http://www.edusom.nl
Beginnerslessen
Lesbrief 40. Een nieuwe woning zoeken Wat leert u in deze les?
Waar u op kunt letten als u een nieuwe woning zoekt.
Een gesprek voeren over een nieuwe woning.
Uitdrukkingen!
Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam
HET GESPREK Opdracht 1. Lees het gesprek. Let op. U kunt het gesprek ook beluisteren via de website. HET GESPREK DEEL 1
Miryem wil graag een andere woning. Ze bekijkt een woningkrant en praat erover met Henk, een collega. Miryem: Henk: Miryem: Henk: Miryem: Henk: Miryem Henk Miryem:
Henk:
Miryem: Henk Miryem: Henk:
Miryem:
Wil jij een nieuwe woning?
Kijk eens, wat een mooi huis, dat is echt mijn droomhuis! Wil je verhuizen dan? Waarom? Nou ja, mijn huis is echt te klein nu we kinderen hebben. Ja, maar vind je dat niet vervelend, verhuizen? Zoveel werk … Ja, dat is waar. Maar voor een groter huis heb ik dat wel over. Ja, het is wel een mooi huis, maar kom je daarvoor wel in aanmerking? Hoe bedoel je, daarvoor kom je wel in aanmerking? Nou, het is van een woningbouwvereniging. Heb je je daar al voor ingeschreven? Ja, ik sta al tien jaar ingeschreven, dus ik heb een goede plek op de wachtlijst! Dit huis ga ik bekijken. Ik zie het helemaal zitten! Heb je zin om mee te gaan? Je kunt niet zomaar gaan kijken! Je moet eerst je voorkeur doorgeven bij de woningbouwvereniging. Dan hoor je of je voor het huis in aanmerking komt. En dan, àls je dus in aanmerking komt, mag je het huis gaan bekijken. Nou, en als je het dan goed vindt, dan accepteer je het. Ja, en als je het niet goed vindt, wijs je het af. Ja, oké, oké. Straks is het al weg. Ik ga nou gauw bellen om … wat zei je nou? Om je voorkeur door te geven. Om mijn voorkeur door te geven. Kijk je even mee hoe dat moet? Even kijken, hier staat het: inschrijven kan op verschillende manieren... Je kunt bellen of mailen. Kijk hier staat het telefoonnummer en het emailadres. Oké, dank je. Nou, ik ga gauw bellen.
O nee, dan moet ik verhuizen. Wat een gedoe! Een nieuwe woning? Nee zeg! Alsjeblieft niet! Een nieuwe woning? Dat lijkt me super!
Alleen als het mijn droomhuis is!
Les 40 Beginners- Station Nederlands - Edusom © ITTA 2014
2
DE WOORDEN Opdracht 2. Lees de woorden. Zoek deze woorden op in het gesprek op pagina 2. Zet er een streep onder. Tip: U kunt de woorden ook beluisteren via de website. het droomhuis Een droomhuis is het huis van je dromen. Het is het huis waarin je heel graag zou willen wonen. Bijvoorbeeld: Mijn droomhuis heeft veel kamers, een mooie badkamer met een ligbad en een grote tuin. iets over hebben voor Als je iets over hebt voor iets, vind je het geen probleem om veel te doen om het te krijgen. Bijvoorbeeld: Verhuizen is heel veel werk. Maar voor een groter huis heb ik dat wel over. je voorkeur doorgeven Je voorkeur is wat je het prettigst vindt, wat je het liefst wil. Als je je voorkeur voor een huis doorgeeft, dan zeg je welk huis je wilt. Bijvoorbeeld: U kunt uw voorkeur ook op internet doorgeven aan de woningbouwvereniging. in aanmerking komen voor Als je voor iets in aanmerking komt, kun je iets krijgen, bijvoorbeeld een huurwoning of huurtoeslag. Bijvoorbeeld: U komt niet in aanmerking voor deze woning omdat u te veel verdient. Het is een sociale huurwoning. accepteren Als je iets accepteert, vind je het goed. Als je een woning accepteert, wil je die woning. Je zegt: Ja! Bijvoorbeeld: Ik vind dit huis erg mooi. Ik accepteer het. afwijzen Als je iets afwijst, wil je het niet, je zegt: Nee. Bijvoorbeeld: Ik vind dit huis niet goed. Ik wijs het af. Ik zie het helemaal zitten! Als je iets helemaal ziet zitten, vind je iets erg leuk. Bijvoorbeeld: Dit huis ga ik bekijken. Ik zie het helemaal zitten!
