Gemeente Ermelo
Bestemmingsplan Buurtweg 75/Leuvenumseveld 13 Toelichting, regels en analoge verbeelding
25 april 2013 Kenmerk 0233-03-T02 Projectnummer 0233-03
Toelichting
Inhoudsopgave 1.
Inleiding 1.1. Aanleiding 1.2. Plangebied 1.3. Vigerende regelingen 1.4. De bij dit plan behorende stukken 1.5. Leeswijzer
1 1 2 2 2 2
2.
Beschrijving bestaande situatie 2.1. Ontstaansgeschiedenis 2.2. Ruimtelijke structuur 2.3. Aanwezige functie 2.4. Consequenties voor aanpassing bestemmingsplan
4 4 4 5 5
3.
Beleidskader 3.1. Rijksbeleid 3.1.1. Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte 3.1.2. Visie erfgoed en ruimte 3.2. Provinciaal beleid 3.2.1. Streekplan Gelderland 2005 3.2.2. Streekplanuitwerking Nationale Landschappen 3.2.3. Streekplanuitwerking Functieverandering Noord-Veluwe 3.2.4. Ruimtelijke Verordening Gelderland 3.3. Gemeentelijk beleid 3.3.1. Structuurvisie gemeente Ermelo 2025 3.3.2. Structuurvisie Functieverandering 3.4. Consequenties van het bestemmingsplan
6 6 6 6 7 7 8 8 9 9 9 11 11
4.
Randvoorwaarden / onderzoek / verantwoording 4.1. Milieu 4.1.1. Flora en Fauna 4.1.2. Luchtkwaliteit 4.1.3. Akoestiek 4.1.4. Geur 4.1.5. Bodem 4.1.6. Externe veiligheid 4.1.7. Ammoniak en veehouderij 4.2. Verkeer 4.3. Kabels en leidingen 4.4. Water 4.5. Archeologie 4.6. Consequenties voor wijziging bestemmingsplan
12 12 12 14 15 16 17 18 18 19 19 19 21 21
5.
Planbeschrijving 5.1. Uitgangspunten voor wijziging 5.2. Stedenbouwkundige en planologische afweging plangebied
23 23 24
6.
Juridische aspecten 6.1. Algemeen 6.2. Regels
25 25 25
7.
Economische uitvoerbaarheid
27
8.
Maatschappelijke uitvoerbaarheid 8.1. Tervisielegging ontwerp 8.2. Overleg ex artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening
28 28 28
1
1.
Inleiding
1.1.
Aanleiding Aan de Buurtweg 75 en het Leuvenumseveld 13 zijn twee kalverhouderijen gevestigd die in eigendom zijn van een vader en een zoon. De vader heeft het voornemen zijn bedrijf aan de Buurtweg te beëindigen en de bedrijfsrechten (400 kalveren) te verplaatsen naar het Leuvenumseveld. Daarnaast zal het bedrijf aan het Leuvenumseveld met 300 extra kalveren worden uitgebreid, waarbij een luchtwasser op de nieuwe stal zal worden geplaatst. Ten behoeve van de landschappelijke inpassing zal een houtwal worden ingeplant. In het kader van de functieverandering wordt aan de Buurtweg de aanwezige agrarische bedrijfsbebouwing (700 m²) gesloopt. In plaats daarvan wordt een 2-onder-1-kapwoning gebouwd. Deze ontwikkelingen passen niet binnen het vigerende bestemmingsplan. In het onderhavige bestemmingsplan is voor beide percelen een regeling opgenomen voor de inrichting en bebouwing. Het bestemmingsplan dient als basis voor het toestaan van het gebruik en voor de omgevingsvergunningen en de handhaving op en naleving van die vergunningen. Afbeelding 1: Situering plangebied.
Gemeente Ermelo - Bestemmingsplan Buurtweg 75/Leuvenumseveld 13
2
1.2.
Plangebied Speuld is een kleine kern aan de oostkant van de gemeente Ermelo. Speuld wordt omgeven door een agrarisch enclave te midden van de daaromheen liggende natuur- en bosgebieden. Zowel het Leuvenumseveld als de Buurtweg liggen buiten de kern van Speuld en worden gekenmerkt door verspreid liggende agrarische bedrijven en woningbouw. Het plangebied aan het Leuvenumseveld beslaat het kadastrale perceel ERMELO D, nummers 1928 en 1551 en heeft een oppervlakte van circa 3.000 m². Dit perceel is in eigendom van de initiatiefnemer. Het plangebied aan de Buurtweg beslaat het kadastrale perceel ERMELO D, nummer 1482 en heeft een oppervlakte van circa 3.755 m². Dit perceel is in eigendom van de initiatiefnemer.
1.3.
Vigerende regelingen Voor beide locaties vigeert het bestemmingsplan Buitengebied agrarische enclave, herziening 2007 dat door de gemeenteraad op 3 juli 2008 is vastgesteld en op 24 april 2009 door Gedeputeerde Staten van Gelderland grotendeels is goedgekeurd. Het perceel Leuvenumseveld 13 heeft de bestemming "Agrarisch gebied met landschaps- en natuurwaarden", de houtwal heeft de bestemming "Waardevolle landschapselementen". Op de plankaart is een bouwperceel aangegeven waarbinnen de agrarische bedrijfsbebouwing gerealiseerd mag worden. De beoogde bedrijfsuitbreiding vindt echter buiten dat bouwperceel plaats en voor een deel in de houtwal. Buurtweg 75 heeft de bestemming "Agrarisch gebied met landschapswaarden" met de nadere aanduiding 'oud verkavelingspatroon'. Binnen deze bestemming is het niet toegestaan een 2onder-1-kapwoning te bouwen.
1.4.
De bij dit plan behorende stukken Het bestemmingsplan Buurtweg 75/Leuvenumseveld 13 bestaat uit de volgende stukken: Verbeelding, schaal 1:1.000 (NL.IMRO.0233.BPBuu75Leuvv75.0401); Regels. Op de verbeelding (analoge verbeelding bestaande uit twee kaartbladen) zijn de bestemmingen van de in het plangebied begrepen gronden en opstallen aangegeven. In de regels zijn regels en bepalingen opgenomen teneinde de uitgangspunten van het plan zeker te stellen. Het plan gaat vergezeld van deze toelichting waarin het aan het plan ten grondslag liggende onderzoek en een planbeschrijving zijn opgenomen.
1.5.
Leeswijzer De toelichting van dit bestemmingsplan bestaat uit de volgende hoofdstukken: 1. Inleiding, waarin wordt ingegaan op de motivering van het bestemmingsplan, de ligging en begrenzing van het plangebied. 2. Beschrijving bestaande situatie, waarin een beeld wordt gegeven van de historie, gebruik en de ruimtelijke structuur van het plangebied.
Gemeente Ermelo - Bestemmingsplan Buurtweg 75/Leuvenumseveld 13
3
3. Beleidskaders, waarin de relevante beleidsuitgangspunten en regelgeving van zowel de gemeente, provincie als rijk worden beschreven. 4. Randvoorwaarden, waarin de randvoorwaarden, onderzoeken en regelgeving worden toegelicht. 5. Planbeschrijving, waarin de gewenste ontwikkeling wordt toegelicht. 6. Juridische aspecten, waarin een toelichting wordt gegeven op de verbeelding en de regels. 7. Economische uitvoerbaarheid. 8. Overleg en inspraak. Afbeelding 2: Gedeelte bestemmingsplankaart voor het plangebied Buurtweg 75/Leuvenumseveld 13.
Gemeente Ermelo - Bestemmingsplan Buurtweg 75/Leuvenumseveld 13
4
2.
Beschrijving bestaande situatie
2.1.
Ontstaansgeschiedenis De plangebieden zijn al heel lang in agrarisch gebruik. Sinds het eind van de zestiger jaren/begin van de zeventiger jaren van de vorige eeuw is aan de Buurtweg 75 en het Leuvenumseveld 13 de bedrijfsbebouwing van agrarisch bedrijven aanwezig. Afbeelding 3: Fragment topografische kaart 1900.
2.2.
