Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer
"Welkom: ............................"
Introductiefase:
1. "We gaan vandaag proberen te voorspellen." 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?" 3. Discussie: ................................. 4. Vraag: "Kan iemand mij ook vertellen welke personen veel voor hun beroep voorspellen?" 5. Discussie: ................................. 6. "Goed, iedereen heeft aardig door wat voorspellen betekent en wie er zoal voorspellen. In het kort komt het er op neer dat voorspellen betekent dat je aangeeft wat je denkt dat er verder gaat gebeuren. Een waarzegster kijkt wat er verder in je leven gaat gebeuren. Een weerman of weervrouw vertelt, wat er de komende dagen met het weer gebeurt." Instructiefase: 1. "Als we het over onze les van vandaag hebben dan bedoelen we met voorspellen dat wij ons gaan afvragen hoe de tekst verder gaat. Wat er dus verder gebeurt in de tekst die we lezen. Om dit te kunnen doen hebben we natuurlijk een tekst nodig, die we kunnen gaan lezen. Ik zal zo meteen de tekst uitdelen. Wanneer jullie straks een tekst hebben gekregen gaan we niet direct de hele tekst lezen maar steeds korte gedeelten uit de tekst. Nadat we een stukje gelezen hebben, zal ik aan mijzelf vragen: Hoe zal de tekst verder gaan? Ik zal proberen daar een antwoord op te geven en ik hoop dat jullie mij daar mee willen helpen." 2. "Omdat de vraag: Hoe zal de tekst verder gaan? zeer belangrijk is om straks te kunnen gaan voorspellen, staat deze vraag op een kaart. Daarnaast staan er ook nog andere vragen op de kaart die we al kennen: Staan er moeilijke woorden in de tekst? Kun je in één of twee zinnen vertellen waar de tekst over gaat? Hoe zal de tekst verder gaan?" 3. De kaart wordt uitgedeeld. 1 novo Consult 2009 Begrijpend lezen Leerkrachtinstructie leestekst 1: Voorspellen
4. "Deze kaart mogen jullie bij de tekst houden. Als jullie de vraag straks niet meer weten om te kunnen voorspellen, kun je even op de kaart kijken. Gebruik de kaart ook maar als bladwijzer." 5. Vraag: "Is het duidelijk wat vandaag de bedoeling is?" (Zo niet, leg het dan nogmaals uit.). 6. "Dan zal ik nu de tekst van vandaag uitdelen." 7. De tekst wordt uitgedeeld. 8. "Voordat ik zal beginnen met het lezen van de tekst wil ik eerst even kijken naar de titel bovenaan de tekst. Leg de kaart met de vragen op de tekst onder de titel. Lees alleen nog maar de titel. Daar staat 'De nieuwe computer'. Waar zal deze tekst over gaan? Ik denk dat deze tekst gaat over iemand die een nieuwe computer heeft en over wat hij met die computer gaat doen." Vraag: "Denken jullie ook dat deze tekst gaat over iemand die een nieuwe computer heeft en over wat hij ermee gaat doen? Of heeft iemand van jullie een andere voorspelling als we naar de titel kijken?" 9. Discussie: ............................... 10. "We zullen deze eerste voorspelling opschrijven zodat we aan het eind van deze les kunnen controleren of deze voorspelling is uitgekomen." 11. Schrijf op: Voorspelling 1: Deze tekst gaat over iemand die een nieuwe computer heeft en over wat hij met die computer gaat doen. 12. "We hebben nu genoeg gepraat over de titel. Laten we nu het eerste gedeelte van de tekst maar eens gaan lezen. We lezen allemaal stil tot aan de eerste streep. Ga je gang."
De nieuwe computer Daar staat de apparatuur dan. Ingepakt en wel. Vier dozen vol. Vader pakt de eerste doos uit. De computer. Hij zet de computer op tafel en pakt de tweede doos uit. Een beeldscherm. Hij zet het beeldscherm op de computer. Op naar de derde doos.
2 novo Consult 2009 Begrijpend lezen Leerkrachtinstructie leestekst 1: Voorspellen
1. Vraag: "Heeft iedereen het eerste gedeelte gelezen? Staat er een moeilijk woord in de tekst?" (Zo ja; geef instructie ophelderen).