Les 40 Beginners- Station Nederlands - Edusom © ITTA 2014
3
VRAGEN BIJ HET GESPREK Opdracht 3. Zet een kruisje voor het goede antwoord.
1. Wie gaat verhuizen? Miryem. Henk.
2. Waarom gaat ze verhuizen? Het huis is niet mooi. Het huis is te klein.
3. Waar staat Miryem ingeschreven? Voor het bekijken van een huis. Bij de woningbouwvereniging.
4. Mag je zomaar gaan kijken bij een huis? Nee, je moet eerst je voorkeur doorgeven aan de woningbouwvereniging. Ja, je mag altijd gaan kijken bij een huis dat je mooi vindt.
5. Hoe kan je je voorkeur doorgeven? Door te bellen, door een bon in te vullen of via internet. Door een brief te sturen of door een sms te sturen.
Bekijk de antwoorden op p. 22.
Les 40 Beginners- Station Nederlands - Edusom © ITTA 2014
4
HET GESPREK Opdracht 4. Lees het gesprek. Let op. U kunt het gesprek ook beluisteren via de website. HET GESPREK DEEL 2
Later. Miryem heeft iets gehoord van de woningbouwvereniging en Henk en zij gaan het huis bekijken. Miryem: Vrouw: Miryem: Henk: Vrouw: Miryem: Henk: Vrouw: Miryem: Vrouw: Miryem: Miryem Vrouw: Miryem: Vrouw: Miryem: Vrouw: Miryem: Vrouw:
Wat een prachtig uitzicht!
Oh, het is veel groter dan ik dacht! Dit is de woonkamer. Wat is het mooi licht en ruim! Ja, het is een mooie kamer. En dit is de keuken. Hmm,ook leuk. Niet zo groot maar je hebt hier wel een prachtig uitzicht. Moet je eens kijken! Oh ja, wat leuk, je kunt zelfs de bossen zien. En dit is de douche. Nou die moet wel even geverfd worden, maar verder is ie prima. En dan is hier nog de slaapkamer. Oh ja, die heeft ook een nieuw behangetje nodig. Hij is wel lekker ruim, mijn bed past er gemakkelijk in. Nou, ik zie het helemaal zitten dit huis. Dit is een sociale huurwoning, maar de huur bedraagt wel € 600,-. Ooooh, … dat is veel te duur voor mij…. Misschien kunt u huurtoeslag aanvragen, bij de Belastingdienst. Oh ja? Kan je dan gewoon geld krijgen? Ja, als je ervoor in aanmerking komt. Hoe zit dat dan? Nou, je salaris mag niet te hoog zijn. Hoeveel weet ik het niet precies. Maar dat kunt u op de website van de Belastingdienst vinden.
Wow. Het uitzicht is hier echt fantastisch!
Wat een lelijk uitzicht! Moet ik hier de hele dag naar kijken?
Les 40 Beginners- Station Nederlands - Edusom © ITTA 2014
5
DE WOORDEN Opdracht 5. Lees de woorden. Zoek deze woorden op in het gesprek op pagina 5. Zet er een streep onder. Tip: U kunt de woorden ook beluisteren via de website.
ruim Als iets ruim is, is het groot. Er is genoeg plaats. Bijvoorbeeld: Het feest kan wel bij ons hoor. We hebben een heel ruim huis. het uitzicht Het uitzicht is wat je ziet vanuit een bepaalde plaats. Bijvoorbeeld: Mijn droom is een huis met uitzicht op zee. verven Als je verft, geef je iets een kleur met verf. Bijvoorbeeld: Mustafa heeft de muren rood geverfd. Het ziet er heel mooi uit. het behang Behang is papier dat je op de muur plakt om een kamer mooier te maken. Bijvoorbeeld: Het behang in de kinderkamer is erg leuk. Heb je dat zelf gedaan? de sociale huurwoning Een huurwoning is een woning die je huurt. De huur van een sociale huurwoning is niet heel hoog. Bijvoorbeeld: De woningbouwvereniging verhuurt sociale huurwoningen. huurtoeslag aanvragen Als je een hoge huur hebt en niet veel verdient, kun je huurtoeslag aanvragen. Je krijgt dan extra geld om je huur te betalen. Bijvoorbeeld: De huur van mijn huis is weer meer geworden. Ik kan het niet betalen. Ik ga huurtoeslag aanvragen. de Belastingdienst De Belastingdienst is de organisatie die ervoor zorgt dat mensen hun belasting betalen. Bijvoorbeeld: Heb je ook het aangifteformulier van de Belastingdienst al ontvangen?
