18 juni 2008
Jaarbeurs Utrecht
Wich choice is the right choice de prostaatkankerbehandeling Erik van Muilekom Verpleegkundig Specialist NKI-AVL
Prostaatkanker
Anatomie
Fysiologie
• • • • • •
Produceren zaadvocht Groei o.I.v. hormonen 20 gram Vorm walnoot Bescherming urineweginfecties Verschillende zones
TNM Classificatie
•
T (Tumor) T1 – T4
•
N (Nodes) N0 – N1
•
M (Metastasen op afstand) M0 – M1
Aanleg en Anatomie
PSA
• PSA – < 4 normaal – 4-10 verhoogd – 10-20 verdacht
T - Primaire Tumor Primaire tumor kan niet worden vastgesteld. Tx T0
Geen bewijs van primaire tumor.
T1
Klinisch onduidelijke tumor niet palpabel of zichtbaar met beeldvorming1:
1a
tumor incidenteel histologisch gevonden in 5% of minder van gereseceerd weefsel
1b
tumor incidenteel histologisch gevonden in meer dan 5% van gereseceerd weefsel
1c
tumor geïdentificeerd via naald biopt (b.v. wegens verhoogd PSA)
T2
Tumor beperkt tot de prostaat2:
2a
tumor beslaat een halve lob of minder
2b
tumor beslaat meer dan een halve lob, maar niet beide lobben
2c
tumor beslaat beide lobben
T3
Tumor strekt zich uit buiten de prostaat3:
3a
extracapsulaire uitbreiding in periprostatisch weefsel (unilateraal or bilateraal)
3b
invasie van zaadblaasje(s)
T4
Tumor zit vast of groeit door in nabijgelegen structuren anders dan de zaadblaasjes: blaashals, externe sfincter, rectum, levator spieren, of bekken wand4. (www.oncoline.nl 06-2008)
Gleason
G1 (2-4), G2 (5-7), G3 (8-10) Gleason score = som twee dominanten 4+3=7 dominant 4 Gleason +TNM + PSA = risico profiel metastasen
Risicoprofiel PSA 10.1-20.0 ng/ml Gleason
T2a
7
22 (18-26) 55 (50-60) 14 (10-19) 9 (6-13)
Laag risico T1c-T2a Gleason<7, PSA <10ng/ml
8
14 (9-19) 46 (38-55) 22 (15-31) 17 (11-25)
Matig risico T2b-c, Gleason7, PSA 10-20 ng/ml
Partin Nomogram MSKCC- Katan Roach
Hoog risico T3, Gleason >7 PSA >20 ng/ml
Risicoprofiel
Memorial Sloan Kettering Cancer Centre www.mskcc.org/mskcc/html/10088.cfm
Risicogroepen en behandeling Risicogroepen
Laag risico T1-T2a Gleasonsom 2-6 PSA< 10 ng/ml
Gemiddeld risico T2b-T2c Gleasonsom 7 PSA 10-20 ng/ml
Hoog risico T3-T4 Gleasonsom 8-10 PSA>20 ng/ml
Active Surveillance EBRT-brachytherpie Radicale prostatectomie
EBRT+brachy Hormoontherapie Radicale prostatectomie
Hormoontherapie EBRT+hormoon Chemotherapie
Risicogroepen bij diagnose
Oorzaak: screening Afname hoog risico patient bij diagnose stelling, zegt niets overleving (Cooperberg et al, (2005) JCO, 32, 8146-8151
Trends in behandeling
(Cooperberg et al, (2005) JCO, 32, 8146-8151
Risicogroepen en behandeling Risicogroepen
Laag risico T1-T2 Gleasonsom 2-6 PSA< 10 ng/ml
Gemiddeld risico T2b-T2c Gleasonsom 7 PSA 10-20 ng/ml
Hoog risico T3-T4 Gleasonsom 8-10 PSA>20 ng/ml
Active Surveillance EBRT-brachytherpie Radicale prostatectomie
EBRT+brachy Hormoontherapie Radicale prostatectomie
Hormoontherapie EBRT+hormoon Chemotherapie
Laag risico
• • • • •
Active surveillance Radicale prostatectomie Radiotherapie Cryotherapie High Itensity Focessed ultrasound HIFU
Laag risico • Gevaar van over behandelen • Active surveillance PRIAS protocol • PSA<10, Gleasonsom 3+3=6, T1c-2, biopten 1-2 postief 0-40cc/8 40-60cc/10 >60cc/12 • Density < volume/PSA <0,2 – 3 mnd PSA controle – 1x 6 md DRE – 1 12 mnd biopten – Vragenlijsten voor wie is dit geschikt??