Ruimtelijke structuur Speuld is een kleine kern aan de oostkant van de gemeente Ermelo. Speuld wordt omgeven door een agrarisch enclave te midden van de daaromheen liggende natuur- en bosgebieden: de Ermelose heide in het noordwesten, het Speulderbos in het westen, het Speulderveld in het zuiden en oosten, de landgoederen Staverden en Leuvenum in het noordoosten. Zowel het Leuvenumseveld als de Buurtweg liggen buiten de kern van Speuld en worden gekenmerkt door verspreid liggende agrarische bedrijven en woningbouw. Aan de Buurtweg 75 staat een agrarische bedrijfswoning met een ruime tuin. Daarachter zijn in het open landschap de kalverstallen gesitueerd. Aan het Leuvenumseveld staat eveneens een agrarische bedrijfswoning. De
Gemeente Ermelo - Bestemmingsplan Buurtweg 75/Leuvenumseveld 13
5
kalverstallen van dit bedrijf hebben relatief gezien een grootschaliger karakter dan die aan de Buurtweg. Achter het bedrijf ligt een houtwal.
2.3.
Aanwezige functie Op beide percelen is een kalverhouderij gesitueerd.
2.4.
Consequenties voor aanpassing bestemmingsplan Door de planontwikkeling zal de landschappelijke openheid aan de Buurtweg meer tot haar recht komen. Bovendien ligt deze locatie nabij een verzuringsgevoelig heidegebied. De bestemmingsverandering is daarom in milieutechnisch opzicht een verbetering. Aan het Leuvenumseveld zal het bedrijf aan de noordzijde visueel worden afgeschermd door een nieuwe houtwal waardoor de landschappelijke inpassing van het bedrijf verbeterd. Onder meer door aanvullende milieumaatregelen zal een duurzamer en toekomstbestendiger agrarisch bedrijf ontstaan.
Gemeente Ermelo - Bestemmingsplan Buurtweg 75/Leuvenumseveld 13
6
3.
Beleidskader
3.1.
Rijksbeleid
3.1.1. Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) heeft betrekking op de ruimtelijke hoofdstructuur en het mobiliteitsbeleid voor Nederland. Buiten de nationale belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid. Het Rijk gaat zo min mogelijk op de stoel van provincies en gemeenten zitten en laat verstedelijkings- en landschapsbeleid over aan de provincies en gemeenten. Het Rijk heeft de meest unieke of kenmerkende landschappen aangewezen als Nationaal Landschap. Het plangebied ligt in het Nationaal Landschap Veluwe. Uitgangspunt voor het Nationaal Landschap is dat de belangrijkste landschappelijke kwaliteiten niet mogen worden aangetast. Voor nationale landschappen (twintig in totaal) geldt het uitgangspunt 'behoud door ontwikkeling': mits de kernkwaliteiten worden behouden of versterkt ('ja, mits'-principe), zijn ruimtelijke ontwikkelingen binnen die landschappen mogelijk. Grootschalige ontwikkelingen zijn in nationale landschappen niet toegestaan, tenzij het het nationaal belang betreft en er compenserende maatregelen worden getroffen. Het begrip 'grootschalig' moet gerelateerd worden aan de aanwezige kernkwaliteiten en aan het reeds aanwezige verstedelijkingspatroon en het -volume. Zo kan in relatief onbebouwde landschappen een beperkte toename van de bebouwing reeds afbreuk doen aan de kernkwaliteiten van dat landschap, terwijl in andere landschappen een zelfde toename van bebouwing geen gevolgen hoeft te hebben voor de aanwezige kernkwaliteiten. Een uitbreiding van een agrarisch bedrijf met een stal is niet als grootschalig aan te merken. Ook de vervangende nieuwbouw op het perceel aan de Buurtweg is evenmin als grootschalig aan te merken. De SVIR gaat (uiteraard) niet in op uitbreidingsmogelijkheden van op individuele initiatieven waarvan in het onderhavige geval sprake is. 3.1.2. Visie erfgoed en ruimte In de Nota 'Kiezen voor karakter, Visie erfgoed en ruimte' schetst het kabinet haar visie op het borgen van onroerend cultureel erfgoed in de ruimtelijke ordening. Om dit te bewerkstelligen is op 1 januari 2012 artikel 3.1.6, tweede lid, onderdeel a, van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) gewijzigd. Deze wijziging verplicht gemeenten nu om het aspect cultureel erfgoed expliciet mee te wegen bij de vaststelling van een bestemmingsplan. De locaties aan de Buurtweg 75 en het Leuvenumseveld 13 zijn beide al sinds het eind van de zestiger jaren/begin van de zeventiger jaren van de vorige eeuw bebouwd. Op beide percelen zijn geen cultuurhistorisch waardevolle panden aanwezig. Vanuit het oogpunt van cultuurhistorie hebben de ontwikkelingsmogelijkheden van dit bestemmingsplan daarom geen negatieve invloed.
Gemeente Ermelo - Bestemmingsplan Buurtweg 75/Leuvenumseveld 13
7
3.2.
Provinciaal beleid
3.2.1. Streekplan Gelderland 2005 Provinciale Staten van Gelderland hebben op 29 juni 2005 het Streekplan Gelderland 2005 vastgesteld. De nieuwe Wet ruimtelijke ordening kent geen streekplannen meer, maar een structuurvisie, met een zelfbindende werking. Dat wil zeggen dat ze geen juridische status hebben en geen rechtstreekse doorwerking naar gemeentelijke plannen. Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening per 1 juli 2008 heeft het streekplan Gelderland 2005 de status van structuurvisie gekregen. Op de Beleidskaart Ruimtelijke Structuur van het streekplan is Gelderland onderverdeeld in een 'groenblauw' raamwerk, een 'rood' raamwerk en een multifunctioneel gebied. Beide locaties behoren tot het multifunctioneel gebied. Het multifunctioneel gebied omvat de steden, dorpen, buurtschappen buiten de provinciale ruimtelijke hoofdstructuur, waardevolle landschappen en het multifunctioneel platteland. Op de beleidskaart 'Ruimtelijke ontwikkeling' heeft de locatie geen aanduiding. Afbeelding 4: Fragment streekplankaart ' Beleidskaart Ruimtelijke Structuur'.
Als het gaat om functieverandering van gebouwen in het buitengebied, wil de provincie bevorderen dat deze gebouwen op een goede wijze kunnen worden (her)gebruikt. Door functieverandering kan tegemoet worden gekomen aan de aanwezige behoefte aan wonen en werken in het buitengebied, zonder daarvoor extra bouwlocaties toe te voegen. De doelen van het provinciaal ruimtelijk beleid voor functieverandering van gebouwen in het buitengebied zijn onder andere: de behoefte aan landelijk wonen en in tweede instantie werken accommoderen in vrijgekomen gebouwen in het landelijk gebied. Hiermee kan een impuls worden gegeven aan de leefbaarheid en vitaliteit van het landelijk gebied; verbetering van de ruimtelijke kwaliteit door vrijgekomen gebouwen te hergebruiken en door per bouwperceel waar functieverandering plaatsvindt de resterende vrijgekomen gebouwen te slopen.
