LESMAP BIJ DE VOORSTELLING 4 REAL, THE CHOICE IS YOURS

LESMAP BIJ DE VOORSTELLING ‘4 REAL, THE CHOICE IS YOURS’

Educatief pakket ‘4 Real: the choice is yours’

1

OPZET Link voorstelling en Amnesty International De voorstelling wil een beeld schetsen van wie of wat Amnesty International is en stimuleert jongeren om na te denken over mensenrechten en hun eigen verantwoordelijkheden en mogelijkheden. Doelgroep Aansluitend op de voorstelling ‘4 Real, the choice is yours’ volgt Deze lesmap. Ze is bestemd voor leerlingen uit de tweede en derde graad van het secundair onderwijs. Doel De werkbladen zijn een hulpmiddel bij de nabespreking van de voorstelling ‘4 Real’. Het is de bedoeling dat de leerlingen tijdens deze nabespreking de verschillende meningen uit de voorstelling bespreken en beoordelen. Dit voor het creëren van bewustzijn inzake mensenrechten, het stimuleren van acties ter bescherming en promotie van de mensenrechten en het voorkomen van schending van de mensenrechten. Vaardigheden Persoonlijke en sociale vaardigheden, zoals zelfkennis en zelfbewustzijn, m.n. het verkrijgen van inzicht in je eigen drijfveren t.o.v. anderen, en je eigen vooroordelen. Communicatieve vaardigheden: leren luisteren,het weerstaan aan groepsdruk, het durven uiten van je eigen mening. Het leren oplossen van problemen: verzamelen van informatie, nemen van beslissingen, vellen van een juist oordeel, oplossen van conflicten.


2

SYNOPSIS VOORSTELLING Wie is Amnesty? Wat is Amnesty? Of heb je zoiets van: Amnewie? Op die vragen krijg je tijdens de voorstelling ‘4 Real’ van vzw Alles loopt op rolletjes een antwoord. Of eigenlijk toch weer niet… Soit, in elk geval schetst de voorstelling een duidelijk beeld van wie of wat Amnesty International eigenlijk is. Waarvoor staat deze mensenrechtenorganisatie? Wat is precies haar doel? Het denken en oordelen laten we aan jou over. 4 Real is een interactieve voorstelling waarin vier verschillende personages, elk vanuit hun achtergrond, een kijk hebben op mensenrechten. Als toeschouwer zal je ongetwijfeld geconfronteerd worden met enkele prangende vragen. Voer ik zélf actie of blijf ik aan de kant staan? Of kies ik toch nog voor een andere weg? Je zal jezelf in vraag moeten stellen. Is wat ik denk wel juist? Wat gebeurt er als je mag kiezen, zomaar zonder consequenties? Waar ligt de grens? Is er wel een grens? Wat is jouw grens? 4 Real probeert op al deze vragen een antwoord te bieden. Scherp. Gevat. Aangevuld met beeldfragmenten, geluid en een flinke dosis relativerende humor.


3

ACTIVITEITEN 1. Samenvatting voorstelling Verdeel de klas in 5 groepjes. Vier groepen maken een korte samenvatting van 1 personage. Wat zijn de opvallende kenmerken aan deze persoon? Waarvoor staat hij? Kan je jezelf in dit personage herkennen? De vijfde groep maakt een korte samenvatting over de algemene inhoud van de voorstelling. Wat wil de voorstelling volgens jou bereiken? Geef de andere leerlingen een kans om aan te vullen en vat dit vervolgens samen zodat iedereen vanuit hetzelfde uitgangspunt vertrekt. 2. Onduidelijkheden wegwerken Bij onduidelijke termen of woorden de leerlingen op zoek laten gaan naar de betekenis ervan. Gebruik van woordenboeken, internet of een vragenronde onder elkaar zijn mogelijkheden om niet gekende termen te verklaren. 3. Werking Amnesty International Verdeel de klas in groepjes. Per groepje kan dan de bestaande kennis van de leerlingen over de werking van Amnesty International ( wie, wat, waarom, hoe en waar ) besproken en samengevat worden. Eén leerling per groepje zal het resultaat aan de klas presenteren. Op het bord worden de kernwoorden opgeschreven. Via internet kan extra informatie worden opgezocht. Indien er geen internet in de klas voorradig is, kunnen de leerlingen thuis informatie over Amnesty opzoeken en meebrengen naar de klas. 4. Voorstelling en opdrachten Kies, naargelang de beschikbare tijd, één of meerdere thema’s uit de voorstelling. Gebruik deze thema’s in een bespreking, debat of opdracht . De voorstelling toont ons vier personages, elk met hun visie op het thema mensenrechten. Per personage zullen we de belangrijkste punten uitlichten.


