Lichtonderzoek Fryslân
Onderzoek van een aantal verschillende aspecten van de licht en duisternissituatie in de provincie Fryslân. In opdracht van de provincie Fryslân
Uitgevoerd door onderzoeks- en adviesbureau Sotto le Stelle tussen december 2010 en oktober 2011.
December 2011
Voorpagina: Bartlehiem
Voorpagina: hemel boven Westendorp Lichtonderzoek Fryslân
Pagina 2
INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE ............................................................................................................................................ 3 SAMENVATTING ............................................................................................................................................... 4 OPDRACHT ....................................................................................................................................................... 5 DE NACHT BEKEKEN ......................................................................................................................................... 6 DE DUISTERNIS ................................................................................................................................................. 8 WELK LICHT TAST DE DUISTERNIS AAN?......................................................................................................................... 8 DONKTERTEKAART PROVINCIE FRYSLÂN ........................................................................................................ 10 METHODIEK .......................................................................................................................................................... 10 RESULTATEN ......................................................................................................................................................... 11 OPMERKINGEN ...................................................................................................................................................... 13 HOE DE KAART TE INTERPRETEREN ............................................................................................................................. 14 VERGELIJKING DUISTERNIS PROVINCIE FRYSLÂN MET ANDERE PROVINCIES.......................................................................... 15 ALL SKY OPNAMEN ................................................................................................................................................. 17 RESULTATEN, CONCLUSIES EN VERVOLG ........................................................................................................ 20 DE DONKERTEKAART ALS HULPMIDDEL VOOR BELEID...................................................................................................... 20 MOGELIJKE MAATREGELEN TER BEVORDERING VAN DE DUISTERNIS................................................................................... 20 VERLICHTING AAN DE HORIZON.................................................................................................................................. 23 OVERIGE ADVISERING.............................................................................................................................................. 23 LITERATUUR ................................................................................................................................................... 24 BIJLAGE 1 MEETMETHODE HEMELHELDERHEID............................................................................................................. 25 BIJLAGE 2 ALL SKY OPNAMEN ................................................................................................................................... 31 BIJLAGE 3 BEGELEIDENDE TEKST BIJ HEMELHELDERHEIDSKAART FRYSLÂN ........................................................................... 34 BIJLAGE 4 HEMELHELDERHEIDSKAART VAN DE PROVINCIE FRYSLÂN ................................................................................... 36
Lichtonderzoek Fryslân
Pagina 3
SAMENVATTING Tussen december 2010 en september 2011 is onderzoek uitgevoerd naar de situatie van de visuele kwaliteit van de nacht op het grondgebied van de provincie Fryslân. In de hele provincie is de hemelhelderheid in kaart gebracht. De hemelhelderheid is een maat voor de mate van duisternis. Dit onderzoek beantwoordt de vraag: hoe donker is de nacht in Fryslân. DUISTERNIS Als er geen directe verlichting in de buurt is, bepaalt de nachtelijke hemel de mate van duisternis. De hemel wordt opgelicht door omhoog stralend licht van een stad of kas vanuit een gebied met een straal van ongeveer 20 kilometer. Om de mate van dit oplichten in kaart te brengen is op ruim 320 locaties in de provincie Fryslân de helderheid van de hemel in het punt recht omhoog (zenit) gemeten, als maat voor de ‘duisternis’. Deze gegevens zijn verwerkt in een hemelhelderheidskaart. De gemeten kaart wordt vergeleken met vergelijkbare kaarten van de provincies Utrecht, Overijssel, Zeeland, Zuid-Holland en Gelderland. Ook zijn op ongeveer 100 locaties zogenaamde all sky foto’s gemaakt waarop de hele hemel in die locatie afgebeeld is. RESULTATEN In de provincie Fryslân is meer dan de helft van het grondgebied (56%), donker of erg donker. Op 87% van het grondgebied is de Melkweg nog te zien. De provincie Fryslân is van de tot nu toe gemeten provincies, met afstand de donkerste provincie. 15% van Fryslân is donkerder dan enig gebied in Nederland, dat tot nu toe gemeten is. Nederland is één van de meest verlichte landen ter wereld; er blijkt echter een grote verscheidenheid binnen Nederland te bestaan. Het donkerste gebied in Fryslân, rond de Waddenzee gelegen, kan zich qua sterrenpracht meten met de beste laagland locaties van Europa. Ook gebieden ten zuiden van Franeker en de Friesche Wouden zijn zeer grote, zeer donkere gebieden. Het centraal gelegen natuurgebied rond Eernewoude is ook een relatief donker gebied, vergelijkbaar met het donkerste gebied van de Veluwe. Binnen de provincie zijn het vooral de steden Leeuwarden, Heerenveen en Drachten en in wat mindere mate Sneek grote bronnen van licht. Het kasgebied bij Menaam kwam niet als een grote bron naar voren. Dat kan liggen aan beperkte waarnemingen. ADVISERING De duisterniskaart zou digitaal op de website van de provincie geplaatst moeten worden, in samenhang met de 100 all sky foto's. Aan de hand van de donkerte kaart zou besloten kunnen worden voor behoud of versterken van duisternis in bepaalde gebieden. Er worden mogelijke maatregelen voor verschillende toepassingen van verlichting om dat te bereiken voorgesteld. Ook wordt geadviseerd om eventueel een nader onderzoek in bepaalde gebieden uit te laten voeren naar de verlichting aan de horizon. Tenslotte wordt er een voorstel gedaan voor het instellen van het Sterrenpark Waddenkust en het monitoren van de verlichting in het bestaande en of toekomstige kassengebied.
Lichtonderzoek Fryslân
Pagina 4
OPDRACHT De landelijke interesse voor kunstlichtgebruik en de daarmee verdwijnende donkere nacht neemt de laatste jaren toe. Dit is ook bij de provincie Fryslân het geval. In verschillende beleidsterreinen wordt er aandacht geschonken aan duisternis. In het Streekplan Fryslân 2007 is donkerte als één van de kernkwaliteiten benoemd. In het streekplan is dit als volgt omschreven: ‘” Omdat landschap niet bij de gemeentegrenzen ophoudt, zijn wij primair verantwoordelijk voor de landschappelijke kwaliteit op provinciaal niveau. Wij vragen bij de inrichting ( en beheer) van de ruimte tevens aandacht voor een bijzondere landschappelijke kwaliteit van Fryslân, namelijk de stilte en vrijwel ongestoorde duisternis. Voor bepaalde natuurgebieden en diersoorten zijn stilte en duisternis een vereiste en voor mensen een kwaliteit die de beleving van het landschap een extra dimensie geeft.” Ook In het het Frysk Miljeuplan 2011-2014 (vastgesteld door PS 9-2-2011) wordt aandacht besteed aan licht/donkerte. Onder het kopje ‘Nieuwe knelpunten’ is lichtvervuiling benoemd als knelpunt: ‘Een andere relevante ontwikkeling is de toename van het gebruik van verlichting (kassen, straatverlichting). Dit kan effect hebben op het bioritme van organismen. We beschouwen donkerte als een kernwaarde van het Friese leefmilieu. Daarom zoeken we in de planperiode naar mogelijkheden om (lokale) lichthinder en lichtvervuiling te verminderen.’ Ook in de Nota Openbare Verlichting van Fryslân wordt de ambitie uitgesproken om maximaal te besparen op energieverbruik en donkerte waar mogelijk bevorderen. Als hoofduitgangspunt wordt gehanteerd: geen verlichting, tenzij dit vanuit verkeers- of sociale veiligheid noodzakelijk is. Een bijzonder status binnen de provincie heeft de Waddenzee waarbij de duisternis middels de Structuurvisie Derde Nota Waddenzee beschermd is. Donkertekaart Fryslân Aan Sotto le Stelle is gevraagd een donkertekaart te produceren van de provincie Fryslân. Deze kaart kan gebruikt worden als nulsituatie, als uitgangspunt voor diverse beleidsterreinen. Hij kan gebruikt worden om eventueel gebieden aan te wijzen waar de duisternis behouden en of beschermd moet worden. Hij kan ook gebruikt worden om de bewustwording en discussie over dit onderwerp binnen de provincie te versterken. Tenslotte is het ook mogelijk de nulsituatie die met deze kaart in beeld gebracht wordt, te vergelijken met toekomstige situaties zodat effecten van eventuele maatregelen hiermee gemonitoord kunnen worden. Het onderzoek naar de nulsituatie in de provincie Fryslân is op dezelfde manier uitgevoerd als eerder onderzoek in andere provincies van Nederland, zoals het aangrenzende Overijssel, in de provincies Gelderland, Utrecht en Zeeland en onlangs ook in een groot deel van Zuid-Holland. De uitkomsten kunnen dan ook vergeleken worden met deze onderzoeken. Het onderhavige rapport is het eindrapport van het werk van Sotto le Stelle waarin de resultaten worden belicht evenals de aanbevelingen. De kaart staat in een bijlage groot afgedrukt. Tevens is daarbij een korte samenvatting gegeven die als korte toelichting bij de kaart kan dienen. In het rapport is zoveel mogelijk de officiële Friese naamgeving aangehouden. Als daar geen gegevens van waren, zijn de namen ontleend aan de ANWB topografische atlas van Fryslân , schaal 1 op 25:000, 2006. De resultaten van het onderzoek zijn verzameld op een bijbehorende DVD. DVD gegevens: Hemelhelderheid: de gegevens van de waarnemingen, het resultaat en de kaarten All sky opnamen: lijst van locaties en de foto’s van de locaties Rapport: eindrapport en afbeeldingen uit het rapport.
Lichtonderzoek Fryslân
Pagina 5
DE NACHT BEKEKEN De opdracht om de duisternis in de provincie in kaart te brengen komt voort uit onderzoek en ervaringen, waarbij gebleken is dat kunstmatige verlichting en daarmee vermindering van de duisternis, invloed heeft op tal van processen zowel bij de mens als de natuur. Zie daarvoor bijvoorbeeld het rapport van het onderzoeksbureau Alterra: ‘Lichtbelasting, overzicht van de effecten op mens en dier, Alterra rapport 778’. Na zonsondergang valt zonder kunstmatige verlichting de duisternis in. Door de aanwezige verlichting wordt dit vertraagd en/of teniet gedaan. Hierbij kan een drietal soort van beïnvloeding onderscheiden worden, waarbij het onderzoek zich vooral op het laatste aspect toespitst: 1. 2. 3.
