Lichamelijk onverklaarde klachten (LOK) What’s in a name?
Prof. Dr. Dirk Vogelaers en Peter Vermeir Dienst Algemene Inwendige ziekten, Infectieziekten en Psychosomatiek
Universitair Ziekenhuis Gent
© 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
1
Inleiding psychisch
Klachten
documenteerbare pathologie lichamelijk (schijnbaar) geen objectiveerbare verklaring
Lichamelijke klachten ≠ lichamelijke (medische) aandoeningen: Lichamelijke aandoening: soms asymptomatisch (hypertensie, diabetes mellitus, stabiel coronair lijden) Lichamelijke klachten: niet altijd gepaard gaande met een medische aandoening © 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
2 2
1
Disease Illness
Disability © 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
3 3
Medisch onverklaarbare klachten (MOK/LOK) Functionele somatische syndromen Vaak voorkomend Indeling vaak gebaseerd op lichamelijke gewaarwordingen (pijn, duizeligheid, hartkloppingen, moeheid, …) Frequent psychiatrische comorbiditeit (depressie, angst) Diagnose: inconsistentie en pluriformiteit aan terminologie nood aan gemeenschappelijk taalgebruik en theoretisch framework mbt MOK/LOK/FSS
© 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
4 4
2
Prevalentie Beïnvloed door socioculturele factoren Verschil in ervaren van klachten, perceptie en attributie Duitsland 2x meer rugpijn ivm UK (gecorrigeerd) CVS dominante diagnose in Vlaanderen vs fibromyalgie in Wallonië
Verschil in hulpzoekend gedrag Verschil in emoties, die somatische processen beïnvloeden
Gender verschillen Meer ‘vrouwelijke klachten’ op de lijst van MOK/LOK (gerelateerd aan menstruatie of zwangerschap) MOK/LOK vaker gemeld door vrouwen dan door mannen
© 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
5 5
Vaak voorkomende klachten (individueel of syndromen) Pijnklachten Rug, hoofd, schouders/nek, gewrichten, borst,…
Langdurige vermoeidheid Vb. Chronische vermoeidheid, CVS
Gastrointestinale klachten Buik/maagpijn, constipatie, diarree, misselijkheid,… Vb. IBS, FD, …
Uitvalsverschijnselen Verlammingsverschijnselen, evenwicht-, spraak-, slikproblemen, problemen met het waarnemen, krampen, spiertrekkingen,…
Andere Duizeligheid, koude/warme handen of voeten, hartkloppingen,… © 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
6 6
3
Clusteren van somatische klachten In functionele somatische syndromen Verbeteren van kwaliteit en accuraatheid van diagnose Meest vermeld: IBS CVS FM
Wetenschappelijke bewijsvoering: matige evidentie Discipline- georiënteerde of –geïnspireerde classificatie Vb. CVS vs insomnie vs fibromyalgie: primaire diagnose vaak volgens subspecialisatie van behandelende arts (algemene interne geneeskunde, slaapgeneeskunde, fysiotherapie) ondanks duidelijke overlap in syndromale componenten © 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
7 7
CVS criteria volgens Fukuda et al., 1994 Onverklaarde persisterende of terugkerende vermoeidheid > 6 maanden Nieuw ontstaan Geen gevolg van organische pathologie. Niet verbeterend door rusten. Resulterend in significante vermindering van voorafbestaande professionele, sociale en persoonlijke activiteiten. 4 symptomen (samen aanwezig gedurende 6 maanden) uit volgende reeks: Geheugen en concentratiemoeilijkheden. Keelpijn Gevoelige klieren in hals of oksels Spierpijn Gewrichtspijn in verschillende gewrichten zonder zwelling. Een nieuwe hoofdpijn. Onverkwikkende slaap. Malaise na inspanningen. © 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
8 8
4
CVS: exclusiecriteria Medische aandoening, die (voldoende) vermoeidheid verklaart Majeure depressie met psychotische of melanchole kenmerken of bipolaire stoornis Schizofrenie, dementie of psychose Anorexia of boulemia nervosa Alcohol- middelenmisbruik Geen life-time exclusie; abstinentie gedurende 2 jaar voorwaarde
Ernstige obesiteit (BMI > 45).
© 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
9 9
Vermoeidheid: uitgebreide evaluatie op onderliggende oorzaken
CVS = uitsluitingsdiagnose na uitgebreide screening op onderliggende neurologische, psychiatrische of internistische pathologie.
