Lesmap
Wulong of de dansende draak
Over de voorstelling Wulong of de dansende draak is een verhaal zonder woorden. Het sprookje ontwikkelt zich via dans, muziek en poppenspel. De voorstelling is geïnspireerd op het oude China en zijn symbolen en rituelen. Het verhaal gaat over opgroeien, over angsten overwinnen en over de onuitputtelijke kracht van de fantasie. In Wulong of de dansende draak zien we de fantasiewereld van het kleine meisje Ming Ming.
uitvoering geluid Francis Van Laere uitvoering licht Barbara De Wit uitvoering kostuums Hilde Mertens, Veerle Segers, Diem Nga Hoang Gilbert (assistente), Birgit Andries (stage), Malou Mertens (stage) kapsel, grime Hilde Mertens, Veerle Segers uitvoering decor Aarich Jespers, Danny Havermans, Luk Willekens, Fati Ben Azouz, Vicente Simon Y Araixa, Francis Van Laere, Dries Meynckens, Erik Moonen, Stef Stessel, Barbara De Wit, Ken Van De Mierop (stage), Patrick Romain regieassistentie Lore Missinne (stage) ontwerp lesmap Paula Stulemeijer, Lore Missinne (stage) toneelmeester Vicente Simon Y Araixa projectleiding Erik Moonen
regie Iris Bouche, Kobe Proesmans choreografie Iris Bouche compositie Kobe Proesmans spel en creatie dans: Daisy Ransom Phillips, Bára Sigfúsdóttir, Jamie Lee, Li Bo poppenspel: Filip Peeters, Tania Kloek muziek Kobe Proesmans, Jeroen Baert, Gwen Cresens, Liu Fang scenografie Stef Stessel, Ken Van De Mierop (stage) geluidsinstallaties Aarich Jespers ontwerp poppen Filip Peeters kostuumontwerp Alexandra Gilbert lichtontwerp Barbara De Wit, Stef Stessel dramaturgie Jelte Van Roy, Lore Missinne (stage) geluidsontwerp Francis Van Laere, Dries Meynckens
Met dank aan Risheng Wang, Cesar Janssens, Filip Wauters, Stef Van Alsenoy, Beatriz de Gálvez, Stanislav Dobak, Eastman, Sumalin Gijsbrechts en alle medewerkers van HETPALEIS
1
Fragment uit een gesprek Voorbereiding met Iris Bouche en Kobe en de dansende draak is een verhaal zónProesmans, de makers van derWulong woorden. Maar hoe vertel je kinderen een verhaal Wulong of de dansende. zonder woorden, zonder taal die bestaat uit woorden
en zinnen? Je gebruikt een andere taal: de danstaal en de muziektaal. Zoals de dansers het verhaal vertellen met hun bewegingen, zo vertellen de muzikanten het verhaal met hun muziek. Samen vertellen dansers en muzikanten het verhaal van Wulong of de dansende draak, een verhaal over een klein meisje Ming Ming. Ming Ming is een pop die gehanteerd wordt door twee poppenspelers. Er zijn beelden, klanken en kleuren, er is dans en muziek. Dit is de wonderlijke wereld waarin het poppetje Ming Ming tot leven komt.
Toen jullie in HETPALEIS aanklopten, hadden jullie al een zeer uitgewerkt concept voor de voorstelling. Hoe is het idee ontstaan voor deze voorstelling?
Kobe: Wij zijn allebei erg geboeid door het oude China. Voor wij elkaar kenden was ik al geboeid door Chinese muziek. Iris was al langer geprikkeld door de ‘long sleeve’ dansen die ze in traditionele Chinese dansen opvoeren. Wanneer we in Bozar De Zoon van de Hemel bezochten, een tentoonstelling over de laatste keizers van China, kwamen we beiden buiten met een dans- en muziekvoorstelling voor kinderen in ons hoofd. We vroegen ons af of je een verhaal voor kinderen kan vertellen als er geen woorden zijn. En wat zijn dan de spelregels? Wat zijn de codes die geïnstalleerd moeten worden?