Het verlicht worden Het zien van verlichting Duisternis, het oplichten van de hemel
HET VERLICHT WORDEN In de directe omgeving van verlichting veranderen interne processen onder invloed van licht bij zowel planten als dieren. Bij sterke verlichting is het groeien van planten bekend; op een veel lager lichtniveau wordt de biologische klok van alle dieren inclusief de mens beïnvloed. Licht bij nacht brengt via hormonale beïnvloeding allerlei effecten met zich mee. Een bekend voorbeeld is het winterkoninkje dat in steden de hele nacht door blijft zingen; ook infectieziektes krijgen bijvoorbeeld een grotere kans. De recente vraag van de FNV om verpleegsters met borstkanker zich te melden, heeft hier ook mee te maken. Licht overdag is zeer gezond, maar 'snachts eerder ongezond. 1
Uit een recent onderzoek uit Engeland bleek dat 35% van de mensen klaagt over licht in de slaapkamer. Het gebrek aan slaap is gerelateerd aan tal van medische problemen zoals overgewicht, depressies, kans op hartinfarcten en hogere sterftekans in het algemeen. Ook recent onderzoek naar het effect van een gestoorde slaap op het geheugen is hier een voorbeeld van. HET ZIEN VAN VERLICH TING Het zien van verlichting is een tweede vorm van beïnvloeding. Dit tweede verschijnsel treedt op veel grotere afstanden op. Veel diersoorten worden aangetrokken of juist afgestoten door verlichting. Aangezien de meeste diersoorten ‘s nachts in de schemering actief zijn, speelt de maan en kunstmatige verlichting een belangrijke rol in het gedrag. De 40 miljard insecten die per jaar in Nederland door verlichting gedood worden zijn een (niet meer) sprekend voorbeeld daarvan. Ook mensen worden op een bepaalde manier aangetrokken door licht; de ogen zijn de belangrijkste zintuig voor de meeste mensen en met de overvloed aan verlichting kan 'nachts is het moeilijk om je ogen rust te gunnen. Het zien van licht speelt een belangrijke rol als landschappelijke aantasting. In Nederland is het nauwelijks mogelijk in het open veld geen verlichtingsbron te zien. Door de verlichting aan de horizon kun je je oriënteren in de nacht, maar het kan ook een storende factor zijn: ik loop hier terwijl daar ik in de verte de snelweg zie en die zorgt dat mijn plezier om hier te lopen vergald wordt; hij is zo nadrukkelijk aanwezig. Een
1 Morgan-Taylor, National survey on the perceived nuisances caused by artificial lighting and their sources, publication pending. Lichtonderzoek Fryslân
Pagina 6
lamp kan een positief effect hebben doordat je verbondenheid met je omgeving erdoor versterkt wordt: boer Piet is nog op, zijn licht is nog aan. De nacht wordt voor de visueel ingestelde mens echter juist gekarakteriseerd door een gebrek aan dergelijke signalen en de veelheid ervan in Nederland doet voor veel mensen afbreuk aan juist dit unieke karakter. DUISTERNIS, HET OPLICHTEN VAN DE HEMEL Als er geen lichtbronnen in de buurt zijn wordt de mate van duisternis bepaald door de hemel. Als de maan aanwezig is komt het meeste licht van de maan. Als er geen maan boven de horizon is, komt het licht grotendeels van de hemel zelf en niet van de eventueel aanwezige sterren. Voor de landschappelijke kwaliteit is het oplichten van de hemel, de duisternis, van groot belang. Rust, stilte en ruimte worden als oerkwaliteiten van onze leefomgeving gezien, waar de meeste mensen, blijkt uit onderzoek, naar op zoek zijn als ze naar buiten gaan. Voor de nacht en avond hoort in dat rijtje ook duisternis thuis. Net zo min als men vanaf 10 kilometer nog het geluid van een snelweg wil horen, is het ook niet gewenst van 20 kilometer afstand de verlichting van een stad te kunnen zien. Om alle drie de aspecten te illustreren staat hieronder een foto, gemaakt bij Iniaheide, tussen Drachten en Earnewâld, ten noorden van Oudega. De foto laat de hele horizon en de hemel zien op dit punt. Onder de foto staan de windrichtingen. Er staat een aantal lichtmasten direct in de omgeving, die de locatie waar de foto genomen is gedeeltelijk verlichten. Er is een lange rij lichtmasten, naar het noord westen waarschijnlijk in de omgeving van Garyp. Ze geven geen licht op de plaats waar de foto gemaakt is, maar zijn wel te zien. In het zuidwesten licht de hemel op door Oudega. Het oplichten door de verlichting van Drachten is niet te zien aangezien daar de twee dichtstbijzijnde lampen dit licht overstralen.
Z
W
N
O
Z
Figuur 1 All sky opname Iniaheide ( 53, 8' 42.8136"N 5, 59' 30.006"E op 8 maart 2011 om 01:58)
Lichtonderzoek Fryslân
Pagina 7
DE DUISTERNIS Uit het voorgaande hoofdstuk kan afgeleid worden dat de visuele kwaliteit van de nacht buiten de bebouwde kom, wordt bepaald door de twee laatst genoemde aspecten: de halve bol van de hemel boven je en de lampen aan de horizon. Wat de bijdrage van elk aan de totale kwaliteit is, is niet te bepalen maar voorlopig lijkt in open land een 50-50 verdeling niet onlogisch, met de nadruk in de directe omgeving op het aspect hemel en in de verte op de lampen aan de horizon. In de bebouwde kom is van een duisternis ervaring in Nederland eigenlijk geen sprake meer en speelt eigenlijk alleen het eerste aspect: het verlicht worden. Het contrast tussen de nacht binnen en buiten de bebouwde kom is daarom voor veel mensen die de stad gewend zijn, ook zo beangstigend of juist een nieuwe, inspirerende, ervaring. Buiten de bebouwde kom is de mate van duisternis een belangrijk gegeven, die dus bepaald wordt door de grijsheid van de hemel. In de directe omgeving van een persoon is dit van groot belang. Kan je iemand zien aankomen, weet je of het een man of vrouw is, of het Marian is en of ze een blauwe jurk aan heeft, wordt allemaal buiten de bebouwde kom bepaald door de hoeveelheid licht die de hemel geeft. Daar moet de donkertekaart, zoals nu geproduceerd wordt voor de provincie, een antwoord op geven. Waar wordt de mate van grijsheid van de hemel door bepaald? Dat gebeurt door maan, sterren en de zogenaamde natuurlijke hemelhelderheid, maar in Nederland afgezien van de maan vooral door de hoeveelheid licht in de ruime omgeving. Dat is in droge woestijnachtige streken wel 100 kilometer. in Nederland zal het zich beperken tot of 30 tot 50 kilometer. Dat betekent dat het licht dat Leeuwaren uitzendt in bijna de gehele provincie gezien kan worden als een kleine toename van de hoeveelheid licht die van de hemel komt. Dichtbij leeuwaren natuurlijk meer en verder af minder. Dat geldt natuurlijk niet alleen voor de stad Leeuwarden, maar ook voor de andere steden en ook door licht van buiten de provincie zoals Zwolle en de kassen bij Kampen en Luttelgeest. WELK LICHT TAST DE DUISTERNIS AAN? Licht dat de hemel ingestraald wordt heeft twee componenten: direct en indirect licht. Direct licht is licht dat direct van een lamp omhoog gestraald wordt. Bij aanstralen van kerken wordt het meeste licht omhoog gestraald, bij openbare verlichting is dat tussen de 5 en 30 % en bij reclameverlichting meestal 50%. Het indirecte licht wordt eerst op een object, een weg of een ander object, gestraald en wordt gedeeltelijk ( omstreeks 10%) omhoog weerkaatst en straalt zo ook de hemel in. Voor de openbare verlichting wordt aangenomen dat beide componenten, direct en indirect ( 10% van het eerst naar beneden gestraalde licht) , ongeveer een even groot deel uitmaken. Voor de aanstraling van een kerk is dat veel meer direct licht en bij kasverlichting juist 100% indirect licht. Het directe licht is te beïnvloeden, het indirecte veel minder. Het directe licht wordt uit een openbare verlichting armatuur over het algemeen omhoog gestraald met een kleine hoek ten opzichte van de horizontaal. Dit licht wordt in straten meestal tegengehouden door een huis en bereikt nooit de hemel. Echter in een open omgeving zoals de provinciale wegen in Fryslân zal het licht waarschijnlijk vrij de hemel ingestraald worden. Dit horizontaal uitgestraalde licht legt een lange weg in de relatief dichte atmosfeer af en heeft een grote kans een deeltje tegen te komen en weer eventueel naar beneden afgebogen te worden en dit doet de hemel oplichten. Dit horizontaal uitgestraalde licht heeft een tien keer zo grote kans als een vertikaal uitgezonden lichtstraal om weer naar beneden verstrooid te worden. Om lichtvervuiling tegen te gaan is het dus van belang het directe horizontale licht te vermijden. Dit horizontale licht kan zich alleen verspreiden als de masten hoger zijn dan de omliggende huizen of bomen. Dit is het geval Lichtonderzoek Fryslân
Pagina 8
in de bredere ruim opgezette wegen met hoge lichtmasten en uit de kantoren in het centrum van de steden. Dit verschijnsel is te zien aan de hand van de volgende foto gemaakt vanaf de Dom in Utrecht.
