Ten behoeve van: het bouwen van het Regionaal Opleidingen Centrum Mondriaan Lanen L. te Leidschenveen

BESTEKBOEK Ten behoeve van: het bouwen van het Regionaal Opleidingen Centrum Mondriaan Lanen L. te Leidschenveen. Bestekboeknummer: 1721. Datum: 11 juni 2010.

Dit bestekboek is opgesteld met de STABU-systematiek, uitgave 2009-2, onder licentienummer N88.48.10.E van Ingenieursbureau Multical B.V. de constructiehoofdstukken onder licentienummer L.92.37.04.E

BIJ HET WERK BETROKKEN PARTIJEN: Opdrachtgever: ROC Mondriaan Leeghwaterplein 72 2521 DB DEN HAAG Telefoon: (088) 666 39 28 Telefax: (088) 666 32 52 Contactpersoon: de heer ing. J. van den Heuvel E-mail: [email protected] Directie: Van Tilburg Ibelings von Behr architecten Rivium Quadrant 81 2909 LC CAPELLE AAN DEN IJSSEL Postbus 4255 3006 AG ROTTERDAM Telefoon: (010) 202 19 00 Telefax: (010) 202 19 99 Contactpersoon: de heer M.J. Schoenmakers E-mail: [email protected] Architect: Van Tilburg Ibelings von Behr architecten Rivium Quadrant 81 2909 LC CAPELLE AAN DEN IJSSEL Postbus 4255 3006 AG ROTTERDAM Telefoon: (010) 202 19 00 Telefax: (010) 202 19 99 Contactpersoon: de heer M.J. Schoenmakers E-mail: [email protected] Adviseur constructies: Pieters Bouwtechniek Almere B.V. Flevostraat 8 1315 CC ALMERE Telefoon: (036) 530 52 99 Telefax: (036) 540 35 49 Contactpersoon: de heer ir. P. Rijpstra E-mail: [email protected] Adviseur installaties: Nelissen ingenieursbureau b.v. Postbus 1289 5602 BG EINDHOVEN Telefoon: (040) 248 46 56 Telefax: (040) 248 08 10 Contactpersoon: de heer ing. I. Spierts E-mail: [email protected] Adviseur bouwfysica: Nelissen ingenieursbureau b.v. Postbus 1289 5602 BG EINDHOVEN Telefoon: (040) 248 46 56 Telefax: (040) 248 08 10 Contactpersoon: de heer ing. I. Spierts E-mail: [email protected]

Regionaal Opleidingen Centrum Mondriaan Leidschenveen Van Tilburg Ibelings von Behr architecten

Bestekboeknummer: 1721 Datum: 11 juni 2010

INHOUDSOPGAVE

00 01 05 12 15 16 17 20 21 22 23 24 25 30 32 33 34 35 36 38 40 41 42 43 44 45 46 47 48 80

OVERZICHT BIJLAGEN ALGEMEEN VOOR HET WERK GELDENDE VOORWAARDEN BOUWPLAATSVOORZIENINGEN GRONDWERK TERREINVERHARDINGEN BEPLANTING TERREININRICHTING FUNDERINGSPALEN EN DAMWANDEN BETONWERK METSELWERK VOORAF VERVAARDIGDE STEENACHTIGE ELEMENTEN RUWBOUWTIMMERWERK METAALCONSTRUCTIEWERK KOZIJNEN, RAMEN EN DEUREN TRAPPEN EN BALUSTRADEN DAKBEDEKKINGEN BEGLAZING NATUUR- EN KUNSTSTEEN VOEGVULLING GEVELSCHERMEN STUKADOORWERK TEGELWERK DEKVLOEREN EN VLOERSYSTEMEN METAAL- EN KUNSTSTOFWERK PLAFOND- EN WANDSYSTEMEN AFBOUWTIMMERWERK SCHILDERWERK BINNENINRICHTING BEHANGWERK, VLOERBEDEKKING EN STOFFERING LIFTINSTALLATIES MODEL ON-DEMAND BANKGARANTIE MODEL GARANTIEVERKLARING EINDPAGINA

STABU licentienummer 88.48.10.E

1 2 5 21 28 30 32 33 36 40 48 55 66 70 77 93 99 103 108 112 114 115 117 124 128 135 150 155 160 162 166 167 169 171

I



BIJ HET BESTEK BEHORENDE TEKENINGEN EN BIJLAGEN: Tekeningen architect, werknummer 1721: - conform tekeningenlijst d.d. 11-06-2010. Tekeningen adviseur constructies, werknummer 509-043: - conform tekeningenlijst d.d. 11-06-2010. Overige ingebonden bijlagen: - model bankgarantie; - model garantieverklaring. Overige (losse) bijlagen: - kleurenen materialenstaat, d.d. 11-06-2010; - veiligheids- en gezondheidsplan (V&G-plan): kenmerk 1721, d.d. 11-06-2010; - funderingsadvies, kenmerk 112326, d.d. 27-04-2010; - lijst bouwkundige voorzieningen elektrotechnische installaties met kenmerk 3025.119.ueb.ghe, d.d. 11 juni 2010; - lijst bouwkundige voorzieningen werktuigbouwkundige installaties met kenmerk 3025.141.uwb.rgl, d.d. 11 juni 2010; - grondsaneringstekening, kenmerk 117010-001, d.d. 18-03-2008; - grondsaneringstekening, kenmerk 117010-002, d.d. 18-03-2008; - keurvergunning, d.d. 1-02-2010; - betalingsschema, d.d. 14-06-2010; - bestek transportinstallaties 3025.140.ul.ghe d.d. 11-06-2010; - riolering 12800-103 3B d.d. 20-05-2010; ter informatie; - inrichtingsplan 12800-001 2C d.d. 12-11-2009; ter informatie; - uitgangspunten constructief ontwerp 509043-R-001 d.d. 11-06-2010; - werktuigbouwkundig bestek ROC Mondriaan te Leidschenveen met kenmerk 3025.138.uw.rgl d.d. 11 juni 2010; ter informatie; - elektrotechnisch bestek ROC Mondriaan te Leidschenveen met kenmerk 3025.139.ue.ghe d.d. 11 juni 2010; ter informatie.


1



00

ALGEMEEN

00.01

ALGEMENE OMSCHRIJVING

00.01.10

ALGEMENE OMSCHRIJVING VAN HET WERK 01. ALGEMENE OMSCHRIJVING Het werk omvat de bouwkundige werken ten behoeve van het bouwen het Regionaal Opleidingen Centrum Mondriaan alsmede de coördinatie van de nevenaannemers, werken derden/nevenaannemers en de woonrijpfase voorzieningen ten behoeve van de bereikbaarheid van de nieuwbouw. Het werk is gelegen aan de Aspasialaan te Leidschenveen.

00.02

ALGEMENE PROJECTGEGEVENS

00.02.10

TERREIN- EN BODEMGEGEVENS 01. WERKTERREIN Het oppervlak van het werkterrein is aangegeven op de situatietekening. Het werkterrein is gelegen naast het spoor. 02. ROOILIJN De plaats van de rooilijn(en) wordt (worden) vanwege de gemeente in het werk aangegeven. 03. BODEMGEGEVENS Bodemopbouw volgens rapport bodemonderzoek, welke als bijlage aan dit bestek is toegevoegd. Voor aanvang van de werkzaamheden is het terrein gesaneerd. 04. GRONDWATERSTANDGEGEVENS Grondwaterstandgegevens (mm t.o.v. NAP): zoals is aangegeven in het rapport bodemonderzoek, welke als bijlage aan dit bestek is toegevoegd.

00.02.20

PEIL 01. PEIL Als peil P geldt: - de bovenkant van de afgewerkte vloer van de begane grond. De hoogte van P bedraagt ten opzichte van N.A.P. (m): zoals op tekening staat aangegeven.

00.02.40

VERLEGGINGSREGELING OMZETBEL./KETENAANSPRAKELIJKHEID 01. VERLEGGINGSREGELING OMZETBELASTING De aannemer moet op zijn declaratie vermelden dat de omzetbelasting wordt verlegd, tenzij de belastingdienst die ter zake bevoegd is, schriftelijk heeft medegedeeld dat ten aanzien van het werk de verleggingsregeling omzetbelasting niet van toepassing is. De aannemer moet deze besteksbepaling in eventueel door hem af te sluiten onderaannemingsovereenkomsten opnemen en de onderaannemer verplichten deze bepaling in eventueel door hem af te sluiten onderaannemingsovereenkomsten op te nemen. 02. VERKLARINGEN BETALINGSGEDRAG AANNEMER Desgevraagd moet de aannemer na het verstrijken van elk kalenderkwartaal aan de opdrachtgever de meest recente verklaring van de belastingdienst verstrekken omtrent zijn betalingsgedrag inzake de afdracht van loonbelasting en sociale verzekeringspremies. De aannemer moet deze besteksbepaling in eventueel door hem af te sluiten onderaannemingsovereenkomsten


2


00.02.40


VERLEGGINGSREGELING OMZETBEL./KETENAANSPRAKELIJKHEID (vervolg) opnemen en de onderaannemer verplichten deze bepaling in eventueel door hem af te sluiten onderaannemingsovereenkomsten op te nemen. 03. ONDERAANNEMERS/PERSONEEL VAN DERDEN De aannemer mag bij de uitvoering van het werk slechts gebruik maken van: - onderaannemers, indien hij daarvoor schriftelijke goedkeuring van de "opdrachtgever" in plaats van de "directie" heeft gekregen, zulks in afwijking van paragraaf 6, lid 26 van de U.A.V. - personeel dat hem door derden ter beschikking is gesteld, indien hij daarvoor schriftelijke toestemming van de opdrachtgever heeft gekregen. De aannemer blijft niettemin jegens de opdrachtgever voor bedoeld personeel ten volle verantwoordelijk. Alle voor het werk in te schakelen onderaannemers moeten een geblokkeerde rekening hebben geopend als bedoeld in de Uitvoeringsregeling inleners-, keten en opdrachtgeversaansprakelijkheid 2004. De aannemer moet deze besteksbepaling in eventueel door hem af te sluiten onderaannemingsovereenkomsten opnemen en de onderaannemer verplichten deze bepaling in eventueel door hem af te sluiten onderaannemings overeenkomsten op te nemen. 04. STORTING OP G-REKENING De aannemer verschaft zo spoedig mogelijk na de opdracht van het werk de gegevens als bedoeld in de artikelen 6 en 7 van de Uitvoeringsregeling inleners-, keten- en opdrachtgeversaansprakelijkheid 2004. Het percentage van elke door de aannemer in te dienen declaratie dat door de opdrachtgever in verband met de door de aannemer voor zijn werknemers verschuldigde loonbelasting en sociale premies op de geblokkeerde rekening zal worden gestort bedraagt: 35 procent. Niettemin is de opdrachtgever gerechtigd in bijzondere omstandigheden het gedeelte van de aannemingssom dat betrekking heeft op de door de aannemer voor zijn werknemers verschuldigde loonbelasting en sociale premies rechtstreeks aan de bevoegde belastingdienst over te maken. De opdrachtgever zal deze stortingen in mindering brengen op de door hem verschuldigde termijnen van de aannemingssom. Voordat de opdrachtgever daartoe overgaat, zal hij de aannemer daarover schriftelijk inlichten. De aannemer moet deze besteksbepaling in eventueel door hem af te sluiten onderaannemingsovereenkomsten opnemen en de onderaannemer verplichten deze bepaling in eventueel door hem af te sluiten onderaannemingsovereenkomsten op te nemen. 05. VRIJWARING De aannemer vrijwaart de opdrachtgever tegen alle eventuele aanspraken die door de belastingdienst of de bedrijfsvereniging in het kader van de Wet Ketenaansprakelijkheid (Wet van 4 juni 1981 Stb.370) worden gemaakt, alsmede tegen eventuele op die wet gebaseerde verhaalsaanspraken van onderaannemers die met (een deel van) het werk zullen worden belast. De aannemer moet deze besteksbepaling in eventueel door hem af te sluiten onderaannemingsovereenkomsten opnemen en de onderaannemer verplichten deze bepaling


3



00.02.40

VERLEGGINGSREGELING OMZETBEL./KETENAANSPRAKELIJKHEID (vervolg) in eventueel door hem af te sluiten onderaannemingsovereenkomsten op te nemen.

00.03

WERKZAAMHEDEN DERDEN

00.03.10

WERKZAAMHEDEN DOOR DERDEN 01. WERKZAAMHEDEN DOOR DERDEN Door derden worden uitgevoerd: - de aansluiting op het openbaar riool. - de dienstleiding ten behoeve van de aansluiting van de waterleiding op het leidingnet van het waterleverend bedrijf. - de dienstleiding ten behoeve van de aansluiting van de gasleiding op het leidingnet van het gasleverend bedrijf. - de dienstleiding ten behoeve van de aansluiting van de elektrotechnische installatie op het leidingnet van het elektriciteitleverend bedrijf. - de dienstleidingen ten behoeve van de aansluiting van de ISRA punten op het kabelnet van KPN Telecom. - de dienstleidingen ten behoeve van de aansluiting van de CAI installatie op het kabelnet van het signaalleverend bedrijf. - de installaties, voorzover niet beschreven in dit bestek (nevenaanneming); - de vaste inrichting, voorzover niet beschreven in dit bestek; - de stoffering, voorzover niet beschreven in dit bestek; - de losse inrichting; - drainage; - de tuininrichting en -afwerking; 90. WERKZAAMHEDEN VANWEGE GEMEENTE De woonrijpfase voorzieningen ten behoeve van de bereikbaarheid van de nieuwbouw zal vanwege de gemeente uitgevoerd worden. De aannemer van deze woonrijpfase werken zal ook als derde worden aangemerkt van de aannemer van dit bestek. De coördinatie hiervan behoort tot de werkzaamheden van de aannemer van dit bestek conform 01.02.31.

00.04

AANBESTEDING/INSCHRIJVING

00.04.02

EUROPESE AANBESTEDING/INSCHRIJVING 90. OVEREENSTEMMENDE BOUWSTOFFEN Voor bouwstoffen die in dit bestek zijn aangeduid met andere fabrikantnamen is deze aanduiding gehanteerd in plaats van een uitgebreide technische specificatie. Voor deze bouwstoffen kan een ander fabrikaat met overeenstemmende technische specificaties worden toegepast.


4



01

VOOR HET WERK GELDENDE VOORWAARDEN

01.01

VAN TOEPASSING ZIJNDE VOORWAARDEN EN VOORSCHRIFTEN

01.01.10

VAN TOEPASSING ZIJNDE VOORWAARDEN 01. VAN TOEPASSING ZIJNDE VOORWAARDEN Van toepassing zijn de standaardbepalingen, zoals deze zijn opgenomen in de STABU Standaard 2007, uitgegeven door de Stichting STABU te Ede.

01.02

ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN AANSLUITEND OP DE U.A.V.

01.02.01

AANDUIDINGEN, BEGRIPSBEPALINGEN 01. WERKTERREIN Onder werkterrein wordt verstaan het terrein of het water dat door de opdrachtgever aan de aannemer voor de uitvoering van het werk ter beschikking wordt gesteld, het terrein of het water waarop en waarin het werk wordt uitgevoerd daarin begrepen.

01.02.02

VAN TOEPASSING ZIJNDE VOORSCHRIFTEN 01. GELDIGHEID Daar waar een publicatie zonder datum is vermeld, is deze publicatie van toepassing zoals deze drie maanden voor de dag van aanbesteding luidt.

01.02.03

DIRECTIE 90. DIRECTIE De directie zal worden gevoerd door de op de voorbladen aangegeven partij/bedrijf. 91. TOEZICHT Door de directie zal volledig toezicht worden uitgeoefend op de uitvoering van het werk.

01.02.04

GEVOLMACHTIGDE VAN DE AANNEMER 01. VOLMACHT De aanwijzing door de aannemer van personen die hem in zaken het werk betreffende zullen vertegenwoordigen moet geschieden met gebruikmaking van een volmacht overeenkomstig bijlage A van de U.A.V.

01.02.05

VERPLICHTINGEN VAN DE OPDRACHTGEVER 01. BOUWBESPREKING De bouwbespreking zoals bedoeld in paragraaf 5, lid 1 van de U.A.V. zal worden gehouden.

01.02.06

VERPLICHTINGEN VAN DE AANNEMER 01. CESSIE VORDERING OP LEVERANCIER Indien de opdrachtgever krachtens paragraaf 5, lid 5 van de U.A.V. voor niet of niet tijdige levering aansprakelijk is, zal de aannemer zijn vordering op de leverancier op eerste verzoek van de opdrachtgever aan deze cederen tot aan het door de opdrachtgever aan hem vergoede bedrag. 02. ONGEVALLEN De aannemer moet de directie terstond op de hoogte stellen van alle ongevallen op het werkterrein, met verstrekking van alle ter zake doende inlichtingen. 04. WERKZAAMHEDEN BUITEN OVEREENGEKOMEN WERKTIJDEN Indien de aannemer voornemens is werkzaamheden op het werkterrein te verrichten buiten de werktijden zoals deze zijn overeengekomen met de opdrachtgever dient hij bij de directie hiertoe tijdig een verzoek in.


5


01.02.06


VERPLICHTINGEN VAN DE AANNEMER (vervolg) 05. ONDERGRONDSE KABELS EN LEIDINGEN De aannemer meldt de aanvang van de uitvoering van de (graaf)werkzaamheden, waarbij mogelijk in de grond aanwezige kabels en leidingen betrokken zijn, conform de grondroerdersregeling (Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten; WION) aan het daarvoor bestemde digitaal loket van het Kadaster (Klic-online). Vóór de aanvang van de werkzaamheden waarbij in de grond aanwezige kabels en leidingen betrokken zijn, traceert de aannemer de ligging hiervan en draagt hij er zorg voor dat tijdens de uitvoering van de werkzaamheden daaraan geen schade ontstaat. De aannemer draagt er zorg voor dat de ontvangen gegevens over in de grond aanwezige kabels en leidingen op de bouwplaats aanwezig zijn en instrueert uitvoerend en machinebedienend personeel. 10. BEPERKINGEN M.B.T. GELUIDNIVEAU Ten aanzien van het geluidniveau, veroorzaakt door materieel op het werk, gelden de volgende beperkingen: - de aannemer dient te informeren welke beperkingen ten aanzien van het geluidniveau gelden; - indien nodig het heiwerk uitvoeren met geluidsarmer materieel. - meerwerk hierdoor wordt niet verrekend. - als blijkt dat zodanige trillingen veroorzaakt worden dat schade en/of storingen aan eigendommen van derden is te verwachten of optreed, moet met heien worden gestopt. In overleg met de directie zal worden bepaald welke maatregelen moeten worden genomen. 90. RAPPORT BELENDINGEN Voordat met de uitvoering van het werk wordt begonnen verstrekt de aannemer aan de directie een door een makelaar, taxateur of expertisebureau opgesteld rapport van de staat waarin de onderstaande belendingen verkeren. De keuze van de makelaar, de taxateur of het expertisebureau behoeft de goedkeuring van de directie. Belendingen: - naast gelegen objecten; - het bouwterrein (vastgelegd in een procesverbaal). Het vaststellen van de toestand van de belendende percelen moet geschieden in nauw overleg met de verzekeringsmaatschappij waar de CAR-polis wordt afgesloten. De aannemer moet in bovengenoemd rapport door middel van foto's en omschrijvingen de eventuele gebreken van voornoemde percelen en opstallen met toebehoren (schuren, hekken, tuinmuren, stoepen, beplantingen enzovoort) vastleggen, hetgeen zoveel mogelijk in het bijzijn van de eigenaren dient te geschieden. De aannemer stelt de eigenaren en de bewoners/huurders van de desbetreffende percelen in kennis van zijn voornemen tot opneming en van de datum waarop zulks zal geschieden, alsmede van de datum waarop hij het werk aanvangt. Indien bepaalde bewoners/huurders de toegang weigeren aan de aannemer, worden de eigenaars van deze percelen hiervan schriftelijk in kennis gesteld met het verzoek deze bewoners/huurders alsnog te bewegen toegang te verlenen. Het rapport wordt door de aannemer en door de eigenaren ondertekend en gedateerd naar datum van


6



01.02.06

VERPLICHTINGEN VAN DE AANNEMER (vervolg) opneming en vervolgens in drievoud aan de directie overgelegd en in enkelvoud aan de betreffende eigenaren toegezonden. 91. KEURING BOUWSTOFFEN Aan paragraaf 6, lid 22 van de U.A.V. toevoegen achter het laatste woord: "en te keuren". 92. WAARSCHUWINGSPLICHT AANNEMER Indien de aannemer meent dat een voorgeschreven onderaannemer niet, niet tijdig of niet deugdelijk zal presteren en de aannemer in strijd met de goede trouw zou handelen door, zonder de directie daarop te wijzen, deze onderaannemer in te schakelen, is de aannemer voor de schadelijke gevolgen van zijn verzuim aansprakelijk. 95. LEERLINGBOUWPLAATS Dit project als leerlingbouwplaats uitvoeren. Het aantal leerlingen/stageplaatsen, mede gelet op de aard en omvang van het werk, bepalen in overleg met de opdrachtgever. 96. AANVULLING U.A.V., HOOFDSTUK III. PAR.6 Par. 6, Lid 2, aanvullen met: - Aan de hand van de door de directie verstrekte gegevens, maakt de aannemer alle benodigde werk en/of productie tekeningen, en voor zover nodig, berekeningen en hoeveelheden staten. Alle kosten voor het vervaardigen zijn voor rekening van de aannemer inclusief de (licht)drukkosten. De tekeningen en berekeningen in concept ter controle indienen bij de directie, de eventuele wijzigingen en opmerkingen verwerken. Hierna de bescheiden, voor zover nodig, ter goedkeuring indienen bij het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht en/of Nutsbedrijven via de hoofdconstructeur c.q. directie. De directie zal eerst dan goedkeuring hechten aan de bescheiden indien deze zijn goedgekeurd door bovengenoemde instelling(en). De aannemer dient tijdig deze bescheiden ter goedkeuring in te dienen, te late goedkeuring geeft geen reden tot bijbetaling of bouwtijd verlenging. - Indien door de directie, de Gemeentelijke Dienst van Bouw- en Woningtoezicht en de Nutsbedrijven correctie in tekeningen en/of berekeningen worden verlangd, zullen de daaruit voortvloeiende kosten niet worden verrekend.

01.02.07

DATUM VAN AANVANG 01. AANVANG WERKZAAMHEDEN Het is de aannemer niet toegestaan met het werk aan te vangen voor de datum van aanvang, als bedoeld in paragraaf 7, lid 1 van de U.A.V. 02. DATUM VAN AANVANG In afwijking van paragraaf 7, lid 1 van de U.A.V. zal als datum van aanvang worden aangemerkt : 1 november 2010.

01.02.08

UITVOERINGSDUUR, UITSTEL VAN OPLEVERING 02. DATUM VAN OPLEVERING Het werk moet uiterlijk worden opgeleverd op: 1 juni 2012, inclusief de door de aannemer te coördineren woonrijpfase voorzieningen ten behoeve van de bereikbaarheid van de nieuwbouw. Acht werkweken voor de oplevering dient het terrein


7



01.02.08

UITVOERINGSDUUR, UITSTEL VAN OPLEVERING (vervolg) beschikbaar te zijn voor de woonrijpfase en aanleg van de nutsvoorzieningen.

01.02.11

ONDERHOUDSTERMIJN 01. ONDERHOUDSTERMIJN De onderhoudstermijn bedraagt in maanden: - 12 t.b.v. de liftinstallaties; - 6 t.b.v. de overige onderdelen.

01.02.14

SCHORSING VAN HET WERK/BEEINDIGING IN ONVOLTOOIDE STAAT 01. VEILIGHEIDSMAATREGELEN De aannemer moet in overleg met de directie naast de gepaste maatregelen de nodige veiligheidsmaatregelen nemen. 90. PAR. 14, LID 4 VAN DE U.A.V. AANVULLEN MET: Voorgenoemde is niet van toepassing als de schorsing van het werk plaats vindt door de schuld of het in gebreke blijven van de aannemer. In dat geval zullen de kosten van voorzieningen bij de aannemer in rekening worden gebracht, of zullen de betreffende kosten worden gekort op eventuele tegoeden. 91. PAR. 14, LID 5 VAN DE U.A.V. AANVULLEN MET: Voorgenoemde is niet van toepassing als de schorsing van het werk plaats vindt door de schuld of het in gebreke blijven van de aannemer. 92. PAR. 14, LID 6 VAN DE U.A.V. AANVULLEN MET: Voorgenoemde is niet van toepassing als de schorsing van het werk plaats vindt door de schuld of het in gebreke blijven van de aannemer.

01.02.15

WERKTERREIN 01. WERKTERREIN De aannemer wordt geacht op de hoogte te zijn van de staat, ligging naast het spoor, de situering en de hoogteligging alsmede de toegangsmogelijkheden tot het werkterrein op de dag van aanbesteding c.q. prijsaanbieding en aanvaardt het werkterrein in de toestand waarop het zich op de dag van de aanbesteding c.q. prijsaanbieding bevindt. 90. PAR. 15, LID 4 VAN DE U.A.V. AANVULLEN MET: De aannemer is volledig verantwoordelijk voor de schade die wordt aangebracht aan rioleringen, verhardingen, kabels, leidingen, etc. op of nabij het werkterrein. Gedurende de bouwtijd dienen op of nabij het werkterrein aanwezige riolering-, kabel- en leidingstelsels functioneel te blijven. De herstelkosten komen voor rekening van de aannemer.

01.02.16

AFSLUITING, RECLAME 01. FOTOGRAFEREN EN FILMEN Voor het maken van foto's, films of video-opnamen en dergelijke van het werk, het verlenen van medewerking daaraan en het geven van publiciteit inzake het werk, is toestemming van de opdrachtgever noodzakelijk. 90. PAR. 16, LID 3 VAN DE U.A.V. WIJZIGEN IN: Reclame voor opdrachtgever, directie, aannemer en onderaannemers mag alleen worden toegepast op een door de directie goedgekeurd reclamebord. Alle andere naamsaanduidingen zullen niet worden toegestaan. 91. KOSTEN RECLAMEBORD Alle kosten met betrekking tot een reclamebord, zoals plaatsings kosten, leges, belastingen etc zijn voor rekening van de aannemer.


8



01.02.17

VERWERKING VAN BOUWSTOFFEN 01. VERWERKING VAN BOUWSTOFFEN Het transport, de opslag en de verwerking van bouwstoffen dienen te geschieden overeenkomstig de voorschriften/richtlijnen zoals aangegeven in kwaliteitsverklaringen voor bouwstoffen en bij het ontbreken daarvan volgens de voorschriften/ richtlijnen van de fabrikant/leverancier van de betreffende bouwstof. 90. TOESTEMMING VOOR ANDERE BOUWSTOFFEN De in paragraaf 17, lid 5 van de U.A.V. vereiste toestemming van de directie wordt zo tijdig schriftelijk bij de directie aangevraagd, dat voldoende tijd beschikbaar is om de gelijkwaardigheid van de bedoelde bouwstoffen te kunnen beoordelen. De aannemer zal de gelijkwaardigheid aantonen op zijn kosten. 91. BUITENLANDSE BOUWSTOFFEN Voor het toepassen van buitenlandse bouwproducten dienen Europees erkende kwaliteitsverklaringen te worden overgelegd van een erkend instituut; de technische beschrijvingen, specificaties en berekeningen dienen te worden overgelegd in de Nederlandse taal; de berekeningen dienen te worden opgesteld volgens in het bouwbesluit aangewezen normen.

01.02.18

KEURING VAN BOUWSTOFFEN 01. BOUWSTOFFEN MET KWALITEITSVERKLARING Daar waar wordt voorgeschreven dat een bouwstof met een kwaliteitsverklaring afgegeven door een door de Raad voor Accreditatie erkende certificatieinstelling moet worden geleverd, moet deze kwaliteitsverklaring bij de uitwendige visuele beoordeling van deze bouwstof worden overgelegd. Deze bouwstoffen worden geacht te zijn goedgekeurd in de zin van paragraaf 18 van de U.A.V. indien het betreffende document aan de directie is afgegeven en de bouwstoffen door de directie op het werk uitwendig visueel zijn beoordeeld en in orde bevonden. Een gebrek dat zich na deze goedkeuring in de bouwstoffen openbaart en dat bij de uitwendige visuele beoordeling redelijkerwijs niet onderkend had kunnen worden, wordt aangemerkt als een verborgen gebrek in de zin van de paragrafen 12 en 17, lid 3 van de U.A.V. 02. BESLUIT BODEMKWALITEIT De aannemer overlegt van de door hem te leveren bouwstof, die op of in de bodem of in het oppervlaktewater moet worden aangebracht, een door het Besluit Bodemkwaliteit toegelaten bewijsmiddel, waaruit blijkt dat de desbetreffende bouwstof aan de eisen van dit besluit voldoet.Een ander bewijsmiddel dan een erkende kwaliteitsverklaring of een partijkeuring volgens de regels van het Besluit Bodemkwaliteit is, tenzij dit bestek anders vermeld, niet toegestaan. De aannemer verstrekt het bewijsmiddel schriftelijk aan de directie binnen een met de directie afgesproken termijn, waarbij met het gestelde in het Besluit Bodemkwaliteit rekening wordt gehouden. 90. BOUWSTOFFEN ZONDER KWALITEITSVERKLARING Bouwstoffen die met een product-certificaat geleverd moeten worden, mogen worden betrokken van een leverancier die deze niet met een keurmerk mag leveren, mits de aannemer deze bouwstoffen op zijn


9



01.02.18

KEURING VAN BOUWSTOFFEN (vervolg) kosten tijdig laat keuren op de aanwezigheid van dezelfde eigenschappen als die van de bouwstoffen met product-certificaat door een door de Raad voor Accreditatie erkende certificerings- en attesteringsinstellingen in de bouwnijverheid.

01.02.19

EIGENDOM VAN BOUWSTOFFEN 01. OVERGEBLEVEN BOUWSTOFFEN Het bepaalde in paragraaf 19, lid 3 van de U.A.V. is niet van toepassing op de door de opdrachtgever ter beschikking gestelde bouwstoffen.

01.02.22

GARANTIE VOOR EEN ONDERDEEL 01. TE GARANDEREN ONDERDELEN Onderdeel: - de hangen sluitwerken; - periode: 1 jaar. Onderdeel: - de schilderwerken binnen en buiten; - periode: 3 jaar. Onderdeel: - de bouwdelen en afwerkingen binnen; - de bouwdelen en afwerkingen buiten welke geen onderdeel zijn van de buitenschil (gevel en dak); - periode: 5 jaar. Onderdeel: - de houten buitendeuren, GND garantie; - periode: 6 jaar. Onderdeel: - de gehele buitengevel inclusief opgenomen onderdelen en afwerkingen (exclusief schilderwerk); - de kozijnen/puien inclusief opgenomen onderdelen en afwerkingen; - de dakafwerkingen inclusief opgenomen onderdelen; - periode: 10 jaar. Onderdeel: - de funderingen en hoofddraagconstructies; - periode: 20 jaar, bewijslast na 10 jaar door opdrachtgever. Te garanderen door: de aannemer alsmede onderaannemers en leveranciers zonder beperkingen. 90. GARANTIE In aansluiting op paragraaf 22, lid 1 van de U.A.V. vervalt het gestelde in de leden 2, 3 en 4 en wordt dit vervangen door de volgende bepalingen: 2. Indien in het bestek is vermeld dat één of meer onderdelen van het werk moeten worden gegarandeerd, zal de garantie inhouden: a. dat de garant zich verbindt voor zijn rekening alle voorkomende gebreken op eerste aanzegging van de opdrachtgever zo spoedig mogelijk te herstellen, tenzij de garant aantoont dat de gebreken niet voor zijn rekening komen; b. dat de garantie zal gelden van het gereedkomen van het onderdeel af tot de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de in het bestek genoemde periode. 3. Met betrekking tot onderdelen waarvoor een garantie wordt verlangd van een onderaannemer of leverancier, dient een garantieverklaring volgens het bij dit bestek gevoegde model overgelegd te worden aan de directie. De garantieverklaring dient


10


01.02.22


GARANTIE VOOR EEN ONDERDEEL (vervolg) te worden overgelegd bij de levering van het gegarandeerde onderdeel. De aannemer draagt zorg voor het overleggen van de garantieverklaring door de onderaannemer of leverancier aan de opdrachtgever. Indien de garantieverklaring niet door de onderaannemer of leverancier is overgelegd, wordt het betreffende onderdeel geacht te zijn gegarandeerd door de aannemer. 4. De door de aannemer te geven garanties zullen gelden voor de verkrijger van het gegarandeerde goed en zullen ook bij overdracht van het goed binnen de garantietermijn in stand blijven. 5. Na herstellingen en/of vernieuwingen van gebreken aan gegarandeerde onderdelen, dienen de herstelde en/of vernieuwde onderdelen opnieuw te worden gegarandeerd over de volle garantieperiode die voor de desbetreffende onderdelen is voorgeschreven. 6. Indien de aannemer niet binnen veertien dagen na de eerste aanzegging tot herstel van de gebreken is overgegaan, is de opdrachtgever gerechtigd, zonder verdere ingebrekestelling van de aannemer, het herstel zelf uit te voeren of te laten voeren, geheel voor rekening en risico van de aannemer.

01.02.23

LOODSEN EN ANDERE HULPMIDDELEN 01. LOODSEN EN ANDERE HULPMIDDELEN Het directieverblijf, zoals bedoeld in paragraaf 23, lid 2 van de U.A.V., wordt wel verlangd. 90. PAR. 23 VAN DE U.A.V., WIJZIGING IN LID 2: In dit lid het tekstgedeelte "de kosten van de gesprekken zijn voor rekening van de opdrachtgever." wijzigen in "de kosten van de gesprekken zijn voor rekening van de aannemer.".

01.02.26

ALGEMEEN TIJDSCHEMA, WERKPLAN 01. ALGEMEEN TIJDSCHEMA Het in paragraaf 26, lid 1 van de U.A.V. genoemde algemeen tijdschema wordt verlangd. De indeling van de tijdsduur op het algemeen tijdschema moet worden aangegeven in werkbare werkdagen. 04. GEDETAILLEERD WERKPLAN Een gedetailleerd werkplan zoals bedoeld in paragraaf 26, lid 6 van de U.A.V wordt verlangd voor: het gehele werk. Eisen werkplan: het gedetailleerde werkplan moet beschrijvingen bevatten omtrent: - de datum van aanvang, de tijdsduur en de datum (data) van oplevering; - de volgorde en de tijdsduur van de werkzaamheden; - de data, waarop de directie de voor de uitvoering van het werk benodigde werken detailtekeningen en andere gegevens die voor de uitvoering van het werk of het bestellen van bouwstoffen bekend of aanwezig moeten zijn, dient te verstrekken; - de data, waarop de door de aannemer te vervaardigen productietekeningen ter controle aangeboden moeten worden en goedgekeurd aanwezig moeten zijn; - de data waarop de bouwmaterialen, producten en/of bouwdelen op het werk worden aangevoerd;


11



01.02.26

ALGEMEEN TIJDSCHEMA, WERKPLAN (vervolg) - de aanwezigheid van materieel ten behoeve van zwaar transport; - overzicht en functie-omschrijving van in te zetten medewerkers. De indeling van de tijdsduur op het gedetailleerd werkplan moet worden aangegeven in werkbare werkdagen. Tijdstip waarop het werkplan moet worden ingediend: 7 dagen voor aanvang werkzaamheden. 05. INPASSING WERKZAAMHEDEN DERDEN De door derden uit te voeren werkzaamheden dienen te worden opgenomen en ingepast in het verlangde algemene tijdschema. In de verlangde documenten dient een zo volledig mogelijk inzicht te worden gegeven in de hoedanigheid, de volgorde en de uitvoering van de werkzaamheden. De betrokken derden zullen het algemene tijdschema, na goedkeuring hunnerzijds, voor akkoord tekenen. Indien de derden nog niet bekend zijn, zal de directie, na goedkeuring, voor akkoord tekenen en zal de opdrachtgever de hierbij bedoelde derden binden aan het algemene tijdschema. 90. TEKENINGEN AANNEMER In het verlangde algemene tijdschema dienen, naast de in paragraaf 26 lid 1 van de U.A.V. genoemde gegevens, tevens de tijdstippen zijn aangegeven waarop de door de aannemer te vervaardigen productietekeningen goedgekeurd aanwezig moeten zijn. 91. BIJSTELLEN TIJDSCHEMA Gedurende de gehele bouwtijd dienen voor bepaalde, door de directie nader aan te geven, onderdelen van het werk uitgebreide werkschema's over korte perioden, bijvoorbeeld drie maanden, te worden gemaakt. Elk nieuw schema dient het vorige circa één maand te overlappen. Deze schema's zullen tijdens de werkvergaderingen onder leiding van de directie worden besproken en vastgesteld. 92. WERKEN DERDEN/NEVENAANNEMERS In het algemeen tijdschema en de gedetailleerde werkplannen dienen alle door derden/nevenaannemers uit te voeren werkzaamheden te worden opgenomen, waarbij een zo volledig mogelijk inzicht moet worden gegeven in de hoeveelheid, volgorde en tijdsduur van voorbereiding en uitvoering van de werkzaamheden van elk onderdeel. De hiertoe benodigde gegevens zullen desgevraagd door de directie worden verstrekt. 93. STAND VAN HET WERK De stand van het werk dient in overleg tussen de directie en de aannemer wekelijks op het algemeen tijdschema en de gedetailleerde werkplannen te worden aangetekend.

01.02.27

DAGBOEK, LIJSTEN, RAPPORTEN 01. TE VERSTREKKEN LIJSTEN De in paragraaf 27, lid 7 van de U.A.V. genoemde lijsten worden verlangd. Ten aanzien van genoemde rapporten is het bepaalde in paragraaf 27 leden 1 t/m 5 van de U.A.V. van overeenkomstige toepassing, echter in afwijking van het hierin genoemde, dient te worden gelezen voor: directie - aannemer; aannemer - directie;


12



01.02.27

DAGBOEK, LIJSTEN, RAPPORTEN (vervolg) weekrapport(en) - rapport(en). 02. TE VERSTREKKEN RAPPORTEN De in paragraaf 27, lid 8 van de U.A.V. genoemde rapporten worden verlangd. Tevens moet de aannemer dagelijks aan de directie een rapport afgeven waarop alle door de directie gewenste gegevens van de vorige dag zijn aangegeven, zoals: - vordering en stand van het werk; - aan- en/of afvoer van bouwstoffen en de goedkeuring daarvan; - onwerkbare dagen; - aanwezig personeel, ook van onderaannemers; - ontvangen en/of verstrekte tekeningen; - enz. Deze rapporten zodanig opstellen dat deze tevens als dagboek dienst kunnen doen. 03. VERSLAGEN BOUWVERGADERINGEN De verslagen van de bouwvergaderingen worden door de directie opgesteld en verspreid. 90. BOUWVERGADERINGEN Zo dikwijls de directie dit nodig oordeelt wordt een bouwvergadering belegd. Van de bouwvergaderingen worden door de directie notulen gemaakt, waarvan een afschrift wordt toegezonden aan de aannemer en eventueel aan andere belanghebbende partijen. De notulen van de bouwvergaderingen worden geacht letterlijk in het weekrapport te zijn opgenomen. 91. DAGBOEK Een dagboek zal door de aannemer worden bijgehouden en dient door de directie 1x per week te worden ondertekend.

01.02.29

VERSCHILLEN IN AFMETINGEN OF TOESTAND 01. SCHADELIJKE VOORWERPEN OF STOFFEN Wanneer bij de uitvoering van het werk voorwerpen of stoffen worden aangetroffen waarvan de aanwezigheid niet in dit bestek is vermeld en waarvan redelijkerwijs geacht kan worden dat deze schade kunnen toebrengen aan personen, goederen of het milieu brengt de aannemer dit onmiddellijk ter kennis van de directie. Hij neemt terstond, zo mogelijk in overleg met de directie, de door de omstandigheden vereiste veiligheidsmaatregelen.

01.02.30

VOORZIENINGEN IN WATERKERING, WATERDOORLAAT EN VERKEER 01. VOORZIENING IN WATERKERING, WATERDOORLAAT EN VERKEER Alle wegen en toegangen op en om het werkterrein mogen tijdens de bouw nimmer door bouwwerkzaamheden of bouwverkeer worden geblokkeerd; het schoonhouden van deze wegen en eventuele schade komt geheel voor rekening van de aannemer. Het werk is gelegen naast het spoor, de voorschriften van Prorail aangaande het werken langs het spoor zijn van toepassing. De aannemer dient hiertoe alle nodige voorzieningen te treffen.

01.02.31

VERBAND MET ANDERE WERKEN 01. GEGEVENS VOOR DOOR DERDEN TE TREFFEN VOORZIENINGEN De aannemer verstrekt tijdig aan de directie de gegevens van de door derden ten behoeve van hem te treffen voorzieningen.


13



01.02.31

VERBAND MET ANDERE WERKEN (vervolg) 02. COÖRDINATIE-OVEREENKOMST Zo spoedig mogelijk nadat de opdracht voor het werk aan de aannemer is verstrekt, wordt tussen de opdrachtgever, de aannemer en de derden een coördinatie-overeenkomst gesloten overeenkomstig het bij dit bestek gevoegde model. De aannemer is verplicht deze overeenkomst zonder voorbehoud te ondertekenen en aan de naleving daarvan zijn volle medewerking te verlenen. Deze overeenkomst wordt opgemaakt in enkelvoud en door alle partijen ondertekend. Het origineel (het door alle partijen ondertekende exemplaar) verblijft aan de opdrachtgever, de partijen ontvangen hiervan een door de opdrachtgever gewaarmerkte kopie. 03. COÖRDINATIE Dit bestek betreft een onderdeel van een project. De coördinatie van het project behoort tot de verplichtingen van de aannemer. 04. MEETPUNTEN T.B.V. DERDEN Door de aannemer aan te brengen meetpunten of -lijnen ten behoeve van door derden in het werk te brengen onderdelen: - een en ander in overleg met de directie. De meetpunten of -lijnen dienen gedurende het werk onderhouden te worden door de aannemer. 90. MEDEWERKING AANNEMER De aannemer is gehouden zodanige medewerking te verlenen, dat de door derden/nenvenaannemers te verrichten werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd, zonder dat hij hierdoor op verlenging van zijn opleveringstermijn aanspraak kan maken. 91. BOUWKUNDIGE VOORZIENINGEN WERKEN DERDEN De aannemer dient te rekenen op het verlenen van hulp aan derden/nevenaannemers, met name diverse hak- en breekwerken en het toestaan van het gebruik van steigers, ladders en ander hulpmaterieel. Tevens dient de aannemer te rekenen op het leveren en aanbrengen van grondhout in de plafonds, het instorten resp. inwerken van ankers, schroefhulzen, mantelbuizen etc. Voor zover deze door derden/nevenaannemers ter beschikking worden gesteld dient de aannemer deze eveneens in te storten resp. in te boren en te bevestigen. Alle sparingen en doorvoeren dienen door de aannemer te worden aangewerkt ter goedkeuring van de directie. Indien sparingen in brandwerende wanden of vloeren worden aangewerkt dienen deze eenzelfde brandwerendheid te hebben als de wanden en vloeren. Het vervaardigen van de sparingstekeningen behoort tot de werkzaamheden van de aanemer. 92. STAGNATIE WERKZAAMHEDEN Indien de aannemer meent, dat een stagnatie in zijn werkzaamheden zal ontstaan als gevolg van vertragingen in de door derden/nevenaannemers uit te voeren werkzaamheden, dan zal hij zulks tijdig, schriftelijk en duidelijk gemotiveerd aan de directie kenbaar maken.

01.02.32

GEVONDEN VOORWERPEN 01. ONDERBREKING VAN HET WERK Indien de uitvoering van het werk of een deel daarvan door het vinden van voorwerpen zoals bedoeld in paragraaf 32 van de U.A.V. moet worden onderbroken, wordt de schade die de aannemer lijdt als gevolg van


14



01.02.32

GEVONDEN VOORWERPEN (vervolg) deze onderbreking, vergoed.

01.02.34

WIJZIGINGEN IN DE UITVOERING 01. WIJZIGINGEN IN DE UITVOERING Indien de aannemer wijzigingen in de uitvoering wenst uit te voeren, dan is een schriftelijke goedkeuring van de opdrachtgever vereist. De kosten voor het aanpassen van tekeningen en/of berekeningen zullen bij de aannemer in rekening worden gebracht.

01.02.35

VERREKENING VAN MEER EN MINDER WERK 01. VERREKENING VAN MEER EN MINDER WERK De verrekening van het meer en minder werk, alsmede van de stelposten zal geschieden bij de opleveringstermijn.

01.02.36

BESTEKSWIJZIGINGEN 01. BEVOEGDHEID AANBRENGEN BESTEKSWIJZIGINGEN De bevoegdheid tot aanbrengen van bestekswijzigingen als bedoeld in paragraaf 36, lid 2 van de U.A.V. is voorbehouden aan de opdrachtgever. 90. VERREKENING BESTEKSWIJZIGINGEN De bedragen van meer en minder werk voortvloeiend uit bestekswijzigingen dienen samengesteld te zijn uit: a. de nettokosten van de bouwstoffen; b. de nettokosten van de arbeid, gebaseerd op het gemiddelde uurloon, voorzover deze rechtstreeks op het verwerken van de onder a. bedoelde bouwstoffen betrekking heeft; c. een aannemersvergoeding van 5% over de onder a. en b. bedoelde netto kosten. In het onder c. bedoelde percentage wordt een vergoeding voor de bouwplaatskosten, de algemene bedrijfskosten en de winst van de aannemer geacht te zijn begrepen. De aannemer moet hiertoe bij zijn prijsaanbieding het gemiddelde CAO-uurloon, inclusief toeslagen, sociale lasten, verlet- en reiskosten opgeven.

01.02.38

HOEVEELHEDEN 02. METING HOEVEELHEDEN Meting van hoeveelheden vindt plaats overeenkomstig de Standaardmeetmethode NEN 3699+c94.

01.02.39

AFWIJKINGEN VAN VERREKENBARE HOEVEELHEDEN 01. AFWIJKINGEN VAN VERREKENBARE HOEVEELHEDEN De leden 2 en 3 van paragraaf 39 van de U.A.V. zijn vervallen.

01.02.40

BETALING 01. BETALING IN TERMIJNEN De betaling geschiedt conform de bijlage bij dit bestek. 04. DECLARATIES De betaling zal geschieden nadat de aannemer een declaratie heeft ingediend. De aannemer moet de declaratie op naam van de opdrachtgever indienen bij de directie. Aantal: drie. Betalingstermijn: 30 dagen.


15



01.02.42

KORTINGEN 01. KORTINGSBEDRAG De korting, bedoeld in paragraaf 42 van de U.A.V., bedraagt per dag: € 5.000,00.

01.02.43

VERPANDING OF CESSIE/ZEKERHEIDSSTELLING/VERZEKERING 90. VERPANDING OF CESSIE Het gestelde in paragraaf 43 van de U.A.V. vervalt, dit vervangen door de volgende bepaling: De termijnen van de aanneemsom mogen niet worden vervreemd, gecedeerd of verpand. 91. BANKGARANTIE Paragraaf 43a van de U.A.V. vervalt en wordt vervangen door de navolgende bepaling: De aannemer moet zo spoedig mogelijk nadat het werk aan hem is opgedragen, doch uiterlijk voor het verschijnen van de eerste termijn, een door een bank of verzekeringsmaatschappij afgegeven bankgarantie ten behoeve van de opdrachtgever stellen. De bankgarantie moet worden opgesteld volgens het model dat als bijlage bij dit bestek is opgenomen. De waarde van de bankgarantie bedraagt van de aannemingssom in procenten: vijf tot en met de oplevering van het werk en twee procent gedurende de onderhoudsperiode. Indien de bedoelde bankgarantie niet voor het verschijnen van de eerste termijn is ontvangen en goedgekeurd, wordt een bedrag ingehouden op de eerste en zo nodig de daarop volgende termijnen totdat de som van deze inhouding(en) het bedrag van de bankgarantie zal hebben bereikt. Het ingehouden bedrag zal worden verrekend nadat de bovenbedoelde bankgarantie zal zijn ontvangen en goedgekeurd. Binnen 14 dagen na afloop van de bankgarantie worden de ten behoeve van de bankgarantie overgelegde bescheiden aan de aannemer geretourneerd.

01.02.48

VASTLEGGEN VAN DE TOESTAND 01. VASTLEGGEN VAN DE TOESTAND De laatste zin van paragraaf 48 lid 2 van de U.A.V. vervalt.

01.02.49

BESLECHTING VAN GESCHILLEN 03. BUITENGEWONE LEDEN SCHEIDSGERECHT Indien een der partijen zulks verlangt, wordt een der leden van het scheidsgerecht uit de buitengewone leden van de Raad van Arbitrage voor de Bouw gekozen dan wel door de voorzitter van die Raad benoemd. In dit geval bestaat het scheidsgerecht steeds uit drie leden. 05. MEDIATION Indien partijen zulks overeenkomen, zullen in afwijking van het gestelde in paragraaf 49, lid 2 van de U.A.V., alle geschillen, welke ook - daaronder begrepen die, welke slechts door één der partijen als zodanig worden beschouwd - die naar aanleiding van de overeenkomst of van overeenkomsten, die daarvan een uitvloeisel mochten zijn, tussen opdrachtgever en aannemer mochten ontstaan ter beslechting worden onderworpen aan een mediationprocedure overeenkomstig het reglement van de Stichting Nederlands Mediation Instituut (NMI) te Rotterdam, zoals dat luidt op de dag waarop de overeenkomst waarop het geschil betrekking heeft, in werking trad. Indien mediation is geëindigd zonder dat door


16



01.02.49

BESLECHTING VAN GESCHILLEN (vervolg) partijen overeenstemming is bereikt, zal het geschil worden beslecht door arbitrage als bedoeld in paragraaf 49, lid 2 van de U.A.V.

01.03

VERZEKERINGEN

01.03.40

VERZEKERING DOOR DE OPDRACHTGEVER 90. CAR VERZEKERING DOOR OPDRACHTGEVER 1. Door de opdrachtgever zal voor de duur van het werk een z.g. Constructie All Risks-verzekering worden gesloten, mede ten behoeve van alle bij het project betrokkenen. 2.

Onder deze verzekering zijn onder meer begrepen verlies of beschadiging aan het werk voortvloeiend uit eigen gebrek, constructiefouten, fouten in het ontwerp, ondeugdelijke materialen en onvoldoende deskundigheid, een en ander met terzijdestelling van het bepaalde in art. 7:951 BW. Deze verzekering dekt voorts en voorzover van toepassing schade aan bestaande eigendommen van de opdrachtgever.

3.

De aannemer (s) is/ zijn verplicht te verzekeren de aansprakelijkheid voor door derden/nevenaannemers geleden schade verband houdende met de uitvoering van de werkzaamheden. Deze verzekering dient een primaire dekking te verlenen. De verzekerde som dient ten minste EUR 2.500.000 per gebeurtenis te bedragen. De opdrachtgever dient als medeverzekerde in deze verzekering te worden opgenomen.

4.

Aannemersmaterieel, waaronder werktuigen, keten, loodsen, de inventaris daarvan, gereedschappen, machines etc. is van de verzekering uitgesloten en opdrachtgever aanvaardt hiervoor geen enkele aansprakelijkheid.

5.