Je kan het verhaal van deze dansvoorstelling in grote lijnen op voorhand aan de kinderen vertellen. Laat voldoende opening en ruimte in het verhaal om de kinderen alles waar ze zich af en toe vragen over zullen stellen, zelf in te vullen met hun eigen fantasie, ervaringen, indrukken en gevoelens. Elk kind beleeft het dansverhaal op zijn eigen persoonlijke manier. Dat maakt deze voorstelling tot een rijk avontuur voor iedereen.
Iris: In die tentoonstelling hadden we de gewaden van de keizer gezien, in vier kleuren. Elke kleur stond voor een ander element. Rood voor de zon, donkerblauw voor de hemel, geel voor de aarde en lichtblauw voor de maan. Wanneer de keizers vroeger hun voorvaderen in de hemel aanriepen, droegen zij deze kleurrijke gewaden. Naast de gewaden stonden kleine beeldjes opgesteld met lange mouwen tot op de grond. Dit zijn de long sleeves die danseressen droegen tijdens de rituele dansen voor de keizer. Op sommige keizerlijke gewaden staan draken afgebeeld. Chinese draken brengen geluk en levenskracht en zijn daarom een keizerlijk symbool. Alles in die tentoonstelling stond in het teken van long sleeves, dans en muziek. We hadden beiden het idee om met de vier kleuren en de daaraan verbonden elementen vier werelden te creëren. En die werelden zouden dan de basis vormen voor een verhaal voor kinderen, een universeel ‘Alice in Wonderland’-verhaal. Niet zozeer een Chinese voorstelling dus, dan wel een voorstelling geïnspireerd door het oude China, maar evengoed met Westerse invloeden.
1. Het verhaal mét woorden Het is nacht, maar Ming Ming kan niet slapen. Ze is bang van de schaduwen op haar kast. Ze gaat op zoek naar Long, haar knuffel in de vorm van een rode draak. Wanneer ze hem vindt drukt ze hem stevig tegen zich aan. Plots gaat haar kastdeur open en komen er lichtflitsen en schaduwen uit de kast. Het is alsof heel haar kamer beweegt, het licht gaat aan en uit. Ming Ming is doodsbang en knijpt haar ogen dicht. Als alles weer rustig wordt, kijkt ze om zich heen. Het lijkt wel of haar kamer anders is geworden, groter! En haar draakje is verdwenen. Vanuit een hoek komt een zwarte schim dreigend dichterbij, maar een mooie vrouw komt uit het niets en jaagt de schim weg. De mooie vrouw is de godin van de wind. Zij danst in elegante, draaiende bewegingen en speelt met Ming Ming. Ze geeft het meisje de kracht om plezier te hebben, om haar bang gevoel te vergeten. Maar even onverwacht als ze kwam, verdwijnt ze weer. Als Ming Ming zich omdraait, staat ze oog in oog met de krijger van de Aarde. Zijn bewegingen zijn krachtig en vurig. Hij leert Ming Ming om dapper te zijn en samen oefenen ze kungfu. Als ook hij verdwijnt, moet Ming Ming even gaan liggen. Ze is doodmoe van al dat spelen en dansen. Achter haar
Kobe: Meteen na ons bezoek aan Bozar, heb ik een sprookje geschreven, het verhaal dat aan de basis ligt van de voorstelling. Het vertrekpunt was dat we het verhaal zouden vertellen in onze taal, die van dans en muziek. Vanaf dan is alles zeer organisch gelopen.
Iris: We wilden de voorstelling heel graag in HETPALEIS brengen, een huis waar we zelf al graag gewerkt hebben. Barbara Wyckmans was er direct voor te vinden. HETPALEIS is steeds op zoek naar thema’s die grenzen doen verdwijnen. Met Wulong of de dansende draak verbinden we elementen uit verschillende culturen. We tonen niet waarin wij allemaal verschillen, maar hoe wij op elkaar lijken. Het is een zoektocht naar wat we gemeenschappelijk hebben.
