder staat dezelfde opname nog eens, maar dan met de horizon onder. ZUID
WEST
NOORD
OOST
ZUID
Figuur 7 All sky foto; Hei en Boeicop, uitgerekt. De foto is gemaakt op de Achterkade nabij de A27
De foto is gemaakt bij Hei en Boeicop, op de Achterkade nabij de A27 in de nacht van 27 op 28 september om tien voor één in de ochtend. Op de foto is in het noordwesten de rij lampen op de A27 te zien, waarboven uit in de hemel het schijnsel van Vianen te zien is, terwijl naar het zuiden toe de hemel relatief donker is.
Lichtonderzoek Utrecht
Pagina 19
Alle 48 foto’s zijn op dezelfde manier gemaakt met precies dezelfde opname parameters om ze goed te kunnen 3 vergelijken en het noorden is steeds onderin de ronde foto . Op de volgende kaart (figuur 8) is de locatie van alle genomen foto’s aangegeven, samen met het corresponderende nummer. Zie voor de volledige lijst bijlage 2. Op de Utrechtse heuvelrug was het moeilijker opnames van de hemel te maken aangezien er geen voldoende open ruimte te vinden was.
Figuur 8 Kaart van de locaties van alle all sky foto's
Er wordt gewerkt om de foto’s ook op een andere manier te kunnen presenteren. De bedoeling is om de foto te kunnen kalibreren, waarbij de hemel al naar gelang de helderheid een andere kleur krijgt. Dit was ten tijde van opdrachtverstrekking nog niet mogelijk, maar lijkt nu een reële optie. De foto’s zijn al zo gemaakt dat dit in de toekomst uit te voeren is. Hieronder tweemaal dezelfde foto waarbij de procedure uitgevoerd is.
3
Nikon 8400 met FC-E9 fishey lens, 400 ASA, F 3.1 en 1 minuut belicht. Noorden altijd onder. De foto’s zijn in Raw formaat opgenomen tezamen met dark opnamen met dezelfde opname parameters. Er is geen enkele bewerking op de foto uitgevoerd. Er zijn alleen aan de exif van de foto’s de geografische coördinaten toegevoegd.
Lichtonderzoek Utrecht
Pagina 20
Figuur 9 Linkerfoto is zo bewerkt dat elke kleur een 2 maal zo hoge helderheid heeft
De linkerfoto is zoals de hele hemel er uitziet en rechts is de helderheid omgezet in kleuren waarbij elke kleur een twee maal zo hoge helderheid vertegenwoordigt. Op deze manier kan niet alleen de helderheid in het zenit bepaald worden maar de helderheid in alle richtingen aan de hemel.
Lichtonderzoek Utrecht
Pagina 21
INVENTARISATIE HINDERLIJKE VERLICHTING Het onderzoek naar de inventarisatie van hinderlijke lichtbronnen binnen gemeenten is op twee verschillende manieren uitgevoerd. Door de provincie Utrecht is aan de Natuur- en Milieufederatie Utrecht gevraagd om zelf burgers te mobiliseren om hinderlijke lichtbronnen te melden. Als tweede methode is aan Sotto le Stelle gevraagd om deze inventarisatie uit te voeren in twee andere gemeenten. Op deze manier kan de provincie de voor-en nadelen van beide methodes tegen elkaar afwegen en de beste methodieken en middelen selecteren voor verder werk op dit gebied. In totaal liggen er nu in zes gemeenten de resultaten: Baarn, Bunschoten uitgevoerd door Sotto le Stelle en Amersfoort, Eemnes, Woudenberg en Soest via de Natuur- en Milieufederatie Utrecht. Aangezien Sotto le Stelle ook gevraagd is om inhoudelijke steun te verlenen aan het onderzoek van de Natuuren Milieufederatie Utrecht is over beide onderdelen hieronder een stuk opgenomen. Tevens zijn enige gedachten gewijd aan de voor- en nadelen van beide methodes. ONDERZOEK DIGITALE KAART Het onderzoek dat de Natuur- en Milieufederatie Utrecht uitvoert is gecentreerd rond een digitale kaart die deze organisatie heeft laten ontwikkelen. Deze kaart kan voor vele doeleinden gebruikt worden en is bedoeld om burgers direct bij hun leefomgeving te betrekken en het werk van de Natuur- en Milieufederatie Utrecht meer te verankeren in de samenleving. Om de digitale kaart voor de verschillende deelnemende gemeenten geschikt te maken voor onderzoek aan lichthinder locaties, heeft Sotto le Stelle een aantal werkzaamheden uitgevoerd die hieronder beschreven zullen worden. De betrokkenheid van Sotto le Stelle hield op na de introductie van de kaart. Werkzaamheden voor de inventarisatie van de Natuur- en Milieufederatie Utrecht bestonden uit een drietal activiteiten • • •
het bijwonen van een aantal vergaderingen schrijven en maken van materiaal voor de digitale kaart maken en presenteren van een handleiding voor mensen die een deel van het grondgebied gaan inventariseren.
VERGADERINGEN Om de organisatie van de verschillende werkzaamheden en de planning van de digitale kaart te stroomlijnen zijn een aantal vergaderingen gepland, waarbij medewerkers van de provincie, van Natuur- en Milieufederatie Utrecht en van Sotto le Stelle aanwezig waren. Aan de orde kwam: welke gemeenten komen in aanmerking, wat is de planning van de werkzaamheden, hoe de kaart te introduceren bij de burgers, hoe te zorgen dat het gehele grondgebied geïnventariseerd wordt, welke indeling in categorieën van de bronnen, etc. Later werden de vragen concreter: kunnen mensen meerdere bronnen melden, kan een bron meerdere keren gemeld worden, moet je wel of niet registreren etc. Tijdens het overleg is een plan opgesteld waarvan elke partij een deel van de werkzaamheden zou uitvoeren. Er kwam een soort tweetrapsraket waarbij de locale groepen van de Natuur- en Milieufederatie Utrecht een eerste inventarisatie uitvoeren in een specifiek deel van de gemeente. Daarna zouden alle burgers van de gemeenten opgeroepen worden om de eerste inventarisatie aan te vullen en te complementeren. De tijdsplanning van de hele inventarisatie was gepland tot aan de Nacht van Nacht op 25 oktober 2008. Dan zou
Lichtonderzoek Utrecht
Pagina 22
de inventarisatie voltooid moeten zijn, waarna de gemeenten een plan zouden kunnen maken op grond van de resultaten. SCHRIJVEN EN MAKEN VAN MATERIAAL VOOR DE DIGITALE KAART Om de kaart voor de deelnemende burgers handen en voeten te geven is een handleiding geschreven zowel over wat lichthinder is als hoe de inventarisatie ervan uit te voeren. Om te zorgen dat het gehele grondgebied van elke gemeente bestreken zou worden in de inventarisatie is elke gemeente in een aantal stukken verdeeld. Hiervan zijn kaarten gemaakt die samen met de invullijst en handleiding aan alle deelnemers verstrekt is. Een voorbeeld van de handleiding is te vinden op de DVD als bijlage bij dit onderzoek. PRESENTATIES Tenslotte is een presentatie gegeven in een tweetal gemeenten (gemeentehuis van Eemnes en Amersfoort) over lichthinder, hoe de inventarisatie uit te voeren en de kaart in te vullen. De presentatie is ook opgenomen op de DVD. RESULTATEN DIGITALE KAART Op moment van schrijven van dit rapport half januari 2009 zijn er van vier gemeenten op de digitale kaart lichthinder locaties aangemeld. Voor de gemeente Soest zijn dit 35 locaties. Voor Eemnes en Woudenberg ongeveer elk 14 locaties; Amersfoort schatten we op 150 locaties. De meeste zijn openbare verlichting, redelijk veel terreinverlichting en verlichting uit gebouwen, in Amersfoort erg veel reclame verlichting en tenslotte wat minder particuliere verlichting, sport- en gebouwenverlichting. De categorie ‘overige verlichting’ is niet echt nodig geweest, blijkbaar was de indeling al voldoende. Ook kan geconcludeerd worden dat de categorieën ‘verlicht monument’ en ‘verlicht gebouw ‘ samengevoegd kunnen worden. Het principe om lichthinder aan te pakken via een digitale kaart en burgers op te roepen locaties aan te wijzen lijkt te werken. Een nadere analyse van aantal mensen, soorten bijdrages etc. moet nog gebeuren maar van een afstand te zien, functioneert het principe. Het idee dat eerst een selecte groep mensen het gehele grondgebied zou inventariseren, lijkt niet goed te werken. Er waren in geen van de gemeenten voldoende mensen daarvoor aanwezig, waarbij de bijeenkomst in Woudenberg bij gebrek aan belangstelling helemaal niet doorging. Hoe dit misschien beter aan te pakken is, wordt besproken bij de conclusies. ONDERZOEK LICHTHINDER LOCATIES BAARN EN BUNSCHOTEN Door Sotto le Stelle is op verzoek van de provincie ook een inventarisatie uitgevoerd van lichthinder locaties in twee andere gemeenten, Baarn en Bunschoten. Als voorbereiding via Google Earth is een soort virtuele verkenning uitgevoerd. De twee gemeenten Baarn en Bunschoten verschillen sterk. Baarn is een relatief kleine gemeente (33 vierkante kilometer) met een grote centrale kern en daaromheen bosgebied. Zichtbaarheid van lichtbronnen is dus in het hele grondgebied beperkt. Het vrije zicht ‘s nachts is beperkt meestal tot het dichtstbijzijnde bos of huis. Bunschoten is een gemeente die ook relatief klein is (35 vierkante kilometer), met een kern en daaromheen open land. Hieronder een Google Earth beeld met de twee gemeenten.