Quality of Life (QoL) of men on active surveillance (AS) (unpublished data) • In EMC and AvL vs. ‘peripheral’: – Less doubts – Lower PC-specific anxiety • A neurotic personality: – Higher depression score Preliminary – More generic anxiety outcomes – More PC-specific anxiety • Better overall health: – Lower depression score – Less generic anxiety
Prostaatkanker behandeling, welke voor wie?
Opereren: Inwendige bestraling:
Uitwendige bestraling:
Prostaatkanker behandeling, welke voor wie?
urine-incontinentie 5% ED 60% Plasproblemen 50% Darmklachten 10%
Historie RALP
Perineaal
Retropubisch
Laparoscopisch
Robot assisted prostatectomie RALP
Prostatectomie Laparoscopische versus Open • • • • •
Minder bloedverlies Minder verstoring anatomische structuren Aantal kleine incisies Korte opname Sneller herstel
Kwaliteit van leven bij RALP
• RALP minder invasief waardoor mogelijk afname negatieve consequenties urogenitaal gebied • Vooralsnog oncologisch en functioneel geen bewijs vermindering negatieve gevolgen • RALP echter wel duurder dan conventionele methoden (o.a. diposables)
Kwaliteit van leven
• Sinds 2001 gebruik binnen urologie met name prostatectomie • Nederland 7 Da Vinci robots • 2 studies kwaliteit van leven na RALP (Tseng (2006) Urology, 68:1061) (Lee (2001) Int. J Radiot Oncol Biol Phys, 51:614)
Kwaliteit van leven 2006-2007 onderzoek NKI-AVL Data verzameling: • EORTC QLQ30 algemeen • EORTC-QLQ-25 prostaat specifiek • N108 (Poel, H, (2008) Urology, in press Urology)
Correlatie tussen globaal en prostaatspecifieke kwaliteit van leven voor behandeling EORTC-Pr25 domain pre-treatment 1
LUTS
2
Incontinence material use
3
Correlation (Kendall’s tau)
P
-0.111
0.184
-0.005
0.971
Bowel complaints
-0.279
0.003
4
Metabolic complaints
-0.255
0.005
5
Sexual activity
0.169
0.055
6
Sexual function
0.203
0.018
Niet
Wel
Correlatie tussen globaal en prostaatspecifieke kwaliteit van leven na behandeling Wel EORTC-Pr25 domain post-treatment
Correlation (Kendall’s tau)
P
1
LUTS
-0.371
0.001
2
Incontinence material use
-0.208
0.151
3
Bowel complaints
-0.285
0.002
4
Metabolic complaints
-0.352
0.001
5
Sexual activity
6
Sexual function
Niet
0.153 Metabolic complains:
•Opvliegers
0.096
0.080 0.246
•Pijnlijke/gezwollen tepels/borsten •Gewichtsverlies •Minder mannelijk voelen
Globale Kwaliteit van leven en LUTS-sexueel functioneren
• Weinig LUTS klachten geeft meeste kans op herstel naar globale kwaliteit van leven van voor behandeling • Dit geldt niet voor sexueel functioneren
Urine incontinentie
Een beetje
Voor beh.
6 mnd na beh.
12 mnd na beh.