2
3. Voorstelling van de dansers en hun personages,
verschijnt de godin van de maan. Ze draagt een prachtige jurk met mouwen die de grond raken, waarmee ze sierlijke figuren danst. Ze brengt Ming Ming rust, maar tegelijk doet ze het meisje denken aan thuis. Plots wordt ze weer bevangen door dat akelige gevoel dat ze had wanneer ze niet kon slapen en achter haar duikt opnieuw die duistere schim op. En nog één. En nog één. Drie demonen proberen Ming Ming te vangen. Hun bewegingen zijn schokkerig en hard. Het lijken wel insecten. Het meisje verzet zich. Uiteindelijk wordt ze toch overmeesterd. De demonen trekken alle kracht uit Ming Ming en ze verdrinken haar in de onderwereld. De demonen laten Ming Ming voor dood achter. Van op een afstand blijven ze naar haar kijken. Maar het meisje is niet dood. Met haar laatste krachten slaat ze haar hand op de grond. Een harde bons weerklinkt. Ming Ming roept haar draak ter hulp. Long is de enige die kan helpen, hij is de drager van levenskracht en geluk. Bij elke slag met haar hand op de grond, deinzen de demonen achteruit. Zal Long op tijd aankomen om Ming Ming te redden uit de handen van de demonen?
de poppenspelers en hun pop, de muzikanten en hun instrumenten, de scenograaf en zijn beelden. 3.1 De dansers en hun personages
Bára danst/speelt de godin van de wind. Deze is heel nieuwsgierig, ze is een beetje plagerig en ze speelt graag. Danseres Bára komt uit IJsland. Ze werkt graag in HETPALEIS. Ze houdt van de mensen, de goede sfeer en van het lekkere eten ’s middags in de kantine. Het is voor haar een uitdaging om nieuwe dingen te leren zoals bijvoorbeeld spelen op de drums. Dit lukt haar ondertussen al bijzonder goed. Li Bo danst/speelt de krijger van de aarde. Hij komt uit China. Daar woont hij in de Shaolin tempel waar hij elke dag kungfu beoefent. Hij is een indrukwekkende krijger. Zijn bewegingen stralen kracht en controle uit. Li Bo houdt van kinderen en vindt het spannend om voor hen op te treden. Hij vindt de mensen hier in België best vriendelijk. Maar die grijze regenwolken, daar houdt hij helemaal niet van … liever wat meer zon. Daisy danst/speelt godin van de maan. Ze komt uit California, USA. Haar dans is sierlijk en elegant. Daisy is zelf heel lenig. Toen ze jong was, heeft ze aan gymnastiek gedaan. Ze is vol bewondering voor al die getalenteerde mensen waar ze mee mag samen werken: muzikanten, decorontwerpers, dansers, poppenspelers, theatermakers … Jamie danst/speelt een duivel of een demoon. Ze is de slechterik in het verhaal. Haar bewegingen zijn slijmerig en eng. Haar dans doet denken aan dieren en insecten. Wat betreft karakter is Jamie zelf het tegenovergestelde van wat ze op het podium laat zien. Ze houdt erg van dieren en ze is altijd opgewekt en vrolijk. Jamie is van oorsprong Maleise, ze is geboren in Canada en ze woonde lang in Australië. Nu woont ze in Brussel. Ze vindt het fantastisch om met zoveel mensen samen te werken en om van elkaar te leren.