2. "We lezen nu de tweede vraag op de kaart. Kun je in één of twee zinnen vertellen waar de tekst over gaat? Ik ga proberen om een samenvatting te maken. Ik heb gelezen dat vader vier dozen had staan. De eerste twee had hij uitgepakt. Daarin zat de computer en een beeldscherm. De samenvatting wordt dan: Vader pakt de dozen uit, er komt een computer uit. " 3. "We lezen nu de derde vraag van de kaart: Hoe zal de tekst verder gaan? Om te voorspellen, zullen we onszelf deze vraag moeten stellen. Hoe zal de tekst verder gaan? Vaak is de laatste zin van een tekst belangrijk wanneer je wilt weten hoe de tekst verder gaat. In de laatste zin staat: 'Op naar de derde doos'. Een belangrijke aanwijzingen is denk ik 'de derde doos'. Twee dozen zijn er uitgepakt. Er moeten er dus nog twee uitgepakt worden. ‘Op naar de derde doos’ betekent, denk ik, dat hij de derde doos wil gaan uitpakken. Ik denk dat de tekst verder zal gaan over wat er in de derde doos zit." 4. Vraag: "Denken jullie ook dat hij nu de derde doos gaat uitpakken?" 5. Discussie: ............................. 6. "We zijn het er dus allemaal over eens dat volgens ons vader de derde doos gaat uitpakken. Dat wordt dan onze tweede voorspelling. Ik zal deze voorspelling ook opschrijven. Dan kunnen we straks kijken of deze voorspelling ook uitkomt." 7. Schrijf op: Voorspelling 2: Vader gaat de derde doos uitpakken. 8. "We kunnen nu verder met de tekst. We zullen stil verder lezen tot de volgende streep en kijken of de voorspelling uitkomt." 9. Iedereen pakt de tekst er weer bij. 10. Iedereen leest verder tot de volgende streep:
In de derde doos zit een toetsenbord. Hij zet het toetsenbord voor de computer.
3 novo Consult 2009 Begrijpend lezen Leerkrachtinstructie leestekst 1: Voorspellen
1. Vraag: "Heeft iedereen de tekst gelezen? Staat er een moeilijk woord in de tekst?" (Zo ja; geef instructie ophelderen)." 2. Vraag: "Is onze voorspelling uitgekomen dat vader de derde doos gaat uitpakken?" 3. Iedereen moet dit bevestigen. Zo niet, dan lezen we deze twee regels opnieuw. 4. "Goed, iedereen vindt dat de voorspelling is uitgekomen." 5. Vraag: "Wil iedereen verder lezen tot de volgende streep?" 6. Iedereen leest verder:
Tenslotte de vierde doos. Een printer. De printer komt naast de andere apparaten te staan. Wat volgt is nog een aantal zeer dikke boeken en een aantal cd-roms. En klaar is vader. De computer staat uitgepakt en wel op tafel. Vol trots kijkt vader naar de apparatuur.
Toepassingsfase:
1. Vraag: "Heeft iedereen het gedeelte gelezen?" 2. Vraag: "Staat er een moeilijk woord in de tekst?" (Zo ja; geef instructie ophelderen). 3. Vraag: "Wie wil er nu proberen om een voorspelling te maken?" 4. Ria biedt zich aan. 5. Vraag: "Ria, wil jij voorlezen wat de tweede vraag op de kaart is?" 6. Ria leest hardop voor: Kun je in één of twee zinnen vertellen waar de tekst over gaat? 7. "We gaan proberen om een samenvatting van de tekst te maken. Dit hebben we al eerder gedaan. Ria zou jij willen proberen om te vertellen wat het belangrijkste in de tekst is?" 8. Ria geeft een samenvatting. Wanneer dit niet lukt maak je gebruik van de instructie ‘samenvatten’.
4 novo Consult 2009 Begrijpend lezen Leerkrachtinstructie leestekst 1: Voorspellen
9. Vraag: "Ria, zou je aan de anderen willen vragen wat zij van jouw samenvatting vinden?" 10. De samenvatting wordt opgeschreven. (De samenvatting zou kunnen zijn: Vader heeft de computer uitgepakt.) 11. Vraag: "Ria, zou je nu de laatste vraag op de kaart willen voorlezen?" 12. Ria leest voor: Hoe zal de tekst verder gaan? 13. "Ria, wil jij een voorspelling geven over hoe de tekst verder zal gaan? Lees eerst de laatste twee zinnen van de tekst nog een keer hardop, die zijn vaak belangrijk om een voorspelling te maken." 14. Ria leest de laatste twee zinnen van de tekst: De computer staat uitgepakt en wel op tafel. Vol trots kijkt vader naar de apparatuur. 15. Vraag: "Ria, hoe denk je dat de tekst verder zal gaan?" 16. Ria doet een poging. 17. Vraag: "Ria, wil jij aan de anderen vragen wat ze van jouw voorspelling vinden?" 18. Discussie…………………………. 19. Vraag: "Ria, welke voorspelling hebben we gedaan?" 20. Ria reageert. 21. "Dan zal ik deze voorspelling als voorspelling 3 opschrijven. Dan kunnen we straks, als we verder lezen, kijken of de voorspelling is uitgekomen." 22. Schrijf op: Voorspelling 3: ....... (Uitkomst zou kunnen zijn: Vader gaat proberen om met de computer te werken). 23. "We gaan weer door met het lezen van de tekst." 24. Vraag: "Willen jullie stil verder lezen tot de volgende streep?" 25. Iedereen leest verder.