Lichtonderzoek Utrecht
Pagina 23
Figuur 10 Gemeente Baarn
Figuur 11 Gemeente Bunschoten
Aangezien de twee gemeenten verschillen in openheid, cruciaal om (’s nachts) ver te kunnen zien, is voor een verschillende aanpak gekozen. Baarn is met een soort brute force techniek benaderd waarbij het oppervlak systematisch onderzocht is, zowel het buitengebied als de bebouwde kom. Bunschoten is van de buitenkant benaderd, vanaf de grenzen van de gemeente waarbij steeds naar de kern gekeken werd en zo alle mogelijk hinderlijke bronnen systematisch opgemerkt konden worden. Tenslotte is ook de bebouwde kom van Bunschoten net als in Baarn systematisch wijk per wijk geïnventariseerd. Voor beide gemeenten geldt dat voor de echte inventarisatie op een atlas de eventuele locaties uitgekozen zijn die mogelijk hinderlijk licht zouden kunnen produceren, zoals: sportvelden, industrieterreinen, horeca locaties. Deze locaties zijn in ieder geval onderzocht. De bebouwde kommen van Baarn en Bunschoten zelf zijn geïnventariseerd door het gebied in een aantal kleine onderdelen op te splitsen, zoals centrum, oost en west. In elk gebied is systematisch aan de hand van een kaart geïnventariseerd door in ieder geval de hoofdwegen in een auto af te rijden. De ervaring leert dat hier de meest grote lichtbronnen aanwezig zijn. Daarnaast is er van elke deelgebied een aantal kleinere wegen ook meegenomen. Of een lichtbron wel of niet in de lijst opgenomen werd, hangt af van de sterkte van de lichtbron(nen). In lichttermen gesproken kunnen verschillende eigenschappen van een lichtbron hinderlijk zijn door een bepaalde waarde te overschrijden: luminantie, verlichtingssterkte en lichtsterkte. Maar ook kan de kleur, beweging, knipperen etc. hinderlijk zijn. Tenslotte kan ook het tijdstip van verlichting een rol spelen. Een lamp om 6 uur ‘s avonds beoordelen de meeste mensen anders dan om 4 in uur in de ochtend. Tenslotte speelt ook de relatie tot het nut van de verlichting een rol: een lamp van de openbare verlichting is minder snel hinderlijk als een zelfde sterk verlicht reclamebord. Aangezien er dus vele verschillende zaken meespelen of een licht hinderlijk gevonden wordt is net als bij de inventarisatie door burgers gekozen om geen objectieve keuze hierin te maken door metingen uit te voeren. Er is gekozen om op het gevoel, op het zicht, een lichtinstallatie te beoordelen of deze mogelijk hinderlijk is of niet. Alle bovengenoemde aspecten speelden daarin een rol, inclusief het doel van de verlichting,het tijdstip etc. Een hinderlijke verlichting kan gaan om een enkele sterke lamp of uit een lichtinstallatie van meerdere bij elkaar horende zwakkere lampen, die samen toch als sterk, als hinderlijk beschouwd werden. Rijdend door het gebied werden visueel de locaties met de sterke verlichting gelokaliseerd.
Lichtonderzoek Utrecht
Pagina 24
RESULTATEN LICHTHINDER LOCATIES BAARN EN BUNSCHOTEN Hieronder staat de lijst van de lichthinder installaties per gemeente. In de lijst is de naam van de locatie, de coördinaten, eventuele bijzonderheden en of er een foto van genomen is, opgenomen. Op een kaart is aangegeven waar in de gemeente de bron gelokaliseerd is. In totaal zijn er Baarn 27 en in Bunschoten 19 locaties uitgekozen. Er is een grote verscheidenheid aan locaties: van particulier aangestraalde gebouwen, sportparken tot aan verlichte gaanderijen van flats. De lijsten staan ook op de DVD.
Bunschoten Nm Naam locatie sportpark De 1 Vinken
2 Gulf store Dorpsstraat 3 Bunschoten Nieuwe 4 bouwlocatie
5 Flamco 6 Kleine Zeetje
7 Polynorm
Y_ X_ coordinaat coordinaat
153395,50
gebied
471744,50 Bunschoten
foto
hinderlijke sportveld verlichting; vanaf Baarn te zien
nee
153455,59
471464,32 industriegebied
154385,12
473041,48 Bunschoten
154146,13
471393,05 industriegebied
twee hele hoge en horizontaal sterke wegstralende lampen klassieke lantaarns die vlak voor huizen staan sterke hoge lamp op terrein
471280,06 industriegebied 472903,18 Spakenburg
leeg groot parkeerterrein, sterk verlicht, ook aan achterkant hele terrein om de 20 meter sterke lamp; niet verblindend, wel veel licht ja lang fietspad verlicht nee
470998,24 industriegebied
lange rij SOX lampen van ver te zien over land richting Zevenhuizen ja
153889,09 154363,25
153863,82
8 Bakkersland boerderij 9 Zevenhuizen
153744,33
471043,89 industriegebied
155158,45
469851,88 Zevenhuizen
10 boerderij 11 Hubun Steven 12 Koelewijn 13 Mayonne Parkeerplaats 14 haven 15 boerderij 16 boerderij 17 Vebo 18 Particulier Openbare 19 verlichting
155344,48 155461,02
471972,88 Zevenhuizen 473445,22 Zevenhuizen
154845,25 154714,75
473432,53 Spakenburg 473575,62 Spakenburg
154063,49 151269,51 149923,51 153247,86 154457,89
474640,82 474367,33 472405,31 471149,74 473334,87
154667,73
472978,70 Spakenburg
Lichtonderzoek Utrecht
Bijzonderheden
Spakenburg Eemdijk Eemdijk industriegebied Spakenburg
nee ja nee
lange rij SOX lampen van ver te zien over land richting Amersfoort groot aantal ramen sterk verlicht een sterke vervelende lamp op weg rij sterke lampen etalages sterk verlicht terrein sterk verlicht lege parkeerplaats bij haven met 2310 verlicht sterke lampen sterke lampen aangestraald gebouw extreem veel verlicht huis Industria 2310 vlakbij huizen
nee nee nee nee nee nee ja nee ja nee ja ja
Pagina 25
Baarn Nm Naam locatie
X_ Y_ coordinaat coordinaat gebied
1
143706,50 465905,34 Lage-Vuursche
De Kastanjehof T. Tesselaar landhuis
143707,50 465905,34 Lage-Vuursche
Kloosterlaan Kasteel de lage Vuursche
143705,50 465905,34 Lage-Vuursche Hilversumse 145357,41 468392,33 straatweg
144042,14 464713,97 Lage-Vuursche
8
Venwoude sportvelden Torenlaan kruising bij paleis Soestdijk Meeuwsen Ten Hoopen
9 10 12
2 3 4
5 6 7
148394,21 467749,24 Baarn zuid
Bijzonderheden foto lamp op parkeerplaats hoog en op weg gericht nee rij lampen lang oprijlaan recht omhoog in grond nee weg door bos verlicht sterke verlichting op parkeerplaats oprijlaan en parkeerplaats midden in bos verlicht (hele nacht??)
