Leren van casussen op internet "de noodzaak van kennismanagement" Borger, februari 2003, Rudy Joenje Leren van casussen is traditie in de hulpverlening waar elk hulpverleningsgeval uniek lijkt. Casuistiek is belangrijk in een vakgebied waar kennis lastig is te formaliseren in protocollen. Bovendien leren mensen veel beter met behulp van voorbeelden. In zijn oratie Leren van gevallen (1995) onderstreepte Prof. Dr. Geert van der Laan, bijzonder hoogleraar maatschappelijk werk te Utrecht, het nut van het reconstrueren van casuistiek voor zowel praktijk als wetenschap. Elders in dit tijdschrift bespreekt Hilde Vlaeminck waarom casussen (kwaliteits)zorg verdienen. Echter "gevalsleren" op de werkvloer vereist nogal wat voorwaarden anders verdringt de drukke praktijk het leerproces al snel en ligt de dagelijkse routine weer op de loer. Belangrijk is dat het leren goed wordt ingebed in de primaire / secundaire werkprocessen. Hulpverlenende instellingen voldoen daar niet gauw aan; niet zozeer door krappe budgetten maar vooral door gebrek aan management op dit gebied. In dit artikel geef ik op basis van ervaringen met project CasusConsult een aanzet hoe "gevalsleren op de werkvloer" met een aanbod van "kennisnet" en "kennismanagement" is te bevorderen. De traditionele vorm van leren gebeurt in kursussen waar kursisten met een docent kennis en ervaringen uitwisselen rond een thema waarbij de docent theoretische kennis behandelt met voorbeeldcasussen. Kursisten met werkervaring brengen soms eigen gevallen in ter onderlinge bespreking onder begeleiding van de docent. Er wordt mondeling en schriftelijk gecommuniceerd hetgeen kursist en docent veel tijd kosten. De relatie met de actuele hulpverleningspraktijk is beperkt waardoor het geleerde niet gemakkelijk in de dagelijkse werkprocessen is toe te passen. Moderne ICT applicaties op cd-roms en internet maken de leerprocessen in een kursus veel efficienter. Vooral internettoepassingen vergemakkelijken de informatieuitwisseling en kennisdelings processen waardoor mogelijkheden voor een (virtuele) leeromgevingen ontstaan. De belangrijkste webfuncties die thans het leren en kennis delen ondersteunen zijn: - De emailfunctionaliteit, vooral het versturen van attachments om documenten uit te wisselen - Zoekwebsites zoals www.google.nl, overzichtwebsites en startpagina's waar websites themagewijs zijn te vinden en vervolgens direct zijn te bezoeken. - Thematische websites met (multi-media) documentatie en opdrachten. Zo laten docenten hun leerlingen lesopdrachten uitvoeren met behulp van een aanbod als op www.duits.de. - Bibliotheek websites zoals www.freemedicaljournals.com waar men (samenvattingen van) artikelen en boekdelen online kan zoeken, lezen en downloaden (copieren naar eigen pc of printer) - COP's community of practises waarbij meerdere personen met elkaar werken aan een onderwerp. Bekende vormen zijn de chat- en nieuws- en forumgroepen zoals www.viadesk.nl. Ingrijpende ontwikkeling in het onderwijs is de electronische leeromgeving zoals www.blackboard.com die een "virtuel classroom" benadert met een toetsafdeling en waar docent en kursisten allerlei informatie en opdrachten rond de kursus kunnen bewerken. - E-learning waarbij men zelfstandig een kursus kan volgen via interactieve programma's met zelfinstruerende opdrachten op cd-roms en internetwebsites. Zo ontwikkelen de Hogescholen van Utrecht, Amsterdam en Eindhoven een Case Based Learning (CBL) programma waarmee studenten online hulpverleningsprocessen kunnen analyseren. Kennisnet en kennismanagement voor lerende organisaties Internetwebsites bieden geen zekerheid over de kwaliteit van gevonden informatie. Daarbij is de support vaak zeer beperkt. Het is met het internetaanbod net als met de oudste ICT toepassingen als tekstverwerking vijftien jaar geleden: gebruikers hebben veel support nodig om de toepassing goed te benutten en in te bedden in de dagelijkse praktijk. Dit geldt des te meer wanneer de toepassing kennisintensiever is; dwz het informatieaanbod complexer waarbij men dieper moet denken en interactie met de kennisleverancier en andere gebruikers gewenst is.