Les 40 Beginners- Station Nederlands - Edusom © ITTA 2014
6
VRAGEN BIJ HET GESPREK Opdracht 6.
1. Wat vindt Miryem van de woonkamer? ……………………………………………………………………………………
2. Wat vindt Miryem van de keuken? ……………………………………………………………………………………
3. Wat vindt Miryem van de douche? ……………………………………………………………………………………
4. Wat vindt Miryem van de slaapkamer? ……………………………………………………………………………………
5. Wat vindt Miryem van de hele woning?
……………………………………………………………………………………
Bekijk de antwoorden op p. 22. Les 40 Beginners- Station Nederlands - Edusom © ITTA 2014
7
Samenvatting Schrijf in vijf zinnen op waar het gesprek over gaat. Let op: schrijf dus alleen het belangrijkste op!
1…………………………………………………………………………………………
2…………………………………………………………………………………………
3…………………………………………………………………………………………
4…………………………………………………………………………………………
5…………………………………………………………………………………………
Bekijk de antwoorden op p. 22.
Les 40 Beginners- Station Nederlands - Edusom © ITTA 2014
8
OEFENING Opdracht 7. Accepteren of afwijzen? Als u iets goed vindt, dan accepteert u het. Als u iets niet goed vindt, dan wijst u het af. Lees eerst de tekst. Schrijf dan op: “Ik wijs het af” of “Ik accepteer het.” 1. U wilt een baan voor drie dagen in de week. U wilt een goed salaris, maar het belangrijkste is dat u twee dagen in de week vrij bent. Een bedrijf biedt u een baan aan. U moet vijf dagen in de week werken en u krijgt heel veel betaald. Wat doet u? Accepteert u de baan of wijst u hem af? ………………………………………………………………………………………… 2. U wilt graag een nieuwe woning. U vindt het belangrijk dat het huis vier kamers heeft. U wilt ook wel een grote tuin, maar dat is minder belangrijk. U krijgt een woning aangeboden. De woning heeft vijf kamers. De woning heeft ook een mooie grote keuken, de tuin is wel erg klein. Wat doet u? Accepteert u het huis of wijst u het af?
…………………………………………………………………………………………
3. U gaat verhuizen. U wilt een verhuisbedrijf inhuren om uw spullen te vervoeren. U moet dinsdagochtend voor 12 uur de oude woning helemaal leeg hebben. En u wilt natuurlijk niet teveel betalen. Een verhuisbedrijf doet u een aanbod: “Wij brengen al uw spullen voor een goede prijs naar het nieuwe adres. Dit kunnen wij in één ochtend doen” Wat doet u? Accepteert u het aanbod of wijst u het af?
3…………………………………………………………………………………………
Bekijk de antwoorden op p. 22.
Les 40 Beginners- Station Nederlands - Edusom © ITTA 2014
9
OEFENING Opdracht 8. In aanmerking komen voor… Hieronder staat een tekst over huursubsidie. Lees de tekst. Beantwoord daarna de vragen over de tekst. Wanneer kom je in aanmerking voor huurtoeslag? Het recht op huurtoeslag is afhankelijk van - het inkomen - de leeftijd van de oudste bewoner met inkomen - de woonsituatie - de huur Als je tussen de 23 jaar en de 65 jaar bent heb je recht op huurtoeslag als: - Het inkomen van de oudste bewoner niet meer is dan € 20.975 per jaar als je alleen woont. Als je samen woont mag het niet meer zijn dan € 28.475 per jaar. - Als je kinderen hebt die minderjarig zijn, mag je meer verdienen. Dan mag je € 2.762 bij het bedrag optellen. - Ook mag je niet teveel spaargeld of beleggingen hebben. Als je minder dan € 20.661 hebt, dan heb je nog wel recht op huurtoeslag. - Ook mag je huur niet te hoog zijn. De huur moet minder zijn dan € 647,53 per maand. Als je ouder of jonger bent, dan zijn er andere regels. Ook zijn er bijzondere omstandigheden. Als je een eenmalige uitkering hebt gekregen of je bent gehandicapt, dan gelden er andere regels. Ook als je er veel mensen in je huis wonen en je hebt daardoor een groot huis, dan kan je ook meer huurtoeslag krijgen. Als je onder begeleiding woont, zijn er ook andere regels. Het is dus belangrijk dat u goed informeert of u recht heeft op huurtoeslag.