2. Wetenswaardigheden over de voorstelling: - Iris Bouche en haar partner Kobe Proesmans lieten
zich voor Wulong of de dansende draak inspireren door het oude China met zijn symbolen en rituelen. Ze putten hieruit inspiratie om hun eigen dansvoorstelling te maken. Toch is het geen voorstelling over China. Het verhaal kan zich overal ter wereld afspelen. - In China is de draak het symbool voor de keizer en
staat het dier voor wijsheid en geluk. China wordt ook wel het ‘Land van de Draak’ genoemd. - Kungfu (功夫) betekent ‘iets goed kunnen’ en
is een Chinese gevechtsport. Li Bo, één van de dansers is een kungfu meester die in China in een kungfu tempel woont. - De drakendans is een traditionele Chinese dans
die voornamelijk wordt uitgevoerd met het Chinese Nieuwjaar. Hij brengt geluk en verjaagt de demonen. De ritmische trommels erbij helpen het verjagen van de slechte geesten. http://www.nationalgeographic.nl/junior/ mens-en-wereld/filmpje/de-chinese-drakendans
3.2 De poppenspelers
Tania en Filip spelen Ming Ming. Ze hebben al vaak samengewerkt in het poppentheater. Daardoor zijn ze goed op elkaar ingespeeld. Terwijl Filip het hoofdje en de linkerhand van Ming Ming laat bewegen, zorgt Tania ervoor dat de rechterhand en de voeten van het poppetje op de juiste manier mee bewegen. Filip is heel creatief en maakt mooie poppen. Voor Wulong maakte hij Ming Ming en de
- meer informatie en foto’s vind je ook in de HETPA-
LEISindruk, het gratis magazine van HETPALEIS.
3
draak. Het zijn alle twee grappige mensen en ze maken graag mopjes met Ming Ming. Tania brengt soms gezonde tussendoortjes mee waar iedereen van mag snoepen.
3.4 De scenograaf
Stef Stessels is scenograaf en lichtontwerper. Een scenograaf is verantwoordelijk voor het ontwerpen van het decor. Stef zegt nooit veel als hij in de zaal aan het werk is. Hij kijkt, kijkt en kijkt, en denkt over alles heel goed na. Hoe gaat de vloer eruit zien? De dansers moeten er goed op kunnen dansen … Hoe laat je iets over het podium vliegen? Waar gaan de muzikanten zitten zodat het licht perfect op hen kan vallen? Welk licht heeft Ming Ming nodig, zodat iedereen, tot achter in de zaal, haar goed kan zien. Enzovoort, enzovoort. De eerste week op het podium, wanneer alles opgebouwd wordt, is Stef heel geconcentreerd bezig. Het is spannend voor hem om te zien of alles wat hij bedacht en gemaakt heeft in zijn hoofd en op papier, er op het podium even goed uitziet.
3.3 De muzikanten
Kobe is de componist en hij is percussionist. Hij heeft de muziek voor Wulong gecomponeerd. Hij haalde o.a inspiratie bij oude muziek uit China. In deze voorstelling bespeelt hij ook een fietswiel, en dat klinkt als muziek! Gwen is accordeonist. Naast de accordeon bespeelt hij nog tal van andere instrumenten zoals accordina, harmonium, bandoneon en piano. Jeroen speelt viool, elektrische gitaar, akoustische gitaar, chinese belletjes en chinese cimbalen. Liu Fang is de enige buitenlandse muzikante. Zij speelt in de voorstelling op twee traditionele Chinese instrumenten: pipa en guzheng. Daarnaast maakt ze ook muziek met knikkers in een metalen kom. Zij komt uit China en ze woont in Canada. Speciaal voor Wulong is ze samen met haar man Risheng naar België gekomen. Ze is een van de beste pipa en guzheng spelers in de hele wereld. Ze heeft zelfs al opgetreden voor de Koningin van Engeland. Haar pipa en guzheng zien er prachtig uit: op het hout zijn kunstige versieringen aangebracht. Het is een grote eer om haar hier in HETPALEIS te mogen ontvangen en met haar te mogen samenwerken. De pipa is de Chinese variant van de luit. Het is een van de populairste instrumenten in China. De pipa heeft de vorm van een halve peer. De vier snaren zijn gemaakt van staal met nylon errond. Vroeger werden ze gemaakt van zijde omdat zijde toen één van de belangrijkste producten was van China. Het instrument rust op het dijbeen en wordt rechtop gehouden. Met de rechterhand tokkel je op de snaren. Aan de vingers draag je nagels gemaakt van het schild van een schildpad. Met de linker hand neem je verschillende posities aan om de melodie te maken. De guzheng is veel groter dan de pipa en behoort tot de citerfamilie. Er liggen meestal 21 snaren op. De klank van de guzheng lijkt op die van een harp of een piano. Maar soms doet het ook denken aan een waterval of de donder. De snaren worden aangeslagen met de rechterhand, soms ook met de linkerhand. De enige van onze muzikanten die hierop kan spelen is Liu Fang.