Tegen deze achtergrond ontstaan (besloten) professionele (virtuele) groepen rond bepaalde thema's. Bedrijfsleden bundelen zo hun collectieve bedrijfskennis via een kennisnet: een kennisinfrastructuur van samenhangende ICT voorzieningen, databases en functies, met actief participerende deskundigen, gericht op kennis-vergaring, -vermeerdering, -borging, -verspreiding en -gebruik. Er is dan niet meer sprake van eenrichtingsverkeer van website naar gebruiker maar van interactie tussen gebruikers waarbij het bedrijf de support verzorgt. Naarmate de support toeneemt wordt dit kennismanagement genoemd: niet alleen voor technische kwesties maar vooral ook beleidsmatig en inhoudelijk (ook wel content management genoemd). Daarbij komen ook aspecten aan de orde als juridisch eigendom, validering, borgen en beschikbaar stellen van nieuw ontwikkelde kennis. Zo'n afdeling kennismanagement stuurt, beheert en ondersteunt het gehele kennisnet opdat gebruikers hun informatie en kennis optimaal kunnen delen en gezamenlijk leren. Kennisnet en kennismanagement is vooral interessant voor organisaties met decentrale afdelingen met thuis of bij de klant werkende medewerkers. Dat zijn niet alleen grote bedrijven, zoals banken met veel locale vestigingen, maar ook dienstenverleners in het onderwijs en de hulpverlening. Hier functioneren veel instellingen waarbij het onderling leren en kennis delen vaak beperkt is tot externe kursussen en congressen waarna men vaak weer vervalt tot de dagelijkse routines. Koepels en kenniscentra van deze instellingen kunnen met kennisnet en kennismanagement de kwaliteitszorg, kennisontwikkeling en overdracht binnen de lidinstellingen krachtig bevorderen. In dit kader is project CasusConsult actief. CasusConsult Uitgangspunt van CasusConsult is bevordering van "leren van gevallen" met ICT/Internet faciliteiten in combinatie met kennismanagement. CasusConsult richt zich op de GGZ in Nederlandstalige gebieden waaronder o.a. het maatschappelijk werk, de jeugdzorg, en gespecialiseerde GGZ zoals de psychiatrie. Doelstelling is dat GGZ breed (1e, 2e en 3e lijn) kennis beter gedeeld wordt zowel (inter-) secotoraal als met onderwijs, wetenschap en informatieleveranciers (o.a. uitgevers). In artikel "CasusConsult een weg naar nieuwe methodiek, april 2001" wordt kennisontwikkeling beschreven als tweeledig proces: top-down en bottom-up. Praktijk en wetenschap moeten gezamenlijk kennis ontwikkelen en testen waarbij de casus een centraal aangrijpingspunt is. De vraag is hoe dit proces is te facilteren en integreren in de primaire en secundaire bedrijfsprocessen van de deelnemers. Met primair proces wordt bedoeld alle aspecten die aan de zorg- en hulpverlening zijn verbonden, van analyse en diagnose tot en met behandeling, therapie en evaluatie. Met secundair proces wordt bedoeld al die activiteiten die zijn bedoeld het primaire te organiseren, te beheersen, te beheren en te ondersteunen. Bij zeer kleine organisaties worden de primaire en secundaire processen vaak uitgevoerd door dezelfde personen. (Kennismanagement als duurzame innovatie, 2003)
In CasusConsult pilots wordt op diverse GGZ terreinen onderzocht hoe instrumenten als kennisnet en kennismanagement kunnen worden ingezet. Daarbij worden konkrete methoden ontwikkeld met aanbevelingen om de nieuwe werkwijze in de hulpverlening in te voeren. De kennisprocessen waarop CasusConsult zich concentreert zijn: 1e dat hulpverleners kunnen leren tijdens of na uitvoering van hun casus door reflectie met (virtuele) collega's en deskundigen in de wetenschap en onderwijs. 2e dat hulpverleners bij hun beslissingen worden ondersteund door hergebruik van leerervaringen van collega's c.q. de besproken gevallen die lijken op het geval dat men onder handen heeft. Kennisprocessen delen, creëren