Eventuele schadeuitkeringen uit deze C.A.R.verzekering zullen uitsluitend aan opdrachtgever plaatsvinden.

6.

De terzake van schade aan het werk van C.A.R. verzekeraars ontvangen uitkeringen zullen door de opdrachtgever aan de betrokken aannemer, die de schade herstelt of voor wiens rekening de schade in eerste aanleg kwam, worden betaald naar gelang van de voortgang en de kwaliteit van het werk.

7.

De polisvoorwaarden van deze C.A.R. verzekering liggen bij de opdrachtgever ter inzage. De aannemer wordt geacht met de inhoud van deze polis bekend te zijn.

8.

De aansprakelijkheid, voortvloeiende uit het bestek en de daarin van toepassing verklaarde bepalingen of uit de wet wordt niet beperkt, verminderd of gewijzigd door enige bepaling betreffende verzekering in dit bestek, zodat de toepasselijke eigen risico's als vermeld in de polis, evenals niet onder de verzekering gedekte


17


01.03.40


VERZEKERING DOOR DE OPDRACHTGEVER (vervolg) schaden en/of vorderingen voor rekening van de desbetreffende partij blijven indien deze daarvoor uit hoofde van de aannemingsovereenkomst aansprakelijk is. Bovendien zijn deze bedragen verrekenbaar met de openstaande of nog niet betaalde betalingstermijnen. 9.

De aannemer zal een verzekering sluiten tegen aansprakelijkheid op ten minste door de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (W.A.M) gestelde condities, voortvloeiend uit het gebruik van rij- of voertuigen of materieel, waarvoor volgens de W.A.M. verzekeringsplicht bestaat.

10. De aannemer is gehouden de polissen voor deze verzekeringen onder , 3 en 9 vermeld op diens verzoek aan de opdrachtgever te overleggen. 01.05

TEKENINGEN EN BEREKENINGEN

01.05.10

TEKENINGEN EN BEREKENINGEN 01. AANTALLEN Van de tekeningen en andere gegevens benodigd voor de uitvoering van het werk worden aan de aannemer kosteloos kopieën verstrekt. Aantal: 3 stuks. Indien de aannemer meer exemplaren wenst, komen de kosten hiervan voor zijn rekening. 02. VERANTWOORDELIJKHEID VOOR TEKENINGEN De aannemer blijft, ook na goedkeuring door de directie, verantwoordelijk voor de door hem gemaakte tekeningen betreffende de constructies, werkwijze, maatvoering en dergelijke. 03. WIJZIGINGEN IN TEKENINGEN Wanneer door de aannemer wijzigingen in de door hem gemaakte tekeningen worden aangebracht wordt dit op het origineel bij het onderschrift aangegeven door middel van een nummer- en datumwijziging. De aannemer registreert en distribueert deze tekeningen. Oudere versies van tekeningen komen daardoor te vervallen. Indien de aannemer zich niet met door de directie gewenste wijzigingen kan verenigen, deelt hij dit de directie schriftelijk mede. 04. VERANTWOORDELIJKHEID VOOR BEREKENINGEN De aannemer blijft, ook na goedkeuring door de directie, verantwoordelijk voor de door hem gemaakte berekeningen. 90. PRODUCTIETEKENINGEN DOOR AANNEMER De opzet en indeling van de productietekeningen behoeft de goedkeuring van de directie. Voor de tekeningen mogen uitsluitend genormaliseerde schalen gebruikt worden. Boven de rechteronderhoek van de productietekeningen laat de aannemer een ruimte van 100 x 150 mm vrij voor het plaatsen van stempels en opmerkingen van de zijde van de directie. Alle tekeningen dienen voorzien te zijn van een rechteronderhoek waarop duidelijk aangegeven: naam, opdrachtgever, werknummer, schaal van de tekening, onderwerp van de tekening etc. Aangeven van verschillen door bijschriften of dubbele maatvoering is alleen toegestaan met toestemming van de directie.


18


01.05.10


TEKENINGEN EN BEREKENINGEN (vervolg) 91. CONTROLE TEKENINGEN De productietekeningen zullen door de directie worden gecontroleerd op hoofdmaten, voorzover deze maten van belang zijn voor het aansluitende werk en op uitgangspunten, voor zover deze punten in dit bestek zijn beschreven. 92. VERANTWOORDELIJKHEID VOOR DOCUMENTEN De aannemer blijft, ook na goedkeuring door de directie, verantwoordelijk voor de door hem gemaakte documenten betreffende de constructies, werkwijze,maatvoering, planning en dergelijke. 93. WIJZIGINGEN IN DOCUMENTEN Indien de aannemer zich niet met door de directie gewenste wijzigingen kan verenigen, deelt hij dit de directie schriftelijk mede. 94. UITVOERING Met de uitvoering van enig onderdeel mag niet worden begonnen voordat de daarop betrekking hebbende productietekeningen en/of berekeningen door de directie zijn goedgekeurd. 95. REVISIE-TEKENINGEN Voor de oplevering van het werk maakt de aannemer van de door hem eerder verzorgde werktekeningen, in de navolgende hoedanigheid: - tekeningen en berekeningen, 1 stel afdrukken gevouwen tot A4 formaat; - indien tekeningen uitgevoerd in AutoCad of dergelijk systeem, tevens op CD-rom verstrekken met tekeningen files. - volledig bijgewerkte revisietekeningen in AutoCad. Van alle revisietekeningen moeten bovendien in drievoud, duidelijke, tot A4-formaat (210 x 297mm) gevouwen afdrukken aan de directie worden overhandigd, dan wel toegezonden. Op alle revisietekeningen moet duidelijk de datum van revisie worden vermeld, te weten de datum waarop het werk zich in die toestand bevond. 96. AANTAL IN TE DIENEN TEKENINGEN EN BEREKENINGEN De door of namens de aannemer gemaakte tekeningen (waaronder ook begrepen revisietekeningen) en berekeningen, voorzover niet anders in dit bestek is aangegeven, kosteloos bij de constructeur indienen. Aantal te verstrekken exemplaren t.b.v. de constructeur, tenzij anders in dit bestek aangegeven: - ter goedkeuring: in 2-voud. - goedgekeurde: in 4-voud. De aannemer moet van de door de directie goedgekeurde constructietekeningen en/of berekeningen het vereiste aantal bij de Gemeentelijke Dienst Bouwen Woningtoezicht indienen via de hoofdconstructeur. 97. CONTROLE WERKTEKENINGEN EN/OF BEREKENINGEN De controle van ingediende stukken door directie/adviseur constructies omvat: - het controleren of de verstrekte constructieve uitgangspunten worden gehanteerd. - het globaal beoordelen van de toegepaste berekeningswijze en het globaal controleren of de vigerende voorschriften worden toegepast. - het (a-select) beoordelen van de uitwerking van onderdelen waaraan naar de mening van het adviesbureau bijzondere risico's zijn verbonden en/of waaraan bijzondere aandacht moet worden besteed.


19


01.05.10


TEKENINGEN EN BEREKENINGEN (vervolg) - het (a-select) beoordelen van de uitwerking van de onderlinge samenhang van gelijksoortige constructies. - het (a-select) beoordelen van de uitwerking van de aansluitingen tussen ongelijksoortige constructies. De controle en beoordeling betreffen de constructieve aspecten en niet de maatvoering. Uitgangspunt is dat de controle en beoordeling in twee rondes plaats vindt. De eerste controle ronde is hierboven omschreven. De tweede controle ronde op het juist verwerken van de opmerkingen van de eerste controle ronde. Indien meer controles nodig blijken te zijn door onvoldoende uitwerking van de door de aannemer te vervaardigen werkbescheiden komen aanvullende controlekosten voor rekening van de aannemer tegen een nader te bepalen uurloon. 98. VERSTREKKING TEKENINGEN Voor de door de aannemer te maken tekeningen, bestaat de mogelijkheid dat de directie c.q. constructeur de bestektekeningen c.q. werktekeningen digitaal verstrekt, bijvoorbeeld op CD-rom of via Email. Het tijdstip van verstrekken van de tekeningen is mogelijk zodra de tekeningen definitief zijn. De definitieve tekeningen worden éénmalig kosteloos verstrekt. De directie c.q. constructeur aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor de op deze wijze aangeleverde informatie. Indien de tekeningen van Pieters Bouwtechniek als onderlegger dienen voor derden dient deze zijn bedrijfsnaam en/of logo duidelijk op deze tekening(en) te zetten en het tekeningenhoofd van Pieters Bouwtechniek te verwijderen. 99. AANLEVEREN VAN TEKENINGEN Tenzij uitdrukkelijk anders overeengekomen is dienen alle tekeningen als witdrukken aangeleverd te worden en niet als een digitaal bestand via CD-Rom, E-mail etc.

01.05.19

SPARINGSTEKENINGEN 90. SPARINGSTEKENINGEN Het vervaardigen van de sparingstekeningen behoort tot de werkzaamheden van de aanemer.

01.06

ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN

01.06.10

ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN 01. VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Het veiligheids- en gezondheidsplan (V&G-plan) als bedoeld in artikel 2.28 van het Arbeidsomstandighedenbesluit (Stb 1999.451) maakt deel uit van dit bestek. 02. AANSTELLING V&G-COÖRDINATOR VOOR DE UITVOERINGSFASE Ingevolge het bepaalde in artikel 2.29 van het Arbeidsomstandighedenbesluit (Stb 1999.451) stelt de aannemer één of meer coördinatoren (V&G-coördinatoren) voor de uitvoeringsfase aan. Deze coördinator(en) geeft (geven) uitvoering aan de coördinatietaken genoemd in artikel 2.31 van het Arbeidsomstandighedenbesluit.


20



05

BOUWPLAATSVOORZIENINGEN

05.00

ALGEMEEN

05.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90. VAN TOEPASSING ZIJNDE NORMEN EN RICHTLIJNEN Indien niet nader bij de bouwstofbeschrijvingen is beschreven gelden de volgende normen aangaande toleranties, maatafwijkingen en oppervlaktecriteria: NEN 2881 Maattoleranties voor de bouw Begripsomschrijving. NEN 2886 Maximaal toelaatbare maatafwijkingen voor gebouwen- Steenachtige draagconstructies. NEN 2887 Maximaal toelaatbare maatafwijkingen voor het uitzetten op de bouwplaats. NEN 2892 Vlakheid en evenwijdigheid van bouwdeeloppervlakken - Berekeningsmethoden voor maximaal toelaatbare maatafwijkingen, meting en toetsing. NEN 3682 Maatcontrole in de bouw - Algemene regels en aanwijzingen. NEN 6000 Modulaire coördinatie voor gebouwen Begripsomschrijvingen algemene bepalingen en regels voor plannen. 91. VEILIGHEID, GEZONDHEID, ORDE E.D. De directie kan het gebruik van tabak op door haar aan te geven plaatsen en tijden verbieden; tevens heeft zij de bevoegdheid het produceren en/of reproduceren van muziek door instrumenten, toestellen, apparaten e.d. te verbieden. Het gebruik van alcoholhoudende dranken, drugs en andere hallucinogene of stimulerende middelen, benevens het betreden van of werken op of in het gebouw, onder invloed daarvan is ten strengste verboden. Overtreding van deze bepaling zal onmiddellijke verwijdering van de betreffende perso(o)n(en) tot gevolg hebben, zonder dat de aannemer zich kan beroepen op wanprestaties van de zijde van de opdrachtgever/directie.

05.00.24

EISEN EN UITVOERING: BOUWPLAATSINRICHTING 01. INDELING EN GEBRUIK WERKTERREIN Ten aanzien van de indeling en het gebruik van het werkterrein gelden de volgende beperkingen: - het gehele werk moet worden gerealiseerd op werkdagen in normale werkuren, tenzij op de planning anders aangegeven dan wel in het bestek is vermeld of met toestemming van de directie anders wordt beslist; - alle aanvoer van materialen moet plaatsvinden gedurende de normale werkuren. Afwijkingen hiervan dienen aan de directie te worden gemeld; - alle wegen en toegangen op en om het werkterrein mogen tijdens de bouw nimmer door bouwwerkzaamheden of bouwverkeer worden geblokkeerd; - de voorschriften van Prorail aangaande het werken langs het spoor; - indien er zich onvoorziene omstandigheden voordoen, waardoor de veiligheid van de openbare ruimte, belendingen en personen niet voldoende is gewaarborgd, dient de aannemer onverwijld de vereiste maatregelen te treffen; - aan de werkzaamheden worden met betrekking tot de invloed op de belendingen en de omgeving de volgende eisen gesteld: - de grondkering dient zodanig te worden ontworpen


21


05.00.24


EISEN EN UITVOERING: BOUWPLAATSINRICHTING (vervolg) en uitgevoerd, dat er geen schade kan optreden aan belendingen en leidingen; - voor de grondkering langs de belendingen dient het uitgangspunt te zijn, dat deze niet grondontspannend en trillingsarm wordt aangebracht en verankerd; - de grondwaterstand ter plaatse van de belendingen kan niet worden verlaagd beneden de gemiddeld laagst bekende natuurlijke grondwaterstand volgens eisen OBL; - de invloed van trillingen op de belendingen ten gevolge van sloop-, heien andere werkzaamheden moet worden bepaald volgens de SBR richtlijn Trillingen, deel A "Schade aan gebouwen, meet- en beoordelingsrichtlijn" 2002. Er dient dan minimaal te worden voldaan aan de daarin vermelde grenswaarden; - maatregelen dienen te worden genomen om de overlast voor de omwonenden zo klein mogelijk te laten zijn, waaronder het tot een minimum beperken van geluidshinder en stofoverlast; - voor het heien van palen dient gebruik te worden gemaakt van geluidreducerende maatregelen zoals een heimantel, eventueel in combinatie met een aangepast heiblok en heimutsvulling; - boven de openbare weg en boven in gebruik zijnde ruimten waar zich mensen ophouden en belendingen mag niet worden gehesen; - er dient dagelijks deskundig toezicht op het werk aanwezig te zijn; - gedurende alle werkzaamheden dient een coördinator op het werk aanwezig te zijn die namens de vergunninghouder gemachtigd is handelend op te treden bij het niet voldoen aan de hiervoor gestelde eisen of overschrijding van gestelde grenswaarden. Beroep op werkvertraging ontstaan door vorengenoemde is niet mogelijk. 02. AFVOER VAN AFVAL Het bouwafval moet op de bouwplaats ten minste worden gescheiden in de navolgende fracties: - gevaarlijke afvalstoffen, als bedoeld in het Besluit aanwijzing gevaarlijke afvalstoffen (Stb 1993, 617), regeling Europese afvalstoffenlijst (EURAL: Ster 2001, 158); - steenwol (indien volume > 1 m3); - glaswol (indien volume > 1 m3); - overig afval. De hierboven genoemde fracties alsmede de eventuele andere fracties die op de bouwplaats werden gescheiden uit het bouwafval moeten, door erkende transporteurs, worden afgevoerd naar een bewerkingsinrichting die bevoegd is deze afvalstoffen te ontvangen, met dien verstande dat de fractie overig afval moet worden afgevoerd naar een sorteerinrichting die bevoegd is deze afvalstoffen ongesorteerd te ontvangen. Te verstrekken gegevens: - bewijs van afgifte 03. VERBRANDEN VUIL EN ANDERE MATERIALEN Het verbranden van vuil en andere materialen op het werkterrein is niet toegestaan.


22



05.00.24

EISEN EN UITVOERING: BOUWPLAATSINRICHTING (vervolg) 04. AFVOER PUIN, AFVAL EN VERPAKKINGSMATERIAAL Het afvoeren van puin, afval en verpakkingsmateriaal van derden behoort tot de verplichtingen van de aannemer. Voor het verzamelen van puin, afval en verpakkingsmateriaal moeten op nader aan te wijzen plaatsen vuilcontainers worden geplaatst. Het puin, afval en verpakkingsmateriaal moet regelmatig door de aannemer van het werkterrein worden afgevoerd.

05.00.30

INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN 04. KOSTEN ONTTREKKING GRONDWATER, AANNEMER Voor rekening van de aannemer zijn: - de kosten van de vergunning en de heffing wegens het onttrekken en lozen van grondwater en van de aanslag wegens de geloosde hoeveelheid grondwater. 90. TIJDELIJKE VOORZIENINGEN DOOR AANNEMER De aannemer draagt zorg voor de uitvoering benodigde tijdelijke nutsvoorzieningen ten behoeve van de gehele bouwplaats, zoals: - tijdelijke waterinstallatie; - tijdelijke binnen- en buitenriolering; - tijdelijke elektrotechnische installatie; - tijdelijke telefooninstallatie. De kosten van aanleg, de vastrecht-, de verbruiks- en de abonnementskosten alsmede de aansluitkosten zijn voor rekening van de aannemer. Het gedurende de gehele bouwperiode onderhouden en zonodig repareren van de installaties of een gedeelte hiervan is voor rekening van de aannemer. 91. DERDEN/NEVENAANNEMERS De aannemer staat toe dat de in dit bestek genoemde derden/nevenaannemers gebruik mogen maken van: - de energievoorzieningen en werkwater; - de schaft-, kleed-, toiletgelegenheden.

05.31

LOODSEN EN KETEN

05.31.10-a

BOUWKEET 0. DIRECTIEVERBLIJF Ruimte(n): - verblijfsruimten: - kantoorruimte t.b.v. de directie, geschikt voor 2 personen; - vergaderruimte, geschikt voor 15 personen; - portaal met keukenblok; - closetruimte. Daglichttoetreding: - schuiframen; - afsluitbaar middels (rol)luiken / tevens zonwering; - indien mogelijk met uitzicht op het werk. Toegangsdeur: - naambordje met tekst: "directie". Verwarming in alle ruimten. Airco units in alle verblijfsruimten. Verlichting: verblijfsruimten 500 Lux, overige ruimten 150 Lux. Verbruiks- en aansluitkosten: aannemer. Telefoon: - draadloze telefoon met intercom voorziening, met een bereik van minimaal de gehele bouwplaats (KPN goedgekeurd), incl. aansluiting (st): 2.


23



05.31.10-a

BOUWKEET (vervolg) Computervoorzieningen: - breedband internetverbinding incl. abonnement t.b.v. internet en e-mail. Inrichting: - tafel(s) 1x2 m (st): 5; - uitlegblad 1x3 m; - stoelen ter plaatse van vergadertafel(s); - kasten, afsluitbaar, (st): 2; - open vakjeskast voor tekeningen (A4) (vakjes): 100; - bureau met afsluitbaar ladenblok (st): 2; - bureaustoel, verstelbaar (st): 2; - bureaulamp, 1 per bureau; - faxapparaat, incl. aansluiting; - kopieerapparaat (A4 en A3); - prullenbak (st): 2; - garderobe voorziening; - warmwatervoorziening; - koffiezetapparaat; - koelkast. Verstrekkingen: - schrijf- en tekenartikelen; - print-, kopieer- en faxpapier; - koffie, thee en frisdrank. Beschikbaar te stellen: - veiligheidshelmen (st): 5; - oorbeschermers ten behoeve van de opzichter; - veiligheidskleding/-schoeisel; - meetlint, 50 meter; - op het werk betrekking hebbende voorschriften. Overige voorzieningen: - 6 stuks parkeerplaatsen ten behoeve van opdrachtgever en directie, voorzien van naambordjes; - verhard pad naar ingang directiekeet, breed minimaal 600 mm. Schoonmaak: dagelijks. Tijdstip van verwijderen: in overleg met de directie te bepalen. .01 TIJDELIJKE VOORZIENING De directiekeet.

05.32

BESCHIKBAARSTELLING MATERIEEL

05.32.10-a

WERKTUIG 0. WERKTUIG, BESCHIKBAARSTELLING Kraan, bouwlift, steigers e.d.: beschikbaarstelling aan derden/nevenaannemers. Tijdsduur: voor zover door de aannemer, derden/nevenaannemers benodigd en op het bouwen werkterrein aanwezig zijn. .01 TIJDELIJKE VOORZIENING De op het werk aanwezige werktuigen en/of materieel zoals kraan, bouwlift, steiger, ladders e.d.

05.33

BESCHIKBAARSTELLING PERSONEEL

05.33.10-a

BESCHIKBAARSTELLING PERSONEEL 0. BESCHIKBAARSTELLING PERSONEEL Het verrichten van hulp bij maatcontrole. Uitvoeren door: - de aannemer.


24



05.33.10-a BESCHIKBAARSTELLING PERSONEEL (vervolg) .01 BOUWDELEN/INSTALLATIEDELEN, ALGEMEEN Ten behoeve van de (maat)controle door de directie. 05.34

SCHOONMAKEN EN PREVENTIEF ONDERHOUD NIEUW WERK

05.34.10-a

VERWIJDEREN VERONTREINIGINGEN NIEUW WERK 0. VERWIJDEREN VERONTREINIGINGEN NIEUW WERK Bij de opneming levert de aannemer het voltooide werk en het werkterrein grondig schoongemaakt op. Dit houdt in dat alle onderdelen van het werk, alsmede het werkterrein in de meest ruime zin schoon worden opgeleverd en dat alle bouwresten, vlekken, vuil en overtolligheden zijn verwijderd, ook die welke het gevolg zijn van werkzaamheden door derden/nevenaannemers. Alle vloeren en daken schoon op leveren. Alle puien, beglazing, sanitair, spiegels, tegelwerk etc. ontdoen van stickers, verf- en mortelspatten en streeploos gezeemd. Marmoleum vloerafwerkingen dienen te zijn behandeld conform het gestelde in hoofdstuk 48. In dit schoonmaken zijn tevens begrepen alle aan het oog onttrokken ruimten onder vloeren en achter wanden, kokers, putten, plafonds etc. Indien tengevolge van de uitvoering van het werk eigendommen en/of werken van derden/nevenaannemers verontreinigd zijn dient de aannemer deze schoon te maken. Het schoonmaken dient te geschieden door een erkend schoonmaakbedrijf (OSB). .01 BOUWDELEN/INSTALLATIEDELEN, ALGEMEEN Het schoonmaken van het werk ten behoeve van de oplevering.

05.41

INRICHTING WERKTERREIN

05.41.11-a

WERKTERREININRICHTINGSPLAN 0. WERKTERREININRICHTINGSPLAN Te verstrekken door de aannemer. Het moet de volgende gegevens bevatten: - de begrenzingen van het werkterrein en de afrastering met toegangsvoorzieningen. - de aan- en afvoerroutes; - het ontwerp en de plaats van keten en loodsen; - de opstelling van materieel; - het ontwerp en de plaats van het directieverblijf. - het ontwerp en de plaats van de overige tijdelijke voorzieningen; - de rioleringsvoorzieningen; - de plaatsing van afvalcontainers ten behoeve van het verzamelen van af te voeren uit het werk komende bouwstoffen, afval en verpakkingsmateriaal. - de aansluitpunten van bouwstroom en -water; - de voorzieningen t.b.v. de te handhaven bestaande beplanting/bomen; - in het terrein aanwezige en aan te brengen (Nuts) leidingen, kabels en dergelijke; - parkeervoorzieningen; - reclamebord; - Arbo-borden (helm verplicht e.d.) - voorzieningen derden/nevenaannemers.


25



05.41.11-a WERKTERREININRICHTINGSPLAN (vervolg) .01 BOUWDELEN/INSTALLATIEDELEN, ALGEMEEN De inrichting van het werkterrein als aangegeven op tekening. 05.41.11-b

WERKTERREININRICHTINGSPLAN 0. BOUWVEILIGHEIDSPLAN Bouwveiligheidsplan te verstrekken door de aannemer. Het bouwveiligheidsplan dat minimaal moet bevatten: - de naam en het correspondentieadres van de aannemer; - de ligging van het betreffende perceel; - een constructievoorstel en een uitvoeringsplan voor de te maken grondkering; - de gegevens van de grondwaterstand; - een grondmechanische berekening van de zettingen en zettingsverschillen van de belendingen (spoorwegen); - een uitvoeringsplan voor de bouwmethodiek met toe te passen materialen, materieel, hulp- en beveiligingsmiddelen; - de gegevens van de technische installaties die voor de bouwwerkzaamheden worden gebruikt; - een voorstel voor het meten van de trillingen en geluidsniveaus ten gevolge van sloop-, hei-, of andere werkzaamheden; - een rapportageplan inzake de meetresultaten; - in het plan moet worden aangegeven welke maatregelen zullen worden genomen om gevaar, schade en hinder voor derden te voorkomen; - tevens moet worden aangegeven hoe het werkterrein zal worden ingericht, hoe en waar de aansluitingen op openbare wegen zullen worden gemaakt, wat de te volgen bouwmethodiek is en hoe de toe te passen materialen in het plan worden opgenomen. Ten aanzien van de veiligheid dient er rekening te worden gehouden met de volgende aanvullende voorwaarden: - er dient een risicocontour te worden bepaald aan de hand van risicoanalyses m.b.t. de veiligheid, voorzowel tijdens de uitvoering als voor de gebruiksfase. - in het veiligheidsplan dient te worden vastgesteld welke calamiteiten worden uitgesloten en welke calamiteiten nog kunnen optreden en afhankelijk van de resultaten vaststellen welke additionele maatregelen nodig zijn. Alle uit het plan voortvloeiende kosten met betrekking tot de te treffen en te verstrekken algemene en persoonlijke veiligheidsvoorzieningen dienen volledig in de aannemingssom begrepen te zijn. Het bouwveiligheidsplan 3 weken voor aanvang desbetreffende werkzaamheden in 3-voud ter goedkeuring voorleggen aan de Dienst Stedelijke Ontwikkeling, directie Bouwen Toezicht en Dienstverlening, afdeling Bouwconstructies, Postbus 61185, 2506 AD Den Haag onder vermelding van referentienummer 200907469, waarbij een afschrift aan de directie moet worden verstrekt. De aannemer dient zich op de hoogte te stellen van de mogelijk door het plaatselijk Bouw- en Woningtoezicht te stellen eisen omtrent de te treffen veiligheidsvoorzieningen.


26



05.41.11-b WERKTERREININRICHTINGSPLAN (vervolg) .01 BOUWDELEN/INSTALLATIEDELEN, ALGEMEEN Het bouwveiligheidsplan. 05.42

AFSLUITINGEN EN RECLAME

05.42.11-a

BOUWAFRASTERING 0. BOUWHEK Hoogte (m): minimaal 2. Openingen: afsluitbare hekken/poorten. Voorzieningen: bordjes "Verboden Toegang". Tijdstip van verwijderen: ter goedkeuring van de directie. .01 TIJDELIJKE VOORZIENING Het bouwhek rondom het werkterrein.

05.42.31-a

NAAMSAANDUIDING BOUWPLAATS 0. NAAMSAANDUIDING BOUWPLAATS Vorm, afmetingen en indeling: volgens nadere opgave directie/bijlage. Afmetingen (mm): multiplex stroken hoog 200, lengte 2400. Artist impression (mm): 1200x2400. Vermeldingen: - naam van het project; - naam opdrachtgever; - naam directie; - naam architect; - namen adviseurs; - namen aannemer en nevenaannemers; Andere borden zijn niet toegestaan. Tijdstip van verwijderen: ter goedkeuring van de directie. .01 TIJDELIJKE VOORZIENING De naamsaanduiding van de bouwplaats.

05.43

TIJDELIJKE TERREINVERHARDINGEN

05.43.10-a

ONGEBONDEN VERHARDING 0. TIJDELIJKE ONGEBONDEN VERHARDING De eventueel door de aannemer aan te brengen tijdelijke verharding dient voor de oplevering, of op aanzegging van de directie verwijderd te worden ten behoeve van werkzaamheden derden/nevenaannemers conform coördinatie-overeenkomst woonrijpfase. .01 TIJDELIJKE VOORZIENING De tijdelijke verharding.


27



12

GRONDWERK

12.00

ALGEMEEN

12.00.40

RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN 90. AANSPRAKELIJKHEID VOOR SCHADE De aannemer is aansprakelijk voor aan de kabels en leidingen toegebrachte schade, niet alleen jegens de betrokken leidingbeheerders maar ook jegens de opdrachtgever. Eventueel veroorzaakte schade dient door de aannemer onmiddellijk bij de directie te worden gemeld en voor zijn rekening te worden hersteld. De aannemer is niet aansprakelijk indien hij aantoont dat de hem ter beschikking gestelde gegevens, rekening houdend met de technisch daaraan te stellen eisen, onjuist of onvolledig waren.

12.30

BOUWRIJP MAKEN

12.30.30-a

OPSCHONEN VAN HET TERREIN 0. OPSCHONEN VAN HET TERREIN Bestemming afkomend materiaal: naar een door de aannemer te bepalen plaats buiten het werkterrein. .01 ONVERHARD TERREIN Het bouwen werkterrein.

12.40

ONTGRAVEN VAN GROND

12.40.10-a

ONTGRAVEN VAN GROND 0. ONTGRAVEN VAN GROND (STABU STANDAARD) Ontgraven van grond (STABU Standaard, hfst. 12). Grondsoorten gescheiden ontgraven. Ontgravingsdiepte: - tot onderkant aan te brengen zand- en repak lagen, onder werkvloeren, isolaties en klinkerverhardingen; - tot minimaal 150mm onder de benodigde aanlegdiepte van rioleringen met bijbehorende onderdelen; - tot een in overleg met de directie en/of de nutsbedrijven te bepalen diepte voor de aanleg van overige kabels en leidingen. Bestemming uitkomende grond: hergebruiken, voor zover deze benodigd en geschikt; overtollige en/of voor hergebruik ongeschikte grond afvoeren (geen gesloten grondbalans). Niveau maaiveld bij aanvang werkzaamheden: - 3,95 m -NAP (1 meter rondom gebouw). Te verstrekken gegevens: - een bewijs van storting of een bewijs van afgifte van de afgevoerde grond. ONVERHARD TERREIN Ter plaatse van de te maken funderingsconstructies, vloeren op grondslag, kruipruimten e.d. ONVERHARD TERREIN Ter plaatse van de klinkerverhardingen. ONVERHARD TERREIN Voor de aanleg van binnen- en buitenrioleringen met bijbehorende onderdelen. ONVERHARD TERREIN Voor de aanleg van kabels en leidingen als beschreven in de installatiebestekken.

.01 .02 .03 .04


28

Regionaal Opleidingen Centrum Mondriaan Leidschenveen Van Tilburg Ibelings von Behr architecten 12.50


VERWERKEN VAN GROND EN GRONDVERVANGENDE MATERIALEN

12.50.10-a

VERWERKEN VAN GROND, GROND 0. VERWERKEN VAN GROND (STABU STANDAARD) Verwerken van grond (STABU Standaard, hfst. 12). Laagdikte (m): max. 0,30 per laag, tot hoogten overeenkomstig/aansluitend het maaiveld en/of tot onderkant aan te brengen teelgrond, zand o.d. De bij het ontgraven gescheiden gehouden grondsoorten zoveel mogelijk op hun oorspronkelijke plaats terug brengen. 1. GROND Uit het werk komende grond, voor zover geschikt voor aanvulling, met bijlevering van te kort komende grond. 4. VERDICHTEN VAN GROND (STABU STANDAARD) Verdichten van grond (STABU Standaard, hfst.12). Laagdikte(n) (m): max. 0,30. Indringingsweerstand per laag: - minimaal (MPa): overeenkomstig de aansluitende grondslag. De indringingsweerstand moet aanwezig zijn juist voor de aanvang van de daarop volgende werkzaamheden. .01 ONVERHARD TERREIN De aanvullingen van de funderingsconstructies, leidingsleuven (met uitzondering van de leidingsleuven ten behoeve van de rioleringen) enz. alsmede alle overige aanvullingen die uit de aard van de werkzaamheden voortvloeien en voor zover geen andere aanvullingen zijn voorgeschreven.

12.50.11-a

VERWERKEN VAN GROND, ZAND 0. VERWERKEN VAN GROND (STABU STANDAARD) Verwerken van grond (STABU Standaard, hfst. 12). Laagdikte (m): 0,15. Profiel: zuiver horizontaal. Vlakheid (m): +/- 0,01. Het zand schuin oplopend tegen de funderingsbalken aanbrengen. 1. ZAND IN AANVULLING OF OPHOGING (STABU STANDAARD) Zand in aanvulling of ophoging (STABU Standaard, hfst. 12). Te leveren zand. .01 BODEMAFSLUITING De bodemafsluiting met schoon zand in de kruipruimte.

12.50.11-b

VERWERKEN VAN GROND, ZAND 0. VERWERKEN VAN GROND (STABU STANDAARD) Verwerken van grond (STABU Standaard, hfst. 12). Laagdikte (m): 0,15. Profiel: zuiver horizontaal. Vlakheid (m): +/- 0,01. 1. ZAND IN AANVULLING OF OPHOGING (STABU STANDAARD) Zand in aanvulling of ophoging (STABU Standaard, hfst. 12). Te leveren zand, voorzover dit niet aan het werk kan worden ontleend. .01 ONVERHARD TERREIN De aanvullingen van de leidingsleuven ten behoeve van de rioleringen.


29


15

TERREINVERHARDINGEN

15.41

STRAATSTEENBESTRATING


15.41.10-a

STRAATSTEENBESTRATING, BAKSTEEN STRAATKLINKER 0. STRAATSTEENBESTRATING Verband: elleboog. Rand: streklaag 2x. Langsprofiel: in overleg met directie te bepalen. Dwarsprofiel: in overleg met directie te bepalen. Afwijking langs- en dwarsprofiel: ten hoogste 10 mm. Het straatwerk moet voor het voegen met schoon water zijn gereinigd. De dagproduktie machinaal afgetrild en vervolgens ingeveegd met brekerzand, onder toevoeging van water. Voltooid straatwerk ingeveegd met brekerzand onder toevoeging van water. 1. STRAATBAKSTEEN (BRL 2360-08) Fabrikaat: HUWA-Vandersanden B.V., Spijk. Kwaliteit: AG 0-12. Wateropneming kwaliteit A (klasse): 4-12. Afmeting: dikformaat. Kleur: Limousin (90)% en Ardeche (10)%. Vorst/dooiweerstand (klasse): FP100. Transversale breukweerstand kwaliteit A (klasse): T4. Slijtweerstand kwaliteit A/4-12 (klasse): A2. Straatbakstenen leveren onder KOMO-productcertificaat. 4. STRAATZAND (STABU STANDAARD) Straatzand (STABU Standaard, hfst. 15). Te leveren zand. Laagdikte (mm): variabel, minimaal 300. .01 TERREINVERHARDING De bestratingen in de arcade, conform en aansluitend op de door derden aan te brengen bestratingen.

15.41.20-a

STRAATSTEENBESTRATING, BETON STRAATSTEEN/-KEI 0. STRAATSTEENBESTRATING Verband: - keperverband voor rijbanen/rijstroken; - elleboogverband voor parkeervakken; - strekken: markeringen/belijningen; een en ander zoals op tekening staat aangegeven. Kantstrook: bisschopsmutsen bij het keperverband. Rand: streklaag. Langsprofiel: in overleg met directie te bepalen. Dwarsprofiel: in overleg met directie te bepalen. Afwijking langs- en dwarsprofiel: ten hoogste 10 mm. Afschot (mm/m): volgend uit tekening. De dagproductie machinaal afgetrild en vervolgens ingeveegd met brekerzand, onder toevoeging van water. Afwijking van de vlakheid in de langsrichting (voor het aftrillen): ten hoogste 5 mm. Voltooid straatwerk ingeveegd met brekerzand onder toevoeging van water. Voltooid straatwerk schoon vegen. Pasmaken stenen: door middel van knippen. 1. BETONSTRAATSTEEN (BRL 2312+w08) Type: rechthoekig. Vellingkant. Afmetingen (mm): - rechthoekig formaat, 210x105. Hoogte (mm): 100. Kleur(en): - rijbanen en parkeervakken: grijs; - belijning: witte stenen om-en-om.


30



15.41.20-a

STRAATSTEENBESTRATING, BETON STRAATSTEEN/-KEI (vervolg) Deklaag: glad. Betonstraatstenen leveren onder KOMO attest-met-productcertificaat. 4. STRAATZAND (STABU STANDAARD) Straatzand (STABU Standaard, hfst. 15). Te leveren zand. Laagdikte (mm): 50. .01 TERREINVERHARDING De bestratingen van parkeergarage/ fietsenstalling inclusief in-/uitrit tot aan de openbare bestrating.

15.71

VERHARDINGSLAGEN VAN STEENMENGSEL

15.71.11-a

STEENMENGSELVERHARDING, STEENMENGSEL 0. STEENMENGSELVERHARDING Laagdikte (mm): afgestemd op de draagkracht van de ondergrond, met een minimum van 300mm. 1. STEENMENGSEL Materiaal: menggranulaat. Sortering: 0/31,5. Toebehoren: - wegendoek. .01 FUNDATIELAAG TERREINVERHARDING Het "cunet"/de fundatielaag, onder de straatlaag, ten behoeve van de verharding van parkeergarage/ fietsenstalling inclusief in-/uitrit.


31



16

BEPLANTING

16.00

ALGEMEEN

16.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90. BESTAANDE BEPLANTINGEN De in de STABU Standaard genoemde eisen en uitvoering onder artikel 16.0.20, met betrekking tot wondbehandeling zijn eveneens van toepassing op de bestaande beplantingen.

16.51

PLANTEN

16.51.32-a

PLANTEN, LOOFBOOM 0. PLANTEN BOOM Planten in boombak. Plaats boombakken conform tekening (exact boven kolommen). Bakken opgenomen in de parketvloer. 1. LOOFBOOM Leverancier: kwekerij Nieuwkoop De Kwakel BV te De Kwakel, contactpersoon de heer Van Tricht (reeds door directie gereserveerd) Soort: Bucida Bucera (Black Olive), meerstammig. Hoogte (m1): 6,5 - 7,5. Stamomvang (cm): 40-45. Potmaat/diameter (cm): 110-120. 9. BOOMBAK Model: Apollo. Materiaal: roestvrijstaal, geborsteld. Diameter: - boven (mm): 1.400; - onder (mm): 2.000. Hoogte (mm): 1.000 met toppersrand van 100. Vulling: - kleikorrels Seramis o.g. tot 70mm onder de rand; - afdeklaag 20mm basaltsplit, gradatie 8-13mm. Toebehoren: - verticale pvc vulbuis rond 80mm, met deksel, onderzijde voorzien van gazen net, onderkant buis op 20mm vanaf onderkant bak, bovenzijde buis op 70mm minus bakrand. .01 BOOM De 2 bomen in de centrale hal.


32



17

TERREININRICHTING

17.00

ALGEMEEN

17.00.40

RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN 01. TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor wat betreft de door de aannemer te garanderen onderdelen zie verder het gestelde in artikel 01.02.22 van dit bestek.

17.00.60

BOUWSTOFFEN: ALGEMEEN 90. POEDERCOATING Indien onderdelen in (RAL-)kleur moeten worden gepoedercoat, dient dit minimaal te voldoen aan de VMRG-kwaliteitseisen.

17.12

WERKBESCHEIDEN

17.12.10-a

TEKENINGEN 0. TEKENINGEN Door de aannemer te vervaardigen tekeningen. Van de in de bouwdeel beschreven onderdelen (productietekeningen). Voor wat betreft de door de aannemer te vervaardigen tekeningen zie verder het gestelde in par. 01.05 van dit bestek. .01 INRICHTING De in dit hoofstuk omschreven (terrein)inrichting.

17.41

AFRASTERINGEN, VOORAF VERVAARDIGD

17.41.21-a

METALEN AFRASTERINGSPAAL/-FRAME, METALEN AFRASTERINGSVULELEMENT 0. METALEN AFRASTERINGSPAAL Fabrikaat: HERAS. Type: Atlas 200. Materiaal: staal. Oppervlaktebehandeling: thermisch verzinkt. Afwerking: basis uitvoering verzinkt. Lengte (mm): 2.900. Doorsnede (mm): 60x60x2. Toebehoren: - hoekpaal. - eindpaal. 1. METALEN SPIJLENHEK Fabrikaat: HERAS. Type: Atlas 200. Materiaal: staal. Oppervlaktebehandeling: thermisch verzinkt. Afwerking: basis uitvoering verzinkt. Afmeting: - breedte (mm): 2.294. - hoogte (mm): 2.000. Onderdelen: - frame: - boven-/onderligger: éénzijdig bolprofiel staal. - afmetingen (mm): 50x30/25x2. - spijlen rond afgeschuind: - doorsnede (mm): diameter 26. - door liggers geplaatst en gelast. - spijlafstand (mm): 150. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen: - staanders/vakwerk gekoppeld door blinde


33



17.41.21-a

METALEN AFRASTERINGSPAAL/-FRAME, METALEN AFRASTERINGSVULELEMENT (vervolg) verbinding. 4. IN DE GROND GESTELD WERK Diepte (mm): 900. Plaatsingstechniek: - in de grond geheid. - aanstorten met beton. - afstand staanders h.o.h. (mm): 2.360. .01 AFRASTERING Het spijlhekwerk ter plaatse van de fietsenstalling.

17.42

POORTEN EN HEKKEN, VOORAF VERVAARDIGD

17.42.11-a

METALEN POORT/HEK 0. METALEN DRAAIPOORT Fabrikaat: HERAS. Type: Enkele Europoort, Atlas uitvoering, E12. Materiaal: staal. Oppervlaktebehandeling: thermisch verzinkt. Afwerking: basis uitvoering verzinkt. Afmeting: - hoogte (mm): 2.000. - vrije doorgang (mm): 1.250. Onderdelen: - frame: - boven-/onderligger: - kokerprofiel (mm): 40x40x2. - bovenligger met puntenkam 35 mm. - stijlen: - kokerprofiel (mm): 40x40x2. - spijlen: - afmetingen (mm): o 26 x 1,25. - afstand h.o.h. (mm): 150. - door boven- en onderligger heengestoken en afgelast. - pilasters: - afmetingen (mm): 100x100. - vooraf vervaardigd fundatieblok beton B40, te plaatsen in gegraven gat. - afmetingen (mm): 700x700x400. Hulpstukken: - hangen sluitwerk: - veiligheidsslot. - verstelbare scharnieren met veiligheidsmoer. - bevestigingsmiddelen. .01 AFRASTERING De metalen draaipoorten met enkele poortvleugel ten behoeve van de fietsenstalling.

17.42.11-l

METALEN POORT/HEK 0. METALEN DRAAIPOORT Fabrikaat: HERAS. Type: Dubbele Europoort Atlas uitvoering, E3535. Materiaal: staal. Oppervlaktebehandeling: thermisch verzinkt. Afwerking: gemoffeld in de kleur antraciet, RAL 7016. Afmeting: - hoogte (mm): 2.500. - vrije doorgang (mm): 7.036. Onderdelen: - frame: - boven-/onderligger: - kokerprofiel (mm): 60x60x2.


34


17.42.11-l


METALEN POORT/HEK (vervolg) - dubbele bovenligger, bovenste met puntenkam, 35 mm. - stijlen: - kokerprofiel (mm): 60x40x2. - spijlen: - afmetingen (mm): o 26 x 1,25. - afstand h.o.h. (mm): 150. - door boven- en onderligger heengestoken en afgelast. - pilasters: - afmetingen (mm): 140x140. - te plaatsen in gegraven gat en aanstorten. Toebehoren: - hangen sluitwerk: - veiligheidsslot. - verstelbare verzwaarde scharnieren met veiligheidsmoer. - bevestigingsmiddelen: - aanslagblok beton t.b.v. borging grondgrendel, incl. beton t.b.v. aanstorten. .01 TERREINAFRASTERING De metalen draaipoort met dubbele poortvleugel tenbehoeve van het afsluiten van de parkeergarage.


35



20

FUNDERINGSPALEN EN DAMWANDEN

20.00

ALGEMEEN

20.00.30

INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN 90. MELDING AANVANG De aannemer moet de directie en Bouw- en Woningtoezicht tijdig melden, minimaal 2 werkdagen, wanneer een aanvang wordt gemaakt met de werkzaamheden en wanneer de volgende bewerking plaats vindt. 91. HEIBESPREKING Alvorens met de heiwerkzaamheden wordt begonnen vindt er een heibespreking plaats. De aannemer organiseert deze bespreking en nodigt de betreffende personen c.q. instanties uit. De volgende partijen dienen aanwezig te zijn: - aannemer. - heibedrijf. - opdrachtgever / opzichter. - hoofdconstructeur. - gemeente. De volgende punten worden besproken: - algemene gegevens. - type palen. - materieel. - start van het werk. - planning. - contactpersonen. - Arbo / veiligheid / afvalscheiding en kwaliteit. - bouwput. - uitvoeringsaspecten. - kalenderen. - controle + inmeting palen. - locatie 1e paal.

20.00.70

MEET- EN VERREKENMETHODEN: ALGEMEEN 90. INBRENGEN VANAF MAAIVELD Indien de aannemer de funderingspalen niet vanaf de putbodem doch direct vanaf het maaiveld of vanaf een ander niveau inbrengt, zullen de funderingspalen met de nodige overlengte moeten worden geleverd, De daaruit voortvloeiende kosten zijn niet verrekenbaar, 91. VERREKENBARE HOEVEELHEID Indien de in de funderingspaal naar oordeel van de directie op grond van aanvullend grondonderzoek en/of op grond van inbreng resultaten naar een inheiniveau moet worden gebracht dat meer dan 0,50m naar boven of naar beneden afwijkt van het op tekening van de constructeur aangegeven niveau zal verrekening plaats vinden van het leveren en inbrengen van extra of minder paallengte. De aannemer dient hiervoor een verrekenprijs per m1 paallengte bij de aanbesteding op te geven.

20.00.90

EISEN EN UITVOERING: FUNDERINGSPALEN 90. OPNAME KALENDERWAARDE De directie neemt tijdens het heien van de eerste paal ter plaatse of in de onmiddellijke nabijheid van een sondering, over de volle paallengte de kalenderwaarde en/of een slagdiagram op. De aannemer tekent de palen ter plaatse van de sonderingen over de gehele hoogte af om de 0,25m en de overige palen over de laatste 2,0m om de 0,25m af. De aannemer dient tijdig de kalenderwaarden ter


36



20.00.90

EISEN EN UITVOERING: FUNDERINGSPALEN (vervolg) beoordeling door te geven aan de constructeur. 91. ZAKKING PREFAB PALEN Het minimaal aantal slagen in de laatste 0,25m zakking wordt door de directie bepaald. Alle kosten ten gevolge van het op aanwijzing van de directie dieper wegslaan van palen zijn niet verrekenbaar. 92. BESCHADIGINGEN De bovenliggende betonconstructie zodanig verlagen dat beschadigingen aan de paalkoppen geheel worden omsloten. 93. PAALAFWIJKINGEN Indien aanpassing van de constructie noodzakelijk blijkt door misgeslagen palen, zulks ter beoordeling van de constructeur c.q. directie, zijn alle kosten inclusief engineering en toezicht voor rekening van de aannemer. 94. AFWIJKINGEN EN BESCHADIGINGEN Elke paal die tijdens het heien enigerlei afwijkingen vertoont dan wel na het heien naar het oordeel van de directie gebreken heeft, zal indien de constructeur c.q. directie dit verlangd, moeten worden vervangen door 1 of meerdere palen. De extra aanschaf, aanvoer, heiwerk,toezicht en engineering zijn voor rekening van de aannemer.

20.13

BEPROEVEN, CONTROLEREN

20.13.10-a

BEPROEVEN 0. BEPROEVEN Onderdelen: - alle aangebrachte palen. Uitgangspunten: - palenplan constructeur. 4. MEETRAPPORT Te verstrekken meetrapport(en) van: - de ingemeten palen. Vorm van verstrekking: op tekening (hard-copy). Tijdstip van verstrekking: direct na het inbrengen van elke groep van palen moeten de palen worden ingemeten. De gegevens hiervan op een tekening van het palenplan onmiddellijk aan de directie verstrekken. De paalafwijkingen opgeven op tekening per paal in de x-richting en in de y-richting t.o.v. van het werk geldende assenstelsel, inclusief een pijl in de richting van de paalafwijking. De aannemer mag niet eerder met de fundering starten dan nadat de constructeur de paalafwijkingen op kosten van de aannemer zijn verwerkt in de fundering(wapeningstekeningen). .01 PAALFUNDERING De revisie tekening van het palenplan.

20.13.10-b

BEPROEVEN 0. BEPROEVEN Onderdelen: - Indien noodzakelijk, bijvoorbeeld bij twijfel en/of paalbreuk, dienen door de directie aan te wijzen palen akoestisch doorgemeten te worden. Methode: - akoestisch doormeten.


37



20.13.10-b

BEPROEVEN (vervolg) Uitgangspunten: - de palen dienen vrij te zijn van obstakels, losse delen en goed bereikbaar. - het doormeten dient te geschieden nadat alle grondwerkzaamheden gereed zijn. - de grondwaterstand moet zich onder het paalkopniveau bevinden. Uitvoering door: - de metingen en rapportage dienen te geschieden door een door de directie goed te keuren instantie. 4. MEETRAPPORT Te verstrekken meetrapport(en) van: - het doormeten. Tijdstip van verstrekking: 1 werkweek na het doormeten. .01 PAALFUNDERING Het akoestisch doormeten van prefab palen.

20.31

PAALFUNDERINGEN VAN VOORAF VERVAARDIGDE PALEN

20.31.13-a

HEIEN FUNDERINGSPAAL, BETONNEN FUNDERINGSPAAL 0. HEIEN BETONNEN PAAL (NEN-EN 12699-01) Slagenergie in overleg met de directie. Richting volgens palenplan constructeur. Puntdiepte (m): volgens palenplan constructeur. Spuiten is niet toegestaan. Toleranties (mm): 50. Alle palen moeten worden gekalenderd. 1. BETONNEN FUNDERINGSPAAL (NEN-EN 12794+c08) Fabrikaat: ter goedkeuring van de directie. Heipaal (klasse) 1. Afmetingen (tabel 1) (mm): volgens palenplan constructeur. Paallengte (m): volgens palenplan. Sterkteklasse (NEN 8005-08): min. C35/45. Milieuklasse (NEN 8005-08): volgens tekening. Toeslagmateriaal: - grof toeslagmateriaal (V/V): 80% grind + 20%betongranulaat. Wapening volgens opgave fabrikant. Trekpalen dienen over de gehele lengte gewapend te worden. Wapeningsstaaf voor aarding in overleg installateur. Oppervlak: glad met afgeschuinde hoeken. Met onuitwisbare merktekens voor: - oplegpunten voor opslag. - aangrijppunten voor hijsen. - aanwezigheid wapeningsstaaf voor aarding Palen dienen minimaal 14 dagen oud zijn. Prefab palen mogen niet worden getransporteerd voordat de vereiste betonkwaliteit is bereikt. 4. TEKENING FUNDERINGSPAAL Door de aannemer te vervaardigen tekeningen. Van de heipalen. Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - vorm en afmetingen van de funderingspaal. - plaats, ligging en afmetingen van de wapening. - eventuele kopwapening. - cementsoort. - beton- en staalkwaliteit. - toelaatbare belasting. - hijspunten. - aardingsstaaf.