4

DEEL 1: “DIEDERIK, MAAR ZEG MAAR DIDI”

Didi behandelde verschillende onderwerpen waaronder: vrijheid van geloof, vrijheid van meningsuiting, holebi’s, rechtvaardigheid,etc.

“Amnesty International gelooft dat elke persoon op deze planeet de vrijheid heeft om te zeggen wat hij of zij wil. Om te geloven in wie of wat ze willen om gewoonweg te zijn wie ze zijn. Zonder intimidatie, opsluiting, geweld en dood te vrezen. Deze rechten behoren ons allemaal toe, we zijn er mee geboren. Ze kunnen ons noch gegeven noch ontnomen worden. Ze kunnen echter als vanzelfsprekend beschouwd worden. En wanneer dat gebeurt, kunnen rechten misbruikt worden.”

OPDRACHT: …………………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………


5

OPDRACHT: WAT KAN IK DOEN? Geef de leerlingen een les op voorhand een opdracht mee naar huis. Laat hen de verschillende actievormen die mogelijk zijn bij Amnesty International opzoeken. Dit zal een voorbereidende oefening zijn voor een klasgesprek met als thema: Kan ik iets betekenen in de strijd voor mensenrechten? De verschillende actievormen van Amnesty International kunnen hierbij betrokken worden. Noteer tijdens het gesprek zowel de positieve als de negatieve punten. Stel hierna samen een tekst op die volgende punten bevat: -

Korte inhoud Amnesty International volgens de leerlingen Verschillende actievormen: o A. Wat vinden de leerlingen er positief aan o B. Wat vinden ze er minder goed aan o C. Welke actievormen vinden ze geschikt of minder geschikt voor jongeren o D. Zien ze een mogelijke oplossing of zijn er suggesties?

Laat de leerlingen deze tekst doorsturen naar: Adres: Amnesty International Kerkstraat 156 2060 Antwerpen


6

DEEL 2: “LUCAS”

Lucas uitte zijn ongenoegen over goede doelen waaronder WWF, Broederlijk Delen, Amnesty International, Oxfam, Greenpeace, Artsen Zonder Grenzen, 11.11.11.,etc.

“Wat trek ik mij dat aan wat er elders in de wereld fout gaat? Wij hebben het hier goed,en de rest fuck it!”

OPDRACHT: …………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………


7

OPDRACHT: DEBAT Kies een duidelijke stelling waarover het debat zal handelen. Mogelijke voorbeelden zijn: a) Jongeren kunnen wel degelijk een verschil maken door hun stem te laten horen. b) Steun aan NGO’s is nutteloos, kijk maar naar het nieuws: problemen blijven duren. c) Je kan enkel helpen als je heel veel geld hebt. d) Ik kom op voor mijn eigen rechten en dat is al meer dan genoeg. e) Politici zijn de enigen die iets kunnen veranderen. Daarom doe ik niks. f) Als men onverschillig is, wordt de situatie enkel erger. h) Gebeurtenissen in een ver land hebben ook invloed op ons. Verdeel de klas vervolgens in voor-en tegenstanders. De leerkracht kan de rol van jury/moderator op zich nemen om zo het debat in goede banen te leiden. Hij of zij kan zich eventueel bij laten staan door enkele leerlingen die het debat mee kunnen helpen observeren. Spreek ook vaste spreektijden af, dit helpt bij het bekomen van korte en bondige uiteenzettingen. Een voorbeeldschema bij het indelen van de tijd kan er als volgt uitzien: -

10 minuten tot een kwartier voorbereiding Voorstander zal gedurende 2 minuten zijn stelling verdedigen ( zonder tussenkomst van de andere partij ) Tegenstander zal gedurende 2 minuten zijn stelling verdedigen ( zonder tussenkomst van de andere partij ) 5 minuten verweer voorbereiden Voorstander zal gedurende 2 minuten zijn verweer voorstellen ( zonder tussenkomst van de andere partij ) Tegenstander zal gedurende 2 minuten zijn verweer voorstellen ( zonder tussenkomst van de andere partij ) Moment van vraag en antwoord ( debat ) tussen de twee partijen gedurende 5 minuten Conclusie en eventuele aanvullingen van de moderator


8

DEEL 3: “GOEBBELS ALIAS DANIEL”

Een geslepen politicus wil zijn verhaal verkopen aan het publiek. “Want, vrienden, U kent allen ongetwijfeld het gegeven van “Big Brother”. Waarbij u geen stap kan zetten, geen vrije gedachte mag hebben, laat staan een wind mag laten,… zonder gecontroleerd te worden. George Orwell trachtte er ons reeds in de helft van vorige eeuw voor te waarschuwen met zijn boek “1984”. Maar is het niet zo dat het idee niet meer zo ver af is? Worden we al niet in de gaten gehouden?