hergebruiken
CasusConsult
Professionals
bijdragen
training, workshops, meetings
toevoegen
CasusConsult
evalueren, B
A D
E
C F
Kennisteam (CoP)
structureren
Meerjarenprogramma met deelprojecten Afgelopen zeven jaar zijn in diverse projecten konkrete inzichten en practische methoden ontwikkeld, geevalueerd en gedocumenteerd met vele publicaties (zie literatuurlijst bij het artikel). In 1995 zijn de eerste stappen gezet door twee Drentse GGZ instellingen respectievelijk de gespecialiseerde GGZ (2e lijn) en AMW (1e lijn). Aanleiding was een arts-geriater die tijdens het multi-disciplaire teamoverleg citeerde uit zijn dossiers op een laptop. Het team vroeg zich af: hoe kunnen wij beter gebruik maken van ons collectief geheugen opgeslagen in onze (electronische) dossiers? In diverse publicaties zijn de resultaten van deze pilot, een demoversie ICT toepassing met GGZ casussen, vastgelegd ( O.a. "Wat heeft een hulpverlener aan beslissingsondersteuning, 1996). Het AMW Emmen verbreedde in 1997 het experiment met een casusredactie van AMW experts en verbinding met (wetenschappelijke) vakdocumentati samen met landelijk kenniscentrum NIZW en de leerstoel Maatschappelijk Werk Universiteit Utrecht. (Nieuwsbrief CasusConsult AMW, november '99) Deze pilots leidden in 2000 tot een functioneel ontwerp van een kennismanagement en kennissysteem om casussen te maken en hergebruiken in een internet leeromgeving. In 2001 en 2002 is dit ontwerp getest in met behulp van een prototype van het systeem op internet waarbij de kennismanagement functies zijn uitgevoerd door een projectorganisatie. De in de inleiding beschreven internetfuncties zijn op website www.CasusConsult.nl geinstalleerd:
In de twee GGZ sectoren - het AMW ( 1e lijn GGZ) en de gespecialiseerde GGz ouderenzorg (2e lijn) hebben hulpverleners hun gevallen met elkaar besproken. Ook bij drie Hogescholen zijn pilots uitgevoerd (waarvan een nog gaande is). Het testraject nader beschreven Alleereerst is een project en kennismanagement ingesteld met ervaring op het gebied van ontwikkeling van ICT/kennistoepassingen op het terrein van de GGZ. De landelijke koepelorganisatie van het AMW (MOgroep) en de gespecialiseerde GGZ (GGZ Nederland) zijn gevraagd als opdrachtgever te fungeren. Verder zijn betrokken landelijk kenniscentra waar inhoudelijke GGZ vakkennis wordt verzameld en verspreid: voor het AMW was dat het NIZW en de leerstoel Maatschappelijk Werk; voor de GGZ het Trimbos Instituut. Met hen zijn de grote lijnen vastgesteld. Ook zijn betrokken enkele grote uitgevers en leveranciers van GGZ vakdocumentatie zoals BSL, Swets-Zeitlinger en Ebsco die tijdschrifrten leveren aan grote instellingen zoals Hogescholen en (GGZ) ziekenhuizen. Per sector is een kennisredactie ingesteld, een voor het AMW en een voor de GGZ 2e lijn, bestaande uit deskundigen uit de praktijk, wetenschap, onderwijs en zelfstandig wekende specialisten. De meeste redacteurs met ervaring op het gebied van werkbegeleiding, scholing en publicaties. In het voortraject hebben de redacties met een uitvoerende instelling voorbeeldcasussen gemaakt en een casusmodel ontwikkeld. Een casus bestaat uit een geredigeerde bespreking van een client-hulpverleningsproces rond een of meerder interessante leerpunten. BIj elke casus is toegevoegd als bijlage (delen van ) het dossier alsmede (verwijzingen naar) vakliteratuur en websites. De voorbeeldcasussen zijn door de redactie, in overleg met de casuindieners, opgenomen in de Casusbank (CBR) en Bibliotheek