Voor foto’s en filmpjes over het maakproces kan je een kijkje nemen op: http://blog.hetpaleis.be/?cat=160
4. Kijken met je eigen fantasie Choreografe Iris Bouche houdt ervan om kinderen met hun eigen fantasie naar haar voorstelling/ dansverhaal te laten kijken. Hoe meer je je fantasie gebruikt, hoe meer je kan ontdekken in een verhaal. Oefen met de kinderen om hun fantasie en hun inlevingsvermogen aan te scherpen en te vergroten: Zoek een cd met instrumentale muziek. Filmmuziek leent zich makkelijk tot zelf verhalen of beelden verzinnen. In functie van de voorstelling is het fijn eerder Oosters getinte muziek op te zoeken. Maar ook Beethoven, Wagner of Vivaldi kunnen de fantasie prikkelen en aanzetten tot het verzinnen van een verhaal, of tot het laten geboren worden van een personage, of tot het zien van een of ander landschap. Geef de kinderen de volgende opdracht: Stap 1: Je luistert een paar minuten naar het stukje muziek dat je op voorhand geselecteerd hebt. Je moet alleen maar luisteren, met je ogen dicht of met je hoofd op de bank, iedereen is stil. Stap 2: De kinderen doen hun ogen terug open en krijgen de volgende opdracht: Tijdens de muziek ga je nu iets verzinnen in je hoofd. Dit kan een verhaal zijn, een beeld, een personage, een woord of een zin, een gevoel. Dat kies je zelf. Laat je maar meedrijven op de muziek, denk er op voorhand niet teveel over na, je kan helemaal niks fout doen,
4
vertrouw op je eigen fantasie. Iedereen sluit terug de ogen en luistert naar de muziek.
5.1 Wat is dansen?
Aan de hand van een aantal vragen laat je de kinderen met hun eigen woorden omschrijven wat dansen voor hen betekent, of wat dansen voor hen is. - Wat is dansen? - Wat is het verschil tussen bewegen en dansen? - Is lopen/rennen dansen? - Is over de grond rollen dansen? - Kan iedereen dansen? - Wat is het leukste aan dansen? - Wat is het moeilijkste bij dansen? - Hoe kan je leren dansen? - Noem een aantal zaken of omstandigheden die je nodig hebt om te dansen: (adem, spieren, plezier, ruimte, makkelijke kleren, inspiratie, muziek, klank, emotie, beeld, schilderij, een vriend of vriendin, fantasie, kracht en spieren, zelfvertrouwen …)
Stap 3: Wie wil er voor de klas vertellen wat er in zijn hoofd gebeurde terwijl de muziek speelde? Wat zag je? Wat hoorde je? Wat voelde je? Wat gebeurde er? Stap 4: Selecteer drie verschillende muzikale nummers, liefst heel verschillend, dit stimuleert de verbeelding. Elk kind krijgt drie blaadjes papier voor zich ( liefst tekenpapier) en legt potlood en kleurpotloden klaar. Er wordt niet gesproken, dat versterkt de concentratie. Vertel de kinderen: Zo gauw de muziek speelt mag je op papier zetten waar die muziek je aan doet denken, waarover je tijdens de muziek fantaseert, wat je ziet of hoort in je hoofd. Dit kan één woord zijn of een zin, een uitroep, een verhaaltje, een kleur, figuurtjes, een tekening, een gevoel in woord of kleur. Laat de muziek de leidraad, de inspiratie zijn. Na drie minuten neem je de volgende cd en neemt iedereen een tweede tekenblaadje voor zich waarop ze weergeven wat er bij hen opkomt. Enzovoort. Zo heeft elk kind op het einde van deze luister/fantasie -oefening drie persoonlijke verhaaltjes of indrukken op papier gezet. Wie wil er aan de anderen vertellen wat er in zijn hoofd gebeurde terwijl hij naar de muziek luisterde? En hoe hij ertoe kwam om het zo op papier te zetten?