OPDRACHT: …………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………


9

OPDRACHT:CARTOON INTERNETCENSUUR Verdeel de klas in groepjes van vier. Laat hen de cartoon bespreken. Wat zien ze op de tekening? Wat zijn de personen op de tekening aan het doen? Wat heeft deze tekening te maken met mensenrechten? Zouden ze het zelf erg vinden als hun doen en laten op het internet gevolgd zou worden?

Extra vraag: laat de leerlingen op internet opzoeken of er internetcensuur wordt gepleegd in China. Laat hen ook de zoekterm ‘Jing Jing en Cha Cha’ opzoeken via Google. Wat heeft deze term te maken met censuur?


10

DEEL 4: “INDOCTRINATIEGETUIGENIS”

Getuigenis die handelt over oneerlijke processen en de onwettige behandeling van gevangenen ( foltering ). “Er werden mij ontelbare marteltaken opgedragen: met een rubberstok op de voetzolen slaan, met stalen pijpen of zwepen slaan, onderdompelen in een bad vol uitwerpselen, plastiek zakken over hoofden trekken, mensen verbranden met gloeiend metaal, mensen dagen in het donker opsluiten om dan buiten in volle zon te zetten, met de vlakke hand op de oren slaan, mensen vastbinden en met attributen hun ogen dag en nacht open houden, zout in open wonden strooien, sigaretten doven op lichamen, slagen en kloppen op het hoofd, verdrinkingsgrens aftasten, met een tuinslang in de mond de buik vol met water spuiten, honden loslaten op gevangenen, schijnexecuties,…”

OPDRACHT: …………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………


11

OPDRACHT: WERKEN MET EEN GEDICHT

AAN MIJN FOLTERAAR, LUITENANT D… Je sloeg me -nog nooit had iemand me geslagenelektrische schok en dan jouw vuist en je vuile taal ik bloedde te erg om nog te kunnen blozen De hele nacht een locomotief in mijn buik regenbogen voor mijn ogen Het was alsof ik mijn mond opat mijn ogen verdronk handen betastten mij overal en ik wilde lachen Toen op een ochtend kwam een andere militair Jullie leken op elkaar als twee druppels bloed. Je vrouw, luitenant – Roert ze de suiker in je koffie? Durfde je moeder je te vertellen dat je er goed uitzag? Haalde je je vingers door het haar van je kind?

Door: Leila Djabali, Algerije Geboren in 1933. Eén van de jonge Algerijnse intellectuelen, die in de jaren 50 door de Franse koloniale autoriteiten werd gearresteerd omwille van haar rol in de Algerijnse bevrijdingsstrijd.

Inhoudelijke opdrachten: 1. Verklaar: “Ik bloedde te erg om nog te kunnen blozen”. …………………………………………………………………………………………... 2. Wat zou “een locomotief in mijn buik” betekenen? …………………………………………………………………………………………... 3. Leg uit: “Regenbogen voor mijn ogen”. …………………………………………………………………………………………... 4. Verklaar: “Het was alsof ik mijn mond opat”. …………………………………………………………………………………………... 5. Waarom staat er: “Ik wilde lachen”?


12

…………………………………………………………………………………………... 6. Waarom “twee druppels bloed” i.p.v. twee druppels water? …………………………………………………………………………………………... 7. Waarom worden de vrouw, de moeder, het kind van de luitenant opgevoerd? …………………………………………………………………………………………...

Inlevingsopdrachten Aan mijn folteraar, luitenant D…: 1. Welk woord uit het gedicht is je het meest opgevallen, heeft je het meest aangesproken, heeft je het sterkst geraakt? Waarom? …………………………………………………………………………………………... 2. Welke gevoelens roept dit gedicht bij jou op?

Schaamte Onzekerheid Woede Angst Spanning Verlegenheid Nieuwsgierigheid Bitterheid Verdriet Ergernis Ontevredenheid Moedeloosheid Bezorgdheid Ongemak Irritatie Ongeloof Wanhoop Twijfel Machteloosheid …………………… …………………….


13

LESMAP BIJ DE VOORSTELLING 4 REAL, THE CHOICE IS YOURS

Recommend Documents