RIS126914a_18-apr-2005 Bijlage I
Nieuwe Stadsboerderijen in Wateringse Veld en Ypenburg/Leidschenveen I. Context Deze notitie heeft tot doel inzicht te geven in de samenhangende activiteiten en werkzaamheden op de nieuwe stadsboerderijen en geeft specifiek aan wat de nieuwe ontwikkelingen zijn, conform eerdere toezeggingen aan de raadscomissie. In Den Haag zijn al bijna 30 jaar kinderboerderijen te vinden; in elk stadsdeel wel een. Aanvankelijk was het doel van deze kinderboerderijen de stadse kinderen in aanraking te laten komen met boerderijdieren. Tevens speelden de kinderboerderijen een belangrijke rol in de natuureducatie. Veel basisscholen maken al jaren gebruik van de lessen die worden aangeboden via het Jaarprogramma Milieueducatie op de boerderijen. Maatschappelijke ontwikkelingen hebben de functie van de kinderboerderijen breder gemaakt. De kinderboerderijen, “omgedoopt” tot stadsboerderijen, spelen een belangrijke rol als ontmoetingsplek voor jong en oud, allochtoon en autochtoon, natuurliefhebber en stadse inwoner/burger. De basis van de stadsboerderijen zijn de dieren die daar gehouden worden; koeien, geiten, schapen, kippen, konijnen en cavia’s en soms varkens. Vanuit deze basis geeft de gemeente al jaren haar informatie op het gebied van natuur- en milieu, duur zame ontwikkeling en leefbaarheid.
II. Nieuwe stadsboerderijen De laatste nieuwe stadsboerderij “De Molenweide” in stadsdeel Laak, welke medio 2002 is geopend, heeft een niet meer weg te denken rol/functie binnen de Molenwijk. Kinderen komen spelend in aanraking met dieren die zij normaal niet tot weinig zouden zien, zij leren hiervan, ouders ontmoeten elkaar op de boerderij en door het organiseren van extra activiteiten ontstaat zorg voor de leefomgeving (= milieu). Nieuwe stadsboerderijen geven nieuwe kansen en mogelijkheden; in de voormalige Vinexlocaties Wateringse Veld en Ypenburg/Leidschenveen komen ook stadsboerderijen. De lessen uit het Jaarprogramma Milieucommunicatie wordt ook op deze boerderijen aangeboden; relevante activiteiten zullen hier plaatsvinden. Nieuwe ontwikkelingen voor deze boerderijen zijn het op interactieve wijze, met gebruik making van audiovisuele hulpmiddelen, natuur- en milieu- informatie aanbieden. Ook op het gebied van huisvesting van dieren kunnen deze nieuwe stadsboerderijen andere vormen van huisvesting laten zien, omdat er vanuit bouwen c.q. renoveren van deze boerderijen, rekening mee gehouden kan worden. De herbouw van de stadsboerderij in Wateringse Veld is eind maart begonnen na een intensieve voorbereidingstijd. Zij zal, conform toezeggingen aan de Raad, medio oktober a.s. geopend worden. Zover is de planning van de stadsboerderij Ypenburg/Leidschenveen nog niet. De opening van deze boerderij wordt voorzien medio 2006, zoals eveneens toegezegd aan de Raad
III. Wat laten de nieuwe en oude Stadsboerderijen zien en hoe doen zij dat? a. De informatie op de stadsboerderij. De informatie over de voedselketen, de leefomgeving en geschiedenis en toekomst van het boerenbedrijf wordt op verschillende manieren op de stadsboerderij gegeven; de lessen via het Jaarprogramma Milieucommunicatie, informatieborden die qua thema kunnen wisselen, tentoonstellingen, projecten in samenwerking met andere onderdelen van Milieucommunicatie, het begeleiden van kinderen die helpen op de boerderij, de inzet van vrijwilligers, begeleiden van stagieres. Ook de niets vermoedende recreant krijgt vanzelf informatie mee als er een boerderij bezocht is, bijv. over het houden van huisdieren. Er wordt thans nog weinig tot geen gebruik gemaakt van interactieve informatie of het gebruik van