38



20.31.13-a

HEIEN FUNDERINGSPAAL, BETONNEN FUNDERINGSPAAL (vervolg) 5. STATISCHE BEREKENING BETONCONSTRUCTIE (NEN 6720+c05) Door de aannemer te vervaardigen met de volgende uitgangspunten: - palenplan. - trek- druk en horizontale belasting volgens opgave constructeur. - rapport grondonderzoek. - CUR onderzoek rapport 2001-4 "Ontwerpregels voor trekpalen". - de palen moeten een excentriciteit van 50mm op kunnen nemen. 6. HEIPLAN Te verstrekken door de aannemer. Het moet de volgende gegevens bevatten: - definitieve startdatum. - locatie eerste paal. - werkniveau. - te gebruiken heiblok (inclusief gegevens). - wijze van aanvoer en eventueel tussenopslag van de palen. - terreingesteldheid. - heivolgorde. - specifieke veiligheidsaspecten, voor zover niet vastgelegd in V&G-plan. - materieelinzet. - eventuele hulpconstructies. - contactpersonen. - verantwoordelijke voor maatvoering en kalenderen. - afspraken m.b.t. ligging bestaande kabels en leidingen of andere onder- of bovengrondse obstakels. - bijzondere uitvoeringsaspecten. .01 PAALFUNDERING De palen zoals aangegeven op het palenplan.

20.37

BEWERKINGEN FUNDERINGSPALEN

20.37.11-a

SNELLEN PAALKOP 0. SNELLEN PAALKOP Min. af te hakken (mm): 400. Minimum vereiste vrije lengte onbeschadigde langswapening (mm): 400. Afhakhoogte boven de onderkant van de aansluitende betonconstructie (mm): - t.p.v. balken: 20mm. - t.p.v. vloeren: 0mm. (bk paal = ok vloer). Indien de paalkop ingevolge bovenstaande bepalingen over een grotere dan de geprojecteerde hoogte moet worden weggehakt, moet de onderkant van de aansluitende betonconstructie evenveel worden verlaagd. .01 PAALFUNDERING Het snellen van de prefab palen.


39



21

BETONWERK

21.00

ALGEMEEN

21.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90. ALGEMEEN Alle kosten voor het beoordelen van sparingen in constructieve elementen alsmede de kosten voor het maken c.q. aanpassen van (wapenings) tekeningen en berekeningen alsmede extra toezicht zijn voor rekening van de aannemer. 91. WATER- VLOEISTOFDICHTE CONSTRUCTIES Van alle betonconstructie genoemd in dit bestek die geheel water- en vloeistofdicht moeten zijn, moeten voor betonmengsels gecertificeerde vloeistofdichte mengsels toegepast worden. De aannemer levert de certificaten aan de directie. 92. BEMALING In het rapport 112326 d.d. 9 november 2009 (sonderingen) staat een grondwaterstand aangegeven. Hierbij dient te worden opgemerkt dat dit een eenmalige meting is. De hoogte van de grondwaterstand is onderhevig aan fluctuatie ten gevolge van de seizoenen en de afwisseling van natte en droge perioden. Het is een keuze en uitwerking van de aannemer hoe en wanneer te gaan bemalen. Hierbij wordt opgemerkt dat het betonwerk in den droge dient te worden uitgevoerd. Tot slot dient rekening gehouden te worden met bemalingseisen van OBL in verband met aanwezige drainage van het opgehoogde terrein.

21.00.30

INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN 90. KEURING WAPENING Met het storten van enig onderdeel mag niet worden begonnen voordat de directie en de Gemeentelijke Dienst Bouw- en Woningtoezicht het aangebrachte betonstaal en de op te nemen onderdelen heeft goedgekeurd. De aannemer nodigt de directie en de Gemeentelijke Dienst Bouw- en Woningtoezicht uit. Het vlechten van de wapening moet minstens 24 uur voor het storten gereed zijn. Onder wapening wordt tevens verstaan alle praktische wapening, randwapening, wapening ter plaatse van sparingen, supports etc. Een verzoek tot keuring dient 2 werkdagen voorafgaand aan het storten aan de directie kenbaar te worden gemaakt. De constructeur keurt incidenteel in overleg met het dagelijks toezicht. 91. MONTAGEPLAN Montageplan incl. berekeningen te verstrekken door de aannemer. Het montageplan moet de volgende gegevens bevatten: - volgorde van montage en methode van aangieten en ondersabelen. - onderstempelingsplan. - bijzondere situaties tijdens de uitvoering ten opzichte van de eindsituatie, zoals enkelvelds vloervelden welke als meervelds-vloervelden ontworpen zijn. 92. VERVORMINGSEISEN De vervormingseisen voor vloeren en daken conform NEN6702:01.


40



21.00.30

INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN (vervolg) 93. WATERDICHTHEID Gebouwdelen beneden maaiveld niveau moeten na het gereedkomen van de constructie(s) blijvend waterdicht en droog zijn. Eventuele lekken laten dichten door een daarin gespecialiseerd bedrijf. Krimpscheuren met een scheurwijdte groter dan 0,20mm en openstaande stortnaden, grindnesten en dergelijke, ongeacht het onderdeel, dichten en/of injecteren. Van krimpscheuren met een scheurwijdte kleiner dan 0,20mm zal de directie bepalen welke moeten worden geïnjecteerd. Voorzieningen t.b.v. de waterdichtheid zijn ter keuze van de aannemer en ter goedkeuring van de directie. 94. UITVOERINGS ASPECTEN VILT/GLIJFOLIE - Om het loslaten van de verlijming en de tapes alsmede om vervorming van de gehele glij-oplegging te voorkomen dient het vilt uitgerold en platliggend bewaard te worden. - Bij ruwe oplegvlakken deze met spaan glad afwerken voor het aanbrengen van de glijfolie. - Na het aanbrengen van de glij-oplegging alle stuiknaden met tape afplakken om indringing van vuil, cementwater en dergelijke te voorkomen. Overlapping van voegen in overleg met leverancier. - Indien ter plaatse op de glij-oplegging wordt gestort, dient men er nauwlettend op toe te zien, zeker bij het gebruik van een trilnaad, dat de glijoplegging niet beschadigd wordt. - Tijdens het storten mag er geen betonmortel onder de glijfolie komen. - Indien de breedte van de glijfolie meer dan 10mm kleiner is dan de breedte van het oplegvlak dient de ruimte opgevuld te worden met vilt, schuimstof of dergelijke. - De vertikale stortnaad voorzien van een PS strook dik 10mm. - Dilataties zodanig uitvoeren dat zij blijvend functioneren.

21.19

DIVERSEN

21.19.10-a

STORTPLAN 0. STORTPLAN Te verstrekken door de aannemer. Het moet de volgende gegevens bevatten: - tijdschema. - plaats van de stortnaden. - plaats krimpstroken. - detail en/of werktekening stortnaden. - detail en/of werktekening krimpstroken. - detail en/of werktekening dilatatieprofielen. - detail en/of werktekening deuvelvoorzieningen in voegen en dilataties. - aanvoer, transporten stortcapaciteit voor de betonstort op de bouwplaats. - veiligheidsvoorzieningen. - eventuele verlichting bouwplaats. - de gemaakte afspraken met de betoncentrale waaronder de aan de betonmortel gestelde gebruikseisen. - de wijze van maatvoeren voor het op hoogte brengen. - de maatregelen ter beperking van de nadelige gevolgen van krimp, uitzetten etc.


41



21.19.10-a

STORTPLAN (vervolg) - de maatregelen ter voorkoming van schade aan jong beton door weersinvloeden als vorst. - de maatregelen ter voorkoming van uitdroging van jong beton (nabehandeling). - de constructieve tekening. - waar poeren/balken en vloeren een geheel vormen deze gelijktijdig storten, tenzij op tekening anders aangegeven of na goedkeuring constructeur. - een geplande stort moet zonder onderbreking worden uitgevoerd. - verticale stortnaden uitvoeren met haringgraatstaal onder een hoek van 70 tot 80 graden. Aantal te verstrekken exemplaren: - ter goedkeuring (st.): 4. - goedgekeurde (st.): 3. .01 STORTPLAN Ten behoeve van in het werk te storten onderdelen.

21.31

VERLOREN BEKISTING

21.31.21-a

VERLOREN BEKISTING, BETONMORTEL 0. VERLOREN BEKISTING dikte: 50mm. werkvloer. 1. BETONMORTEL (NEN 8005-08) Sterkteklasse: C12/15. Milieuklasse: X0. Beton ongewapend. .01 OPGAAND FUNDERINGSWERK De werkvloeren onder alle in het werk gestorte onderdelen, welke met de grond in aanraking komen.

21.32

TIJDELIJKE BEKISTING

21.32.31-a

BEKISTING, HOUTEN BEKISTINGSPLATEN/-PANELEN 0. BEKISTING (NEN 6722-02) Centerpennen: toegestaan. Oppervlak bekisting afgestemd op vereiste klasse betonoppervlak. Tijdstip van ontkisten bepaald aan de hand van de gemiddelde kubusdruksterkte. 1. HOUTEN BEKISTINGSPLATEN/-PANELEN Materiaal: ter keuze van de aannemer. Uitvoering ter keuze van de aannemer en ter goedkeuring van de directie. 9. STORTNADEN De aannemer geeft aan waar stortnaden tussen onderdelen worden aangebracht, dit ter goedkeuring van de directie. De directie geeft aan welke eisen aan deze stortnaden worden gesteld zoals het ruwhakken van de stortvlakken, alsmede welke maatregelen getroffen moeten worden ter beperking van de nadelige gevolgen van krimp, uitzetting etc. van de gemaakte betonwerken. De stortnaden uitvoeren volgens door de directie goed te keuren details. Indien de aannemer doorgaande wapening tussen poeren en funderingsbalken onderbreekt ten behoeve van de uitvoering dient de aannemer de directie c.q. constructeur hierover tijdig te informeren. Indien de wapening aangepast dient te worden zijn de


42



21.32.31-a

BEKISTING, HOUTEN BEKISTINGSPLATEN/-PANELEN (vervolg) kosten voor rekening van de aannemer. Horizontale stortnaden tussen balken en vloeren en tussen poeren en vloeren dienen na verdichten ruw gemaakt te worden, bijvoorbeeld met behulp van een hark. .01 CONSTRUCTIE De bekisting voor in het werk te storten beton.

21.40

WAPENINGSWERK

21.40.10-a

WAPENINGSWERK, BETONSTAAL 0. WAPENINGSWERK Buigvorm(en) volgens werktekening. Maaswijdte(n) volgens werktekening. Verbindingswijze: - mechanisch overeenkomstig NPR 2053-85. Bij het toepassen van prefab wapeningskorven voldoende flexibiliteit behouden ten behoeve van maatvoering korf, stortsleuven en verankeringslengte. Ondersteuning: cementgebonden afstandhouders overeenkomstig BRL 2817+w06, leveren onder KOMO attest-met-productcertificaat. Bij waterdicht en blijvend aan de buitenlucht blootgesteld betonwerk moeten afstandshouders, ten behoeve van de dekking, van beton zijn waarvan de druksterkte en de doorlatendheid tenminste gelijk is aan die van het omhullende beton. Het gebruik van kunststof leisen is niet toegestaan. 1. BETONSTAAL (NEN 6008-08) Betonstaalsoort: B500B. Oppervlakte: geribd. Bij de opgave is uitgegaan van traditioneel wapenen, dus wapenen met losse staven. Eventueel grotere hoeveelheden ten gevolge van het toepassen van netten zijn niet verrekenbaar. Indien de aannemer in enig onderdeel wapeningsnetten in plaats van traditioneel gevlochten wapening (losse staven) wil toepassen en waarvan de wapeningstekeningen reeds door de constructeur zijn vervaardigd is dit slechts toegestaan indien: - De aannemer vervaardigt de nieuwe wapeningstekeningen (netten met losse bijlegwapening) van de bedoelde onderdelen op basis van de door de constructeur verstrekte wapeningstekeningen. - De kosten van controle, door de constructeur, van de door de aannemer vervaardigde tekeningen als hierboven aangegeven, zijn voor rekening van de aannemer. De hoeveelheid wapening als volgt berekenen: - vloeren: doorrekenen over balken en poeren. - wanden: doorrekenen over balken, poeren, wanden en kolommen. - kolommen: doorrekenen over vloeren en wanden. - de genoemde wapeningshoeveelheden doorrekenen over vloeren wandsparingen. Voor het bepalen van de wapeningsgewichten zijn de theoretische staafgewichten aangehouden. Indicatie wapeningshoeveelheden (incl. 5% verankeringslengten en excl. knipverlies en hulpstaal): - funderingsbalken: 125 kg/m3. - funderingspoeren: 150 kg/m3.


43



21.40.10-a

WAPENINGSWERK, BETONSTAAL (vervolg) - keerwanden: 150 kg/m3. - putten: 80 kg/m3. - kernwanden: 140 kg/m3. - wapening systeemvloeren en overige prefab onderdelen volgens opgave fabrikant. Toebehoren: - dekkingsblok. 6. BUIGSTATEN Door de aannemer te vervaardigen buigstaten. Van al het wapeningswerk van in het werk gestort gewapende beton. .01 CONSTRUCTIE De wapening ten behoeve van in het werk gestorte gewapende beton.

21.50

IN HET WERK GESTORT BETON

21.50.10-a

IN HET WERK GESTORT BETON, BETONMORTEL 0. IN HET WERK GESTORT BETON Toleranties betonoppervlakken (NEN 6722-02): klasse A. 1. BETONMORTEL (NEN 8005-08) Sterkteklasse: volgens tekening constructeur. Milieuklasse: volgens tekening constructeur. Beton gewapend. Bindmiddel: cement CEM III/B. Toeslagmateriaal: - overeenkomstig CUR-Aanbeveling 89. - grof toeslagmateriaal (V/V): 80% grind + 20% betongranulaat. Grootste korrelafmeting (mm): 31,5. Te verstrekken gegevens: - van de cement een bewijs van oorsprong. .01 CONSTRUCTIE Het beton t.b.v.: - funderingsbalken- en poeren. - liftputten. - trafoput. - keerwanden. - kernwanden. - druklagen kanaalplaatvloeren. - In het werk te storten vloerstroken op de verdiepingen . - in het werk te storten knopen tussen prefab elementen. - de druklaag op de balken van de bel-etage. - druklaag bekistingsplaatvloeren. .02 CONSTRUCTIE Het overige beton t.b.v niet nader omschreven c.q. aangegeven constructie onderdelen zoals opstorten etc..

21.50.10-b

IN HET WERK GESTORT BETON, BETONMORTEL 0. IN HET WERK GESTORT BETON Toleranties betonoppervlakken (NEN 6722-02): klasse C. 1. BETONMORTEL (NEN 8005-08) Sterkteklasse: C35/45. Milieuklasse: XC1. Beton gewapend. Bindmiddel: cement CEM III/B. Toeslagmateriaal: - overeenkomstig CUR-Aanbeveling 89.


44



21.50.10-b

IN HET WERK GESTORT BETON, BETONMORTEL (vervolg) - grof toeslagmateriaal (V/V): 80% grind + 20% betongranulaat. Hulpstof in overleg met de directie. Te verstrekken gegevens: - van de cement een bewijs van oorsprong. .01 CONSTRUCTIE Het beton t.b.v.: - vulling stalen buiskolommen.

21.51

IN HET WERK GESTORT BETON, MONOLITISCH AFGEWERKT

21.51.10-a

IN HET WERK GESTORT BETON, MONOLITISCH AFGEWERKT, BETONMORTEL 0. IN HET WERK GESTORT BETON, MONOL. AFG. (NEN 2743-03) Draagvloer: isolatiepakket. Vloerdikte (mm): volgens tekening. Plaats wapening: volgens werktekening constructeur. Slijtvastheidsklasse: II. Instrooimateriaal (kg/m2): volgens opgave architect en conform tabel D1. Vlakheidsklasse (NEN 2747-01): 2. Nabehandeling volgens voorstel aannemer. Vloer niet eerder belasten dan na (dagen): 7. 1. BETONMORTEL (NEN 8005-08) Sterkteklasse: C28/35. Milieuklasse: volgens tekening constructeur. Beton gewapend. Toeslagmateriaal: - overeenkomstig CUR-Aanbeveling 89. - fijn toeslagmateriaal in overleg met de directie. - grof toeslagmateriaal (V/V): 80% grind + 20% betongranulaat. Te verstrekken gegevens: - van de cement een bewijs van oorsprong. 4. STORTPLAN Te verstrekken door de aannemer. Het moet de volgende gegevens bevatten: - stortvolgorde. - tijdschema. - de plaats van de stortvoegen. .01 VRIJDRAGENDE VLOER, BINNEN De monolitisch afgewerkte druklaag op de begane grondvloer en de vloer van de bel-etage.

21.71

NABEHANDELING

21.71.10-a

NABEHANDELING BETONOPPERVLAK 0. NABEHANDELING BETONOPPERVLAK (NEN 6722-02) Nabehandeling en bescherming overeenkomstig bijlage B - volgens voorstel aannemer. Nabehandelingsduur overeenkomstig tabel B1. Ter voorkoming van plastische krimp, zoals genoemd in NEN 6722, dient de aannemer de nabehandeling af te stemmen op het gebruikte betonmengsel, ongeacht aanwezige dilataties en/of krimpwapening. .01 CONSTRUCTIE De nabehandeling van in het werk gestorte betonconstructies.


45



21.71.20-a

AFWERKING CONUSGATEN 0. AFWERKING CONUSGATEN Gevuld met mortel: vlak met betonoppervlak. Ter plaatse van waterdichte betonconstructies dienen de conusgaten waterdicht gevuld te worden. .01 CONSTRUCTIE Alle in het werk gestorte gewapende betonconstructies.

21.82

ANKERS EN BEVESTIGINGSMIDDELEN

21.82.11-a

STEKEIND 0. STEKEIND Type stekeind/draadeind. Oppervlaktebehandeling: thermisch verzinkt overeenkomstig NEN-EN-ISO 1461-99. Gaten: - maken met een hamerboor. - winddroog, vet- en stofvrij maken. - diameter, inboordiepte en randafstanden volgens tekening. 9. LIJMSOORT Fabrikant: Edilon. Type: DEX-R 2K. .01 CONSTRUCTIE - voor het inlijmen van stekeinden ten behoeve van aan te storten constructie onderdelen. - voor bevestiging van bouwkundige onderdelen en installatiedelen.

21.82.11-b

STEKEIND 0. STEKEIND Type draadeind. Diameter (mm): volgens opgave leverancier. Kwaliteit: 4.6 en/of 8.8, afhankelijk berekening leverancier. Bij ankers 8.8 verankeringsplaten toepassen. Lengte (mm): volgens opgave leverancier staalconstructie. Oppervlaktebehandeling: thermisch verzinkt overeenkomstig NEN-EN-ISO 1461-99. Toebehoren: - montage-hulpstuk. .01 KOLOM De draadeinden ten behoeve van kolommen staalconstructie.

21.82.12-a

STEKANKER 0. STEKANKER Fabrikaat: ter goedkeuring van de directie. Type: stekanker(s). Materiaal: wapeningsstaal FeB500. Diameter (mm): volgens berekening leverancier. Lengte (mm): volgens berekening leverancier. Oppervlaktebehandeling: thermisch verzinkt overeenkomstig NEN-EN-ISO 1461-99. Toebehoren: - kunststof afsluitdop. - kunststof flensplaat. - spijkerplaat. .01 CONSTRUCTIE Alle stekankers t.b.v. verankering prefab elementen zoals gevel elementen en kolommen, aan fundering c.q. in het werk gestorte onderdelen.


46



21.82.12-b

STEKANKER 0. STEKANKER Fabrikaat: ter goedkeuring van de directie. Type: stekkenbak. Diameter (mm): volgens uitwerking aannemer. Lengte (mm): volgens uitwerking aannemer. Vorm in uitgebogen toestand: volgens uitwerking aannemer. .01 CONSTRUCTIE De stekkenbakken t.b.v. aansluitingen van onderdelen in beton.

21.84

OPLEGGINGEN

21.84.11-a

BOUWVILT 0. BOUWVILT Fabrikaat: Mavotrans. Type: gbb. Dikte (mm): volgens voorstel aannemer. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen. .01 GLIJVILT Het glijvilt ten behoeve van opleggingen ter plaatse van dilataties.

21.85

DOORVOERINGEN EN SPARINGEN

21.85.12-a

LEIDINGDOORVOERHULPSTUK, MONTAGE DOORVOERHULPSTUK 0. LEIDINGDOORVOERHULPSTUK Materiaal: volgens opgave installateur. Vorm: volgens opgave adviseur of installateur electrotechniek resp. nutsbedrijven. Afmetingen (mm): : volgens opgave adviseur of installateur electrotechniek resp. nutsbedrijven. Toebehoren: - afdichtingen. 1. MONTAGE DOORVOERHULPSTUK Montagewijze: - in overleg met directie. .01 LEIDINGDOORVOERHULPSTUK Aanbrengen in betonconstructies voor doorvoer van installaties en voorzieningen nutsbedrijven, conform bouwkundige voorzienigenstaat.

21.86

VOCHTKERINGEN

21.86.23-a

BITUMINEUZE VOCHTKERINGSSTROOK 0. BITUMINEUZE VOCHTKERINGSSTROOK Bevestiging: branden. Strooklengte (mm): 1000. Overlap (mm): 200. Aanbrengen: tegen binnenspouwblad vanaf 50mm boven peil tot minimaal 15mm verticaal over de voorkant van de funderingsbalk, een en ander volgens NPR 2652. 4. BITUMINEUZE FOLIE Materiaal: APP-gemodificeerd gebitumineerde polyestermat MEC, 460 P 14. Toebehoren: - voorsmeermiddel van bitumen primer. .01 BUITENWAND De bitumineuze vochtkeringsstroken ter plaatse van de betonkimmen onder maaiveldniveau en de verticale voegen bij de steunberen op as A.


47



22

METSELWERK

22.00

ALGEMEEN

22.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90. VAN TOEPASSING ZIJNDE VERWERKINGSADVIEZEN Van toepassing op de in dit hoofdstuk vermelde werkzaamheden zijn de verwerkingsadviezen zoals aangegeven in de brochures uitgegeven door het Koninklijk Verbond van Nederlandse Baksteenfabrikanten te De Steeg. 91. AANVANG METSELWERKEN OP/TEGEN BETONWERKEN Met binnenmetselwerken en metselwerkenvullingen tussen betonkolommen en -balken mag pas worden aangevangen nadat het betonskelet op dezelfde verdieping ten minste 10 dagen oud is. 92. PAS- EN HULPSTUKKEN, GEZAAGDE STENEN Bij scherpe of stompe hoeken in schoon metselwerk, vormstenen gebruiken of de metselstenen op maat zagen, waarbij in het zicht blijvende zaagzijde niet zijn toegestaan. 93. AANZIEN VAN DE METSELWERKEN Alle schoon metselwerken dienen egaal van kleur, vrij van specieresten, smetten van speciewater, uitgelopen werk, overige verontreinigingen en vochtuitslag te worden opgeleverd. 94. LUCHTSPOUW De luchtspouwen van de spouwmuren mogen niet in open verbinding staan met de ruimte onder de begane grondvloer. 95. BEVESTIGINGSMIDDELEN De bevestigingsmiddelen dien aan het buitenklimaat worden blootgesteld, dienen te worden uitgevoerd in roestvast staal, kwaliteit AISI 316.

22.00.30

INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN 90. CERTIFICATEN EN SPECIFICATIEFORMULIEREN Een certificaat en/of specificatieformulier van de desbetreffende steen dient bij de opdrachtbevestiging te worden overlegd. Aan de levering van de steen dient een door de fabrikant ondertekend en door de aannemer aanvaard specificatieformulier (conform NEN-EN 771-1) ten grondslag te liggen.

22.00.50

BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN: ALGEMEEN 90. AANSLUITINGEN OP OVERIGE BOUWONDERDELEN Bij de metselwerken rekenen op het leveren en aanbrengen van alle benodigde steenwolstroken, airex band, PUR-schuim e.d. ter plaatse van aansluitingen op overige bouwen/of installatieonderdelen. De uitvoering afstemmen op de aan de muur gestelde eisen zoals geluiddichtheid en/of brandwerendheid.

22.31

BAKSTEEN MET MORTEL

22.31.12-a

METSELWERK MET MORTEL, BAKSTEEN METSELSTEEN 0. SCHOON METSELWERK, METSELVERBAND Metselverband: wild. Uitvoering: direct doorgestreken. Lagen- en koppenmaat: volgend uit tekening. Voegtype: 3mm verdiept, verdichten middels Pointmaster. Oppervlaktegroep schoon-werkzijde(n) overeenkomstig STABU Standaard, hfst. 22, bijlage A: 1.


48



22.31.12-a

METSELWERK MET MORTEL, BAKSTEEN METSELSTEEN (vervolg) Proefvlak metselwerk, 2x2m2, verdeeld over 2 proefvlakken per mortelkleur. Metselwerk moet zijn aangebracht door een bedrijf dat het KOMO-procescertificaat voert overeenkomstig BRL 2826+w08. De opslag en verwerkingsvoorschriften van de fabrikant/leverancier van de stenen dient mede in acht te worden genomen. 1. BAKSTEEN METSELSTEEN (BRL 1007+w08) Fabrikaat: Wienerberger, Kirhkimmen. Type: strengpers. Uitvoering: vol. Genormaliseerde druksterkte (N/mm2): > 10. Bruto volumieke massa (kg/m3): 1.900. - tolerantie: D1. Kleur: oranje speciaal. Oppervlak: wasserstrich. Afmetingen (lxbxh) (mm): 210x100x50. Maattolerantie (categorie): T1. Maatspreiding (categorie): R1. Initiële wateropzuiging (kg/(m2.min)): 0,5 - 1,5. Wateropneming (% m/m): 8. Gehalte actief oplosbare zouten (categorie): S 2. Vorstbestandheid (klasse): F2/C. Bakstenen leveren onder KOMO-productcertificaat. 4. CEMENTGEBONDEN METSELMORTEL (BRL 1905-05) Leverancier: Beamix. Type: Doorstrijkmortel 341. Kleur: 2735 of 2774 (defintieve keuze na beoordeling proefvlak zie ook 0.) Metselmortel leveren onder KOMO-productcertificaat. .01 BUITENWAND De gevelmetselwerken.

22.32

KALKZANDSTEEN MET MORTEL

22.32.11-b

METSELWERK MET MORTEL, KALKZANDSTEEN METSELSTEEN 0. SCHOON METSELWERK, METSELVERBAND Metselverband: halfsteens. Lagen- en koppenmaat: wordt in overleg met de directie op het werk bepaald. Metselmortel uitgekrabd, vorm voegruimte vierkant. Oppervlaktegroep schoon-werkzijde(n) overeenkomstig STABU Standaard, hfst. 22, bijlage A: 1. Niet dragende binnenmuren (ook boven verlaagde plafond) opmetselen tot 20 mm beneden de bovenliggende vloer of balk en middels veerankers verankeren, deze voeg afdichten met PUR-schuim of dergelijke. Ter plaatse van brandwerende scheidingen de voornoemde voegen dichten in een brandvertragende uitvoering ter goedkeuring van de directie. Metselwerk moet zijn aangebracht door een bedrijf dat het KOMO-procescertificaat voert overeenkomstig BRL 2826+w08. 1. KALKZANDSTEEN METSELSTEEN (BRL 1004+w04) Fabrikaat: Xella Nederland B.V. Type: Silka metselsteen. Kwaliteit: CS 16. Afmetingen: waalformaat. Uitvoering: speciaal. Kalkzandstenen leveren onder KOMO-productcertificaat.


49



22.32.11-b

METSELWERK MET MORTEL, KALKZANDSTEEN METSELSTEEN (vervolg) 4. METSELMORTEL KALKZANDSTEEN (NEN 3836-78) Mortelsamenstelling overeenkomstig bijlage B, tabel 6. .01 BINNENWAND De schoon metselwerk binnenwanden van kalkzandsteen.

22.33

BETONSTEEN MET MORTEL

22.33.12-a

METSELWERK MET MORTEL, BETON METSELSTEEN 0. SCHOON METSELWERK, METSELVERBAND Metselverband: halfsteens. Toepassing: enkelzijdig schoonmetselwerk. Lagen- en koppenmaat: in overleg, te bepalen door de directie. Uitkrabdiepte (mm): 15. Oppervlaktegroep schoon-werkzijde(n) overeenkomstig STABU Standaard, hfst. 22, bijlage A: 1. Proefvlak metselwerk, 2 stuks van 1 m², per kleur metselwerk, verdeeld over meerdere proefvlakken. Metselwerk moet zijn aangebracht door een bedrijf dat het KOMO-procescertificaat voert overeenkomstig BRL 2826+w08. 1. METSELSTENEN BETONSTEEN (BRL 2340+w08) Fabrikaat: MBI. Type: MBI gevelsteen geocolor. Productcode: EBGM565. Textuur: gewassen. Toepassingsklasse: III. Genormaliseerde druksterkte (klasse): f20. Netto droge volumieke massa (kg/m3): 2060. Afmetingen (lxbxh) (mm): 210x100x83. Maattolerantie (categorie): D2. Kleur: grijs. Capillaire waterabsorptie (gr/m2.sec): 8. Vorstbestendig. Betonstenen leveren onder KOMO-attest-met-productcertificaat. 4. METSELMORTEL (BRL 1905+w08) Type: II. - kwaliteit: M 7,5. Bindmiddel: - hoogovencement: CEM III/B 42,5 LH HS. Metselmortels leveren onder KOMO productcertificaat. .01 BINNENWAND De wanden in de parkeergarage en technische ruimten begane grond.

22.42

KALKZANDSTEEN, GELIJMD

22.42.10-b

GELIJMD METSELWERK, KALKZANDSTEEN LIJMBLOK/-ELEMENT 0. GELIJMD METSELWERK, KALKZANDSTEEN Oppervlaktegroep overeenkomstig STABU Standaard, hfst. 22, bijlage A: 5. Lijmwerk moet zijn aangebracht door een bedrijf dat het KOMO-procescertificaat voert overeenkomstig BRL 2826+w08. 1. KALKZANDSTEEN LIJMBLOK (BRL 1004+w04) Fabrikaat: Xella Nederland B.V. Type: Silka lijmblok. Kwaliteit: - gewoon. Afmetingen (mm): afgestemd op de op tekening aangegeven wanddikten.


50



22.42.10-b

GELIJMD METSELWERK, KALKZANDSTEEN LIJMBLOK/-ELEMENT (vervolg) Toebehoren: - kimblok, hoogte (mm): afgestemd op situatie(s); - ankers: lijmspouwankers, lijmwandankers, lijmwandankers dilaterend, een en ander afgestemd op de situatie. Kalkzandsteen lijmblokken leveren onder KOMO-productcertificaat. 4. LIJMMORTEL VOOR KALKZANDSTEEN (BRL 1005+w04) Leverancier: Xella Nederland B.V. Type: Silkafix lijmmortel. Lijmmortel leveren onder KOMO-productcertificaat. .01 BINNENWAND De binnenwanden van kalkzandsteen.

22.60

VOORZIENINGEN IN METSELWERK

22.60.20-a

DILATATIE 0. DILATATIE Voor zover dilatatievoegen en/of knipvoegen niet of niet volledig op tekening zijn aangegeven, moeten deze nader door de aannemer worden bepaald in overleg met de directie, constructeur en de fabrikant van de stenen en dienen zonder verrekening in de metselwerken te worden opgenomen, geheel compleet met alle daarvoor benodigde materialen. De ankers eenzijdig glijdend in de dilatatievoegen, van gegalvaniseerd rondstaal, diameter 6mm, eenzijdig omwikkeld met p.v.c.-folie; de ankers h.o.h. ca. 500mm. Uitvoering voegen: open (zonder kit) .01 BUITENWAND De dilatatie-, knipvoegen e.d. in de binnen- en buitenspouwbladen. .02 BINNENWAND De dilatatievoegen in de binnenwanden.

22.60.30-a

OPEN VOEG 0. OPEN VOEG Open stootvoegen voor ventilatie van spouwmuren, h.o.h. ca. 660mm. .01 BUITENWAND De open stootvoegen opnemen in de buitenspouwbladen van de gevelmetselwerken: - boven het maaiveld; - onder waterslagen; - boven lateien; - onder dakranden en overige spouw afsluitende onderdelen. .02 BUITENWAND De open stootvoegen onder het maaiveld in de eerste laag op de funderingsconstructie ten behoeve van de ontwatering van de spouwen.


51



VOEGWERK

22.72.10-a

VOEGWERK 0. VOEGWERK (BRL 2826+w08) Het metselwerk moet voor het voegen met schoon water zijn gereinigd. Voeghardheidsklasse: VH25. Voegtype: glad verdiept. Proefvlak voegwerk, 2 stuks van 1 m², per kleur metselwerk, verdeeld over meerdere proefvlakken. Overeenkomstig een in het werk op te zetten proefvlak, afmetingen (m2): 1,0. Voegwerk moet zijn aangebracht door een bedrijf dat het KOMO-procescertificaat voert. Zand en cement voor voegspecie moeten minstens per onderdeel in één partij worden aangevoerd. 4. VOEGMORTEL Samenstelling in volumedelen, 1 cement, 0,5 kalk en 4 zand waarbij de definitieve samenstelling van de voegspecie door de directie zal worden bepaald aan de hand van de monsters. Cement: - portlandvliegascement, CEM II/A-V. Kleur: volgens kleurenen materialenstaat. Zand: fijn zand. Hulpstoffen (NEN 3532): niet toegestaan. .01 BINNENWAND Het voegwerk van de schoonwerk metselwerken in kalkzandsteen en MBI steen.

22.81

WAPENING

22.81.20-a

LINTVOEGWAPENING 0. METSELWERK WAPENINGSELEMENT, METAAL (BRL 2120+w06) Fabrikaat: N.V. Bekaert. Type: Murfor RND/S. Breedte (mm): afgestemd op de muurdikte. Geprefabriceerde metselwerkwapening leveren onder KOMO-attest-met-productcertificaat. .01 BUITENWAND, BUITENSPOUWBLAD De wapeningselementen ter plaatse van spanningsconcentraties bij muurdoorbrekingen, onder puntlasten e.d., een en ander op aanwijzing van de directie, constructeur en/of steenfabrikant/leverancier. .02 BINNENWAND De wapeningselementen ter plaatse van spanningsconcentraties bij muurdoorbrekingen, onder puntlasten e.d., een en ander op aanwijzing van de directie, constructeur en/of steenfabrikant/leverancier.

22.82

VERANKERINGEN EN OPVANGCONSTRUCTIES

22.82.10-a

METSELWERKONDERSTEUNINGSELEMENT 0. METSELWERKONDERSTEUNINGSELEMENT Fabrikaat: Halfen B.V. Type: console-anker met doorgaand hoeklijn. Typenummer: volgens tekening van de constructeur. Materiaal: roestvast staal, AISI 316. Oppervlaktebehandeling: 2-laags epoxy/polyesterpoedercoating, laagdikte 120 micrometer, (RAL-)kleur volgens kleurenen materialenstaat. Toebehoren:


52



22.82.10-a

METSELWERKONDERSTEUNINGSELEMENT (vervolg) - bevestigingsmiddelen, volgens voorschriften fabrikant; - rollaagverankeringsbeugels. .01 BUITENWAND De metselwerkondersteuningselementen.

22.82.21-a

SPOUWANKER 0. SPOUWANKER Type: - metselanker c.q. booranker bij spouwbladen van beton. - met hol. - materiaal: corrosievast staal AISI 316. Diameter (mm): 6, tenzij anders volgens berekening benodigd is. Lengte (mm): afgestemd op spouwafmeting. Aantal per m²: volgens berekening te bepalen, echter met een minimum van: - 6 stuks per m²; - 4 stuks per isolatieplaat, hele c.q. passtuk. Toebehoren: - isolatie aandrukschotels: kunststof; - speciale bevestigingsplug: bij betonnen binnenspouwbladen. .01 BUITENWAND, SPOUWMUUR De spouwankers in spouwmuren buiten en/of met buitenlucht in aanraking komend.

22.83

ISOLATIE

22.83.11-a

ISOLATIEWERK, ISOLATIEPLATEN, MINERALE WOLPLAAT 0. VERWERKING SPOUWISOLATIEPLATEN Mechanisch bevestigd met spouwankers. - bevestigingspunten (st./plaat): 4. - patroon: platen horizontaal verwerkt, verticale naden verspringend. Uitwendige hoeken: hoekankers toepassen, minimaal 2 per plaat of pasplaat. 1. MINERALE WOLPLAAT (NEN-EN 13162+c06) Fabrikaat: Rockwool. Type: 433 plus. Materiaal: MW, minerale wol. Dikte (mm): afgestemd op een Rc=3,5 m²K/W. Cachering: dampopen aluminium folie. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen: kunststof isolatie aandrukschotels geschikt voor bevestiging aan de spouwankers; - bij natuurstenen en metalen gevelbekleding een waterdichte dampopen UV-bestendige zwarte folie aangebracht, incl. over de hsb elementen, Ubbink Tyvek Fassade 2005B, µd >= 200m. Platen van minerale wol leveren onder KOMO certificaat met KOMO-keurmerk. .01 BUITENWAND, SPOUW De steenwolisolatie in alle spouwen achter gemetselde buitenspouwbladen. .02 BUITENWAND De steenwolisolatie in alle spouwen achter de natuurstenen en geperforeerde metalen bekledingen (voorzien van zwarte folie).


53



22.83.13-a

ISOLATIEWERK, ISOLATIEPLATEN, HARD KUNSTSTOFSCHUIM PLAAT 0. VERWERKING SPOUWISOLATIEPLATEN Mechanisch bevestigd met spouwankers. - bevestigingspunten (st./plaat): 4. - patroon: platen horizontaal verwerkt, verticale naden verspringend. 1. GE-EXTRUDEERDE PS KELDERWANDPLAAT (BRL 1301+w06) Fabrikaat: Dow Benelux BV. Type: ROOFMATE SL. Materiaal: (H)CFK-vrij geproduceerd blauw geëxtrudeerd polystyreen hardschuim. Dikte (mm): - afgestemd op een Rc=3,5m²K/W; - volledige spouwvulling conform details t.p.v. natuursteenbekledingen. Breedte x lengte (mm): 600 x 1.250. Randafwerking: sponning rondom. Vlamuitbreidingsklasse: 2. Vlamoverslagklasse: 1. Toebehoren: - lijm: oplosmiddelvrije Plastikol UDM 2S. XPS-schuimplaten leveren met schriftelijk bewijs dat de platen (H)CFK-vrij zijn geproduceerd. Geëxtrudeerd polystyreen hardschuimplaten leveren onder KOMO-attest-met-productcertificaat. .01 BUITENWAND, SPOUW De hardschuimisolatie ter plaatse van het maaiveld niveau achter de natuurstenen bekledingen.


54



23

VOORAF VERVAARDIGDE STEENACHTIGE ELEMENTEN

23.00

ALGEMEEN

23.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90. BEPALINGEN De bepalingen van hoofdstuk 21 zijn, voor zover niet anders vermeld eveneens van toepassing voor dit hoofdstuk. 91. SPARINGEN Zonder toestemming van de directie mogen in elementen achteraf geen sparingen worden aangebracht of opgehakt en tevens geen gaten worden geboord. 92. EISEN: AANVULLEND Versterkte stroken of balken toepassen bij; - die plaatsen waar de toelaatbare belasting wordt overschreden; - die plaatsen waar dit constructief noodzakelijk is. Bijvoorbeeld door het aanwezig zijn van; - ravelingen. - doorbrekingen. - muren. - andere extra belastingen. Deze stroken inclusief passtroken of balken voortkomend uit de plaatindeling en extra voorzieningen worden geacht tot de desbetreffende systemen te behoren en dienen door de leverancier uitgewerkt te worden. 93. DOKEN EN VERBINDINGEN Alle doken en verbindingen van prefab elementen zoals wanden, kolommen en balken onderling, alsmede de verbindingen met de fundering, de vloeren en het dak behoren tot het prefab systeem. De detailberekeningen en de uitwerking hiervan behoren tot de verantwoordelijkheid van de aannemer. 94. COÖRDINATIE De aannemer is verantwoordelijk voor de onderlinge afstemming en coördinatie van alle prefab onderdelen en systemen. 95. COÖRDINEREN CONSTRUCTEUR Conform BIAB en Compendium Aanpak Constructieve Veiligheid dient de aannemer een coördinerend constructeur aan te wijzen die de constructieve samenhang bewaakt tussen de deelleveranties. Deze coördinerend constructeur is verantwoordelijk voor het coördineren van de raakvlakken van de diverse constructie-onderdelen wat betreft vorm en techniek van de onderaannemers en leveranciers (zowel beton, prefab als staal).

23.00.40

RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN 90. KOSTEN M.B.T. WIJZIGINGEN Alle kosten m.b.t. extra constructies c.q. wijzigingen aan constructies, inclusief alle kosten van wijzigingen van tekeningen, berekeningen en andere werkzaamheden door de constructeur, ten gevolge van voorstellen van de aannemer c.q. het in gebreke blijven van de aannemer zoals maatafwijkingen, te geringe kubusdruksterkte e.d. , zijn voor rekening van de aannemer.

23.00.70

MEET- EN VERREKENMETHODEN: ALGEMEEN 90. PROCEDURE TEKENINGEN EN BEREKENINGEN DOOR AANNEMER De benodigde werktekeningen en berekeningen (werken detailberekeningen, inclusief berekeningen van de stabiliteitsvoorzieningen, verbindingen en secundaire


55


23.00.70


MEET- EN VERREKENMETHODEN: ALGEMEEN (vervolg) constructie onderdelen) van alle in dit hoofdstuk omschreven betononderdelen worden door en voor rekening van de aannemer gemaakt. De schijfwerking van alle in dit hoofdstuk omschreven vloeren, inclusief alle benodigde voorzieningen zoals hamerkopsparingen, trekbanden in de vorm van wapening of strippen, koppel- en voegwapening en wat verder nodig conform berekeningen, worden door en voor rekening van de aannemer gemaakt. De berekeningen dienen conform de in dit bestek genoemde constructieve normen (TGB 1990) te worden uitgevoerd. Kanaalplaatvloeren aanvullend: Bij midden opleggingen van kanaalplaatvloeren dient de druklaag wapening tevens berekend te worden op een inklemmingsmoment dat kan ontstaan. De te rekenen belasting wordt bepaald door de rustende belasting (exclusief eigen gewicht) en de veranderlijke belasting. Kanaalplaatvloeren desgewenst uit te voeren met een verlengde overspanning. De aannemer legt deze berekeningen en tekeningen ter controle voor aan de directie. Na verwerking van eventuele opmerkingen van de directie dient de directie de berekeningen en tekeningen ter goedkeuring in bij de gemeentelijke dienst Bouw- en Woningtoezicht. Na goedkeuring van voormelde instantie zendt de aannemer de tekeningen en berekeningen toe aan de fabrikant/leverancier, welke aansluitend daarop voormelde onderdelen in productie neemt en/of tot levering en/of montage overgaat, op basis van de goedgekeurde tekeningen en berekeningen. Routingschema productie prefab beton tekeningen in stappen: 1 Basis: Bouwkundige werktekeningen en constructieve bestektekeningen. 2. Werktekeningen betonfabriek als voorlopig, ter controle. 3. Controle door architect op maatvoering, controle door constructeur op constructie, controle installateur op installatie technische sparingen en in te storten voorzieningen. 4. Indienen bij BoWoTo ter goedkeuring. 5. Werktekeningen betonfabriek definitief.

23.19

REKEN- EN TEKENWERK

23.19.10-a

REKEN- EN TEKENWERK 5. TEKENING VOORAF VERVAARDIGDE STEENACHTIGE ELEMENTEN Door de aannemer te vervaardigen tekeningen. Van alle vooraf vervaardigde steenachtige elementen. Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - de vorm van het element met maatvoering. - de wapening van het element. - de aansluitdetails. - de sparingen en doorvoeren. - maatvoering en wapening passtroken. - de bevestigings- en verankeringsmiddelen. - de voorzieningen ten behoeve van installaties. - transporten hijsvoorzieningen. - overzicht tekeningen.


56



23.19.10-a

REKEN- EN TEKENWERK (vervolg) - stekkenplannen. 6. STATISCHE BEREKENING BETONCONSTRUCTIE (NEN 6720+c05) Door de aannemer te vervaardigen met de volgende uitgangspunten: - berekeningsgrondslagen volgens hoofdberekening(en) en tekeningen van de constructeur. De aannemer vervaardigt tevens berekeningen van: - in het werk gestorte druklagen van bekistingplaatvloeren. - passtroken. - verzwaarde stroken. - bevestigingsmiddelen, ook t.b.v. de krachten vanuit staalconstructies in aansluiting op het prefab. - transporten hijsvoorzieningen. - bepalen brandwerendheid met betrekking tot bezwijken overeenkomstig NEN 6071-01. 7. MONTAGEPLAN STEENACHTIGE ELEMENTEN Door de aannemer te verstrekken montageplan. - volgorde van montage en methode van aangieten en ondersabelen. - onderstempelingsplan. - bijzondere situaties tijdens de uitvoering ten opzichte van de eindsituatie, zoals enkelvelds vloervelden welke als meervelds-vloervelden ontworpen zijn. - berekening ten behoeve van montageplan .01 GEBOUW Ten behoeve van alle vooraf vervaardigde steenachtige elementen.

23.30

CONSTRUCTIEVE ELEMENTEN

23.30.41-a

BETONNEN KOLOM 0. BETONNEN KOLOM Fabrikaat: ter goedkeuring van de directie. Type: volgens tekening. Vorm: volgens tekening architect en constructeur. Afmetingen (mm): volgens tekening. Sterkteklasse (NEN 8005-08): - C45/55. - C53/65. Milieuklasse (NEN 8005-08): volgens tekening. Brandwerendheid (min.): 90. Grof toeslagmateriaal: 80% grind + 20%betongranulaat Wapening (NEN 6008-08): opgave leverancier. Oppervlak stortzijde (NEN 6722-02): klasse A. Beoordelingswijze oppervlak (NEN 6722-02): op basis van visuele waarneming. Toebehoren: - verbindingsmiddelen. - ankers. - oplegvoorziening. - transportvoorziening. - montagevoorziening. 4. RUWBOUW STELWERK STEENACHTIGE ELEMENTEN Ondersabeling met gietmortel. Bevestiging volgens uitwerking fabrikant. .01 KOLOM De kolommen zoals aangegeven op tekening.


57



23.30.51-a

BETONNEN BALK 0. BETONNEN BALK Fabrikaat: ter goedkeuring van de directie. Vorm volgens tekening. Afmetingen (mm): volgens tekening. Sterkteklasse (NEN 8005-08): min. C35/45. Milieuklasse (NEN 8005-08): volgens tekening. Brandwerendheid (min.): 90. Grof toeslagmateriaal 80% grind + 20%betongranulaat Wapening (NEN 6008-08): volgens berekening fabrikant. Oppervlak stortzijde (NEN 6722-02): klasse A. Oppervlak ontkiste zijde (NEN 6722-02): klasse - volgens kleurenen materialenstaat. Beoordelingswijze oppervlak (NEN 6722-02): op basis van visuele waarneming. Toebehoren: - verbindingsmiddelen. - ankers. - oplegvoorziening. - transportvoorziening. - montagevoorziening. .01 LIGGER De balken zoals aangegeven op tekening. .02 LIGGER De prefab balken met borstwering zoals aangegeven op tekening.

23.30.51-b

BETONNEN BALK 0. BETONNEN BALK Fabrikaat: ter goedkeuring van de directie. Vorm volgens tekening. Afmetingen (mm): volgens tekening. Sterkteklasse (NEN 8005-08): min. C35/45. Milieuklasse (NEN 8005-08): volgens tekening. Brandwerendheid (min.): 90. Grof toeslagmateriaal: 80% grind + 20%betongranulaat Voorspanwapening: volgens berekening fabrikant. Oppervlak stortzijde (NEN 6722-02): klasse A. Oppervlak ontkiste zijde (NEN 6722-02): klasse - volgens kleurenen materialenstaat. Beoordelingswijze oppervlak (NEN 6722-02): op basis van visuele waarneming. Toebehoren: - verbindingsmiddelen. - ankers. - oplegvoorziening. - transportvoorziening. - montagevoorziening. .01 LIGGER De voorgespannen balken zoals aangegeven op tekening.

23.30.52-c

BETONNEN LATEI 0. BETONNEN LATEI Type: voorgespannen betonlatei, vuilwerk. Samenwerkend. Vorm: zoals op tekening staat aangegeven. Afmetingen (mm): door berekening te bepalen en zoals in principe op tekening is aangegeven. Sterkteklasse: minimaal C35/45. Milieuklasse: XC1. Bindmiddel, cement: volgens opgave fabrikant. Voorspanwapening: volgens opgave fabrikant. Oppervlak stortzijde (NEN 6722-02): klasse C. Oppervlak ontkiste zijde (NEN 6722-02): klasse C. Beoordelingswijze oppervlak (NEN 6722-02): op basis van visuele waarneming.


58


23.30.52-c


BETONNEN LATEI (vervolg) Toebehoren: - verbindingsmiddelen: in overleg met de constructeur te bepalen; - ankers; - oplegvoorziening; - montagevoorziening. De betonnen lateien leveren onder KOMO-certificaat met KOMO-keurmerk. 4. RUWBOUW STELWERK STEENACHTIGE ELEMENTEN Bevestiging: opgelegd in specie. .01 LATEI De lateien in de binnenwanden van vuil metselwerk.

23.30.52-d

BETONNEN LATEI 0. BETONNEN LATEI Type: voorgespannen betonlatei, schoonwerk. Zelfdragend. Vorm: zoals op tekening staat aangegeven. Afmetingen (mm): door berekening te bepalen en zoals in principe op tekening is aangegeven; de hoogte afstemmen op de lagenmaat van het betreffende metselwerk. Sterkteklasse: minimaal C35/45. Milieuklasse: XC1. Bindmiddel, cement: volgens opgave fabrikant. Voorspanwapening: volgens opgave fabrikant. Oppervlak stortzijde (NEN 6722-02): klasse C. Oppervlak ontkiste zijde (NEN 6722-02): klasse A. Beoordelingswijze oppervlak (NEN 6722-02): op basis van visuele waarneming. Toebehoren: - verbindingsmiddelen: in overleg met de constructeur te bepalen; - ankers; - oplegvoorziening; - montagevoorziening. De betonnen lateien leveren onder KOMO-certificaat met KOMO-keurmerk. 4. RUWBOUW STELWERK STEENACHTIGE ELEMENTEN Bevestiging: opgelegd in specie, voor zover geen glijvilt behoeft te worden toegepast. .01 LATEI De lateien in de binnenwanden van schoon metselwerk.

23.41

NIET-VRIJDRAGENDE VLOERELEMENTEN

23.41.11-a

NIET-VRIJDRAGENDE BETONNEN VLOERPLAAT 0. NIET-VRIJDRAGENDE BETONNEN VLOERPLAAT Fabrikaat: ter goedkeuring van de directie. Type: stootplaat. Afmeting: zoals aangegeven op tekening. Sterkteklasse (NEN 8005-08): min. C35/45. Milieuklasse (NEN 8005-08): XF2. Wapening (NEN 6008-08): B500B. Toleranties betonoppervlak bovenzijde (NEN 6722-02) (klasse): A. Grof toeslagmateriaal (V/V): 80% grind + 20% betongranulaat. .01 BUITENVLOER OP ZAND De stootplaten onder de bestrating ter plaatse en over de volle breedte en aan beide zijden van de toegangspoort parkeergarage en onderaan de hellingbaan.