Gemeente Ermelo - Bestemmingsplan Buurtweg 75/Leuvenumseveld 13
8
3.2.2. Streekplanuitwerking Nationale Landschappen Op 3 juli 2007 hebben Gedeputeerde Staten van Gelderland de streekplanuitwerking Nationale Landschappen vastgesteld. In deze streekplanuitwerking is geen nieuw ruimtelijk beleid opgenomen voor de Nationale Landschappen. Het ruimtelijk beleid is al vastgelegd in het streekplan Gelderland 2005 en in de in mei 2006 vastgestelde streekplanuitwerking Kernkwaliteiten waardevolle landschappen. De kernkwaliteiten en het ruimtelijk beleid zijn uitgewerkt in die streekplanuitwerking. 3.2.3. Streekplanuitwerking Functieverandering Noord-Veluwe De regio Noord-Veluwe heeft in april 2007 de ‘Streekplanuitwerking functieverandering’ vastgesteld. Daarbij is gebruik gemaakt van de mogelijkheid uit het streekplan Gelderland 2005 om in regionaal verband specifiek beleid te ontwikkelen voor functieverandering van gebouwen in het landelijk gebied. In afzonderlijke gebieden kan hierdoor maatwerk worden geleverd zodat de ruimtelijke en sociale kwaliteit van dat gebied nu en in de toekomst zo veel mogelijk gewaarborgd blijven. De regio Noord-Veluwe bestaat uit de gemeenten Epe, Heerde, Hattem, Oldebroek, Elburg, Nunspeet, Harderwijk, Ermelo en Putten. Om te voorkomen dat het landelijk gebied verrommelt en de leefbaarheid van het landelijk gebied achteruit zal gaan, bestaan er mogelijkheden voor hergebruik van de vrijgekomen bebouwing via het opstarten van nevenactiviteiten of functieverandering naar werken of wonen. Wonen is een geschikte vorm van (her)gebruik van vrijgekomen gebouwen in het landelijk gebied. Gezien de aard, constructie, situering en dergelijke van de bebouwing is hergebruik van de aanwezige bebouwing vaak niet mogelijk (onder meer bij kalverstallen, kippenschuren en varkensstallen). Sloop en herbouw zijn dan gewenst. Bij functieverandering naar wonen geldt binnen deze gebiedstypen dat maximaal 50% van de bebouwing mag worden gebruikt voor wonen in één woongebouw waarbinnen meerdere wooneenheden gerealiseerd kunnen worden. Het aantal wooneenheden dat kan worden gerealiseerd is maatwerk. De invulling is afhankelijk van de omgevingskwaliteit, het bestaande ensemble en het woningbouwprogramma. Door het hergebruik, de herbouw, op maximaal 50% te stellen vindt er naast de geleverde kwaliteitsimpuls ook de gewenste ontstening van het landelijk gebied plaats. Binnen het plangebied aan de Buurtweg 75 wordt minder dan 50% herbouwd. Aanvullende randvoorwaarden bij de functieverandering zijn dat de in het bestemmingsplan gelegen bouwvlakken verkleind worden, dat de compensatie geldt voor legaal gerealiseerde bebouwing, dat overtollige bebouwing wordt gesloopt en dat door de functieverandering geen knelpunten ontstaan in de verkeersontwikkelingen en geen belemmeringen ontstaan voor bestaande agrarische bedrijven in de omgeving. De functieverandering moet vastgelegd worden in een bestemmingsplan, waarbij per perceel de kwantitatieve en kwalitatieve randvoorwaarden in beeld worden gebracht. Dit plan voldoet aan deze randvoorwaarden.
Gemeente Ermelo - Bestemmingsplan Buurtweg 75/Leuvenumseveld 13
9
3.2.4. Ruimtelijke Verordening Gelderland In de Ruimtelijke Verordening Gelderland, eerste herziening die op 27 juni 2012 door Provinciale Staten is vastgesteld, stelt de provincie regels aan bestemmingsplannen van gemeenten. De provincie richt zich hierbij op onderwerpen die van provinciaal belang zijn, zoals verstedelijking, natuur, nationale landschappen, water en glastuinbouw. Op de kaart 'Verstedelijking' die bij de verordening hoort, heeft Speuld de aanduiding aangegeven met de aanduiding 'Uitbreiding kleine kernen'. De locatie Buurtweg 75 heeft de aanduiding 'buiten bundelingsgebied'. In artikel 2.2 is bepaald dat in een bestemmingsplan nieuwe bebouwing ten behoeve van wonen en werken slechts is toegestaan binnen bestaand stedelijk gebied, (…), binnen de zoekzones wonen en werken uit de Streekplanuitwerking Zoekzones stedelijke functies en landschappelijke versterking. Op grond van artikel 2.3, lid a is in afwijking van artikel 2.2 nieuwe bebouwing aan het Leuvenumseveld toegestaan omdat die nieuwe bebouwing functioneel gebonden is aan het buitengebied. Een kalverhouderij is uiteraard gebonden aan het buitengebied. Op grond van artikel 2.3, lid b is in afwijking van artikel 2.2 nieuwe bebouwing in geval van functieverandering naar een niet-agrarische functie toegestaan, omdat sprake is van de vervanging van bestaande bebouwing, door nieuwe bebouwing, die leidt tot een substantiële vermindering van het bebouwde oppervlak. Afbeelding 5: Fragment kaart verstedelijking (Ruimtelijke Verordening Gelderland).
3.3.
Gemeentelijk beleid
3.3.1. Structuurvisie gemeente Ermelo 2025 De Structuurvisie gemeente Ermelo 2025 met als ondertitel ‘Ontwikkeling vanuit identiteit’ is vastgesteld op 1 maart 2012. De structuurvisie bevat een nieuw ruimtelijk perspectief met een integrale ontwikkelingsvisie voor Ermelo. Het toekomstperspectief is in de structuurvisie uitge-
Gemeente Ermelo - Bestemmingsplan Buurtweg 75/Leuvenumseveld 13
10
werkt naar de verschillende speerpunten zoals omgeving, zorg en recreatie en toerisme. Op de plankaart van de structuurvisie zijn beide locaties niet aangeduid. Afbeelding 6: Fragment structuurvisiekaart.
Ermelo heeft een veelkleurig en divers buitengebied. De veelheid aan functies en gebruik zijn een kwaliteit en zorgen voor een levendig en aantrekkelijk buitengebied. In sommige gevallen zitten functies elkaar in de weg. Agrarische bedrijven hebben milieuruimte nodig, recreatieve functies hebben een aantrekkelijke omgeving nodig zonder lelijke bebouwing en vervallen schuren. Ermelo wil ruimte bieden aan verdere dynamiek en kwaliteitsverbetering. Hier zijn wel voorwaarden aan verbonden. Nieuwe ontwikkelingen moeten passen in het landschap en daadwerkelijk het buitengebied versterken. Specifieke aandacht is nodig voor de agrarische sector. Deze zal de komende jaren aan sterke verandering onderhevig zijn. Ruimte voor volwaardige agrarische bedrijven, mogelijkheden voor neveninkomsten en omschakeling naar wonen en andere vormen van werken (functieverandering), zijn hierbij de trefwoorden. De gemeente wil het agrarisch ondernemerschap ondersteunen, in hoofdbedrijf en nevenactiviteiten. De agrarische sector is erg gereguleerd met regels op het gebied van natuur, milieu, ruimtelijke ordening en bedrijfsvoering. Waar mogelijk wil de gemeente meewerken aan maatwerkoplossingen en een integrale beoordeling van activiteiten (natuur, milieu, maar ook vanuit een vitaal buitengebied en onderhoud landschap). Tegelijkertijd komen agrarische gebouwen vrij en zullen resterende bedrijven groter worden. De gemeente kan de agrarische sector ondersteunen door het toekennen van bouwblokken die op maat zijn gesneden (specifiek vanwege bedrijfsvoering en inpassing), innovatie, energieopwek-
Gemeente Ermelo - Bestemmingsplan Buurtweg 75/Leuvenumseveld 13
11
king, herordening grond/ vrijwillige kavelruil, samenwerking tussen bedrijven en verbreding inkomsten en educatie. Om de te verwachten dynamiek in het buitengebied in goede banen te leiden zal de gemeente kaders stellen voor ontwikkelingen. Daartoe dient onder andere het gemeentelijke beleid inzake functieverandering (zie paragraaf 3.3.2). De functieverandering naar woningbouw aan de Buurtweg en de uitbreiding van de kalverhouderij aan het Leuvenumseveld passen uitstekend in het beleidskader zoals geschetst in de structuurvisie. 3.3.2. Structuurvisie Functieverandering Op 11 oktober 2012 heeft de gemeenteraad van Ermelo de Structuurvisie Functieverandering vastgesteld. De structuurvisie is een thematische structuurvisie waarin de mogelijkheden voor functieverandering van voormalige agrarische bedrijfsbebouwing worden uitgewerkt en heeft betrekking op een groot gedeelte van het buitengebied van de gemeente Ermelo. De visie dient als basis voor het toekomstige beleid van de gemeente op functieverandering. Nieuwe plannen en verzoeken worden aan dit beleid getoetst. Maar ook dient de structuurvisie als bron van inspiratie en als basis voor concrete uitvoeringsplannen. Deze structuurvisie is van toepassing op alle functieveranderingsplannen die na 29 februari 2012 zijn ontvangen. Oudere initiatieven, zoals de onderhavige ontwikkeling aan de Buurtweg en het Leuvenumseveld, zullen worden getoetst aan het generieke regionale en provinciale beleid.