© 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
10 10
5
CVS: diagnostische criteria Beschrijvende definitie (enkel op basis van symptomen en invalidering; niet op basis van klinische afwijkingen of diagnostische labotesten) zonder karakter van duidelijke nosologische of diagnostische entiteit (met duidelijke geïdentificeerde oorzaak) blijvend diagnostisch probleem Geen referentiekader voor bepaling van werkonbekwaamheidsgraad, vermindering van verdienvermogen en invaliditeit Selecteert voor patiënten met ernstige vermoeidheid © 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
11 11
Definitie (FM)-criteria van de ACR 1990 Gegeneraliseerde pijn > 3 maand Zowel links als rechts Zowel bovenste als onderste lichaamshelft, als axiaal skelet
Minimum 11/18 drukpunten Als pijnlijk beschreven Vingerpalpatie Dolorimeter
Beide moeten vervuld zijn Vaak geassocieerde symptomen: Moeheid, slaapstoornissen, cognitieve stoornissen,… © 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
12 12
6
Definitie (FM)-criteria van de ACR 2010 Widespread pain index (WPI): maat voor aantal pijnlijke regio’s ~ neck, upper back, chest or breast, abdomen, lower back, left jaw, left shoulder, left upper arm, left lower arm, left hip, left upper leg, left lower leg, right jaw, right shoulder, right upper arm, right lower arm, right hip, right upper leg, right lower leg
Symptom severity (SS): maat voor ernst symptomatologie ~ vermoeidheid, niet-recuperatieve slaap, cognitieve problemen, spierpijn, hoofdpijn, …
(►cfr. CVS criteria!)
FM criteria: WPI ≥ 7 + SS ≥ 5 of WPI 3-6 + SS ≥ 9 Wolfe (2010). Arthritis Care of Research 62:583-4. © 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
13 13
Vermoeiende pijn Pijnlijke moeheid Duidelijke overlap tussen fibromyalgie en CVS Wisselende incidentie: 20-70 % in verschillende studies
© 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
14 14
7
Overlap tussen somatische syndromen
•
In symptomen
•
In functionele beperkingen
•
In psychiatrische comorbiditeit
•
Response op therapie
Dadabhoy & Clauw (2006) Nat. Clin. Pract. Rheumatol. 2:364–72
© 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
15 15
Sleep complaints in CFS: parameters & prevalence Holmes et al. 1988 (CDC)
Lloyd et al. 1988
Sharpe et al. 1991 (Oxford)
Fukuda et al. 1994 (CDC)
Carruthers et al. 2003
USA
Australia
UK
USA
Canada
Minor criterion: unrefreshing sleep
Cluster 'Sleep dysfunction': unrefreshing sleep, poor sleep quality or rhythm disturbances (such as early, middle or late insomnia, with reversed or irregularly irregular insomnia, hypersomnia, abnormal diurnal variation of energy levels, including reversed or chaotic diurnal rest and sleep rhythms)
SLEEP PARAMETERS Minor symptom criterion: sleep disturbance (hypersomnia or insomnia)
Possible symptom: sleep disturbance, persistent > 6 months with no other cause
Possible symptom: sleep disturbance: (i) subjective report of a change in duration or quality of sleep (ii) distinguished from feelings of daytime fatigue or tiredness (iii) should: (a) be complained of (b) not be a response to external disturbance (c) be a change from the previous state (d) be persistant (iv) should be described as (a) type: hypersomnia or increased sleep;insomnia or reduced sleep (either difficulty getting off to sleep, early waking or subjectively disturbed or unrefreshing sleep) (b) severity:amount of change in duration of sleep (h)
Exclusions: primary sleep disorders such as sleep apnea and narcolepsy
Remark: Small number of patients do not have sleep dysfunction, but no other diagnosis fits. A diagnosis of ME/CFS can be maintained if infectious illness type onset. Exclusions: treatable sleep disorders (such as UARS, OSA/CSA, RLS)
Prevalence of unrefreshing sleep ND
ND
ND
ND
ND
81.4%-95.4% (community-based sample) 70-95% (specialty care)
ND
18,6% (OSA and narcolepsy) (community-based sample)
ND
Prevalence of sleep disorders
© 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
46-58.3% (narcolepsy, ideopathic hypersomnia, EDS) (tertiary care)
16 16
8
Mineur criterium: niet-recuperatieve slaap Verminderde slaapkwaliteit somatische klachten, o.a pijn Tekort aan slaap geassociëerd met hyperalgesie (verlaagde pijndrempel) Link tussen pijn en slaap bi-directioneel Chronische pijn verminderde slaapkwaliteit ( arousals) Slechte slaap resulteert in meer pijn de volgende dag
Verschillende beïnvloedende factoren (CVS/FM/pijn) Psychiatrische aandoeningen (majeure depressie, PTSD,…) Lifestyle/slaap-waakhygiëne (dutjes) Medicatie Alcohol © 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