59



VRIJDRAGENDE VLOERELEMENTEN

23.42.11-a

BETONNEN PLAATVLOER 0. BETONNEN PLAATVLOER (BRL 0203+w08) Fabrikaat: ter goedkeuring van de directie. Type: ongeïsoleerde kanaalplaatvloer. Afmetingen: - volgens tekening. Veiligheidsklasse: 3. Sterkteklasse: opgave leverancier. Milieuklasse: XC1. Wapening: vloer, trekbanden etc. opgave leverancier. Brandveiligheidseisen: 60 min. Hulpstukken: - pasplaat en stroken, inclusief wapening, volgens opgave leverancier. Toebehoren: - oplegvoorzieningen volgens opgave leverancier. - raveelvoorziening. - ankers. - transportvoorziening. - montagevoorziening. - hamerkopsparingen. - voegwapening. - trekbanden. - gewapende druklaag met kruisnet. - ontwateringsgaatjes. - beton ten behoeve van kelkvoegen. Plaatvloeren leveren onder KOMO-attest-met-productcertificaat. 5. WAPENINGSTEKENING Door de aannemer te vervaardigen tekeningen. Van de gewapende druklaag. De gewapende druklaag is inclusief stekken, koppelwapening, trekbanden etc. en onderdeel van de systeemvloer en behoort wat de uitwerking betreft, inclusief tekeningen en berekeningen, tot de verantwoordelijkheid van de aannemer. Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - plaats, ligging, soort en hoeveelheid wapening. - plaats, soort en vorm beugels. .01 BEGANEGRONDVLOER, BINNEN Zoals aangegeven op tekening. .02 VERDIEPINGVLOER, BINNEN Zoals aangegeven op tekening. .03 PLAT DAK Zoals aangegeven op tekening.

23.42.11-b

BETONNEN PLAATVLOER 0. BETONNEN PLAATVLOER (BRL 0203+w08) Fabrikaat: ter goedkeuring van de directie. Type en afmetingen volgens tekening architect. Veiligheidsklasse: 3. Sterkteklasse: min. C35/45. Milieuklasse: - binnen: XC1. - buiten: XC4, XD3, XS1, XF2. Kleurstof: 7% antraciet. Toebehoren: - oplegvoorziening. - ankers. - transportvoorziening. - montagevoorziening. Plaatvloeren leveren onder KOMO-attest-met-productcertificaat.


60



23.42.11-b BETONNEN PLAATVLOER (vervolg) .01 TRAPBORDES De bordessen op vloerniveau als tussenbordessen zoals aangegeven op tekening. 23.42.11-c

BETONNEN PLAATVLOER 0. BETONNEN PLAATVLOER (BRL 0203+w08) Fabrikaat: ter goedkeuring van de directie. Type: geïsoleerde kanaalplaatvloer met oplegnokken. Afmetingen: - volgens tekening. Veiligheidsklasse: 3. Sterkteklasse: opgave leverancier. Milieuklasse: XC2. Wapening vloer, trekbanden etc: opgave leverancier. Rc-waarde (m2.K/W): >= 4,0. Toeslagmateriaal: - grof toeslagmateriaal (V/V): 80% grind + 20%betongranulaat Brandveiligheidseisen: 90min. Hulpstukken: - pasplaat en stroken, inclusief wapening, volgens opgave leverancier. Toebehoren: - oplegvoorzieningen volgens opgave leverancier. - raveelvoorziening. - ankers. - transportvoorziening. - montagevoorziening. - hamerkopsparingen. - voegwapening. - gewapende druklaag met kruisnet. - ontwateringsgaatjes. - beton ten behoeve van kelkvoegen. Plaatvloeren leveren onder KOMO-attest-met-productcertificaat. 5. WAPENINGSTEKENING Door de aannemer te vervaardigen tekeningen. Van de gewapende druklaag. De gewapende druklaag is inclusief stekken, koppelwapening, trekbanden etc. en onderdeel van de systeemvloer en behoort wat de uitwerking betreft, inclusief tekeningen en berekeningen, tot de verantwoordelijkheid van de aannemer. Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - plaats, ligging, soort en hoeveelheid wapening. .01 BEGANEGRONDVLOER, BINNEN Zoals aangegeven op tekening.

23.42.41-a

BETONNEN BREEDPLAATVLOER 0. BETONNEN BREEDPLAATVLOER Fabrikaat: ter goedkeuring van de directie. Type: bekistingplaatvloer. Dikte (mm): schil volgens opgave leverancier. Nuttige hoogte van de in het werk gestorte betonlaag (mm): volgens tekening constructeur. Veiligheidsklasse: 3. Sterkteklasse (NEN 8005-08): min. C35/45. Milieuklasse (NEN 8005-08): XC1. Wapening schil en in het werk te storten druklaag volgens opgave leverancier. Koppel- en voegwapening vereist. Alle vloerranden te voorzien van haarspelden en 2 langsstaven. De leverancier verzorgt tevens de controle


61



23.42.41-a

BETONNEN BREEDPLAATVLOER (vervolg) berekening(en) op dwarskracht en pons. Toeslagmateriaal: - grof toeslagmateriaal (V/V): 80% grind + 20%betongranulaat Toebehoren: - oplegvoorziening. - raveelvoorziening. - ankers. - montagevoorziening. - passtroken en versterkte stroken, inclusief wapening, volgens opgave leverancier. .01 BEGANEGRONDVLOER, BINNEN Zoals aangegeven op tekening. .02 VERDIEPINGVLOER, BINNEN Zoals aangegeven op tekening. .03 VRIJDRAGENDE VLOER, BUITEN De hellingbaan zoals aangegeven op tekening.

23.43

DAKELEMENTEN

23.43.11-a

BETONNEN DAKPLAAT 0. BETONNEN DAKPLAAT (NEN-EN 13693-04) Fabrikaat: ter goedkeuring van de directie. Type: dakplaat. Dikte (mm): volgens tekening constructeur. Veiligheidsklasse (NEN 6702+a08): 3. Sterkteklasse (NEN 8005-08): C25/35. Milieuklasse (NEN 8005-08): XC1. Wapening volgens leverancier.

Toebehoren: - oplegvoorziening. - raveelvoorziening. - ankers. .01 PLAT DAK De dakplaat ten behoeve van de liftschacht. 23.50

WANDELEMENTEN

23.50.11-a

BETONNEN WANDELEMENT 0. BETONNEN BUITENWANDELEMENT Fabrikaat: ter goedkeuring van de directie. Type: massieve wand. Vorm volgens tekening. Afmetingen (mm): volgens tekening. Sterkteklasse (NEN 8005-08): min. C35/45. Milieuklasse (NEN 8005-08): volgens tekening. Wapening (NEN 6008-08): B500B. Grof toeslagmateriaal: 20% betongranulaat. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen. - ankers. - voegafdichting. - montagevoorziening. .01 BUITENWAND Zoals aangegeven op tekening.

23.50.11-b

BETONNEN WANDELEMENT 0. BETONNEN WANDELEMENT Fabrikaat: ter goedkeuring van de directie. Type, opbouw en afmeting volgens tekening. Sterkteklasse (NEN 8005-08): min. C35/45.


62



23.50.11-b

BETONNEN WANDELEMENT (vervolg) Milieuklasse (NEN 8005-08): volgens tekening. Wapening (NEN 6008-08): B500B. Grof toeslagmateriaal: 20% betongranulaat. Kleurstof: 7% antraciet. Brandwerendheid: 90 min. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen. - ankers. - voegafdichting. .01 WANDEN De wanden zoals aangegeven op tekening.

23.61

TRAPELEMENTEN

23.61.11-a

BETONNEN TRAP 0. BETONNEN TRAP Fabrikaat: ter goedkeuring van de directie. Trapvorm: rechte steektrap. Uitvoering: gesloten. Trapbreedte volgens tekening architect. Optrede volgens tekening architect. Traponderdelen: - trapboom. - traptrede. - bordes. Sterkteklasse: min. C35/45. Milieuklasse: - binnen: XC1. - buiten: XC4, XD3, XS1, XF2. Wapening volgens opgave leverancier. Oppervlaktebehandeling: anti-slip. Toebehoren: - oplegmateriaal. - bevestigingsmiddelen. .01 VASTE TRAP Zoals aangegeven op tekening.

23.70

BEKLEDINGS- EN AFDEKKINGSELEMENTEN

23.70.31-a

BETONNEN AFDEKBAND/-PLAAT 0. BETONNEN AFDEKBAND Type: afdekband Vorm hoekstukken: in een gecontramalde uitvoering. Afmetingen (mm): zoals op tekening staat aangegeven. Sterkteklasse: minimaal C28/35. Milieuklasse: XF3. Wapening (NEN 6008): betonstaal FeB 500, thermisch verzinkt (NEN-EN-ISO 1461). Oppervlak ontkiste zijde (NEN 6722): klasse A. Bindmiddel, cement, volgens opgave fabrikant. Voorzieningen: - op te nemen onderdelen; - sparingen e.d. Toebehoren: - gezet aluminium profiel, gepoedercoat in kleur volgens kleurenen materialenstaat, onzichtbaar bevestigd; - bevestigingsmiddelen, ankers e.d. van corrosievast staal, kwaliteit AISI 316 Ti; - stelspecie; - strookjes bladlood, dikte 1,50 (geel). De afdekbanden leveren onder KOMO-certificaat met


63



23.70.31-a

BETONNEN AFDEKBAND/-PLAAT (vervolg) KOMO-keurmerk. 4. RUWBOUW STELWERK STEENACHTIGE ELEMENTEN Onder de voegen van de elementen de strookjes bladlood aanbrengen. .01 MUURAFDEKKING Op de gemetselde dakranden.

23.81

VOCHTKERINGEN

23.81.20-a

BITUMINEUZE VOCHTKERINGSSTROOK 0. BITUMINEUZE VOCHTKERINGSSTROOK Bevestiging: gebrand op de ondergrond. Overlap: minimaal 100mm. Ondergronden: schoon en vetvrij maken en voorbehandelen met een bitumenpreparaat. 4. BITUMINEUZE FOLIE Materiaal: gebitumineerd glasweefsel met extra coating, VB-code 240 A 14. Afmetingen (mm): - strookbreedte 250. .01 BUITENWAND, BINNENSPOUWBLAD De afdichtingen, in de spouw, ter plaatse van de aansluitingen van geprefabriceerde beton elementen onderling alsmede op overige bouwonderdelen.

23.82

VOEGVULLINGEN

23.82.10-a

VOEGVULLING MET HARDE VOEGVULLINGSMASSA, VOEGMORTEL 0. VOEGVULLING MET MORTEL (CUR AANBEV. 108-08) Reductiefactor druksterke mortelvoeg (k1): volgens opgave/ uitwerking prefab leverancier. Methode volgens uitwerking prefab leverancier. Voegdikte (mm): volgens opgave prefab leverancier. 1. VOEGMORTEL, CEMENTGEBONDEN (NEN 6722-02) Fabrikaat: ter goedkeuring van de directie. Type: krimparm. .01 KOLOM De voegmortel t.b.v. aansluiting kolommen op de onderliggende constructie. .02 BINNENWAND De voegmortel t.b.v. aansluiting wanden op de onderliggende constructie.

23.84

OPLEGGINGEN

23.84.11-a

BOUWVILT 0. BOUWVILT Fabrikaat: ter goedkeuring van de directie. Type en uitvoering:ter goedkeuring van de directie. Materiaal: volgens opgave leverancier. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen. .01 BEGANEGRONDVLOER, BINNEN Het oplegvilt ten behoeve van de oplegging. .02 VERDIEPINGVLOER, BINNEN Het oplegvilt ten behoeve van de oplegging. .03 PLAT DAK Het oplegvilt ten behoeve van de oplegging.


64



23.84.11-a BOUWVILT (vervolg) .04 VASTE TRAP Het oplegvilt ten behoeve van de oplegging. .05 TRAPBORDES Het oplegvilt ten behoeve van de oplegging. 23.84.11-b

BOUWVILT 0. BOUWVILT Fabrikaat: ter goedkeuring van de directie. Type: akoestisch oplegmateriaal. Materiaal: volgens opgave leverancier. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen. .01 VRIJDRAGENDE VLOER, BINNEN Ten behoeve van akoestische ontkoppeling, zoals aangegeven op tekening.


65



24

RUWBOUWTIMMERWERK

24.00

ALGEMEEN

24.00.10

BEGRIPPEN: ALGEMEEN 90. OMVANG HOOFDSTUK RUWBOUWTIMMERWERK De in dit hoofdstuk beschreven werkzaamheden hebben in hoofdzaak betrekking op constructieve timmerwerken alsmede timmerwerken welk tijdens de ruwbouwfase, meestal "in natte omstandigheden" worden uitgevoerd. Timmerwerken met esthetisch hogere eisen zijn beschreven in hoofdstuk 45 evenals de eventueel hiervoor benodigde stijlen regelwerken.

24.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90. CONSERVERING Houtwerken die tegen of nabij metsel- en/of betonwerken worden gesteld, vooraf rondom tweemaal behandelen met een daartoe geschikte grondverf op alkydharsbasis (waterdampdoorlatendheid lager dan 20 g/(m².24h) met een totale droge laagdikte van min. 80 micrometer. De kopse kanten van multiplex voor buitentoepassingen moeten rondom zijn afgedicht met 2 lagen PVAC-lijm met verharder of met voornoemde grondverf. 91. AANVULLENDE EISEN EN UITVOERING Bij verbindingen aan houtwerk onder elke kop en moer een volgplaat aanbrengen. Bij de oplevering van het werk de moeren bij verbindingen controleren en zonodig aandraaien. Ontmoetingen bij een bekleding van geprofileerde platen moeten zodanig zijn uitgevoerd dat de totale dikte niet meer bedraagt dan driemaal de plaatdikte. In het zicht blijvende bevestigingsmiddelen moeten volgens een regelmatig patroon zijn aangebracht. Bij boutverbindingen moet de steel van de bout ten minste 2 gangen, doch ten hoogste 5 gangen door de moer steken.

24.00.40


24.00.60

BOUWSTOFFEN: ALGEMEEN 90. HOUTVERDUURZAMINGSMIDDELEN Houtverduurzamingsmiddelen dienen geen invloed te hebben op een eventueel nader aan te brengen verfsysteem. 91. HOUTAFMETINGEN Tenzij anders aangegeven zijn de in het bestek genoemde afmetingen voor geschaafd hout blijvend bedoeld. 93. BEVESTIGINGSMIDDELEN De bevestigingsmiddelen dien aan het buitenklimaat worden blootgesteld, dienen te worden uitgevoerd in roestvast staal, kwaliteit AISI 316.


66




24.19.10-a

TEKENINGEN 0. TEKENINGEN Door de aannemer te vervaardigen tekeningen. Van alle beschreven elementen, met inbegrip van overzichten en maatvoeringen, o.a. ten opzichte van systeemlijnen, en fabricage- en maattoleranties. Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - de vaste vullingen, bevestigingen, afdichtingen, afwerkingen, toe te passen materialen en kwaliteiten van materialen, op te nemen onderdelen/voorzieningen enz. Voor wat betreft de door de aannemer te vervaardigen tekeningen zie verder het gestelde in par. 01.05 van dit bestek. .01 BUITENWAND Van alle in dit hoofdstuk beschreven wandelementen.

24.19.20-a

STATISCHE BEREKENING 0. STATISCHE BEREKENING Door de aannemer te vervaardigen statische berekening: - sterkteberekeningen, berekeningen van de te verwachten vervormingen en detailberekeningen volgens de voor de betreffende onderdelen van toepassing zijnde NEN-normen uit de TGB 1990 reeks (NEN 6700 e.v.), waarbij de berekeningen zich mede dienen uit te strekken over de zwaarte van verankerings- en bevestigingsmiddelen. Voor wat betreft de door de aannemer te vervaardigen statische berekeningen zie verder het gestelde in par. 01.05 van dit bestek. .01 BUITENWAND Van alle in dit hoofdstuk beschreven wandelementen.

24.31

BALKCONSTRUCTIES

24.31.11-b

TIMMERWERK, BALKLAGEN/PLAFONDHANGERS, GEZAAGD HOUT 0. TIMMERWERK BALKLAGEN Afstand balken (h.o.h.) (m): maximaal 0,6. Verbindingswijze tussen balken: middels stalen gripankers, koppelankers, hoekankers, balkdragers e.d. Verankeringswijze: middels stalen stormankers, haakankers e.d. 1. GEZAAGD NAALDHOUT (BRL 2301-04) Houtsoort: Europees vuren. Kwaliteitsklasse: B. Dikte (mm): zoals op tekening aangegeven. Breedte (mm): zoals op tekening aangegeven. Vochtgehalte (%): 14-18. Bewerking: geschaafd. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen: gegalvaniseerd; - ankers: thermisch verzinkt (NEN-EN-ISO 1461); - ravelingen, randbalken e.d. Hout leveren met FSC-keurmerk (Forest Stewardship Council). Gezaagd naaldhout leveren onder KOMO-productcertificaat. .01 SECUNDAIRE VLOER, BINNEN De vloerbalken ten behoeve van de luifel boven de balie.


67



REGEL-, TENGEL- EN RACHELWERK

24.32.10-a

TIMMERWERK, REGELWERK, GEZAAGD HOUT 0. TIMMERWERK REGELWERK Regelwerk: - stijlen regelwerk, h.o.h. ca. 600mm in beide richtingen. 1. GEZAAGD NAALDHOUT (BRL 2301-04) Houtsoort: Europees vuren. Kwaliteitsklasse: C. Vochtgehalte (%): 20. Afmetingen (mm): - dikte x breedte: 46x74/46x46/19x71 enz. en zoals in principe op tekening staat aangegeven. Bewerking: geschaafd. Verduurzaming: overeenkomstig BRL 0601-07, geleverd onder KOMO-productcertificaat. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen: corrosiebestendig; - verbindingsmiddelen, beugels, strippen e.d.: sendzimir verzinkt (ISO 4989) of thermisch verzinkt (NEN-EN-ISO 1461); - klossen, vulhout e.d. Hout leveren met FSC-keurmerk (Forest Stewardship Council). Gezaagd naaldhout leveren onder KOMO-productcertificaat. .01 DAKRAND De stijlen regelwerken ten behoeve van de in dit hoofdstuk beschreven betimmeringen op/langs de dakranden. .02 LICHTSTRAAT De stijlen regelwerken ten behoeve van de goten en opstanden langs de lichtstraten.

24.41

BESCHIETINGEN

24.41.51-b

TIMMERWERK, BESCHIETING, MULTIPLEX 0. TIMMERWERK BESCHIETING Bevestiging: geschroefd. 1. TRIPLEX (BRL 1705-05) Oppervlakte-afwerkingsklasse: D. Dikte (mm): 18. Oppervlaktebehandeling: geschuurd. Afwerking: rondom tweemaal grondverf met een totale droge laagdikte 80 micrometer. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen: corrosiebestendig. Triplex platen leveren onder KOMO-productcertificaat. Triplex leveren met FSC-keurmerk, (Forest Stewardship Council). .01 DAKRAND De betimmeringen op/langs de dakranden. .02 LICHTSTRAAT De betimmeringen van de goten langs de lichtstraten.


68



VLOER-, WAND- EN DAKELEMENTEN

24.52.20-a

RUWBOUW STELWERK HOUTEN ELEMENTEN, HOUTEN WANDELEMENT 0. RUWBOUW STELWERK HOUTEN ELEMENTEN Verankeringen, bevestigingen e.d. door de aannemer te bepalen en ter goedkeuring van de directie. Afdichting voegen met PUR-schuim. Afdichting met minerale wol, persing 35 kg/m³ tegen de koppen van de betonnen wanden en vloeren. Afwerkingniveau gipsplaten overeenkomstig STABU Standaard, hfst. 44, bijlage B: niveau A. 1. HOUTEN WANDELEMENT Type: gevelvullend element. Rc-waarde (NEN 1068+w08) ((m2.K)/W): >= 3,5. Samenstelling: - wandregels van Europees vuren (NEN 5466); bewerking, machinaal geschaafd; - afmetingen (mm): zoals in principe op tekening aangegeven; exacte maten middels berekening te bepalen; - isolatiemateriaal: minerale wol dik 120mm, tenzij anders op tekening staat aangegeven; - dampremmende laag: PE folie, dik min. 0,15 mm, achter de beplating aan de binnenzijde; - waterdichte damp-open laag, spouwzijde: mandragende folie voorzien van micro-perforatie, dik min.0,15mm; bij natuurstenen en metalen gevelbekleding een waterdichte dampopen UV-bestendige zwarte folie aangebracht, Ubbink Tyvek Fassade 2005B, µd >= 200m. - beplating, binnenzijde: - gipsplaat NEN-EN 520), dik 15mm: H voor badruimte overige A; - beplating spouwzijde: multiplex (BRL 1705-05) oppervlakteafwerkingsklasse D. - in de elementen op te nemen kozijnen/puien: zoals beschreven in hoofdstuk 30. Impregnering: vacuüm-/drukmethode (BRL 0601) geleverd onder KOMO certificaat met KOMO-keurmerk. Afmetingen (mm): - zoals op tekening staat aangegeven. Toebehoren: - ankers, strippen, beugels, bevestigingsmiddelen enz. in een thermisch verzinkt stalen uitvoering (NEN-EN-ISO 1461); - naadafdichtingen, tocht- en waterdichte afdichtingen van Airexband, stroken DPC PUR-schuim e.d.; - extra vuren regels ten behoeve van de bevestiging van de radiatoren/sanitair e.d. Houten wandelementen van hout geleverd met FSC-keurmerk (Forest Stewardship Council). .01 BUITENWAND, BINNENSPOUWBLAD De HSB wandelementen.


69



25

METAALCONSTRUCTIEWERK

25.00

ALGEMEEN

25.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 01. METALLIEKE DEKLAGEN, TIJDSTIP VAN AANBRENGEN Metallieke deklagen aanbrengen nadat het betreffende onderdeel de nodige bewerkingen heeft ondergaan. 90. CONSERVERING VAN DE STAALCONSTRUCTIE 1) VOORBEHANDELING METAALCONSTRUCTIE. Alle niet thermisch verzinkte delen van de staalconstructie als volgt voorbehandelen (stralen en een grondsysteem aanbrengen): reinigen door stralen: - stralen tot reinheidsgraad Sa 2½ (ISO 8501-1). Rondom een grondsysteem door middel van spuiten en in de fabriek aangebracht: - volgens voorstel leverancier. Beschadigingen direct bijwerken overeenkomstig de totale behandeling. 2) CONSERVERING INSPECTEERBARE CONSTRUCTIEDELEN. Alle stalen constructies binnen droge verwarmde ruimten: - gestraald en voorzien van een grondprimer. Alle stalen constructies in overige ruimten en welke met de buitenlucht in aanraking komen: - thermisch verzinkt (NEN-EN-ISO 1461-99). In het zicht komende stalen constructies in overige ruimten en welke met de buitenlucht in aanraking komen: - volgens duplex verfsysteem of afwerken met een poedercoating. 3) CONSERVERING INSPECTEERBARE VERBINDINGEN. Alle stalen verbindingen binnen droge verwarmde ruimten: - bouten, moeren en volgringen tenminste elektrolytisch verzinkt. Ankers tenminste thermisch verzinkt (NEN-EN-ISO 1461-99). Alle stalen verbindingen in overige ruimten en welke met de buitenlucht in aanraking komen: - thermisch verzinkt met een coating of voor zover voorgeschreven in de werkbeschrijving, in roestvast staal AISI 316 Ti, klasse 70 (bij 4.6) of klasse 80 (bij 8.8) en in het zicht komend met dopmoeren. 4) CONSERVERING NIET-INSPECTEERBARE CONSTRUCTIEDELEN. Voor de conservering van niet-inspecteerbare stalen constructie onderdelen gelden de volgende regels: a)In de spouw en/of in contact met buitenspouwblad (vochtig): - staal, minimaal 5mm dik, thermisch verzinkt, zinklaagdikte 100µm, mechanisch of chemisch voorbehandeld, voorzien van een epoxysysteem 300500µm. - RVS AISI 316 Ti (alternatief). b)Binnen, in contact met spouw en/of binnenspouwblad, niet achter isolatie (beperkt vochtig): - staal, verzinkt, zinklaagdikte minimaal 250g/m2, zinklaagdikte minimaal 20 µm plus één laag organische coating minimaal 30µm: alternatief staal, gestraald met minimaal 100µm coating. c) Binnen, in contact met binnenspouwblad achter isolatie (droog) - staal, gestraald en voorzien van een grondprimer. Tijdens de uitvoeringsfase rekenen op een zware


70



25.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN (vervolg) corrosieve belasting. 5) CONSERVERING NIET-INSPECTEERBARE VERBINDINGEN. Voor de conservering van niet-inspecteerbare stalen verbindingen gelden de volgende regels: a)In de spouw en/of in contact met buitenspouwblad (vochtig) en b)Binnen, in contact met spouw en/of binnenspouwblad, niet achter isolatie (beperkt vochtig): - roestvaststaal AISI 316 Ti, klasse 70 (bij 4.6) of klasse 80 (bij 8.8). Eventueel met nylon vulringen. c) Binnen, in contact met binnenspouwblad achter isolatie (droog): - bouten, moeren en volgringen ten minste elektrolytisch verzinkt. Ankers tenminste thermisch verzinkt (NEN-EN-ISO 1461-99). 91. LASSEN Bij staalkwaliteit S355 of hoger lasdraad 420 toepassen. Al het laswerk uit te voeren door een gecertificeerd bedrijf. 92. AFWATERINGSGAATJES In metalen onderdelen waarin zich regen- en/of condenswater kan verzamelen, per compartiment ten minste 2 gaten met diameter 12 mm. maken voor afwatering. Na thermisch verzinken moeten deze gaten ten minste een diameter hebben van 11 mm. 93. SAMENSTELLING STAALCONSTRUCTIE Constructiestaal welk thermisch verzinkt zal worden dient een Si-gehalte (Silicium) te hebben dat dient te liggen tussen de 0,12% en 0,22%. Daarnaast dient het Si-gehalte, vermeerderd met 2,5x het P-gehalte (fosfor) lager te zijn dan 0,2. Staal met een Si-gehalte lager dan 0,03% is toegestaan, indien het Si-gehalte vermeerderd met 2,5x het P-gehalte lager is dan 0,09.

25.00.30

INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN 90. BRANDWERENDHEID De gehele stalen hoofddraagconstructie dient 90min. brandwerend te zijn, te bereiken door ofwel: - volstorten met beton. - bouwkundig omtimmeren, te detailleren door architect. - brandwerend schilderen. De staal-beton buis- en koker kolommen voorzien van gaatjes om drukopbouw in de kolom tijdens brand te voorkomen, zoals aangegeven in CUR rapport 6: brandwerendheid van staal-beton kolommen.

25.19

REKEN- EN TEKENWERK

25.19.10-a

REKEN- EN TEKENWERK 5. TEKENING STAALCONSTRUCTIE Door de aannemer te vervaardigen tekeningen. Van: - de staalconstructie en onderdelen. - ankerplannen. De aannemer maakt de tekeningen voor de in te storten ankers. Ankerbouten moeten worden geleverd met moer en contra-moer, incl. eventuele koppelstrips t.b.v. de juiste maatvoering. Uitgangspunten voor de tekeningen:


71



25.19.10-a

REKEN- EN TEKENWERK (vervolg) - bestektekeningen constructeur. - bouwkundige werktekeningen architect. - voor maatvoering staalconstructie tekeningen architect aanhouden. Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - een overzicht van de staalconstructie, met maatvoering. - van elk onderdeel de maatvoering, nodig voor de productie van dat onderdeel. - de plaats, vorm, maatvoering en uitvoeringswijze van verbindingen in en tussen de onderdelen. - de plaats, vorm, maatvoering en uitvoeringswijze van ankers, strippen, gaten e.d. - voorzieningen voortkomend uit en zoals aangegeven op de bouwkundige- en installatie tekeningen. - staalkwaliteiten onderdelen, bouten en moeren etc. - lasdikten. - de details van de aansluitingen. - de lasnaadvormen en de vormen van voorbewerking van de lasnaden. - het lasproces. - bevestigingsmiddelen. - ankers. 6. STATISCHE BEREKENING STAALCONSTR. (NEN 6770+w01) Door de aannemer te vervaardigen statische berekening staalconstructie. Van: - het ankerplan. - verbindingen van liggers, kolommen en verstijvingen. - bevestigingsmiddelen. - ankers. - stabiliteitsvoorzieningen. Belastingen volgens hoofdberekening staalconstructie door constructeur. 7. MONTAGEPLAN STAALCONSTRUCTIE (NEN-EN 1090-2-08) Door de aannemer te verstrekken montageplan van de staalconstructie. Het montageplan moet de volgende gegevens bevatten: - aard en positie van tijdelijke verbindingen. - montage volgorde. - wijze waarop de constructie stabiel wordt gehouden. - oppervlakte behandeling aansluitende vlakken. - wijze van borgen verbindingen. - benodigde hulpconstructies. - benodigd materieel. - berekening ten behoeve van montageplan. .01 STAALCONSTRUCTIE Te behoeve van alle onderdelen van de staalconstructie.

25.31

SKELET

25.31.10-a

STAALSKELET 0. STAALSKELET (NEN-EN 1090-2-08) Skeletonderdelen: - raamwerk. - kolommen. - liggers. - verstijvingen. - verbindingen. Productie-categorie: PC 1. Funtionele fabricagetoleranties (klasse): 2.


72



25.31.10-a

STAALSKELET (vervolg) Staalsoort en -kwaliteit (NEN-EN 10025-1-04): - S 235 voor flensprofielen. - S 275 voor koker en buisprofielen. - S 355 voor samengestelde profielen zoals hoedliggers. Oppervlaktebehandeling: zie 25.00.20.90. Toebehoren: - bouten en moeren - ankers. - oplegvoorzieningen. - bevestigingsmiddelen. - volgringen. .01 SKELET De staalconstructies ten behoeve van: - borstweringen. - het dak. - vakwerken. - oplegging vloeren.

25.31.90-a

TRAPPEN 0. METALEN TRAP Trapvorm: rechte steektrap. Uitvoering: open. Verdiepingshoogte volgens tekening. Trapbreedte volgens tekening architect. Optrede volgens tekening architect. Aantrede volgens tekening architect. Staalsoort en -kwaliteit (NEN-EN 10025+w93): - S 235 voor flensprofielen. - S 275 voor koker en buisprofielen. - Oppervlaktebehandeling: zie 25.00.20.90. Oppervlaktebehandeling: zie 25.00.20.90. Traponderdelen: - trapboom. - traptrede. - hoofdleuning. - baluster. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen. .01 TRAPPEN De hoofdtrap in atrium, zoals aangegeven op tekening.

25.32

CONSTRUCTIE-ONDERDELEN

25.32.20-a

STALEN KOLOM 0. STALEN KOLOM (NEN-EN 1090-2-08) Kolomonderdelen: - profiel, afmeting tekening. - verbindingen. - verstijvingen. Productie-categorie : volgens opgave staalleverancier. Opmerking: geboute constructies in PC 1; hoge sterkte materiaal soorten en lassen op locatie in PC 2. Staalsoort en -kwaliteit (NEN-EN 10025-1-04): - S 235 voor flensprofielen. - S 275 voor koker en buisprofielen. Oppervlaktebehandeling: zie 25.00.20.90. Toebehoren: - bouten en moeren. - ankers. - oplegvoorzieningen. - bevestigingsmiddelen.


73



25.32.20-a

STALEN KOLOM (vervolg) - volgringen. - ontluchtingsgaatjes bij koker- buiskolommen. .01 KOLOM De kolommen zoals aangegeven op tekening. .02 KOLOM De kolommen ten behoeve van koppeling prefab gevel elementen.

25.32.20-b

STALEN KOLOM 0. STALEN KOLOM (NEN-EN 1090-2-08) Kolomonderdelen: - profielen , afmeting volgens tekening. - verbindingen. - verstijvingen. - aangelaste koker voetplaat. - voetplaat. Productie-categorie : volgens opgave staalleverancier. Opmerking: geboute constructies in PC 1; hoge sterkte materiaal soorten en lassen op locatie in PC 2. Staalsoort en -kwaliteit (NEN-EN 10025-1-04): - S 235 voor flensprofielen. - S 275 voor koker en buisprofielen. Oppervlaktebehandeling: zie 25.00.20.90. Toebehoren: - bouten en moeren. - ankers. - oplegvoorzieningen. - bevestigingsmiddelen. - volgringen. - ontluchtingsgaatjes bij koker- buiskolommen. .01 KOLOM De samengestelde kolommen zoals aangegeven op tekening.

25.32.30-a

STALEN LIGGER 0. STALEN LIGGER (NEN-EN 1090-2-08) Liggeropbouw: - profiel, afmeting volgens tekening. - verbinding. - verstijvingen/schotjes. Productie-categorie volgens opgave staalleverancier. Opmerking: geboute constructies in PC 1; hoge sterkte materiaal soorten en lassen op locatie in PC 2. Staalsoort en -kwaliteit (NEN-EN 10025-1-04): - S 235 voor flensprofielen. - S 275 voor koker en buisprofielen. Oppervlaktebehandeling: zie 25.00.20.90. Toebehoren: - bouten en moeren. - ankers - oplegvoorzieningen. - bevestigingsmiddelen. - aangelaste stekken ten behoeve van schijfwerking vloer. .01 LIGGER De stalen liggers zoals aangegeven op tekening.

25.32.30-b

STALEN LIGGER 0. SAMENGESTELDE STALEN LIGGER Liggeropbouw: - profiel, afmeting volgens tekening. - verbindingen. - verstijvingen.


74



25.32.30-b

STALEN LIGGER (vervolg) Staalsoort en -kwaliteit (NEN-EN 10025-1-04): S355. Oppervlaktebehandeling zie 25.00.20.90. Toebehoren: - bouten en moeren. - ankers. - oplegvoorzieningen. - bevestigingsmiddelen. - aangelaste stekken ten behoeve van schijfwerking vloer. .01 LIGGER De hoed- en petliggers zoals aangegeven op tekening.

25.33

PLATEN, PROFIELEN EN KABELS

25.33.12-a

GEPROFILEERDE STAALPLAAT 0. GEPROFILEERDE STALEN DAKPLAAT Fabrikaat: ter goedkeuring van de directie. Profiel: trapezium. Staalsoort en -kwaliteit (NEN-EN 10025-1-04): opgave leverancier. Oppervlaktebehandeling: sendzimir verzinkt. Kleur volgens opgave architect. Oppervlak: bewerkt. Dikte (mm): volgens berekening leverancier. Uitvoering: - meerveldsplaten. - verspringend aanbrengen. - verzorgen kipstabiliteit. - verzorgen schijfwerking van het dak. Hulpstukken: - opgave leverancier. Hulpstukken moeten van overeenkomstige hoedanigheid en kwaliteit zijn als de platen. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen. - afdichtingsmateriaal. 5. TEKENINGEN Door de aannemer te vervaardigen tekeningen. Van de stalen dakplaten. 6. STATISCHE BEREKENING Door de aannemer te vervaardigen statische berekening: Voor stalen dakplaten dient ook rekening gehouden te worden met: - een extra belasting ten gevolge van een verlaagd plafond. - sneeuwophoging. .01 PLAT DAK De stalen dakplaten zoals aangeven op tekening.

25.33.41-a

STALEN STAAF 0. STALEN RONDE STAAF (NEN-EN 10060-03) Profiel: volgens tekening. Staalsoort en -kwaliteit (NEN-EN 10025-1-04): opgave leverancier. Oppervlaktebehandeling: thermisch verzinkt overeenkomstig NEN-EN-ISO 1461-99. Toebehoren: - opgave leverancier. Keuringsdocument (NEN-EN 10204-04): - type 2.1.


75



25.33.41-a STALEN STAAF (vervolg) .01 SKELET De trekstangen zoals aangegeven op tekening. 25.82

OPLEGGINGEN

25.82.10-a

VOEGMORTEL, VOEGVULLING MET HARDE VOEGVULLINGSMASSA 0. VOEGMORTEL Type opgave fabrikant, krimpvrije mortel. 1. VOEGVULLING MET MORTEL (CUR AANBEV. 108-08) Reductiefactor druksterke mortelvoeg (k1): volgens uitwerking aannemer. Methode: geplaatst in een speciebed. .01 T.B.V. OPLEGGINGEN Onder kolommen en lateien e.d.

25.83

TOEBEHOREN

25.83.21-a

DRAADEIND 0. DRAADEIND/MOER Draadeind: - volgens uitwerking aannemer. Moer: - volgens uitwerking aannemer. Toebehoren: - volgens uitwerking aannemer. 9. VERANKERING AAN BESTAAND Bevestigingsmiddelen, voor aansluiting op reeds gestort beton of bestaand werk, zoals in te boren ankers in de kwaliteit, afmeting, soort en merk uit te werken door de aannemer. Het principe wordt eventueel door de constructeur aangegeven. Het anker dient berekend te zijn conform CURaanbeveling 25. .01 KOLOM .02 LIGGER

25.83.90-a

STALEN OPLEGCONSOLES 0. STALEN OPLEGCONSOLES Fabrikant: Peikko. Type: PC5 up. Tolerantie: volgens opgave fabrikant. .01 STALEN OPLEGCONSOLES Ten behoeve van koppeling kolommen aan liggers.


76



30

KOZIJNEN, RAMEN EN DEUREN

30.00

ALGEMEEN

30.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90. VORM, AFMETINGEN E.D. De diverse onderdelen en details zijn in vorm en afmetingen in principe op de tekeningen aangegeven. Indien de aannemer in verband met de sterkteberekeningen, isolatie-eisen, het fabricageproces of anderszins hiervan wenst of moet afwijken, moet zorg worden gedragen dat het uiterlijk in overeenstemming is met het op tekening aangegeven principe; een en ander geheel ten genoegen van de directie en zonder kostenverrekening. 91. BEVESTIGINGSMIDDELEN Zichtbaar blijvende bevestigingsmiddelen dienen te worden vermeden. Alle bevestigingsmiddelen die bij houten kozijnen aan de in het zicht blijvende zijden moeten worden aangebracht dienen verzonken te zijn en te worden afgedekt met houten proppen o.d. De bevestigingsmiddelen dien aan het buitenklimaat worden blootgesteld, dienen te worden uitgevoerd in roestvast staal, kwaliteit AISI 316. 92. VOEGAFDICHTINGEN Kitvoegen mogen slechts onder gunstige weersomstandigheden, in een droge, niet vervuilde, ontvette en voorbehandelde sponning worden aangebracht, geheel volgens de verwerkingsvoorschriften van de fabrikant.

30.00.30

INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN 90. RAPPORTEN Rapporten van door of namens de aannemer uit te voeren beproevingen, keuringen e.d. dienen in 2-voud aan de directie te worden verstrekt. 91. VMRG KEURMERK Op dit werk zijn de VMRG Kwaliteitseisen en adviezen (laatste uitgave) van toepassing. De leverancier dient naleving van deze eisen aan te tonen door middel van een geldig VMRG Keurmerk.

30.00.40

RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN 01. TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor wat betreft de door de aannemer te garanderen onderdelen zie verder het gestelde in artikel 01.02.22 van dit bestek. 90. GARANTIECERTIFICATEN Vóór de opneming van het werk dienen de garantiecertificaten van de Stichting Garantiefonds voor Timmerwerk, bestemd voor de eigenaar van het gebouwde, aan de directie te worden overhandigd.

30.00.50

BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN: ALGEMEEN 90. RUBBEREN/KUNSTSTOF PROFIELEN De bij de metalen elementen toe te passen rubberen/ kunststof profielen dienen te voldoen aan de door KRITNO gestelde eisen. 91. KEURING ELEMENTEN Bij de keuring (voor montage) dienen alle onderdelen zo overzichtelijk mogelijk te zijn opgesteld, waarbij de onderdelen op duidelijke wijze voorzien moeten zijn van de op tekening aangegeven merken; het tijdstip waarop de keuring kan plaatsvinden dient tijdig door de aannemer te worden medegedeeld.


77



30.00.50

BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN: ALGEMEEN (vervolg) 92. HANG- EN SLUITWERKEN Groepsseries hoofdsleutels mogen niet naar het bouwwerk worden verzonden maar moeten in een verzegelde envelop, aangetekend, aan een door de opdrachtgever aan te wijzen persoon worden toegezonden. 93. CONTROLE METINGEN Indien de directie dit noodzakelijk acht, zullen controle metingen van de luchtdichtheid van gevelelementen worden verricht door een hierin gespecialiseerd adviesbureau. Wanneer uit het resultaat van de metingen blijkt dat niet voldaan wordt aan één of meerdere van de voorgeschreven eisen, zijn de kosten van de metingen voor rekening van de aannemer. Na het door de aannemer aanbrengen van de benodigde aanpassingen zodat wel aan de voorgeschreven eisen wordt voldaan, zal voor rekening van de aannemer een eindcontrolemeting moeten worden gehouden.

30.00.60

BOUWSTOFFEN: ALGEMEEN 90. HANG- EN SLUITWERKEN De oppervlaktebehandeling van toe te passen hangen sluitwerken dient ten minste gelijkwaardig te zijn aan de onderdelen waarbij deze worden toegepast. Alvorens sloten in 60 minuten brandwerende houten deuren te monteren, deze omwikkelen met bij verhitting opschuimend vuur- en rookwerend materiaal. De toe te passen bevestigingsmiddelen dienen minimaal van gelijke kwaliteit/afwerking te zijn als de hangen sluitwerken waarbij deze moeten worden toegepast; de bevestigingsmiddelen mogen geen aanleiding geven tot contactcorrosie, noch gevoelig zijn voor inhoudsstoffen van houtsoorten dan wel verkleuringen veroorzaken. 91. OPPERVLAKTEBEHANDELINGEN Indien onderdelen voorzien moeten worden van een oppervlaktebehandeling dient deze minimaal te voldoen aan de VMRG-kwaliteitseisen (laatste uitgave).

30.12


30.12.10-a

TEKENINGEN 0. TEKENING GEVEL- BINNENWAND- EN DAKELEMENTEN Door de aannemer te vervaardigen tekeningen. Van de kozijnen, ramen en deuren met bijbehorende onderdelen (de productietekeningen). Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - de indeling en afmetingen, met inbegrip van overzichten en maatvoeringen, o.a. ten opzichte van systeemlijnen, en fabricage- en maattoleranties; - de detaillering van de onderdelen, waaronder aansluitdetails op overige bouwonderdelen; - de aansluitingen; - de ramen; - de deuren; - de vaste vulling; - de beglazing; - de verankeringen, bevestigingen, afdichtingen, hangen sluitwerken, afwerkingen, toe te passen materialen en kwaliteiten van materialen, op te nemen onderdelen/voorzieningen enz. Voor wat betreft de door de aannemer te vervaardigen


78



30.12.10-a

TEKENINGEN (vervolg) tekeningen zie verder het gestelde in par. 01.05 van dit bestek. .01 BUITENKOZIJN/-PUI Van alle in dit hoofdstuk beschreven gevel- en dakvullingen. .02 BINNENKOZIJN/-PUI Van alle in dit hoofdstuk beschreven binnenwandvullingen. .03 PLAT DAK Van alle in dit hoofdstuk beschreven dakvullingen.

30.12.19-a

STAAT VAN HANG- EN SLUITWERK 0. STAAT VAN HANG- EN SLUITWERK Door de aannemer te vervaardigen staten: - hangen sluitwerkstaat; - sluitplan. Op de staten moet zijn aangegeven: - de hangen sluitwerken van alle bewegende delen in de gevels, daken, vloeren en binnenwanden. Uitgangspunten: zie 30.80 en de omschrijvingen van de kozijnen, ramen en deuren. Alle deuren, ramen, kozijnen en daarmee gelijk te stellen onderdelen in een uitwendige scheidingsconstructie, die bepaald overeenkomstig NEN 5087 bereikbaar zijn, moeten bepaald overeenkomstig NEN 5096 een weerstandsklasse voor inbraakwerendheid hebben van ten minste 2. Het hangen sluitwerk van overige gevelvullingen dient te voldoen aan de categorie "zwaar" van NEN 5089 (kwaliteitssymbool: **). Inbraakwerend hangen sluitwerk moet worden geleverd met Kwaliteitsverklaring op basis van BRL 3104 "Inbraakwerend hangen sluitwerk". De aannemer verzorgt een complete bemonstering op aanwijzing van de directie. Voor wat betreft de door de aannemer te vervaardigen tekeningen zie verder het gestelde in par. 01.05 van dit bestek. .01 BUITENKOZIJN/-PUI Van alle in dit hoofdstuk beschreven gevel- en dakvullingen. .02 BINNENKOZIJN/-PUI Van alle in dit hoofdstuk beschreven vloeren binnenwandvullingen.

30.12.20-a

STATISCHE BEREKENING 0. STATISCHE BEREKENING Door de aannemer te vervaardigen statische berekening: - sterkteberekeningen, berekeningen van de te verwachten vervormingen en detailberekeningen volgens de voor de betreffende onderdelen van toepassing zijnde NEN-normen uit de TGB 1990 reeks (NEN 6700 e.v.), waarbij de berekeningen zich mede dienen uit te strekken over de zwaarte van verankerings- en bevestigingsmiddelen. - te hanteren belastingfactor waarde minimaal 1,5 en voor bevestigingsmiddelen minimaal 2,0, Voor wat betreft de door de aannemer te vervaardigen statische berekeningen zie verder het gesteld in par. 01.05 van dit bestek. .01 BUITENKOZIJN/-PUI Van alle in dit hoofdstuk beschreven gevel- en dakvullingen.


79



30.12.20-a STATISCHE BEREKENING (vervolg) .02 BINNENKOZIJN/-PUI Van alle in dit hoofdstuk beschreven binnenwandvullingen, voor zover de situatie, vorm, afmetingen, uitvoering o.d. van de betreffende vullingen daartoe aanleiding geven. .03 PLAT DAK Van alle in dit hoofdstuk beschreven dakvullingen. 30.12.29-a

OVERIGE BEREKENING 0. OVERIGE BEREKENING Door de aannemer te vervaardigen berekening: - berekeningen waaruit blijkt dat de onderdelen voldoen aan de in het bestek gestelde eisen ten aanzien van condensatie (NEN 1068); - berekeningen van de thermische isolatie (NEN1068); - berekeningen van de geluidsisolatie (NEN 5077). Voor wat betreft de door de aannemer te vervaardigen berekeningen zie verder het gesteld in par. 01.05 van dit bestek. .01 BUITENKOZIJN/-PUI Van alle in dit hoofdstuk beschreven gevel- en dakvullingen. .02 PLAT DAK Van alle in dit hoofdstuk beschreven dakvullingen.

30.31

STELKOZIJNEN

30.31.11-a

HOUTEN STELKOZIJN/STELLAT 0. HOUTEN STELKOZIJN/STELLAT Type: houten stelframe, waaronder tevens te verstaan houten vul-, aansluiten aftimmerlatten. Stijl- en dorpelprofielen: idem, en afgestemd op de betreffende aansluitende metalen kozijnelementen. Afmetingen (mm): zoals op tekening in principe aangegeven dan wel daarvan af te leiden. Houtsoort: Europees vuren (NEN 5466). Verduurzaming: fabrieksmatig aangebrachte dekkende grondlaag. Laagdikte (micrometer): 100. Toebehoren: - ankers; - afdichtings-/aansluitingsvoorziening met toepassing van akoestisch voegenband, elastisch blijvende voegkit e.d.; - Mavotrans EPDM manchetten, verlijmd op ondergrond - bevestigingsmiddelen, verankeringen e.d. h.o.h. max. 600mm en in een thermisch verzinkte uitvoering. Het geheel tevens geleverd onder garantie van de Stichting Garantiefonds Timmerwerk. Houten kozijnen leveren met KOMO-attest-metproductcertificaat. Hout leveren met FSC-keurmerk, (Forest Stewardship Council). 3. STELWERK GEVELVULLINGEN (NPR 3675-92) Alle gevelvullingen aansluiten op de omringende constructie als aangegeven in de praktijkrichtlijn. Voegbreedte tussen stel- en montagekozijn (mm): volgens tabel 1. .01 BUITENKOZIJN/-PUI Ten behoeve van de metalen gevelvullingen.


80



KOZIJNEN

30.32.11-a

HOUTEN PUI/KOZIJN 0. HOUTEN PUI/KOZIJN Type: houten binnenwandvullingen compleet met ramen, panelen, vulstukken, betimmeringen e.d. Brandwerendheid (NEN 6069+w05) (min): 0, 30 en/of 60, zoals op tekening staat aangegeven. Afmetingen (mm): volgens tekening. Stijl- en dorpelprofielen: sponninghoogten 25mm, zoals in principe op tekening en aansluitend daarop in de KVT aangegeven. Houtsoort: - rode meranti (NEN 5483), kwaliteitsklasse B, houtvochtgehalte 14-18% (m/m), dichtheid > 500 kg/m³ gemeten bij een houtvochtgehalte van 14-18% (m/m), voor al het kozijnen raamhout alsmede voor de glas- en aftimmerlatten. Stellatten: multiplex, dik 22mm. Dichtheid >550 kg/m3 bij 30 min brandwerendheid. Dichtheid >625 kg/m3 bij 60 min brandwerendheid. Overige uit het zicht blijvende onderdelen zoals spouwlatten, blinde stijlen regelwerken, klossen e.d., vurenhout. Oppervlaktebehandeling: zoals beschreven in hoofdstuk 46. Beglazing: glas, zoals beschreven in hoofdstuk 34. Deur: bewegingspecificatie volgens tekening. Raam: voorzien van Geze OL90 afstandsbediening, in kleur van het kozijn. Paneel/beplating: van multiplex (oppervlakteafwerking K okoumé BRL 1705) dik 18mm. Afsluitingen: kozijndelen boven plafonds tweezijdig voorzien van beplating, multiplex (oppervlakteafwerking L, BRL 1705) dik 18mm waartussen steenwolisolatie. Brandwerende afsluitingen: kozijndelen boven plafonds voorzien van een brandwerende beplating, Promatect-H dik 15mm waartussen steenwolisolatie. Toebehoren: - ankers; - afdichtings-/aansluitvoorzieningen; - hangen sluitwerk, zoals beschreven in par. 30.80; - bevestigingsmiddelen: geheel in corrosiebestendige stalen uitvoering; verankeringen h.o.h. 600mm, met kozijnankers aan de metselwerken, met boorankers, stalen strippen, hoeklijnen e.d. aan de betonwerken en aan de overige bouwonderdelen met de daarvoor geëigende bevestigingsmiddelen. Hout leveren met FSC-keurmerk (Forest Stewardship Council). Het geheel tevens geleverd onder garantie van de Stichting Garantiefonds Timmerwerk. Houten kozijnen leveren met KOMO-attest-met productcertificaat. .01 BINNENKOZIJN/-PUI De meranti binnenwandvullingen met bijbehorende onderdelen, in een al dan niet 30 en/of 60 min. brandwerende uitvoering (NEN 6069).

30.32.11-b

HOUTEN PUI/KOZIJN 0. HOUTEN PUI/KOZIJN Type: houten binnenwandvullingen compleet met panelen, vulstukken, betimmeringen e.d. Brandwerendheid (NEN 6069+w05) (min): 0. Afmetingen (mm): volgens tekening.