Figuur 2 Utrecht vanaf de Dom
Lichtonderzoek Fryslân
Pagina 9
DONKTERTEKAART PROVINCIE FRYSLÂN De opdracht is een donkertekaart te maken van het grondgebied van de provincie Fryslân. Donkerte, het ontbreken van licht is de belangrijkste eigenschap van de nacht. Duisternis ontstaat als de zon aan de andere kant van de aarde staat. We leven gedurende de nacht in de schaduw van de aarde. Op een groot deel van Nederland gaan we deze natuurlijke situatie tegen, door het plaatsen van openbare verlichting. Nederland bestaat voor ongeveer 15% uit bebouwde kom, waar de openbare verlichting bijna de gehele oppervlakte verlicht. Op het resterende deel van Nederland is er over het algemeen geen verlichting en wordt de hoeveelheid licht tijdens de nacht grotendeels bepaald door de hemel. De sterkte van de lichtbron die de hemel is, verschilt sterk ’s nachts. Als de zon ondergaat wordt hij langzaam donkerder en de kleuren verdwijnen. De hemel geeft ook, als de zon onder is, door natuurlijke bronnen licht: maan, sterren en zonlicht verstrooid aan stof. Als de schemering voorbij is, bepaalt de maan als hij boven de horizon is de mate van duisternis. Als de maan onder de horizon is en de zon ook voldoende gedaald is dan blijven bij heldere hemel de sterren en de hemel zelf over. De hemel geeft van nature een beetje licht, veel meer licht dan alle zichtbare sterren samen. Bij heldere hemel dragen sterren maar 7% bij aan de verlichting, terwijl de bijdrage van de hemel zelf 93% bedraagt. De hemel omspant de helft van ons blikveld als een halve koepel boven ons. Dit licht van de nachtelijke hemel wordt veroorzaakt door niet zichtbare sterren, stof in ons zonnestelsel en een aantal andere bronnen. De nachtelijke hemel is daarom niet echt zwart. Dit heet de natuurlijke hemelhelderheid. Deze natuurlijke hemelhelderheid wordt in West Europa echter overschaduwd door een kunstmatig opgewekte hemelhelderheid. Deze wordt veroorzaakt door licht vanaf de grond, dat direct of indirect naar boven straalt en wordt verstrooid aan moleculen en deeltjes. Dit licht kan in een straal van ruwweg 50 kilometer weer naar beneden komen en daarmee de hemel helderder maken. De hemelhelderheid bepaalt ook het aantal sterren dat te zien is. De provincie Fryslân wil meer weten over dit verschijnsel op haar grondgebied, ze wil inzicht in de mate van duisternis, wat de donkerte is op haar grondgebied. Ze wil een kaart waarop te zien is waar je ‘s nachts buiten een boek kan lezen, waar je elkaar ziet aankomen en waar je letterlijk geen hand voor ogen kan zien. METHODIEK Er is al wel een kaart van de hemelhelderheid, het stukje Fryslân uit de zogenaamd wereldatlas van de hemelhelderheid. Dit werk is uitgevoerd door de Italiaanse astronomen P. Cinzano en F. Falchi samen met de Amerikanen D. Elvidge en K. Baugh. Deze wereldatlas is een berekende kaart aan de hand van Amerikaanse satellietopnamen en wordt international veel gebruikt. Voor het doel van de provincie is de methode Cinzano c.s., waarbij de hele wereld onderzocht wordt, namelijk te grof. Deze biedt te weinig precieze informatie om daadwerkelijk in een gebied de ontwikkeling, zowel in tijd als in ruimte, van de hemelhelderheid, als maat voor de donkerte, te kunnen monitoren. In het onderzoek dat nu uitgevoerd is, is gebruik gemaakt van een directe meetmethode vanaf de grond. De methode lijkt op lichthinder metingen van bijvoorbeeld de aanstraling van een gebouw. Daarbij wordt met een luminantiemeter de helderheid van het oppervlak van het gebouw gemeten. De hemel zou op precies dezelfde manier gemeten kunnen worden. Het probleem is dat de hemel een erg lage luminantie heeft. Daarom moet er een wat ingewikkelder manier voor gekozen worden, maar de essentie van de meting is hetzelfde.
Lichtonderzoek Fryslân
Pagina 10
Het hele grondgebied van de provincie is verdeeld in een raster van omstreeks 4 bij 4 kilometer. In elk vierkant is een locatie uitgekozen om een meting uit te voeren. In elk van deze bijna 300 locaties is de helderheid van het zenit, het punt recht omhoog, gemeten. In totaal zijn er 359 metingen uitgevoerd tussen 12 december 2010 en 30 september 2011 op 14 maanloze, heldere, nachten, waarbij op 5 nachten door 2 mensen gemeten is. De metingen zijn verwerkt volgens een complexe methode, waarbij in essentie de sterren op de foto’s gebruikt worden als referentie. Er is bekend welke sterren dit zijn en hoe helder deze zijn. Daarmee kan dan ook de helderheid van de achterliggende hemel vergeleken en bepaald worden. De verwerkte metingen waarbij de hemelhelderheid in het zenit in elke meetlocatie bepaald is, is omgezet in een grid, waarbij van elk punt de hemelhelderheid berekend is aan de hand van de dichtstbijzijnde gemeten locaties. Deze omzetting kan op vele manieren gebeuren. Een uitgebreide beschrijving van de methodiek en een verantwoording over de diverse keuzes is te vinden in bijlage 1. RESULTATEN In de kaart, figuur 3, zijn de resultaten weergegeven. De eenheid is milicandela per vierkante meter (mcd/m²), 2 gekoppeld aan magnitude en aantal zichtbare sterren. In bijlage 1 staat de kaart met de metingen.
Figuur 3 Hemelhelderheid Fryslân (zie voor een grotere afbeelding bijlage 4)
2
Gebruikte methodiek: software ArcGIS 10; IDW; output cellsize 25 meter; power 2,5; search radius variable, number of points 5.
Lichtonderzoek Fryslân
Pagina 11
LUMINANTIE (HELDER HEID) EN EENHEDEN De grootheid luminantie (helderheid) kent verschillende eenheden en die worden in de kaart ook weergegeven. De eenheid candela per vierkante meter, cd/m² , is de eenheid die verlichtingsdeskundigen gebruiken om te meten hoeveel licht er bijvoorbeeld op een kerk straalt of op een snelweg. 0 cd/m2 is geen licht en ze neemt lineair toe met andere grootheden zoals verlichtingssterktes. De gebruikte eenheid mcd/m² is een duizendste cd/m². De eenheid magnitude wordt gebruikt door sterrenkundigen. De oude Grieken deelden de zichtbare sterren in 6 klassen in, waarbij de helderste sterren magnitude 0 kregen en de zwakste met het blote oog zichtbare sterren, magnitude 6. Moderne sterrenkundigen hebben dit geformaliseerd, waarbij elke magnitude 2,5 keer zo zwak is als de vorige en ze hebben deze ook uitgebreid naar decimalen en naar zwakkere sterren die alleen met kijkers zichtbaar zijn. Een magnitude 21,0 hemel betekent dat er van elke vierkante boogseconde het licht van een magnitude 21,0 ster komt. Het helderste gebied in Fryslân heeft magnitude 19,0 en het donkerste deel ongeveer magnitude 22,0. Als derde eenheid worden het aantal sterren genoemd, dat te zien als je je in dat gebied bevindt. De getallen die genoemd worden, zijn de berekende, maximale, waarden van alle sterren aan de halve hemelbol, die een jonge, getrainde, waarnemer kan zien in een open gebied, als zijn of haar ogen goed aan de duisternis gewend zijn. Er is geen rekening gehouden met toename van de helderheid naar de horizon toe, aangezien dat in elke locatie verschillend is. De genoemde aantallen zijn dan ook duidelijk de bovengrens van waar te nemen sterren. De schaal van de kaart loopt van donkerblauw, 0,175 mcd/m² met het donkerste deel van Fryslân tot licht geel, 3 mcd/m² (centrum Leeuwarden), van magnitude 19,0 tot 22,0 en van 780 tot 3500 sterren. KLASSEN De kaart heeft 6 klassen. Elke klasse geeft een bepaalde mate van duisternis weer, uitgedrukt in getallen. Getallen zeggen niet zoveel; daarom is voor elke klasse getracht een beschrijving te maken van de visuele ervaring, als je 'snachts in een gebied met die klasse staat. 1.
Klasse 1 van 0,17 mcd/m² tot 0,3 mcd m² | magnitude 21,41-22,0 | 3200-3500 sterren; Dit deel omvat 15% van het grondgebied; algemene karakteristiek: erg donker De sterrenhemel is overweldigend; details in de Melkweg zijn zomers zichtbaar, wolken zijn zwarte gaten aan de hemel; aan de horizon wat lichtere plekken; je kunt iemand alleen zien als silhouet tegen de hemel.
2.
Klasse 2 van 0,3 mcd/m² tot 0,45 mcd/m² | magnitude 21,0-21,41 | 3000-3200 sterren; Dit deel omvat 41% van het grondgebied; algemene karakteristiek: donker De sterrenhemel is prachtig; De Melkweg is goed te zien, wolken aan horizon grijzig; omgeving is vaag zichtbaar.
3.
Klasse 3 van 0,45 mcd/m² tot 0,7 mcd/m² | magnitude 20,5-21,0 | 2600-3000 sterren; Dit deel omvat 31% van het grondgebied; algemene karakteristiek: grijzig De hemel is niet meer zwart; Melkweg is alleen goed boven je hoofd zichtbaar; wolken zijn licht grijzig en de omgeving is redelijk te overzien.
Lichtonderzoek Fryslân
Pagina 12
4.
Klasse 4 van 0,7 mcd/m² tot 1,0 mcd/m² | magnitude 20,1-20,5 | 2250-2600 sterren; Dit deel omvat 7% van het grondgebied; algemene karakteristiek: grijs De hemel is grijzig; Melkweg is bijna onzichtbaar, wolken grijzig; de omgeving krijgt details
5.
Klasse 5 van 1,0 mcd m² tot 2,0 mcd/m² | magnitude 19,35-20,1 | 1450-2250 sterren; Dit deel omvat 5% van het grondgebied; algemene karakteristiek: licht De hemel is donkergrijs en de wolken zijn lichtere grijze vlekken; de omgeving is goed te overzien
6.
Klasse 6 van 2,0 mcd/m² tot 3,0 mcd/m²; | magnitude 18,9-19,35| 780-1450 sterren; Dit deel omvat 0,5% van het grondgebied; algemene karakteristiek: behoorlijk licht De wolken zijn gelig, belangrijkste sterrenbeelden nog wel te zien; enige kleur in omgeving te zien
BESCHRIJVING VAN DE KAART De laagste (steeds in mcd/m2 gedacht) waarden bevinden zich op de Waddeneilanden. Van de 27 metingen onder 0,25 mcd/m² zijn er 12 uitgevoerd op een Waddeneiland. De overige liggen ten zuiden van Franeker, aan de Waddenkust in het noorden en tussen Oosterwolde en Wolvega. Naast de Waddeneilanden, die alle vier eigenlijk even donker zijn, zijn er een viertal gebieden waar een groot gebied aaneengesloten erg donker tot donker is: 1. 2. 3. 4.
De waddenkunst ten noorden van Dokkum is een prachtig aaneengesloten erg donker gebied Het gebied tussen Franeker en Bolsward is het grootste aaneen gesloten erg donkere gebied Het gebied tussen Oosterwolde en Wolvega dat zich uitstrekt tot aan de Drentse grens het gebied rond Workum dat verbonden is met gebied 2.