3.4.
Consequenties van het bestemmingsplan De planontwikkeling past binnen het beleid van Rijk en provincie. Bij de landschappelijke inpassing is het gemeentelijk beleid als uitgangspunt gebruikt.
Gemeente Ermelo - Bestemmingsplan Buurtweg 75/Leuvenumseveld 13
12
4.
Randvoorwaarden / onderzoek / verantwoording
4.1.
Milieu
4.1.1. Flora en Fauna De natuur in Nederland wordt beschermd vanuit twee invalshoeken: bescherming van gebieden en bescherming van soorten. De gebiedsbescherming is geregeld via de Natuurbeschermingswet (Natura2000-gebieden en Beschermde natuurmonumenten) en het Streekplan (onder andere Ecologische Hoofdstructuur (EHS)). De soortbescherming is geregeld door middel van de Flora- en faunawet. De verschillende natuurwetgevingen in Nederland hebben als belangrijke component het zorgplichtbeginsel, dat van elke initiatiefnemer verlangt dat hij zich vooraf op de hoogte stelt van eventuele schadelijke effecten op voorkomende planten en dieren en hun leefomgeving. Derhalve is een quickscan natuurwaarden1 uitgevoerd. Gebiedsbescherming Herinrichting van het Leuvenumseveld 13 zal plaatsvinden tegen de EHS. Het zal echter niet van invloed zijn op de EHS. Er zal geen extra druk van mensen of verkeer plaatsvinden na herinrichting. Herinrichting van Buurtweg 75 zal geen effect hebben op de EHS. Voorgenomen plannen zullen geen effect hebben op de EHS. Beide locaties liggen in de buurt van het Natura 2000-gebied Veluwe. Voor het project is reeds een Natuurbeschermingswetvergunning verleend door de provincie Gelderland. Door saldering van ammoniak met de locatie aan de Buurtweg en door voor een deel van de locatie Leuvenumseveld een luchtwasser te plaatsen is er geen is er geen significant negatief effect op Natura 2000-gebied De Veluwe. Herinrichting van het plangebied heeft geen significant negatief effect op beschermde gebieden. Soortenbescherming In het plangebied komen mogelijk verschillende beschermde soorten voor die vermeld staan op de lijsten van de Flora- en faunawet. Het is mogelijk dat het plangebied wordt gebruikt door enkele soorten grondgebonden zoogdieren, planten en amfibieën die zijn opgenomen in tabel 1 bij de Flora- en faunawet. In het geval van ruimtelijke ontwikkeling en inrichting geldt voor de algemeen beschermde soorten uit tabel 1 een vrijstelling. Er is voor het verontrusten van deze soorten geen ontheffing nodig. Wel dient de algemene zorgplicht in acht genomen te worden. Mogelijk in het onderzoeksgebied voorkomende vleermuizen staan vermeld in tabel 3 en zijn strikt beschermd. Ten aanzien van foerageergebied en vliegroutes geldt dat hieraan geen negatieve effecten optreden. De te slopen stal aan de Buurtweg is niet geschikt voor vaste rust- en verblijfplaatsen van vleermuizen, waardoor bij de sloop geen negatieve effecten optreden voor vleermuizen. De voorgenomen plannen zullen geen effect hebben op de in de omgeving voorkomende dassen (tabel 3). 1
Staro Natuur en Buitengebied, Quickscan Natuurwaarden Buurtweg 75 & Leuvenumseveld 13 te Ermelo, Rapportnummer 12-0177, Gemert, November 2012
Gemeente Ermelo - Bestemmingsplan Buurtweg 75/Leuvenumseveld 13
13
De voorkomende vogelsoorten staan vermeld op Flora- en faunawet lijst vogels en zijn strikt beschermd. In de te slopen stal zijn mogelijk nesten van de huismus aanwezig. Nesten van de huismus zijn jaarrond beschermd. Er dienden mitigerende maatregelen genomen te worden om negatieve effecten op huismussen te voorkomen. Ook wordt geadviseerd de percelen steenuilvriendelijk in te richten. Indien bij de werkzaamheden geen broedende vogels worden verstoord en voor de aanvang van de sloop van de stal mussenvides, voor minimaal 20 paren, worden opgehangen, zullen geen negatieve effecten optreden ten aanzien van vogels. Bij voorkeur wordt buiten het broedseizoen van vogels gewerkt om negatieve effecten te voorkomen. Concluderend kan gesteld worden dat: de herinrichting van het gebied geen effect zal hebben op beschermde gebieden; broedende vogels niet verstoord mogen worden door de werkzaamheden; bij voorkeur buiten het broedseizoen van vogels wordt gewerkt; voor de aanvang van de werkzaamheden mussenvides voor minimaal 20 paren opgehangen dienen te worden; geadviseerd wordt de percelen steenuilvriendelijk in te richten. de werkzaamheden voor de overige soortgroepen in het plangebied geen overtreding van de natuurwetgeving tot gevolg hebben; altijd rekening moet worden gehouden met de zorgplicht. In 2012 heeft een aanvullend onderzoek2 plaatsgevonden omdat de stal aan het Leuvenumseveld 13 langer wordt dan was voorzien ten tijde van de quickscan. Dit heeft tot gevolg dat de stal in die afmeting een stuk binnen de bestaande houtwal aan de noordzijde van het perceel zal gaan vallen. Om dit te compenseren zullen aan de noord- en westzijde nieuwe bomen worden aangeplant. Onderzocht is of deze ontwikkeling negatieve gevolgen heeft voor eventueel (beschermde) soorten in en nabij de houtwal. Uit een veldbezoek blijkt dat de aanwezige houtwal matig van kwaliteit is, onder andere door de open plekken in de wal en het beperkte aantal bomen. In de houtwal zijn geen (jaarrond beschermde) verblijfplaatsen van streng en strikt beschermde soorten aanwezig. Door het rooien van de groenstructuren buiten het broedseizoen wordt voorkomen dat eventueel broedende vogels worden verstoord. Vleermuizen en overige soorten kunnen in de toekomstige situatie blijven foerageren. De aanplant van bomen zal in de toekomst van toegevoegde waarde zijn voor vogels en overige soortgroepen. Het aangegeven compensatievoorstel is voldoende. De functionaliteit van de houtwal zal niet significant worden aangetast en naar alle waarschijnlijkheid worden verbeterd. Door de zorgplicht na te komen zal zoveel mogelijk voorkomen worden dat er schadelijke effecten optreden voor eventueel aanwezige, algemeen voorkomende soorten (FFlijst 1). 2
Hamabest Milieu-adviesbureau, Briefrapport aanvullend onderzoek houtwal Leuvenumseveld 13 te Ermelo, Deventer, 18 juni 2012
Gemeente Ermelo - Bestemmingsplan Buurtweg 75/Leuvenumseveld 13
14
Op basis van de bevindingen kan geconcludeerd worden dat er in de huidige situatie geen procedurele gevolgen zijn, mits er aan de genoemde voorwaarden voldaan wordt. 4.1.2. Luchtkwaliteit De hoofdlijnen voor regelgeving rondom luchtkwaliteitseisen beschreven in de Wet milieubeheer (hoofdstuk 5 Wm) en in de AMvB "Niet in betekenende mate bijdragen" (NIBM), de ministeriële regeling NIBM, de ministeriële regeling Projectsaldering en de ministeriële regeling Beoordeling luchtkwaliteit. Artikel 5.16 Wm (lid 1) geeft weer, onder welke voorwaarden bestuursorganen bepaalde bevoegdheden (uit lid 2) mogen uitoefenen. Als aan minimaal één van de volgende voorwaarden wordt voldaan, vormen luchtkwaliteitseisen in beginsel geen belemmering voor het uitoefenen van de bevoegdheid: er is geen sprake van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde; een project leidt - al dan niet per saldo - niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit; een project draagt ‘niet in betekende mate’ (NIBM) bij aan de luchtverontreiniging; een project past binnen het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL), of binnen een regionaal programma van maatregelen. Het Besluit NIBM omschrijft het begrip nader: een project dat minder dan 3% van de grenswaarden bijdraagt is NIBM. Dit komt overeen met 1,2 microgram/m³ voor fijn stof en NO2. Voor woningbouw ligt de 3%-grens op 1.500 woningen. De bouw van twee woningen aan de Buurtweg draagt derhalve niet in betekenende mate bij aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Bij bedrijfsuitbreidingen zoals aan het Leuvenumseveld dient op een andere manier aannemelijk maken dat een project voldoet aan het 3% criterium. Als de 3%-grens voor PM10 of NO2 niet wordt overschreden, dan hoeft geen verdere toetsing aan grenswaarden plaats te vinden. Met name de verkeersaantrekkende werking is van invloed op de luchtkwaliteit. Over het aantal verkeersbewegingen wordt niet gesproken in de Regeling NIBM. Hiervoor kan echter wel het onderzoeksrapport opgesteld door het ministerie van VROM in samenwerking met DHV (april 2006, gevoeligheidsanalyse) worden geraadpleegd. Hierin zijn berekeningen uitgevoerd waaruit de bovengenoemde aantallen woningen en m² kantoren zijn voortgevloeid. Tevens zijn in het rapport tabellen opgenomen met aantallen verkeersbewegingen en bijbehorende aantallen microgram/m³ fijn stof en NO2. De meest conservatieve berekeningen uit het rapport geven aan dat de 3%-norm voor het aantal verkeersbewegingen ligt tussen de 600 en 1.200 motorvoertuigen per etmaal. Deze aantallen gelden voor 2006 waarbij in de rapportage wordt aangegeven dat de aantallen jaarlijks toenemen als gevolg van een jaarlijks verbeterende luchtkwaliteit. Indien de 3% norm wordt overschreden zullen er ten behoeve van de luchtkwaliteit salderende maatregelen genomen dienen te worden.