17 17
Etiologie en pathogenese van CVS
Hypothesen “komen en gaan” Cave snelle conclusies, vooral naar een unilineair oorzaak gevolg relatie model
© 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
18 18
9
HYPOTHESEN OMTRENT DE PATHOGENESE VAN CHRONISCHEVERMOEIDHEID-SYNDROOM Hypothese Persisterende infectie Enterovirus Epstein-Barr-virus Cytomegalovirus Herpesvirus type 6 Retrovirus Brucella Yersinia enterocolitica Bartonella henselae Borrelia burgdorferi Helicobacter pylori Candida albicans Toxoplasma gondii RNA-ase-L-activiteit Intoxicatie amalgaam dioxine
Status verworpen verworpen verworpen onbevestigd verworpen verworpen verworpen verworpen verworpen verworpen onwaarschijnlijk verworpen onbevestigd onwaarschijnlijk onwaarschijnlijk
© 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
19 19
CVS: pathofysiologie Veel hypothesen maar weinig overtuigende bewijzen voor reële oorzaak → gevolg relatie. Nog verder te ontrafelen complexe interactie tussen verschillende regulatoire systemen (centrale zenuwstelsel + immuunsysteem + hormonaal). Mogelijk latere omschrijving van verschillende ziektebeelden (telkens met verschillende trigger) met dezelfde symptomatologie. Geen uitgesproken effecten te verwachten van behandeling getarget op één enkele (biologische) afwijking. © 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
20 20
10
Vermijd fixatie op biologisch model © 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
21 21
Biopsychosociaal ziektemodel Faciliterende factoren (kwetsbaarheid) Initiërende factoren (triggers) In stand houdende factoren
© 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
22 22
11
Faciliterende factoren Premorbide psychosociale problematiek Overactieve premorbide levensstijl
Perfectionistische persoonlijkheid
© 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
23 23
Initiërende factoren Somatische factoren Psychosociale problematiek en life-events
© 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
24 24
12
In stand houdende factoren Geen erkenning door hulpverlening Negatieve self-efficacy Lichamelijke attributies Gebrek aan sociale steun Angst voor vermoeidheid Gericht zijn op lichamelijke sensaties © 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
25 25
Instandhoudende factoren niet helpend gedrag Vermijden van activiteit Periodische overactiviteit
niet helpende gedachten Foutieve opvattingen over vermoeidheid en ziekte Verhoogde lichamelijke preoccupaties © 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
26 26
13
Beïnvloedbaarheid Somatische/psychologische factoren Mogelijke startpunten
Faciliterende en initiërende factoren Moeilijk te beïnvloeden
Instandhoudende factoren Beter te beïnvloeden
© 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
27 27
‘Succesvolle’ behandeling Vermoeidheid: meer normale moeheid (sneller herstel, signaalfunctie van vermoeidheid is teruggekeerd, minder vaak extreem moe,
…)
Andere klachten: minder invaliderend, minder prominent aanwezig Weinig patiënten rapporteren volledig herstel.
© 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
28 28
14
Disease Illness
Disability © 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
29 29
Effectstudies Deale, Chalder, et al (Am J Psy,1997) 70% verbetering fysisch functioneren, ook na 6mnd (versus 19% in relaxatiegroep)
Prins, Bleijenberg, et al (Lancet, 2001) CBT beter dan support groepen en standard care voor: ernst van vermoeidheid, functionele status Verbetering was beperkter voor patiënten die sterk gericht waren op lichamelijke symptomen
KCE rapport 88A, 2008: “CVS: diagnose, behandeling en zorgorganisatie”
© 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
30 30
15
Management Geen enkelvoudige farmacologische behandeling tot hiertoe effectief voor CVS (niveau 1) CBT (cognitieve gedragstherapie) effectief voor sommige patiënten met CVS (niveau 1) Graduele oefentherapie kan effectief zijn voor sommige patiënten met CVS (niveau 2) Antidepressiva kunnen symptomatisch belangrijk zijn voor patiënten met pijn, slaapstoornissen en angst- en stemmingsproblematiek/secundaire depressie (niveau IV) → meer geïndividualiseerde behandeling dan nu mogelijk in huidige CVS conventie. → behandeling in een zo vroeg mogelijk stadium om invloed van onderhoudende factoren te minimaliseren. © 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
31 31