Een opvallend relatief donker gebied in het centrum van de provincie, ligt tussen de grote steden Leeuwarden, Drachten en Heerenveen. 87% van de provincie ligt in de drie donkerste klassen, waar de Melkweg nog te zien is. Rond alle grote steden is een gebied waar de duisternis door haar verlichting aangetast wordt. Het gebied rond Leeuwarden is het grootst, ook aangezien daar dorpen, als Stiens en St. Annaparochie, op relatief kleine afstanden liggen en het kassengebied bij Menaam. De maximale waarden in Leeuwarden 98.000 inwoners ligt op 0,26 mcd/m²; Drachten met 44.000 inwoners op 2,1 mcd/m², Heerenveen 28.000 inwoners 1,7 mcd/m² en Sneek met 33.000 inwoners op 1,5 mcd/m². Bij Lemmer ligt een groot relatief licht gebied. Dat heeft waarschijnlijk ook te maken met het kasgebied ten zuiden van Lemmer bij Lulttelgeest in de Noordoostpolder. De gemiddelde waarde in de provincie Fryslân is 0,50 mcd/m². 41% van het grondgebied is lager dan 0,4 mcd/m², 67% onder 0,5 mcd/m² en zelfs 95% van het grondgebied ligt onder 1,0 mcd/m². OPMERKINGEN
De kaart is vormgegeven door de afdeling beleids- en geoinformatie; met deze afdeling is de ook de klasse-indeling , eenheden en dergelijke doorgesproken om tot een goede weergave te komen van de visuele impressie van de Friese nachten.
Lichtonderzoek Fryslân
Pagina 13
De kaart zoals die nu er ligt is het resultaat van berekeningen op de gemeten waarden op de afzonderlijke meetlocaties. Er zijn vele mogelijkheden in de precieze keuze van parameters bij de berekeningen. Door andere waarden voor deze parameters te kiezen verandert ook het aanzien van de kaart. De metingen veranderen daarmee niet, wel de eventuele aanblik van de kaart.
De metingen zijn uitgevoerd op 14 verschillende nachten. De atmosferische condities verschillen in deze nachten, ondanks dat ze alle zeer helder waren, toch aanzienlijk. De hoeveelheid vocht in de lucht bepaalt sterk de mate van transparantie van de atmosfeer en dus ook de verstrooiing van het opgaande licht. Door elke nacht te meten wat de uitdoving is van licht als het door een langer deel van de atmosfeer gaat en het horizontale Zicht te verwerken van de dichtstbijzijnde meteo waarneemstations, kan de mate van transparantie van een nacht berekend worden en hiervoor is gecorrigeerd. Aan de hand van de metingen op één en dezelfde locatie op verschillende nachten is de fout in de metingen berekend op 6,8%. Deze correctie is een eerste benadering en de verwachting is dat in de toekomst deze correctie verbeterd zal kunnen worden. Zie bijlage 1.
Voor 23 uur zal in het algemeen meer licht branden binnen in huizen en kantoren die gedeeltelijk naar buiten schijnt. 85 van de 356 metingen zijn verricht voor 23 uur; de overige zijn na 23 uur uitgevoerd, met de laatste meting om 5 uur ‘s ochtends. Met het verschil tussen voor en na 23 uur is geen rekening gehouden. De kaart zoals die nu er ligt is dus voor het grootste deel de situatie van na 23 uur.
In het centrum van de steden en grotere dorpen is vaak ook een meting uitgevoerd. Vaak staan daar kerken en andere gebouwen die van onderen verlicht worden en veel licht richting hemel stralen. Soms is de meting uitgevoerd als de kerk en andere gebouwen gedoofd waren, soms als ze verlicht werden. Met dit verschil is geen rekening gehouden. De mogelijke 'fout' in de bebouwde kom is daarom ook groter dan buiten de bebouwde kom, zeker in grotere steden waar de precieze locatie van meten sterk uitmaakt.
Het kassen gebied bij Menaam is vier keer bezocht, tijdens vier verschillende nachten. Daarbij zijn weinig verlichte kassen aangetroffen. De onderzoeker kent de plaatselijk situatie niet genoeg om te weten of dit normaal is. Het kan ook liggen aan het feit dat de metingen uitgevoerd worden op heldere nachten wanneer er waarschijnlijk overdag zoveel zonlicht heef geschenen dat de kassen 'snacht niet belicht worden.
HOE DE KAART TE INTE RPRETEREN Hoe helderder de hemel is, dus hoe hoger het getal, in candela per vierkante meter, hoe meer licht er van de hemel komt. In een gebied waar in de directe omgeving geen lampen staan, bepaalt de hemelhelderheid de mate van duisternis: de hemel bepaalt of je een hand voor ogen kan zien, of je iemand kan zien aankomen, of zelfs kan zien welke kleur kleding hij of zij aan heeft. In de klassenbeschrijving is in woord geprobeerd weer te geven hoe donker het in een gebied is, wat je om je heen ziet. In de hemelhelderheidskaart is aangegeven hoe helder de hemel is recht boven je hoofd, het zenit, de luminantie. Eigenlijk zou je graag een kaart willen hebben waarop aangegeven staat hoeveel licht van de hele hemel komt (de verlichtingssterkte). Dit is echter zeer moeilijk te doen. Er zijn altijd wel bomen die een deel van de hemel blokkeren of lampen die aan de horizon staan, die meegenomen worden in de meting. Daarom wordt er voor gekozen om niet de hele hemel te meten maar alleen het stuk recht boven je hoofd, het zenit. De kaart kan echter wel een goede indruk geven van hoe de hemel richting horizon er uit ziet.
Lichtonderzoek Fryslân
Pagina 14
Figuur 4 De hemel in alle richtingen in een locatie
In de rode punt in figuur 4, is de foto genomen, zoals die hierboven te zien is. Op de foto kun je het oplichten van de hemel naar het zuidoosten zien vanwege Leeuwarden. Op de kaart kun je zien dat in die richting Leeuwarden ligt. Als je een willekeurig punt op de kaart prikt en een cirkel van 20 kilometer om dat punt trekt, dan geeft dat een beeld van hoe de hemel in alle richtingen eruit ziet. Hoe verder weg een bron ligt, hoe lager aan de hemel de hemel oplicht. Zo is op de kaart te zien dat het in dat punt naar het noordwesten aan de horizon donker zal zijn, aangezien daar alleen donkerblauw gebied ligt. Dat klopt ook als je naar de foto kijkt. Naar het noorden toe is zelfs de Melkweg te zien aan de horizon, een bewijs dat het erg donker in dat gebied is. Ook is te zien dat er naar het noordoosten Stiens ligt, dat op de foto goed aan de horizon te zien is. VERGELIJKING DUISTERNIS PROVINCIE FRYSLÂN MET ANDERE PROVINCIE S De resultaten zijn goed te vergelijken met eerder onderzoek in de provincies Utrecht, Overijssel, Gelderland, Zeeland, Zuid-Holland en op het eiland Texel. Hieronder is het deel van Nederland dat nu gemeten aangegeven. De kleuren en indeling is anders om de verschillende delen in Nederland beter tot hun recht te laten komen. Er is alleen in de genoemde provincies gemeten.
Lichtonderzoek Fryslân
Pagina 15
Figuur 5 Hemelhelderheid Nederland; alle waarden in mcd/m²
De provincie Fryslân is met geen van de tot nu toe onderzochte provincies te vergelijken, wat betreft de duisternis. De gemiddelde waarde van Fryslân ligt op 0,50 mcd/m². De gemiddelde waarde van Overijssel ligt op 0,89 mcd/m², Gelderland 0,93 mcd/m² en Zeeland 0,90 mcd/m². Deze provincies zijn dus duidelijk lichter. De erg donkere deel, klasse 1, in Fryslân dat 15% van het grondgebied omvat en onder 0, 3 mcd/m² ligt, is donkerder dan elk gebied, dat tot nu toe gemeten is in een andere provincie. Ook kunnen deze gebieden wedijveren met de donkerste, laag gelegen, Europese gebieden; te denken valt aan Westhavellland in Duitsland en delen van Schotland (informatie uit de wereldatlas hemelhelderheid).
Lichtonderzoek Fryslân
Pagina 16
Het donkere deel van Fryslân, met luminantie lager dan 0,45 mcd/m², dat ongeveer de helft van de provincie omvat, is alleen qua duisternis te vergelijken met delen van de noord rand van Overijssel en het centrum van de Veluwe. De steden Leeuwarden, Heerenveen, Drachten etc. liggen met waarden rond 2 mcd/m² in dezelfde orde als vergelijkbare steden, als Doetinchem (56.000 en 1,65 mcd/m²) in Gelderland en Zwolle (120.000 en 2,66 mcd/m²) en Hardenberg (18.000 en 1,7 mcd/m²) in naburig Overijssel. ALL SKY OPNAMEN Op 100 locaties werd tevens een zogenaamde all sky opname gemaakt waarvan de opname op de voorkant een voorbeeld is. Dezelfde foto staat hieronder nog eens, waarbij ook de hemelrichtingen aangegeven staan.
De gehele hemel, met de horizon rondom, is daarop te zien. Hieronder staat dezelfde opname nog eens, maar dan met de horizon onder. Noord
WEST
ZUID
OOST
Noord
Figuur 6 All sky foto; Franeker noord, uitgerekt. De foto is gemaakt tussen Harlingen en Franeker in de buurt van Wijnaldum.
De foto is gemaakt bij Wijnaldum iets ten noorden van de A31 op 29 september 2011, om tien over één in de ochtend. Op de foto is in het westen en oosten de twee steden te zien en een kleine opheldering van de hemel richting Wijnaldum. Ook is te zien hoe donker de hemel is in de richting van het noorden.
Lichtonderzoek Fryslân
Pagina 17
Alle 100 foto’s zijn op dezelfde manier gemaakt met precies dezelfde opname parameters om ze goed te 3 kunnen vergelijken .
Figuur 7 Tijnje, grijzig
Figuur 8 Elahuizen donker
Figuur 9 Ameland Vliegveld: erg donker
Op bovenstaande foto's is te zien hoe de hemel er in drie verschillende klassen uit ziet. In de lichte klassen zijn niet van deze foto's gemaakt, aangezien dit vaak in de bebouwde kom was. Op de volgende kaart (figuur 10) is de locatie van alle genomen foto’s aangegeven. Zie voor de volledige lijst bijlage 2.