Gemeente Ermelo - Bestemmingsplan Buurtweg 75/Leuvenumseveld 13
15
Aan het Leuvenumseveld worden in de nieuwe situatie beduidend minder verkeersbewegingen verwacht per etmaal dan de 3%-norm, waarbij het aantal verkeersbewegingen tussen de 600 en 1.200 motorvoertuigen per etmaal ligt. Op grond van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 (artikel 66 en 67) moet voor de berekening van concentraties van fijn stof gebruik worden gemaakt van de emissiefactoren die door de minister van VROM in maart 2011 zijn vastgesteld. De emissiefactoren voor de veehouderij zijn per diercategorie en huisvestingssysteem weergegeven. Voor onderhavig plan is met behulp van het rekenprogramma ISL3a en de vastgestelde emissiefactoren voor het vee een berekening gemaakt. Uit de berekening blijkt, dat de toename van emissie van fijn stof in betekenende mate is, maar niet de wettelijk toegestane jaargemiddelde grenswaarde van 40 microgram per m³ overschrijdt of de daggemiddelde grenswaarde van 35 dagen per jaar, ter plaatse van gevoelige objecten zoals woningen. Weilanden worden aangemerkt als plaatsen die niet toegankelijk zijn voor het publiek en behoeven dus geen bescherming. Concluderend kan worden gesteld dat het vergroten van het bouwvlak voor de bouw van een nieuwe vleeskalverenstal niet leidt tot een overschrijding van de fijnstofnormen als opgenomen in de Wet luchtkwaliteit. 4.1.3. Akoestiek Wegverkeerslawaai Een kalverstal is geen geluidgevoelige bestemming. Derhalve is ten behoeve van het Leuvenumseveld geen akoestisch onderzoek in verband met wegverkeerslawaai noodzakelijk. Woningen zijn wel een geluidgevoelige bestemming. In akoestisch onderzoek3 is de geluidbelasting vanwege het wegverkeer berekend met gebruikmaking van ‘Standaard Rekenmethode II’ zoals genoemd in het ‘Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2012’. Hiertoe is een rekenmodel opgesteld met behulp van het rekenprogramma Geomilieu versie 2.03. Uit de resultaten volgt dat de voorkeursgrenswaarde van 48 dB nergens wordt overschreden. Dit geldt zowel voor de Buurtweg als voor het Speulderveld. Een aanvullend onderzoek naar de geluidwering van de gevels kan hiermee achterwege blijven. Vanuit akoestisch oogpunt zijn er geen belemmeringen voor de realisatie van de 2-onder-1 kapwoning. Bedrijvigheid-Leuvenumseveld Ten behoeve van de uitbreiding van de kalverhouderij aan het Leuvenumseveld is akoestisch onderzoek4 uitgevoerd om te bepalen welke geluidniveaus als gevolg van de activiteiten van het bedrijf in de omgeving optreden. De geluidniveaus zijn berekend zowel ter plaatse van woningen van derden in de omgeving alsook ter plaatse van controlepunten nabij de inrichting. Bij 3
4
Het GeluidBuro bv, Akoestisch Onderzoek V1.1 naar de geluidbelasting op de gevels van de nieuw te realiseren 2onder-1 kapwoning aan de Buurtweg 75 3852 PA Ermelo, 3852 PA - 75 WO 001 06.08.2012 V1.1, Haarlem, 10 augustus 2012 Het GeluidBuro bv, Akoestisch Onderzoek V1.2 naar de geluidemissie van kalverhouderij Schouten aan de Leuvenumseveld 13 3852 PA Speuld, 3852 PA - 13 WO 001 07-08-12 V1.2, Haarlem, 31 oktober 2012
Gemeente Ermelo - Bestemmingsplan Buurtweg 75/Leuvenumseveld 13
16
woningen van derden wordt getoetst aan de streef- en grenswaarden uit de ‘Handreiking industrielawaai en vergunningverlening’. Het bevoegd gezag heeft geen beleid in de vorm van een Nota industrielawaai vastgesteld, zodat wordt aangesloten bij hoofdstuk 4 van deze Handreiking. Het geluid van wegverkeer van en naar de inrichting moet afzonderlijk van de inrichting worden beoordeeld. De beoordeling vindt plaats overeenkomstig de 'Circulaire inzake geluidhinder veroorzaakt door het wegverkeer van en naar de inrichting - Beoordeling in het kader van de Wet milieubeheer'’ van 29 februari 1996. Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau - LAr, LT Uit het onderzoek blijkt dat het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau in de representatieve bedrijfssituatie in de dag-, avond en nachtperiode kan voldoen aan de streefwaarden conform de ’Handreiking’. Maximaal geluidniveau - LAmax Uit het onderzoek blijkt dat het maximale geluidniveau in de representatieve bedrijfssituatie in de dag-, avond en nachtperiode kan voldoen aan de streefwaarden conform de ’Handreiking’. Indirecte hinder Het wegverkeer van en naar de inrichting in de representatieve bedrijfssituatie kan voldoen aan de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) etmaalwaarde. Bedrijvigheid-Buurtweg De nieuwe 2-onder-1 kapwoning aan de Buurtweg ligt in de nabijheid van enkele agrarische bedrijven. Omdat de afstand van de 2-onder-1 kapwoning tot de omliggende agrarische bedrijven groter is dan 50 meter, zal de geluidbelasting vanwege de activiteiten van de omliggende agrarische bedrijven op de gevels van de 2-onder-1 kapwoning voldoen aan het Activiteitenbesluit. Derhalve is voor dit aspect geen akoestisch onderzoek noodzakelijk. 4.1.4. Geur Het algemeen uitgangspunt van het geurbeleid is het zoveel mogelijk beperken van geurhinder en het voorkomen van nieuwe hinder. Buurtweg De nieuwe woningen worden op grond van de Wet geurhinder en veehouderij net als de voormalige bedrijfswoning beschouwd als 'voormalige agrarische woning' met bijbehorend beschermingskader (artikel 14 Wet geurhinder en veehouderij). Dat betekent dat er slechts hoeft te worden getoetst aan de afstandseis van 50 meter tussen de gevel van de woning en het dichtstbij gelegen emissiepunt van een veehouderij. Die afstand van 50 meter wordt gerespecteerd. Omdat het nieuwe woningen in het buitengebied betreft, is ook gekeken naar de achtergrondbelasting voor geur. Voor Speuld is in de gebiedsvisie Geur een streefwaarde van 14 odour vastgesteld. Hoewel in sommige delen van Speuld deze streefwaarde wordt overschreden, is dit aan de Buurtweg 75 niet het geval. Gelet op de achtergrondbelasting is een relatief gunstig woonklimaat gegarandeerd.