nee nee
nee
147734,72 467423,06 Baarn zuid
van erg ver te zien hoge druk natrium maar toch verblindend
nee
147698,63 468648,44 Baarn west
aangestraald gebouw
ja
Axioma
147697,63 468648,44 Baarn west
aangestraald gebouw
ja
Kerk
148546,56 469297,70 Baarn centrum
vooral witte zuidgevel
ja
verlicht pand
148983,31 469511,44 Baarn oost
nee achterkant erg sterk verlicht; van verre te zien en ook in park erg veel licht ook bomen en aanstraling vreemd blauw licht; van verre te zien
13
Portaal
14
Groot Kievitsdal
15
148690,48 469743,67 Baarn noord
16
De Speeldoos flats binnenverlichting
147813,20 470373,06 Baarn noord
ja
17
flats Varanda
147018,88 470400,54 Baarn noord
18 19
Nijhoff Hema reclame bord
ja ja,ook van vanuit polder bij Eemnes
20
sportvelden
21
tuin centrum Overvecht
144370,75 471116,72 Baarn west
22
Vredehof
145435,97 470906,03 Baarn west
23
van Heemstralaan 146993,76 470080,59 Baarn centrum
24 25
Brandweer aangestraald gebouw
149019,62 469525,19 Baarn centrum
nee
26
Baarnschedijk 4
149282,14 469890,15 industriegebied felle verlichting op
nee
Lichtonderzoek Utrecht
148497,23 468984,67 Baarn centrum Hilversumse 143370,19 468690,78 straatweg
nee
verlicht ook hemel door 146083,90 470525,64 industriegebied overstraling 148550,03 469320,17 Baarn centrum
ja ja
ja ja,ook van vanuit polder bij Eemnes
148602,84 470044,64 Baarn noord
147865,81 469703,74 Baarn centrum
ja
sterke horizontaal uitstralende lampen op terrein aantal sterke lampen midden in land; van zuiden goed te zien kegels op doorgaande weg vier sterke TL balken schuin omhoog
nee
nee ja nee
Pagina 26
parkeerplaats
27
Ziekenhuis Meander
28
De Eem
Lichtonderzoek Utrecht
felle verlichting op oprijlaan en in bos, meer verblindend, 147415,39 469672,48 Baarn centrum dan iets verlichtend grote wand verlicht door overigens goed goede armaturen; ook niet te veel licht aan de voorkant; aan de achterkant een erg slecht gerichte lamp over donker 149822,47 470577,15 industriegebied land, richting Amersfoort
ja
ja
Pagina 27
Bunschoten
Baarn
Lichtonderzoek Utrecht
Pagina 28
CONCLUSIES ONDERZOEK LICHTHINDER LOCATIES
Een inventarisatie van verlichting die hinderlijk is, is binnen de bebouwde kom nog niet uitgevoerd in Nederland en voor zover bekend nog nauwelijks in andere landen. Er zijn op twee manieren inventarisaties uitgevoerd, door het grote publiek en door een bureau. In het algemeen kan gezegd worden dat de inventarisatie door een groot publiek een rijkere lijst kan en hopelijk zal opleveren met een grotere diversiteit. Zowel soort, als tijdstip, zal groter worden: bijvoorbeeld ook objecten in tuinen, die zeer hinderlijk kunnen zijn voor iemand maar niemand verder kan zien. Het voordeel van de opdrachtgever is een groter betrokkenheid en waarschijnlijk , grotere spreiding in soorten objecten. Door een lijst door een bureau en of persoon te laten opstellen zal een kleinere spreiding, met een grotere consistentie opleveren, maar heeft het grote gevaar dat de hinder beleving van die ene persoon niet gemiddeld is. Het voordeel van de opdrachtgever is een grotere voorspelbaarheid, het hele gebied zal beoordeeld worden op min of meer consistente wijze. In het algemeen beschouwen we in Nederland iets hinderlijk als op een 5 puntsschaal 10% van de mensen iets als ‘hinderlijk’ of ‘erg hinderlijk’ beoordelen. Dus om iets te weten te komen moeten we alle mensen, alle objecten laten inventariseren. Dat is in de praktijk nooit mogelijk en werken we altijd met een selecte groep mensen. INVENTARISEREN Een inventarisatie bestaat uit twee delen: selectie van objecten en beoordeling van objecten. Allereerst is de selectie van objecten van belang. Als een object niet bekeken wordt kan deze ook nooit op de lijst komen. Het is dus belangrijk dat alle mogelijk objecten in ieder geval bekeken worden. Op een systematische wijze het gebied inventariseren is hiervoor de voorwaarde. Als we eenmaal objecten in beeld gekregen hebben volgt de beoordeling. Bij de beoordeling zijn er twee mogelijke fouten: er zijn objecten die eigenlijk wel bij de lijst zouden horen (10% van de inwoners zou hem als hinderlijk beoordeeld hebben), maar er niet op staan en er zijn objecten ten onrechte op de lijst (er zijn maar een paar mensen die iets hinderlijk zouden vinden en toch staat hij op de lijst). Om beide fouten zo klein mogelijk te maken is het belangrijk om met een zo grote mogelijk groep mensen te werken. Concluderend: de manier van werken zoals uitgekozen in de methode van de Natuur- en Milieufederatie Utrecht was in principe uitstekend: een tweetrapsraket: trap één: een selecte groep mensen die systematisch te werk gaan en een tweede trap van zoveel mogelijk mensen om zoveel mogelijk meningen en diversiteit te krijgen. Echter de eerste trap zoals voorgesteld door de Stichting werkte niet; er was te weinig belangstelling. CONCLUSIE VOOR EEN NIEUWE PROCEDURE De resultaten van beide methodieken overdenkend en de ervaringen met beide methodes overziend lijkt een optimale methodiek, die de voordelen van beide methodes biedt, de volgende te zijn: Laat een eerste inventarisatie uitvoeren door een deskundige die systematisch te werk gaat en een eerste lijst produceert. Maak publiciteit rond die lijst, maak de lijst openbaar via bijvoorbeeld het middel van de digitale kaart en roep mensen op om deze lijst aan te vullen. De lijst en kaart gedurende enige maanden aan laten Lichtonderzoek Utrecht
Pagina 29
vullen door alle burgers die zich daarvoor wel moeten registreren. Verwerk de gegevens, tot een overzichtelijk heldere lijst, eventueel samen met een plan van aanpak, zodat de gemeente een beginsituatie heeft waarop eventueel beleid geformuleerd kan worden.