Management: nood aan waakzaamheid! Incidentie aanmeldingsklacht moeheid bij huisartsen in Nederland: 19-63/1000 per jaar 2x meer vrouwen dan mannen ~ 50% onverklaard, waarvan 0.5-1% zal leiden tot CVS diagnose 1-3% ernstige somatische aandoening
© 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
32 32
16
Patiëntenflow: stepped care Vroege fase (< 6 mnd): 1e lijn Huisarts als motor Detectie Secundaire preventie van verdere somatisering Eerste basistechnieken van CBT
Eventueel in samenwerking met kinesitherapeut Quid: voldoende flexibiliteit in voorschrijven van een 2 e sessie van 18 (2x9) beurten
© 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
33 33
Aanmelding met aanslepende vermoeidheidsklachten (<6 mdn) bij huisarts
Uitsluiten evidentie
- somatische oorzaken - psychiatrische oorzaken (PHQ-9, GAD-7, AUDIT)
Behandelen of verwijzen naar somatische 2e lijn Zorgpad: depressie, angst, afhankelijkheid
Psychoeducatie moeheid mbv motiverende gespreksvoering: - uitleg uitlokkende, kwetsbaarheids – en instandhoudende factoren - erkenning klachten en geruststelling - terug zoeken naar balans in het leven
Opvolgen klachten Bij onvoldoende verbetering na 6 weken: doorsturen voor: - CGT; motiverende gespreksvoering - GET
© 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
34 34
17
Bij onvoldoende verbetering na 6 mdn of bij aanmelding bij huisarts met vermoeidheidsklachten >6 mdn: Verwijzing naar expertisecentrum voor diagnose en advies
Gestandaardiseerd individueel programma met CGT en GET buiten de centra, oa mbv cheques voor erkende CGT-therapeuten
Opvolging door huisarts en zorgcoördinator (POH)
Socio-economische reïntegratie, oa via GTB, vrije tijdsbesteding, sport, werk,…
© 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
35 35
Patiëntenflow: stepped care Latere fase (> 6 mnd): 2e en 3e lijn Multidisciplinaire diagnostisering (uitsluitingsdiagnose) Na overleg keuze van therapeutisch pad: 1e lijn met individuele hulpverleners onder coördinatie van de huisarts 2e of 3e lijn teamgeorganiseerde aanpak
Georganiseerd overleg (intermediair en finaal) Verankering van nazorg (oa snelle integratie van VDAB ondersteuning in therapeutisch proces), in interactie met medische adviseurs
© 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
36 36
18
Herdefinitie Overdiagnose/ overlabeling als CVS Herdefinitie naar zorgtraject pathologische moeheid Multidisciplinair diagnostisch traject
© 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
37 37
Zorgtraject pathologische vermoeidheid
Internistisch onderzoek Consult psychiater
Psychodiagnostisch onderzoek Opname in zorgtraject
Multidisciplinaire bespreking
Diagnose en feedback
Behandeling
Polysomnografie MSLT Patiënt verwezen met onverklaarbare moeheid
Consult internist Rehabilitation assessment
Andere gepaste benadering © 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
38 38
19
U
© 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
te d
lo
m
fo r
C
5,7
lu st er
sl
fin al
di ty 2,2
no si s
O th er
or bi
di ag
r
r
de r
or
di s
de
so rd e
d. ..
di so r
di
om
p
ee p
ee
Sl
r
de r
or
di s
so rd e
at ric
hi at ric
ch i
ep
+/ -c
o
e
+
N
ea s
is
er
sle
ps y
+
Ps yc
+
FS
so rd na ld
In te r
di
C
de r
or
di s
hi at ric
ep
FS
2,5
C
B
1,4
lu st er
A
sle
di
C
19
C
lu st er
er
+
Ps yc
FS
yc hi at ric
ps
% of patients 10
C
rd
rs
s
1,1
di so
so rd e
di so rd er
di
r
or de r
di s
0,4
at or
ta l
ot ic
C
FS +
2,5
tin g
en
Ea
pm
so m
de ve
er
so rd e
so rd
5,0
en t ia
ve
di
di
de r
or
di s
C 5
Ps yc h
la te d
oo d
15,0
re
M
% of patients
20
ffe r
rv as i
bs ta nc e
xie ty
25
nd i
Pe
Su
An
Prevalentie finale diagnosen 23,3
16,1 20,8
15
9,7
0 1,4
5,7
2,5
© 2008 Universitair Ziekenhuis Gent 39 39
Prevalentie psychiatrische stoornissen
30,0
25,0 26,5
20,0
14,0
10,0
4,3
1,8
6,8
0,0
40 40
20
Somatisation disorders Chronic fatigue ± fibromyalgia / MUS Primary psychiatric disorders
Primary sleep disorders
Insomnia
© 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
41 41
CVS netwerk Oost- en West-Vlaanderen Zorgontwikkelingsplan Doelstellingen te realiseren op langere termijn Initiatief bij verzekeringscomité/RIZIV College geneesheren-directeurs tot aantal diagnostische centra Investering om structuur en een reëel perspectief op verbetering te bieden aan deze onbegrepen groep van patiënten Laagdrempelige verschuiving van biologisch naar biopsychosociaal model verwezenlijken Gezamenlijke verantwoordelijkheid van evidence based geneeskunde en overheden © 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
42 42
21