Gemeente Ermelo - Bestemmingsplan Buurtweg 75/Leuvenumseveld 13
17
Leuvenumseveld De wet maakt onderscheidt tussen dieren met en zonder geuremissiefactoren. Voor dieren zonder geuremissiefactoren gelden vaste afstanden die moeten worden aangehouden tot geurgevoelige objecten. Voor dieren met omrekeningsfactoren worden door middel van het verspreidingsmodel V-Stacks vergunning de geuremissie uit de veehouderij omgerekend naar geurbelasting op de geurgevoelige objecten in de omgeving van de veehouderij. De geurbelasting van de veehouderij mag niet meer bedragen dan: geurgevoelig object gelegen binnen de bebouwde kom: 3,0 ouE/m³; geurgevoelig object gelegen buiten de bebouwde kom: 14,0 ouE/m³. De geurbelasting op de geurgevoelige objecten in de omgeving is berekend met het verspreidingsmodel V-Stacks vergunning (dit betreft alle woningen niet behorend bij een veehouderij). Uit die berekening blijkt dat er in de bestaande situatie sprake is van een overschrijding van de normen. In de toekomstige situatie is er na het toepassen van geurreducerende maatregelen nog steeds sprake van een geur overbelaste situatie. Toename van het aantal dieren is niet zonder meer mogelijk. In artikel 3, lid 4, van de Wet geurhinder is echter bepaald dat Indien de geurbelasting, bedoeld in het eerste lid, groter is dan aangegeven in dat lid, het aantal dieren van één of meer diercategorieën toeneemt, en een geurbelastingreducerende maatregel zal worden toegepast, dan wordt een vergunning verleend voor wijziging van het aantal dieren, voor zover de toename van de geurbelasting ten gevolge van die wijziging niet meer bedraagt dan de helft van de vermindering van de geurbelasting die het gevolg zou zijn van de toegepaste geurbelastingreducerende maatregel bij het eerder vergunde veebestand. Uit de berekening die op grond van dit artikel is uitgevoerd blijkt dat kan worden voldaan aan het gestelde de Wet geurhinder en veehouderij. Het aspect geurhinder vormt derhalve geen belemmering voor de bedrijfsuitbreiding. 4.1.5. Bodem In artikel 2.4.1, lid 1 van de Bouwverordening is bepaald dat een omgevingsvergunningsplichtig bouwwerk niet mag worden gebouwd op een zodanig verontreinigd terrein, dat schade of gevaar is te verwachten voor de gezondheid van de gebruikers of het milieu. Voor de Leuvenumseveld is een bodemonderzoek op grond van zowel de Woningwet als het Bouwbesluit echter niet noodzakelijk, omdat de bouwvlakvergroting dient voor de bouw van een kalverenstal waarbinnen minder dan 2 uur per dag sprake is van menselijk verblijf.
Gemeente Ermelo - Bestemmingsplan Buurtweg 75/Leuvenumseveld 13
18
Voor Buurtweg 75 is een verkennend bodemonderzoek5 uitgevoerd. Het onderzoek heeft tot doel een actueel en betrouwbaar inzicht te geven in de milieuhygiënische bodemkwaliteit. Daarbij is tevens onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van asbest. Zintuiglijk is in de vaste bodem, ter plaatse van één boring, een puinlaag waargenomen in de bodemlaag, van circa 0,1 m-mv tot 0,4 m-mv. In de geroerde bovengrond is zintuiglijk en analytisch geen asbest aangetroffen. In de vaste bodem zijn licht verhoogde gehalten aan koper en PAK aangetoond. De aangetoonde gehalten overschrijden de achtergrondwaarden, maar vormen geen aanleiding tot nader onderzoek. In het grondwater is een licht verhoogd gehalte aan barium aangetoond. Het aangetoonde gehalte overschrijdt de streefwaarde, maar vormt geen aanleiding tot nader onderzoek. Op basis van de onderzoeksresultaten bestaan, vanuit milieuhygiënisch oogpunt, geen bezwaren voor de voorgenomen functiewisseling en nieuwbouw op de locatie. 4.1.6. Externe veiligheid Bij de externe veiligheid gaat het om het beheersen van de veiligheid van personen in de omgeving van een risico-opleverende activiteit met gevaarlijke stoffen. Het kan daarbij gaan om industriële activiteiten, transportroutes of buisleidingen. Om het aspect externe veiligheid te beoordelen is de risicokaart van de provincie Gelderland geraadpleegd. Door de afwezigheid van risicovolle activiteiten met gevaarlijke stoffen in de directe omgeving van het bouwplan, voldoet de ontwikkeling aan de eis voor het plaatsgebonden risico (artikel 5 van het BEVI). In en in de omgeving van de beide planlocaties is geen sprake van risicovolle inrichtingen, zoals opslag van gevaarlijke stoffen. Zowel binnen als buiten het plangebied zijn geen inrichtingen aanwezig die van invloed zijn op ontwikkelingen binnen het plangebied. In de omgeving van beide planlocaties zijn evenmin routes gevaarlijke stoffen of buisleidingen. Uit het oogpunt van externe veiligheid zijn er derhalve geen belemmeringen voor de planontwikkeling. 4.1.7. Ammoniak en veehouderij In verband met de ammoniakemissie van veehouderijbedrijven heeft de provincie Gelderland op grond van de Wet ammoniak en veehouderij (Wav) voor ammoniak gevoelige gebieden aangewezen als ‘zeer kwetsbare gebieden'. Ten aanzien van ammoniak geldt dat het bedrijf aan de Leuvenumseveld buiten de 250 meter zone van een Wav-gebied Veluwe ligt. Ten aanzien van de Wav betekent dit dat er geen beperkingen zijn. De Veluwe is tevens een Natura 2000-gebied in het kader van de Natuurbeschermingswet (Nbwet). De afstand tot de Veluwe ligt rond de 330 meter. In verband met de uitbreiding van de 5
Hunneman Milieu-Advies Raalte BV, Verkennend bodemonderzoek in combinatie met een verkennend asbestonderzoek op de locatie aan de Buurtweg 75 te Ermelo, Projectnummer: 2012705/mWsh, Raalte, augustus 2012
Gemeente Ermelo - Bestemmingsplan Buurtweg 75/Leuvenumseveld 13
19
hoeveelheid ammoniak is op 10 augustus 2012 een Natuurbeschermingswetvergunning aangevraagd. Uit de aanvraag blijkt dat er geen toename is van de depositie ten opzichte van de eerder verleende Natuurbeschermingswetvergunning.
4.2.
Verkeer Als gevolg van de bouw van een extra kalverstal aan het Leuvenumseveld zal het aantal verkeersbewegingen zeer beperkt toenemen. Deze toename wordt veroorzaakt door het vaker aan- en afvoeren van kalveren. Aan de Buurtweg zal met name de aard van het verkeer veranderen. Er zal geen agrarisch verkeer meer zijn van en naar het perceel. In plaats daarvan zullen de toekomstige bewoners zich van en naar hun woning verplaatsen.
4.3.
Kabels en leidingen In het plangebied bevinden zich geen straalpaden, hoogspanningslijnen of aardgastransportleidingen.
4.4.