Figuur 10 Kaart van de locaties van alle all sky foto's
3
Nikon 8400 met FC-E9 fishey lens, 400 ASA, F 3.1 en 3 minuten belicht. Noorden altijd boven en oost rechts. De foto’s zijn in Raw formaat opgenomen, tezamen met dark opnamen met dezelfde opname parameters. Verwerking tot jpeg formaat in ACDSEE preset Fryslân. Ook zijn aan de exif van de foto’s, de geografische coördinaten toegevoegd. Lichtonderzoek Fryslân
Pagina 18
Tot nu toe werd er door de provincies, die ook all sky foto gekregen hebben, weinig mee gedaan. Met honderd losse foto's is moeilijk iets mee te doen. 100 kaarten geordend via een liefst digitale kaart is een veel nuttiger middel. Op een kaart kan je het hele grondgebied van Fryslân volgen aan de hand van de all sky foto's, zoals te zien is in de uitsnede rond Leeuwarden en geven meerdere foto's geordend via een kaart extra informatie.
Figuur 11 Uitsnede van all sky kaart , deel Leeuwarden
De all sky foto's komen het best op een digitale kaart tot hun recht , waarbij snel tussen de verschillende foto's geschakeld kan worden. Om dit te illustreren zijn de foto's verwerkt als in figuur 12 en op de website van Sotto le Stelle gezet. Er zal overleg met de provincie gevoerd worden of dit ook te realiseren is op de website van de provincie.
Figuur 12 Verwerkte all sky opname van Dearsum
Lichtonderzoek Fryslân
Pagina 19
RESULTATEN, CONCLUSIES EN VERVOLG Wat leren we uit de kaart, wat weten we wel en wat weten we niet en wat kan de provincie Fryslân ermee, zijn de logische vragen die we proberen op een rijtje te zetten in dit laatste afsluitende hoofdstuk. DE DONKERTEKAART ALS HULPMIDDEL VOOR BELE ID De donkertekaart geeft aan waar de hemel oplicht; het is een nulsituatie van de visuele kwaliteit van de nachten in Fryslân. Er zijn verschillende politieke keuzen mogelijk aan de hand van de kaart. Zo kan er aandacht geschonken worden aan juist de donkere gebieden. Deze zouden extra beschermd kunnen worden, aangezien er relatief weinig gebied in Nederland juist deze kwaliteit hebben. Er kan ook een heel andere consequentie getrokken worden bijvoorbeeld: minimaal moeten alle bewoners van Fryslân de Melkweg moeten kunnen zien, wat zou betekenen dat juist de lichtere gebieden aangepakt zouden moeten worden om te zorgen dat geheel Fryslân minimaal in klasse 3 komt. Er kunnen ook op kleinere schaal conclusies aan de kaart ontleed worden. Als Dokkum wil uitbreiden zou ook de donkerte kaart als informatie bron meegenomen kunnen worden. Als er een nieuw kasgebied komt met assimilatiebelichting kan er voor juist een donker of juist licht gebied gekozen worden. De kaart is natuurlijk wel op een schaal van heel Fryslân gemaakt. Als steden op detailniveau er informatie uit willen halen, zouden meer metingen op een kleinere schaal uitgevoerd moeten worden. Hengelo bijvoorbeeld heeft metingen om de 2 kilometer laten uitvoeren. De kaart kan ook gebruikt worden om de verdere bewustwording en discussie over dit onderwerp binnen de provincie te versterken. Tenslotte is het ook mogelijk de nulsituatie die met deze kaart in beeld gebracht wordt, te vergelijken met toekomstige situaties zodat effecten van eventuele maatregelen hiermee gemonitoord kunnen worden. De kaart zou gebruikt kunnen worden om één van de resultaten die het Frysk Miljeuprogramma 2011-2014 voorziet: 'Het niveau van donkerte blijft in Fryslân minimaal gelijk' te beoordelen of dit werkelijk gehaald wordt. De gezamenlijke Milieufederaties, waaronder die van Fryslân hebben onlangs een inventarisatie uitgevoerd van de locaties waar burgers hinder van licht ondervinden en of overbelicht vinden. De uitkomsten zouden op de donkertekaart gelegd kunnen worden. Echter de donkertekaart is het resultaat van duizenden individuele lampen in de ruime omgeving. Aanpassing van enkele, lichthinder opleverende locaties, zal weinig of waarschijnlijk zelfs geen enkel effect hebben op de kaart. Om de duisternis van een deel van het grondgebied van Fryslân echt te veranderen zijn maatregelen op relatief grote schaal nodig. De duisterniskaart is een tanker die moeilijk van zijn koers is te brengen. MOGELIJKE MAATREGELE N TER BEVORDERING VAN DE D UISTERNIS De donkertekaart geeft aan hoeveel de hemel oplicht. Welk licht moet je nu uitdoen om de duisternis te versterken en waar moet je dat doen? Helaas kun je niet zien welk licht van de hemel waar vandaan komt. Licht, dat van een bron de hemel in gaat, kan in een grote cirkel weer naar beneden komen en die cirkel is bijna even groot als de provincie Fryslân. Dus een lamp uitdoen heeft (hoewel een minimale) invloed op het hele grondgebied van Fryslân, afnemend met grotere afstand. Dus bijvoorbeeld de kantoren in Leeuwarden centrum doven na een bepaald uur heeft vooral invloed in de stad Leeuwarden en een kleinere invloed daarbuiten. Heel algemeen geldt: hoe minder verlichting er is, hoe minder licht ook omhoog gestraald wordt en dus hoe donkerder de ruime omgeving wordt. Verminderen van het aantal lichtmasten, dimmen en doven van Lichtonderzoek Fryslân
Pagina 20
verlichting, zal naast besparingen en hinder in de directe omgeving verminderen, ook een effect hebben op de duisternis. Aangezien geen inventarisatie uitgevoerd is van de verlichting in Fryslân grijpen we terug op algemene gegevens van licht in Nederland. Hieronder staat een tabel over genomen uit het onderzoek door Sotto le Stelle uit 2001 en aangevuld met een kolom over ‘licht van binnen’ (de afgelopen jaren bleek die factor belangrijker dan 8 jaar geleden gedacht). Openbare Assimilatie verlichting verlichting
Totale productie per Nederlander in lumen Omhoog gestraalde licht per Nederlander in lumen Tijdsduur in uur Omhoog gestraald licht in lumenuur Percentage Percentage zonder assimilatie verlichting
1002
4685
Sportverlicht Decoratie, ing Reclame en Terrein verlichting 1500 140
Licht van binnen
Totaal
6000
7327
118
287
225
70
300
881
4000 472000
2400 667200
400 90000
4000 280000
400
28,6 49,0
41,7
5,5 9,4
17,0 29,1
7,2 12,5
1509200 100 100
We weten niet hoeveel kas verlichting in Fryslân aanwezig is. Bij de vier bezoeken aan het gebied bij Menaam werd eigenlijk maar één verlichte kas gevonden. Stel dat we de kassen even buiten beschouwing laten, dan zien we in de laatste rij, dat bijna de helft van het licht in de atmosfeer van de openbare verlichting komt en van aangestraalde gebouwen en reclame bijna 30%, sport bijna 10% en binnenverlichting meer dan 12%. Al deze toepassingen van licht produceren dus de hoeveelheid licht in de provincie. Of de verdeling in elke provincie gelijk is, weten we niet. Ook zal de verdeling wat veranderen gedurende de nacht, met relatief een hoger aandeel openbare verlichting in de nacht en een lager aandeel in de avonduren. Ook wordt vermoed dat grotere steden relatief meer licht uitstralen dan kleinere wat waarschijnlijk vooral reclame en decoratie is, maar veel meer is er nog niet over te zeggen. We nemen aan dat de provincie ongeveer ook bovenstaande verdeling heeft en hieronder geven we aan wat mogelijke maatregelen zijn om in elk van deze toepassingen de uitstraling van het licht te verminderen zonder dat de veiligheid in het geding komt. Voorgestelde mogelijke maatregelen: 1.
Openbare verlichting: a. De provincie geeft zelf al aan dat provinciale wegen niet verlicht worden, tenzij verkeers- of sociale veiligheid daartoe aanleiding geven. (Frysk Miljeuplan 2011-2014). 4 b. Als er verlicht wordt kunnen er armaturen met een bepaalde G-klasse toegepast worden. c. Waar het mogelijk is de verlichting vervangen door actieve markering.
4
In de G-klasse tabel wordt aangegeven hoeveel licht er boven de 90 graden met de vertikaal, 80 graden etc. uitgestraald mag worden. De tabel staat in de NPR-13201-1 uitgave van de NSVV, bij elke OV ambtenaar bekend) Lichtonderzoek Fryslân
Pagina 21
d.
2.
3.
4.
Dimmen en zelfs doven van verlichting na een bepaald uur op doorgaande wegen; aansluiten wat dat betreft op de mogelijkheden die genoemd worden in de nieuwe ROVL-2011 e. Doven van de helft van de lichtmasten in de bebouwde kom, zoals nu al incidenteel toegepast wordt Sportverlichting a. De oude, veel licht omhoog stralende, armaturen vervangen door zogenaamd asymmetrische armaturen die horizontaal geplaatst, toch het hele veld kunnen bestrijken b. Bij aanleggen van nieuwe sportparken niet de verlichting opkrikken, met meer lampen dan op de oude velden (dit is zeer gebruikelijk in Nederland, waardoor de winst door betere armaturen te gebruiken volledig teniet gedaan wordt door een overmaat aan licht met 10 tot zelfs 20 lampen op een trainingsveld). Aanstraling, reclame verlichting a. Op bedrijfsterreinen waar niet gewerkt wordt dezelfde normen voor de verlichting hanteren als in de openbare verlichting; b. In de APV opnemen dat reclameverlichting, etalages en lichtbakken (ook die aan de masten van de OV gekoppeld zijn ) na een bepaald uur uit zijn. c. Dit ook regelen ten aanzien van het aanstralen van gebouwen, net zoals ook de monumenten van de stad zelf na een bepaald uur gedoofd worden. Verlichting van binnen a. Aansluiten bij de door de Taskforce voorgestelde regelingen voor aanwezigheidsdetectie en daglichtafhankelijke lichtregeling. Dit beleid kan in het kader van energiereductie uitgevoerd worden en zal een groot effect hebben vooral op de door de grote steden totaal uitgestraalde hoeveelheid licht.