5.2 Je naam dansen
Alle kinderen doen dit tegelijkertijd. Dit kan gewoon in de klas. Iedereen neemt plaats achter zijn tafel, bank of stoel. Je geeft de volgende opdracht: Je laat de kinderen hun naam dansen aan de hand van de verschillende hieronder beschreven opdrachtjes. Als je klaar bent ( je hebt een hele korte naam …) begin je gewoon opnieuw, maar doe je het net een beetje anders, bijvoorbeeld een beetje groter, of in hoofdletters of met een punt achter elke letter. Je kan ook heel sierlijk schrijven of juist heel slordig, ritmisch, heel vlug of héél langzaam, één letter vlug en één letter langzaam kan ook …
5. Dansen vanuit jezelf Bewegingen, danspassen kunnen ontstaan vanuit jezelf: uit een emotie, een ervaring, een innerlijke impuls. Een beweging kan ook ontstaan buiten jezelf om: je hoort muziek die je lijf in beweging zet of een geluid zorgt voor bewegingen van armen en benen, een verhaal inspireert tot bewegen, een bepaalde sfeer doet je dansen, een beeld zet je hele zijn in beweging. Choreografe Iris Bouche gaat bij haar dansers op zoek naar authenticiteit, naar de eigen kracht, naar de persoonlijkheid van de danser. Zij laat dansers dus bewegen vanuit wat er uit hen zelf komt. In de klas ga je op zoek naar de eigenheid van ieder kind. De kinderen gaan op zoek naar hun eigen persoonlijke bewegingen, hun eigen kracht en sterkte, hun eigen talent. Naast vastgelegde danspasjes die ze op tv of film dagelijks te zien krijgen, is er een hele andere manier van dansen die ze misschien nog nooit ontdekt, gezien of ervaren hebben. Ze ontdekken dat iedereen in de klas kan dansen. Ze ontdekken dat niemand precies hetzelfde doet, want iedereen is anders. En dat is juist zo boeiend.
1.Je schrijft je naam in de lucht met je wijsvinger /
met je hele hand ( plat of rechtop) /met twee handen / met je elleboog / met je neus /met je hoofd … 2.Je schrijft je naam op de grond met je voet / met je knie / met je achterwerk/ met je hand …
3.Je schrijft je naam in de ruimte voor je met je
heup / met je buik/ je schouders/ je ellebogen … Een pittig muziekje kan dit schrijf/beweegwerk ondersteunen. Het geeft sfeer en motiveert om variaties te zoeken in de bewegingen. Iedereen schrijft zijn naam op zijn eigen manier. Iedereen doet dit anders en iedereen doet dit goed . En deze ‘schrijfdans’ is uniek … want iedereen is anders! Zet vier kinderen telkens vooraan in de klas, zodat ze hun schrijfdans aan de anderen kunnen laten zien.
5
gangen om van de ene beweging over te gaan naar de andere. Dan is de dans compleet. Ook dit kan je elkaar laten zien natuurlijk.
5.3 Een woord/zin/beeld dansen
Deze opdracht doen de kinderen allemaal tegelijkertijd. - Je zegt een woord. Elk kind beeldt dit uit in één beweging, (ze krijgen drie tellen de tijd): wind storm briesje twinkelende ster zon maan angst wolk zee zand bliksem vreugde pijn buikpijn …
5.4 Als een pop dansen
Verdeel de klas in twee gelijke groepen. De ene groep maakt een grote cirkel en de andere groep maakt daarbinnen een kleinere cirkel. Elk kind van de kleine cirkel staat tegenover een ander kind van de grote cirkel met hun gezichten naar elkaar. De kinderen van de kleine kring zijn de beeldhouwers en de kinderen van de grote kring zijn de poppen. De poppen moeten zelf niet bewegen, maar ze moeten de aanwijzingen van de beeldhouwer volgen. Alle beeldhouwers starten. Ze verplaatsen héél voorzichtig één lichaamsdeel van de pop waar ze tegenover staan: bijvoorbeeld een arm naar achter, een voet naar binnen, het hoofd naar omlaag, de heup naar opzij. Wanneer de beeldhouwers één lichaamsdeel veranderd hebben schuiven ze allemaal door naar de volgende pop. Dit doen ze net zo lang tot ze weer bij hun eerste pop uitkomen. Draai daarna de rollen om.