81



30.32.11-b

HOUTEN PUI/KOZIJN (vervolg) Stijl- en dorpelprofielen: zoals in principe op tekening en aansluitend daarop in de KVT aangegeven. Houtsoort: - bamboe (als Bamboo XL natural solid 701 panelen) voor al het kozijnen raamhout alsmede voor de glas- en aftimmerlatten. Stellatten: multiplex, dik 22mm. Overige uit het zicht blijvende onderdelen zoals spouwlatten, blinde stijlen regelwerken, klossen e.d., vurenhout. Oppervlaktebehandeling: transparant gelakt, zoals beschreven in hoofdstuk 46. Beglazing: glas, zoals beschreven in hoofdstuk 34. Deur: bewegingspecificatie volgens tekening. Toebehoren: - ankers; - afdichtings-/aansluitvoorzieningen; - hangen sluitwerk, zoals beschreven in par. 30.80; - bevestigingsmiddelen: geheel in corrosiebestendige stalen uitvoering; verankeringen h.o.h. 600mm, met kozijnankers aan de metselwerken, met boorankers, stalen strippen, hoeklijnen e.d. aan de betonwerken en aan de overige bouwonderdelen met de daarvoor geëigende bevestigingsmiddelen. Hout leveren met FSC-keurmerk (Forest Stewardship Council). Het geheel tevens geleverd onder garantie van de Stichting Garantiefonds Timmerwerk. Houten kozijnen leveren met KOMO-attest-met productcertificaat. .01 BINNENKOZIJN/-PUI De bamboe binnenwandvullingen met bijbehorende onderdelen.

30.32.12-a

METALEN PUI/KOZIJN 0. METALEN KOZIJN (BRL 2701+w07) Fabrikaat: Schuco International K.G. Type: (speciale) profielserie incl. dagstukken volgens tekening. Luchtdoorlatendheid (Pa): 250. Waterdichtheid (Pa): 250. U raam (W/(m2.K): <= 3,8. Inbraakwerendheid (weerstandsklasse): 2. Indeling: zoals aangegeven op de tekening. Afmeting: zoals aangegeven op de tekening. Geluidwerendheid: klasse 5. Materiaal: aluminiumlegering (NEN-EN 573-3-03): Al Mg Si 0,5 F 22 (EN-AW 6060). Oppervlaktebehandeling: vliesgevel, moffelwerk met vooranodisatie. Kleur: RAL kleur volgens kleurenen materialenstaat. Hoekverbindingen en T-verbindingen: - controleerbaar lijminjectie-systeem. - verstek- resp. voegplaatjes. - T-verbinding met EPDM dichtingsvormstukken. - beglazingssysteem: droog. Raam: - bewegingsspecificatie: val; voorzien van Geze OL90 afstandsbediening, in kleur en afwerking van het kozijn. - geluidwerendheid/kierdichting, Ra wegverkeer (dB(A)): >= 51. Deur: - bewegingsspecificatie: draai- en schuifdeuren (1


82



30.32.12-a

METALEN PUI/KOZIJN (vervolg) vleugelig). - geluidwerendheid/kierdichting, Ra wegverkeer (dB(A)): >= 41. Hulpstukken: - zetwerken, aansluiten afwerkprofielen in dezelfde afwerking als de kozijnprofielen. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen: corrosievast staal. - afdichtings-/aansluitvoorziening. Metalen kozijnen leveren onder KOMO-attest-met-productcertificaat. .01 BUITENKOZIJN/-PUI De aluminium puien als aangegeven op tekening.

30.32.12-b

METALEN PUI/KOZIJN 0. STALEN MONTAGE STOMP BINNENDEURKOZIJN (BRL 2211-02) Fabrikaat: Berkvens B.V. Type: montagekozijn Avento Uitvoering: met snoerprofiel. Deurbreedte (mm): volgens tekening. Deurhoogte (mm): 2.315. Stijl- en dorpelprofielen: - materiaal: sendzimir verzinkte staalplaat, dikte ca. 1,5 mm. - kantuitvoering: stomp. - muurdikte (mm): volgens tekening. - oppervlaktebehandeling: min. 60 mµ polyestercoating. - kleur: reinwit. Toebehoren: - bladscharnier, aantal (st.): 3. Binnen(deur)kozijnen leveren onder KOMO-attest-met-productcertificaat. .01 BINNENKOZIJN/-PUI De plaatstalen binnenkozijnen.

30.32.12-f

METALEN PUI/KOZIJN 0. ALUMINIUM PUI/KOZIJN Fabrikaat: volgens opgave / ter goedkeuring van Nutsbedrijf. Type: volgens opgave / ter goedkeuring van Nutsbedrijf. Indeling: volgens tekening (deurelement en standaard gevelroosters, in het gevelbeeld voorzien van persroosters). Aluminiumlegering (NEN-EN-573-3-94): AlMg Si 0,5 hardheid F25. Oppervlaktebehandeling: polyester gepoedercoat. Droge laagdikte (µm): 90. Kleur (RAL): volgens kleurenstaat. Toebehoren: - afdichtings-/aansluitvoorzieningen: EPDM rubber. - bevestigingsmiddelen: corrosievast staal. .01 BUITENKOZIJN/-PUI De kozijnen van de traforuimte en inkoopstation.


83



DEUREN

30.33.11-a

HOUTEN DEUR 0. BINNENDEUR (BRL 2211-06) Fabrikaat: Berkvens BV. Type: Berkopal: - 900, dichte uitvoering; - 902, grote glasopening; - 903, langwerpige rechthoekige glasopening. Vochtbestendigheid deurblad (klasse): Standaard. Uitvoering: enkele deur. Afmetingen: - breedte (mm): volgend uit de tekeningen. - hoogte (mm): 2.315. - dikte (mm): 40. Kantuitvoering: stomp. Kantlat/randafwerking: KSR aan sluitzijde. Deklaag: Berkopal HPL-deur, hardkunsstofplaat dik ca. 0,8 mm. Kleur: volgens kleurenen materialenstaat. Vulling: afgestemd op geluidisolatie, zie kozijnstaat. Beglazing: - zie hoofdstuk 34. Stijl- en regelwerk: vurenhout. Toebehoren: - hangen sluitwerk zie 30.80. - scharnieren: 3. - slotgat; - valonderdorpelsysteem: valdorpelgroef. Binnendeuren leveren onder KOMO attest-met-productcertificaat. .01 BINNENDEUR De niet brandwerende binnendeuren.

30.33.11-b

HOUTEN DEUR 0. BINNENDEUR (BRL 2211-06) Fabrikaat: Berkvens BV. Type: Berkopal: - 900, dichte uitvoering; - 902, grote glasopening; - 903, langwerpige rechthoekige glasopening. Brandwerendheid (klasse): NEN-EN 1634-1 60 min. Vochtbestendigheid deurblad (klasse): Standaard. Uitvoering: enkele deur. Afmetingen: - breedte (mm): volgend uit de tekeningen. - hoogte (mm): 2.315. - dikte (mm): 40. Kantuitvoering: stomp. Kantlat/randafwerking: KSR aan sluitzijde. Deklaag: Berkopal HPL-deur, hardkunsstofplaat dik ca. 0,8 mm. Kleur: volgens kleurenen materialenstaat. Vulling: minerale vezelplaat. Beglazing: - enkel glas: pyrodur 60-201, dikte 10 mm. Stijl- en regelwerk: hardhout, voorzien van opschuimende strips. Toebehoren: - hangen sluitwerk: zie 30.80. - scharnieren: 3. - slotgat; - valonderdorpelsysteem: valdorpelgroef. Binnendeuren leveren onder KOMO attest-met-productcertificaat.


84



30.33.11-b HOUTEN DEUR (vervolg) .01 BINNENDEUR De 60 minuten brandwerende binnendeuren. 30.33.11-c

HOUTEN DEUR 0. HOUTEN DEUR Type: pendeltaatsdeuren met glasopening. Materiaal: multiplex. Brandwerendheid (NEN 6069+w05) (min): n.v.t. Afmetingen (mm): - breedte, zoals op tekening staat aangegeven; - hoogte, zoals op tekening staat aangegeven; - dikte, volgens berekening aannemer. Kantuitvoering: stomp. Toplaag: okoumé triplex, kookvast verlijmd, dik ca. 4mm. Oppervlaktebehandeling/afwerking: tweezijdig bekleed met bamboe edelfineer (als paneelbekledingen), doorlopend over de kanten, volgens kleurenen materialenstaat. Toebehoren: - hangen sluitwerk: zie 30.80; - bevestigingsmiddelen: roestvast stalen uitvoering. .01 BINNENDEUR De pendeltaatsdeuren.

30.37

PANELEN

30.37.11-b

HOUTEN PANEEL 0. HOUTEN PANEEL Type: vulpaneel. Afmetingen (mm): zoals op tekening staat aangegeven. Opbouw: - regelwerk: volgens tekening; - dampremmende laag: PE-folie, µd >= 200m; - isolatiemateriaal: minerale wol, dikte 120mm (Rc = >= 3,5 m2.(K/W)), tenzij anders op tekening staat aangegeven. - buitenbekleding: Okoumé multiplex, oppervlakteafwerking D (BRL 1705), dikte 18mm, dekkende grondlaag; - binnenbekleding: Okoumé multiplex, oppervlakteafwerking D (BRL 1705), dikte 18mm, dekkende grondlaag; - ventilatievoorzieningen: volgens details. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen: corrosiebestendig. .01 BUITENKOZIJN/-PUI De getimmerde panelen onder/boven/naast/tussen de metalen gevelkozijnen.

30.37.13-a

KUNSTSTOF PANEEL 0. KUNSTSTOF PANEEL Fabrikaat: Resopal. Type: A2coustic. Afmeting (mm): volgens tekening. Geluidabsorptiecoëfficiënt (NEN-EN ISO-354-03) (alpha w): >= 0,70. Opbouw: - buitenpaneel en binnenpaneel: geperforeerde HPL plaat, kleur en dessin volgens de afwerken kleurenstaat; - isolatiemateriaal: akoustisch materiaal, 50mm minerale wol.


85



30.37.13-a KUNSTSTOF PANEEL (vervolg) .01 VULLING WANDOPENING, BINNEN De akoustische panelen in de binnenkozijnen. 30.38

TOEBEHOREN KOZIJNEN, RAMEN EN DEUREN

30.38.25-a

BESCHERMPLAAT/-PROFIEL 0. BESCHERMPLAAT Afmetingen (mm): dik 1mm, overige afmetingen zoals in principe op tekening aangegeven. Materiaal: corrosievast staal, kwaliteit AISI 316. Oppervlaktebehandeling: geslepen korrel 320. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen, corrosievast stalen plaatschroeven platkop met kruis, kwaliteit A4 (AISI 316), h.o.h. ca. 300mm. .01 DEUR De schopplaten tegen de deuren volgens de kozijnstaat.

30.43

DAKLICHTKOEPELS EN DAKLICHTKAPPEN

30.43.20-a

DAKLICHTKAP ELEMENT 0. VLAKKE HELLENDE PLAAT, BEGLAZINGSPROFIEL VIERZIJDIG Fabrikaat: Brakel Atmos b.v. Type: BA-4 High Energy dakglasroedenconstructie, beglazing vierzijdig ingeklemd met hoge thermische eigenschappen. Vorm: lessenaarsdak. Hellingshoek (°): volgens tekening. Luchtdoorlatendheid: (NEN-EN 12152-02): klasse AE750. U raam (W/(m2.K): <= 3,8. Waterdichtheid (NEN-EN 12154-99): klasse RE750 met watervoerend kanaal van 10 cm2. Beglazingsprofielen, (hoofdprofiel): BA5-serie. Deklijst (hoofdprofiel): PL5-07. Tussenprofiel: BA6-D-serie. Deklijst (tussenprofiel): PLD6-03. Materiaal aluminiumlegering (NEN-EN 573-3-09): profielen EN AW-6063, lijstwerk EN AW-5754. Oppervlaktebehandeling: gemoffeld, tweelaagse polyester poedercoating, gemiddelde laagdikte (µm): 90, standaard RAL kleur. Beglazingselementen: isolerend dubbelglas, volgens hoofdstuk 34. Hulpstukken: - eindstuk - randlijst: geïsoleerd dubbelwandig aluminium. Toebehoren: - Ventilatievoorziening: elektrisch bediend, conform specificatie 9; - afdichtings-/aansluitingsvoorzieningen: - bevestigingsmiddelen: corrosievast staal 9. VENTILATIESYSTEEM Uitgangspunt luchtverversing: 9.000 m3/h bij delta T = 3°C. Fabrikaat: Brakel Atmos b.v. Type: Luma. Omschrijving: uitzetraam, waarbij de bediening in gesloten toestand geheel verborgen is in de constructie, geschikt voor ventilatiedoeleinden. Bediening: elektrisch. Frame: thermisch gescheiden.


86


30.43.20-a


DAKLICHTKAP ELEMENT (vervolg) Beglazing: conform glasdakconstructie. Scharnierzijde: zijkant. Montage: in glasdakconstructie. Conservering: conform glasdakconstructie. Luchtdichtheid: NEN-EN1026 (600 Pa) / DIN-EN 12207 (klasse 4). Waterdichtheid: NEN-EN1027 (600 Pa) / DIN-EN 12208 (klasse 9a). Fabrikaat: Brakel Atmos b.v. Type: elektrische bedieningskast, G2-R2-W2-T2. Omschrijving: bedieningskast, voor aansturing van de genoemde voorzieningen Specificaties: uitgevoerd met onder andere "Hand-0aut" schakelaars en signaleringslampen (open/dicht groepen en regen) Materiaal: gemoffeld plaatstaal, RAL 7032 (beige) Kastafmeting (h x b x d) : 500 x 400 x 210 mm Groepsindeling: groep 1: afvoer ; groep 2: toevoer Voeding (door derden): 230 Vac (vast aansluitpunt) Keuringen: NEN 1010 Toebehoren: regensensor & windsnelheidsmeter Temperatuurregeling: via GBS (door derden)

Fabrikaat: Brakel Atmos b.v. - de elektrische bekabeling tussen bedieningskast, Luma's en Inova's, - de elektrische bekabeling tussen bedieningskast, regensensor en windsnelheidsmeter. Een en ander zal plaatsvinden via aan te brengen leidingen, doorvoeringen door wanden, vloeren en dak ten behoeve van de elektrische bekabeling. Deze leidingen voorzien van een trekdraad en moeten een minimale diameter hebben van 20 mm. Ter plaatse van de beglazingsconstructies dient het leidingwerk te worden weggewerkt in de profielen (of eventueel achter gemoffeld zetwerk). Voorzieningen door E-installateur - het leveren en aansluiten van een voeding van 230 Vac (vast aansluitpunt) ten behoeve van de bedieningskast; - het leveren, monteren en aansluiten van de bekabeling tussen de bedieningskast en het GBS. .01 VULLING OPENING PLAT DAK De atrium dakkap. 30.43.20-b

DAKLICHTKAP ELEMENT 0. VLAKKE HELLENDE PLAAT, BEGLAZINGSPROFIEL VIERZIJDIG Fabrikaat: Brakel Atmos b.v. Type: BA-4 S dakglasroedenconstructie, structurele beglazing vierzijdig ingeklemd. Vorm: lessenaarsdak. Hellingshoek (°): 3. Luchtdoorlatendheid: (NEN-EN 12152-02): klasse AE750. U raam (W/(m2.K): <= 3,8. Waterdichtheid (NEN-EN 12154-99): klasse RE750 metwatervoerend kanaal van 10 cm2.Beglazingsprofielen, (hoofdprofiel): BA6-serie. Deklijst (hoofdprofiel): structurele kitnaad. Tussenprofiel: BA6-D-serie. Deklijst (tussenprofiel): structurele kitnaad.Materiaal aluminiumlegering (NEN-EN 573-309): profielen EN AW-6063, lijstwerk EN AW-


87



30.43.20-b

DAKLICHTKAP ELEMENT (vervolg) 5754.Oppervlaktebehandeling: gemoffeld, tweelaagse polyester poedercoating, gemiddelde laagdikte (µm): 90, standaard RAL kleur. Beglazingselementen: isolerend dubbel glas metstructurele randafwerking, volgens hoofdstuk 34. Hulpstukken: - eindstuk - randlijst: geïsoleerd dubbelwandig aluminium. Toebehoren: - afdichtings-/aansluitingsvoorzieningen: - bevestigingsmiddelen: corrosievast staal .01 VULLING OPENING PLAT DAK De lichthof dakkap.

30.51

VLIESGEVELSYSTEMEN

30.51.12-a

METALEN VLIESGEVELPROFIEL 0. METALEN VLIESGEVELPROFIEL Fabrikaat: Schuco International K.G. Type: FW 50+. Luchtdoorlatendheid (Pa): 250. Waterdichtheid (NEN 2778-04) (Pa): 250. U raam (W/(m2.K): <= 3,8. Inbraakwerendheid: klasse 2. Sterkte en stijfheid (NEN 6702+a08) (Pa): volgens berekening fabrikant. Deklijst: - verticaal: 160620, H profiel; - horizontaal: 112720 rechthoekig h=15 mm. Materiaal: aluminiumlegering (NEN-EN 573-3-03): EN AW-6060. Oppervlaktebehandeling vliesgevel: moffelwerk met vooranodisatie. Kleur: RAL kleur volgens de kleurenen materialenstaat. Laagdikte (um): conform VMRG richtlijnen. Beglazingssysteem: droog met EPDM dichtingen. Hulpstukken: - zetwerken, aansluiten afwerkprofielen in dezelfde afwerking als de kozijnprofielen. Toebehoren: - anker: standaard - afdichtings-/aansluitingsvoorziening: standaard. - bevestigingsmiddelen: corrosievast staal. .01 BUITENWAND De vliesgevels als aangegeven op tekening.

30.61

TOURNIQUETS EN RONDLOOPDEUREN

30.61.10-a

TOURNIQUET 0. TOURNIQUET Fabrikaat: BOON EDAM B.V. Type: Tournex. Uitvoering: viervleugelig. Hoogte onder de kap (mm): 2400. Kaphoogte (mm): 600. Inwendige diameter (mm): 4800. Materiaal: roestvast staal. Oppervlaktebehandeling: geborsteld. Kuip: wandsegmenten van dubbel gebogen geïsoleerde beplating. Plafond en dak: roestvast staal.


88



30.61.10-a

TOURNIQUET (vervolg) Waterdicht bitumen en roestvast aluminium stofdek (binnen en buiten). Deurenstel: middenkolom zonder showcase, elektromechanisch collapsible en rondom tochtborstels. Beglazing deurvleugels blank gelaagd, dikte (mm): 8,76. Afsluiting: handbediende roldeuren in dichte uitvoering. Toebehoren: - zij- en bovenaansluiting: standaard. - signalering - stootbuffers - stootbuffers op roldeuren. - stootbuffers op kuip. - contrasterende glasstickers. - luchtgordijn, aansluiten op cv leidingen - matomranding: corrosievast staal. - droog- schoonloopmat, Storax. 3. TOURNIQUETAUTOMAAT Fabrikaat: Boon Edam B.V. Type: Tournex. Aandrijving: elektromechanisch, voeding 200-240 VAC - 50/60 Hz. Besturing: Programmeerbare Logisch Controlesysteem. Bediening: - passief infrarode bewegingsmelder boven dagopening. - veiligheidsnaald kuip (SRB). - veiligheidsnaald deurvleugel (SRD). - bovendorpel sensor (TRS). - eindstijl boon sensor (EBS). - voorstijlsensor(FSS). Toebehoren: - ingebouwde toerenbegrenzer. - extern bedieningstableau met sleutelschakelaar op de balie. - bediening luchtgordijn op de balie. - noodstopschakelaar met handreset aan binnenzijde. - noodstopschakelaar met handreset aan buitenzijde. - mindervalide pulsdrukkers aan binnen- en buitenzijde. - aangesloten op de brandmeldcentrale. .01 BUITENWAND Het tourniquet.

30.62

GARAGE- EN BEDRIJFSBUITENDEUREN

30.62.13-a

HORIZONTAAL SCHUIVENDE VOUWDEUR 0. HORIZONTAAL SCHUIVENDE VOUWDEUR Fabrikaat: Thole. Type: TholeGate type Guide. Dagbreedte (mm): volgend uit de tekeningen. Daghoogte (mm): volgend uit de tekeningen. Materiaal: staal. Staander: stalen kokerprofiel, 350x280 mm, wanddikte 6 mm. Hekvleugels: raamwerk van kokerprofiel, 60x60 mm, wanddikte 2 mm. Vulling: roosters conform overige gevelvullingen. Oppervlaktebehandeling (NEN-EN-ISO 1461-99): thermisch verzinkt. Afwerking: gepoedercoat in RAL kleur. Beveiliging: fotocel in de dag en 4 stuks contactlijsten.


89



30.62.13-a

HORIZONTAAL SCHUIVENDE VOUWDEUR (vervolg) Aandrijving: elektromachnetisch middels kortsluitanketmotor met rem en handremlichter. Besturing: fabrikaat Thole, geïntegreerd in de kolom. Voeding: 230 V. Toegangscontrole: spreekverbinding, kaartlezers geschikt voor Mondriaan-pas en lussen in terreinverharding aan beide zijden deur, geheel compleet en werkend aangesloten. .01 VULLING WANDOPENING, BUITEN De vouwdeuren t.p.v. de in-/uitrit van de parkeergarage stramien 11.

30.80

HANG- EN SLUITWERK

30.80.19-a

HANG- EN SLUITWERK 0. HANG- EN SLUITWERK Het leveren en aanbrengen van alle naar het oordeel van de directie benodigde hangen sluitwerken dient in de aannemingssom begrepen te zijn. Uitgangspunten: - slot: - fabrikaat: Nemef; - type: dagen nachtslot, loopslot, vrij- en bezetslot, kastslot e.d. afgestemd op de situatie, een en ander volgens nadere opgave opdrachtgever; - voorplaat/-sluitplaat c.q. sluitkom: corrosievast staal; - cilinderslot: - type: Europrofiel; - hele en halve cilinders: afgestemd op de situatie; - (hef)schuifdeuren: halve cilinder; - sleutels: 3 per slot; - krukken en schilden: - fabrikaat: Aritec BV - serie/model: Proline deurbeslag met langschild en U-model krukken - brandveilige uitvoering: bij brandwerende deuren; - deurknoppen/-grepen; - scharnieren: gelagerde corrosievast stalen uitvoering; - taatsdeurgarnituur en -beslag; - dievenpennen/-klauwen; - stootdoppen, vloermontage, rvs uitvoering (schoteltjes); - overige niet nader genoemde doch voor een goed, veilig en functioneel gebruik benodigde hangen sluitwerken; Het hangen sluitwerk in de klasse zwaar, SKG**, daar waar vereist volgens Bouwbesluit en volgens NEN 5087. In de aannemingssom dient mede begrepen te zijn de voor de hangen sluitwerken benodigde bevestigingsmiddelen alsmede e.d. die tot een goede en complete oplevering behoren. .01 HANG- EN SLUITWERKEN Ten behoeve van de beweegbare delen in de diverse bouwonderdelen.

30.80.35-b

DRANGER 0. DEURDRANGER NEN-EN 1154+w03) Fabrikaat: Dorma, leverancier S van Duin B.V. Type: Softline deurdranger, universele glijarm. Voor links en rechts draaiende deuren.


90



30.80.35-b

DRANGER (vervolg) Rechtlijnige overbrenging en afnemend openingsmoment. Bevestiging door middel van universele montageplaat. Instelbare sluitsnelheid en eindslag, hydraulisch instelbare openingsdemping. Type TS 93: - uitvoering: N, normaal. - bij dubbele deuren GSR, met sluitvolgorderegelaar. Zwaarte, afgestemd op gewicht deur. Montage op deurblad, scharnierzijde. Kleur afdekkap: volgens nadere opgave directie. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen: corrosievast stalen uitvoering. .01 BUITENDEUR De drangers op de zelfsluitende buitendeuren. .02 BINNENDEUR De drangers op de zelfsluitende deuren.

30.80.44-a

DEUR-/RAAMNAALDPROFIEL 0. DEURNAALDPROFIEL BINNEN/BINNEN Fabrikaat: Alprokon Aluminium. Type: P-deurnaald binnen/binnen uitvoering: 21: met grendels en slot. Deurdikte (mm): 40. Deurhoogte (mm): 2.315. Afstand hart kruk tot onderkant deur (mm): 1.050. Ruimte tussen de deuren (mm): 27. Sparing dagen/of nachtschoot, slot. Materiaal: aluminium. Oppervlaktebehandeling: mat satijn geanodiseerd. Afdichting in profiel: polypropyleen borstelstrip. Zichtbreedte deurnaaldprofiel (mm): 50. Zichtbreedte contraprofiel (mm): 40. Grendeluitslag (mm): 25. Bedieningshoogte espagnoletgreep (mm): 1050. Toebehoren: - sluitpot Ø 22 mm boven en onder. - voorgeboorde sluitplaten; - bevestigingsmiddelen corrosievast staal AISI 304. .01 BINNENDEUR De deurnaalden met kantschuiven ten behoeve van de dubbele binnendeuren, een en ander zoals op tekening staat aangegeven.

30.80.44-c

DEUR-/RAAMNAALDPROFIEL 0. DEURNAALDPROFIEL BRANDWEREND, AANSLAG / GRENDELS Fabrikaat: Alprokon Aluminium. Type: Ferno-Tec profielen met brandwerende expanderende materialen voor brandwerende dubbele deuren met sponning, uitvoering: 140. Brandwerendheid (NEN 6069+w05) (min): 60. Deurdikte (mm): 40. Deurhoogte (mm): 2.315. Ruimte tussen de deuren 17 mm. Afstand hart kruk tot onderkant deur (mm): 1.050. Materiaal: aluminium. Oppervlaktebehandeling: mat satijn geanodiseerd. Afdichting in profiel en contraprofiel: polypropyleen borstelstrip. Schuifgrendel-uitslag (mm): 25. Bedieningshoogte kantschuiven vanuit boven- en onderkant (mm): 600. Rookafdichtingprofiel in sponning bovendorpel, uitvoering 103.


91


30.80.44-c


DEUR-/RAAMNAALDPROFIEL (vervolg) Toebehoren: - sluitpot boven en onder, buitenmaat Ø 16 mm. - bevestigingsmiddelen corrosievast staal AISI 304. .01 BINNENDEUR De brandwerende deurnaalden (met kantschuif) ten behoeve van de dubbele binnendeuren, een en ander zoals op tekening staat aangegeven.


92



32

TRAPPEN EN BALUSTRADEN

32.00

ALGEMEEN

32.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90. VORM EN AFMETINGEN OP TEKENINGEN De diverse trappen en balustraden zijn in vorm en afmetingen in principe op tekening aangegeven. Indien de aannemer in verband met het fabricageproces, de sterkteberekeningen of anderszins hiervan wenst af te wijken of moet afwijken, moet zorg worden gedragen dat het uiterlijk in overeenstemming is met het op tekening aangegeven principe; een en ander geheel ten genoegen van de directie en zonder verrekening van kosten. 91. WERKEN VAN CORROSIEVAST STAAL Laswerk aan corrosievast staal dient hoogfrequent te worden uitgevoerd. Na het aanbrengen moeten alle in het zicht blijvende delen van de corrosievast stalen onderdelen over het volle oppervlak eenzelfde uiterlijk hebben. 92. CONTACTVLAKKEN MATERIALEN Contactvlakken tussen corrosievast staal en thermisch verzinkt staal alsmede tussen aluminium en (verzinkt) staal, vóór de montage voorzien van isolerende tussenlagen ter goedkeuring van de directie. 93. BEVESTIGINGSMIDDELEN De bevestigingsmiddelen dien aan het buitenklimaat worden blootgesteld, dienen te worden uitgevoerd in roestvast staal, kwaliteit AISI 316. 94. ZICHTLASSEN Zichtlassen uitvoeren over de volle lengte van de aansluiting/verbinding.

32.00.40


32.00.60

BOUWSTOFFEN: ALGEMEEN 90. HERSTELLINGEN IN DE VERZINKERIJ Bij thermisch te verzinken (NEN-EN-ISO 1461) onderdelen die verder in het zicht blijven, dient de verzinkerij hiervan op de hoogte te worden gesteld en dienen punten, druppels, ruwe plekken e.d. als gevolg van het verzinken in de verzinkerij te worden nagelopen en te worden bijgewerkt/hersteld.

32.12

WERKBESCHEIDEN

32.12.10-a

TEKENINGEN 0. TEKENINGEN Door de aannemer te vervaardigen tekeningen. Van de betreffende onderdelen (de productietekeningen). Deze tekeningen moeten tenminste bevatten: - overzichten en maatvoeringen, o.a. ten opzichte van systeemlijnen; - details, waaronder aansluitdetail op overige bouwonderdelen; - constructies, met de wijze en soort van bevestigingen; - de voorzieningen die in het werk moeten worden aangebracht voordat de trappen en balustraden kunnen


93



32.12.10-a

TEKENINGEN (vervolg) worden aangebracht; - verankeringen, bevestigingen, afwerkingen, toe te passen materialen, op te nemen onderdelen enz. Voor wat betreft de door de aannemer te vervaardigen tekeningen zie verder het gestelde in par. 01.05 van dit bestek. .01 TRAPPEN EN BALUSTRADEN Van alle in dit hoofdstuk beschreven trappen en balustraden dienen door de aannemer tekeningen te worden vervaardigd.

32.12.12-a

STATISCHE BEREKENING 0. STATISCHE BEREKENING Door de aannemer te vervaardigen statische berekening: - de voor de detaillering benodigde statische berekeningen. Als uitgangspunt voor de berekeningen aanhouden: - de NEN-normen uit de TGB 1990-reeks (NEN 6700 e.v.) en RB '82; - de specifieke gegevens als eventueel vermeld bij de betreffende onderdelen. Voor wat betreft de door de aannemer te vervaardigen berekeningen zie verder het gestelde in par. 01.05 van dit bestek. .01 TRAPPEN EN BALUSTRADEN Van alle in dit hoofdstuk beschreven trappen, balustraden en leuningen.

32.31

VASTE TRAPPEN

32.31.11-a

METALEN TRAP 0. METALEN TRAP Trapvorm: rechte steektrap met tussenbordessen. Uitvoering: gesloten. Verdiepingshoogte (mm): volgens tekening. Materiaal: - treden van gezette staalplaat; - overige stalen onderdelen in de kwaliteit S235JR/S275JR (NEN-EN 10025); - bevestigingsmiddelen, ankers e.d. in een roestvast stalen uitvoering kwaliteit A4 (AISI 316). Oppervlaktebehandeling: thermisch verzinkt overeenkomstig NEN-EN-ISO 1461-99. Afwerking: poedercoating, laagdikte minimaal 70 micrometer, standaard RAL kleur volgens kleurenen materialenstaat. Traponderdelen: - trapboom, ondersteunings-, draag-, opleg- en bevestigingsprofielen, kop- en voetplaten e.d.; - traptrede/weltrede, gemonteerd tussen de bomen; voorzien van antidreunmateriaal, Merford Regupal, type/dikte/gewicht afgestemd op situatie; - bordes, overeenkomstig de traptreden. - onderzijde trap, geperforeerde staalplaat, akoestische isolatie aan zichtzijde afgewerkt met akoestisch open zwart doek, geluidabsorptiecoëfficiënt (NEN-EN ISO-354-03) (alpha w): >= 0,90. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen, ankers, krimparme specie enz. 4. STELWERK TRAPPEN Bovenkant bovenste trede gelijk gesteld met bovenkant afgewerkte vloer. Ondersabeling: uitvoeren met krimparme specie.


94



32.31.11-a METALEN TRAP (vervolg) .01 VASTE TRAP De trap in het atrium. 32.31.11-b

METALEN TRAP 0. METALEN TRAP Trapvorm: rechte steektrap met tussenbordessen. Uitvoering: gesloten. Verdiepingshoogte (mm): volgens tekening. Materiaal: - treden, stalen antislip roostertreden; - overige stalen onderdelen in de kwaliteit S235JR/S275JR (NEN-EN 10025); - bevestigingsmiddelen, ankers e.d. in een roestvast stalen uitvoering kwaliteit A4 (AISI 316). Oppervlaktebehandeling: thermisch verzinkt overeenkomstig NEN-EN-ISO 1461-99. Afwerking: poedercoating, laagdikte minimaal 70 micrometer, standaard RAL kleur. Traponderdelen: - trapboom, ondersteunings-, draag-, opleg- en bevestigingsprofielen, kop- en voetplaten e.d.; - traptrede/weltrede, gemonteerd tussen de bomen; - bordes, overeenkomstig de traptreden. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen, ankers, krimparme specie enz. 4. STELWERK TRAPPEN Bovenkant bovenste trede gelijk gesteld met bovenkant afgewerkte vloer. Ondersabeling: uitvoeren met krimparme specie. .01 VASTE TRAP De buitentrap t.p.v. het restaurant.

32.43

KLIM- EN VALBEVEILIGINGEN

32.43.10-a

KLIM- EN VALBEVEILIGING 0. VALBEVEILIGING Fabrikaat: EuroSafe Solutions bv. Type: ManSafe Latchways. Materiaal: corrosievast staal (AISI 316). Aantal: afgestemd op dakvorm en dakafmeting, onderlinge afstand maximaal 6m. Toebehoren: - veiligheidsgordel met vanglijn en transfasteners, minimaal 2 stuks; - bevestigingsmiddelen. .01 KLIMVOORZIENING De veiligheidsvoorzieningen ten behoeve van onderhoud en inspecties van de dakvlakken.

32.51

BALUSTRADEN

32.51.11-a

METALEN BALUSTRADE 0. METALEN BALUSTRADE Type: spijlenhek. Materiaal: - hoofdleuning van naadloze corrosievast stalen buisprofielen, kwaliteit AISI 316 Ti, geslepen (korrel 320); - overige stalen onderdelen in de kwaliteit S235JR/S275JR (NEN-EN 10025); - bevestigingsmiddelen, ankers e.d. in een corrosievast stalen uitvoering kwaliteit A2 (AISI


95



32.51.11-a

METALEN BALUSTRADE (vervolg) 304). Afwerking stalen onderdelen: poedercoating, standaard RAL kleur. Onderdelen: - balusters: stripstaal 60x8mm, voorzien van voetplaten, leuningdragers e.d.; - spijlen: stripstaal 60x8mm; - bovenregel/onderregel: stripstaal 60x8mm; - hoofdleuning: diameter 42mm, wanddikte 3mm. Toebehoren: - ankers, krimparme specie e.d.; - bevestigingsmiddelen. .01 BALUSTRADE Langs de open zijden van de hoofdtrap in het atrium inclusief: - aansluitende bordesvloeren; - schalmgaten; - vides; een en ander zoals op tekening staat aangegeven.

32.51.11-b

METALEN BALUSTRADE 0. METALEN BALUSTRADE Type: balustrade/leuning. Materiaal: - hoofdleuning van naadloze corrosievast stalen buisprofielen, balusters van stripstaal, kwaliteit AISI 316 Ti, geslepen (korrel 320); - bevestigingsmiddelen, ankers e.d. in een corrosievast stalen uitvoering kwaliteit A2 (AISI 304). Onderdelen: - balusters: volgens details, voorzien van voetplaten, leuningdragers e.d.; - bovenregel/hoofdleuning: diameter 42mm, wanddikte 3mm; Toebehoren: - bevestigingsmiddelen. .01 BALUSTRADE Op de getimmerde balustraden, een en ander zoals op tekening staat aangegeven.

32.51.11-c

METALEN BALUSTRADE 0. METALEN BALUSTRADE Type: spijlenhek. Materiaal: - stalen onderdelen in de kwaliteit S235JR/S275JR (NEN-EN 10025); - bevestigingsmiddelen, ankers e.d. in een corrosievast stalen uitvoering kwaliteit A2 (AISI 304). Afwerking stalen onderdelen: poedercoating, kleur (RAL) volgens kleurenen materialenstaat. Onderdelen: - balusters: stripstaal 60x8mm, voorzien van voetplaten, leuningdragers e.d.; - spijlen: stripstaal 60x8mm; - bovenregel/onderregel: stripstaal 60x8mm; Bijbehorende onderdelen: - muurleuning: overeenkomstig de bovenregel. Toebehoren: - ankers, krimparme specie e.d.; - lichtarmatuuromkleding van perspex, uitvoering volgens tekening; - bevestigingsmiddelen.


96


32.51.11-c


METALEN BALUSTRADE (vervolg) .01 BALUSTRADE Langs de open zijden van de: - lichthof; - loopbruggen; - aansluitende vloeren; - schalmgaten; - vides; een en ander zoals op tekening staat aangegeven. .02 BALUSTRADE Langs de open zijden van de overige trappen binnen inclusief: - aansluitende bordesvloeren; - schalmgaten; - vides; een en ander zoals op tekening staat aangegeven.

32.51.11-d

METALEN BALUSTRADE 0. METALEN BALUSTRADE Type: paneelhek. Materiaal: - stalen onderdelen in de kwaliteit S235JR/S275JR (NEN-EN 10025). Afwerking stalen onderdelen: poedercoating, kleur (RAL) volgens kleurenen materialenstaat. Onderdelen: - balusters: stripstaal 60x8mm, voorzien van voetplaten; - bovenregel/onderregel: stripstaal 60x8mm; - spijlen: stripstaal 60x8mm; Toebehoren: - ankers, krimparme specie e.d.; - bevestigingsmiddelen. .01 BALUSTRADE Langs de vrije zijden van de hellingbaan en aansluitend hoger gelegen maaiveld.

32.51.11-e

METALEN BALUSTRADE 0. METALEN BALUSTRADE Type: spijlenhek. Materiaal: - stalen onderdelen in de kwaliteit S235JR/S275JR (NEN-EN 10025); - bevestigingsmiddelen, ankers e.d. in een corrosievast stalen uitvoering kwaliteit A2 (AISI 304). Oppervlaktebehandeling: thermisch verzinkt overeenkomstig NEN-EN-ISO 1461-99. Afwerking stalen onderdelen: poedercoating, kleur (RAL) volgens kleurenen materialenstaat. Onderdelen: - balusters: stripstaal 70x8mm, voorzien van voetplaten, leuningdragers e.d.; - spijlen: stripstaal 70x8mm; - bovenregel/onderregel: stripstaal 70x8mm. Toebehoren: - ankers, krimparme specie e.d.; - bevestigingsmiddelen. .01 BALUSTRADE Langs de open zijden van de overige trappen buiten inclusief: - aansluitende bordesvloeren; - aansluiting op gevel; - aansluitende hoogteverschillen; een en ander zoals op tekening staat aangegeven.


97



LEUNINGEN

32.52.10-a

LEUNINGPROFIEL 0. LEUNINGPROFIEL Profiel: buisprofiel. Materiaal: - naadloze stalen buisprofielen, staalkwaliteit S275J2H (NEN-EN 10210); - bevestigingsmiddelen, ankers e.d. in een corrosievast stalen uitvoering kwaliteit A4 (AISI 316). Afmetingen (mm): diameter 40mm, wanddikte 4mm. Oppervlaktebehandeling: thermisch verzinkt overeenkomstig NEN-EN-ISO 1461-99. Toebehoren: - leuningdrager, bochtstukken e.d.; - bevestigingsmiddelen. .01 GELEIDINGSELEMENT De aanlijnvoorzieningen tussen de glazen lessenaarsdakvlakken.


98



33

DAKBEDEKKINGEN

33.00

ALGEMEEN

33.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90. VOORSCHRIFTEN De in het bestek voorgeschreven baanvormige dakbedekkingen dienen te worden uitgevoerd volgens een geldig BDA Certificaat van Technische Goedkeuring (CTG) of KOMO attest-met-certificaat. In die gevallen dat geen CTG voor een dakbedekkingssysteem beschikbaar is zijn bij de uitvoering van de baanvormige dakbedekkingen van toepassing, de BDA uitvoerings- en detailregels zoals opgenomen in het BDA-dakboekje (laatste uitgave), opgesteld door BDA Dakadvies B.V. of de Vebidak uitvoeringsbepalingen.

33.00.30

INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN 90. VERSTREKKING CERTIFICATEN, RAPPORTEN E.D. Alle onderzoeksrapporten, CTG's, bouwfysische berekeningen e.d. met betrekking tot de uitvoering van dakbedekkingen dienen door de aannemer in 2-voud aan de directie te worden verstrekt, vóór de aanvang van de werkzaamheden aan de betreffende onderdelen.

33.00.40


33.12


33.12.10-a

TEKENINGEN 0. TEKENINGEN Door de aannemer te vervaardigen tekeningen. Van het legplan en eventueel afschotplan van de dakbedekkingssystemen, waarin de compartimenten zijn aangegeven. De compartimenten afstemmen op maximale dagproductie. Voor wat betreft de door de aannemer te vervaardigen tekeningen zie verder het gestelde in par. 01.05 van dit bestek. .01 PLAT DAK Van de dakbedekkingssystemen.

33.12.20-a

STATISCHE BEREKENING 0. STATISCHE BEREK. BEVEST. DAKBEDEKKING (NEN 6707+c02) Door de aannemer te vervaardigen statische berekening voor de bevestiging van de dakbedekking. Waarin wordt aangetoond dat toe te passen dakbedekkingssystemen voldoende weerstand bieden tegen windbelasting. Belastingen, als uitgangspunt voor de berekeningen aanhouden: - NEN 6702 en NEN 6707, rekening houdend met geografische ligging van het werk, gebouwhoogte, de diverse dakzone's, stuwkrachten enz.; - de windvastheid van de diverse rand-, midden- en hoekzones bepalen volgens NEN 6707/NPR 6708. De berekeningen dienen zich mede uit te strekken over de sterkte, hoeveelheid, plaats e.d. van mechanische bevestigingspunten alsmede over de afmetingen en uitvoering van eventuele ballastlagen. De berekeningen voorzien van schematische figuren ter


99



33.12.20-a

STATISCHE BEREKENING (vervolg) ondersteuning/aanduiding daarvan. Voor wat betreft de door de aannemer te vervaardigen berekeningen zie verder het gestelde in par. 01.05 van dit bestek. .01 DAKBEDEKKINGSSYSTEMEN Van alle dakbedekkingssystemen.

33.33

BITUMINEUZE DAKBEDEKKINGEN

33.33.19-a

INTEGRAAL BITUMINEUS DAKBEDEKKINGSSYSTEEM, MECH. BEVEST. 0. WD-BM05: GEISOLEERD (MW), TWEE LAGEN, TOPLAAG GEBRAND Bestaande uit: - dampremmende laag, losgelegd, voorzien van dakvlakcompartimentering overeenkomstig de DuBomaatregelen, µd >= 200m; - isolatie, indirect mechanisch bevestigd patroon: verspringende naden. - bitumineuze onderlaag, mechanisch bevestigd (metaalbesparend overeenkomstig DuBo-maatregelen). aantal bevestigingen volgens NEN 6702, NEN 6707 en NPR 6708. - bitumineuze toplaag, volledig gebrand aangebracht op een steenachtige onderconstructie. Het integrale dakbedekkingssysteem moet aangebrachtworden door een Wédéflex Established dealerovereenkomstig de Wédéflex Established systematiek. Na uitvoering verstrekt deze het Wédéflex Establishedverzekerde garantiecertificaat (GSN-MVGD02). 4. POLYESTERMAT GEWAPENDE DAKBAAN (BRL 1511-2+w08) Fabrikaat: Wédéflex. Type: Wédémec. Materiaal: - Met polyestermat gewapende dakbaan, samenstelling: 460P14. Onderlaag van APP gemodificeerde bitumendakbaan met een inlage, bestaande uit een polyestermat. Dikte (mm): 2,5. Met polyestermat gewapende dakbanen leveren onder KOMO-productcertificaat. 5. MINERALE WOL DAKPLAAT (BRL 1309+w07) Materiaal: steenwol (MWR). Afschotplaat. Rc-waarde (m2.K/W): 4,0. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen: indirecte bevestiging. Minerale wol dakplaten leveren onder KOMO-attest-met-productcertificaat. 6. BITUMINEUZE DAKBAAN Fabrikaat: Wédéflex. Type: Wédébase 446. Materiaal: - onderlaag van APP gemodificeerde gebitumineerde glasvlies, aan de onderzijde gecacheerd met een polyestermat. Code: 446P60. Drager materiaal: polyestermat. Afwerking onderzijde: polyestermat. Afwerking bovenzijde: polyethyleenfolie. Dikte (mm): 2. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen:


100



33.33.19-a

INTEGRAAL BITUMINEUS DAKBEDEKKINGSSYSTEEM, MECH. BEVEST. (vervolg) mechanische bevestigingsmiddelen. De bitumineuze dakbanen leveren onder KOMO attestmet-productcertificaat en KOMO-keurmerk (BRL 1511). 7. BITUMINEUZE DAKBAAN Fabrikaat: Wédéflex. Type: Wédéflex CRT mineral. Materiaal: - APP gemodificeerde bitumendakbaan met een composiet inlage, bestaande uit polyestermat, glasvlies en een polyestermat, afgestrooid met leislag. Code: 4646K24. Afwerking onderzijde: extra coating en brandfolie. Afwerking bovenzijde: afgestrooid met fijn mineraal. Kleur: zwart. Dikte (mm): 4. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen: gebrand. Bitumineuze dakbanen leveren onder KOMO attest-metproductcertificaat en KOMO-keurmerk (BRL 1511). .01 PLAT DAK Het integrale dakbedekkingssysteem op het platte daken incl. goten. .02 VLOER, BUITEN De waterdichting onder de natuursteen bekledingen onder de puien (volledig verkleefd aanbrengen i.p.v. mechanisch bevestigen)

33.35

DAKDETAILS

33.35.11-a

BITUMINEUS DAKBEDEKKINGSSYSTEEM, DAKDETAIL 0. DAKDETAILS De dakrandafwerking en de in het dakbedekkingssysteemopgenomen dakdetails moet worden uitgevoerdovereenkomstig de Wédéflex Established systematiek. 4. BITUMINEUZE DAKBAAN Fabrikaat: Wédéflex. Type: Wédéflex afwerkstroken: - materiaal: als omschreven bij de toplaag van het Wédéflex bitumineus dakbedekkingssysteem (33.33.19). .01 PLAT DAK De (extra) stroken dakbedekking ter plaatse van de aansluitingen van dakbedekkingen bij hemelwaterafvoeren alsmede bij dakdoorvoeren, lichtkappen, gootopstanden, ondersteuningsconstructies e.d.

33.38

OP TE NEMEN ONDERDELEN, BAANVORMIGE DAKBEDEKKINGEN

33.38.19-a

SPUWER/OVERLOOPSIGNALERING 0. SPUWER/OVERLOOPSIGNALERING Uitvoering: plakplaat met aangesoldeerde uitloop. Materiaal: blad- en buislood, dikte 2,64mm (zwart). Afmetingen (mm): volgens tekening, uitloop afgestemd op steenafmetingen en lagenmaat .01 SPUWER Opgenomen in de bitumineuze dakbedekkingen, plaats en aantal volgens tekening.


101



33.38.21-a

BALLAST/DAKAANKLEDING, BETONTEGEL 0. BALLAST/DAKAANKLEDING, TEGELS Tegelgewicht (kg/m2): volgens berekening te bepalen. Op tegeldragers aangebracht. Voor het nivelleren van hoogteverschillen vulplaatjes toepassen. 1. DAKTEGEL (BRL 2315+w08) Type: vierkant. - met vellingkant. - met middennok. Dikte (mm): volgens berekening. Lengte x breedte (mm): 300x300. Kleur: grijs. Deklaag/structuur: vlak beton. Toebehoren: - tegeldrager: - plakzegels diameter 110mm - dik4mm; - vulplaatjes van EPDM-rubber (hardheid 60° Shore A); - halve c.q. gezaagde pastegels. Dakterrastegels leveren onder KOMO-productcertificaat. .01 PLAT DAK De dakbestrating/looppaden c.q. staptegels op de dakvlakken ten behoeve van inspectie en/of onderhoud aan installatieonderdelen e.e.a. volgens tekening.


102



34

BEGLAZING

34.00

ALGEMEEN

34.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90. VAN TOEPASSING ZIJNDE VOORSCHRIFTEN De navolgende voorschriften en richtlijnen zijn van toepassing: - NEN 3569, Veiligheidsbeglazing in gebouwen; - Kwaliteitseisen en adviezen voor metalen ramen, deuren en gevels, samengesteld en uitgegeven door de Vereniging Metalen Ramen en Gevelbranche (VMRG); - Op de uitvoering van het glaswerk: Basisverf- en glasbestek 2006 voor Nieuwbouw- en Onderhoudswerkzaamheden.

34.00.30

INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN 90. ALGEMEEN De beglazingen met betrekking tot: - de tourniquet; zijn reeds bij de betreffende onderdelen in hoofdstuk 30 van dit bestek aangegeven.

34.00.40


34.12

WERKBESCHEIDEN

34.12.20-a

STATISCHE BEREKENING 0. STATISCHE BEREKENING Door de aannemer te vervaardigen statische berekening: - van de beglazing. Voor zover geen of slechts een minimum glasdikte is aangegeven dient het bepalen hiervan door de fabrikant/leverancier van het glas te geschieden volgens NPR 3599, NEN 2608, NEN 3569 en volgens de voor de betreffende onderdelen van toepassing zijnde NEN-normen uit de TGB 1990 reeks (NEN 6700 e.v.), met een minimum dikte van 4 mm ongeacht de afmetingen van de ruit. Bij isolerend dubbelglas dient tevens de binnen- en buitenruit van ongelijke dikte te zijn. Voor wat betreft de door de aannemer te vervaardigen berekeningen zie verder het gestelde in par. 01.05 van dit bestek. .01 BEGLAZINGEN Voor alle in dit hoofdstuk beschreven beglazingen.

34.32

GELAAGD GLAS

34.32.10-a

GELAAGD GLAS, BEGLAZING MET KIT EN GLASLATTEN 0. GELAAGD GLAS Type: veiligheidsglas (NEN 3569). Dikte (mm): 44.A2 Rw >= 37 dB. Kleur: blank. 1. DRUKVEREFFENEND BEGLAZINGSSYSTEEM K (NPR 3577+c08) Beglazingssysteem: van binnen uit/buitenaf, afhankelijk van de situatie. Beglaasd met kit, rugvullingsmateriaal en glaslatten. Steun-, stel-, en glaslatblokjes in de sponning gelijmd.


103



34.32.10-a

GELAAGD GLAS, BEGLAZING MET KIT EN GLASLATTEN (vervolg) 4. BEGLAZINGSKIT Type: elastisch. Materiaal: een component polysulfide. Kleur: ter goedkeuring van de directie. Toebehoren: - voorstrijk-/hechtmiddel; - rugvullingsmateriaal: polyethyleen schuimband met gesloten cellen; - steun-/stel- en spatieblokjes: polychloropreen, hardheid 75° Shore A. Kwaliteit overeenkomstig: K25. .01 BINNENKOZIJN/-PUI De te beglazen glasopeningen van de binnenkozijnen en bijbehorende beweegbare delen volgens de kozijnstaat.

34.32.10-b

GELAAGD GLAS, BEGLAZING MET KIT EN GLASLATTEN 0. GELAAGD GLAS Fabrikaat: AGC Flat Glass Nederland. Type: Pyrobelite, brandwerend gelaagd glas voor vlamdichtheid en thermische isolatie betrokken op temperatuur. Dikte (mm): 7 / 12. Kleur: blank. Brandwerendheid (NEN 6069+w05) (min): 30/60. 1. DRUKVEREFFENEND BEGLAZINGSSYSTEEM K (NPR 3577+c08) Beglazingssysteem: van binnen uit. Beglaasd met kit, rugvullingsmateriaal en glaslatten. Steun-, stel-, en glaslatblokjes in de sponning gelijmd. 4. BEGLAZINGSKIT Fabrikaat: geheel volgens voorschriften van de glasfabrikant. Type: idem. Kleur: ter goedkeuring van de directie. .01 BINNENKOZIJN/-PUI De brandwerend te beglazen glasopeningen van de binnenkozijnen en bijbehorende beweegbare delen.