Moeder vindt de computer ook mooi. Maar ze heeft de nodige twijfels of hiermee ooit iets goeds zal verschijnen. Vader wil direct aan de gang. Snoertjes bevestigen zodat de computer zal werken. 5 novo Consult 2009 Begrijpend lezen Leerkrachtinstructie leestekst 1: Voorspellen
1. Vraag: "Heeft iedereen het gedeelte gelezen?" 2. Vraag: "Ria, wil jij de eerste vraag op de kaart voorlezen?" Ria leest voor: Staan er moeilijke woorden in de tekst? Wanneer de deelnemers aangeven dat ze een woord moeilijk vinden geef je de instructie die hoort bij ‘Ophelderen’. 3. Vraag: "Ria, is de voorspelling uitgekomen?" 4. Ria reageert. 5. Vraag: "Zijn jullie het met Ria eens?" 6. Discussie: ........................... 7. "Dan gaan we nu door met het lezen van de tekst." 8. Vraag: "Willen jullie verder gaan met stil lezen tot aan de volgende streep?" 9. Iedereen leest verder.
Vader stopt de stekkers in het stopcontact en met de nodige spanning zet hij de computer aan. Na enkele seconden wordt op het scherm een beeld zichtbaar. Vader wordt hierdoor zeer enthousiast. Nu de boeken lezen, die bij de computer horen.
1. Vraag: "Heeft iedereen het gedeelte gelezen?" 2. Vraag: "Jolien, wil jij de eerste vraag op de kaart voorlezen?" Jolien leest voor: Staan er moeilijke woorden in de tekst? Wanneer de deelnemers aangeven dat ze een woord moeilijk vinden geef je de instructie die hoort bij ‘Ophelderen’. 3. Vraag: "Jolien, wil jij voorlezen wat de tweede vraag op de kaart is?" Jolien leest hardop voor: Kun je in één of twee zinnen vertellen waar de tekst over gaat? 4. Jolien geeft een samenvatting. Wanneer dit niet lukt maak je gebruik van de instructie ‘samenvatten’. 5. "Jolien, wil jij aan de anderen vragen wat zij van jouw samenvatting vinden?" 6. Discussie…… 6 novo Consult 2009 Begrijpend lezen Leerkrachtinstructie leestekst 1: Voorspellen
7. "Jullie samenvatting is dus: …… ." (Schrijf deze samenvatting op). (de samenvatting zou kunnen zijn: Vader zet de computer aan.) 8. Vraag: "Jolien, zou je nu de laatste vraag op de kaart willen voorlezen?" 9. Jolien leest voor: Hoe zal de tekst verder gaan? 10. "Jolien, wil jij een voorspelling geven hoe de tekst verder zal gaan? Lees eerst de laatste zin van de tekst nog een keer hardop, die is belangrijk voor het maken van een voorspelling." 11. Jolien leest de laatste zin van de tekst: Nu de boeken lezen, die bij de computer horen. 12. Vraag: "Jolien, hoe denk je dat de tekst verder zal gaan?" 13. Jolien doet een poging. 14. Vraag: "Jolien, wil jij aan de anderen vragen wat ze van jouw voorspelling vinden?" 15. Discussie…………………………. 16. Vraag: "Jolien, welke voorspelling hebben we gedaan?" 17. Jolien reageert. 18. "Dan zal ik deze voorspelling als voorspelling 4 opschrijven. Dan kunnen we straks, als we verder lezen, kijken of de voorspelling is uitgekomen." 19. Schrijf op: Voorspelling 4: ....... (Uitkomst zou kunnen zijn: Vader gaat de boeken over de computer lezen). 20. "We gaan weer door met het lezen van de tekst." 21. Vraag: "Willen jullie stil verder lezen tot de volgende streep?" 22. Iedereen leest verder.