Lichtonderzoek Utrecht
Pagina 30
RESULTATEN, CONCLUSIES EN VERVOLG Er zijn twee los van elkaar staande onderzoeken uitgevoerd; uit beide zijn conclusies getrokken. De mate van ophelderen van de hemel, de lichtvervuiling is onderzocht en er is een kaart geproduceerd van de mate van duisternis in de provincie Utrecht. In een aantal gemeenten zijn de mogelijke hinderlijke verlichtingsbronnen geïnventariseerd. Wat leren we er uit, wat weten we wel en wat weten we niet en wat kan de provincie Utrecht ermee, zijn dan logische vragen die we proberen op een rijtje te zetten in dit laatste afsluitende hoofdstuk. VISUELE KWALITEIT VAN DE NACHT De nachten worden visueel in Nederland gedomineerd, afgezien van de maan, door de aanwezigheid van de lokale verlichting aan de horizon en door de grijsheid van de lucht. In de directe omgeving van een persoon zal vooral dit laatste van invloed zijn, kan je iemand zien aankomen, weet je of het een man of vrouw is, of het Marian is en of ze een blauwe jurk aan heeft, wordt allemaal buiten de bebouwde kom bepaald door de hoeveelheid licht die de hemel geeft. Daar geeft de donkertekaart zoals nu geproduceerd is voor de provincie antwoord op. In het gele gebied kun je uitstekend zien of er iemand aankomt en ook zelfs wel wie dat is. In het blauwe gebied alleen het eerste. Naast de mate van grijsheid van de lucht is een tweede aspect van belang: kan je lampen zien, hoeveel, hoe sterk, ver weg, ritme erin, kleur, etc. Dit is een belangrijk aspect dat de visuele nachtelijk kwaliteit sterk beïnvloedt. Door de verlichting aan de horizon kun je je oriënteren in de nacht, maar het kan ook een storende factor zijn: ik loop hier terwijl daar ik in de verte de snelweg zie en die zorgt dat mijn plezier om hier te lopen vergald wordt; hij is zo nadrukkelijk aanwezig. Een lamp kan een positief effect hebben doordat je verbondenheid met je omgeving erdoor versterkt wordt: boer Piet is nog op, zijn licht is nog aan. De nacht wordt voor de visueel ingestelde mens echter juist gekarakteriseerd door een gebrek aan dergelijke signalen en de veelheid ervan in Nederland doet voor veel mensen afbreuk aan juist dit unieke karakter. Bovenstaande geldt in het gebied buiten de bebouwde kom. In de bebouwde kom is van een duisternis ervaring in Nederland eigenlijk geen sprake meer. Het contrast tussen de nacht binnen en buiten de bebouwde kom is daarom voor veel mensen die de stad gewend zijn, ook zo beangstigend of juist een nieuwe, inspirerende, ervaring. Dat contrast tussen stad en land verdwijnt ‘s nachts nog meer dan overdag en de duisterniskaart laat dit zien. De visuele kwaliteit van de nacht buiten de bebouwde kom wordt dus bepaald door de hemel als een halve bol boven je en de lampen aan de horizon. Wat de bijdrage van elk aan de totale kwaliteit is, is niet te bepalen maar voorlopig lijkt in open land een 50-50 verdeling niet onlogisch, met de nadruk in de directe omgeving op het aspect hemel en in de verte op de lampen aan de horizon. Hieronder proberen we voor beide onderdelen, duisternis en lichtbronnen aan de horizon, te bepalen of we voldoende weten, welke soort toepassing van verlichting we dan aan zouden moeten pakken en waar? Verbetering van deze beide door reduceren van de verlichting kan uitstekend gebeuren zonder de veiligheid te verminderen. De kwaliteit van verlichting kan op vele manieren gebeuren, waarbij het doel waarvoor het licht geplaatst is nog gehandhaafd of zelfs verbeterd kan worden, zonder dat het licht naar de wijde omgeving gestraald wordt of omhoog gestraald wordt. Al het licht dat van verre te zien is of omhoog gestraald wordt heeft geen nut en kost wel geld. Reduceren van dit licht kan dus voor iedereen, voor de bezitter van de verlichting, voor de omgeving en de natuur een verbetering opleveren. Geschat wordt dat Nederland twee keer
Lichtonderzoek Utrecht
Pagina 31
zo donker kan worden (halvering van de waarden in de donkertekaart), als de verlichting in Nederland zou voldoen aan de eis dat er niet meer licht gemaakt wordt als en wanneer nodig. DE DONKERTEKAART ALS HULPMIDDEL VOOR BELEID De donkertekaart geeft aan hoeveel de hemel oplicht. Welk licht moet je nu uitdoen om de duisternis te versterken en waar moet je dat doen? Helaas kun je niet zien welk licht van de hemel waar vandaan komt. Licht, dat van een bron de hemel in gaat, kan in een grote cirkel weer naar beneden komen en die cirkel is bijna even groot als de provincie Utrecht. Dus een lamp uitdoen heeft (hoewel een minimale) invloed op het hele grondgebied van Utrecht, maar wel afnemend met grotere afstand. Dus bijvoorbeeld de kantoren in Utrecht centrum doven na een bepaald uur heeft vooral invloed in de stad Utrecht en een kleinere invloed daarbuiten. Aangezien we niet een inventarisatie uitgevoerd is van de verlichting in Utrecht grijpen we terug op algemene gegevens van licht in Nederland. Hieronder staat een tabel over genomen uit het onderzoek door Sotto le Stelle uit 2001 en aangevuld met een kolom over ‘licht van binnen’ ( de afgelopen jaren bleek die factor belangrijker dan 8 jaar geleden gedacht).
Totale productie per Nederlander in lumen Omhoog gestraalde licht per Nederlander in lumen Tijdsduur in uur Omhoog gestraald licht in lumenuur Percentage Percentage zonder assimilatie verlichting
Openbare Assimilatie verlichting verlichting
Sportverlichting
Licht van binnen
Totaal
1500
Aanstraling, Reclame en Terrein verlichting 140
1002
4685
6000
7327
118
287
225
70
300
881
4000 472000
2400 667200
400 90000
4000 280000
400
28,6 49,0
41,7
5,5 9,4
17,0 29,1
7,2 12,5
1509200 100 100
Als we naar de situatie in de provincie Utrecht kijken, waar eigenlijk geen kassen aanwezig zijn, dan zien we in de laatste rij, dat bijna de helft van het licht in de atmosfeer van de openbare verlichting komt en van aangestraalde gebouwen en reclame bijna 30%, sport bijna 10% en binnenverlichting meer dan 12%. Al deze toepassingen van licht produceren dus de hoeveelheid licht in de provincie. Of de verdeling in elke gemeente gelijk is, weten we niet. Ook zal de verdeling wat veranderen gedurende de nacht met relatief veel openbare verlichting in de nacht en minder in de avonduren. Ook wordt vermoedt dat grotere steden meer licht uitstralen relatief dan kleinere wat dan waarschijnlijk vooral reclame, terrein en aanstraling is, maar veel meer is er niet over te zeggen nog. We nemen aan dat de provincie ongeveer ook bovenstaande verdeling heeft en hieronder geven we aan wat mogelijke maatregelen zijn om in elk van deze toepassingen de uitstraling van het licht te verminderen zonder dat de veiligheid in het geding is. Voorgestelde mogelijke maatregelen: 1. Openbare verlichting:
Lichtonderzoek Utrecht
Pagina 32
a. Van de armaturen op de snelwegen en grote doorgaande wegen in open land eisen dat er 4 armaturen met een bepaalde G-klasse toegepast worden. b. Waar het mogelijk is de verlichting vervangen door actieve markering. c. Dimmen en zelfs doven van verlichting na een bepaald uur op doorgaande wegen 2. Sportverlichting a. De oude, veel licht omhoog stralende, armaturen vervangen door zogenaamd asymmetrische armaturen die horizontaal geplaatst toch het hele veld kunnen bestrijken b. Bij aanleggen van nieuwe sportparken niet de verlichting opkrikken met veel meer lampen dan op de oude velden(dit is zeer gebruikelijk in Nederland, waardoor de winst door betere armaturen te gebruiken volledig teniet gedaan wordt door een overmaat aan licht met 10 tot zelfs 20 lampen op een trainingsveld). 3. Aanstraling, reclame verlichting a. Op terreinen waar niet gewerkt wordt dezelfde normen voor de verlichting hanteren als in de openbare verlichting; b. In de APV opnemen dat reclameverlichting, etalages en lichtbakken (ook die aan de masten van de OV gekoppeld zijn ) na een bepaald uur uit zijn. c. Dit ook regelen ten aanzien van het aanstralen van gebouwen , net zoals ook de monumenten van de stad zelf na een bepaald uur gedoofd worden. 4. Verlichting van binnen a. Aansluiten bij de door de Taskforce voorgestelde regelingen voor aanwezigheidsdetectie en daglichtafhankelijke lichtregeling. Dit beleid kan in het kader van energiereductie uitgevoerd worden en zal een groot effect hebben vooral op de door de stad Utrecht totaal uitgestraalde hoeveelheid licht. Bovenstaande maatregelen zijn niet heel plaatsgebonden. Maatregelen zullen in eerste instantie verbetering opleveren in de eerste paar kilometers maar heeft een (klein) effect in de hele provincie. De afgelopen 100 jaar is, zo schat men, een jaarlijkse toename van 5% opgetreden in de hoeveelheid licht in de atmosfeer. Als de provincie bovenstaande maatregelen implementeert en dit als onderdeel van haar beleid maakt dan is het mogelijk om deze trend te doorbreken of zelfs enigszins naar beneden bij te stellen. Om deze maatregelen nog beter te kunnen plannen is een kaart van de verlichting in Utrecht gewenst. Voorgesteld wordt om de openbare verlichting te inventariseren, samen met de grote lichtlocaties, zoals kassen en sportvelden. Dit is de manier om bovengenoemde maatregelen beter te kunnen managen, aangezien beter bekend welke toepassingen dan waar juist als eerste aangepakt moeten worden om het grootste effect te kunnen bewerkstelligen. Een bijkomend probleem is dat er veel gemeenten in de provincie zijn met relatief veel achterstallig onderhoud aan hun openbare verlichting. Voor zover nu gezien kan worden voldoen een aantal gemeenten niet aan de zogenaamde Nationale Praktijk Richtlijn voor de openbare verlichting ( NPR 13201). De verwachting is dat vele gemeenten de NPR de komende jaren zullen gaan invoeren waardoor er veel meer licht zal verschijnen in nu relatief donkere bebouwde kommen. Een inventarisatie van de huidige stand van zaken en samenwerking van de gemeenten met de provincie over hoe de openbare verlichting duurzaam en milieuvriendelijk te gaan inrichten kan deze problemen voorkomen.