1. Heb je recht op huursubsidie als je huur 674,50 is? Er zijn geen bijzondere omstandigheden. ………………………………………………………………………………………… 2. Hoeveel mag de oudste bewoner verdienen, als je samenwoont? ………………………………………………………………………………………… 3. Mag je zoveel spaargeld hebben als je wilt? ………………………………………………………………………………………… 4. Als je 4 kinderen hebt, mag je dan meer of minder verdienen dan € 20.975? ………………………………………………………………………………………… Les 40 Beginners- Station Nederlands - Edusom © ITTA 2014
10
Als je meer informatie wilt kun je kijken op: http://huursubsidie.net/in-aanmerking-komen-voor-huursubsidie/ En op: www.toeslagen.nl Op deze site kunt u ook een proefberekening maken. Dan kunt u zien of u recht heeft op huurtoeslag.
Bekijk de antwoorden op p. 22. Les 40 Beginners- Station Nederlands - Edusom © ITTA 2014
11
SPREKEN Opdracht 9. Wat kunt u zeggen? ‘Zo zeg je dat!’ Uitdrukkingen. Praat hardop voor uzelf.
Een nieuwe woning? Ja, dat zie ik wel zitten.
Vind je dat niet vervelend, verhuizen? Nou, dat heb ik er wel voor over.
Nee, ik ga toch maar niet verhuizen. Ik blijf liever zitten, waar ik zit.
Ik neem de woning niet. Ik begin er niet aan!
Nu u! Geef antwoord op de vragen. Spreek hardop voor uzelf.
Een nieuwe woning? … Vind je dat niet vervelend, verhuizen? … Nee, ik ga toch maar niet verhuizen. … Ik neem de woning niet. …
Les 40 Beginners- Station Nederlands - Edusom © ITTA 2014
12
SCHRIJVEN Opdracht 10. Het droomhuis Schrijf een verhaal over uw droomhuis. Denk aan het mooiste huis dat u gezien heeft. Of het huis waarover u ’s nachts droomt. Hoe ziet het huis eruit? Schrijf zoveel mogelijk op. U kunt denken hoe het huis er van buiten uitziet, of van binnen. Hoeveel kamers het huis heeft. Is er een tuin? Waar staat het huis, in Nederland of ergens anders? Wat heeft u voor uitzicht en is het groot? Waarom is het uw droomhuis, wat is zo speciaal? Mijn droomhuis ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………
Bekijk de antwoorden op p. 22. Les 40 Beginners- Station Nederlands - Edusom © ITTA 2014
13
OEFENING Opdracht 11. Uitdrukkingen Iemand vraagt u iets. Welke uitdrukking kunt u gebruiken? Schrijf de goede uitdrukking op. Let op! Elke uitdrukking wordt twee keer gebruikt. Kijk naar het voorbeeld. Kies uit: Ja, dat zie ik wel zitten. Ik begin er niet aan. Ik blijf liever zitten, waar ik zit. Nou, dat heb ik er wel voor over. Voorbeeld: 1. Wilt u niet liever ergens anders wonen? Nee, ik blijf liever zitten, waar ik zit. 2. Uw huis is heel klein. Lijkt een nieuwe woning u leuk? ………………………………………………………………………………………… 3. Vind je dat niet vervelend, verhuizen? ………………………………………………………………………………………… 4. Gaat u verhuizen? Nee, ………………………..………………………………………………………… 5. En, gaat u zelf alle verhuisdozen tillen en vervoeren? Nee, …………………………………………………………………………………… 6. U komt in een gezellige buurt te wonen. Vindt u dat leuk? ………………………………………………………………………………………… 7. U moet veel regelen als u gaat verhuizen hoor! ………………………………………………………………………………………… 8. U kunt ook iedereen een kaartje sturen als u gaat verhuizen. Nee, ……………………………………………………………………………………
Bekijk de antwoorden op p. 23. Les 40 Beginners- Station Nederlands - Edusom © ITTA 2014
14
DE WOORDEN Opdracht 12. Kruis het goede antwoord aan. 1. Als je je huis gaat verven, dan geef je iets kleur. plak je papier op de muur. 2. Als je je voorkeur doorgeeft, dan zeg je wat je het liefste wil. vraag je aan anderen wat zij doen. 3. Als je iets helemaal ziet zitten, dan begin je er niet aan. vind je het erg leuk. 4. Als een huis ruim is, dan is het donker. groot. 5. Als je huurtoeslag aanvraagt, dan vraag je extra geld. ga je meer betalen. 6. Als je uitzicht op het strand hebt, dan woon je op het strand. zie je het strand vanuit je huis. 7. Als je iets voor over hebt voor een vakantie, dan vind je het niet erg om ervoor te betalen. vertel je aan iedereen wat jij het liefste zou willen. 8. Als je een sociale huurwoning hebt, dan heb je een hele hoge huur. niet zo hoge huur.