34.32.10-c

GELAAGD GLAS, BEGLAZING MET KIT EN GLASLATTEN 0. GELAAGD GLAS Type: veiligheidsglas (NEN 3569) in gelaagde of geharde uitvoering. Dikte (mm): door berekening te bepalen met een minimum van 6mm. Kleur: blank. 1. DRUKVEREFFENEND BEGLAZINGSSYSTEEM K (NPR 3577+c08) Beglazingssysteem: van binnen uit/buitenaf, afhankelijk van de situatie. Beglaasd met kit, rugvullingsmateriaal en glaslatten. Steun-, stel-, en glaslatblokjes in de sponning gelijmd. 4. BEGLAZINGSKIT Type: elastisch. Materiaal: een component polysulfide. Kleur: ter goedkeuring van de directie. Toebehoren: - voorstrijk-/hechtmiddel; - rugvullingsmateriaal: polyethyleen schuimband met gesloten cellen; - steun-/stel- en spatieblokjes: polychloropreen, hardheid 75° Shore A. Kwaliteit overeenkomstig: K25.


104


34.32.10-c


GELAAGD GLAS, BEGLAZING MET KIT EN GLASLATTEN (vervolg) .01 BINNENKOZIJN/-PUI De te beglazen glasopeningen van de binnenkozijnen en bijbehorende beweegbare delen voorzover geen andere glassoort is aangegeven.

34.33

MEERBLADIG ISOLEREND GLAS

34.33.10-a

MEERBLADIG ISOLEREND GLAS, BEGLAZING MET KIT EN GLASLATTEN 0. ISOLEREND DUBBELGLAS (BRL 2201-06) Type: dubbelglas met eenzijdig een akoestisch gelamineerd blad. U-waarde (W/(m2.K)): <= 1,1. Opbouw (mm): 10-24-44.A2 Rw >= 45 dB Kleur: blank. Isolerend dubbelglas leveren onder KOMO-productcertificaat. Maattolerantie: volgens NEN 2881, bijlage C. 1. BEGLAZING MET KIT EN GLASLATTEN Beglazingssysteem: van buitenaf. Beglaasd met kit, rugvullingsmateriaal en glaslatten. Steun-, stel-, en glaslatblokjes in de sponning gelijmd. 4. BEGLAZINGSKIT (BRL 2801+w99) Type: klasse G 25 LM. Materiaal: thiokol polysulfide. Kleur: ter goedkeuring van de directie. Toebehoren: - voorstrijk-/hechtmiddel; - rugvullingsmateriaal: polyethyleen schuimband met gesloten cellen; - steun-/stel- en spatieblokjes: polychloropreen, hardheid 75° Shore A. Beglazingskitten leveren onder KOMO-productcertificaat. .01 VULLING WANDOPENING, BINNEN De beglazing binnen, restaurant 1e verdieping / beglazing zorgcentrum - atrium. .02 VULLING WANDOPENING, BINNEN De beglazing binnen bij verblijfsruimten skills nabij koelmachine op derde verdieping.

34.33.20-a

MEERBLADIG ISOLEREND GLAS, BEGLAZING MET BEGLAZINGSPROFIELEN 0. ZONBEHEERSEND WARMTEREFL. DUBBELGLAS (BRL 2203+w99) Fabrikaat: SAINT-GOBAIN GLASS. Type: CLIMAPLUS Coollite SKN165 Silence, 36/43 AST. Opbouw: - 10-15 (argon) -55A2 Rw (C;Ctr) 43 (-1;-4) Ra wegverkeer 38,6 dB(A) laboratoriumwaarde TNO rapport (zonwerende coating Coollite SKN 165 op zijde 2. Randafdichting: tweevoudig gekit met metalenbuisprofiel als afstandhouder, droogmiddel inafstandhouder opgenomen. Opbouw (mm): - volgens NEN 2608; - binnenblad en buitenblad: veiligheidsglas indien vereist conform (NEN 3569) anders floatglas (NEN 3264); - weerstandsklasse: 2, voor alle van buitenaf bereikbare plaatsen. Kleur: neutraal. U-waarde (NEN-EN 673+w03) (W/(m2.K)): 1,1. Daglichttoetreding (NEN-EN 410-98) (Tl) (%): 60.


105



34.33.20-a

MEERBLADIG ISOLEREND GLAS, BEGLAZING MET BEGLAZINGSPROFIELEN (vervolg) Zontoetreding: 0,32. Zonbeheersend warmtereflecterend dubbelglas leveren onder KOMO-attest-met-productcertificaat. 1. DRUKVEREFFENEND BEGLAZINGSSYSTEEM P (NPR 3577+c08) Beglazingssysteem: van binnen uit. Beglaasd met rubberprofiel en glaslatten. Steun-, stel-, en glaslatblokjes in de sponning gelijmd. Structurele voegen: speciale siliconenrubberkit welke geen etsende invloed heeft op de afstandhouders, glas, metaalcoating e.d. en zodanig dat deze duurzaam bestand is tegen de middels berekeningen te bepalen belastingen. .01 BUITENKOZIJN/-PUI De te beglazen glasopeningen van de buitenkozijnen en bijbehorende beweegbare delen in de zuidwest en noordwestgevel.

34.33.20-b

MEERBLADIG ISOLEREND GLAS, BEGLAZING MET BEGLAZINGSPROFIELEN 0. ZONBEHEERSEND WARMTEREFL. DUBBELGLAS (BRL 2203+w99) Fabrikaat: SAINT-GOBAIN GLASS. Type: CLIMAPLUS Coollite SKN165 Akoestic, 28/35L. Opbouw: - 8-15 (argon) -5 Rw (C;Ctr) 35 (-1;-4) Ra wegverkeer 30,8 dB(A) laboratoriumwaarde TNO rapport (zonwerende coating Coollite SKN 165 op zijde 2. Randafdichting: tweevoudig gekit met metalenbuisprofiel als afstandhouder, droogmiddel inafstandhouder opgenomen.Opbouw (mm): - volgens NEN 2608; - binnenblad en buitenblad: veiligheidsglas indien vereist conform (NEN 3569) anders floatglas (NEN 3264); - weerstandsklasse: 2, voor alle van buitenaf bereikbare plaatsen. Kleur: neutraal. U-waarde (NEN-EN 673+w03) (W/(m2.K)): 1,1. Daglichttoetreding (NEN-EN 410-98) (Tl) (%): 60. Zontoetreding: 0,32. Zonbeheersend warmtereflecterend dubbelglas leveren onder KOMO-attest-met-productcertificaat. 1. DRUKVEREFFENEND BEGLAZINGSSYSTEEM P (NPR 3577+c08) Beglazingssysteem: van binnen uit. Beglaasd met rubberprofiel en glaslatten. Steun-, stel-, en glaslatblokjes in de sponning gelijmd. .01 BUITENKOZIJN/-PUI De te beglazen glasopeningen van de buitenkozijnen van de zuidoost en noordoostgevel alsmede de atriumgevel op de derde verdieping grenzend aan de technische buitenruimte met koelmachine.

34.33.20-c

MEERBLADIG ISOLEREND GLAS, BEGLAZING MET BEGLAZINGSPROFIELEN 0. ZONBEHEERSEND WARMTEREFL. DUBBELGLAS (BRL 2203+w99) Fabrikaat: SAINT-GOBAIN GLASS. Type: SGG CLIMAPLUS, COOL-LITE SKN 165 B. Gecombineerd met Emalite Evolution 70200. Randafdichting: tweevoudig gekit met metalen buisprofiel als afstandhouder, droogmiddel in afstandhouder opgenomen. Opbouw (mm):


106


34.33.20-c


MEERBLADIG ISOLEREND GLAS, BEGLAZING MET BEGLAZINGSPROFIELEN (vervolg) - volgens NEN 2608; - binnenblad en buitenblad: veiligheidsglas indien vereist conform (NEN 3569) anders floatglas (NEN 3264); - weerstandsklasse: 2, voor alle van buitenaf bereikbare plaatsen. Spouwbreedte (mm): 15. Coating glasblad: positie 2. U-waarde (NEN-EN 673+w03) (W/(m2.K)): 1,1. Zonbeheersend warmtereflecterend dubbelglas leveren onder KOMO-attest-met-productcertificaat. 1. DRUKVEREFFENEND BEGLAZINGSSYSTEEM P (NPR 3577+c08) Beglazingssysteem: van binnen uit. Beglaasd met rubberprofiel en glaslatten. Steun-, stel-, en glaslatblokjes in de sponning gelijmd. .01 BUITENKOZIJN/-PUI De Emalite (ondoorzichtige delen) in de gevelkozijnen.

34.33.20-d

MEERBLADIG ISOLEREND GLAS, BEGLAZING MET BEGLAZINGSPROFIELEN 0. ZONBEHEERSEND WARMTEREFL. DUBBELGLAS (BRL 2203+w99) Fabrikaat: SAINT-GOBAIN GLASS. Type: CLIMAPLUS Coollite SKN165 Silence, 36/43 AST. Opbouw: - 10-15 (argon) -55A2 Rw (C;Ctr) 43 (-1;-4) Ra wegverkeer 38,6 dB(A) laboratoriumwaarde TNO rapport (zonwerende coating Coollite SKN 165 op zijde 2. Randafdichting: tweevoudig gekit met metalenbuisprofiel als afstandhouder, droogmiddel inafstandhouder opgenomen. Opbouw (mm): - volgens NEN 2608; - binnenblad en buitenblad: veiligheidsglas indien vereist conform (NEN 3569) anders floatglas (NEN 3264); - weerstandsklasse: 2, voor alle van buitenaf bereikbare plaatsen. Kleur: neutraal. U-waarde (NEN-EN 673+w03) (W/(m2.K)): 1,1. Daglichttoetreding (NEN-EN 410-98) (Tl) (%): 60. Zontoetreding: 0,25. Verweekbarheidstemperatuur glas: >= 143 graden Celsius. Zonbeheersend warmtereflecterend dubbelglas leveren onder KOMO-attest-met-productcertificaat. 1. DRUKVEREFFENEND BEGLAZINGSSYSTEEM P (NPR 3577+c08) Beglazingssysteem: van binnen uit. Beglaasd met rubberprofiel en glaslatten. Steun-, stel-, en glaslatblokjes in de sponning gelijmd. Structurele voegen: speciale siliconenrubberkit welke geen etsende invloed heeft op de afstandhouders, glas, metaalcoating e.d. en zodanig dat deze duurzaam bestand is tegen de middels berekeningen te bepalen belastingen. .01 HELLEND DAK De te beglazen glasopeningen van het lessenaarsglasdak boven het atrium en de lichthof.


107



35

NATUUR- EN KUNSTSTEEN

35.00

ALGEMEEN

35.00.10

BEGRIPPEN: ALGEMEEN 09. TEGELWERK VAN NATUURSTEEN Natuursteen tegelwerken opgenomen in hoofdstuk 41. 90. GEZOET Onder gezoet wordt verstaan: Het oppervlak vertoont een kleine, lichte weerspiegeling en is effen en mat. Er zijn bijna geen zichtbare groeven aanwezig.

35.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90. UITVOERING ALGEMEEN Het leveren en aanbrengen van natuursteen onderdelen dient door een in deze branche gerenommeerde firma, dit ter beoordeling van de directie, te worden uitgevoerd.

35.00.40


35.19


35.19.10-a

TEKENINGEN 0. TEKENINGEN De door de aannemer te vervaardigen productietekeningen moeten ten minste bevatten: - overzichten en maatvoeringen, o.a. ten opzichte van systeemlijnen; - vervaardigings- en maattoleranties; - details, waaronder aansluitdetails op overige bouwonderdelen; - constructie, samenstelling, met de wijze en soort van bevestigingen, verankeringen e.d.; - op te nemen onderdelen, voorzieningen e.d., zowel in het natuursteen als in de aansluitende bouwonderdelen; - toe te passen materialen, kwaliteiten, afwerkingen enz. Voor wat betreft de door de aannemer te vervaardigen tekeningen zie verder het gestelde in par. 01.05 van dit bestek. .01 NATUURSTEEN Van alle in dit hoofdstuk omschreven onderdelen.

35.34

NATUURSTEEN BLOKKEN, PLATEN EN BANDEN

35.34.10-a

NATUURSTEEN BLOK/PLAAT 0. NATUURSTENEN VENSTERBANK Fabrikaat: Nibo-Stone Van Nieuwenborg BV. Type: Nibo Hardsteen. Kleur: blauw/grijs. Lengte (mm): volgend uit de tekeningen. Breedte (mm): volgend uit de tekeningen. Dikte (mm): 20. Oppervlak: bovenzijde en voorzijde gepolijst. Toebehoren: - afgewerkte koppen aan vensterbank van ca. 70 mm breedte .


108



35.34.10-a

NATUURSTEEN BLOK/PLAAT (vervolg) - kleine inkeping tweezijdig aan kopzijde. - verstekhoek aan kopzijde. - schuine kant aan kopzijde. - afgewerkte achterzijde. - beschermfolie. Te verstrekken gegevens: - van de natuursteen een bewijs van herkomst. 4. STELWERK IN MORTEL Bevestigingsmiddelen en ankers geheel aangewerkt met mortel. .01 VENSTERBANK De vensterbanken volgend uit de tekeningen.

35.34.10-b

NATUURSTEEN BLOK/PLAAT 0. NATUURSTEEN PLAAT Steensoort: Chinees basalt. Afmetingen (mm): - dikte: 30; - lengtexbreedte (mm): volgens tekening. Oppervlaktebehandeling: gebrand G684. Toebehoren: - ankers: corrosievast staal. - bevestigingsmiddelen: corrosievast staal. Te verstrekken gegevens: - van de natuursteen een bewijs van herkomst. 4. NATUURSTEEN OP ANKERS Verankering: volgens details. Systeem: open. Isolatie: zie hoofdstuk 22. .01 BINNENWAND De binnenwandafwerkingen met bijbehorende onderdelen in de centrale hal. .02 BUITENWAND De buitenwandafwerkingen met bijbehorende onderdelen.

35.34.10-c

NATUURSTEEN BLOK/PLAAT 0. NATUURSTEEN PLAAT Steensoort: Chinees basalt. Afmetingen (mm): - dikte: 30; - lengtexbreedte (mm): volgens tekening. Oppervlaktebehandeling: gebrand G684. Toebehoren: - ankers: corrosievast staal. - bevestigingsmiddelen: corrosievast staal. Te verstrekken gegevens: - van de natuursteen een bewijs van herkomst. 4. STELWERK IN MORTEL Bevestigingsmiddelen en ankers geheel aangewerkt met mortel. Samenstelling: in overleg met de directie en de uitvoerende firma te bepalen, waarbij in principe gerekend moet worden op 1 deel cement, 3 delen zand en 0,25 deel kalk. Isolatie: zie hoofdstuk 22. 6. VOEGMORTEL, CEMENTGEBONDEN Samenstelling: in overleg met de directie en de uitvoerende firma te bepalen. .01 VRIJDRAGENDE VLOER, BUITEN De horizontale/hellende natuursteen afwerking langs de gevel, volgens tekening.


109



35.34.29-a

VLOERTEGELWERK MET MORTEL, NATUURSTEEN TEGEL 0. VLOERTEGELWERK MET MORTEL Ondergrond: beton. Patroon: standaard, in een nader door de directie aan te geven voegverdeling. Voegbreedte (mm): nader door de directie te bepalen. Oppervlaktegroep overeenkomstig STABU Standaard, hfst. 41, bijlage A: 1. 1. NATUURSTEEN TEGEL Steensoort: Chinees basalt. Vorm/afmetingen: volgens kleurenen materialenstaat. Oppervlaktebehandeling: gebrand, G684. Speciale tegels: - traptrede tegels. Te verstrekken gegevens: - van de natuursteen een bewijs van herkomst. 4. ZETMORTEL, CEMENTGEBONDEN Samenstelling in volumedelen: in overleg met de directie en de uitvoerende firma te bepalen, waarbij in principe gerekend moet worden op 1 deel cement, 3 delen zand en 0,25 kalk. Bindmiddel, cement (NEN-EN 197-1+a07): CEM I. Toebehoren: - over het volledige oppervlak wapeningsnetten FeB 500 (NEN 6008), maaswijdte 150x150mm, diameter 4mm, overlappen minimaal 200mm, aan te brengen in de zetmortel als bovenwapening met een dekking van 15mm; ter plaatse van dilatatievoegen de wapening onderbreken. .01 VRIJDRAGENDE VLOER, BINNEN In die ruimten waar volgens tekening/kleurenen materialenstaat natuursteentegels als vloerafwerking moet worden aangebracht. .02 VASTE TRAP De afwerking van de trappen waar volgens tekening/kleurenen materialenstaat natuursteen traptreden/ stootborden/trapbekleding moet worden aangebracht.

35.34.29-b

WANDTEGELWERK MET MORTEL, NATUURSTEEN TEGEL 0. WANDTEGELWERK MET MORTEL Ondergrond: metselwerken. Patroon: standaard, in een nader door de directie aan te geven voegverdeling. Oppervlaktegroep overeenkomstig STABU Standaard, hfst. 41, bijlage A: 2. 1. NATUURSTEEN TEGEL Steensoort: Chinees basalt. Afmetingen (mm): volgens kleurenen materialenstaat. Oppervlaktebehandeling: gebrand, G684. Te verstrekken gegevens: - van de natuursteen een bewijs van herkomst. 4. ZETMORTEL, CEMENTGEBONDEN Samenstelling in volumedelen: in overleg met de directie en de uitvoerende firma te bepalen, waarbij in principe gerekend moet worden op 1 deel cement, 3 delen zand en 0,25 kalk. Bindmiddel, cement (NEN-EN 197-1+a07): CEM I. .01 BINNENWAND De binnenwandafwerkingen volgens kleurenen materialenstaat.


110



NATUURSTEEN DORPELS EN NEUTEN

35.35.10-a

NATUURSTENEN DORPEL/NEUT 0. NATUURSTENEN BUITENDEURDORPEL Fabrikaat: Nibo-Stone Van Nieuwenborg BV. Type: Nibo Hardsteen, buitendeurdorpel met doorlopende afwatering. Kleur: blauw/grijs. Afmetingen (mm): volgens kozijnstaat. Oppervlak: bovenzijde, voor- en achterzijde geslepen. Toebehoren: - opgelijmde damneuten; - dookgaten ø 10 mm; Te verstrekken gegevens: - van de natuursteen een bewijs van herkomst. 4. STELWERK IN MORTEL Bevestigingsmiddelen en ankers geheel aangewerkt met mortel. .01 VULLING WANDOPENING, BUITEN De deurdorpels onder de houten kozijnen op parkeerlaagniveau.

35.35.10-b

NATUURSTENEN DORPEL/NEUT 0. NATUURSTENEN BINNENDEURDORPEL Fabrikaat: Nibo-Stone Van Nieuwenborg BV. Type: binnendeurdorpel. Kleur: blauw/grijs. Afmetingen (mm): volgens kozijnstaat. Oppervlak: bovenzijde en zijkanten gezoet. Toebehoren: - kopsponning. Te verstrekken gegevens: - van de natuursteen een bewijs van herkomst 4. STELWERK IN MORTEL Bevestigingsmiddelen en ankers geheel aangewerkt met mortel. .01 VULLING WANDOPENING, BINNEN De binnendeurdorpels onder de houten kozijnen.


111



36

VOEGVULLING

36.00

ALGEMEEN

36.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90. VAN TOEPASSING ZIJNDE VOORSCHRIFTEN De navolgende voorschriften en richtlijnen met betrekking tot kitten zijn van toepassing: - "Kwaliteitsomschrijvingen voor verven en aanverwante produkten"; - "Keuringsmethoden voor verven en aanverwante produkten"; uitgegeven door de Stichting Centrum voor Oppervlaktetechnologie (COT).

36.00.40


36.30

VOEGVULLINGEN MET KIT

36.30.10-a

VOEGVULLING MET KIT 0. VOEGVULLING MET KIT Voegranden: - voorbehandeling hechtvlakken: gereinigd. Binnentoepassing. 4. VOEGDICHTINGSKIT Materiaal: watergedragen acrylaat. Toebehoren: - voorstrijk-/hechtmiddel: bij poreus stucwerk. .01 GEBOUW De voegvulling ter plaatse van alle voegen en naden tussen verschillende materialen en materialen onderling.

36.30.10-g

VOEGVULLING MET KIT 0. VOEGVULLING MET KIT Voegranden: - voorbehandeling hechtvlakken: gereinigd. 4. BRANDVERTRAGENDE KIT Fabrikaat: Promat B.V. Type: Promaseal-S. Materiaal: elastische brandwerende siliconen. Kwaliteit overeenkomstig K25. Brandwerendheid (min): 30, 60, 120. Toebehoren: - voorstrijk-/hechtmiddel; - rugvullingsmateriaal (brandvertragend): polystyreen, als joint rugvulling bij 120 minuten WBDBO. .01 BINNENWAND De voegvulling ter plaatse van de brandwerende aansluitingen en doorvoeringen.


112



VOEGVULLINGEN MET SCHUIMBAND

36.40.10-a

VOEGVULLING MET SCHUIMBAND 0. VOEGVULLING MET SCHUIMBAND Voegranden: - vrij maken van verontreinigingen en losse delen. 4. GEÏMPREGNEERDE SCHUIMBAND Fabrikaat: Mavotrans B.V. Type: Compressieband Mavotex® 600. Materiaal: opencellig schuimstofband geïmpregneerd met brandvertragende en milieuvriendelijke kunsthars; slagregendicht tot 600 Pa volgens DIN 18055. Afmetingen (bxd) (mm): breed 30mm - dikte zodanig dat het band in gecomprimeerde staat nog net in de te dichten voeg kan worden aangebracht. Kleur: lichtgrijs / antraciet, volgens nadere opgave directie. Het schuimband leveren onder KOMO-certificaat met KOMO-keurmerk. .01 BUITENWAND, BUITENSPOUWBLAD In de dilatatie- en/of zettingsvoegen van de buitenmetselwerken.

36.40.10-b

VOEGVULLING MET SCHUIMBAND 0. VOEGVULLING MET SCHUIMBAND Voegranden: - vrijmaken van verontreinigingen, losse delen e.d. 4. GEÏMPREGNEERDE SCHUIMBAND Fabrikaat: Imbema-Denso B.V. Type: Airex S32.50 band in een vlamdovende kwaliteit. Materiaal, geslotencellig, éénzijdig klevend, dichtheid 50 kg/m³. Afmetingen (bxd) (mm): het band met een zodanig breedte dat een compressie van ca. 20% op het voegenband wordt uitgeoefend. .01 ALGEMEEN Op die plaatsen waar volgens het bestek akoestisch voegenband moet worden aangebracht.

36.50

VOEGVULLINGEN MET VOEGPROFIELEN

36.50.10-a

VOEGVULLING MET VOEGPROFIEL 0. VOEGVULLING MET VOEGPROFIEL Bevestiging d.m.v. klemveer. 4. DILATATIE-VOEGVULLINGSPROFIEL Fabrikaat: Schrumpf Bouwstoffen BV. Type: Neo-Rex - Al 48. Materiaal: aluminium. Oppervlaktebehandeling: - poedercoating, in nader door de directie te bepalen RAL-kleur, waarbij een keuze uit alle RAL-kleuren mogelijk moet zijn; de afwerking moet voldoen aan het kwaliteitsniveau zoals beschreven in de VMRG. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen, klemveren no. 45. .01 BINNENWAND, SPOUWBLAD Ten behoeve van de afdekking van de in het zicht blijvende voegen tussen de geprefabriceerde betonnen binnenspouwbladen.


113



38

GEVELSCHERMEN

38.00

ALGEMEEN

38.00.40


38.12

TEKENINGEN

38.12.10-a

TEKENINGEN 0. TEKENINGEN Door de aannemer te vervaardigen tekeningen. Van de buitenzonweringen (de productietekeningen). Voor wat betreft de door de aannemer te vervaardigen tekeningen zie verder het gestelde in par. 01.05 van dit bestek. .01 BUITENZONWERING/GEVELSCHERM Van de in dit hoofdstuk beschreven gevelschermen.

38.19

BEREKENINGEN

38.19.20-a

STATISCHE BEREKENING 0. STATISCHE BEREKENING Door de aannemer te vervaardigen statische berekeningen: - sterkteberekeningen, berekeningen van de te verwachten vervormingen en detailberekeningen volgens de voor de betreffende onderdelen van toepassing zijnde NEN-normen uit de TGB 1990 reeks (NEN 6700 e.v.), waarbij de berekeningen zich mede dienen uit te strekken over de zwaarte van verankerings- en bevestigingsmiddelen. Voor wat betreft de door de aannemer te vervaardigen berekeningen zie verder het gesteld in par. 01.05 van dit bestek. .01 BUITENZONWERING/GEVELSCHERM Van de in dit hoofdstuk beschreven gevelschermen.

38.40

VASTE SCHERMEN EN ROOSTERS, BUITEN

38.40.19-a

VAST GEVELSCHERM, BUITEN 0. VAST GEVELSCHERM, BUITEN Functionele eisen: - uitvoering: gesloten, voorzien van toegangsdeur; - massa scherm (kg/m3): minimaal 15; - materiaal: akoestisch absorberend aan de zijde van de koelmachine; - afmetingen (mm): volgens tekening. - hoogte (mm): ca. 3500. .01 SECUNDAIRE GEVEL, BUITEN De schermen rondom de koelmachine op het dak.


114



40

STUKADOORWERK

40.00

ALGEMEEN

40.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90. VAN TOEPASSING ZIJNDE VERWERKINGSADVIEZEN Van toepassing op de in dit hoofdstuk vermelde werkzaamheden zijn de verwerkingsadviezen zoals aangegeven in de brochures uitgegeven door het Bedrijfschap Afbouw te Rijswijk. 91. INWENDIGE HOEKEN Het stukadoorwerk van plafonds ter plaatse van aansluitingen op andere bouwdelen, alsmede bij inwendige hoeken van plafonds en wanden lossnijden. 92. ONDERGRONDEN Sterk vochtopzuigende ondergronden alsmede bij zuigingsverschillen, de ondergronden voorstrijken met een kunststof dispersie. 93. PLEISTERPROFIELEN EN PROFIELRONDING Pleisterprofielen zuiver vlak en te lood, dan wel in de juiste richting stellen in specie. De profielen afwerken nadat de stelspecie is verhard. Pleisterprofielen grondig reinigen, direct nadat de afwerklaag is aangebracht. Pleisterwerk boven hoekbeschermingsprofielen in de ronding van het profiel afwerken.

40.00.40


40.22

VOORBEHANDELING ONDERGROND

40.22.21-a

WAPENINGSGAAS, KUNST-/ORGANISCHE VEZEL 0. KUNSTSTOF WAPENINGSGAAS Materiaal: glasvezel wapeningsgaas in een type geschikt voor toepassingen met pleistermortel. Maaswijdte (mm): 5. Breedte: volgens voorschrift van de fabrikant en zodanig dat een voldoende overbrugging aanwezig is, minimaal 150mm aan beide zijden. Voorbehandeling: voorlijmen. 9. VERWERKING De verwerking zodanig dat eindafwerkingen zonder zichtbare onregelmatigheden ten aanzien van de vlakheid kunnen worden aangebracht. .01 BINNENWAND In de stukadoorwerken ter plaatse van voegen, naden, overgangen o.d. in de ondergronden, ter voorkoming van scheurvorming.

40.40

PLEISTERWERK

40.40.20-b

PLEISTERWERK 0. DUNPLEISTERWERK (STABU STANDAARD) Pleistersysteem, overeenkomstig STABU Standaard, hfst. 40, bijlage C: tabel 15. Ondergrond: gipsplaat, kalkzandsten, beton, zoals op tekening staat aangegeven c.q. uit het werk voortvloeiend. Oppervlaktebeoordeling overeenkomstig STABU Standaard, hfst. 40, bijlage A: binnen groep 3.


115



40.40.20-b PLEISTERWERK (vervolg) .01 BINNENWAND Het pleisterwerk/affilmen van alle de binnenwanden, binnenspouwbladen, kolommen etc. als voorbehandeling voor de omschreven afwerkingen alsmede die delen waarvoor geen nadere afwerking is omschreven. 40.81

PROFIELEN

40.81.11-a

RANDAFWERKINGSPROFIEL 0. RANDAFWERKINGSPROFIEL Fabrikaat: Ceves-Vergeer B.V. Type: protector bouwprofielen voor stukadoorwerk, in de voor de betreffende situatie meest geëigende uitvoering. Materiaal: sendzimir verzinkte bouwprofielen. .01 BINNENWAND Over de volle hoogte op alle uitwendige hoeken van stukadoorwerken alsmede bij overgangen/aansluitingen van stukadoorwerken op andere bouwonderdelen en/of afwerkingen, bij beëindigingen, dilataties e.d.


116



41

TEGELWERK

41.00

ALGEMEEN

41.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90. EISEN VLAKHEID ONDERGROND Aan de vlakheid van beton- en gipswanden, ten behoeve van te lijmen tegelvlakken, zullen hoge eisen worden gesteld; indien naar het oordeel van de directie een uitvlaklaag nodig is zal de aannemer deze zonder verrekening aanbrengen. 91. PASTEGELS Bij de te betegelen vlakken in principe rekenen op een voegverdeling vanuit het midden van het vlak zodat eventuele pastegels even breed zijn. 92. OP TE NEMEN ONDERDELEN Elektradozen o.d. dienen op de kruisingen van tegelwerken te worden aangebracht.

41.00.30

INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN 90. MELDING AANVANG De aannemer meldt het project tenminste 1 week vóór aanvang van het werk aan, zodat de fabrikant van de tegellijm het werk kan begeleiden en tijdens de duur van het werk de applicatie kan controleren, een en ander ten behoeve van de garantie.

41.00.40


41.00.50

BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN: ALGEMEEN 90. RESERVE ONDERDELEN Bij de oplevering dient de aannemer de navolgende reserve onderdelen aan de opdrachtgever te verstrekken: - van elke toegepaste soort wandtegel, per kleur 5 m²; - van elke toegepaste soort vloertegel, per kleur 5 m²; - van elke toegepaste soort plinttegel, per kleur 5 m1. De reserve onderdelen verpakt in daartoe geschikte dozen o.d. voorzien van benaming, type en kleur en afgeleverd op een nader door de directie te bepalen plaats in het gebouw.

41.19

TEKENINGEN

41.19.10-a

TEKENINGEN 0. TEKENINGEN De door de aannemer te vervaardigen productietekeningen moeten ten minste bevatten: - overzichten en maatvoeringen, o.a. ten opzichte van systeemlijnen; - vloerdilatatie-advies (plaats en uitvoering van de dilataties); - vervaardigings- en maattoleranties; - details, waaronder aansluitdetails op overige bouwonderdelen; - op te nemen onderdelen, voorzieningen e.d., zowel in de tegelwerken als in de aansluitende bouwonderdelen;


117



41.19.10-a

TEKENINGEN (vervolg) Voor wat betreft de door de aannemer te vervaardigen tekeningen zie verder het gestelde in par. 01.05 van dit bestek. .01 VLOERAFWERKINGEN Van de vloertegelwerken. .02 WANDAFWERKINGEN Van de wandtegelwerken.

41.22


41.22.40-a

TEGELWERK, ONDERGROND WATERDICHTE LAAG 0. TEGELWERK, ONDERGROND WATERDICHTE LAAG Ondergrond: beton. Voorbehandelen met waterdichte pasta (g/m2): volgens voorschriften leverancier. 4. WATERDICHTE PASTA, TEGELWERK Fabrikaat: Forbo Eurocol B.V. Type: 685 Eurocoat. Materiaal: acrylaat dispersie. Oplosmiddelvrij. Toebehoren: - 063 Euroband, naaldvlies, polyester/polypropyleen. .01 BINNENWAND Aanbrengen ter plaatse van overgang vloer- op wandtegelwerk, in de verticale hoeken en de overgangen van verschillende wandmaterialen.

41.32

WANDTEGELWERK

41.32.12-a

WANDTEGELWERK, GELIJMD, KERAMISCHE TEGEL 0. WANDTEGELWERK, GELIJMD Ondergrond: geëgaliseerde binnenwanden en binnenspouwbladen. Patroon: standaard, in een nader door de directie aan te geven voegverdeling. Voegbreedte (mm): 3. Oppervlaktegroep overeenkomstig STABU Standaard, hfst. 41, bijlage A: 1. Afmetingen (mm): de tegels aanbrengen van vloer/plint tot plafond c.q. tot minimaal 50mm boven verlaagd plafond. 1. DROOGGEPERSTE TEGEL (BRL 1010+w04) Fabrikaat: Koninklijke Mosa bv. Type: keramische wandtegel Mosa Colors. Groep: BIII. Afmetingen (lxbxd) (mm): 147x147x5,4. Oppervlak: geglazuurd. Uitvoering: glanzend. Kleur: 16880 muisgrijs. Tegels leveren met KOMO-attest-met-productcertificaat. 4. TEGELLIJM, PASTA Fabrikaat: Forbo Eurocol BV. Type: Majolicol 682. Samenstelling: acrylaat dispersie. Kleur: geel. .01 BINNENWAND In de keuken met bijbehorende ruimten.


118



41.32.12-b

WANDTEGELWERK, GELIJMD, KERAMISCHE TEGEL 0. WANDTEGELWERK, GELIJMD Ondergrond: geëgaliseerde binnenwanden en binnenspouwbladen. Patroon: standaard, in een nader door de directie aan te geven voegverdeling. Voegbreedte (mm): 3. Oppervlaktegroep overeenkomstig STABU Standaard, hfst. 41, bijlage A: 1. Afmetingen (mm): de tegels aanbrengen van vloer/plint tot plafond c.q. tot minimaal 50mm boven verlaagd plafond. 1. DROOGGEPERSTE TEGEL (BRL 1010-08) Fabrikaat: Koninklijke Mosa bv. Type: 490. Afmetingen (lxbxd) (mm): 147x147x6. UItvoering: glanzend. Kleur: wit. Geglazuurd. Tegels leveren met KOMO-attest-met-productcertificaat. 4. TEGELLIJM, PASTA Fabrikaat: Forbo Eurocol BV. Type: Majolicol 682. Samenstelling: acrylaat dispersie. Kleur: geel. .01 BINNENWAND In de toiletgroepen, werkkasten, trappenhuizen op de begane grond.

41.32.12-c

WANDTEGELWERK, GELIJMD, KERAMISCHE TEGEL 0. WANDTEGELWERK, GELIJMD Ondergrond: geëgaliseerde binnenwanden en binnenspouwbladen. Patroon: standaard, in een nader door de directie aan te geven voegverdeling. Voegbreedte (mm): 3. Oppervlaktegroep overeenkomstig STABU Standaard, hfst. 41, bijlage A: 1. Afmetingen (mm): de tegels aanbrengen van vloer/plint tot plafond c.q. tot minimaal 50mm boven verlaagd plafond. 1. DROOGGEPERSTE TEGEL (BRL 1010+w04) Fabrikaat: Koninklijke Mosa bv. Type: keramische wandtegel Global Collection. Groep: BIII. Afmetingen (lxbxd) (mm): 147x147x5,4. Oppervlak: geglazuurd. Uitvoering: glanzend. Kleur: - geel 16920, 1 stuks per 15 tegels; - rood 16950, 1 stuks per 15 tegels; - blauw 16940, 1 stuks per 15 tegels. Tegels leveren met KOMO-attest-met-productcertificaat. 4. TEGELLIJM, PASTA Fabrikaat: Forbo Eurocol BV. Type: Majolicol 682. Samenstelling: acrylaat dispersie. Kleur: geel. .01 BINNENWAND De accenttegels in de toiletgroepen, trappenhuizen op de begane grond.


119



VLOERTEGELWERK

41.42.12-a

VLOERTEGELWERK, GELIJMD, KERAMISCHE TEGEL 0. VLOERTEGELWERK, GELIJMD Ondergrond: dekvloer. Patroon: standaard, in een nader door de directie aan te geven voegverdeling. Voegbreedte(n) (mm): 3 - 4. Oppervlaktegroep overeenkomstig STABU Standaard, hfst. 41, bijlage A: 1. 1. DROOGGEPERSTE TEGEL (BRL 1010+w04) Fabrikaat: Koninklijke Mosa bv. Type: keramische vloertegel Metrogrip. Groep: BIa. Afmetingen (lxbxd) (mm): 146x146x8. Oppervlak: ongeglazuurd. Uitvoering: mat. Kleur: nader te bepalen. Stroefheidsklasse (DIN 51130-04): R11/A+B. Tegels leveren met KOMO-attest-met-productcertificaat. 4. TEGELLIJM, GEMODIFICEERDE POEDER Fabrikaat: Forbo Eurocol B.V. Type: 708 Tegellijm Super. Samenstelling: cement en toeslagstoffen met kunststof bindmiddel. Kleur: grijs. .01 VRIJDRAGENDE VLOER, BINNEN De vloerafwerking in de keuken met bijbehorende ruimten.

41.42.12-b

VLOERTEGELWERK, GELIJMD, KERAMISCHE TEGEL 0. VLOERTEGELWERK, GELIJMD Ondergrond: dekvloer. Patroon: standaard, in een nader door de directie aan te geven voegverdeling. Voegbreedte(n) (mm): 3 - 4. Oppervlaktegroep overeenkomstig STABU Standaard, hfst. 41, bijlage A: 1. 1. DROOGGEPERSTE TEGEL (BRL 1010+w04) Fabrikaat: Koninklijke Mosa bv. Type: keramische vloertegel Global Collection V. Groep: BIa. Afmetingen (lxbxd) (mm): 146x146x8. Oppervlak: ongeglazuurd. Uitvoering: mat. Kleur: zwart, 75600V. Tegels leveren met KOMO-attest-met-productcertificaat. 4. TEGELLIJM, GEMODIFICEERDE POEDER Fabrikaat: Forbo Eurocol B.V. Type: 708 Tegellijm Super. Samenstelling: cement en toeslagstoffen met kunststof bindmiddel. Kleur: grijs. .01 VRIJDRAGENDE VLOER, BINNEN De vloerafwerking in de toiletgroepen en werkkasten.

41.42.12-c

VLOERTEGELWERK, GELIJMD, KERAMISCHE TEGEL 0. VLOERTEGELWERK, GELIJMD Ondergrond: dekvloer. Patroon: standaard, in een nader door de directie aan te geven voegverdeling, moduulwerkend 600x600mm, plaats dilataties en vloerluiken in tegelpatroon/maat aanbrengen. Voegbreedte(n) (mm): 3. Oppervlaktegroep overeenkomstig STABU Standaard, hfst. 41, bijlage A: 1.


120


41.42.12-c


VLOERTEGELWERK, GELIJMD, KERAMISCHE TEGEL (vervolg) 1. DROOGGEPERSTE TEGEL (BRL 1010+w04) Fabrikaat: Koninklijke Mosa bv. Type: Quartz RQ. Loopveiligheid: R11. Afmetingen (lxbxd) (mm): 597x597x12. Oppervlak: ongeglazuurd. Uitvoering: mat. Kleuren: - restaurant en atrium: 4105 RQ; - centrale hal: 4103 RQ. Tegels leveren met KOMO-attest-metproductcertificaat. 4. TEGELLIJM, GEMODIFICEERDE POEDER Fabrikaat: Forbo Eurocol B.V. Type: 708 Tegellijm Super. Samenstelling: cement en toeslagstoffen met kunststof bindmiddel. Kleur: grijs. .01 VRIJDRAGENDE VLOER, BINNEN De vloerafwerking in de de centrale hal, atrium en restaurant.

41.62

PLINTTEGELWERK

41.62.13-a

PLINTTEGELWERK, GELIJMD, KERAMISCHE TEGEL 0. PLINTTEGELWERK GELIJMD Voegverdeling: in aansluiting op de vloertegels. Voegbreedte (mm): nader door de directie te bepalen. Voorkant plint: in hetzelfde vlak als de aansluitende wandtegelwerken. 1. KERAMISCHE TEGEL Type: behorend bij de omschreven vloertegel, dient te voldoen aan de HACCP eisen. Groep/Klasse-indeling: BI (EN 14411). Afmetingen (lxbxd) (mm): afgestemd op de vloertegels. Kleur: volgens kleurenen materialenstaat. Geglazuurd. Kwaliteit: 1e soort. 4. TEGELLIJM, PASTA Fabrikaat: Forbo Eurocol BV. Type: Majolicol 682. Samenstelling: acrylaat dispersie. Kleur: geel. .01 VLOERPLINT In de keuken met bijbehorende ruimten.

41.62.13-b

PLINTTEGELWERK, GELIJMD, KERAMISCHE TEGEL 0. PLINTTEGELWERK GELIJMD Voegverdeling: in aansluiting op de vloertegels. Voegbreedte (mm): nader door de directie te bepalen. Voorkant plint: in hetzelfde vlak als de aansluitende wandtegelwerken. 1. KERAMISCHE TEGEL Type: behorend bij de omschreven vloertegel. Groep/Klasse-indeling: BI (EN 14411). Afmetingen (lxbxd) (mm): afgestemd op de vloertegels. Kleur: volgens kleurenen materialenstaat. Geglazuurd. Kwaliteit: 1e soort. 4. TEGELLIJM, PASTA Fabrikaat: Forbo Eurocol BV. Type: Majolicol 682. Samenstelling: acrylaat dispersie.


121



41.62.13-b

PLINTTEGELWERK, GELIJMD, KERAMISCHE TEGEL (vervolg) Kleur: geel. .01 VLOERPLINT In de toiletgroepen.

41.71

VOEGWERK

41.71.10-a

TEGELWERK, VOEGAFWERKING 0. TEGELWERK, VOEGAFWERKING Voeg strak en vol gevuld, aangebracht volgens de HACCP eisen. Voor afwerking voegspecie goed aangetrokken. Tijdstip aanbrengen: voegspecie aanbrengen nadat de tegellijm en -mortel voldoende uitgehard is. Vrijhouden: ter plaatse van de aan te brengen kitvoegen de voegen vrijhouden van voegspecie. 4. TEGELVOEGMORTEL Fabrikaat: Forbo Eurocol B.V. Type: 703. Kleur: nader door de directie te bepalen. .01 BINNENWAND Het voegwerk van de wandtegelwerken in de keuken met bijbehorende ruimten. .02 VRIJDRAGENDE VLOER, BINNEN Het voegwerk van de vloertegelwerken in de keuken met bijbehorende ruimten. .03 VLOERPLINT Het voegwerk van de plinttegels in de keuken met bijbehorende ruimten.

41.71.10-b

TEGELWERK, VOEGAFWERKING 0. TEGELWERK, VOEGAFWERKING Voeg strak en vol gevuld. Voor afwerking voegspecie goed aangetrokken. Tijdstip aanbrengen: voegspecie aanbrengen nadat de tegellijm en -mortel voldoende uitgehard is. Vrijhouden: ter plaatse van de aan te brengen kitvoegen de voegen vrijhouden van voegspecie. 4. TEGELVOEGMORTEL Fabrikaat: Forbo Eurocol B.V. Type: 706 Speciaalvoeg WD (snelafbindend, waterdicht en flexibel). Kleur: nader door de directie te bepalen. .01 BINNENWAND Het voegwerk van de wandtegelwerken in de overige ruimten. .02 VRIJDRAGENDE VLOER, BINNEN Het voegwerk van de vloertegelwerken in de overige ruimten. .03 VLOERPLINT Het voegwerk van de plinttegels in de toiletgroepen.

41.71.20-a

VOEGVULLING MET KIT 0. VOEGVULLING MET KIT Voegranden: - voorbehandeling hechtvlakken: reinigen en primeren. - voegoppervlak: vlak. Aangebracht volgens de HACCP eisen in de keuken. 4. KIT Materiaal: siliconen. Kleur: nader te bepalen standaard kleur. Schimmelwerend.


122



41.71.20-a VOEGVULLING MET KIT (vervolg) .01 BINNENWAND De voegvullingen in/langs tegelwerken (ook de in hoofdstuk 35 omschreven natuursteenwerken) ter plaatse van: - de verticale inwendige hoeken; - de overgang wand-vloertegelwerk; - de aansluitingen van de dorpels; - de aansluitingen van de deurstijlen; - de leidingdoorvoeren; - de aansluiting met de sanitaire toestellen; - dilatatievoegen; - overgangen in de ondergrond. 41.83

PROFIELEN

41.83.11-a

RANDAFWERKINGSPROFIEL 0. RANDAFWERKINGSPROFIEL Fabrikaat: Schlüter-Systems GmbH, leverancier Storax. Type: Rondec-E. Materiaal: corrosievast staal. Afmetingen (mm): afgestemd op de dikte van de tegels. Toebehoren: - hoekverbindingen. 4. STELWERK AFBOUW Bevestigingswijze op de ondergrond. Stuiknaden niet op ooghoogte aanbrengen. .01 BINNENWAND Ter plaatse van de buitenhoeken van betegelde wanden.

41.83.12-a

OVERGANGSAFWERKINGSPROFIEL 0. OVERGANGSAFWERKINGSPROFIEL Vorm: hoekprofiel. Afmetingen (mm): 30x30x3mm. Materiaal: corrosievast staal, kwaliteit AISI 304. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen, corrosievast staal kwaliteit A2; - corrosievast stalen stripankers h.o.h. max. 600mm. 4. STELWERK AFBOUW Ondersabeling/stelwerk in mortel. Bevestigingswijze op de ondergrond. .01 BEGANEGRONDVLOER, BINNEN De matomrandingen rond de in de tegelvloer op te nemen vloermatten ter plaatse van de hoofdentree, zoals op tekening/kleurenen materialenstaat aangegeven. .02 VRIJDRAGENDE VLOER, BINNEN De overgangsprofielen ter plaatse van de overgangen van tegelvloerafwerkingen op overige vloerafwerkingen, voor zover geen dorpels moeten worden aangebracht.


123



42

DEKVLOEREN EN VLOERSYSTEMEN

42.00

ALGEMEEN

42.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90. VAN TOEPASSING ZIJNDE VERWERKINGSADVIEZEN Van toepassing op de in dit hoofdstuk vermelde werkzaamheden zijn de verwerkingsadviezen zoals aangegeven in de brochures uitgegeven door het Bedrijfschap Afbouw te Rijswijk.

42.00.40


42.00.50

BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN: ALGEMEEN 90. NABEHANDELING CEMENTGEBONDEN DEKVLOEREN De nabehandeling van de cementgebonden dekvloeren dient te geschieden door de vloeren één dag na het aanbrengen vochtig te maken en gedurende tenminste 3 dagen, of zoveel langer als nodig is om de vereiste kwaliteit te bereiken, met plastic folie (de banen goed overlappend) af te dekken. Gedurende deze periode mogen de vloeren niet worden belast of belopen, waarvoor deze op afdoende wijze moeten worden afgezet.

42.00.60

BOUWSTOFFEN: ALGEMEEN 90. CONTROLE MORTELKWALITEIT De controle van de mortelkwaliteit bij cementgebonden dekvloeren moet geschieden volgens de globale controle, zoals beschreven in NEN 2741, onder 10.1.1. De controle geschiedt door de aannemer in het bijzijn van de directie.

42.23


42.23.10-a

DEKVLOER, VOORBEHANDELING ONDERGROND 0. DEKVLOER, VOORBEHANDELING ONDERGROND Behandeling: - reinigen: draagvloeren schoonmaken, ontdoen van losse delen, eventuele aanwezige cementslikhuid verwijderen; - opruwen en één etmaal vóór het aanbrengen van de dekvloer nat maken. Met cementpasta van pure cement een "aanbrandlaag" aanbrengen, waarbij er geen plassen mogen ontstaan; op de nog glanzende "aanbrandlaag" de aardvochtige dekvloerspecie aanbrengen. .01 VRIJDRAGENDE VLOER, BINNEN De voorbehandeling van de ondergrond voor de cementgebonden gehechte dekvloeren.

42.31

GEHECHTE MORTELDEKVLOEREN

42.31.10-a

GEHECHTE MORTELDEKVLOER 0. GEHECHTE CEMENTDEKVLOER MET STROOILAAG Draagvloer: gestorte beton. Dekvloerdikte (mm): 40mm, tenzij op tekening anders is aangegeven. Dekvloerklasse (NEN 2741+a08): Cw40. Slijtvastheidklasse toeslagmateriaal: N, normaal.


124



42.31.10-a

GEHECHTE MORTELDEKVLOER (vervolg) Vlakheidsklasse (NEN 2747-01): 2. 3. ANTISLIP STROOIMATERIAAL Materiaal: carborundum of lonsicar volgens nadere opgave directie, 2,5 kg/m². 4. CEMENTGEBONDEN DEKLAAGMORTEL (NEN 2741-01) Bindmiddel, cement (NEN-EN 197-1+a07): CEM I 32,5 R. Grootste korrelafmeting toeslagmateriaal 1/5 van de dekvloerdikte. .01 VLOERAFWERKING De dekvloeren in de LS-ruimte, inkoopstation, traforuimte en invoerruimten.

42.31.10-b

GEHECHTE MORTELDEKVLOER 0. GEHECHTE MORTELDEKVLOER Draagvloer: - gestorte beton; - betreffende (dragende) ondergrond in ten minste vlakheidsklasse 5 van tabel 1 (NEN 2747) en indien hier niet aan wordt voldaan dient het vloersysteem uit meer dan één egaliserende lagen te bestaan. Dekvloerdikte (mm): 40mm, tenzij op tekening anders is aangegeven en afgestemd op de vloerbedekkingen/afwerkingen, dusdanig dat de bovenkant gelijk is. Dekvloerklasse (NEN 2741+a08): Cw20. Toelaatbare onvlakheid: vlakheidsklasse 2 volgens tabel 1 NEN 2747. Afgewerkt met een vlindermachine. 4. CEMENTGEBONDEN DEKLAAGMORTEL (NEN 2741-01) Bindmiddel, cement (NEN-EN 197-1+a07): CEM I 32,5 R. Grootste korrelafmeting toeslagmateriaal 1/5 van de dekvloerdikte. .01 VRIJDRAGENDE VLOER, BINNEN In die ruimten waar volgens tekening cementgebonden dekvloeren (zonder isolatie en zonder strooilaag) moeten worden aangebracht.

42.32

MORTELDEKVLOEREN OP ISOLATIE

42.32.10-a

MORTELDEKVLOER OP ISOLATIE 0. MORTELDEKVLOER OP ISOLATIE Draagvloer: gestorte beton. Isolatiemateriaal, los gelegd. Randstroken: tegen aansluitende wanden, kozijnen, kolommen, leidingen, op te nemen onderdelen e.d.; de stroken vanaf de draagconstructie haaks opgezet tot bovenkant afgewerkt vloerpeil. Vochtkerende laag, overlap ten minste 100 mm, tegen de randisolatie opgezet. Dekvloerdikte (mm): 80, tenzij anders op tekening staat aangegeven en afgestemd op de vloerbedekkingen/-afwerkingen, dusdanig dat de bovenkant gelijk is. Gewapend. Dekvloerklasse (NEN 2741+a08): Cw20. Toelaatbare onvlakheid: vlakheidsklasse 2 volgens tabel 1 NEN 2747. Krimpvoegen aanbrengen onder deuren en/of systeemwanden. Vloeren doorgelegd onder de systeemwanden. 4. CEMENTGEBONDEN DEKLAAGMORTEL (NEN 2741-01) Bindmiddel, cement (NEN-EN 197-1+a07): CEM I 32,5 R. Grootste korrelafmeting toeslagmateriaal 1/5 van de dekvloerdikte.