4
In de G-klasse tabel wordt aangegeven hoeveel licht er boven de 90 graden met de vertikaal, 80 graden etc. uitgestraald mag worden. De tabel staat in de NPR-13201-1 uitgave van de NSVV, bij elke OV ambtenaar bekend)
Lichtonderzoek Utrecht
Pagina 33
VERLICHTING AAN DE HORIZON EN BELEID De helft van het onderzoek naar de visuele kwaliteit in de provincie is uitgevoerd in de vorm van de donkertekaart. De donkertekaart is een goed hulpmiddel maar geeft nog niet het volledige beeld. Naast de hemel is ook de hoeveelheid, sterkte en andere eigenschappen van lampen die je in je omgeving ziet van belang. De inventarisatie uitgevoerd in Bunschoten en Baarn geeft daar enige extra kennis voor maar is met een duidelijk ander doel en blik uitgevoerd en kan niet daarvoor ingezet worden. Ook de gemaakte all sky foto’s geven een beeld in een aantal locaties hoe zowel de horizon als de hemel eruit ziet, maar daar ontbreekt de identiteit van al deze lichten. Op de helft van het grondgebied van de provincie speelt dit probleem ook helemaal niet. Zowel in de bebouwde kom, als op de Utrechtse heuvelrug zorgt afscherming door gebouwen en bomen ervoor dat licht al na een kleine afstand afgeschermd wordt. Anders ligt dat in de overige gebieden in de provincie. In Eemland en het hele noorden en westen van de provincie, waar water en weidegronden het land domineren, is van verre het licht te zien en dit licht aan de horizon heeft een grote invloed op de kwaliteit van het nachtelijk landschap. Voorgesteld wordt om onderzoek naar het licht aan de horizon in dit open gebied uit te laten voeren. Eerder onderzoek in een vergelijkbaar gebied in Schouwen-Duiveland leverde een lijst van objecten op die van verre te zien zijn en waar maatregelen relatief veel effect op de visuele kwaliteit hebben, aangezien hier een heel directe relatie te leggen is tussen oorzaak en gevolg: deze lamp verbeteren levert in een groot gebied directe winst op. PARTICIPATIE BURGERS BIJ LICHTHINDER ONDERZOEK Een laatste punt is de inventarisatie van hinderlijke lichtbronnen. Dit is een onderwerp dat enigszins buiten de twee eerdere onderdelen staat. Hierbij kan het gaan om een lamp die verkeerd geplaatst is en recht een slaapkamer in straalt. Voorgesteld is een eerste lijst daarvan op te laten stellen door een bureau en daarna de burgers te vragen aan te vullen en te verbeteren. Deze zelfde handelwijze zou ook uitgevoerd kunnen worden bij het onderzoek aan licht aan de horizon. Voorgesteld wordt om burgers nadat een eerste inventarisatie uitgevoerd is, de resultaten te laten beoordelen, daar zaken aan toe te laten voegen en ook juist voor het belang van bepaalde verlichting op te komen. Licht en duisternis is een ingewikkeld onderwerp waar snel veel emoties bij komen kijken. Licht ligt zo dicht bij hert gevoel voor veiligheid aan en daaraan komen roept snel veel emoties op. Om beleid beter te kunnen implementeren is betrokkenheid van burgers daarom erg belangrijk. Ervaringen in Heerenveen laat zien hoe participatie van hele dorpen bij het locale lichtbeleid tot zeer verassende en nieuwe inzichten doet komen, waar iedereen van profiteert. GEBIEDSGEWIJZE ADVISERING Tenslotte geven we ook aan voor de verschillende gebieden in de provincie waar specifiek op ingezet zou kunnen worden. Een gebiedsspecifieke benadering is in eerste instantie de keuze van de politiek: voor welk deel van de provincie is het belangrijk dat de kwaliteit van de nacht verbeterd wordt. Hieronder is voor de verschillende gebieden van de provincie aangegeven welke keuzes daarbij mogelijk en wenselijk zijn. Daarbij wordt gerefereerd aan de algemene raadgevingen: 1. Stad Utrecht a. Aanpakken van de kantoorverlichting b. Terrein verlichting reduceren, reclame verlichting en aanstraling doven na een bepaald uur c. Armaturen op de snelwegen rondom de stad verbeteren en dimbaar maken 2. Overige steden in de provincie a. Reclame verlichting en aanstraling doven na een bepaald uur 3. Utrechtse heuvelrug Lichtonderzoek Utrecht
Pagina 34
a. Dimmen en doven na een bepaald uur van de snelwegen b. Vervangen van verlichting op de wegen in het buitengebied door actieve markering waar mogelijk c. Inventarisatie van de openbare verlichting en advisering betreffende invoering van de NPR 4. Overige landelijke weide en plassengebied a. Inventarisatie van de openbare verlichting en advisering betreffende invoering van de NPR b. Inventarisatie van de verlichting aan de horizon.