audiovisuele hulpmiddelen. Op de nieuwe stadsboerderijen wordt gestart met het op deze wijze informeren over diverse thema’s die de moderne voedselproductie of het “boeren” weergeven. Hierbij moet gedacht worden o.a. het doorlopend tonen van CD’s met thema’s als een varkensfokkerij, een kippenbatterij, een stierenfokkerij, de biologische veehouderij, etc.. Hieraan gekoppeld kunnen quizzen, spelletjes of speurtochten worden verbonden. Ook informatiezuilen zijn onderwerp van nader onderzoek op mogelijkheden. b. De dieren op de stadsboerderij. Voor het houden van landbouwhuisdieren (koeien, varkens, schapen en geiten) in de stad op een stadsboerderij geldt de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. Deze wet is voor de professionele veehouderij en is ook van toepassing voor kinderboerderijen. Bijlage A geeft informatie over de diertechnische kaders welke worden gehanteerd bij de stadsboerderijen. • Jonge dieren Medio 2004 is het fokbeleid van de stadsboerderijen geëvalueerd. Deze evaluatie heeft enige bijstellingen in het beleid opgeleverd, welke ten doel had o.a. het overschot van jonge dieren te verminderen. Er wordt thans door heldere kaders voor gezorgd dat er jaarlijks minder jonge dieren op de stadsboerderijen worden geboren. Er bestaat een Centraal Overleg binnen de stadsboerderijen welke er voor zorg draagt dat er per boerderij, per diersoort, per ras niet meer dan 1 dier drachtig wordt. • Verkoop van overtollige dieren Het Centraal Overleg coördineert de plaatsing en verkoop van de dieren die niet op de stadsboerderijen kunnen blijven. Door intensivering van gerichte inspanningen wordt er een netwerk opgebouwd met andere kinderboerderijen, hobbyboeren en ook professionele boeren, waar de dieren van de stadsboerderijen geplaatst kunnen worden. Vanzelfsprekend worden de gegevens van deze contacten, conform afspraken met hen, vertrouwelijk behandeld. Doordat er met ziektevrije en raszuivere dieren wordt gefokt, zijn deze dieren over het algemeen gemakkelijker te plaatsen dan niet ziektevrije en/of niet raszuivere dieren. Ondanks deze inspanningen zullen er ook dieren aan de handelaar moeten worden verkocht; echter veel minder dan in het verleden. • Transport van dieren Het verplaatsen van landbouwhuisdieren is gebonden aan regels; voor de wijze van transport zijn interne regels opgesteld, de frequentie van transport is gebonden aan wettelijke voorschriften. Voor transport van de landbouwhuisdieren is een veewagen beschikbaar; het transport van konijnen, cavia’s en kippen vindt plaats in speciaal daarvoor beschikbare manden
• Dierengezondheid De landbouwhuisdieren staan onder regelmatige controle van de veearts en zijn aangemeld voor diverse gezondheidsprogramma’s. Hiervoor wordt enkele malen per jaar bloedcontrole uitge voerd. Alle medische handelingen worden uitgevoerd door de veearts. Als de beheerder de gezondheid van een dier niet vertrouwd wordt de veearts geconsulteerd. Er wordt van de beheerder verwacht dat hij/zij inzicht heeft in de gezondheidstoestand van de dieren; er wordt bij ziekte van een dier tijdig een veearts ingeschakeld. • Huisvesting De wijze van huisvesten van de landbouwhuisdieren op de stadsboerderijen kan qua beschikbare ruimte voor de dieren het vergelijk met de biologische landbouw ruim doorstaan. Op beperkte schaal is het mogelijk op de bestaande boerderijen verschillende vormen van huisvesting voor koeien te laten zien. Op de nieuwe boerderijen kan, door er bouwtechnisch rekening mee te houden, de potstal nagebootst worden. De meeste dieren zullen niet meer solistisch gehuisvest worden; dit geldt vooral voor varkens en konijnen.