125



42.32.10-a

MORTELDEKVLOER OP ISOLATIE (vervolg) 5. EPS-SCHUIMPLAAT (NEN-EN 13163+a06) Type: EPS 200-SE. Dikte (mm): - ter plaatse van parketvloer 120mm, Rc>=4,0 m²K/W; - ter plaatse van overige vloerafwerkingen 140mm, Rc>=4,0 m²K/W. Toebehoren: - samendrukbare randstroken van PE-schuim o.d. dik 5mm; - scheidingslaag PE-folie, dik µd >= 200m. 7. GEPUNTLAST WAPENINGSNET (BRL 0501+w01) Type: kruisnet. Staalsoort en leveringstoestand: FeB 500 HWL. Uitvoering: geprofileerd. Kenmiddellijn (mm): 4. Maaswijdten (mm): 200. Niet verrekenbare hoeveelheid. Wapeningsnetten leveren onder KOMO-productcertificaat. .01 VLOERAFWERKING In die ruimten waar volgens tekening cementgebonden dekvloeren op isolatie moet worden aangebracht.

42.40

VLOERAFWERKINGEN

42.40.21-a

VLOERAFW. KUNSTHARSGEB. OPLOSM.VRIJ 0. VLOERAFW. KUNSTHARSGEB. OPLOSM.VRIJ Ondergrond: betonvloer. Systeem: - 1 laag primer. - 1 laag kunsthars. - 1 laag dekkende vloerlak. Reinigen. Cementhuid verwijderen. Ondergrond opruwen door middel van stofvrij stralen of diamantschuren. Het oppervlak stofvrij maken met behulp van een industriestofzuiger. Repareren met Sigma Coltura Mortel EPU. Applicatie volgens voorschrift van de fabrikant. Materiaalverbruik per laag (m2): Primer: 250-500 ml. Kunsthars: ca. 360 ml. Dekkende vloerlak: 105-130 g. Antislip instrooimateriaal in voorlaatste laag open strooien. 3. PRIMER, STEEN, OPLOSM.VRIJ Fabrikaat: Sigma Coatings. Type: Sigma Coltura EP Impregnating Primer. Bindmiddel: 2-componenten epoxy. 4. KUNSTHARSGEBONDEN, VLOEIBAAR, OPLOSM.VRIJ Fabrikaat: Sigma Coatings. Type: Sigma Coltura EP Coating Gloss. Bindmiddel: 2-componenten epoxy. 6. DEKKENDE VLOERLAK, STEEN, OPLOSM.VRIJ Fabrikaat: Sigma Coatings. Type: Sigma Coltura PUR Finish 1K SF Satin. Bindmiddel: 1-component polyurethan. Glansgraad: zijdeglanzend. 8. ANTISLIP STROOIMATERIAAL Materiaal: filtergrind. Korrelgrootte 0,2-0,8 mm.


126



42.40.21-a VLOERAFW. KUNSTHARSGEB. OPLOSM.VRIJ (vervolg) .01 VRIJDRAGENDE VLOER, BINNEN De Sigma Coltura vloerafwerkingen in de ruimten als aangegeven volgens kleurenen materialenstaat. 42.40.21-b

VLOERAFW. KUNSTHARSGEB. OPLOSM.VRIJ 0. VLOERAFW. KUNSTHARSGEB. OPLOSM.VRIJ Ondergrond: beton Dikte (mm): gemiddeld 4 Oppervlaktetextuur: ruw Uitvoering: door een door de fabrikant geautoriseerd applicatiebedrijf. Kwaliteit en technische informatie: zie systeeminformatiebladen leverancier 4. KUNSTHARSGEBONDEN, VLOEIBAAR, OPLOSM.VRIJ Fabrikaat: Bolidt Kunststoftoepassing B.V. Type: BOLIGRIP® 1250 Instrooimateriaal: nader te bepalen. Kleur: 510. Uitvoering: uni-kleur volgens opgave fabrikant. Het uiterlijk wordt sterk bepaald door het instrooimateriaal. Toebehoren: - voorstrijk-/hechtmiddel. .01 HELLINGBAAN De afwerking van de hellingbaan, buiten.

42.81

PROFIELEN

42.81.12-a

OVERGANGSAFWERKINGSPROFIEL 0. OVERGANGSAFWERKINGSPROFIEL Type: hoeklijn. Afmetingen (mm): 30x30x3 met aangelaste stripankers. Materiaal: corrosievast staal, kwaliteit AISI 316-Ti. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen: corrosiebestendig. 4. STELWERK AFBOUW Ondersabeling/stelwerk in mortel. Bevestigingswijze op de ondergrond. .01 VRIJDRAGENDE VLOER, BINNEN De omrandingen t.p.v. de overgang van verschillende vloerafwerkingen.


127



43

METAAL- EN KUNSTSTOFWERK

43.00

ALGEMEEN

43.00.40


43.00.60

BOUWSTOFFEN: ALGEMEEN 90. WERKEN IN CORROSIEVAST STAAL Laswerk aan corrosievast staal dient hoogfrequent te worden uitgevoerd. Na het aanbrengen moeten alle corrosievast stalen onderdelen over het volle oppervlak eenzelfde uiterlijk hebben. Contactvlakken tussen corrosievast staal en thermisch verzinkt staal voorzien van een bitumineus product of daartoe geschikte isolatieringen. 91. OPPERVLAKTEBEHANDELING Indien metalen onderdelen van een oppervlaktebehandeling moeten worden voorzien dienen deze te voldoen aan het kwaliteitsniveau zoals beschreven in de VMRG Kwaliteitseisen en adviezen voor metalen ramen, deuren, gevels, waarbij de kleur nader door de directie zal worden bepaald en een keuze uit alle RAL-kleuren mogelijk moet zijn. 92. THERMISCH VERZINKT WERK Beschadigingen aan de zinklaag van thermisch verzinkt werk met tenminste twee lagen zinkstofcompound bijwerken, waarbij de laagdikte ca. 50% hoger moet zijn dan de zinklaagdikte; de zinkstoflaag moet in droge toestand 92 tot 95 gewichtsprocenten zinkstof bevatten. 93. BEVESTIGINGSMIDDELEN De bevestigingsmiddelen dien aan het buitenklimaat worden blootgesteld, dienen te worden uitgevoerd in roestvast staal, kwaliteit AISI 316.

43.31

LUIKEN

43.31.10-b

VLOERLUIK 0. VLOERLUIK Type: standaard enkelvoudig stalen vloerluik met bijbehorende omranding. Afsluitbaar. Materiaal: luik en omranding van plaatstaal dik 2mm, luik voorzien van ingelast stalen wapeningsrooster. Afmetingen (mm): dagmaat, 750x600. Isolatiemateriaal. Rc-waarde (NEN 1068+w08) ((m2.K)/W): 3,0. Oppervlaktebehandeling: geheel thermisch verzinkt (NEN-EN-ISO 1461). Vulling: de luiken voorzien van een vloerafwerking overeenkomstig de aansluitende vloeren. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen: ten behoeve van vastzetten luik in corrosievast staal (kwaliteit A2) (bij vast te zetten en gas- en waterdicht luik); - afdichtingsrubbers (bij gas- en waterdicht luik); - openingsmechanisme met gasveer; - kunststof afdekdopjes op schroef-/uitlichtgaten; - uitlicht handgrepen; - losmaaksleutel.


128



43.31.10-b

VLOERLUIK (vervolg) 4. STELWERK AFBOUW Ondersabeling/stelwerk omranding: in mortel. Patroon: opnemen in patroon tegelwerk, zie ook hfst. 41. .01 VLOERLUIK, BINNEN De vloerluiken in de begane grondvloeren, te rekenen op 10 stuks (nader te bepalen plaatsen).

43.31.20-a

WANDLUIK 0. WANDLUIK Type: inspectieluiken. Samenstelling: uitwerking door aannemer, zelfde brandwerende en akoestische eisen als wanden. .01 VULLING WANDOPENING, BINNEN De inspectieluiken in de schachten, boven de plafonds, plaats volgens tekening.

43.32

ROOSTERS

43.32.10-a

VLOERROOSTER 0. VLOERROOSTER Type: stalen persroosters. Samenstelling: maaswijdte ca. 33x33mm, draagstaven 30x3mm, vulstaven 10x2mm, schoprandprofiel langs alle zijden van de roosters in aansluiting op sparingen en omrandingsprofielen met vlakke rand aan de overige zijden. Oppervlaktebehandeling: thermisch verzinkt (NEN-ENISO 1461). Toebehoren: - bevestigingsmiddelen, standaard rooster bevestigingsklemmen in een thermisch verzinkte uitvoering; 4. STELWERK AFBOUW Bevestigingswijze: demontabel. .01 VULLING VLOEROPENING, BINNEN De roostervloeren in de leidingschachten.

43.32.10-b

VLOERROOSTER 0. VLOERROOSTER Type: stalen persroosters. Samenstelling: volgens berekening te bepalen, in principe reken op maaswijdte ca. 33x33mm, draagstaven zwaar 50x5mm, vulstaven 10x2mm, schoprandprofiel langs alle zijden van de roosters in aansluiting op sparingen en omrandingsprofielen met vlakke rand aan de overige zijden. Oppervlaktebehandeling: thermisch verzinkt (NEN-ENISO 1461). Toebehoren: - bevestigingsmiddelen, moeren, bovenklemzadels en ondersteunings-/afstandsconstructie in een thermisch verzinkte uitvoering. 4. STELWERK AFBOUW Bevestigingswijze: demontabel middels moeren en bovenklemzadels aan lasstiften in de omrandingen. .01 VLOERROOSTER, BUITEN De roosters tussen de dakvlakken van het lessenaarsglasdak.


129



43.32.20-a

WANDROOSTER 0. WANDROOSTER Fabrikaat: Dejo. Type: stalen persroosters. Samenstelling: volgens berekening te bepalen, in principe reken op maaswijdte ca. 33x33mm, draagstaven zwaar 25x2mm, vulstaven 10x2mm, omrandingsprofielen met vlakke rand aan vrije zijden. Oppervlaktebehandeling: - thermisch verzinkt (NEN-EN-ISO 1461). - poedercoating in RAL-kleur volgens afwerken kleurenstaat. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen, moeren, bovenklemzadels en ondersteunings-/afstandsconstructie in een thermisch verzinkte uitvoering. 4. STELWERK AFBOUW Bevestigingswijze: volgens tekening, middels moeren en bovenklemzadels aan lasstiften in de omrandingen. Draagstaven verticaal aangebracht. .01 VULLING WANDOPENING, BUITEN De roosters in de gevels, begane grond en parkeergarage, volgens tekening.

43.32.20-b

WANDROOSTER 0. WANDROOSTER Fabrikaat: Dejo. Type: stalen persroosters. Samenstelling: volgens berekening te bepalen, in principe reken op maaswijdte ca. 33x33mm, draagstaven zwaar 25x2mm, vulstaven 10x2mm, omrandingsprofielen met vlakke rand aan vrije zijden. Oppervlaktebehandeling: - thermisch verzinkt (NEN-EN-ISO 1461). Toebehoren: - bevestigingsmiddelen, moeren, bovenklemzadels en ondersteunings-/afstandsconstructie in een thermisch verzinkte uitvoering. 4. STELWERK AFBOUW Bevestigingswijze: volgens tekening, middels moeren en bovenklemzadels aan lasstiften in de omrandingen. Draagstaven verticaal aangebracht. .01 VULLING WANDOPENING, BUITEN De roosters in de gevels, overige bouwlagen, volgens tekening.

43.38

DIVERSE ONDERDELEN

43.38.10-a

NAAM-/NUMMER-/SYMBOOLPLAAT 0. AFZENDERPLAQUETTE Fabrikaat: Centendo B.V. Type: NAi Architectuurplaquette. Afmeting (bxhxd) (mm): 270x270x15. Materiaal aluminiumlegering (NEN-EN 573-3-07): EN AW-6005 A. Oppervlaktebehandeling: blank geanodiseerd. Afwerking: all-over grafitti beschermd. Materiaal strips: hoogwaardige acrylaat, zwart, letters uitgefreesd en ingegoten. Lettertype: Syntax, kapitalen, bold/light. - kleur vaste tekst: wit. - kleur variabele tekst: lichtgrijs. Opschrift: - Naam/titel van het gebouw - Architect


130



43.38.10-a

NAAM-/NUMMER-/SYMBOOLPLAAT (vervolg) - Opdrachtgever - Bouwer - Bouwperiode - NAi Nederlands Architectuurinstituut. Toebehoren: - bevestigingsplaat, corrosievast staal (bxh) (mm): 230x250. - bevestigingsmiddelen, corrosievast staal. .01 BUITENWAND De NAI plaquette op de buitengevel.

43.38.10-b

NAAM-/NUMMER-/SYMBOOLPLAAT 0. NAAM-/NUMMER-/SYMBOOLPLAAT Type: plakletters. Materiaal: plakfolie, exterieur. Opschrift: volgens tekening. Afmeting en lettertype: volgens tekening. .01 BUITENSEPARATIE De plakletters op de kolombekledingen.

43.38.29-z

ONDERDELEN VAN STAAL T.B.V. ENERGIEBEDRIJF 0. ONDERDELEN VAN STAAL T.B.V. ENERGIEBEDRIJF Vorm, samenstelling, uitvoering, oppervlaktebehandeling e.d. volledig volgens tekening en de voorschriften van het plaatselijk energiebedrijf. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen/verankeringen in thermisch verzinkte uitvoering. .01 HOOGSPANNINGSINSTALLATIE De diverse onderdelen voor de Nuts sruimten.

43.38.39-a

GEVEL-/BEKLEDINGSELEMENTEN 0. GEVEL-/BEKLEDINGSELEMENTEN Type: gezet en gewalste aluminium beplatingen. Uitvoering algemeen: - daken onderranden, beplatingen e.d., waarbij tevens gerekend moet worden de beplatingen voor de aansluitingen op de overige bouwonderdelen, met een zodanige ondergrond dat deukvorming is uitgesloten; - contactvlakken tussen stalen en aluminium onderdelen vooraf voorzien van deugdelijke isolatielagen; - ontluchtingsgaten dienen uit het zicht te worden aangebracht; - het in het zicht blijven van bevestigingsmiddelen dient zoveel als mogelijk te worden vermeden. Indeling en afmetingen: - zoals in principe op tekening aangegeven. Materiaal: - beplatingen kwaliteit AlMg 1 met hardheid H24 (DIN 1725, DIN 1748 en DIN 1745). Anti-dreun materiaal: 3mm dikke bitumineuze stroken over de (nagenoeg) horizontale (brede) vlakken. Oppervlaktebehandeling: - poedercoating, volgens VMRG-eisen. Toebehoren: - draag-/bevestigingsconstructies; - ankers, bevestigingsmiddelen e.d. in een corrosievast stalen uitvoering, kwaliteit A4 (AISI 316), met nylon volgringen; - afdichtings-/aansluitvoorzieningen: - elastisch blijvende voegkit op rugvulling; - airexband, akoestisch voegenband e.d. toepassen.


131



43.38.39-a GEVEL-/BEKLEDINGSELEMENTEN (vervolg) .01 BUITENWAND Alle aluminium gevellijsten, dak-, onderranden enz. voorzover niet vallend onder de gevelvullingen met bijbehorende onderdelen (hoofdstuk 30). .02 BINNENWAND De alumunium zetwerken volgend uit de tekeningen. .03 KOLOM De aluminium kolombekledingen. 43.38.39-b

GEVEL-/BEKLEDINGSELEMENTEN 0. GEVEL-/BEKLEDINGSELEMENTEN Fabrikaat: Alpolic, leverancier Sorba Projects b.v. Winterswijk, Uitvoering: ACM 4.0 mm. Type: AW04, finish dull Dikte (mm): 4. Opbouw: - buitenbeplating: aluminium, dik 0,50 mm; - kern: aluminium hydroxide, dik 3 mm dik (onbrandbare, harde minerale vulling); - binnenbeplating: aluminium, dik 0,50 mm. Materiaal: aluminium legering EN AW-3105, H14 Oppervlakte behandeling: - 3-laags Lumiflon coating, laagdikte minimaal 35 micron. Opbouw coating: conversielaag, primer, kleurcoating en blanke topcoating. Achterzijde voorzien van een beschermde coating, laagdikte circa 5 micron. Afwerking: finisch dull. Oppervlak: geperforeerd, ter plaatse van lichtstroken vlakke/gladde panelen. Brandgedrag (NEN-EN 13501-1-07) (klasse): Brandveiligheid, type FR (4.0 mm dik), classificatie B-s2, dO, getest conform EN 13823 en EN ISO 11925-2, en geclassificeerd conform EN 13501-1. Toebehoren: - draag-/bevestigingsconstructies; vast patroon zichtbaar geschroefd op de achterconstructie, systeem bestaande uit consoles en doorlopende extrusieprofielen/u-profielen, vervaardigd uit 3,0 mm dik aluminium en bevestigd aan de bouwkundige constructie; - ankers, bevestigingsmiddelen e.d. in een corrosievast stalen uitvoering, kwaliteit A4 (AISI 316), met nylon volgringen; - afdichtings-/aansluitvoorzieningen: - elastisch blijvende voegkit op rugvulling; - airexband, akoestisch voegenband e.d. toepassen. - akoestische isolatie aan zichtzijde afgewerkt met akoestisch open zwart doek, geluidabsorptiecoëfficiënt (NEN-EN ISO-354-03) (alpha w): >= 0,95. .01 PLAFOND, BINNEN De metalen plafondpanelen in de centrale hal volgens tekening.

43.38.39-c

GEVEL-/BEKLEDINGSELEMENTEN 0. GEVEL-/BEKLEDINGSELEMENTEN Fabrikaat: Alpolic, leverancier Sorba Projects b.v. Winterswijk, Uitvoering: ACM 4.0 mm. Type: AW04, finish dull. Dikte (mm): 4. Opbouw: - buitenbeplating: aluminium, dik 0,50 mm;


132


43.38.39-c


GEVEL-/BEKLEDINGSELEMENTEN (vervolg) - kern: aluminium hydroxide, dik 3 mm dik (onbrandbare, harde minerale vulling); - binnenbeplating: aluminium, dik 0,50 mm. Materiaal: aluminium legering EN AW-3105, H14 Oppervlakte behandeling: - 3-laags Lumiflon coating, laagdikte minimaal 35 micron. Opbouw coating: conversielaag, primer, kleurcoating en blanke topcoating. Achterzijde voorzien van een beschermde coating, laagdikte circa 5 micron. Afwerking: finisch dull. Oppervlak: reliëf, in een zelfde patroon als de perforatie. Brandgedrag (NEN-EN 13501-1-07) (klasse): Brandveiligheid, type FR (4.0 mm dik), classificatie B-s2, dO, getest conform EN 13823 en EN ISO 11925-2, en geclassificeerd conform EN 13501-1. Toebehoren: - draag-/bevestigingsconstructies; vast patroon zichtbaar geschroefd op de achterconstructie, systeem bestaande uit consoles en doorlopende extrusieprofielen/u-profielen, vervaardigd uit 3,0 mm dik aluminium en bevestigd aan de bouwkundige constructie; - ankers, bevestigingsmiddelen e.d. in een corrosievast stalen uitvoering, kwaliteit A4 (AISI 316), met nylon volgringen; - afdichtings-/aansluitvoorzieningen: - elastisch blijvende voegkit op rugvulling; - airexband, akoestisch voegenband e.d. toepassen. - isolatie + dampremende laag zie hoofdstuk 22 en 24 .01 BUITENWAND De metalen gevelpanelen volgens tekening. .02 PLAFOND, BUITEN De metalen plafondpanelen van de arcade volgens tekening.

43.41

AFDEKPROFIELEN

43.41.20-a

WATERSLAGPROFIEL 0. WATERSLAGPROFIEL Type: waterslagprofiel. Doorsnede: volgens tekening. Materiaal: aluminium. Oppervlaktebehandeling: poedercoating, RAL kleur volgens kleurenen materialenstaat. Anti-dreunlaag ten behoeve van de ontdreuning aan de onderzijde d.m.v. 3mm dikke bitumineuze stroken over minimaal 50% van de (nagenoeg) horizontale oppervlakken. Hulpstukken: - kopschot, vaste / aangelaste uitvoering; - koppelstuk; - gelaste inwendige hoek; - gelaste uitwendige hoek; Hulpstukken moeten van overeenkomstige hoedanigheid en kwaliteit zijn als de waterslagprofielen. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen: corrosiebestendig; - ankers.


133



43.41.20-a WATERSLAGPROFIEL (vervolg) .01 WATERSLAG De waterslagen/lekdorpels e.d. in de buitengevels.


134



44

PLAFOND- EN WANDSYSTEMEN

44.00

ALGEMEEN

44.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90. VAN TOEPASSING ZIJNDE VERWERKINGSADVIEZEN Van toepassing op de in dit hoofdstuk vermelde werkzaamheden zijn de verwerkingsadviezen zoals aangegeven in de brochures uitgegeven door het Bedrijfschap Afbouw te Rijswijk. 91. OPPERVLAKTEBEOORDELINGSCRITERIA Daar waar in het bestek eisen zijn gesteld aan de vlakheid van systeemplafonds dienen deze te voldoen aan in tabel MC gestelde toleranties. TABEL MC __________________________________________________ Vlakheidstoleranties bij 1 m 3 mm een onderlinge afstand 4m 8 mm tussen de meetpunten 10 m 12 mm van: 15 m 15 mm __________________________________________________ De niveauverschillen mogen niet plots (trapsgewijs) optreden. 92. PLAFONDINDELING, VAKVERDELING Voor zover geen indelingen/vakverdelingen van de plafondsystemen op tekening zijn aangegeven, zullen deze nader door de directie worden bepaald, waarvoor op de benodigde paselementen/pasplaten, extra profielen enz. moet worden gerekend. 93. GELUIDSISOLATIEWAARDEN De totale contact- en geluidisolatiewaarden van een scheidingsconstructie incl. afdichtingen doorvoeringen, etc. behoren te voldoen aan de volgende minimale eisen: Ruimte

44.00.40

Lco (dB)

R'w (dB) naar verblijfsruimte

naar verkeersruimte

kantoorruimten, 0 zelfstudieruimten, projectgroepruimten

38

28

leergroeprruimte, instructieruimte, talenpracticum, technieklokalen, praktijkruimten, repro

0

43

28

spreekkamers, vergaderruimten, directiekamers

0

43

32

gezondheidscentrum 0

48

43



135



44.00.40

RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN (vervolg) 90. GELUIDSMETINGEN Bij drie door de directie aan te wijzen systeemwanden door middel van geluidsmetingen aan te tonen dat aan de geëiste geluidisolatiewaarde wordt voldaan. De metingen door een in overleg met de directie te bepalen akoestisch adviesbureau of instelling laten uitvoeren. Wanneer uit het resultaat van de metingen blijkt dat niet voldaan wordt aan één of meerdere van de voorgeschreven eisen, zijn de kosten van de metingen voor rekening van de aannemer. Na het door de aannemer aanbrengen van de benodigde aanpassingen zodat wel aan de voorgeschreven eisen wordt voldaan, zal voor rekening van de aannemer een eindcontrolemeting moeten worden gehouden.

44.00.60

BOUWSTOFFEN: ALGEMEEN 90. MINERAAL MATERIAAL Mineraal materiaal moet zijn behandeld met een schimmeldodend preparaat. 91. MOFFELWERK / POEDERCOATING Indien metalen onderdelen in kleur moeten worden gemoffeld of gepoedercoat dient dit te voldoen aan het kwaliteitsniveau zoals beschreven in de VMRG Kwaliteitseisen en adviezen voor metalen ramen, deuren, gevels, waarbij de kleur, voor zover bij de betreffende onderdelen nog niet aangegeven, nader door de directie zal worden bepaald en een keuze uit alle RAL-kleuren mogelijk moet zijn.

44.12

WERKBESCHEIDEN

44.12.10-a

TEKENINGEN 0. TEKENINGEN Door de aannemer te vervaardigen tekeningen. Van de betreffende onderdelen (de productietekeningen). Deze tekeningen moeten ten minste bevatten: - overzichten en maatvoering, o.a. ten opzichte van systeemlijnen; - details, waaronder aansluitdetails op overige bouwonderdelen; - de voorzieningen die in het werk moeten worden aangebracht voordat de plafond- en/of wandsystemen kunnen worden aangebracht; - verankeringen, bevestigingen, afwerkingen, toe te passen materialen, op te nemen onderdelen, hangen sluitwerken, sparingen enz. Voor wat betreft de door de aannemer te vervaardigen tekeningen zie verder het gestelde in par. 01.05 van dit bestek. .01 BUITENPLAFOND Van de in dit hoofdstuk beschreven buitenplafondsystemen. .02 BINNENPLAFOND Van de in dit hoofdstuk beschreven binnenplafondsystemen. .03 BINNENWAND Van de Maars binnenwandsystemen.


136



44.31

PANELENPLAFONDS

44.31.10-a

PANELENPLAFOND, MINERAALVEZEL PLAFONDPANEEL 0. PANELENPLAFOND Zichtbare draagconstructie. Moduulmaat (mm): zoals in principe op tekening aangegeven. Hoofdliggers: - richting: zoals in principe op tekening aangegeven; - afstand (h.o.h.) (mm): afgestemd op de plafondindeling. Dwarsliggers: afgestemd op de plafondindeling. Randprofielen ter plaatse van de inwendige hoeken stuikend. Randprofielen ter plaatse van de uitwendige hoeken in verstek. Panelen: - legpatroon/indeling: zoals in principe op tekening aangegeven; - paspanelen kleiner dan een halve paneel zijn niet toegestaan. Voorzieningen: - sparingen; - lichtlijn; - inbouwcomponenten. - achterhout: voor de installaties, de verlichting e.d. Toleranties: volgens art. 44.00.20, tabel MC. Plafonds moeten zijn aangebracht door een bedrijf dat het KOMO-procescertificaat overeenkomstig BRL 9600-04 voert. 1. MINERAALVEZEL PLAFONDPANEEL Fabrikaat: Armstrong Building Products. Type: Specifieke Ruimtes, oppervlaktestructuur Bioguard Acoustic, preventief voorzien van bacteriedodende coating. Brandgedrag (NEN-EN 13501-1-07) (klasse: A2-s1,d0. Geluidabsorptiecoëfficiënt (NEN-EN-ISO 354-03) (alpha w): =0,60. Gewogen overlangsgeluidisolatie (NEN-EN-ISO 717-1+a06) (D n,c,w) (dB): =37. Lichtreflectie (%): >=90. Vochtbestendigheid (%): 95. Cleanroomclassificatie (NEN-EN-ISO 14644-1-99): ISO 5. Materiaal: steenwol. Rand: Board. Kleur: Armstrong global white. Dikte (mm): 17. Afmeting (lxb) (mm): 600x600. 4. METALEN PLAFONDDRAAG-/RANDPROFIEL Fabrikaat: Armstrong Building Products. Type: Trulok Prelude zichtbaar systeem. Euroklasse brandgedrag (NEN-EN 13501-1-07): A1. Materiaal: verzinkt staal. Oppervlaktebehandeling: gelakt. Uitvoering: standaard. Kleur: Armstrong global white. Hoofdligger: - profiel: PeakForm T-profiel. - hoogte (mm): 38. - breedte (mm): 24. Dwars-/verdeelligger: - profielvorm: T-profiel. - hoogte (mm): 30. - breedte (mm): 24.


137



44.31.10-a

PANELENPLAFOND, MINERAALVEZEL PLAFONDPANEEL (vervolg) Randprofiel: hoeklijn 24x24 mm. Toebehoren: - snelophanger. - kantlat: vurenhout (NEN 5466, kwaliteit B), afmeting 18x46mm, fabrieksmatige geschilderd; kleur: zwart; - bevestigingsmiddelen: corrosiebestendig. .01 BINNENPLAFOND In de keuken met bijbehorende ruimten.

44.31.10-b

PANELENPLAFOND, MINERAALVEZEL PLAFONDPANEEL 0. PANELENPLAFOND Zichtbare draagconstructie. Moduulmaat (mm): zoals in principe op tekening aangegeven. Hoofdliggers: - richting: zoals in principe op tekening aangegeven; - afstand (h.o.h.) (mm): afgestemd op de plafondindeling. Dwarsliggers: afgestemd op de plafondindeling. Randprofielen ter plaatse van de inwendige hoeken stuikend. Randprofielen ter plaatse van de uitwendige hoeken in verstek. Panelen: - legpatroon/indeling: zoals in principe op tekening aangegeven; - paspanelen kleiner dan een halve paneel zijn niet toegestaan. Voorzieningen: - sparingen; - lichtlijn; - inbouwcomponenten. - achterhout: voor de installaties, de verlichting e.d. Toleranties: volgens art. 44.00.20, tabel MC. Plafonds moeten zijn aangebracht door een bedrijf dat het KOMO-procescertificaat overeenkomstig BRL 9600-04 voert. 1. MINERAALVEZEL PLAFONDPANEEL Fabrikaat: Armstrong Building Products. Type: Essentials, oppervlaktestructuur Perla OP. Brandgedrag (NEN-EN 13501-1-07) (klasse): A2-s1,d0. Geluidabsorptiecoëfficiënt (NEN-EN ISO-354-03) (alpha w): 0,95. Gewogen overlangsgeluidisolatie (NEN-EN-ISO 717-1+a06) (D n,c,w) (dB): < 25. Lichtreflectie (%): >=90. Vochtbestendigheid (%): 95. Materiaal: steenwol. Rand: Board. Kleur: Armstrong global white. Dikte (mm): 18. Afmeting (lxb) (mm): 1.800x600. 4. METALEN PLAFONDDRAAG-/RANDPROFIEL Fabrikaat: Armstrong Building Products. Type: Trulok Bandraster ophangsysteem. Brandgedrag (NEN-EN 13501-1-07) (klasse): A1. Materiaal: verzinkt staal. Oppervlaktebehandeling: gelakt. Kleur: Armstrong global white. Hoofdligger: - profiel: bandrasterprofiel.


138



44.31.10-b

PANELENPLAFOND, MINERAALVEZEL PLAFONDPANEEL (vervolg) - hoogte (mm): 36. - breedte (mm): 100. - gesleufd h.o.h. 100 mm. Dwars-/verdeelligger: - profielvorm: T-profiel. - hoogte (mm): 38 - breedte (mm): 24 - koppelverbinding TLX. Randprofiel: hoeklijn 24x24 mm. Toebehoren: - ophangconstructie: snelophanger. - kantlatten: vurenhout (NEN 5466, kwaliteit B), afmeting 18x46mm, fabrieksmatige geschilderd; kleur: zwart; - bevestigingsmiddelen: corrosiebestendig. .01 BINNENPLAFOND In het restaurant en naast liggende ruimte as A/C 01/03.

44.31.10-c

PANELENPLAFOND, MINERAALVEZEL PLAFONDPANEEL 0. PANELENPLAFOND Zichtbare draagconstructie. Moduulmaat (mm): zoals in principe op tekening aangegeven. Hoofdliggers: - richting: zoals in principe op tekening aangegeven; - afstand (h.o.h.) (mm): afgestemd op de plafondindeling. Dwarsliggers: afgestemd op de plafondindeling. Randprofielen ter plaatse van de inwendige hoeken stuikend. Randprofielen ter plaatse van de uitwendige hoeken in verstek. Panelen: - legpatroon/indeling: zoals in principe op tekening aangegeven; - paspanelen kleiner dan een halve paneel zijn niet toegestaan. Voorzieningen: - sparingen; - lichtlijn; - inbouwcomponenten. - achterhout: voor de installaties, de verlichting e.d. Toleranties: volgens art. 44.00.20, tabel MC. Plafonds moeten zijn aangebracht door een bedrijf dat het KOMO-procescertificaat overeenkomstig BRL 9600-04 voert. 1. MINERAALVEZEL PLAFONDPANEEL Fabrikaat: Armstrong Building Products. Type: Essentials, oppervlaktestructuur Perla. Brandgedrag (NEN-EN 13501-1-07) (klasse): A2-s1,d0. Geluidabsorptiecoëfficiënt (NEN-EN ISO-354-03) (alpha w): 0,65. Gewogen overlangsgeluidisolatie (NEN-EN-ISO 717-1+a06) (D n,c,w) (dB): < 25. Lichtreflectie (%): >=90. Vochtbestendigheid (%): 95. Materiaal: steenwol. Rand: Board. Kleur: Armstrong global white. Dikte (mm): 18. Afmeting (lxb) (mm): 1.800x600.


139


44.31.10-c


PANELENPLAFOND, MINERAALVEZEL PLAFONDPANEEL (vervolg) 4. METALEN PLAFONDDRAAG-/RANDPROFIEL Fabrikaat: Armstrong Building Products. Type: Trulok Bandraster ophangsysteem. Brandgedrag (NEN-EN 13501-1-07) (klasse): A1. Materiaal: verzinkt staal. Oppervlaktebehandeling: gelakt. Kleur: Armstrong global white. Hoofdligger: - profiel: bandrasterprofiel. - hoogte (mm): 36. - breedte (mm): 100. - gesleufd h.o.h. 100 mm. Dwars-/verdeelligger: - profielvorm: T-profiel. - hoogte (mm): 38 - breedte (mm): 24 - koppelverbinding TLX. Randprofiel: hoeklijn 24x24 mm. Toebehoren: - ophangconstructie: snelophanger. - kantlatten: vurenhout (NEN 5466, kwaliteit B), afmeting 18x46mm, fabrieksmatige geschilderd; kleur: zwart; - bevestigingsmiddelen: corrosiebestendig. .01 BINNENPLAFOND In alle ruimten, voorzover geen ander plafond beschreven.

44.31.20-a

PANELENPLAFOND, GIPS PLAFONDPANEEL 0. PANELENPLAFOND Zichtbare draagconstructie. Moduulmaat (mm): zoals in principe op tekening aangegeven. Hoofdliggers: - richting: zoals in principe op tekening aangegeven; - afstand (h.o.h.) (mm): afgestemd op de plafondindeling. Dwarsliggers: afgestemd op de plafondindeling. Randprofielen ter plaatse van de inwendige hoeken stuikend. Randprofielen ter plaatse van de uitwendige hoeken in verstek. Panelen: - legpatroon/indeling: zoals in principe op tekening aangegeven; - paspanelen kleiner dan een halve paneel zijn niet toegestaan. Voorzieningen: - sparingen; - lichtlijn; - inbouwcomponenten. - achterhout: voor de installaties, de verlichting e.d. Toleranties: volgens art. 44.00.20, tabel MC. Plafonds moeten zijn aangebracht door een bedrijf dat het KOMO-procescertificaat overeenkomstig BRL 9600-04 voert. 1. GIPS PLAFONDPANEEL Gipssoort: rogips. Kanten: recht. Oppervlaktebehandeling: structuur. Kleur: vinyl. Kleur/dessin: volgens kleurenen materialenstaat. Dikte (mm): 9,5.


140



44.31.20-a

PANELENPLAFOND, GIPS PLAFONDPANEEL (vervolg) Lengte x breedte (mm): 600x1200. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen: clips. 4. METALEN PLAFONDDRAAG-/RANDPROFIEL Type: brandveilig. Materiaal: staal, elektrolytisch verzinkt. Oppervlaktebehandeling: poedercoating voor de in het zicht blijvende delen. Hoofdligger: - profiel: brandveilige T-profielen met een profielbreedte van 24mm en een lijfhoogte van 38mm. Dwars-/verdeelligger: - profiel: T-profiel, verdekte uitvoering aansluitend op de plafonddraagprofielen. Randprofiel: - profiel: L-profiel, 19x24mm met omgeplooide randen overeenkomstig/aansluitend de bandrasters, met ter plaatse van de ronde kolommen en/of gebogen wandvlakken randprofielen van flexibele aluminium hoekprofielen. Toebehoren: - kantlatten: vurenhout (NEN 5466, kwaliteit B), afmeting 18x46mm, fabrieksmatige geschilderd; kleur: zwart; - ophangconstructie: corrosiebestendige in hoogte verstelbare nonius hangers in een drukvaste uitvoering en passend bij de plafonddraagprofielen; h.o.h. max. 1200mm met alle benodigde extra ophangpunten ter plaatse van in de plafonds op te nemen onderdelen; - klemmiddelen vulelementen, clips; - bevestigingsmiddelen: corrosiebestendig. .01 BINNENPLAFOND In de toiletgroepen en werkkasten.

44.31.21-a

PANELENPLAFOND, GIPSPLAAT 0. PANELENPLAFOND Montage van in het werk af te werken Gyproc afgehangen designplafond. Type: Rigitone 8-15-20 super plafond (PD 68 RT 8-1520 P/55.1). Skelet: - dubbel regelwerk - afstand hoofdprofielen (h.o.h.) (mm): 1000 - afstand plaatdragende profielen (h.o.h.) (mm): 320. Beplating: enkel laags. Beplating: haaks op de plaatdragende profielen. Bevestigingswijze: geschroefd. Afwerkingniveau overeenkomstig STABU Standaard, hfst. 44, bijlage B: niveau B. 1. GIPSKARTONPLAAT MET PERFORATIE Fabrikaat: Saint-Gobain Gyproc Nederland B.V. Type: Rigitone 8-15-20 Super. Kanten: scherpgezaagd, 4 SK. Dikte (mm): 12,5. Lengte x breedte: 2.000 x 1.200. Afwerking zichtzijde: ongeverfd. Afwerking rugzijde: zwart akoestisch vezeldoek. Toebehoren: - voegwapeningsmateriaal: Gyproc diepgrond, Gyproc JointFiller Vario met als toplaag Gyproc JointFinisher Premium. - bevestigingsmiddelen: Gyproc Rigitone schroeven of


141



44.31.21-a

PANELENPLAFOND, GIPSPLAAT (vervolg) Gyproc-snelbouwschroeven. - akoestische isolatie aan zichtzijde afgewerkt met akoestisch open zwart doek, geluidabsorptiecoëfficiënt (NEN-EN ISO-354-03) (alpha w): >= 0,50. - voorstrijkmiddel:Gyproc Diepgrond. 4. METALEN PLAFONDDRAAG-/RANDPROFIEL Fabrikaat: Saint-Gobain Gyproc Nederland B.V. Type: Gyproc PlaGyp plafond- en randprofielen. Materiaal: koudgewalst sendzimir verzinkt staal. Materiaaldikte (mm): 0,6 Hoofdprofiel: PlaGyp CD-profiel PC 60/27 NL Plaatdragend profiel: PlaGyp CD-profiel PC 60/27 NL Randprofiel: PlaGyp U-profiel PU27/27 NL. - C-profiel, type PlaGyp CD-profiel PC 60/27NL. Toebehoren: - ophangconstructie: PlaGyp Nonius afhanger met PlaGyp Nonius bovendeel en 2 PlaGyp borgpennen per PlaGyp Nonius afhanger. .01 BINNENPLAFOND De binnenplafonds t.p.v. de lichtkap in het atrium.

44.33

LAMELLENPLAFONDS

44.33.10-a

LAMELLENPLAFOND, METALEN PLAFONDLAMEL 0. LAMELLENPLAFOND Onzichtbare draagconstructie. Lamellen: - richting: volgens tekening. - bevestigingswijze: blind. Voorzieningen: - sparingen/plafondluik. - vlakke aluminium panelen t.b.v. de montage van inbouwspots en overige installatiedelen; - achterhout: voor de installaties, de verlichting e.d. Toleranties: - maximale hoogtewisseling van de panelen onderling 1mm. Algemeen: - draagconstructie en panelen uitgevoerd in een rammelvrije uitvoering. Plafonds moeten zijn aangebracht door een bedrijf dat het KOMO-procescertificaat overeenkomstig BRL 9600-04 voert. 1. METALEN PLAFONDLAMEL Fabrikaat: International Ceilings BV. Type: Supergrid. Afmetingen (mm): 600x600. Maaswijdte (mm): 60. Oppervlaktebehandeling: poedercoating, RAL 9006. Afwerking bovenzijde: zwart firetdoek en isolatiedeken, geluidabsorptiecoëfficiënt (NEN-EN ISO-354-03) (alpha w): >= 0,90. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen: thermisch verzinkt. - vlakke aluminium panelen in de zelfde afwerking als de Supergrid panelen t.b.v. de montage van inbouwspots en overige installatiedelen. 4. METALEN PLAFONDDRAAG-/RANDPROFIEL Fabrikaat: ter goedkeuring van de directie. Materiaal: staal, elektrolytisch verzinkt (NEN 22018 - klasse 4). Oppervlaktebehandeling: poedercoating voor de in het


142



44.33.10-a

LAMELLENPLAFOND, METALEN PLAFONDLAMEL (vervolg) zicht blijvende delen. Hoofdligger: - profiel: afgestemd op het gehele plafondsysteem. Dwars-/verdeelligger: - profiel: afgestemd op het gehele plafondsysteem. Toebehoren: - kantlatten: vurenhout (NEN 5466, kwaliteit B), afmeting 18x46mm, zichtzijde vóór het aanbrengen dekkend schilderen, als kleur rooster; aansluitingen op aansluitende bouwdelen afkitten, kleur kit als kantlant; - ophangconstructie: corrosiebestendige in hoogte verstelbare nonius hangers in een drukvaste uitvoering en passend bij de plafonddraagprofielen; h.o.h. max. 1200mm met alle benodigde extra ophangpunten ter plaatse van in de plafonds op te nemen onderdelen; - klemmiddelen vulelementen, clips; - bevestigingsmiddelen: corrosiebestendig. .01 BINNENPLAFOND De lamellen/rooster plafonds aan de onderzijde van de loopbruggen, galerij in het atrium.

44.41

IN HET WERK AF TE WERKEN SYSTEEMWANDEN

44.41.21-a

SYSTEEMWAND, BEPLATING OP SKELET, METALEN WANDPROFIEL, GIPSPLAAT 0. SYSTEEMWAND, GIPSPLATEN OP SKELET Brandwerendheid (NEN 6069+w05) (min): zoals aangegeven op tekening. Luchtgeluidreductie-index (Rw) (NPR 5079-99) (dB): zie 44.00.20 93. Totale wanddikte (mm): volgens tekening. Skelet: - enkelvoudig. - onderregels; - bovenregels; - randregels in een versterkte uitvoering aanbrengen ter plaatse van op te nemen kozijnen. Isolatie: aanbrengen in het frame. Beplating: tweelaags aan twee zijden. Bevestigingswijze: geschroefd. Zijaansluiting: de gipskartonplaten aan beide zijden van de wanden afdichten met kit. Sparingen. Afwerking uitwendige hoeken: voorzien van hoekversterkingen afgewerkt met voegmateriaal. Frame voorzieningen: - tussen de aansluitingen van frameregels op aansluitende bouwonderdelen twee stroken voegenband aanbrengen; - extra regels c.q. stroken multiplex voor de bevestiging van brandslanghaspels, kanalen/leidingen en overige zware voorwerpen; - ruimte tussen frames en op te nemen metalen kozijnen geheel vullen met minerale wol. Afwerkingniveau overeenkomstig STABU Standaard, hfst. 44, bijlage B: niveau B. Systeemwanden moeten zijn aangebracht door een bedrijf dat het KOMO-procescertificaat overeenkomstig BRL 9600-04 voert.


143



44.41.21-a

SYSTEEMWAND, BEPLATING OP SKELET, METALEN WANDPROFIEL, GIPSPLAAT (vervolg) 1. METALEN WANDPROFIEL Materiaal: koud gewalst sendzimir verzinkt staal. Profielen: - stijl: C-vormige profielen met een plaatdikte van min. 0,6mm, hoogte 48/51mm en een breedte afgestemd op de vereiste totale wanddikte; voor de stijlen in een extra zware uitvoering een plaat dikte van 2mm toepassen; - regel: U-vormige profielen met een plaatdikte van min. 0,6mm, hoogte 40mm en een breedte afgestemd op de vereiste totale wanddikte; voor regels in een extra zware uitvoering een plaatdikte van 1,5mm toepassen. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen: corrosiebestendig; - afdichtingsmateriaal: akoestisch PE-voegenband met gesloten cellen, breed 10mm; - verzinkt metalen draagstoelen: ten behoeve van bevestiging wastafels - vurenhouten regels, stroken multiplex enz. 2. GIPSKARTONPLAAT (BRL 1009-06) Uitvoering: - A, standaard; - F, hoge temperatuur bestendigheid; - H, vertraagde waterabsorbtie; afgestemd op de situatie. Langskanten: AK, afgeschuinde kant. Dikte (mm): 2x 12,5 (aan elke zijde) Toebehoren: - voegwapeningsmateriaal: versterkt fijn geperforeerd papieren voegenband; - voegafwerkingsmateriaal; - dunpleistermateriaal; - bevestigingsmiddelen: verzonken gipskartonplaatschroeven met kruissnede, trompetkop en naaldpunt; de schroeven zelftappend en in een verzinkte of gefosfateerde uitvoering; - hoekversterkingsmateriaal, voorgevouwen aluminiumstrip op geperforeerde papierstrook; - akoestische elastisch blijvende voegenkit, waarnodig in een brandwerende uitvoering. Gipskartonplaten leveren onder KOMO-productcertificaat. 4. DEKEN MINERALE WOL (NEN-EN 13162+c06) Materiaal: MW, minerale wol. Dikte (mm): 50. 9. MEET-/BEPROEVINGSRAPPORT Meet-/beproevingsrapporten met betrekking tot de brandwerendheid en de geluidsisolatie aan de directie verstrekken; voornoemde documenten dienen te zijn opgesteld door een hierin gespecialiseerd en erkend adviesbureau of keuringsinstituut ter goedkeuring van de directie. .01 BINNENWAND De (gipsplaat)binnenwanden.

44.41.21-b

SYSTEEMWAND, BEPLATING OP SKELET, METALEN WANDPROFIEL, GIPSPLAAT 0. SYSTEEMWAND, GIPSPLATEN OP SKELET Brandwerendheid (NEN 6069+w05) (min): zoals aangegeven op tekening. Luchtgeluidreductie-index (Rw) (NPR 5079-99) (dB): zie 44.00.20 93.


144


44.41.21-b


SYSTEEMWAND, BEPLATING OP SKELET, METALEN WANDPROFIEL, GIPSPLAAT (vervolg) Totale wanddikte (mm): volgens tekening. Skelet: - enkelvoudig. - onderregels; - bovenregels; - randregels in een versterkte uitvoering aanbrengen ter plaatse van op te nemen kozijnen. Isolatie: aanbrengen in het frame. Beplating: tweelaags. Beplating aan één zijde. Bevestigingswijze: geschroefd. Zijaansluiting: de gipskartonplaten aan beide zijden van de wanden afdichten met kit. Sparingen. Afwerking uitwendige hoeken: voorzien van hoekversterkingen afgewerkt met voegmateriaal. Frame voorzieningen: - tussen de aansluitingen van frameregels op aansluitende bouwonderdelen twee stroken voegenband aanbrengen; - extra regels c.q. stroken multiplex voor de bevestiging van kanalen/leidingen en overige zware voorwerpen; - ruimte tussen frames en op te nemen metalen kozijnen geheel vullen met minerale wol. Uit de schacht tredende kanalen dienen akoestisch losgehouden te worden van de buitenste metal stud wanden; de aansluitingen van de wanden op de kanalen dienen indien nodig aangeheeld te worden met een contramal en afgedicht te worden met elastisch blijvende kit op rugvulling. Afwerkingniveau overeenkomstig STABU Standaard, hfst. 44, bijlage B: niveau B. Systeemwanden moeten zijn aangebracht door een bedrijf dat het KOMO-procescertificaat overeenkomstig BRL 9600-04 voert. 1. METALEN WANDPROFIEL Materiaal: koud gewalst sendzimir verzinkt staal. Profielen: - stijl: C-vormige profielen met een plaatdikte van min. 0,6mm, hoogte 48/51mm en een breedte afgestemd op de vereiste totale wanddikte; voor de stijlen in een extra zware uitvoering een plaat dikte van 2mm toepassen; - regel: U-vormige profielen met een plaatdikte van min. 0,6mm, hoogte 40mm en een breedte afgestemd op de vereiste totale wanddikte; voor regels in een extra zware uitvoering een plaatdikte van 1,5mm toepassen. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen: corrosiebestendig; - afdichtingsmateriaal: akoestisch PE-voegenband met gesloten cellen, breed 10mm; - verzinkt metalen draagstoelen: ten behoeve van bevestiging wastafels - vurenhouten regels, stroken multiplex enz. 2. GIPSKARTONPLAAT (BRL 1009-06) Uitvoering: - A, standaard; - F, hoge temperatuur bestendigheid; - H, vertraagde waterabsorbtie; afgestemd op de situatie. Langskanten: AK, afgeschuinde kant.


145



44.41.21-b

SYSTEEMWAND, BEPLATING OP SKELET, METALEN WANDPROFIEL, GIPSPLAAT (vervolg) Dikte (mm): 2x 12,5. Toebehoren: - voegwapeningsmateriaal: versterkt fijn geperforeerd papieren voegenband; - voegafwerkingsmateriaal; - dunpleistermateriaal; - bevestigingsmiddelen: verzonken gipskartonplaatschroeven met kruissnede, trompetkop en naaldpunt; de schroeven zelftappend en in een verzinkte of gefosfateerde uitvoering; - hoekversterkingsmateriaal, voorgevouwen aluminiumstrip op geperforeerde papierstrook; - akoestische elastisch blijvende voegenkit, waarnodig in een brandwerende uitvoering. Gipskartonplaten leveren onder KOMO-productcertificaat. 4. DEKEN MINERALE WOL (NEN-EN 13162+c06) Materiaal: MW, minerale wol. Dikte (mm): 50. 9. MEET-/BEPROEVINGSRAPPORT Meet-/beproevingsrapporten met betrekking tot de brandwerendheid en de geluidsisolatie aan de directie verstrekken; voornoemde documenten dienen te zijn opgesteld door een hierin gespecialiseerd en erkend adviesbureau of keuringsinstituut ter goedkeuring van de directie. .01 BINNENWAND De (gipsplaat)voorzetbinnenwanden, bij schachten dubbel uitvoeren.

44.41.21-c

SYSTEEMWAND, BEPLATING OP SKELET, METALEN WANDPROFIEL, GIPSPLAAT 0. SYSTEEMWAND, GIPSPLATEN OP SKELET Brandwerendheid (NEN 6069+w05) (min): zoals aangegeven op tekening. Luchtgeluidreductie-index (Rw) (NPR 5079-99) (dB): >= 48. Totale wanddikte (mm): volgens tekening. Skelet: - enkelvoudig. - onderregels; - bovenregels; - randregels in een versterkte uitvoering aanbrengen ter plaatse van op te nemen kozijnen. Isolatie: aanbrengen in het frame. Beplating: drielaags aan twee zijden. Bevestigingswijze: geschroefd. Zijaansluiting: de gipskartonplaten aan beide zijden van de wanden afdichten met kit. Sparingen. Afwerking uitwendige hoeken: voorzien van hoekversterkingen afgewerkt met voegmateriaal. Frame voorzieningen: - tussen de aansluitingen van frameregels op aansluitende bouwonderdelen twee stroken voegenband aanbrengen; - extra regels c.q. stroken multiplex voor de bevestiging van brandslanghaspels, kanalen/leidingen en overige zware voorwerpen; - ruimte tussen frames en op te nemen metalen kozijnen geheel vullen met minerale wol. Afwerkingniveau overeenkomstig STABU Standaard, hfst. 44, bijlage B: niveau B.