Lichtonderzoek Utrecht
Pagina 35
LITERATUUR Alterra: ‘Lichtbelasting, overzicht van de effecten op mens en dier, Alterra rapport 778’ Cinzano, P. e.a. The first world atlas of the night sky brightness Falchi F., Cinzano, P. CCD measurement of night sky brightness Schmidt W. Het meten van lichthinder. Zenit oktober 2005 Sotto le Stelle, Licht in Nederland, 2005 Sotto le Stelle, Lichtonderzoek Veluwe juni 2005 Sotto le Stelle, Lichtonderzoek Zeeland juni 2006 Sotto le Stelle, Lichtonderzoek Zuid-Holland augustus 2008
Lichtonderzoek Utrecht
Pagina 36
BIJLAGE 1 MEETMETHODE HEMELHELDERHEID
DONKERTEKAART EN HEMELHELDERHEIDSKAART De mate van donkerte wordt bepaald door de totale hoeveelheid licht en uit welk deel van de hemel dat komt. Dat is niet in een kaart uit te beelden, afgezien van het feit dat het niet goed te meten is. Het totale licht van de hemel is niet goed te meten aangezien er altijd wel bomen en of lichtbronnen aanwezig zijn. Daarom wordt er voor gekozen om niet de hele hemel te meten maar een klein stuk, recht boven je hoofd, het zenit, en de hoeveelheid licht van dat kleine stuk te meten. Dit is een goede maat voor het totaal aan licht van de hemel uit alle richtingen. Daarom spreken we voor de duidelijkheid niet over een donkertekaart maar over een hemelhelderheidskaart. HELDERHEDEN METEN Meten hoe helder de nachtelijke hemel is, is niet eenvoudig. De helderheden zijn erg laag waardoor erg gevoelige apparatuur gebruikt moet worden. Deze apparatuur is meestal alleen te gebruiken in gestandaardiseerde laboratorium condities. Bij het meten van hemel is dit nu juist niet mogelijk. Ook moet de procedure simpel zijn om binnen de gegeven tijd voldoende metingen te kunnen doen. Een luminantiemeter is het geijkte instrument om de helderheid van objecten te meten. De meest gevoelige luminantiemeter, die in het veld toepasbaar is, heeft een minimum waarde van 0,1 mcd/m². De natuurlijke hemelhelderheid ligt volgens de literatuur tussen 0,2 en 0,25 mcd/m² (hangt vooral af van de zonneactiviteit). Het is duidelijk dat zelfs deze meter aan de ondergrens zit van zijn meetbereik en de fout in zijn metingen daarom relatief groot zal zijn. Verder is de hoek waaronder hij meet erg groot, n.l. 3 graden. In het beeldveld zullen vele sterren meegenomen worden en kan er niet alleen de hemel gemeten worden. Er is daarom gezocht naar andere methodes.
Figuur 13 Digitale camera
Figuur 12 Luminantiemeter
Deze nieuwe methodes maken alle gebruik van lichtgevoelige chips die gebruikt worden in digitale fototoestellen en die na ijking gebruikt kunnen worden om kleine lichthoeveelheden te meten. De gevoeligheid van deze chips is tegenwoordig dermate hoog dat binnen een korte tijd veel signaal gemeten kan worden.
Meestal wordt daarbij gekoeld tot ongeveer 40 graden onder nul om zo min mogelijk ruis te verkrijgen. Ook dit is in het vrije veld ingewikkeld. Er is in De provincie Utrecht daarom gekozen om ongekoeld te werken. De fout is daardoor wel groter maar de apparatuur en procedure zijn veel eenvoudiger waardoor er op veel meer plaatsen binnen de beschikbare tijd gemeten kan worden. Deze methode is door Sotto le Stelle overgenomen van P. Cinzano en F. Falchi. De methode is grotendeels ontleend aan het werk van deze beroepsastronomen en de praktische uitwerking is met hen doorgenomen. (zie daarvoor de publicatie op internet beschikbaar ‘CCD measurements of night sky brightness’). Ook is het werk dat een andere sterrenkundige J. Hollan uit Tsjechië uitgevoerd heeft naar de effecten van extinctie op de hemelhelderheid meegenomen. Zijn methode om de extinctie in sterk verlichte landen zoals Nederland te verwerken is integraal overgenomen. Zie website: http://amper.ped.muni.cz/light. Deze methodiek zoals die in De provincie Utrecht toegepast is wordt ook gebruikt door de astronoom Hähnel in Osnabruck om het Ruhrgebied in kaart te brengen. Bovenstaande wil niet zeggen dat hiermee het laatste woord over het meten van de hemel gezegd is. Het aantal mensen dat hiermee bezig is, is gering en ook de ontwikkeling van de meetapparatuur gaat snel. Er is dus grote kans dat de methodiek nog wel aangepast gaat worden. De data zoals die nu verzameld zijn vormen echter het best denkbare dat op dit moment uitvoerbaar is. MEETCONDITIES De hemelhelderheid verschilt al naar gelang de bewolking. Hoe lager en dichter de bewolking hoe meer licht er vanaf de wolk gereflecteerd wordt en hoe hoger de hemelhelderheid is. Om niet elke nacht verschillende waarden te krijgen kan daarom alleen gemeten wordt op heldere nachten zonder bewolking. Andere voorwaarden zijn dat de zon meer dan 18 graden onder de horizon staat (astronomische duisternis) en de maan onder de horizon staat. METINGEN Er zijn op 9 verschillende nachten in totaal 164 metingen verricht.
Nacht
datum
Kwaliteit
IJking
R²
Nacht 1 26 op 27 8 februari 2008
5 graad °C, weinig wind, rustige nacht; extinctie matig betrouwbaar
y = -0,2364x + 14,054
R² = 0,42
Nacht 2 4 op 5 mei 2008
8
10 graden °C, geen wind; stabiel weer; extinctie matig betrouwbaar
y = -0,1453x + 13,899
R² = 0,32
Nacht 3 25 op 26 september 2008
23
Stabiel weer 10 graad °C, geen wind; extinctie erg betrouwbaar
y = -0,1619x + 13,929
R² = 0,88
Nacht 4 26 op 27
32
Begin nog enige vlagen; later
y = -0,2799x +
R² = 0,73
Lichtonderzoek Utrecht
Aantal metingen
Pagina 38
september 2008
helder; wel grondmist; extinctie redelijk betrouwbaar
14,148
5 graad °C, redelijk vochtig, grondmist en later kwam het ook hoger; extinctie erg betrouwbaar
y = -0,2784x + 13,923
R² = 0,90
Nacht 6 22 op 23 22 oktober 2008
Zeer helder, droog en geen mist; y = -0,2407x + extinctie redelijk betrouwbaar 14,029
R² = 0,67
Nacht 7 27 op 28 24 oktober 2008
Erg helder erg droge lucht, na 3:30 opkomende bewolking; extinctie matig betrouwbaar
y = -0,1353x + 13,991
R² = 0,58
Nacht 8 28 op 29 9 oktober 2008
Begin bewolkt, en eindigde ook met bewolking geen mist; extinctie matig betrouwbaar
y = -0,1538x + 14,085
R² = 0,54
Nacht 9 22 op 23 december 2008
4 graden °C, geen wind, enige grondmist; extinctie erg betrouwbaar
y = -0,2084x + 14,067
R² = 0,94
Nacht 5 27 op 28 september 2008
13
25
Op elk meetpunt is de volgende procedure gevolgd: •
Locatie is met behulp van een GPS vastgelegd;
•
Een foto van 30 seconde van het zenit gemaakt;
•
Een zogenaamd dark frame van 30 seconde gemaakt (hierbij wordt wel belicht, maar kan geen licht de chip bereiken door de dop op de lens te houden).