Bekijk de antwoorden op p. 23.
Les 40 Beginners- Station Nederlands - Edusom © ITTA 2014
15
SPREKEN Spreek samen! Doe samen met uw Taalvriend de spreekopdrachten. Lees samen. De een leest A, de ander B.
Opdracht 13. Lees samen met uw taalvriend. A:
Dat huis in de Tulpstraat, dat heb ik gezien.
A:
Dat huis in de Tulpstraat, dat heb ik gezien.
B:
En, wat vond je? Wat vond je ervan?
B:
En, wat vond je? Wat vond je ervan?
A:
Hmm… Niet zo geweldig …
A:
Hmm… Niet zo geweldig …
B:
Hoe was de huur?
B:
Hoe was de huur?
A:
Heel hoog, veel te duur.
A:
Heel hoog, veel te duur.
B:
Hoe was de buurt?
B:
Hoe was de buurt?
A:
Heel druk, veel te druk.
A:
Heel druk, veel te druk.
A:
B:
Hoe waren de kamers?
B:
Hoe waren de kamers?
Te klein, veel te klein.
Les 40 Beginners- Station Nederlands - Edusom © ITTA 2014
16
A:
Te klein, veel te klein.
B:
Hoe was de keuken?
B:
Hoe was de keuken?
A:
De deur was kapot!
A:
De deur was kapot!
B:
En hoe was de douche?
B:
En hoe was de douche?
A:
Die geur! Het stinkt.
A:
Die geur! Het stinkt.
B:
En neem je het huis?
B:
En neem je het huis?
A:
Ik denk er niet aan!
A:
Ik denk er niet aan!
Les 40 Beginners- Station Nederlands - Edusom © ITTA 2014
17
LEZEN Opdracht 14. Lees. DE INFORMATIE.
Een woning zoeken Als u een andere woning zoekt, gaat u op zoek naar een huurwoning of een koopwoning. Huurwoningen zijn in Nederland verdeeld in sociale huurwoningen en vrije sectorwoningen. Sociale huurwoningen zijn woningen met een huur tot ongeveer 650 euro. Dat was althans het prijspeil van juli 2009. In de grote steden is er een tekort aan sociale huurwoningen. De vraag naar de woningen is daar groter dan het aanbod. Er zijn daarom lange wachttijden voor deze woningen. U kunt zich inschrijven voor een sociale huurwoning bij een woningbouwvereniging of woningcorporatie. Vrije sector huurwoningen zijn woningen met een huur vanaf ongeveer 650 euro. Voor deze duurdere woningen zijn de wachttijden minder lang dan voor sociale huurwoningen. Als je een vrije sectorwoning wilt huren, moet je wel genoeg geld verdienen. Meestal moet je een netto salaris hebben van minimaal drie keer de bruto huurprijs.. Koopwoningen kun je in Nederland op allerlei manieren vinden: op het internet, via een makelaar of ‘via via’. ‘Via via’ betekent dat u via familie, vrienden of kennissen een woning vindt. Koopwoningen zijn duur in Nederland. Een koopwoning van ongeveer 100 vierkante meter kost in Amsterdam al gauw 300.000 euro. Maar in een plaats buiten de Randstad is zo’n woning goedkoper. Om een woning te kunnen kopen, sluiten mensen een hypotheek af bij een bank. Een hypotheek is een lening. Er zijn veel verschillende soorten hypotheken. Het is belangrijk dat u een hypotheek kiest die past bij uw financiële situatie. Want als uw woonlasten te hoog zijn, dan komt u in de problemen. Of zoals het spreekwoord zegt: Dan bent u nog verder van huis!