Vele uren is vader aan het lezen. Vader voert iedere handeling uit, die in het boek beschreven wordt. ‘Open het bestand’. ‘Tik een tekst in het bestand’. ‘Sluit het bestand’.
1. Vraag: "Heeft iedereen het gedeelte gelezen?" 7 novo Consult 2009 Begrijpend lezen Leerkrachtinstructie leestekst 1: Voorspellen
2. Vraag: "Jolien, wil jij de eerste vraag op de kaart voorlezen?" Jolien leest voor: Staan er moeilijke woorden in de tekst? Wanneer de deelnemers aangeven dat ze een woord moeilijk vinden geef je de instructie die hoort bij ‘Ophelderen’. 3. Vraag: "Jolien, is de voorspelling uitgekomen?" 4. Jolien reageert. 5. Vraag: "Zijn jullie het met Jolien eens?" 6. Discussie: ........................... 7. "Dan gaan we nu door met het lezen van de tekst." 8. Vraag: "Willen jullie verder gaan met stil lezen tot aan de volgende streep?" 9. Iedereen leest verder.
Moeder is al lang geleden langs geweest met koffie. Dezelfde koffie staat nog steeds in het kopje. Helemaal koud, maar vader heeft geen tijd om hier aandacht aan te besteden. Na 2 uur vraagt moeder voorzichtig, of vader nu niet eens zal stoppen en morgen verder zal gaan.
1. Vraag: "Hebben jullie het gedeelte gelezen?" 2. Vraag: "Stephan, wil jij de eerste vraag op de kaart voorlezen?" Stephan leest voor: Staan er moeilijke woorden in de tekst? Wanneer de deelnemers aangeven dat ze een woord moeilijk vinden geef je de instructie die hoort bij ‘Ophelderen’. 3. Vraag: "Stephan, zou jij de tweede vraag op de kaart willen voorlezen?" 4. Stephan leest de tweede vraag op de kaart voor: Kun je in één of twee zinnen vertellen waar de tekst over gaat? 5. Stephan geeft een samenvatting. Wanneer dit niet lukt maak je gebruik van de instructie ‘samenvatten’. 6. "Stephan, wil jij aan de anderen vragen wat zij van jouw samenvatting vinden?" 7. Discussie…… 8. "Jullie samenvatting is dus: …… ." (Schrijf deze samenvatting op). De samenvatting zou kunnen zijn: Vader is alleen nog bezig met de computer. 8 novo Consult 2009 Begrijpend lezen Leerkrachtinstructie leestekst 1: Voorspellen
9. Vraag: "Stephan, pak de kaart er maar weer bij, wat is de laatste vraag op de kaart?" 10. Stephan leest voor: Hoe zal de tekst verder gaan? 11. Vraag Stephan om nog eens de laatste zin van de tekst te lezen. Vertel hierbij dat de laatste zin belangrijk is voor het maken van een voorspelling. 12. Stephan leest de laatste zin van de tekst: Na 2 uur vraagt moeder voorzichtig, of vader nu niet eens zal stoppen en morgen verder zal gaan. 13. Vraag: "Stephan, hoe denk je dat de tekst verder zal gaan?" 14. Stephan doet een poging. 15. Vraag: "Stephan wil jij aan de anderen vragen wat ze van jouw voorspelling vinden?" 16. Discussie…………………………. 17. Vraag: "Stephan, welke voorspelling hebben we gedaan?" 18. Stephan reageert. 19. "Dan zal ik deze voorspelling als voorspelling 5 opschrijven. Dan kunnen we straks, als we verder lezen, kijken of de voorspelling is uitgekomen." 20. Schrijf op: Voorspelling 5: ....... (Uitkomst zou kunnen zijn: Vader stopt wel/niet met de computer). 21. "We gaan weer door met het lezen van de tekst." 22. Vraag: "Willen jullie stil verder lezen tot de volgende streep?" 23. Iedereen leest verder.
Vader antwoordt niet en gaat verder met zijn werkzaamheden.