•
Meting met een experimenteel methode: de Sky Quality Meter
Ook al was het op deze nachten onbewolkt, toch verschilt de mate waarin het licht uitgedoofd wordt door de atmosfeer. Dat heet extinctie. Elke nacht is op één locatie een zogenaamde extinctiemeting uitgevoerd waarmee de extinctie van die nacht bepaald wordt. Extinctie treedt op als licht zich door de atmosfeer beweegt. Een deel van het licht wordt tegengehouden, geabsorbeerd of verstrooid. Als licht precies verticaal door de atmosfeer gaat dan passeert hij de dikte van de hele atmosfeer, dit wordt 1 airmass genoemd. Licht dat meer horizontaal door de atmosfeer beweegt zal een langere weg afleggen in de atmosfeer en dus ook meer uitdoven, meer geabsorbeerd of verstrooid worden. Door elke nacht de absorptie en verstrooiing aan sterren laag aan de horizon te meten kan de mate waarin ook het licht van de grond uitgedoofd wordt bepaald worden. Op deze manier kunnen de metingen van verschillende nachten met elkaar vergeleken worden. De weersomstandigheden waren in de herfst van 2008 zeer wisselend. September en oktober was het gunstig maar in november moest twee maal onverrichte zaken huiswaarts gekeerd worden. Pas eind december werd
Lichtonderzoek Utrecht
Pagina 39
het erg stabiel weer, met vele nachten om waar te nemen. Op de overige nachten was de hemel erg helder 5 gezien de lage extinctie waarden. Dat is het getal voor de ‘x’ in de formules van de extinctiemeting . VERWERKING Alle foto’s zijn omgezet tot een fit file (softwareprogramma Iris). Dit is het gebruikelijke formaat voor astronomische waarnemingen. Alle metingen werden gekalibreerd met de dark frame gemaakt op dezelfde locatie en met flatframes (software programma AIP). Hiermee worden de fouten zoals ruis, vignettering van het toestel zoveel mogelijk opgeheven. In het middelste deel van de foto werden 6 stukken van 15 bij 15 pixels uitgekozen waar geen sterren te zien waren en de ‘mean of the median half’ werd bepaald. Deze maat wordt beschouwd als de meest geschikte manier om de ‘pixelvalue’ van de hemel te verkrijgen. Er is in de foto’s namelijk een grote signal to noise ratio en met deze methode wordt alleen het middelste deel van de pixels meegenomen en daar weer het gemiddelde van bepaald. De gevonden pixelvalue werd via een Excel tabel omgezet in magnitudes en in milicandela per vierkante meter. Tevens werd van elke nacht de extinctie bepaald aan de hand van de foto’s genomen met de extinctiemeting. De extinctie op de nachten verschilde tussen 0,13 en 0,27 magnitude per airmass. Om de meetresultaten van de verschillende nachten te kunnen vergelijken en samen te kunnen presenteren, zijn de gemeten magnitudes van de hemel geschaald op een gemiddelde heldere nacht met een extinctie van 0,33 magnitude per airmass. Dit is de internationaal gehanteerde norm, ook bijvoorbeeld gebruikt bij de ‘Wereldatlas van de hemelhelderheid’. NAUWKEURIGHEID De waarden zoals die in Utrecht gemeten zijn, zijn nauwkeuriger dan de waarden verkregen via de satelliet. De nauwkeurigheid van de wereldatlas is 300%, de waarden liggen waarschijnlijk dus tussen 3 maal de waarde en 1/3 ervan. De metingen zoals die nu in Utrecht uitgevoerd zijn, zijn veel beter, maar ook binnen deze metingen is een zekere mate van onzekerheid. De twee belangrijkste redenen zijn het aandeel van de ruis in de opnamen en de verschillende atmosferische condities. De gebruikte fototoestellen (Canon D20) zijn uitgekozen vanwege hun erg lage ruisniveau, maar bij de belichtingstijden van 30 seconden toch aanzienlijk. Door de waarde van vele pixels te middelen wordt deze fout tot aanvaardbare proporties terug gebracht. De metingen worden op verschillende nachten uitgevoerd. Elke nacht heeft verschillende atmosferische condities waardoor het licht op verschillende manier verstrooid wordt. Er wordt een eerste correctie
5
De formule geeft het verband aan tussen de helderheid van sterren y in magnitude en de dikte van de afgelegde weg in de atmosfeer uitgedrukt in aantal airmasses x. In nacht 9 was de formule voor de ijking y = 0,2084x + 14,067; de extinctie is dan -0,2084 magnitude per airmass. De sterren worden dus 0,20 magnitude zwakker als je door de één atmosfeer dikte kijkt. De R² staat voor de mate van zekerheid: 1 is totaal zeker en 0 is totaal geen verband. De metingen in het voorjaar gedaan zijn dus minder betrouwbaar dan de metingen later in het jaar.
Lichtonderzoek Utrecht
Pagina 40
uitgevoerd door elke nacht een extinctiemeting uit te voeren, wat een maat is voor de mate van transparantie van de atmosfeer. Echter dit is een eerste benadering en de onzekerheid hierin is nog aanzienlijk. Het is moeilijk het aandeel van elk van deze onzekerheden te schatten om een totale analyse van de onzekerheid te maken. Bij de 160 metingen zitten ook vele metingen waarbij op zeer korte afstand van elkaar op verschillende nachten gemeten is. De metingen vertonen geen systematische afwijkingen wat wijst op een voldoende mate van betrouwbaarheid van de meetmethode. Er wordt geschat dat de totale meetonzekerheid minder is dan 10%. Dat betekent dat als de gemeten hemelhelderheid 2,5 mcd/m² is, dat de werkelijke waarde zeer waarschijnlijk ligt tussen 2,25 en 2,75 mcd/m².
Lichtonderzoek Utrecht
Pagina 41
BIJLAGE 2 ALL SKY OPNAMEN
Naam foto Eemnes oost.NEF A12.NEF Amerongen zuid.NEF Amersfoort noord.NEF Bovendijk.NEF Bunnik noord_Uithof.NEF Cabouw.NEF Doornse Gat.NEF De Glind.NEF Emminkhuizen.NEF Everdingen.NEF Flevomeer.NEF Gooijerdijk.NEF Haarzuilens.NEF Hei en Boeicop.NEF Hollandsche IJssel.NEF Kamerik.NEF Kockengen.NEF Langebroek.NEF Lek bij Schoonhoven.NEF Lekdijk noord bij Everdingen.NEF Lekdijk ten oosten van Wijk bij Duurstede.NEF Lek-Schalkwijk.NEF Lopikerkapel.NEF Maartensdijk.NEF Musschendorp.NEF Oudenrijn.NEF Oud-Maarseveen.NEF Overmeer.NEF Polsbroekerdam zuid.NEF Polsbroekerdam noord.NEF Portengensebrug.NEF Schalkwijk zuid.NEF Spakenburg.NEF Sterkenburg.NEF Tienhoven.NEF Lichtonderzoek Utrecht
X coordinaat (WGS 84) 5, 17' 53.5056"E 4, 56' 20.1948"E 5, 27' 28.0865"E 5, 20' 18.6252"E 5, 1' 56.7298"E 5, 11' 39.4085"E 4, 55' 23.3688"E 5, 22' 43.9698"E 5, 30' 10.5696"E 5, 30' 10.5696"E 5, 7' 19.056"E 5, 21' 17.9496"E 5, 22' 44.1243"E 4, 59' 22.884"E 5, 5' 12.2136"E 5, 0' 54.2628"E 4, 53' 39.3144"E 4, 56' 41.3772"E 5, 20' 13.4915"E 4, 53' 35.9808"E
Y coordinaat (WGS 84) 52, 15' 21.2184"N 52, 4' 55.8696"N 51, 59' 18.3179"N 52, 13' 56.424"N 52, 11' 23.7497"N 52, 4' 49.2124"N 52, 4' 49.2124"N 52, 1' 51.3277"N 5, 30' 10.5696"E 52, 3' 9.2412"N 51, 58' 46.488"N 52, 16' 6.5928"N 5, 22' 44.1243"E 52, 0' 11.0177"N 5, 5' 12.192"E 51, 57' 20.1888"N 4, 53' 39.3144"E 52, 8' 28.2984"N 51, 58' 36.26"N 51, 56' 33.4968"N