??
VRAAG VAN DE LES
??
Mag je zomaar bij een sociale huurwoning gaan kijken?
Les 40 Beginners- Station Nederlands - Edusom © ITTA 2014
18
TIP VAN DE WEEK 1 Als u een huis bekijkt dan kunt u zeggen dat u iets mooi of goed vindt. U kunt de volgende zinnen gebruiken. -
Wat prachtig! Dat ziet er mooi uit! Ik vind het een heel mooi huis. Het is groot, en licht en in een goede buurt, wat een fijn huis. Wat een schitterende woning! De slaapkamer vind ik heel mooi. Wat een goede badkamer.
TIP VAN DE WEEK 2 Wilt u weten of u recht heeft op huurtoeslag? Kijk op de site van de belastingdienst. Hier kunt u uitrekenen hoeveel huurtoeslag u kunt krijgen. www.toeslagen.nl!
TIP VAN DE WEEK 3 Op www.etv.nl kunt u nog meer informatie vinden over een nieuwe woning zoeken. Bekijk de aflevering ‘Een ander huis’ van het programma ‘Praatwijzer’.
Les 40 Beginners- Station Nederlands - Edusom © ITTA 2014
19
PRAKTIJK Opdracht 15. Kijk in de praktijk. PRAKTIJKOPDRACHT De opdracht bij deze les is: “Bekijk de website van een woningbouwvereniging.” -
Wat voor informatie staat er allemaal op de website? In welke buurten heeft deze woningbouwvereniging woningen? Hoe lang duurt het voordat u een woning kunt krijgen? Hoe kunt u zich inschrijven bij deze woningbouwvereniging? Moet u daarvoor betalen? Hoeveel? Bent u nog geen lid, maar wilt u dat wel worden? Lees dan alle informatie goed door en schrijf u in!
GRAP VAN DE WEEK
Bakker en vloerkleed Wat is het verschil tussen een bakker en een vloerkleed? Antwoord: De bakker moet vroeg op en het vloerkleed kan lekker blijven liggen.
Les 40 Beginners- Station Nederlands - Edusom © ITTA 2014
20
HOE GAAT HET? Opdracht 16. Kent u de woorden? Kruis aan.
Het droomhuis Iets over hebben voor Je voorkeur doorgeven In aanmerking komen voor Accepteren Afwijzen Ik zie het helemaal zitten Ruim Het uitzicht Verven Het behang De sociale huurwoning Huurtoeslag aanvragen De belastingdienst
Kunt u ook een zin met de woorden maken?
Opdracht 17. Kunt u het in het Nederlands? Deze les ging over een nieuwe woning zoeken. U heeft geleerd waar u op kunt letten bij het zoeken naar een nieuwe woning. U heeft ook geleerd om een gesprek te voeren over een nieuwe woning. En om uitdrukkingen te gebruiken. Kunt u nu een gesprek voeren over een nieuwe woning? En kent u de uitdrukkingen. Weet u waar u op kunt letten als u een nieuwe woning zoekt? Kunt u dat nu goed? Of een beetje? Of nog niet zo goed? Schrijf het op. Zet een kruisje.
Goed
Gaat wel
Niet zo goed...
Ik weet waar ik op kan letten als ik een nieuwe woning zoek.
Ik kan een gesprek voeren over een nieuwe woning.
Ik ken de uitdrukkingen.
Les 40 Beginners- Station Nederlands - Edusom © ITTA 2014
21
ANTWOORDBLAD Opdracht 3 1. Miryem. 2. Het huis is te klein. 3. Voor de woningbouwvereniging. 4. Nee, je moet eerst je voorkeur doorgeven aan de woningbouwvereniging. 5. Door te bellen, door een bon in te vullen of via internet. Opdracht 6 1. Mooi licht en ruim! 2. Niet zo groot. Maar er is wel een mooi uitzicht. 3. Prima, hij moet alleen nog geverfd worden. 4. Lekker ruim, er moet alleen nog nieuw behang op. 5. Goed. Miryem ziet het wel zitten. Samenvatting Let op! Dit is een samenvatting. Hierin staan de belangrijkste dingen. Uw vijf zinnen kunnen anders zijn. Miryem wil verhuizen omdat haar huis te klein is. Miryem heeft een mooi huis gezien waar ze wil wonen. Ze wil het huis gaan bekijken met Henk samen. Henk vertelt Miryem dat ze eerst haar voorkeur door moet geven bij de woningbouwvereniging. Dat gaat Miryem doen. Miryem en Henk mogen gaan kijken in de woning. Een vrouw leidt ze rond. Ze bekijken de hele woning. Miryem vindt de woning mooi. Het is niet zo groot en er moet nog veel gebeuren, maar het uitzicht is mooi en het is een goede woning. Miryem accepteert de woning als ze hem kan betalen. Ze moet eerst kijken of ze in aanmerking komt voor huurtoeslag. Opdracht 7. 1. U wijst het af. / Ik wijs het af. 2. U accepteert het. / Ik accepteer het. 3. U accepteert het. / Ik accepteer het. Opdracht 8. 1. Nee 2. € 28.475 per jaar. 3. Nee 4. Meer. Opdracht 10. Eigen antwoord.