17%
56%
42%
4,5%
3,4%
42%
6%
Nogal/heel erg Incontinentie materiaal
4%
75% mannen gebruikt incontinentie materiaal uit voorzorg, profylactisch
Sexuele functie Voor beh.
6 mnd na beh.
12 mnd na beh.
Stijve penis 9% krijgen/behouden
49%
Problemen met zaadlozing
6%
26%
Opzien tegen sexuele activiteit
7%
26%
Voorspellen post operatieve erectiele functie Prediction of posttreatment erectile function (normal or slightly diminished)
1
Age
2
Nerve sparing surgery (Yes, No)
3
Smoking (Yes, No)
4
Prostate size
5
Pre treatment sexual function
6
Pre treatment sexual activity
Leeftijd, zenuwsparing en sexuele
Univariate activiteit bepalen kans opMultivariate ED postop:
Oudere mannen, zonder zenuwsparing metBweinig preoperatieve P B sexualiteit P hebben een hogere kans op postop ED 0.115
0.004
0.107
0.041
-0.091
0.028
-0.101
0.035
0.421
0.068
Voorbeeld:
*58 jaar, Nervesparing, Volledig sex actief: 18% kans op postop ED 0.027
0.037
*70 jaar, Nervesparing, matig sex actief: 55% kans op postop ED -0.193
0.035
-0.489
0.009
-5.178
0.048
odds=
prob of erections 6m after RALP
odds=
prob of erections 6m after RALP
odds=
prob of erections 6m after RALP
0,042510677
95,92
10 1-12 50 years
constant FP-score age
corr. value -5,468 -0,554 0,157
4 1-12 50 years
constant FP-score age
corr. value -5,468 -0,554 0,157
10 1-12 75 years
%
2,153296664
31,71
corr. value -5,468 -0,554 0,157
%
1,180573102
45,86
constant FP-score age
%
Cryotherapie
• Geen standaard • Salvage na RT • Necrose weefsel • Incontinentie • Geen gerandomiseerd onderzoek gedaan
High intensity focessed ultrasound HIFU • • • • •
T1-T2 N0M0 > 70 jaar PSA,15 ng/ml Volume <40 cc Geen OK of RT mogelijk
• Geen gerandomisserd onderzoek gedaan (Rebillard, X, (2008), BJU, 101, 1205-1213)
Inwendige radiotherapie/brachytherapie
Prostaatvolume 30-50 cc Geen TURP Beperkte plasklachten
Geschiedenis 1970-1980 Memorial Sloan Kettering New-York
Abdominale techniek
Perineale techniek
Whitmore WF, Hilaris BS, Grabstald H : Retropubic implantation of Iodine 125 in the treatment of prostatic cancer. J Urol 1972;108:918-920
Verbetering van de techniek
• 90% controle 5 jaar perineale techniek • Rapid strands verharding aan draad Amersham Cygne • Losse zaadjes Mick applicator • Jodium 125 (6 mnd halwaarde tijd) • Pallium 103 (USA) (16 dagen halfwaarde tijd) (J.J. Batterman, (1998) Ned. Tijdschrift Geneeskunde, mei, 20)
Verbetering van de Techniek “Free or stranded seeds”
Verbetering van de Techniek “Free or stranded seeds”
3-4 zaadjes aan een streng
Brachytherapie
• Pre-operatief: – Normale preoperatieve zorg – Darmvoorbereiding – Scheren ongeveer 20 naalden
Dosisplanning
Postoperatieve zorg • Wond gebied droog • Kans op blauw scrotum/penis – Koude kompres – Strakke onderbroek • Pijnstilling • CAD uit na één dag • Antibiotica
Klachten en symptomen
• Stralingsveiligheid voorschriften • Erectiele disfunctie 40-70 j. 50% problemen • Mictieproblemen tot 6 mnd – Na TURP 1-7% (Batterman 1998) – Frequentie – Aandrang – Brandering gevoel – Zwakke straal
Leefregels Direct post-operatief •plassen via een zeefje •bronnen mbv pincet in loodpotje •tillen < 10 kg. •vocht intake > 2 liter •na 4 weken weer geslachtsgemeenschap (LUMC direct) •verkleuring sperma Tot 6 weken: •niet fietsen (LUMC 2 weken) •geen rectaal onderzoek?