Elk kind herhaalt drie of vier bewegingen die het daarnet verzonnen heeft, oefent ze achter elkaar tot het er niet meer bij moet nadenken. Geef de kinderen weer een muziekje ter ondersteuning (ritmisch, romantisch, swing of rock), ze herhalen de bewegingen, maar nu worden ze geleid door de muziek. Ze passen de bewegingen een beetje aan … zo ontstaat een kleine dans.
Als iedereen pop en beeldhouwer is geweest, verdeel je de kinderen in groepjes van drie of vier. Zorg ervoor dat de groepjes zich goed verspreiden in de ruimte zodat iedereen zijn eigen werk- of dansplekje heeft. We gaan opnieuw aan de slag met de poppen en beeldhouwers. Binnen elke groep wordt er één pop aangeduid. De pop zet zich in het midden van het groepje en beweegt niet. De anderen zijn de beeldhouwers en veranderen om de beurt een lichaamsdeel van de pop. Doe deze oefening een aantal keer totdat iedereen één keer pop is geweest.
- Verdeel de klas nu in groepjes van twee. Je doet
hetzelfde: je geeft de kinderen één woord, of een kort zinnetje, of een beeld ... Ze zoeken daarop een beweging of een houding. Deze keer werken ze samen met een klasgenoot. verliefd kwaad korenveld bang nachtmerrie fietsband kerkklok bruidspaar kapotte stoel stortregen glijden besneeuwde berg …
Nadat iedereen pop is geweest doen we de oefening nog één keer. Het is heel belangrijk dat de kinderen goed naar elkaar kijken: nu moet de pop de veranderingen die de beeldhouwers aanbrengen onthouden. Hou het aantal bewegingen beperkt tot een reeks van 6. Doe deze bewegingen een aantal keren en laat de pop de bewegingen alleen uitvoeren. Want uiteindelijk wordt iedereen pop en leert het hele groepje de bewegingen.
Je geeft er een muziekje bij. De duo’s plaatsen drie of vier bewegingen achter elkaar en oefenen weer tot dit vlekkeloos verloopt. Om er meer dans van te maken, kunnen ze zoeken naar mooiere over-
6
Na de voorstelling kan je …
hebbers kunnen met dit stappenplan proberen om hun eigen pop te maken. Je kan het hele proces via foto’s ook volgen op http://blog.hetpaleis.be/?cat=107
1. Met de klas een drakendans maken De kinderen hebben in de voorstelling de dans van de draak gezien. Dit zal hen helpen om met de hele klas zelf een originele drakendans te verzinnen. Verdeel de kinderen in groepjes van twee. De duo’s lopen achter elkaar. Wie vooraan loopt heeft de leiding. Ze mogen niet tegen elkaar opbotsen. Wie daar achter loopt moet extra opletten. Oefen eerst een tijdje het lopen, zonder variaties te verzinnen, want het vraagt van de kinderen concentratie en discipline. Daarna kan er gevarieerd worden: stoppen, verder, stoppen, langzaam met grotere passen, snel met kleine pasjes, gehurkt lopen, een wave maken … De afstand tussen de twee kinderen moet hetzelfde blijven, alsof ze met een onzichtbaar touw aan elkaar vastzitten. Als dit goed gaat, wisselen de kinderen van plaats, dus de achterste komt vooraan en neemt nu de leiding. Daarna maak je groepjes van vier en begint dat groepje opnieuw een parcours te lopen. Ze doen hetzelfde als de eerste oefening, dus eerst gewoon lopen tot dat goed gaat. Daarna pas variaties in lassen. Niet vergeten: hoe langer de draak wordt hoe moeilijker. Wie vooraan loopt heeft de leiding en beslist of er snel