Les 40 Beginners- Station Nederlands - Edusom © ITTA 2014
22
Opdracht 11. 1. Nee, ik blijf liever zitten, waar ik zit. 2. Ja, dat zie ik wel zitten. 3. Nou, dat heb ik er wel voor over. 4. Ik blijf liever zitten, waar ik zit. 5. Nee, ik begin er niet aan. 6. Ja, dat zie ik wel zitten. 7. Nou, dat heb ik er wel voor over. 8. Nee, ik begin er niet aan. Opdracht 12. 1. geef je iets kleur. 2. zeg je wat je het liefste wil. 3. vind je het erg leuk. 4. groot. 5. vraag je extra geld. 6. zie je het strand vanuit je huis. 7. vind je het niet erg om er iets voor te doen of ergens voor te betalen. 8. niet zo hoge huur. Vraag van de les: Nee, je moet ingeschreven staan bij de woningbouwvereniging en je voorkeur hebben doorgegeven.
Les 40 Beginners- Station Nederlands - Edusom © ITTA 2014
23
EXTRA OEFENEN VOOR HET INBURGERINGSEXAMEN
Deze les past in thema 3 ‘Wonen’ van KNS van het Inburgeringsexamen. OEFENEN VOOR HET EXAMEN LUISTEREN Luister naar het gesprek van de les. Luister via http://www.edusom.nl en / of via www.stationnederlands.nl. Maak daarbij de vragen van opdrachten 3 en 6 en maak de oefeningen van Station Nederlands. OEFENEN VOOR HET EXAMEN SPREKEN Zoek een taalvriend, iemand die goed Nederlands spreekt. Doe opdracht 9,11 en 13 uit deze les met uw taalvriend. OEFENEN VOOR HET EXAMEN LEZEN Voor het examen Lezen kunt u oefenen met de opdrachten 3 en 6 bij de tekst van de gesprekken uit deze les. Ook kunt u oefenen met de extra opdracht. OEFENEN VOOR HET EXAMEN SCHRIJVEN Zoek een taalvriend, iemand die goed Nederlands spreekt. Doe opdracht 6 (de samenvatting) en 10 uit deze les met uw taalvriend. Kijk voor meer informatie over het inburgeringexamen op: http://www.inburgeren.nl/inburgeraar/examen/examen.asp Maak de voorbeeldexamens. Beginnersles 42 van Station Nederlands gaat ook over het examen.
Les 40 Beginners- Station Nederlands - Edusom © ITTA 2014
24
Hoe leer je Nederlands? Door veel te oefenen in de praktijk. Door de lessen van Edusom te volgen op radio, tv en internet. Door met deze lesbrieven te werken. En met Station Nederlands. Kijk ook eens op Oefenen.nl. Daar vindt u programma’s over taal, maar ook over rekenen, gezondheid en nog veel meer. Kijk naar AT5 en Leef & Leer. Zoek een taalvriend om spreken en schrijven te oefenen. En zoek een taalcursus om nog meer te leren. U kunt ook naar het Taalspreekuur van de OBA gaan. Veel leerplezier!
Meer oefenen? Kijk naar films van ETV Op de website ETV.nl vindt u films die gaan over een andere woning. Bijvoorbeeld: de film over een ander huis van ‘Praatwijzer!’ op: http://www.etv.nl/index.cfm?act=programma.speel&flm=&pid=54&aid=793
Les 40 Beginners- Station Nederlands - Edusom © ITTA 2014
25