Water In de "Watertoetsprocedure voor postzegelplannen" van het Waterschap Veluwe van augustus 2005 zijn postzegelplannen gedefinieerd als: (partiële) herzieningen en vrijstellingen ex artikel 19 WRO binnen en buiten stedelijk gebied welke betrekking hebben op minder dan 10 woningen of de introductie van minder dan 1.500 m² extra verhard oppervlak. Op deze algemene normering is een aantal uitzonderingen opgenomen. Algemeen Het plangebied ligt buiten bestaand stedelijk gebied. Het plangebied bevindt zich niet binnen enige Keurzone en niet binnen de zoekgebieden voor waterberging die de provincie Gelderland in het streekplan heeft aangegeven. Het plan heeft geen nadelige gevolgen voor en door (grond)water in de omgeving. Grondwater Het plangebied heeft grondwatertrap VII (Leuvenumseveld 13) en VIIa (Buurtweg 75) (bron: Atlas Gelderland). Er is in en om het gebied geen grondwateroverlast bekend. Het gebied ligt niet in de grondwaterfluctuatiezone zoals provincie Gelderland deze heeft gedefinieerd. Door de diepe ligging zal grondwater geen overlast veroorzaken in dit plan en niet structureel afgevoerd worden. Hierdoor zal het plan ‘grondwaterneutraal’ worden ontwikkeld. Hemelwater zal binnen het plangebied worden geïnfiltreerd. Er zullen geen uitlogende bouwmaterialen worden toegepast, derhalve is er hier sprake van afvoer van schoon hemelwater van daken, dus wordt voorkomen dat het te infiltreren hemelwater de bodem en het grondwater verontreinigt. Ingrepen voortkomend uit dit plan zullen geen bodemlagen aantasten als gevolg waarvan het grondwatersysteem verandert.
Gemeente Ermelo - Bestemmingsplan Buurtweg 75/Leuvenumseveld 13
20
Oppervlaktewater In de directe omgeving van het plangebied komt geen oppervlaktewater voor. Door dit plan ontstaat geen extra oppervlaktewater. Er zal niet geloosd worden op het oppervlaktewater. Dit plan heeft derhalve geen nadelige gevolgen voor de kwaliteit van het oppervlaktewater. Natuur In en om het plangebied komt geen waterafhankelijke natuur voor. Het plan heeft derhalve geen nadelige gevolgen voor de waterafhankelijke natuur. DWA en RWA Het regenwater van daken en terreinverhardingen mag niet afgevoerd worden naar de riolering. Het gemeentelijk beleid is erop gericht om bij nieuwe ontwikkelingen de afvoer van hemelwater niet op de riolering aan te sluiten. In de Bouwverordening is bepaald dat het hemelwater dat afkomstig is van daken en verhardingen in de bodem moet worden geïnfiltreerd door middel van een infiltratievoorziening van voldoende capaciteit op eigen terrein. Voor de vuilwaterafvoer van de woningen op beide percelen wordt aangesloten op de ter plaatse aanwezige drukriolering. Het bestaande rioolstelsel in en om het plangebied heeft voldoende capaciteit om deze extra vuilwaterafvoer van de nieuwbouw te verwerken. De huidige bedrijfsbebouwing van de kalverhouderij aan het Leuvenumseveld loost op een put op eigen terrein. Deze wijze van lozen zal worden gecontinueerd; ook de nieuwbouw zal hierop worden aangesloten. Procedures Door de planvorming neemt het verhard oppervlak met minder dan 1.500 m² toe. Het plangebied ligt niet in een Keurzone of in een zoekgebied voor waterberging. Het plan betreft geen HEN-water (inclusief beschermingszone), landgoed, weg, spoorlijn, damwand, scherm, ontgronding et cetera. Bovendien zal er niet meer dan de landelijke afvoernorm geloosd gaan worden op het oppervlaktewater. Daarom is dit plan in het kader van de watertoets een postzegelplan als omschreven door Waterschap Veluwe. Voor het plan geldt dan ook het standaard wateradvies. Afwijkingen van dit standaard wateradvies zijn gemotiveerd aangegeven. Bij negatieve gevolgen voor het watersysteem is aangegeven hoe deze gemitigeerd dan wel gecompenseerd worden. Aangezien het plan zich buiten stedelijk gebied bevindt, zal het zoals afgesproken wel in het kader van vooroverleg aan Waterschap Veluwe worden voorgelegd. Eventueel benodigde vergunningen worden niet met deze waterparagraaf geregeld en zullen via daarvoor bedoelde procedures verkregen moeten worden.
Gemeente Ermelo - Bestemmingsplan Buurtweg 75/Leuvenumseveld 13
21
4.5.
Archeologie Bij de vaststelling van een bestemmingsplan is het verplicht rekening te houden met de in de grond aanwezige of te verwachten archeologische waarden. Aan de Buurtweg wordt op de plaats van de bestaande agrarische bijgebouwen een 2-onderéén-kapwoning gerealiseerd. De bodem is ter plaatse dus verstoord. Op de archeologische beleidskaart is het perceel aangemerkt als een gebied met een middelhoge archeologische verwachtingswaarde. Binnen dit beleidskader geldt dat voor bodemingrepen die groter zijn dan 250 m² en dieper dan 0,30 meter archeologisch onderzoek wordt geëist. De bodemingreep is 272 m². In deze situatie waarbij de nieuw te bouwen woningen op inmiddels geroerde grond worden gebouwd wordt geadviseerd in dit geval geen archeologisch onderzoek te laten uitvoeren. Aan het Leuvenumseveld wordt een stal aan de noordzijde van het bestaande agrarische complex op nog niet geroerde grond gerealiseerd. Uit de archeologische beleidskaart blijkt dat het perceel onderdeel uitmaakt van de middeleeuwse bewoningszone. In dit gebied wordt gestreefd naar behoud van de archeologische waarden. Ingrepen die dieper zijn dan de bouwvoor moeten worden vermeden. Indien behoud niet mogelijk blijkt te zijn dan moet bij bodemingrepen die groter zijn dan 100 m² en dieper dan 0,30 m een inventariserend archeologisch onderzoek worden opgesteld. Derhalve is een inventariserend veldonderzoek6 uitgevoerd. Het plangebied heeft volgens de gemeentelijke archeologische waarden en verwachtingskaart een lage verwachting, waarbij mogelijk sporen van middeleeuwse bewoning te verwachten zijn. Het booronderzoek heeft uitgewezen dat deze verwachting gehandhaafd kan worden en dat er gezien de ongunstige landschappelijke ligging en de verstoring van de bodem tot gemiddeld 70 cm geen archeologische resten uit welke periode dan ook in het plangebied verwacht worden. De voorgenomen graafwerkzaamheden vormen daarom geen bedreiging voor het archeologische bodemarchief. Op grond van de resultaten van het onderzoek wordt een archeologisch vervolgonderzoek niet noodzakelijk. Indien bij graafwerkzaamheden archeologische waarden worden aangetroffen dienen deze conform de Monumentenwet 1988, artikel 53, bij de minister gemeld te worden.
4.6.
Consequenties voor wijziging bestemmingsplan Uit onderzoeken blijkt dat er geen belemmeringen zijn om de kalverhouderij aan het Leuvenumseveld 13 uit te breiden. Ook ten aanzien van woningbouw aan de Buurtweg zijn er geen belemmeringen. In de paragraaf met betrekking tot water zal na het vooroverleg met het water-
6
Archeodienst BV, Inventariserend Veldonderzoek, verkennende fase Leuvenumseveld 13 te Ermelo, Zevenaar, Augustus 2012
Gemeente Ermelo - Bestemmingsplan Buurtweg 75/Leuvenumseveld 13
22
schap worden omschreven op welke wijze in het plangebied rekening wordt gehouden met de eisen die vanuit die discipline worden gesteld.
Gemeente Ermelo - Bestemmingsplan Buurtweg 75/Leuvenumseveld 13
23
5.
Planbeschrijving
5.1.