IV. Specifiek voor de nieuwe stadsboerderijen a. Diertechnische zaken Alle uitvoeringskaders en afspraken die gelden voor de “oude” boerderijen gelden vanzelfsprekend ook voor de nieuwe boerderijen. Op het gebied van huisvesting kan op deze boerderijen voor de koeien de potstal worden geïntroduceerd. Dit is een vorm van stallen die voorkomt in de biologische landbouw. Tevens zullen er op de boerderijen 2 koeien worden gehouden met de ruimte voor 1 kalf. Deze keuze voor meer koeien betekent dat er geen varkens op deze stadsboerderijen zullen worden gehouden. De konijnen zullen gehuisvest worden in een zgn. konijnenheuvel. d. Informatie/communicatie Door de explicietere keuzen in wat er op de boerderij te zien is, zal de informatie en communicatie gaan aansluiten op de achterliggende informatie. Voorbeelden hiervan zijn o.a. de keuzes in huisvesting voor bijv. koeien. Een potstal voor een koe ziet er ideaal uit; hoe ziet de huisvesting van koeien er nu uit in de extensieve veeteelthouderij en waarom is dat zo? Antwoord geven op deze vragen, met gebruik making van audiovisuele middelen en waar mogelijk met gebruik making van interactieve informatie, is/wordt nieuw op deze boerderijen.
Bijlage A
Diertechnische kaders Diersoort Koeien
Varkens
Redenen houden -
Educatie/informatie Recreatie
De koe hoort thuis op een boerderij; dit landbouwhuisdier in levenden lijve aanschouwen, de grootte van zo’n koe kunnen zien, en bij lessen kunnen aanwijzen waar de melk vandaan komt, zijn belangrijke educatieve momenten voor vooral kinderen. Educatie/informatie Recreatie Varkens worden in principe alleen nog maar in de intensieve varkensfokkerijen gehouden. Deze zijn niet zo maar te bezoeken door belangstellenden. Om deze dieren toch aan in levenden lijve te laten zien zijn er varkens op de stadsboerderijen.
Afspraken t.a.v. fokbeleid Op de boerderij wordt in principe 1 koe met 1 kalf gehouden. Voor de nieuwe boerderijen geldt dat er 2 volwassen koeien en 1 kalf kan worden aangehouden.
Verspreid over de stad worden er op 6 boerderijen varkens gehouden. De voorkeur gaat uit naar grote varkens omdat deze dieren de bezoekers inzicht geven in de varkensvleesproductie in Nederland. Wanneer op een boerderij minivarkens aanwezig zijn zullen deze pas vervangen worden wanneer de tijd daarvoor gekomen is. Met de huidige varkens zal in principe niet meer gefokt worden; de afzet van varkens is door wet- en regelgeving zeer beperkt
Waar gaat het overschot naartoe? kinderboerderij (binnen of buiten Den Haag) Hobbyboeren overige veehouders handelaar
-
Niet meer van toepassing; de huidige dieren worden oud op de boerderij.
bijzonderheden Er vindt op boerderij ’t Waaijgat een proef plaats met een ligboxstal. Op de nieuwe boerderijen zal de potstal geïntroduceerd worden. Omdat er niet meer gefokt wordt met de varkens, zullen zij met zijn tweeën worden aangehouden. Tevens zal de huisvesting zo prikkelend mogelijk worden ingericht.
diersoort
Reden van houden
Afspraken t.a.v. fokbeleid
Schapen en geiten
-
- 1 jaar laten uitgroeien en dus pas dekken als ze 1,5 jaar oud zijn - 1 dier per ras laten dekken per boerderij Minimaal 5 – maximaal 8 schapen (exclusief lammeren) en 5-8 geiten (exclusief lammeren) totaal per Stadsboerderij aanhouden.