Via landelijke publicaties vanuit de kenniscentra en koepels zijn instellingen gevraagd zich aan te melden voor het testen en verder uitbouwen van het prototype. Van de aangemelde 12 instellingen hebben uiteindelijk 7 instellingen deelgenomen waaronder 4 AMW en 2 GGZ en 3 Hogescholen. De hulpverleners van de instellingen konden zich aanmelden via de website CasusConsult. Vanuit elke instelling nam een pilotfunctionaris deel aan een projectgroep die met het project / kennismanagement en redactie de werkwijze begeleidde bij de collega's. Community of practise (COP) De werkwijze of methodiek die is uitgetest hield in dat een aantal hulpverleners met de pilotdeelnemer per instelling gezamenlijk met de redactie een groep (AMW-pilot en GGZ-pilot) vormden om casuistiek te bediscussieren. Dit gebeurde door wekelijks in te loggen op de website en de besloten groep. Iedere hulpverlener plaatste een of meerdere casussen in de vorm van een startstellingen / vraag met een korte toelichting van het geval soms met als bijlage een deel van het dossier. Uiteraard werden de persoonsgevens weggelaten. Op elke startvraag gaven de groepsleden reacties daarbij begeleid door een redacteur van de redactie. Reacties bestonden uit korte teksten dan wel (online) verwijzingen naar vakliteratuur en websites. Nadat geen reacties meer kwamen of gewenst waren sloot de redacteur samen met de casusindiener de casus af waarbij alle reacties en toevoegingen beoordeeld werden op kwaliteit en leerzaamheid en een samenvatting met trefwoorden waren toegevoegd. Voorbeeld van een casusdiscussie in een COP:
Hergebruik van casussen met behulp van CBR Wanneer na casusafronding in de COP de casus was opgeslagen in de Bibliotheek en Casusbank (CBR) konden hulpverleners van alle deelnemende instellingen de casus opzoeken ter advisering bij hun actuele casus. Het casus zoeken werd ondersteund door een ICT toepassing genaamd CBR: Case Based Reasoning waarbij casussen gerangschikt (geindexeerd) worden naar overeenkomst. Na het invoeren van een nieuw geval, via trefwoorden, kon een hulpverlener soortgelijke gevallen ophalen en nalezen om van te leren en als beslissingsondersteuning. De zoekmethode (CBR) gaf als zoekresultaat de eerste 10 casussen die het best pasten bij de actuele casus van de zoekende hulpverlener.
Bibliotheek en Nieuwsplein Links naar interessante verwijzingen in de afgesloten casussen zijn door de redactie tevens opgenomen in de Bibliotheek en het Nieuwsplein. Hier kunnen de deelnemers de verwijzingen ook vinden via de zoekmachine van CasusConsult vergelijkbaar met de zoekmethode als bij Google en via een startpagina (Nieuwsplein). Verschil is dat alleen gezocht wordt in de kennisbank gevuld met door de redactie geselecteerde links. De zoeker krijgt dus een gemodereerd kennisaanbod waarbij de deskundigheid van de redactie borg staat voor de kwaliteit van de gepresenteerde links. Leren van casussen volgens een casustemplate CBL Het onderdeel Case Based Learning (CBL) is uitgevoerd aan de Hogeschool Utrecht faculteit FSAO. Docenten maken samen met praktijkwerkers - o.a via een COP groep - gestructureerde oefencasussen volgens een bepaald hulpverleningsmodel met vragen en antwoorden. Deze CBL casussen worden opgeslagen in een casusbank. Studenten krijgen de opdracht om een CBL casus volgens het door de docent vastgestelde analysemodel (stapsgewijs) de casus te analyseren. Daarbij krijgt de student via het programma aanwijzingen van de docent en kan tevens hints vinden door gebruik van de casussen in de casusbank van CasusConsult.