Datum en tijd 28-10-2008 4:45 27-9-2008 23:16 25-9-2008 23:56 22-10-2008 19:13 29-10-2008 0:07 5-5-2008 1:12 26-9-2008 23:37 30-3-2009 0:33:16 22-10-2008 22:49 23-10-2008 0:19 26-9-2008 21:54 22-10-2008 20:13 26-9-2008 2:54 27-9-2008 21:00 26-9-2008 21:43 27-9-2008 0:59 27-9-2008 21:44 27-9-2008 21:15 26-9-2008 3:06 26-9-2008 23:49
5, 9' 11.4794"E
51, 58' 35.689"N
4-5-2008 23:45
51, 58' 35.689"N 5, 13' 46.3728"E 5, 4' 28.56"E 5, 10' 10.5024"E 5, 28' 9.58799"E 5, 3' 40.4208"E 5, 4' 15.4236"E 52, 8' 42.3384"N 4, 54' 39.5856"E
51, 58' 35.689"N 51, 58' 43.5504"N 51, 58' 43.536"N 52, 10' 35.8356"N 52, 8' 42.3168"N 52, 3' 22.77"N 52, 8' 42.3384"N 52, 14' 48.4116"N 51, 59' 6.2844"N
25-9-2008 22:30 25-9-2008 23:30 26-9-2008 22:42 22-12-2008 21:47 22-10-2008 22:24 26-9-2008 20:35 22-12-2008 22:23 22-12-2008 23:35 27-9-2008 0:15
4, 53' 48.1416"E 5, 1' 56.7298"E 5, 13' 19.2897"E 5, 23' 14.7588"E 5, 17' 28.954"E 5, 7' 41.0916"E
52, 11' 23.7497"N 52, 0' 20.3544"N 52, 11' 23.7497"N 51, 58' 39.4956"N 52, 1' 18.1515"N 51, 58' 43.4208"N
27-9-2008 2:44 28-10-2008 23:33 5-5-2008 0:12 22-10-2008 19:50 25-9-2008 22:44 22-12-2008 21:57 Pagina 42
Tull en 't Waal.NEF Uitweg.NEF Valkenheide.NEF Veldweg.NEF Voskuilen.NEF Wageningen west.NEF Waver.NEF Woudenberg zuid.NEF Woudschoten.NEF Zeldert.NEF Zevenhuizen.NEF ZO Veenendaal.NEF
Lichtonderzoek Utrecht
5, 7' 6.02922"E 4, 59' 44.7324"E 5, 24' 59.7711"E 5, 1' 56.7298"E 5, 27' 24.4476"E 5, 37' 23.8202"E 4, 54' 58.2012"E 5, 27' 49.7772"E 5, 16' 38.8975"E 5, 20' 35.8799"E 5, 24' 10.4328"E 5, 35' 31.3477"E
52, 0' 14.822"N 51, 58' 43.4208"N 52, 2' 51.8639"N 52, 11' 23.7497"N 52, 3' 26.8884"N 51, 57' 42.9581"N 52, 15' 21.6864"N 52, 3' 26.892"N 52, 5' 8.05812"N 52, 11' 51.9864"N 52, 3' 26.8884"N 51, 59' 42.8626"N
4-5-2008 23:31 26-9-2008 23:07 26-9-2008 2:13 29-10-2008 0:55 22-10-2008 23:01 26-9-2008 0:37 22-12-2008 23:41 28-10-2008 1:08 30-3-2009 1:10:33 22-12-2008 20:33 22-10-2008 21:25 26-9-2008 0:57
Pagina 43
Lichtonderzoek Utrecht
Pagina 44
BIJLAGE 3 BEGELEIDENDE TEKST BIJ HEMELHELDERHEIDSKAART UTRECHT
Al jaren nemen lichtvervuiling en lichthinder in onze samenleving toe en de donkerte van de nacht af. Er zijn drie belangrijke argumenten om met dit gegeven aan de slag te gaan: • • •
Verlichting kan verstoring opleveren van mens en dier Duisternis is een te beschermen oerkwaliteit, vergelijkbaar met stilte Lichthinder en lichtvervuiling gaan vaak gepaard met energieverspilling
De provincie Utrecht heeft bureau Sotto le Stelle opdracht gegeven om onderzoek uit te voeren hoe de nachten in de provincie Utecht beïnvloed worden door de aanwezige verlichting. Een belangrijk resultaat van het onderzoek is de hemelhelderheidskaart van de provincie Utrecht. Dit memo geeft een korte toelichting op het onderzoek en de resultaten. Nachten in Utrecht Na zonsondergang valt zonder kunstmatige verlichting de duisternis in. Door verlichting wordt dit vertraagd en/of teniet gedaan. Hierbij kan een drietal soorten van beïnvloeding door licht onderscheiden worden wat zowel geldt voor mensen als dieren en planten: 1. Verlicht worden Dit is het effect van nabije verlichting. Het kan bijvoorbeeld leiden tot hinder voor de mens wanneer een lantaarnpaal de slaapkamer in schijnt, tot vroegere bloei van flora en tot beïnvloeding van de biologische klok van mens en dier. 2. Zien van verlichting Dit treedt op grotere afstand van de lichtbron op. Afstoting en aantrekking van dieren, maar ook vervuiling en verrommeling van nachtelijk landschap vallen in deze categorie. 3. Oplichten van de hemel Duisternis is een oerkwaliteit, vergelijkbaar met rust en stilte. In onze omgeving is de hemel nooit meer echt donker. Hierdoor zijn sterren niet of slecht zichtbaar, maar wordt ook de beleving van de nacht aangetast en het contrast met de dag verminderd. In de bebouwde kom (ongeveer 15% van het grondgebied van Utrecht) gelden alle drie de aspecten, terwijl daarbuiten vooral de laatste twee gelden. Als we naar de mens kijken praten we in plaats van effecten vooral over de visuele kwaliteit. De nachten in Nederland worden buiten de bebouwde kom visueel bepaald door de lichten in de omgeving en de hemel boven je. De hoeveelheid licht van de hemel bepaalt of je je omgeving kan zien (kun je iemand aan zien komen), terwijl de lichten in je omgeving je oriëntatie bepaalt (waar ben je).
Lichtonderzoek Utrecht
Pagina 45
De foto hieronder, gemaakt ten oosten van Schoonhoven, verduidelijkt deze drie aspecten. De hele omgeving in dit punt staat op de foto, helemaal rondom en ook de hele hemel is afgebeeld. Er zijn twee lampen te zien in de buurt die enig licht geven op de plaats waarde foto gemaakt wordt. Ook van de hemel komt licht. Samen bepalen ze of er iets te zien is in de directe omgeving. Aan de horizon vooral richting zuiden, zijn vele lampen te zien. Verspreid over de hele provincie zijn vele van dergelijke foto’s gemaakt, die inzicht geven in de nachtelijke lichtsituatie in het betreffende gebied. ZUID
WEST
NOORD
OOST
ZUID
All sky opname bij Schoonhoven De hemelhelderheidskaart Van de drie genoemde effecten is alleen het oplichten van de hemel geschikt om een kaart van te maken. Het ophelderen van de hemel geschiedt door alle lichten in de omgeving en geeft dus een algemeen beeld van de nacht. De hemelhelderheidskaart is een handige manier om in een oogopslag te zien wat de visuele kwaliteit is van de nachten in de provincie Utrecht. De hemelhelderheidskaart geeft aan hoe donker de hemel recht boven een locatie is, op een heldere nacht zonder maan. De kaart is gebaseerd op uitgebreide fotografische metingen op ruim 150 locaties op het hele grondgebied van de provincie. De waarden op de tussenliggende punten is door de computer uitgerekend. Uit de kaart blijkt dat de hemelhelderheid in onze provincie varieert van 3 maal de natuurlijke helderheid in het donkerste gebied (nabij Renswoude), tot 40 maal zo helder in het lichtste gebied, boven het centrum van de stad Utrecht. Uit de kaart kan de volgende zaken afgeleid worden: 1. De kaart geeft aan wat de helderheid is van de hemel recht boven je hoofd. 2. De kaart geeft inzicht in de totale hoeveelheid licht van de hemel door te kijken hoe de hemel in alle richtingen er uit ziet. 3. De kaart geeft aan hoeveel sterren bij een heldere nacht te zien zijn: in het blauwe gebied (waarden onder 1,5 mcd/m²) zijn er omstreeks een 500-tal te zien en is de Melkweg nog te zien. In het lichtgele gebied met waarden omstreeks de 2 mcd/m² is de Melkweg niet meer te zien en zijn omstreeks 250 sterren te zien. In het gele gebied, in het centrum van Utrecht, zijn nog maar een tiental sterren te zien. 4. De kaart geeft een algemeen beeld van de visuele kwaliteit van de nacht in een locatie. Voor meer informatie is het rapport over het onderzoek te verkrijgen bij de afdeling milieu van de provincie Utrecht.
Lichtonderzoek Utrecht
Pagina 46
BIJLAGE 4 KAART HEMELHELDERHEID VAN DE PROVINCIE UTRECHT