of langzaam gelopen wordt, met grote passen of met kleine pasjes, op de tenen of met gebogen knieën. Degene die vooraan loopt, kan ook beslissen om verschillende figuren te maken: lopen in een cirkel, hoeken maken, diagonaal door de ruimte … Ook dit blijf je oefenen tot niemand nog tegen de ander botst of valt of struikelt. Af en toe plaatst iemand anders van het viertal zich vooraan en neemt de leiding. Maak het groepje stilletjes aan groter en groter tot je een rij hebt van een man of tien. Vorm twee groepjes van 10 kinderen die nu door de ruimte lopen. Zij kunnen elkaar kruisen, naast elkaar lopen, twee cirkels maken ( binnencirkel en een buitencirkel). Om er uiteindelijk een echte draak van te maken neemt het kind dat vooraan loopt bijvoorbeeld een fel gekleurde sjaal in de hand. Alle kinderen kunnen ook dezelfde kleur trui aandoen zodat het net één lang drakenlijf lijkt. Veel plezier!
De basisbenodigdheden voor het maken van een poppenkop: krantenpapier en papiertape. Benodigdheden voor de afwerking: kraftpapier, behangerslijm, verf en vernis. - Maak van krantenpapier een dikke prop ter grootte van een voetbal. Omdat geen enkel hoofd eruit ziet als een voetbal en geen twee hoofden hetzelfde zijn, ga je die prop vervormen zodat er meer karakter in komt. Kies bijvoorbeeld voor een citroen-, een peer- of een appelvorm. Van opgerold krantenpapier dat je in twee plooit, maak je een stevige nek. - Deze basis beplak je met papiertape om alles op zijn plaats te houden. Nu kan je ook de vorm van het gezicht met je vingers boetseren. - Van opgerolde strookjes papier maak je de neus, de oren, de lippen. - Van een papieren ringetje maak je de ogen. - Over oren, neus, lippen en wenkbrauwen plak je een laag papiertape. Ga weer met je vingers over de tape om bij te boetseren. De kop is nu klaar. Je kan ervoor kiezen de kop zo te laten of hem verder af te werken.
Afwerking: Neem een groot vel kraftpapier.
Smeer met gulle hand behangerslijm op beide zijden. Verfrommel het tot een prop en laat de lijm goed in het papier dringen. Je legt het weer open en scheurt er smalle strookjes af die je zorgvuldig over de poppenkop aanwrijft. Laat alles nu goed drogen. Daardoor krijgt het papier een grote stevigheid en kan je het beschilderen en vernissen.
- Kijk op onze website www.hetpaleis.be voor
beelden ( zoals een korte teaser), foto’s, extra informatie - Kijk zeker op www.dansendansen.be voor nog meer ideeën over dansen met kinderen in de klas.
2. Zelf poppen maken. Filip Peeters is de man achter de poppen. Voor Wulong of de Dansende Draak heeft hij kleine Ming Ming, grote Ming Ming en de draak gemaakt. Wij hebben hem zijn basisrecept ontfutseld. Lief-
7
COLOFON Dit lesmateriaal werd samengesteld door Paula Stulemeijer, educatief medewerker in HETPALEIS, in samenwerking met stagiaire dramaturgie Lore Missine. De voorstelling ging in première in de grote zaal van HETPALEIS op 21 april 2013. Contact dienst educatie: Anja Geuns: 03 202 83 75
[email protected] Paula Stulemeijer: 03 202 83 74
[email protected] Britt Schutters: 03 202 83 59
[email protected] HETPALEIS Theaterhuis voor kinderen, jongeren en kunstenaars Meistraat 2 2000 Antwerpen 03 2028311 F. 03 2028353
[email protected] www.hetpaleis.be