Kennismanagement De deelnemende instellingen zijn ondersteund door een kennismanagement organisatie bestaande uit (1) kennismanager, (2) redactie, (3) webmaster, (4) administratie en (5) bestuur. Taken: Kennismanager: advisering en training van de instelling: management, werkbegeleiding en secundaire diensten met name gericht op afstemming van de CasusConsult functies bij de: - werkprocessen: hoe en wanneer wordt CasusConsult gebruikt - registratie en afstemming dossierinformatie met de informatie in CasusConsult - het reguliere werkoverleg en werkbegeleiding - het scholingsprogramma en biblitheekfunctie van de instelling - juridische en reglementaire zaken met name betreffende de hulpovereenkomst met de client Redactie: - redactionele ondersteuning van de COP en contentmanagement gericht op een kwalitatieve casusbespreking en het borgen van de casus leerpunten voor hergebruik. - per deelnemende sector is een redactie ingesteld (AMW en GGZ 2e lijn) - een vertegenwoordiger vanuit deelnemers (z.v.m. de werkbegeleider) - externe deskundigen met name vanuit Hogescholen en Kenniscentra - de redactie bestaat minimaal uit de docent-groepsleider en documentalist/extern deskundige. Webmaster: - advisering van de instelling betreffende de technische integratie van de CasusConsult functies - online support betreffende dagelijks gebruik CasusConsult leeromgeving; technische en eenvoudige inhoudelijk kwesties met name via de website, emails en telefonisch Administratie en documentatie: - Verwerking van de aanmeldingen, ingebrachte casussen en documentatie - Verwerking van deelnameovereenkomsten, financiele zaken en overige correspondentie
Kenniscyclus CasusConsult Primair proces
Actueel geval Probleem
Oplossing
Werkplek Hulpverlener
Vastleggen gegevens dossierteksten Ouery
Elektronisc Elektronisc Patientendossie hh Patientendossie rr
Opgeloste casussen Protocol casussen Attachments Documenten Gestelde vragen
Antwoorden op vragen Actuele dossiergegevens sturen het zoekproces Vastleggen uitkomstgegevens in registatratiesysteem/EPD
Kennis Kennis systeem systeem
Secundair proces
Evaluatieve opmerkingen Met de deelnemers zijn de pilots geevalueerd. Belangrijk waren de beoordelingen van de uitvoerende instellingen, scholingsinstellingen, wetenschapsinstellingen en informatieleveranciers waaronder bibliotheken en uitgevers. (Tussentijds onderzoek CasusConsult, februari 2002). Samenvattend: Algemeen: - hulpverleners zijn enthousiast maar hebben nog onvoldoende basisvaardigheden en faciliteiten om te blijven participeren; instellingsmanagement en werkbegeleiding hebben moeite het gebruik te ondersteunen in het kader van de werkprocessen, scholing en documentatiefunctie; - hierdoor wordt veel beroep gedaan op het kennismanagement CasusConsult; meer inschakeling van secundaire processen zoals scholingsaanbod en bibliotheekfunctie is nodig; - afstemming met registratiesystematiek en EPD (electronisch clienten dossier) gaat nog gebrekkig; mede omdat de instelling informatiesystemen nog beperkt functioneren maar dat verandert snel; met leveranciers van de lokale ICT systemen moet de afstemming met externe systemen als CasusConsult nader ingevuld worden; - uitvoerende instellingen aarzelen nog om beleid te voeren voor deelname aan kennisprocessen; men is nog niet overtuigd van de meerwaarde voor het primaire proces mede doordat het nog geen direct aantoonbare meerwaarde oplevert; koepels en kenniscentra kunnen invoering van lokale kennisstrategieen ondersteunen met een landelijk kennisnet en bijbehorend kennismanagement. COP: het kost hulpverleners tijd en aandacht aan een casusbespreking mee te doen; men is ook niet gewend te leren en tijd te investeren in kwaliteitsontwikkeling op de werkvloer; deze tijd en aandacht is er wel wanneer het casusbespreking gebeurt in een kursusachtige kader. CBR, Bibliotheek en Nieuwsplein: Casussen hergebruiken wordt zeer gewaardeerd door de uitvoerende instellingen; het gaat snel en geeft op de casus toegesneden informatie; overbodige informatie die men anders krijgt via bijv. een "Google" zoekmachine blijft achterwege. Door het gebrek aan casussen is nog niet onderzocht of het gebruik in betere en efficientere hulpprocessen resulteert. CBL: van het prototype dat beperkt is getest bij de HvU wordt thans een webversie gebouwd en geinstalleerd op webserver van de hogescholen en medio 2003 uitgebreid getest. Thesaurus (semantisch woordenboek t.b.v. de eenheid van taal in de kennisuitwisseling): is minder relevant gebleken bij de casusbespreking; hulpverleners hebben de thesaurus niet geraadpleegd. De thesaurus is wel gebruikt bij het rubriceren van het ingebrachte casusmateriaal. Verwacht wordt dat de betekenis toeneemt naarmate meer instellingen en sectoren deelnemen. Kennismanagement: is onmisbaar gebleken maar dreigt te veel werkbegeleiding van de instelling over te nemen; het moet geen vervanging zijn maar een aanvulling. Nader onderzoek is nodig hoe optimale afstemming is te realiseren tussen lokale en aanvullende support van de kennis- en leerprocessen op de werkvloer in het kader van instellingsdeelname aan een (landelijke) kennisinfrastructuur. Perspectief 2003 en daarna Er lopen nog diverse pilots (zie ook de website / Forums): AMA (alleenstaande minderjarige asielzoekers), reclassering, outreaching AMW, taakgerichte hulpverlening, verstandelijk gehandicapten en "systeem" hulpverlening.