Leefregels Tot 8 weken: • kinderen < 18 jaar) niet op schoot • zwangere/kinderen maximaal 1 uur dichter dan 1 meter naast patiënt Na 8 weken mag dit worden uitgebreid tot 2 uur per dag, Na 16 weken geen beperkingen meer. • partner < 50 jaar aantal weken apart slapen (te bepalen door stralingsdeskundige) Tot 16 weken: • geslachtsgemeenschap met condoom • bron opvangen bij uitplassen of doorspoelen toilet
HDR brachytherapie prostaat De Praktijk
Verschillende technieken beschreven: 1. Inbrengen afterloadingcatheters in prostaat 2. Image acquisitie 3. Treatmentplanning aan de hand van beelden 4. Behandeling
HDR brachytherapie prostaat De Praktijk Aantal Inbrengen van 12-22 catheters
HDR brachytherapie prostaat Patiënt selectie GEC/ESTRO aanbevelingen: Exclusie – Volume > 60cc – TUR < 6 m – Infiltratie van externe sfincter – Obstructieklachten – Rectum/prostaat afstand op TRUS < 5 mm – Lithotomieligging of anesthesie niet mogelijk
Vooral intermediate en slechte prognose: – > T2a of PSA > 10 of Gleason > 7, wetenschappelijk geen bewijs
Uitwendige Radiotherapie
•Anamnese en lichamelijk onderzoek •CT-Plan scan •Aanvullende diagnostiek •PA
Uitwendige radiotherapie Voorbereidingstraject Dwarsdoorsnede door de prostaat
Lengtedoorsnede door de prostaat Rectum
Bladder
PTV CTV
Intensity Modulated Radiation Therapy Dosis verdeling
Uitwendige radiotherapie Uitvoeringstraject 78Gy (39 x 2 Gy) Hypro studie 64,6 Gy (19x3.4 Gy)
Bestralingsapparaat
Fotocontroles
Tijdelijke en blijvende bijwerkingen van radicale uitwendige RTX Bijwerkingen/ Complicatie
Incidentie (%)
Vermoeidheid
80.0-100,0
Cystitis
5,0-12,0
Urine-incontinentie
1,0-8,0
Diarree
11,0-25,0
Faecale incontinentie
1,0-3,0
Proctitis
0,0-5,0
Erectiele dysfunctie
30,0-50,0
Huidreacties (perineum)
10,0-20,0
Oude data
Risicogroepen en behandeling Risicogroepen
Laag risico T1-T2 Gleasonsom 2-6 PSA< 10 ng/ml
Gemiddeld risico T2b-T2c Gleasonsom 7 PSA 10-20 ng/ml
Hoog risico T3-T4 Gleasonsom 8-10 PSA>20 ng/ml
Active Surveillance EBRT-brachytherpie Radicale prostatectomie
EBRT+brachy Hormoontherapie Radicale prostatectomie
Hormoontherapie EBRT+hormoon Chemotherapie
Risicogroepen en behandeling Risicogroepen
Laag risico T1-T2 Gleasonsom 2-6 PSA< 10 ng/ml
Gemiddeld risico T2b-T2c Gleasonsom 7 PSA 10-20 ng/ml
Hoog risico T3-T4 Gleasonsom 8-10 PSA>20 ng/ml
Active Surveillance EBRT-brachytherpie Radicale prostatectomie
EBRT+brachy Hormoontherapie Radicale prostatectomie
Hormoontherapie EBRT+hormoon Chemotherapie
Hormoon behandeling naast de radiotherapie • Casodex 50 mg tablet – 1 keer daags 1 tablet te starten min. één week voor de radiotherapie voor een periode van 4 weken • LHRH-analogen – 1 keer in de 3 maanden een onderhuidse injectie in de buikwand 5% overlevingswinst, 15% klachtenvrije overleving (Bolla, ECCO 2007, niet gepubliceerd)
Hoog risico
• Radicale prostatectomie • Radiotherapie met of zonder hormonale therapie 6 maanden tot 3 jaar