Bovenstaande maatregelen zijn niet heel plaatsgebonden. Maatregelen zullen in eerste instantie verbetering opleveren in de eerste paar kilometers en heeft een (klein) effect in de hele provincie. De afgelopen 100 jaar is, zo schat men, een jaarlijkse toename van 5% opgetreden in de hoeveelheid licht in de atmosfeer. Als de provincie bovenstaande maatregelen implementeert en dit als onderdeel van haar beleid maakt dan is het mogelijk om deze trend te doorbreken of zelfs enigszins naar beneden bij te stellen. Om deze maatregelen nog beter te kunnen plannen is een kaart van de verlichting in Fryslân gewenst. Voorgesteld wordt om de openbare verlichting te inventariseren, samen met de grote lichtlocaties, zoals kassen en sportvelden. Dit is de manier om bovengenoemde maatregelen beter te kunnen managen, aangezien beter bekend welke toepassingen dan waar juist als eerste aangepakt moeten worden, om het grootste effect te kunnen bewerkstelligen. Of er gemeenten bezig zijn achterstallig onderhoud aan hun openbare verlichting aan te pakken, is niet bekend. Als er veel gemeenten de nieuwe zogenaamd ROVL-2011 gaan invoeren is het effect op de totale duisternis onzeker. Het kan een positief effect hebben gezien de vele mogelijkheden om te dimmen die in deze nieuwe richtlijn genoemd worden, maar kan ook een verslechtering opleveren door een andere indeling. Er zijn nog geen ervaringen mee. Reduceren van de verlichting kan uitstekend gebeuren zonder de veiligheid te verminderen. Al het licht dat van verre te zien is of omhoog gestraald wordt heeft geen nut en kost wel geld. Reduceren van dit licht kan dus voor iedereen, voor de bezitter van de verlichting, voor de omgeving en de natuur een verbetering opleveren. Geschat wordt dat Nederland twee keer zo donker kan worden (halvering van de waarden in de donkertekaart), als de verlichting in Nederland zou voldoen aan de eis dat er niet meer licht gemaakt wordt als en wanneer nodig.
Lichtonderzoek Fryslân
Pagina 22
VERLICHTING AAN DE HORIZON De donkertekaart is een goed hulpmiddel om een beeld te geven van de mate van duisternis. Er is een tweede punt dat niet in de duisterniskaart tot uiting komt en mede de visuele kwaliteit van het gebied buiten de bebouwde kom bepaalt, namelijk de verlichting in de verte aan de horizon. Het gaat daarbij om het tweede aspect van verlichting: het zien van verlichting. Fryslân is grotendeels een open vlak weidelandschap en daar speelt dit verschijnsel sterk. Lichten in de verte kun je tot wel 15 kilometer zien en bepalen voor een deel de visuele kwaliteit. De gemaakte all sky foto’s geven een beeld in een groot aantal locaties hoe zowel de horizon als de hemel eruit ziet. De foto's zijn er niet speciaal voor gemaakt maar ze geven wel een redelijk beeld van de verlichting op de horizon. Als de provincie deze foto's gecombineerd met de kaart op de website zet, dan is dat een goed extra hulpmiddel voor de bewoners om hun eigen omgeving 'snachts te beoordelen. Om dit aspect nog beter te kunnen beoordelen wordt voorgesteld om onderzoek naar het licht aan de horizon in een aantal van de donkerste gebieden uit te voeren. Eerder onderzoek in een vergelijkbaar gebied in Schouwen-Duiveland leverde een lijst van objecten op die van verre te zien zijn en waar maatregelen relatief veel effect op de visuele kwaliteit hebben, aangezien hier een heel directe relatie te leggen is tussen oorzaak en gevolg: deze lamp verbeteren levert in een groot gebied directe winst op. OVERIGE ADVISERING Tenslotte geven we voor twee gebieden specifiek een suggestie. STERRENPARK WADDENKUST Sinds een aantal jaren bestaat het verschijnsel Darksky park, een initiatief van de International Dark sky Association (IDA). Er bestaat nu een aantal in Europa en in verschillende landen lopen initiatieven. In Schotland was het Galloway Forest Park het eerste Europese dark sky park. Westhavelland een gebied 70 kilometer westelijk van Berlijn heeft onlangs de voorbereidingen afgerond. Het idee is dat een gebied de kwaliteit van zijn nachthemel als een positieve waarde ziet en die wil bewaren. De duisternis moet er dus relatief ongerept zijn en er moeten garanties en plannen liggen dat dit ook behouden blijft. Fryslân heeft een aantal gebieden die in principe qua kwaliteit in aanmerking zouden komen waarbij de Waddeneilanden natuurlijk voor de hand liggen. Uit het onderzoek blijkt dat ook het weidegebied tussen Leeuwarden ren Bolsward er voor geschikt is. Het gebied ten noorden van Dokkum zou ook een goede optie zijn om als Sterrenpark Waddenkust aan de weg te timmeren. Het gebied ligt tegen de Waddenzee aan, waar de duisternis een kernwaarde is, die behouden moet blijven. De geïsoleerdheid maakt het juist aantrekkelijk voor eventuele toeristen die juist de nachtelijke duister appreciëren en het kan een economische impuls aan dit gebied geven, waarbij juist de geïsoleerdheid als kwaliteit gezien wordt. Meer informatie over dark sky parks en reserves: http://www.darksky.org/night-sky-conservation MONITORING KASSEN Bij Menaam liggen een aantal kassen die assimilatiebelichting gebruiken. Bij Sexbierum komen een aantal van dergelijke kassen. In de duisterniskaart zijn de kassen zoals eerder al aangegeven moeilijk vast te leggen. De Lichtonderzoek Fryslân
Pagina 23
beide locaties liggen dichtbij het waddengebied waar de duisternis wettelijk beschermd is. Voorgesteld wordt om de uitstoot in dit gebied permanent te monitoren. De resultaten zouden openbaar moeten zijn en door zowel door de provincie, door de kwekers als de omwonenden te bekijken zijn. De langdurige ontwikkeling van de duisternis in dit gebied kan ermee bijgehouden worden. Hierbij kan aangesloten worden bij het meetnet dat in Nederland sinds de zomer 2011 door het RIVM wordt onderhouden. In het meetnet zijn op 9 locaties verspreid over heel Nederland, meetinstrumenten opgesteld die permanent de helderheid van de nachten meten. zie http://www.rivm.nl/Onderwerpen/Onderwerpen/N/Nachtelijke_Verlichting. Eén meetlocaties staat op Fries grondgebied, op het eiland Schiermonnikoog. Door op het vaste land van Friesland en eventueel één op bijvoorbeeld Vlieland of Texel, zou met drie meetlocaties het gehele waddengebied bestreken kunnen worden.
LITERATUUR Alterra: ‘Lichtbelasting, overzicht van de effecten op mens en dier, Alterra rapport 778’ Cinzano, P. e.a. The first world atlas of the night sky brightness Falchi F., Cinzano, P. CCD measurement of night sky brightness Schmidt W. Het meten van lichthinder. Zenit oktober 2005 Sotto le Stelle, Licht in Nederland, 2005 Sotto le Stelle Meten duisternis versie 2 , 2011
Lichtonderzoek Fryslân
Pagina 24
BIJLAGE 1 MEETMETHODE HEMELHEL DERHEID DONKERTEKAART EN HEM ELHELDERHEIDSKAART De mate van donkerte wordt bepaald door de totale hoeveelheid licht van de hemel. Het totale licht van de hemel is niet goed te meten aangezien er altijd wel bomen en of lichtbronnen aanwezig zijn. Daarom wordt er voor gekozen om niet de hele hemel te meten maar een klein stuk, recht boven je hoofd, het zenit, en de hoeveelheid licht van dat kleine stuk te meten. Dit is een goede maat voor het totaal aan licht van de hemel uit alle richtingen. Daarom spreken we voor de duidelijkheid niet over een donkertekaart maar over een hemelhelderheidskaart. HELDERHEDEN METEN Meten hoe helder de nachtelijke hemel is, is niet eenvoudig. De helderheden zijn erg laag waardoor erg gevoelige apparatuur gebruikt moet worden. Deze apparatuur is meestal alleen te gebruiken in gestandaardiseerde laboratorium condities. Bij het meten van hemel is dit nu juist niet mogelijk. Ook moet de procedure simpel zijn om binnen de gegeven tijd voldoende metingen te kunnen doen. Een luminantiemeter is het geijkte instrument om de helderheid van objecten te meten. De meest gevoelige luminantiemeter, die in het veld toepasbaar is, heeft een minimum waarde van 0,1 mcd/m². De natuurlijke hemelhelderheid ligt volgens de literatuur tussen 0,2 en 0,25 mcd/m² (hangt vooral af van de zonneactiviteit). Het is duidelijk dat zelfs deze meter aan de ondergrens zit van zijn meetbereik en de fout in zijn metingen daarom relatief groot zal zijn. Verder is de hoek waaronder hij meet erg groot, n.l. 3 graden. In het beeldveld zullen vele sterren meegenomen worden en kan er niet alleen de hemel gemeten worden. Er is daarom gezocht naar andere methodes. Deze nieuwe methodes maken alle gebruik van lichtgevoelige chips die gebruikt worden in digitale fototoestellen en die na ijking gebruikt kunnen worden om kleine lichthoeveelheden te meten. De gevoeligheid van deze chips is tegenwoordig dermate hoog dat binnen een korte tijd veel signaal gemeten kan worden. Dezelfde methodiek is eerder toegepast in de provincies Zeeland, Gelderland, Utrecht en Zuid-Holland. Deze methode is door Sotto le Stelle overgenomen van P. Cinzano en F. Falchi. De methode is grotendeels ontleend aan het werk van deze beroepsastronomen en de praktische uitwerking is met hen doorgenomen. (zie daarvoor de publicatie op internet beschikbaar ‘CCD measurements of night sky brightness’). Ook is het werk dat een andere sterrenkundige J. Hollan uit Tsjechië uitgevoerd heeft naar de effecten van extinctie op de hemelhelderheid meegenomen. Zijn methode om de extinctie in sterk verlichte landen zoals Nederland te verwerken is integraal overgenomen. Zie website: http://amper.ped.muni.cz/light. Deze methodiek zoals die in De provincie Fryslân toegepast is wordt ook gebruikt door de astronoom Hähnel in Osnabruck om het Ruhrgebied in kaart te brengen. Voor een uitgebreide beschrijving van de methodiek zie: http://www.sotto.nl/artikelen/Artikel%20%20Meten%20duisternis%20versie%202.pdf Bovenstaande wil niet zeggen dat hiermee het laatste woord over het meten van de hemel gezegd is. Het aantal mensen dat hiermee bezig is, is gering en ook de ontwikkeling van de meetapparatuur gaat snel. Er is dus grote kans dat de methodiek nog wel aangepast gaat worden. De data zoals die nu verzameld zijn vormen echter het best denkbare dat op dit moment uitvoerbaar is.