In 2003 worden twee pilots afgerond: bij de VO-SPV (Hogeschool van Utrecht) en de Asielzoekers hulpverlening (Kenniscentrum Pharos). Deze pilots testen de CasusConsult functies onder begeleidend onderzoek van het GGZ kenniscentrum Trimbos Instituut. Op basis van de pilotevaluaties wordt medio 2003 een balans opgemaakt van de resultaten tot nu toe die worden gepubliceerd in artikelen en congressen o.a. het ICT GGZ congres 13 maart'03 te Utrecht. Bij nieuwe pilots en implementatietrajecten wordt nauw aangesloten bij de aanbevelingen uit de "Tussentijdse evaluatie dd februari 2002" waarvan de belangrijkste is het toepassen van een bewuste kennisstrategie en kennismanagement bij de deelnemende instellingen zoveel mogelijk in het kader van de ontwikkeling van een landelijk kennisnet voor de betreffende sector. Inmiddels heeft GGZ Nederland besloten de CasusConsult functies in te bouwen in het te verbeteren GGZ Kennisnet. Hiervoor is een vierjarig implementatieplan in voorbereiding i.s.m. het GGZ kenniscentrum Trimbos Instituut en ICT-leverancier Leones. CasusConsult zal dit ondersteunen. De MO groep (o.a. koepel van het AMW) zal komende jaren eveneens een kennisnet AMW inrichten. T.a.v. van de CasusConsult functies beperkt men zich voorlopig tot implementatie van eenvoudige communicatie functies en laat men laat de casusontwikkeling en hergebruik over aan de (A)MW kennisinstituten zoals NIZW, Verwey-Jonker Instituut en de Leerstoel Maatschappelijk Werk van de Universiteit Utrecht. Medio 2003 organiseert de MO groep een seminar over de CasusConsult pilot in het AMW mede ter voorbereiding van de inrichting van het geplande Kennisnet AMW. Bij de sociaal agogische faculteiten van de Nederlandse hogescholen wordt CasusConsult toegepast in directe relatie met het CBL programma dat medio 2003 wordt geinstalleerd. Een nieuwe pilot wordt voorbereid voor de Jeugdzorg (Drenthe) met vijf deelprojecten: 1. Ontwerpfase en casusreconstructie uit dossiers. Er zijn veel dossiers vanuit diverse registratietoepassingen deels electronisch en deels op papier. I.o.m. de JZ teams kan dit materiaal leerzame casussen opleveren alsmede een ontwerp voor het geplande EPD en de COP en CBR functie. Uitvoering i.o.m. de Katholieke Universiteit Nijmegen (KUN). 2. Reflectie (COP) in het kader van deskundigheidsbevordering: hulpverleners en teamleiders bespreken oude en lopende gevallen rond bepaalde thema's onder leiding van een deskundige binnen het reguliere kursus aanbod; uitvoering i.o.m. Noordelijke Hogeschool Leeuwarden (NHL). 3. Beslissingsondersteuning (CBR) op de werkplek: aansluitend bij het geplande EPD; uitvoering i.o.m. werkgroep Informatisering en Bureau Jeugdzorg Drenthe i.o. die de invoering van een integraal informatiesysteem incl. EPD voorbereid. 4. Digitale vakbiliotheek en expertisecentra: (evidence based) onderbouwing met vakliteratuur aansluitend bij het groeiende aanbod digitale uitgaven, landelijke thesaurus, informatiecentrum en kenniscentra: uitvoering i.o.m. NIZW. 5. Kennismanagement: ter ondersteuning van de trajecten, onder te brengen bij de regionale Bureau's JZ i.o. en benuttend het kennisnet Jeugdzorg i.o.. Uitvoering: Werk Ontwikkelingsmaatschappij Jeugdzorg Drenthe (WOJD) met extern adviseur. Op basis van deze perspectieven wil stichting CasusConsult in 2003 en daarna doorgaan, onder voorwaarde dat benodigde financieen beschikbaar komen, met de innovaties met behulp van het protoype kennissysteem en kennismanagement. Doel is een proeftuin te bieden voor de GGZ sectoren ten behoeve van goed samenwerkende kennisinfrastructuur van diverse GGZ kennisnetten waarbij het kennismanagement CasusConsult practisch ondersteuning kan geven. Meer informatie of meedoen? CasusConsult hanteert een organisch groeimodel. Geinteresseerde GGZ sectoren kunnen zich aanmelden voor een pilot. Meldt je aan voor een orientatie op de methodiek CasusConsult: www.CasusConsult.nl. Of stuur een verzoek naar de projectleider
[email protected] voor een orienterend gesprek onder welke voorwaarden een pilot kan worden uitgevoerd. Zie verder bijgaande literatuurlijst en verwijzingen naar aanverwante informatie. Een deel van de vermelde publicaties is op de CasusConsult website te lezen.