1. Vraag: "Heeft iedereen het gedeelte gelezen? Staat er een moeilijk woord in de tekst? "(Zo ja; geef instructie ophelderen). 2. Vraag: "Ria, zou jij aan Jolien willen vragen, of de voorspelling is uitgekomen?" 3. De voorspelling is wel/niet uitgekomen. 9 novo Consult 2009 Begrijpend lezen Leerkrachtinstructie leestekst 1: Voorspellen
4. "Dit was een moeilijke voorspelling. Eigenlijk waren er twee mogelijkheden nadat moeder aan vader gevraagd had of hij nu wilde stoppen en morgen verder gaan. Vader kon inderdaad stoppen maar ook doorgaan. Vader heeft er dus voor gekozen om door te gaan. Bij deze voorspelling moesten we een beetje gokken. We hebben dus goed/fout gegokt." 5. "Goed, we gaan het laatste gedeelte van de tekst lezen." 6. Vraag: "Willen jullie stil het laatste gedeelte van de tekst lezen?"
Niet alles gaat even gemakkelijk. Vaak moet vader een oefening overdoen. Omdat hij de tekst niet goed leest of niet begrijpt wat er staat. Vaak zucht hij. Soms roept hij dat de computer niet deugt. Moeder hoort het kreunen en steunen de hele avond aan. Leuk zo’n computer. Niets gezelligs aan voor iemand die er alleen maar bij zit in de kamer. Aan het einde van de avond gaat ze alleen naar bed. ‘Ik ga naar bed hoor,’ zegt ze nog tegen vader. Hij antwoordt niet. Kijkt zelfs niet eens op. Leuk hoor, zo’n computer. Als vader hier maar niet verslaafd aan raakt.
1. "We hebben nu de hele tekst gelezen." 2. Vraag: "Jolien, wil jij de eerste vraag op de kaart voorlezen?" Jolien leest voor: Staan er moeilijke woorden in de tekst? Wanneer de deelnemers aangeven dat ze een woord moeilijk vinden geef je de instructie die hoort bij ‘Ophelderen’. 3. "Jolien, wil jij de tweede vraag op de kaart voorlezen?" Jolien leest voor: Kun je in één of twee zinnen vertellen waar de tekst over gaat? 4. Jolien geeft een samenvatting. Wanneer dit niet lukt, maak je gebruik van de instructie ‘samenvatten’. 5. "Jolien, wil jij aan de anderen vragen wat zij van jouw samenvatting vinden?" 6. Discussie…… 7. "Jullie samenvatting is dus: …… ." (Schrijf deze samenvatting op). De samenvatting zou ongeveer moeten zijn: Vader is de hele avond bezig met de computer. 10 novo Consult 2009 Begrijpend lezen Leerkrachtinstructie leestekst 1: Voorspellen
8. Vraag: "Zouden jullie allemaal een voorspelling willen doen of vader volgens jullie inderdaad verslaafd zal raken aan de computer? Wil je daarbij ook vertellen waarom je dat denkt?" 9. Iedereen doet een voorspelling. Op basis van deze voorspelling volgt nog een discussie. 10. Discussie: ............................. 11. "Goed we zullen nooit weten of vader inderdaad verslaafd is geraakt aan de computer. Wel wil ik nog even kijken of mijn eerste voorspelling, naar aanleiding van de titel, een juiste voorspelling was." 12. Vraag: "Ria, wil jij nog eens voorlezen wat mijn eerste voorspelling was?" 13. Ria leest de eerste voorspelling voor: Voorspelling 1: Deze tekst gaat over iemand die een nieuwe computer heeft en over wat hij met die computer gaat doen. 14. Vraag: "Ria, is mijn eerste voorspelling een juiste voorspelling geweest?" 15. Ria geeft hierop antwoord. 16. Vraag: "Heeft iemand anders een andere mening?" 17. Discussie: ......................... Afrondingsfase:
1. "Goed we stoppen er mee. Vandaag zijn we aan het voorspellen geweest. Daarbij hebben we ons afgevraagd hoe de tekst verder zou gaan. Ik denk dat we prima voorspellingen hebben gedaan. Goede voorspellingen omdat we goed gekeken hebben naar wat we al gelezen hadden. Alleen op deze manier kun je ook een goede voorspelling maken. Anders wordt het gokken in plaats van voorspellen. Kijk maar naar de gok nadat moeder gevraagd had of vader nu niet wilde stoppen. Volgende keer gaan we verder met voorspellingen maken naar aanleiding van een tekst, die we dan weer eerst zullen gaan lezen. Bedankt en complimenten voor jullie medewerking."
11 novo Consult 2009 Begrijpend lezen Leerkrachtinstructie leestekst 1: Voorspellen