Kippen
Educatie/informatie Recreatie
Van de schapen en geiten worden per boerderij enkele rassen gehouden. Vooral de geiten spelen een rol bij de kleuterles; zij laten zich gemakkelijk door kleine kinderen borstelen. Ook bij de Melkveehouderijles spelen deze dieren een belangrijke educatieve rol. Educatie/informatie Recreatie Er worden op de verschillende boerderijen veel verschillende soorten kippen gehouden. Kippen horen bij een boerderij; zijn gemakkelijk in de verzorging en leuk om te zien. Van kip tot ei en de plaats hiervan in de voedselketen zijn belangrijke educatieve aspecten van het houden van kippen.
- Normen hanteren voor het te houden 3 aantal dieren (grote dieren 3 per 2 m , 2 krielen 3 per m = norm IPC Plant.Dier Barneveld). Per boerderij aan de hand van de grootte van het nu aanwezige nachthok het aantal te houden dieren bepalen. - Het totale bestand zou voor 75% moeten bestaan uit oud-Hollandse rassen. Daarnaast kan er ook ruimte zijn voor andere rasse vanwege educatieve of aaibaarheidsaspecten.
Waar gaat het fokoverschot naar toe? kinderboerderij (binnen of buiten Den Haag); hobbyboer handelaar
Bijzonderheden
-
Het Hoenderhof op het Zuiderpark krijgt een andere invulling. Er zal nog wel een groep kippen gehouden worden, echter niet meer in zo’n grote hoeveelheid. Kippen met gekapte snaveltjes zullen daarom niet meer worden aangeschaft.
-
kinderboerderij (binnen of buiten Den Haag) naar particulier en naar hobbyboer
Geen verdere bijzonderheden
diersoort
Reden van houden
Afspraken t.a.v. fokbeleid
Konijnen en cavia`s
-
educatie/informatie recreatie hanteerbaarheid voor bezoekers geven van voorbeeld van het houden als huisdier
In het Centraal Overleg wordt besloten hoeveel en welke rassen gedekt kunnen worden. Er wordt 1 nest konijnen c.q. cavia’s in het voorjaar geboren.
recreatie
- Deze dieren worden op zeer beperkte schaal gehouden op enkele boerderijen. Sporadisch wordt hiermee gefokt - De aanschaf van nieuwe dieren of het laten uitbroeden van eieren gebeurt alleen na toestemming van het hoofd Stadsboerderijen. - Deze dieren worden op zeer beperkte schaal gehouden op enkele boerderijen. Sporadisch wordt hiermee gefokt
-
Duiven, kalkoenen, ganzen, parelhoenders
-
Eenden
-
vliegen vangen in de stal recreatie
Ezels
-
recreatie/informatie
Kleine knaagdieren en volièrevogels
Er zijn op 2 boerderijen ezels aanwezig; meer zullen er ook niet komen. De ezels worden thans ook ingezet bij enkele projecten; ingespannen voor een kar. Recreatie/informatie Soms worden er ratten en muizen gehouden; via informatieborden en/of kleine tentoonstellingen wordt er informatie over deze dieren verstrekt.
Waar gaat het fokoverschot naar toe? kinderboerderij (binnen of buiten Den Haag) naar particulier
-
-
-
Er wordt niet gefokt met ezels
nvt
Er wordt met deze dieren niet gefokt
nvt
kinderboerderij (binnen of buiten Den Haag) naar particulier
kinderboerderij (binnen of buiten Den Haag) naar particulier
Bijzonderheden De huisvesting van de konijnen zal meer en meer met z’n tweeën plaatsvinden. Op de nieuwe boerderijen zal de konijnenheuvel ontwikkeld worden.