Hoog risico
• Radiotherapie met of zonder hormonale therapie 6 maanden tot 3 jaar • Chemotherapie • Nieuwe middelen
Hypothalamus-hypofyse-testes as Hypothalamus LH-RH
ACTH-RH
Negatief terugkoppelings mechanisme
LHRH analogen Negatief terugkoppelings mechanisme
Hypofyse
LH, FSH
ACTH
Anti androgenen
Bijnieren
Testes Bijnier androgenen Testosteron Prostaat
Hormoon refractair prostaatcarcinoom HRPC
• 12-33 maanden effect hormonale therapie • PSA stijging > 50% laagst gemeten waarden HRPC
Hormoon refractair prostaatcarcinoom HRPC • mediane overleving van HRPC 10 maanden • afhankelijk meer of minder ongunstige factoren • factoren: – biochemisch - Hoog PSA, AF en LDH – hematologisch - Laag Hb – objectief - hoge Gleason, gewichtsafname, aantal botmetastasen – subjectief - pijn en performance status
Hormoon refractair prostaatcarcinoom HRPC • behandeling palliatief op basis van klachten en symptomen • • • •
pijnmedicatie radiotherapie uitwendig radioactieve isotopen chemotherapie
Hormoon refractair prostaatcarcinoom HRPC historie chemotherapie • Mitoxantron (Novantrone®) en prednison “90 in USA klachtenvermindering geen overlevevingswinst • Estramustine (Estracyt®) combinatie oestrogeen/vinblastine effect niet beschreven.
Hormoon refractair prostaatcarcinoom HRPC chemotherapie • Docetaxel (Taxotere®) met prednison klachten vermindering en overlevingswinst 3 maanden t.o.v. mitoxantrone • Mediane overleving 20 maanden • zoeken naar klachtenvermindering ten opzichte van acceptabele bijwerkingen • goede klachten registratie van belang
Bijwerkingen docetaxel/prednison Bijwerkingen
Percentage
Wanneer
alopecia (na 15-20 dagen)
65%
U
anorexie
17%
U V
beenmergsuppressie anemie graad 3-4
5%
trombopenie graad 3-4
1%
leukopenie graad 3-4
32%
febriele neutropenie
3%
diarree
32%
dyspneu
15%
geur- en smaakveranderingen
18%
misselijkheid / braken
42%
D-V
nagelveranderingen
30%
U
neuropathie, sensorisch
30%
oedeem / vochtretentie extremiteiten
19% (met premedicatie)
U
U
spierpijn
14%
V-U
stomatitis
20%
V
traanvloed
10%
vermoeidheid / algehele malaise
53%
(Tannock et al 2004, NEJM, 351, 1502-1512)
docetaxel: niet-hematologische bijwerkingen • acute overgevoeligheidsreacties: – reacties binnen enkele minuten na start infuus – milde symptomen: pruritus, roodheid, uitslag, dyspneu, hypotensie, rugpijn – ernstige symptomen (~3-5%*): ernstige hypotensie, bronchospasmen, diffuse urticaria • vochtretentie: – cumulatief in incidentie en ernst (~820 mg/m2; ~1-7%*) – herstel na beëindiging therapie (mediaan 16 wk) *incidentie graad 3/4 reacties bij 100 of 75 mg/m2
Nieuwe behandelingen
• • • • •
Satriplatin (oraal platinum gestopt) Moniclonale antilichamen (radioactief) Vaccins Targeted therapies Epothilones
18 juni 2008
Jaarbeurs Utrecht
Wich choice is the right choice de prostaatkankerbehandeling Erik van Muilekom Verpleegkundig Specialist NKI-AVL