LITERATUUR
-
Bakkenist Management Consultants, Rapportage CasusConsult GGZ, Den Haag 1997 Laan, G. van der, Leren van gevallen. Over het nut van de reconstructie van casuïstiek voor praktijk en wetenschap (oratie). SWP, Utrecht 1995 Laan, G. van der, Van geval tot geval. Sociale Interventie 1996/2 Laan, G. van der, Joenje, R., CasusConsult, een weg naar methodiek, SPH maandblad, april 2001, SWP Amsterdam Schon, D.A., Educating the reflective practitioner. San Francisco 1987 Joenje R. e.a. Nieuwsbrief CasusConsult AMW , november 1999 Joenje, R., Kennis delen op internet, Maatwerk, Bohn Stafleu Van Loghum, Houten, augustus 2000 Joenje R., Ontwerp kennissysteem CasusConsult, Borger augustus 2000. Verburg H. e.a., Informatiebrochure CasusConsult, Utrecht oktober 2001. Hadders H. Verburg H. e.a., Tussentijdse evaluatie Casus Consult, uitgave GGZ Nederland, Utrecht februari 2002 Joenje R. Definitiestudie CasusConsult in de Jeugdzorg, Borger september 2002 Jorna R.J., Kennismanagement als duurzame innovatie in de GGZ: een voorstel voor een GGZ-NIDO project, Groningen, januari 2003
Verwijzingen naar aanverwante literatuur en websites 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19.
Professionalisering en zelfordening; G.v.d. Laan, LVMW-nieuws 1993 De kloof tussen theorie en praktijk, C. Spreeuwenberg, Medisch Contact 1995 In de trechter door de mangel? Zorg op maat in de GGZ; oratie Prof. Dr. M.C.H. Donker 1995 CasusConsult helpt hulpverleners bij hun behandelplannen; Ziekenhuismanagement 1995 De zoektocht naar markers, wat heeft een hulpverlener aan beslissingsondersteuning; Drs. D. de Niet artsgeriater, RIAGG Drenthe 1996 De hulpverlener als expert; kennissystemen ook toepasbaar binnen AMW; G.v.d.Laan RIAGG Drenthe ‘96 Kennismanagement, intelligent omgaan met kennis; R.v.d. Spek, CIBIT 1996 Computer in plaats van collectief geheugen, een nieuw systeem voor de RIAGG Drenthe; L.T. Vermey, Zorg en Welzijn 1996 De methodiek van CasusConsult; R.Joenje RIAGG Drenthe 1997 Leren van eerdere gevallen; L.Valeton en R. Joenje, AWO-Indruk december 1997 Kennismanagement als onderdeel van instellingsbeleid; Mr. H. Hadders, RIAGG Drenthe 1997 Case-based Reasoning, theorie en praktijk bij CasusConsult; Doctoraalcriptie Y. Hoogendoorn RUG 1997 Kennisoverdracht in de GGZ, werkconferentie; Trimbos instituut 1998 Review gebruik informatietechnologie bij kennisoverdracht en beslissingondersteuning in de gezondheidszorg; JAMA 280, 1998 Het effect van methodisch werken in de hulpverlening; G. Hutschemaekers, NRC 1999 Wetenschappelijke kennis toegankelijk maken voor breed publiek; A.Shawky, CIBIT-Nieuws oktober ‘99 De intelligente organisatie; Cap Gemini 1999 Outsourcing content management and control; Knowledgemanagement 1999 Leren van gevallen, beslissingsondersteuning voor AMW; G. v.d. Laan en R. Joenje, Vangnet juni 1999
Over de auteur Dhr. Drs. R.Joenje is andragoog en zelfstandig organisatieadviseur gespecialiseerd in projectontwikkeling en kennismanagement in de non-profit sector. Sinds 1995 is hij projectleider CasusConsult. Over dit artikel Dit artikel verscheen in AGORA, tijdschrift van VZW jongerenbegeleiding, februari'03, Kortrijk.