MEETCONDITIES De hemelhelderheid verschilt al naar gelang de bewolking. Hoe lager en dichter de bewolking hoe meer licht er vanaf de wolk gereflecteerd wordt en hoe hoger de hemelhelderheid is. Om niet elke nacht verschillende waarden te krijgen kan daarom alleen gemeten wordt op heldere nachten zonder bewolking. Andere voorwaarden zijn dat de zon meer dan 18 graden onder de horizon staat (astronomische duisternis) en de maan onder de horizon staat. Ook al was het op deze nachten onbewolkt, toch verschilt de mate waarin het licht uitgedoofd wordt door de atmosfeer. Dat heet extinctie. Elke nacht is op minimaal één locatie een zogenaamde extinctiemeting uitgevoerd waarmee de extinctie van die nacht bepaald wordt. Extinctie treedt op als licht zich door de atmosfeer beweegt. Een deel van het licht wordt tegengehouden, geabsorbeerd of verstrooid. Als licht precies verticaal door de atmosfeer gaat dan passeert hij de dikte van de hele atmosfeer, dit wordt 1 airmass genoemd. Licht dat meer horizontaal door de atmosfeer beweegt zal een langere weg afleggen in de atmosfeer en dus ook meer uitdoven, meer geabsorbeerd of verstrooid worden. Door elke nacht de absorptie en verstrooiing aan sterren laag aan de horizon te meten kan de mate waarin ook het licht van de grond uitgedoofd wordt bepaald worden. Op deze manier kunnen de metingen van verschillende nachten met elkaar vergeleken worden. Ook is het zicht en andere meteorologische condities vastgelegd, zoals dat bijgehouden wordt door veel weermeetstations in Nederland. De weersomstandigheden waren vooral in de herfst van 2010, maar ook enigszins in 2011 zeer wisselend, waarbij vooral lokale optredende grondmist zeer lastig te verwerken waren, aangezien dit alleen zeer plaatselijk optrad. De extinctiemetingen van een tweetal nachten in januari 2011 zijn dan ook niet betrouwbaar en niet meegenomen. In de winter en lente van 2011 waren de condities juist zeer stabiel en waren de metingen daarom ook zeer betrouwbaar en consistent.
Lichtonderzoek Fryslân
Pagina 26
METINGEN Er zijn op 14 verschillende nachten in totaal 359 metingen verricht op ruim 320 verschillende locaties Nacht
datum
Aantal Kwaliteit metingen
IJking
R²
Nacht 1 12 op 13 december 2010
8
Ongeveer -3 graad °C, windkracht 1-3, zicht y = -0,15x + >20 km; extinctie laag en redelijk 14,0008 betrouwbaar
Nacht 2 9 op 10 januari 2011
21
Ongeveer 2 graden °C, windkracht 3-4, zicht tussen 7 en 12 km; extinctie niet betrouwbaar
Nacht 3 27 op 28 januari 2011
26
Ongeveer -6 graad °C; geen wind; geen extinctie
Nacht 4 28 op 29 januari 2011
50
Ongeveer -6 graad °C, windkracht 3, zicht tussen 10 en 20 km; extinctie normaal en betrouwbaar
y = -0,32x + 15,21
R² = 0,96
Nacht 5 2 op 3 maart 2011
35
Ongeveer 0 graad °C, redelijk vochtig, opkomende grondmist, afnemend zicht; extinctie hoog en betrouwbaar
y = -0,977x + 14,91
R² = 0,88
Nacht 6 6 op 7 maart 2011
38
Ongeveer 6 graad °C, windkracht 3, zicht y = -0,32x + >30 km; extinctie normaal en betrouwbaar 1527
R² = 0,94
Nacht 7 7 op 8 maart 2011
48
Ongeveer 0 graad °C, windkracht 2, zicht >40 km; extinctie normaal en redelijk betrouwbaar
y = -0,27x + 15,24
R² = 0,80
Nacht 8 26 op 27 maart 2011
27
Ongeveer -2 graad °C, windkracht 2, zicht >25 km; extinctie laag en betrouwbaar
y = -0,21x + 15,09
R² = 0,98
Nacht 9 21 op 22 april 2011
6
Ongeveer 7 graad °C, windkracht 3, zicht tussen 10 en 20 km; extinctie hoog en betrouwbaar
y = -1,07x + 15,39
R² = 0,99
Nacht 10
7
Ongeveer 11 graad °C, windkracht 3, zicht rond 10 km; extinctie hoog en betrouwbaar
y = -0,68x + 15,23
R² = 0,99
21 op 22 april 2011
Lichtonderzoek Fryslân
R² = 0,78
Pagina 27
Nacht 11
1 op 2 mei 2011
4
Ongeveer 10 graad °C, windkracht zwak, zicht >30 km; extinctie laag en betrouwbaar
y = -0,20x + 15,03
R² = 0,84
Nacht 12
2 op 3 mei 2011
6
Ongeveer 10 graad °C, windkracht 4, zicht >40 km; extinctie laag en betrouwbaar
y = -0,25x + 15,17
R² = 0,82
Nacht 13
28 op 29 september 2011
39
Ongeveer 15 graad °C, windkracht 3, zicht tussen 2,5 en 10 km; extinctie normaal en betrouwbaar
y = -0,27x + 14,5
R² = 0,95
Nacht 14
28 op 29 september 2011
39
Ongeveer 16 graad °C, windkracht 2, zicht tussen 3,3 en 10 km; extinctie normaal en betrouwbaar
y = -0,29x + 14,8
R² = 0,97
Op elk meetpunt is de volgende procedure gevolgd:
Locatie is met behulp van een GPS vastgelegd;
Een foto van tussen de 90 en 180 seconde van het zenit gemaakt;
Een zogenaamd dark frame met dezelfde belichtingstijd gemaakt (hierbij wordt wel belicht, maar kan geen licht de chip bereiken door de dop op de lens te houden).
Meting met een de Sky Quality Meter uitgevoerd
VERWERKING Alle foto’s zijn omgezet tot een fit file (softwareprogramma Iris). Dit is het gebruikelijke formaat voor astronomische waarnemingen. Alle metingen werden gekalibreerd met de dark frame gemaakt op dezelfde locatie en met flatframes (software programma AIP). Hiermee worden de fouten zoals ruis, vignettering van het toestel zoveel mogelijk opgeheven. In het middelste deel van de foto werden 6 stukken van 15 bij 15 pixels uitgekozen waar geen sterren te zien waren en de ‘mean of the median half’ werd bepaald. Deze maat wordt beschouwd als de meest geschikte manier om de ‘pixelvalue’ van de hemel te verkrijgen. Er is in de foto’s namelijk een grote signal to noise ratio en met deze methode wordt alleen het middelste deel van de pixels meegenomen en daar weer het gemiddelde van bepaald. De gevonden pixelvalue werd via een Excel tabel omgezet in magnitudes en in milicandela per vierkante meter. Tevens werd van elke nacht de extinctie bepaald aan de hand van de foto’s genomen met de extinctiemeting. De extinctie op de nachten verschilde tussen 0,13 en 0,27 magnitude per airmass. Om de meetresultaten van de verschillende nachten te kunnen vergelijken en samen te kunnen presenteren, zijn de gemeten magnitudes van de hemel geschaald op een gemiddelde heldere nacht met een extinctie van 0,33 magnitude per airmass. Dit is de internationaal gehanteerde norm, ook bijvoorbeeld gebruikt bij de ‘Wereldatlas van de hemelhelderheid’.
Lichtonderzoek Fryslân
Pagina 28
NAUWKEURIGHEID De waarden zoals die in Fryslân gemeten zijn, zijn nauwkeuriger dan de waarden verkregen via de satelliet. De nauwkeurigheid van de wereldatlas is 300%, de waarden liggen waarschijnlijk dus tussen 3 maal de waarde en 1/3 ervan. De metingen zoals die nu in Fryslân uitgevoerd zijn, zijn veel beter, maar ook binnen deze metingen is een zekere mate van onzekerheid. De belangrijkste reden is dat de metingen op verschillende nachten uitgevoerd worden. Elke nacht heeft andere atmosferische condities, waardoor het licht op verschillende manier verstrooid wordt. Er wordt een eerste correctie uitgevoerd door elke nacht een extinctiemeting uit te voeren, wat een maat is voor de mate van transparantie van de atmosfeer. Eer wordt tevens het zicht opgevraagd van de dichtst bijzijnde weerstations. Er zijn totaal op 19 locaties meerdere metingen uitgevoerd op verschillende nachten. Hieronder staan deze metingen met de waarden op verschillende nachten. Het gemiddeld verschil was 20%.