Uitgangspunten voor wijziging De nieuwe kalverstal aan het Leuvenumseveld dient landschappelijk te worden ingepast. De meest noordelijke stal (met de aanduiding 'bouwplan') wordt nieuwgebouwd. De houtwal aan de noordzijde wordt aangeplant en de oostelijke houtwal wordt hersteld. Afbeelding 7: Stedenbouwkundige opzet Leuvenumseveld.
Aan de Buurtweg worden de stallen met een oppervlakte van in totaal 700 m² gesloopt. Op grond van de Streekplanuitwerking Functieverandering Noord-Veluwe mag 50% worden teruggebouwd (350 m²). Ter plaatse van de stallen wordt een 2-onder-1-kap-woning met inpandige bergingen gerealiseerd. De oppervlakte hiervan bedraagt 210 m². Derhalve resteert nog 140 m² voor bijgebouwen. Dit komt neer op 70 m² aan bijgebouwen per woning.
Gemeente Ermelo - Bestemmingsplan Buurtweg 75/Leuvenumseveld 13
24
Afbeelding 8: Stedenbouwkundige opzet Buurtweg.
5.2.
Stedenbouwkundige en planologische afweging plangebied De kalverstal aan het Leuvenumseveld wordt evenwijdig aan bestaande schuur gebouwd. Zodoende is er sprake van zuinig en efficiënt ruimtegebruik en ontstaat een compact bouwblok. Door de beplanting wordt het agrarisch bouwperceel landschappelijk ingepast en aan het zicht onttrokken. De 2-onder-1-kapwoning aan de Buurtweg zal worden gebouwd op de plaats van de bestaande bedrijfsbebouwing. Deze woningen worden door middel van een pad ontsloten. De nieuwe bebouwing voegt zich naar de historisch gegroeide bebouwingsstructuur van het huidige agrarische erf. Dit betekent dat de woningen op de kavel zijn geclusterd rond het erf. De woningen zijn in dezelfde bebouwingsrichting gebouwd, met de nokrichting evenwijdig aan de Buurtweg. De bouwmassa sluit zowel qua vorm als qua uitstraling en maatvoering aan bij de bebouwing in de omgeving.
Gemeente Ermelo - Bestemmingsplan Buurtweg 75/Leuvenumseveld 13
25
6.
Juridische aspecten
6.1.
Algemeen De bestemmingen in het voorliggende bestemmingsplan zijn zoveel mogelijk afgestemd op het vigerende bestemmingsplan. De redactie is aangepast in verband met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening en de SVBP-2008 en op de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het Besluit omgevingsrecht (Bor) op 1 oktober 2010.
6.2.
Regels De regels geven inhoud aan de op de plankaart gegeven bestemmingen. Ze geven aan waarvoor de gronden en opstallen al dan niet mogen worden gebruikt en wat en hoe er gebouwd mag worden. Bij de opzet van de regels is getracht het aantal regels zo beperkt mogelijk te houden en slechts datgene te regelen, wat werkelijk noodzakelijk is. De regels van het voorliggende bestemmingsplan zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken. Deze hoofdstukken zijn: 1. Inleidende regels; 2. Bestemmingsregels; 3. Algemene regels; 4. Overgangs-, en slotregels. Inleidende regels In de Inleidende regels worden de gebruikte begrippen beschreven (artikel 1). Vanwege de afstemming met het Bor zijn onder meer een aantal begrippen anders gedefinieerd dan tot nog toe gebruikelijk was. In artikel 2 worden regels gesteld ten aanzien van de wijze waarop gemeten moet worden. Bestemmingsregels De bestemmingsregels bevatten vier bestemmingen. Het perceel aan de Buurtweg heeft de bestemming "Wonen". Door middel van aanduidingen is aangegeven dat de bestaande woning uitsluitend vrijstaand mag zijn en de nieuwe woning als twee-aaneengebouwde woning dient te worden gerealiseerd. De gronden aan de Buurtweg die geen woonbestemming krijgen, hebben de bestemming "Agrarisch met waarden - Landschap". Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd. Voor een aantal werken en werkzaamheden die het verkavelingspatroon kunnen aanpassen is een omgevingsvergunning noodzakelijk. De grond aan het Leuvenumseveld hebben grotendeels de bestemming "Agrarisch met waarden - Landschap en natuur". In het bestemmingsvlak is een bouwvlak aangegeven. De bestaande houtwal aan de westzijde van het perceel heeft de bestemming "Natuur - Houtwal'. Om te voorkomen dat de houtwal wordt aangetast, is ook bij deze bestemming is voor een aantal werken en werkzaamheden een omgevingsvergunning noodzakelijk.
Gemeente Ermelo - Bestemmingsplan Buurtweg 75/Leuvenumseveld 13
26
Algemene regels In artikel 7 is een antidubbeltelregel opgenomen. De antidubbeltelregel strekt ertoe dat gronden die al eens in aanmerking zijn genomen bij het verlenen van omgevingsvergunningen, niet nogmaals meegeteld kunnen worden. Artikel 2.1, lid 1, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht omvat een verbod om gronden in strijd met hun bestemming te gebruiken. Gebouwen dienen op grond van de algemene bouwregels in artikel 8 te worden afgedekt met een kap. Indien bestaande gebouwen geen kap hebben, worden deze toch geacht aan de regels van het bestemmingsplan te voldoen. Artikel 2.1, lid 1, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht omvat een verbod om gronden in strijd met hun bestemming te gebruiken. Ter verduidelijking hiervan wordt in de algemene gebruiksregels in artikel 9 een aantal activiteiten expliciet genoemd. Daarnaast omvat dit artikel een regeling voor aan huis verbonden beroepen. De algemene afwijkingsregels (artikel 10) hebben betrekking op afwijkingen ten aanzien van maten en overschrijdingen van bouwgrenzen. In de Overige regels in artikel 11 is bepaald dat de voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard, overeenkomstig het gestelde in artikel 9, lid 2 van de Woningwet met een aantal uitzonderingen buiten toepassing blijven. Overgangs- en slotregels De verplichte overgangsregels voor bouwwerken en gebruik zijn conform het bepaalde in artikel 3.2.2 van het Bro opgenomen (artikel 12). Tenslotte bevat het plan een slotregel (artikel 13).
Gemeente Ermelo - Bestemmingsplan Buurtweg 75/Leuvenumseveld 13
27
7.
Economische uitvoerbaarheid Het plan wordt op eigen grond door en voor rekening en risico ontwikkeld van een particulier. De uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan heeft naast de onderzoeksaspecten echter ook betrekking op economische aspecten zoals planschade en grondexploitatiekosten. Het bouwplan valt onder de reikwijdte van de Grondexploitatiewet, aangezien het oprichten van het pand o een grondexploitatieplanplichtig bouwplan is zoals aangegeven in artikel 6.12 lid 1 Wro j artikel 6.2.1 onder a en b Bro. De belangrijkste uitzondering is, dat een exploitatieplan niet noodzakelijk is, als het kostenverhaal van de grondexploitatie "reeds anderszins is verzekerd". De gemeente Ermelo is op 20 november 2012 met de initiatiefnemer een anterieure exploitatie-overeenkomst aangegaan, waarin tevens locatie-eisen en een fasering zijn opgenomen. Het kostenverhaal is hiermee anderszins verzekerd.
Gemeente Ermelo - Bestemmingsplan Buurtweg 75/Leuvenumseveld 13
28
8.
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
8.1.
Tervisielegging ontwerp Het ontwerpbestemmingsplan Buurtweg 75/Leuvenumseveld 13 heeft van 28 december 2012 tot en met 7 februari 2013 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Tijdens zijn geen zienswijzen ingediend.
8.2.
Overleg ex artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening Het plan is integraal besproken met de Provincie Gelderland en zal hen in het kader van het vooroverleg worden toegezonden. Daarnaast wordt het plan gezonden naar het Waterschap Veluwe. Beide instanties hebben geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een reactie in te dienen. Het plan raakt geen nationale belangen. Daarnaast is het plan niet van betekenis voor de buurgemeenten en blijft toezending aan die bestuursorganen achterwege.
Gemeente Ermelo - Bestemmingsplan Buurtweg 75/Leuvenumseveld 13