Milicandela/m2
2
Ongecorrigeerd
Nacht 3 Nacht 4
1,5
Nacht 5
1
Nacht 6 Nacht 7
0,5
Nacht 8
0 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
Nachten
Nacht 13 Nacht 14
Door een correctie toe te passen waarbij zowel extinctie als zicht meegenomen werden konden de verschillen teruggebracht worden tot 6,8%. De grafiek van de nieuwe waarden staat hieronder. Te zien is dat de verschillen in waarden nu veel kleiner zijn. De methodiek is op alle metingen uitgevoerd en daarmee kon de waarschijnlijke fout teruggebracht worden tot 6,8%. We nemen dus aan dat voor alle metingen de fout ruim onder de 10% ligt. 1,4
Zicht correctie complex
milicandela/m2
1,2
Nacht 3
1
Nacht 4
0,8
Nacht 5
0,6
Nacht 6
0,4
Nacht 7
0,2
Nacht 8
0 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
Nachten
Lichtonderzoek Fryslân
Nacht 13 Nacht 14
Pagina 29
Kaart met de metingen
Lichtonderzoek Fryslân
Pagina 30
BIJLAGE 2 ALL SKY OPNAMEN Locatienaam
X coordinaat
X coordinaat
Ameland Ballum
175240,5
604682,2
23-04-11 1:39
Ameland Het Oer
189269,9
608022,6
22-04-11 23:00
Ameland vliegveld
176564,2
607963,7
23-04-11 0:35
Baaium
170019,9
576087,4
28-09-11 23:57
Bakkeveen
212667,6
567098,1
7-03-11 23:24
Bartlehiem
183350,7
587119,5
7-03-11 22:36
Bergum
195812,4
580482,7
8-03-11 3:51
Brantgum
191598,5
595776,2
8-03-11 0:31
Buitenpost
204900,8
583312,9
8-03-11 5:02
Dearsum
177412,3
566817,4
29-01-11 1:19
Dijken
176731,1
551739,8
6-03-11 20:44
Dokkum oost
198530
593826,7
26-03-11 23:28
Dokkum zuid
195671,4
590325,2
27-03-11 3:55
Drachtstercompagnie
207175,7
571110,6
8-03-11 0:51
Dronryp oost
174254,2
578020,1
28-09-11 23:25
Ee
201995,6
593698,2
26-03-11 23:09
Elahuizen
163799,8
547806,5
28-01-11 2:21
Ezumazijl
204996,8
596693,5
27-03-11 0:32
Ferwert wadden kust
183913,6
596473
7-03-11 23:41
Franeker nooord
163871,2
579137,6
29-09-11 0:51
Frieschepalen
210378,4
569569,3
8-03-11 0:37
Gaast
156580,3
559573,5
7-03-11 0:35
Ginnum
188402,4
593892,9
8-03-11 0:55
Groote Brekken
175078,2
544245,7
28-01-11 3:59
Hallem
182564,9
590097,7
7-03-11 23:07
Hartwerd
168775,3
564205
7-03-11 2:31
Haulerwijk
220351
564704,4
7-03-11 22:07
Haven ameland
188062
600535,5
8-03-11 0:03
Heidenschap
162179,3
551080,4
6-03-11 23:54
Hemelum
160994,9
543656
28-01-11 0:50
Hichtum
163218
565754,7
30-09-11 2:25
Hijum
182714
589928,4
29-09-11 4:41
Hilaard
175767,9
575710,8
29-01-11 3:28
Hoomsterzwaag
209004,2
556748,3
2-03-11 23:04
Húns
173291,8
574349
29-01-11 4:15
Jirnsum west
180393,3
564979,8
29-01-11 0:17
Joure Noord oost
184285,6
554089,6
7-03-11 4:57
Jutrijp
172099,4
556579,4
6-03-11 21:40
Keuningswijk
214510,8
569444,1
7-03-11 23:04
Kleaster Anjum
171123,4
583063,4
29-09-11 22:24
Klooster-Lidlum
164173,8
581947,5
29-09-11 1:41
Lichtonderzoek Fryslân
Pagina 31
Kollumerpomp noord
210737,8
593078
26-03-11 22:05
167492
570817,8
30-09-11 1:43
Lauwersoog
206288,7
602606
27-03-11 0:52
Lippenwoude
174170,5
553900,2
6-03-11 21:18
Lutjewouden
207530,1
586918,8
26-03-11 21:03
Luxwoude
197189,8
557422
28-01-11 20:54
Midland noord
146187,2
599618,7
3-05-11 1:12
Mildam
199539,7
548977,7
2-03-11 22:13
Molkwerum noord
156633,5
547773,1
28-01-11 1:45
Molkwerum oost
157122,9
545505,9
28-01-11 1:15
Naardeburen
186045,6
570111,1
29-01-11 2:17
Nijhuizum
161840,2
555260,4
6-03-11 23:37
Oldeouwer
182513,6
547995,3
2-03-11 20:17
Oosterend oost
155081,6
603690,6
2-05-11 23:33
Oostermeer
201135,9
576337,5
8-03-11 3:55
Oppenhuizen
177881,3
557374,6
7-03-11 4:14
Oud-Appelscha
217700,7
552416,4
3-03-11 1:08
Oudega
167747,7
556201,4
6-03-11 22:15
Oudeschoot
193836,9
548706,3
2-03-11 21:38
Poppenhuizen
191163,5
564826,3
28-01-11 22:19
Ritsumazijl
178563,7
578991,9
29-01-11 3:28
Roptazijl
159049,9
581314
29-09-11 1:07
186982
547480,5
2-03-11 20:35
Rottum
189566,8
548143,4
2-03-11 20:58
Schiermonnikoog oost
209650,9
610762,9
21-04-11 23:53
Schiermonnikoog west
204701,5
610373,9
22-04-11 0:58
Sint Nicolaasga
178743,4
547359,7
28-01-11 3:23
177707
562640,9
29-01-11 0:50
Sorremorre
187415,1
565856,7
28-01-11 22:39
Spannenburg
174489,3
548709,1
28-01-11 2:51
Sparjebird
205776,7
562391,8
8-03-11 0:02
Stiens zuid west
178503,2
584689,3
8-03-11 2:22
Suameer
196063,5
576670,7
8-03-11 4:11
Surhuizum
209794,7
580192,6
8-03-11 2:54
Techum
182928,5
576074,9
29-01-11 2:36
Terherne
181136,2
562551,1
29-01-11 0:31
Tijnje
194907,5
561459,3
28-01-11 21:17
Tjalleberd
194498,4
556228,8
28-01-11 20:31
Ureterp
206103,7
566921,9
8-03-11 0:19
162112
576260,1
30-09-11 0:16
Visvliet
211676,3
586960,4
26-03-11 21:27
Vlieland oost
135436,2
590586,7
1-05-11 23:28
Vlieland west
127037,9
586747,2
2-05-11 1:09
Wadden bij Kimswerd
156741,3
574132,6
28-09-11 23:13
Kûbaard noord 2
Rotsterhaule
Sneek Noordoost
Velden boven Sopsum
Lichtonderzoek Fryslân
Pagina 32
Wadden bij St. Jacobiparochie Waskemeer
169621,2
587467,6
29-09-11 2:19
216023,4
564370,7
7-03-11 22:28
Wateren
215273
549473,2
3-03-11 0:02
Weidum
179381,7
573590,1
29-01-11 1:44
Welsrijp
170101,3
576185,4
29-01-11 4:30
Westhoek
169054,5
590759,9
29-09-11 3:01
Wetsens
198701,2
596650,3
27-03-11 0:07
Wijgeest
204535,5
590692,7
26-03-11 22:44
Wijnjewoude
208652,9
565025,2
7-03-11 23:43
Wyns
185679,3
584686,1
8-03-11 1:45
Wirdum
183419,8
573956
29-01-11 2:00
Workum
157670,6
555655
7-03-11 0:23
Ysbrechtum
171879,1
562456
7-03-11 3:21
Zoutkamp
213901,9
594972,9
26-03-11 21:54
Lichtonderzoek Fryslân
Pagina 33
BIJLAGE 3 BEGELEIDEN DE TEKST BIJ HEMELHE LDERHEIDSKAART FRYSLÂN
Al jaren nemen lichtvervuiling en lichthinder in onze samenleving toe en de donkerte van de nacht af. Er zijn drie belangrijke argumenten om met dit gegeven aan de slag te gaan:
Verlichting kan verstoring opleveren van mens en dier Duisternis is een te beschermen oerkwaliteit, vergelijkbaar met stilte Lichthinder en lichtvervuiling gaan vaak gepaard met energieverspilling
De provincie Fryslân heeft bureau Sotto le Stelle opdracht gegeven om onderzoek uit te voeren hoe de nachten in de provincie Fryslân beïnvloed worden door de aanwezige verlichting. Een belangrijk resultaat van het onderzoek is de hemelhelderheidskaart van de provincie Fryslân. Dit memo geeft een korte toelichting op het onderzoek en de resultaten. Nachten in Fryslân Na zonsondergang valt zonder kunstmatige verlichting de duisternis in. Door verlichting wordt dit vertraagd en/of teniet gedaan. Hierbij kan een drietal soorten van beïnvloeding door licht onderscheiden worden wat zowel geldt voor mensen als dieren en planten: 1.
Verlicht worden
Dit is het effect van nabije verlichting. Het kan bijvoorbeeld leiden tot hinder voor de mens wanneer een lantaarnpaal de slaapkamer in schijnt, tot vroegere bloei van flora en tot beïnvloeding van de biologische klok van mens en dier. 2.
Zien van verlichting
Dit treedt op grotere afstand van de lichtbron op. Afstoting en aantrekking van dieren, maar ook vervuiling en verrommeling van nachtelijk landschap vallen in deze categorie. 3.
Oplichten van de hemel
Duisternis is een oerkwaliteit, vergelijkbaar met rust en stilte. In onze omgeving is de hemel nooit meer echt donker. Hierdoor zijn sterren niet of slecht zichtbaar, maar wordt ook de beleving van de nacht aangetast en het contrast met de dag verminderd. In de bebouwde kom (ongeveer 15% van het grondgebied van Fryslân) gelden alle drie de aspecten, terwijl daarbuiten vooral de laatste twee gelden. Als we naar de mens kijken praten we in plaats van effecten vooral over de visuele kwaliteit. De nachten in Nederland worden buiten de bebouwde kom visueel bepaald door de lichten in de omgeving en de hemel boven je. De hoeveelheid licht van de hemel bepaalt of je je omgeving kan zien (kun je iemand aan zien komen), terwijl de lichten in je omgeving je oriëntatie bepaalt (waar ben je). De hemelhelderheidskaart Van de drie genoemde effecten is alleen het oplichten van de hemel geschikt om een kaart van te maken. Het ophelderen van de hemel geschiedt door alle lichten in de omgeving en geeft dus een algemeen beeld van de nacht. De hemelhelderheidskaart is een handige manier om in een oogopslag te zien wat de visuele kwaliteit is van de nachten in de provincie Fryslân.
Lichtonderzoek Fryslân
Pagina 34
De hemelhelderheidskaart geeft aan hoe donker de hemel recht boven een locatie is, op een heldere nacht zonder maan. De kaart is gebaseerd op uitgebreide fotografische metingen op ruim 300 locaties op het hele grondgebied van de provincie. De waarden op de tussenliggende punten is door de computer uitgerekend. Uit de kaart blijkt dat de hemelhelderheid in onze provincie varieert erg donker tot redelijk licht. In het donkerste gebieden zijn er nog meer dan 3000 sterren te zien terwijl in de centra van de steden hoogtuit nog 1000 te zien zijn. Uit de kaart kan de volgende zaken afgeleid worden: 1.
De kaart geeft aan wat de helderheid is van de hemel recht boven je hoofd.
2.
De kaart geeft inzicht in de totale hoeveelheid licht van de hemel door te kijken hoe de hemel in alle richtingen er uit ziet.
3.
De kaart geeft aan hoeveel sterren bij een heldere nacht te zien zijn: variërend van 780 tot 3500. Dat zijn de maximale aantallen, meestal zal dat (veel) minder zijn.
4.
De kaart geeft een algemeen beeld van de visuele kwaliteit van de nacht in een locatie.
Voor meer informatie is het rapport over het onderzoek te verkrijgen bij het programma ruimtelijke kwaliteit van de provincie Fryslân.
Lichtonderzoek Fryslân
Pagina 35
BIJLAGE 4 HEMELHELDERHEIDSKAART VAN DE PROVINCIE FRYSLÂN