146


44.41.21-c


SYSTEEMWAND, BEPLATING OP SKELET, METALEN WANDPROFIEL, GIPSPLAAT (vervolg) Systeemwanden moeten zijn aangebracht door een bedrijf dat het KOMO-procescertificaat overeenkomstig BRL 9600-04 voert. 1. METALEN WANDPROFIEL Materiaal: koud gewalst sendzimir verzinkt staal. Profielen: - stijl: C-vormige profielen met een plaatdikte van min. 0,6mm, hoogte 48/51mm en een breedte afgestemd op de vereiste totale wanddikte; voor de stijlen in een extra zware uitvoering een plaat dikte van 2mm toepassen; - regel: U-vormige profielen met een plaatdikte van min. 0,6mm, hoogte 40mm en een breedte afgestemd op de vereiste totale wanddikte; voor regels in een extra zware uitvoering een plaatdikte van 1,5mm toepassen. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen: corrosiebestendig; - afdichtingsmateriaal: akoestisch PE-voegenband met gesloten cellen, breed 10mm; - verzinkt metalen draagstoelen: ten behoeve van bevestiging wastafels - vurenhouten regels, stroken multiplex enz. 2. GIPSKARTONPLAAT (BRL 1009-06) Uitvoering: - A, standaard; - F, hoge temperatuur bestendigheid; - H, vertraagde waterabsorbtie; afgestemd op de situatie. Langskanten: AK, afgeschuinde kant. Dikte (mm): 3x 12,5 (aan elke zijde) Toebehoren: - voegwapeningsmateriaal: versterkt fijn geperforeerd papieren voegenband; - voegafwerkingsmateriaal; - dunpleistermateriaal; - bevestigingsmiddelen: verzonken gipskartonplaatschroeven met kruissnede, trompetkop en naaldpunt; de schroeven zelftappend en in een verzinkte of gefosfateerde uitvoering; - hoekversterkingsmateriaal, voorgevouwen aluminiumstrip op geperforeerde papierstrook; - akoestische elastisch blijvende voegenkit, waarnodig in een brandwerende uitvoering. Gipskartonplaten leveren onder KOMO-productcertificaat. 4. DEKEN MINERALE WOL (NEN-EN 13162+c06) Materiaal: MW, minerale wol. Dikte (mm): 50. 9. MEET-/BEPROEVINGSRAPPORT Meet-/beproevingsrapporten met betrekking tot de brandwerendheid en de geluidsisolatie aan de directie verstrekken; voornoemde documenten dienen te zijn opgesteld door een hierin gespecialiseerd en erkend adviesbureau of keuringsinstituut ter goedkeuring van de directie. .01 BINNENWAND De (gipsplaat)binnenwanden t.p.v. ruimte relatie gezondheidscentrum - verblijfsruimte.


147



44.41.80-a

TOEBEHOREN SYSTEEMWAND 0. TOEBEHOREN SYSTEEMWAND Fabrikaat: Nofisol Type: geluid-/drukschot, type 38 of 45 dB overeenkomstig eis onderliggende wand. Samestelling: steenwol, tweezijdig voorzien van Nofisol BMA coating. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen: corrosiebestendig. .01 BINNENWAND De schotten boven de systeemwanden.

44.42

VOORAF AFGEWERKTE SYSTEEMWANDEN

44.42.20-a

PANELEN-SYSTEEMWAND, VOORAF AFGEWERKT SYSTEEMWANDELEMENT, HOUTEN PANEEL 0. PANELEN-SYSTEEMWAND Brandwerendheid (NEN 6069+w05) (min): zoals aangegeven op tekening. Luchtgeluidreductie-index (Rw) (NPR 5079-99) (dB): - R'w 43 dB = tweelaags beplaat; - R'w 32 dB = enkellaags beplaat; - R'w 28 dB = enkellaags beplaat ; e.e.a. zoals op tekening aangegeven. Beplating: - enkellaags t.p.v. gangzone; - tweelaags t.p.v. ruimtescheidende wanden. Naadafwerking tussen de panelen onderling alsmede de aansluitingen op andere bouwonderdelen dienen te voldoen aan de gestelde akoestische en brandwerende eisen. Bovenaansluiting van de systeemwand moet zodanig zijn uitgevoerd dat de wand daardoor niet verticaal kan worden belast. Ter plaatse van ontmoetingen met binnenspouwbladen rekenen op aansluitingen op kabelgoten en/of vensterbanken. Oppervlaktebeoordelingscriteria overeenkomstig STABU Standaard, hfst. 44, bijlage A: groep 1. Systeemwanden moeten zijn aangebracht door een bedrijf dat het KOMO-procescertificaat overeenkomstig BRL 9600-04 voert. 1. PANELENWANDELEMENT, SPAANPLAAT Fabrikaat: Maars. Type: panelenwandelement, StyleLine. Elementopbouw: - materiaal beplating: spaanplaat, dikte 12,5 mm. - beplating: beide zijden. - profielen: stalen stijlen, sendzimir verzinkt en voorzien van perforatie voor doorvoering elektra. - isolatie: minerale wol, dikte 40 mm. - terugliggend stalen vloerprofiel. - terugliggend stalen plafondprofiel. Afwerking: - melamine. - kleuren/dessins: volgens kleurenen materialenstaat. Dikte (mm): 82 (bij enkellaagse bekleding) en 107 (bij tweelaagse bekleding). Hoogte (mm): 2.800. Moduulmaat: (mm) - gesloten delen: 1.200; - beglaasde delen: 900; - deurelementen: 1.000. Hulpstukken:


148



44.42.20-a

PANELEN-SYSTEEMWAND, VOORAF AFGEWERKT SYSTEEMWANDELEMENT, HOUTEN PANEEL (vervolg) - paselement: staal, gepoedercoat. - hoekelement: staal, gepoedercoat. - raamelement: staal, gepoedercoat. - deurkozijn: aluminium. - deurelement: kanaalspaanplaat, hardkunststof Resopal uni dessins afwerking, per verdieping een andere kleur, deurbeslag conform overige deuren (zie par. 30.80) deuren voorzien van valdorpel. - alle in het zicht komende metalen onderdelen zijn voorzien van een poedercoat laklaag. Hulpstukken moeten van overeenkomstige kwaliteit en hoedanigheid zijn als het panelenwandelement. Naadaansluiting: V-vormige naad, koud tegen elkaar .01 BINNENWAND De systeemwanden volgens tekening.

44.42.20-b

PANELEN-SYSTEEMWAND, VOORAF AFGEWERKT SYSTEEMWANDELEMENT, HOUTEN PANEEL 0. PANELEN-SYSTEEMWAND Beplating: - enkellaags. Bevestiging: onzichtbaar ophang/montagesysteem. Bovenaansluiting van de systeemwand moet zodanig zijn uitgevoerd dat de wand daardoor niet verticaal kan worden belast. Oppervlaktebeoordelingscriteria overeenkomstig STABU Standaard, hfst. 44, bijlage A: groep 1. Systeemwanden moeten zijn aangebracht door een bedrijf dat het KOMO-procescertificaat overeenkomstig BRL 9600-04 voert. 1. PANELENWANDELEMENT, SPAANPLAAT Fabrikaat: Maars. Type: voorzetwand, panelen als StyleLine. Elementopbouw: - materiaal beplating: spaanplaat, dikte 12,5 mm. - beplating: enkel zijdig - terugliggend stalen vloerprofiel. - terugliggend stalen plafondprofiel. - Afwerking: - melamine. - kleuren/dessins: volgens kleurenen materialenstaat. Hoogte (mm): 2.800. Moduulmaat: (mm): 1.200. Hulpstukken moeten van overeenkomstige kwaliteit enhoedanigheid zijn als het panelenwandelement.Naadaansluiting: V-vormige naad, koud tegen elkaar .01 VOORZETWAND De systeemvoorzetwanden t.p.v. de kernen, toiletgroepen, trappenhuizen e.e.a. volgens tekening.


149


45

AFBOUWTIMMERWERK

45.00

ALGEMEEN

45.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90. OPPERVLAKTEBEOORDELINGSCRITERIA Daar waar in het bestek eisen zijn gesteld aan de vlakheid dienen deze te voldoen aan in tabel MC gestelde toleranties.


TABEL MC __________________________________________________ Vlakheidstoleranties bij 1 m 3 mm een onderlinge afstand 4m 8 mm tussen de meetpunten 10 m 12 mm van: 15 m 15 mm __________________________________________________ De niveauverschillen mogen niet plots (trapsgewijs) optreden. 91. DROOGTEKLASSE Hout dat moet voldoen aan droogteklasse I of II, mag niet eerder worden aangebracht dan nadat het gebouw glas- en waterdicht is. 45.00.40


45.00.60

BOUWSTOFFEN: ALGEMEEN 90. VERDUURZAMINGSMIDDELEN Houtverduurzamingsmiddelen dienen geen invloed te hebben op een eventueel nader aan te brengen verfsysteem.

45.31

REGELWERK

45.31.10-a

TIMMERWERK, REGELWERK, GEZAAGD HOUT 0. TIMMERWERK REGELWERK Regelwerk: - stijlen regelwerk: h.o.h. maximaal 600mm in beide richtingen. Toleranties: volgens art. 45.00.20, tabel MC. 1. GEZAAGD NAALDHOUT (BRL 2301-04) Houtsoort: Europees vuren. Kwaliteitsklasse: C. Dikte (mm): standaard handelsafmetingen. Breedte (mm): standaard handelsafmetingen. Vochtgehalte (%): 14-18. Bewerking: geschaafd. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen: corrosiebestendig; - ankers, strippen e.d.: thermisch verzinkte uitvoering. Hout leveren met FSC-keurmerk (Forest Stewardship Council). Gezaagd naaldhout leveren onder KOMO-productcertificaat. .01 VOORZETWAND, BINNEN Ten behoeve van de meterborden in de meterkasten.


150



45.31.10-a TIMMERWERK, REGELWERK, GEZAAGD HOUT (vervolg) .02 VOORZETWAND, BINNEN Ten behoeve van de bamboe betimmeringen. .03 PLAFONDKOOF Ten behoeve van de plafondkoven, overgangen e.d.; een en ander zoals op tekening staat aangegeven c.q. uit het werk voortvloeiend. .04 VULLING OPENING PLAT DAK Ten behoeve van de dagkantbetimmeringen van de daklichtstraten. .05 BINNENPLAFOND Ten behoeve van de, in dit hoofdstuk, beschreven verlaagde binnenplafonds. .07 SECUNDAIRE VLOER, BINNEN Ten behoeve van de Trespa afwerking op de luifel boven de balie. .08 TIMMERWERKEN, BINNENKLIMAAT De stijlen regelwerken ten behoeve van betimmeringen in binnenklimaat. 45.41

BESCHIETINGEN

45.41.20-a

TIMMERWERK, BESCHIETING, GIPSPLAAT 0. BESCHIETING MET GIPSPLATEN Ondergrond: onderlaag van spaanplaat, zie 45.41.53. Ondersteuning oplegvlak: langs alle randen. Langsnaadopening tussen de platen (mm) : 3. Stuiknaden moeten zijn gesloten. Bevestigingsmiddelen mogen het kartonoppervlak niet beschadigen. Beplating: enkellaags. Bevestigingswijze: geschroefd. Sparing: ten behoeve van installatie-onderdelen. Afwerking uitwendige hoeken te voorzien van hoekversterkingsmateriaal. Afwerkingniveau overeenkomstig STABU Standaard, hfst. 44, bijlage B: niveau A. 1. GIPSKARTONPLAAT (BRL 1009-06) Uitvoering: P, stucplaat. Langskanten: AK, afgeschuinde kant. Dikte (mm): 12,5. Toebehoren: - voegwapeningsmateriaal: versterkt fijn geperforeerd papieren voegenband; - voegafwerkingsmateriaal; - dunpleistermateriaal; - bevestigingsmiddelen: verzonken gipskartonplaatschroeven met kruissnede, trompetkop en naaldpunt; de schroeven zelftappend en in een verzinkte of gefosfateerde uitvoering; - hoekversterkingsmateriaal, voorgevouwen aluminiumstrip op geperforeerde papierstrook; - akoestische elastisch blijvende voegenkit, waarnodig in een brandwerende uitvoering. Gipskartonplaten leveren onder KOMO-productcertificaat. .01 BINNENPLAFOND De stroken in de binnenplafonds, volgens tekening.

45.41.20-b

TIMMERWERK, BESCHIETING, GIPSPLAAT 0. BESCHIETING MET GIPSPLATEN Langsnaadopening tussen de platen (mm) : 3. Stuiknaden moeten zijn gesloten. Bevestigingswijze: gelijmd.


151



45.41.20-b

TIMMERWERK, BESCHIETING, GIPSPLAAT (vervolg) Sparing: ten behoeve van installatie-onderdelen. Afwerking uitwendige hoeken te voorzien van hoekversterkingsmateriaal. Afwerkingniveau overeenkomstig STABU Standaard, hfst. 44, bijlage B: niveau A. 1. GIPSKARTONPLAAT MET PERFORATIE Fabrikaat: Saint-Gobain Gyproc Nederland B.V. Type: Rigitone 8-15-20 Super. Kanten: scherpgezaagd, 4 SK. Oppervlak: geperforeerd. Dikte (mm): 12,5. Afwerking zichtzijde: dekkend schilderwerk, kleur wit. Afwerking rugzijde: zwart akoestisch vezeldoek. Toebehoren: - voegwapeningsmateriaal: Gyproc voegenlijm P-63 met voegafwerkingsmateriaal Gyproc JointFiller en Gyproc JointFinisher Premium. - dilatatievoegprofiel. - bevestigingsmiddelen: Rigitone snelbouwschroeven. - akoestische isolatie aan zichtzijde afgewerkt met akoestisch open zwart doek, geluidabsorptiecoëfficiënt (NEN-EN ISO-354-03) (alpha w): >= 0,50. .01 VOORZETWAND, BINNEN De geïsoleerde wandbeschietingen t.p.v. de lichtkap atrium, zoals op tekening staat aangegeven.

45.41.30-b

TIMMERWERK, BESCHIETING, VLAKKE VEZELCEMENTPLAAT 0. TIMMERWERK BESCHIETING Bevestiging: nieten tegen bijbehorende klossen. Toleranties: volgens art. 45.00.20, tabel MC. 1. BRANDWERENDE PLAAT, CALCIUMSILICAAT Fabrikaat: Promat B.V. Type: Promatect-H. Onbrandbaar overeenkomstig NEN 6064+w01. Dikte (mm): afgestemd op de te behalen brandwerendheid. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen: nieten volgens opgave fabrikant/leverancier; - bijbehorende klossen. .01 CONSTRUCTIE De brandwerende bekleding van de stalen constructieonderdelen.

45.41.40-a

TIMMERWERK, BESCHIETING, HOUTWOL-/HOUTSPAANPLAAT 0. TIMMERWERK BESCHIETING Bevestiging: onzichtbaar, op regelwerk. Toleranties: volgens art. 45.00.20, tabel MC. Patroon: de platen in een nader te bepalen vakverdeling, waarbij op de benodigde passtroken gerekend dient te worden. 1. MAGNESIET GEBONDEN HOUTWOLPLAAT, PLAFONDPANEEL Fabrikaat: Knauf Insulation GmbH, Austria. Type: Heradesign akoestiekplaten Heradesign Fine. Kanten: rondom vellingkant (incl. pasplaten). Dikte (mm): 25. Oppervlaktebehandeling: silicaatverf. Kleur (RAL): 9010 wit. Geluidabsorptie-coëfficiënt (NEN-EN ISO-354-03) (alpha w): >= 0,70. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen: corrosievast stalen nieten. - reparatieverf: Herapaint wit.


152



45.41.40-a

TIMMERWERK, BESCHIETING, HOUTWOL-/HOUTSPAANPLAAT (vervolg) - steenwol 90 kg/m3 tussen regelwerk. - hardhouten kantlat, in kleur plafond. .01 BINNENPLAFOND De plafondafwerkingen in de trappenhuizen. .02 TRAP De plafondafwerking aan de onderzijde van de trap in de parkeergarage H/G-06/07

45.41.51-a

TIMMERWERK, BESCHIETING, MULTIPLEX 0. TIMMERWERK BESCHIETING Bevestiging: op houten regelwerk, zoals beschreven in dit hoofdstuk. 1. TRIPLEX (BRL 1705-05) Type: Underlayment. Oppervlakte-afwerkingsklasse: M. Dikte (mm): 18. Lengte x breedte (mm): gehele achterwand. Oppervlaktebehandeling: geschuurd. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen: corrosiebestendig. Triplex platen leveren onder KOMO-productcertificaat. Triplex leveren met FSC-keurmerk, (Forest Stewardship Council). .01 VOORZETWAND, BINNEN De meterborden in de meterkasten/-ruimten en exploitatiekasten.

45.41.53-a

TIMMERWERK, BESCHIETING, SPAANPLAAT 0. TIMMERWERK BESCHIETING Bevestiging: op houten regelwerk, zoals beschreven in dit hoofdstuk. 1. SPAANPLAAT (BRL 1101-06) Dikte (mm): volgens details. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen: corrosiebestendig. Spaanplaten leveren onder KOMO-productcertificaat. .01 BINNENPLAFOND De onderlaag t.p.v. stroken in de binnenplafonds, volgens tekening.

45.41.59-a

TIMMERWERK, BESCHIETING, BAMBOE 0. TIMMERWERK BESCHIETING Bevestiging: onzichtbaar, op houten regelwerk, zoals beschreven in dit hoofdstuk. Toleranties: volgens art. 45.00.20, tabel MC. Patroon: volgens nadere opgave directie. Uitvoering: interieur- meubelmakerskwaliteit. 1. BAMBOE Fabrikaat: Bamboo XL. Type: Solid 701 panelen, massief houten delen en deels op multiplex verlijmd. Kleur: naturel. Dikte (mm): volgens details. Afwerking zichtzijden: transparant gelakt, zoals beschreven in hoofdstuk 46. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen: corrosiebestendig. .01 TIMMERWERKEN, BINNENKLIMAAT De bamboe interieur betimmeringen volgend uit de tekeningen.


153



VLAKKE-PLAATBEKLEDINGEN

45.42.71-a

VLAKKE-PLAATBEKLEDING, VLAKKE MASSIEF KUNSTSTOFPLAAT 0. VLAKKE-PLAATBEKLEDING Bevestigingswijze: onzichtbaar. Als gevolg van bevestiging mogen op de in het zicht blijvende platen geen onregelmatigheden of vervormingen zichtbaar zijn. De platen moeten zodanig zijn bevestigd dat geen hinderlijke geluiden als gevolg van optredende vormveranderingen optreden. Patroon: de platen aanbrengen in een nader te bepalen vakindeling waarbij op de benodigde pasplaten dient te worden gerekend. 1. VLAKKE MASSIEF KUNSTSTOFPLAAT Fabrikaat: Trespa. Materiaal: homogeen samengesteld houtvezel versterkt composiet. Kleur/dessin: nader door de directie te bepalen. Uitvoering: standaard / brandvertragend gemodificeerd. Dikte (mm): 9. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen: corrosiebestendig; 4. TEKENINGEN Door de aannemer te vervaardigen tekeningen. Van de bekledingspanelen met bijbehorende onzichtbare bevestigingsconstructie (de productietekeningen). .01 LUIFEL De Trespa bovenbekleding van de luifel boven de balie. .02 BUITENWAND De Trespa bekledingen/omkledingen.

45.42.79-a

VLAKKE-PLAATBEKLEDING, VLAKKE KUNSTSTOFPLAAT 0. VLAKKE-PLAATBEKLEDING Bevestigingswijze: onzichtbaar. Als gevolg van bevestiging mogen op de in het zicht blijvende platen geen onregelmatigheden of vervormingen zichtbaar zijn. De platen moeten zodanig zijn bevestigd dat geen hinderlijke geluiden als gevolg van optredende vormveranderingen optreden. Patroon: de platen aanbrengen in een nader te bepalen vakindeling waarbij op de benodigde pasplaten dient te worden gerekend. 1. VLAKKE KUNSTSTOFPLAAT Fabrikaat: Resopal. Type: A2coustic. Afmeting (mm): volgens tekening. Geluidabsorptiecoëfficiënt (NEN-EN ISO-354-03) (alpha w): >= 0,70. Opbouw: - buitenpaneel en binnenpaneel: geperforeerde HPL plaat, kleur en dessin volgens de afwerken kleurenstaat; - isolatiemateriaal: akoustisch materiaal, 50mm minerale wol. .01 LUIFEL De plafondafwerking van de luifel boven de balie.


154



46

SCHILDERWERK

46.00

ALGEMEEN

46.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 03. VERWIJDEREN VERFLAGEN Het verwijderen van verflagen en vernislagen met hete lucht is toegestaan. Afbranden is niet toegestaan. 04. KLEURTOEPASSING BUITENWERK Voor buitenwerk geldt de navolgende kleurtoepassing: - volgens de kleurenen materialenstaat. 05. KLEURTOEPASSING BINNENWERK Voor binnenwerk geldt de navolgende kleurtoepassing: - volgens de kleurenen materialenstaat. 06. SCHILDEREN LANGS BEGLAZING Op kozijnen, ramen en deuren, voorzien van beglazing, iedere laag tot circa 1 mm op het glas schilderen, behalve bij beglazingsprofielen, zoals condensprofielen, geanodiseerd aluminium glaslatten, rubberprofielen e.d. 10. KEUZE APPLICATIESYSTEEM Indien verven en lakken anders dan met kwast worden opgebracht, wordt het kleurenschema in overleg met de aannemer bepaald, binnen het kader van de mogelijkheden van het applicatiesysteem dat zal worden toegepast. 12. AFTEKENING REPARATIES Reparaties in de ondergrond mogen zich niet aftekenen. 13. ONDER- EN BOVENZIJDE RAMEN EN DEUREN De onder- en bovenzijde van ramen en buitendeuren moeten zijn meegeschilderd. 90. TIJDELIJK VERWIJDEREN ONDERDELEN Sluitwerken moeten vóór de aanvang van de schilderwerken worden verwijderd en na de uitvoering ervan wederom worden aangebracht. 91. PLAMUREN In de STABU Standaard Technisch Bepalingen art. 46.0.20 18 dient de tekst "Delen smaller dan 30 mm behoeven niet te worden geplamuurd." te vervallen. 92. HANG- EN SLUITWERKEN, BESLAG E.D. Sluitwerken aangebracht in kozijnen, ramen en deuren die in het werk nog van een afwerklaag moeten worden voorzien, pasmaken en aanbrengen en alvorens tot de uitvoering van de afwerklaag over te gaan, deze sluitwerken tijdelijk weer verwijderen en nadien wederom aanbrengen.

46.00.23

EISEN EN UITVOERING: SCHILDERWERK NIEUWE ONDERGROND 01. NIET IN HET ZICHT BLIJVENDE DELEN VAN TIMMERWERKEN Niet in het zicht blijvende delen van aan te brengen timmerwerken die met de buitenlucht in aanraking komen, moeten met grondverf zijn behandeld. 02. CONTROLE MACHINAAL TIMMERWERK Tenminste 3 maal 24 uur voordat de machinale timmerwerken worden geschilderd zal de aannemer de directie verzoeken deze te inspecteren (zater-, zon en feestdagen hierin niet begrepen). Een dergelijk verzoek moet in het weekrapport en/of dagboek worden vastgelegd. 03. VOCHTGEHALTE HOUT Hout mag een vochtgehalte hebben van maximaal 17 % in de buitenlaag en ten hoogste 21 % in het inwendige.


155



46.00.23

EISEN EN UITVOERING: SCHILDERWERK NIEUWE ONDERGROND (vervolg) 04. CORROSIEWERENDE VERF OP METAAL De tweede laag corrosiewerende verf op metaalwerken na het stellen opbrengen. Indien delen door het stellen of door montage onbereikbaar worden, deze vooraf minstens met een tweede laag corrosiewerende verf behandelen.

46.00.30

INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN 90. VERFTECHNISCH ADVIES Door de voor het werk gekozen verffabrikant dient aan de hand van het bestek een verftechnisch advies te worden opgesteld. In het advies dienen uitsluitend die verfproducten voor de diverse systemen te worden opgenomen die een eindproduct van topkwaliteit waarborgen, waarbij de eventueel in het bestek aangegeven beschrijvingen uitsluitend bedoeld zijn als richtlijn omtrent de toe te passen producten. Het verftechnisch advies dient door de aannemer in 2voud ter goedkeuring aan de directie te worden verstrekt. Eerst na goedkeuring van het advies mag met het schilderwerk worden aangevangen; eerder aangevangen werk zal als niet gedaan worden beschouwd.

46.00.32

informatie-overdracht: monsters 90. PROEFVLAK De hierna genoemde monsters dienen ter beoordeling van de volgende, bij het monster genoemde kenmerken. Monster: - proefvlak(ken) schilderwerk ten behoeve van de keuze van toe te passen kleuren. Afmetingen: max. 1 m² per kleur. Beoordelingskenmerken: - de visuele aspecten.

46.00.33

INFORMATIE-OVERDRACHT: ONDERHOUDSVOORSCHRIFTEN 01. ONDERHOUDSVOORSCHRIFT Door de aannemer te verstrekken onderhoudsvoorschriften: - het toegepaste verftechnisch advies ten behoeve van de door de eigenaar uit te voeren onderhoudswerkzaamheden in de toekomst. Taal: Nederlandse. Aantal te verstrekken exemplaren: 2 stuks. Tijdstip van verstrekking: vóór de opneming.

46.00.40


46.00.60

BOUWSTOFFEN: ALGEMEEN 90. VERFFABRIKANTEN Voor het betrekken van verfproducten waarvoor in dit bestek nog geen bepaald fabrikaat is voorgeschreven, dienen te worden betrokken van Sigma Coatings B.V. te Uithoorn. 91. KWALITEITSOMSCHRIJVINGEN EN KEURINGSMETHODEN Met betrekking tot de verfproducten is van toepassing, de "Kwaliteitsomschrijvingen voor verven en verwante producten" en de "Keuringsmethoden voor verven en verwante producten", uitgegeven door de


156



46.00.60

BOUWSTOFFEN: ALGEMEEN (vervolg) Stichting Centrum voor Oppervlaktetechnologie (COT). 92. GLANSGRAAD Het toepassen van verfproducten in sterk glanzend/ hoogglanzend, glanzend, halfmat/halfglanzend, eiglans en/of volledig mat zal eveneens door de directie worden bepaald aan de hand van de proefvlakken. Mogelijke wijzigingen met betrekking tot de glansgraad van de verfproducten ten opzichte van de eventueel in het bestek aangegeven glansgraad zullen de aannemer geen recht geven op verrekening.

46.31

NIEUWE ONDERGROND, HOUT

46.31.11-a

NWE ONDERGR. HOUT, DEKKEND SYSTEEM, WATERGEDR. 0. NWE ONDERGR. HOUT, DEKKEND SYSTEEM, WATERGEDR. Systeem: - 1 laag grondverf. - 2 lagen dekverf. Glad plamuren. Aangebracht in de fabriek: - grondverf, 1x 60 micrometer. Voor zoveel als mogelijk dienen verflagen in de fabriek te worden aangebracht. Aangebracht op het werk: - dekverf, 2x 30 micrometer. Tussentijds schuren. .01 SCHILDERWERK, HOUT, BINNEN Het dekkende schilderwerk van alle houten onderdelen, binnen, zoals aangegeven in de kleurenen materialenstaat.

46.31.21-a

NWE ONDERGR. HOUT, TRANSPARANT SYSTEEM, WATERGEDR. 0. NWE ONDERGR. HOUT, VERNIS SYSTEEM, WATERGEDR. Systeem: - 3 lagen vernis. Stoppen. Aangebracht in de fabriek/op het werk: - blanke grondlagen, 3x 25 micrometer. Voor zoveel als mogelijk dienen verflagen in de fabriek te worden aangebracht. Tussentijds schuren. .01 SCHILDERWERK, HOUT, BINNEN Het transparant schilderwerk van alle bamboe houten onderdelen, binnen, zoals aangegeven in de kleurenen materialenstaat.

46.33

NIEUWE ONDERGROND, STEENACHTIG

46.33.21-a

NWE ONDERGR. STEEN, DEKKEND SYSTEEM, WATERGEDR. 0. NWE ONDERGR. STEEN, DEKKEND SYSTEEM, WATERGEDR. Ondergrond: volgend uit situatie ter plaatse. Systeem: - 1 laag voorstrijk-/fixeermiddel. - 2 lagen dekverf. Reinigen totdat alle verontreinigingen en ongerechtigheden zijn verwijderd. Applicatie kwasten of rollen. 3. VOORSTRIJKMIDDEL, STEEN, WATERGEDR. Fabrikaat: Sigma Coatings. Type: Sigmafix Universal. Bindmiddel: acrylaatdispersie.


157



46.33.21-a

NWE ONDERGR. STEEN, DEKKEND SYSTEEM, WATERGEDR. (vervolg) 6. DEKVERF, STEEN, WATERGEDR. Fabrikaat: Sigma Coatings. Type: Sigmatex Satin. Bindmiddel: kunstharsdispersie. Glansgraad: zijdeglanzend. .01 BINNENPLAFOND De afwerking van de Rigitone plafonds met koven en aftimmeringen in de ruimten volgens de kleurenen materialenstaat.

46.33.21-b

NWE ONDERGR. STEEN, DEKKEND SYSTEEM, WATERGEDR. 0. NWE ONDERGR. STEEN, DEKKEND SYSTEEM, WATERGEDR. Ondergrond: beton, steenachtig, gips, (afgefilmd) metselwerk etc. Systeem: - 1 laag fixeer; - 1 laag muurverf. Ondergrondcorrecties: luchtgaatjes vullen, poederende en zuigende ondergronden voorstrijken met Wandfix TG. Grondsysteem: applicatie d.m.v. kwast/rol. Afwerksysteem muurverf : applicatie d.m.v. airless gevoede rol. Applicatie geschiedt onder auspiciën van Wandflex B.V. 4. FIXEERMIDDEL, STEEN, WATERGEDR. Fabrikaat: Wandflex B.V. Product: Wandflex Fix getint. Verbruik: 150 ml per m2. Droge laagdikte: ca. 30 - 35 micrometer. 6. DEKVERF, STEEN, WATERGEDR. Fabrikaat: Wandflex B.V. Product: Wandflex SP Plus. Verbruik: 300 - 350 ml per m2. Droge laagdikte: ca. 200 - 250 micrometer. .01 SCHILDERWERK, STEEN, BINNEN Het schilderwerk, binnen met Wandflex SP Plus, zoals aangegeven in de kleurenen materialenstaat alsmede op alle overige wanden voorzover geen nadere afwerking is omschreven. .02 BINNENPLAFOND De afwerking van de plafondstroken in de gangen.

46.33.21-c

NWE ONDERGR. STEEN, DEKKEND SYSTEEM, WATERGEDR. 0. NWE ONDERGR. STEEN, DEKKEND SYSTEEM, WATERGEDR. Ondergrond: beton, steenachtig, gips, (afgefilmd) metselwerk etc. Systeem: - 1 laag fixeer; - 1 laag muurverf; - 1 laag 2-k PU blank. Ondergrondcorrecties: luchtgaatjes vullen, poederende en zuigende ondergronden voorstrijken met Wandfix TG. Grondsysteem: applicatie d.m.v. kwast/rol. Afwerksysteem muurverf : applicatie d.m.v. airless gevoede rol. Applicatie geschiedt onder auspiciën van Wandflex B.V. 4. FIXEERMIDDEL, STEEN, WATERGEDR. Fabrikaat: Wandflex B.V. Product: Wandflex TG/Fix getint. Verbruik: 150 ml per m2. Droge laagdikte: ca. 15 - 50 micrometer.


158


46.33.21-c


NWE ONDERGR. STEEN, DEKKEND SYSTEEM, WATERGEDR. (vervolg) 6. DEKVERF, STEEN, WATERGEDR. Fabrikaat: Wandflex B.V. Product: Wandflex SP Plus. Verbruik: 300 - 350 ml per m2. Droge laagdikte: ca. 200 - 250 micrometer. 9. BLANKE LAK, STEEN, WATERGEDR. Fabrikaat: Wandflex B.V. Product: Wandflex 2-k PU blank. Verbruik: 150 ml per m². Droge laagdikte: ca. 45 - 50 micrometer. .01 SCHILDERWERK, STEEN, BINNEN Het schilderwerk in de trappenhuizen en betonkolommen, binnen met Wandflex SP Plus incl. blanke laklaag.

46.33.21-d

NWE ONDERGR. STEEN, DEKKEND SYSTEEM, WATERGEDR. 0. NWE ONDERGR. STEEN, DEKKEND SYSTEEM, WATERGEDR. Ondergrond: beton, steenachtig, metselwerk etc. Systeem: - 2 lagen blanke matte nanocoating, nat in nat verwerken. Bindmiddel: watergedragen. Ondergrond dient schoon, droog en vetvrij te zijn Afwerksysteem: applicatie d.m.v. kwast/rol/spuiten Applicatie geschiedt onder auspiciën van Wandflex B.V. 6. DEKVERF, STEEN, WATERGEDR. Fabrikaat: Wandflex B.V. Product: Wandflex Ncoat Stone. Verbruik: 150 - 200 ml per m2. Kleur: blank/transparant. Glansgraad: volledig mat. .01 SCHILDERWERK, STEEN, BINNEN Het schilderwerk op de betonnen trappen en bordessen, binnen met Wandflex Ncoat.


159



47

BINNENINRICHTING

47.00

ALGEMEEN

47.00.40


47.19

TEKENINGEN

47.19.10-a

TEKENINGEN 0. TEKENINGEN De door de aannemer te vervaardigen productietekeningen moeten ten minste bevatten: - de voorzieningen die in het werk moeten worden aangebracht voordat de desbetreffende onderdelen kunnen worden aangebracht; - overzichten en maatvoering; - details, waaronder aansluitdetails op overige bouwonderdelen; - verankeringen, bevestigingen, afwerkingen, toe te passen materialen, op te nemen onderdelen, hangen sluitwerken, sparingen enz. Voor wat betreft de door de aannemer te vervaardigen tekeningen zie verder het gestelde in par. 01.05 van dit bestek. .01 VASTE INRICHTING De in dit hoofdstuk beschreven vaste inrichting.

47.31

KASTEN

47.31.20-a

POST-/BOODSCHAPPENKAST 0. POST-/BOODSCHAPPENKAST Type: eenzijdig bereikbaar. Materiaal: roestvast staal. Afsluitbaarheid : cilinderslot. Toebehoren: - nummer, gegraveerd in briefklep; - naamplaatje; - bevestigingsmiddelen: roestvast staal; - belpaneelkast: overeenkomstig postkasten; - intercomvoorzieningen in belpaneel; - briefklep: anti-diefstaluitvoering; - brandweer sleutelkluis. Voorzieningen: leidingwerk t.b.v. installatievoorzieningen. 5. TEKENINGEN Door de aannemer te vervaardigen tekeningen. Van de postkastunits (de productietekeningen). .01 KAST/VITRINE De postkastunit nabij de hoofdentree.

47.31.41-a

KLUIS 0. KLUIS Fabrikaat: Lips. Type: brandweer sleutelkluis. Materiaal: roestvast staal. .01 BUITENWAND De sleutelkluis ten behoeve van de brandweer opgenomen in de gevel naast de hoofdentree, aantal, uitvoering en exacte plaats conform voorschriften brandweer.


160



STELPOSTEN

47.80.10-b

STELPOSTEN 0. STELPOST Voor het vervaardigen, leveren en in het werk aanbrengen van de op tekening aangegeven vaste inrichting, in de aannemingssom een totaal stelpost opnemen, groot € 395.000,00 (zegge: DRIEHONDERDVIJFENNEGENTIG DUIZEND EURO). .01 VASTE INRICHTING Ten behoeve van de vaste inrichting, bestaande uit: - pantry's, excl. apparatuur: € 60.000,00; - balie, t.p.v. receptie entree € 20.000,00; - balie, t.p.v. info entree € 20.000,00; - balie, t.p.v. concierge € 10.000,00; - koffiemeubel begane grond € 10.000,00; - keuken compleet € 250.000,00; - gevelreclame € 25.000,00.


161



48

BEHANGWERK, VLOERBEDEKKING EN STOFFERING

48.00

ALGEMEEN

48.00.20

EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN 90. ZACHTE VLOERBEDEKKING Zachte vloerbedekkingen voor het aanbrengen minimaal een dag uitgerold in de desbetreffende ruimte laten liggen ter acclimatisatie. 91. ONDERGRONDEN Ondervloeren volgens voorschriften van de fabrikant/ leverancier voorbehandelen. De "onvlakheid" dient een bij de vloerbedekking passende kwaliteit te hebben. Het aanbrengen van vloerbedekkingen mag pas aanvangen als de dekvloer voldoende droog is. Het evenwichts-vochtgehalte van de cementgebonden ondervloer dient aan de volgende eisen te voldoen: - kleiner is dan 2,5 % (m/m) bij sterk dampremmende vloerbedekkingen (µd > 50m); voornoemde vloerbedekking in combinatie met een vloerverwarming 0% (m/m); - kleiner is dan 3,5 % (m/m) bij weinig dampremmende vloerbedekkingen (µd < 10m). (beide gemeten met een CM-vochtmeter) 92. APPLICATEUR Het aanbrengen van de ondervloer en de vloerbedekking/-afwerking dient door dezelfde applicateur te geschieden.

48.00.32

INFORMATIE-OVERDRACHT: ONDERHOUDSVOORSCHRIFTEN 01. ONDERHOUDSVOORSCHRIFT Door de aannemer te verstrekken onderhoudsvoorschriften: - van de vloerbedekkingen. Taal: Nederlands. Aantal te verstrekken exemplaren: 2 stuks. Tijdstip van verstrekking: vóór de opneming.

48.00.40


48.12

TEKENINGEN

48.12.10-a

TEKENINGEN 0. TEKENINGEN Door de aannemer te vervaardigen tekeningen. Van de legplannen van de vloerbedekkingen. .01 VLOERBEDEKKING Van alle in dit hoofdstuk beschreven vloerbedekkingen.


162



VLOERBEDEKKING, VOORBEHANDELING ONDERGROND

48.41.10-a

VLOERBEDEKKING, VOORBEHANDELING ONDERGROND, EGALISEERMIDDEL 0. EGALISEREN ONDERGROND Vlakheidseisen: afgestemd op de kwaliteit en soort vloerbedekking. 1. EGALISEERMIDDEL Fabrikaat: Forbo Flooring. Type: 990 Europlan Direct. .01 VLOERAFWERKING De egalisatie van bestaande zandcement dekvloeren welke voorzien moeten worden van elastische en/of zachte vloerbedekking.

48.43

ELASTISCHE VLOERBEDEKKINGEN

48.43.10-a

ELASTISCHE VLOERBEDEKKING, ELASTISCHE VLOERBEDEKKING 0. ELASTISCHE VLOERBEDEKKING Bevestigingswijze: geplakt. Patroon: richting van de banen in overleg met de directie te bepalen. Naadafwerking: gelast. Per rechthoekig vertrek mag bij banen vloerbedekking niet meer dan 1 passtrook zijn aangebracht. In ruimten met een lengte van minder dan 15 m zijn stuiknaden in banen linoleum niet toegestaan. Geplakte elastische vloerbedekking moet over het volle oppervlak aan de ondergrond zijn gehecht. Oppervlaktebehandeling na leggen vloerafwerking: reinigen en behandelen met de 'Spraymethode'. 1. LINOLEUM VLOERBEDEKKING Fabrikaat: Forbo Flooring. Type: gemarmerd marmoleum, Real. Vorm: banen. Dessin: nader door de directie te bepalen. Kleuren: nader door de directie te bepalen, te rekenen op één kleur per verdieping en een afwijkende kleurstrook in de gangen. Dikte (mm): 2,5. Afwerking: Topshield beschermingslaag. Toebehoren: - plintprofiel, holplint; - lijm: Forbo Flooring 514 Eurosafe Lino Plus; - lasdraden: in nader door de directie te bepalen kleur. .01 VLOERAFWERKING In alle ruimten voorzover geen nadere afwerking is omschreven.

48.43.10-b

ELASTISCHE VLOERBEDEKKING, ELASTISCHE VLOERBEDEKKING 0. ELASTISCHE VLOERBEDEKKING Bevestigingswijze: geplakt. Naadverdeling: volgens te maken legplan. Geplakte elastische vloerbedekking moet over het volle oppervlak aan de ondergrond zijn gehecht. 1. SYNTHETISCH RUBBER VLOERBEDEKKING, TRAPVORM Leverancier: nora flooring systems B.V. Type: norament trapvorm, 925 grano. Materiaal: gerecycled rubber. Kleur: 4899 antraciet. Oppervlak: vlak. Dikte (mm): 4,5. Toebehoren: - waterkeringsprofiel: A 5013U.


163



48.43.10-b

ELASTISCHE VLOERBEDEKKING, ELASTISCHE VLOERBEDEKKING (vervolg) - waterkeringsprofiel, traphoekstukken trapleuningzijde, TG 7003U en TG 7004U. - traphoekstukken muurzijde: TW 7005U en TW 7006U. - lijm: nora stepfix. .01 VASTE TRAP De bekleding van de stalen trappen en atrium met aansluitende loopbruggen en galerijen.

48.44

ZACHTE VLOERBEDEKKINGEN

48.44.10-a

ZACHTE VLOERBEDEKKING, ZACHTE VLOERBEDEKKING 0. ZACHTE VLOERBEDEKKING Bevestigingswijze: losliggend. Patroon: legrichting volgens opgave fabrikant/ leverancier. 1. VLOERMAT Fabrikaat: Bonar Floors NV. Type: Coral, volgens kleurenen materialenstaat. Uitvoering: afgewerkte mat. Kleur: volgens nadere opgave directie. Afmetingen (mm): zoals op tekening aangegeven. .01 BEGANEGRONDVLOER, BINNEN De schoonloop matten t.p.v. de tourniquet en overige gebouwentrees.

48.45

PARKET

48.45.10-a

PARKET, HOUTPARKET 0. PARKET Ondergrond: steenachtig, voorzien van vloerverwarming. Bevestigingswijze: gelijmd. Kantafwerking: rvs profiel, zie hoofdstuk 42. 1. MASSIEF HOUTPARKET (BRL 4303-94) Fabrikaat: Bruynzeel. Type: Ministroken. Opbouw: - panelen van samengevoegde 8 mm brede strookjes Houtsoort: eiken. Oppervlaktestructuur: afwisselend grote en kleine jaarringen en liggende jaarringen. Afmeting panelen: circa 320 x 160 x 23 mm Vochtgehalte: bij aflevering 10% Bevestiging: volgens opgave fabrikant parketvloer Bevestigingsmiddel: volgens opgave fabrikant parketvloer Verwerking: legpatroon: panelen leggen in doorgaande banen, met strookjes dwars op de lengterichting. Rondom parketvloer een expansienaad vrijhouden; afdekken met een deklat, afmeting 6,3 x 24 mm Afwerking: oppervlaktebehandeling: vloer na het leggen machinaal schuren. Beschermlaag: 3x lagen matte Silicit traffic lak. Toebehoren: - kitvoeg t.p.v. aansluiting op rvs profiel. Houtparket leveren onder KOMO-productcertificaat. .01 VRIJDRAGENDE VLOER, BINNEN De eikenhouten ministroken vloerafwerkingen in de ruimten volgens de kleurenen materialenstaat.


164



ZONWERINGSSCHERMEN EN GORDIJNEN, BINNEN

48.51.20-a

LAMELLENSCHERM 0. BINNENJALOEZIE Fabrikaat: Luxaflex. Type: EOS 25mm Jalouette, binnenscherm van horizontale jaloezieën. Uitvoering: voorzien van aluminium profielgeleiding 15x39mm, schroefloos op het kozijn aangebracht, voorzien van inwendige profilering ter verankering van de bovenbak (26x30mm). Aanzichtzijde licht gebold. Nabewerking natlak coating in RAL 9006 Breedte (mm): volgens tekening. Hoogte (mm): volgens tekening. Lamellen: - lamelbreedte (mm): 25. - materiaal: aluminium. - verduisterend. - afwerking: aluminium, kleur 6054. Ladderkoord: polyester gevlochten, kleurgecoörineerd. Optrekkoord: polyester gevlochten Bediening: tuimelen/optrekken: tuimelstang en optrekkoord. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen, vocht- en warmtebestendig. .01 LICHTREGULEREND SCHERM De lichtwering binnen t.p.v. de gevelkozijnen m.u.v. atrium, centrale hal, restaurant en gezondheidscentrum.


165



80

LIFTINSTALLATIES

80.11

FUNCTIONELE OMSCHRIJVING, INSTALLATIE-ONDERDELEN

80.11.10-a

LIFT MET BETREEDBARE KOOI 0. LIFT MET BETREEDBARE KOOI De aannemer dient de liftinstallatties conform bijgevoegd liftbestek geheel compleet en werkend op te leveren. .01 ELEKTRISCHE PERSONENLIFTINSTALLATIE De liftinstallaties.


166



MODEL BANKGARANTIE De ondergetekende ______________________________________________ gevestigd te _____________________________________________________ hierna te noemen: "de borg",

1) 2)

stelt zich hierbij, onder afstanddoening van alle bij de wet aan borgen toegekende verweermiddelen tegenover ______________________________________________________ gevestigd te _____________________________________________________ hierna te noemen: "opdrachtgever", tot de borg de richtige nakoming door ______________________________ _______________________________________________________________ gevestigd te ___________________________________________________ hierna te noemen: "de aannemer", van diens verplichtingen, voortvloeiend uit bestekboeknummer ________________________ d.d. _________________________________ betreffende het navolgende door de opdrachtgever opgedragen en door de aannemer aangenomen werk, te weten het _________________________ _______________________________________________________________ zulks tot een bedrag van: € _______, zegge ________________________

3) 4)

5) 6)

7) 8) 9)

Op grond van deze bankgarantie verbindt de borg zich op eerste schriftelijk verzoek van de opdrachtgever, onder mededeling dat de aannemer in gebreke is gebleven met de nakoming van de in voormeld bestek omschreven verplichtingen, ten hoogste bovengenoemd bedrag aan de opdrachtgever te voldoen, indien de borg van de opdrachtgever een afschrift heeft ontvangen van een door de opdrachtgever aan de aannemer gerichte aangetekende brief, waarin de opdrachtgever de aannemer kennis geeft van zijn voornemen de bankgarantie in te roepen en waarvan de verzenddatum ten minste tien werkdagen is verstreken en indien door de aannemer voorafgaand aan het verstrijken van de hiervoor genoemde termijn van tien werkdagen geen bewijs, (bijvoorbeeld in de vorm van een ontvangstbevestiging van de Raad van Arbitrage voor de Bouwbedrijven in Nederland) aan de borg is overgelegd dat door hem een spoedgeschil bij de Raad van Arbitrage aanhangig is gemaakt. Indien de aannemer voorafgaand aan het verstrijken van de meergenoemde termijn een bewijs aan de borg heeft overgelegd dat hij een spoedgeschil als eerder bedoeld heeft aanhangig gemaakt, is de opdrachtgever slechts gerechtigd de bankgarantie in te roepen nadat de Raad van Arbitrage in eerste aanleg dienovereenkomstig heeft beslist. De zekerheidstelling blijft van kracht tot het tijdstip waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwd, met dien verstande dat, indien sprake is van kleine gebreken als bedoeld in § 9, zevende lid, de zekerheid van kracht blijft tot het tijdstip waarop de aannemer deze gebreken heeft hersteld. Indien de opdrachtgever nalaat ten behoeve van deze zekerheidstelling overgelegde bescheiden aan de aannemer te retourneren, is de aannemer gerechtigd de borg schriftelijk te verzoeken deze zekerheidstelling te beëindigen. De borg is gerechtigd deze zekerheidstelling te beëindigen indien de aannemer een afschrift van dit verzoek per aangetekende brief heeft gezonden aan de opdrachtgever en laatstgenoemde binnen een maand na


167



dagtekening van de aangetekende brief aan de borg niet schriftelijk heeft medegedeeld daarmede niet in te stemmen. Plaats _______________________________________________ Datum ______________________________________________ Garant ______________________________________________ Handtekening _________________________________________ 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 9) 10) 11) 12) 13)

10) 11) 12) 13)

Naam van de garant. Volledig adres van de garant. Naam van de opdrachtgever. Volledig adres van de opdrachtgever. Naam van de aannemer. Volledig adres van de aannemer. Nummer en datum van het bestek of overeenkomst. Korte omschrijving van het werk. Waarde van de zekerheidstelling. Plaats van ondertekening. Datum van ondertekening. Naam van de garant. Handtekening van de garant.


168



MODEL GARANTIEVERKLARING De ondergetekende _______________________________________________

1)

gevestigd te _____________________________________________________ hierna te noemen: "de garant", in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door ___________________________________________________________ verklaart kennis te hebben genomen van de besteksbepalingen van besteknummer ___________________________________________________ d.d. ___________________________________________________________ van ____________________________________________________________ ten behoeve van het werk _________________________________________ in opdracht van __________________________________________________ gevestigd te ____________________________________________________ hierna te noemen: "opdrachtgever".

2)

De garant verklaart met betrekking tot het onderdeel ______________________________________________________________ ______________________________________________________________ genoemd in bestekartikel ________________________________________ tegenover de opdrachtgever: dat de garant zich verbindt voor zijn rekening alle voorkomende gebreken op de eerste aanzegging van de opdrachtgever of diens rechtsopvolger zo spoedig mogelijk te herstellen, tenzij de garant aantoont dat de gebreken niet voor zijn risico komen; dat de garantieverklaring zal gelden van het gereedkomen van het onderdeel af tot aan het einde van de onderhoudstermijn van het werk en in aansluiting daarop gedurende een periode van ______ (____) jaren.

3) 4) 5) 6) 7) 8) 9)

10) 11)

12)

Voor de beslechting van de hieronder bedoelde geschillen doen partijen uitdrukkelijk afstand van hun recht de tussenkomst van de gewone rechter in te roepen. Alle geschillen, welke ook - daaronder begrepen die, welke slechts door één der partijen als zodanig worden beschouwd die naar aanleiding van deze garantie of van overeenkomsten die daarvan een uitvloeisel mochten zijn, tussen opdrachtgever of diens rechtsopvolger en garant mochten ontstaan, worden beslecht door arbitrage overeenkomstig de regelen beschreven in de statuten van de Raad van Arbitrage voor de Bouwbedrijven in Nederland, zoals deze drie maanden voor de dag van aanbesteding/prijsaanbieding luiden. Indien bij een in kracht van gewijsde gegaan rechterlijk vonnis een uitspraak van het scheidsgerecht geheel of gedeeltelijk nietig wordt verklaard, heeft ieder der partijen het recht het geschil, voor zover het dientengevolge onbeslist is gebleven, opnieuw te doen beslechten. De vordering is niet ontvankelijk indien zij bij de hierboven genoemde Raad wordt aanhangig gemaakt later dan drie maanden na het in kracht van gewijsde gaan van de rechterlijke uitspraak. Degene die als scheidsman of secretaris aan de nietig verklaarde beslissing heeft medegewerkt zal aan de nieuwe behandeling niet mogen medewerken. Plaats Datum Handtekening

_____________________________________ _____________________________________ _____________________________________


13) 14) 15)

169

Regionaal Opleidingen Centrum Mondriaan Leidschenveen Van Tilburg Ibelings von Behr architecten 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 9) 10) 11) 12) 13) 14) 15)


Naam van de onderneming: precies volgens de inschrijving bij de Kamer van Koophandel. Vestigingsplaats. Precieze naam en voorletters en functie, waaruit blijkt dat deze persoon de onderneming rechtsgeldig kan vertegenwoordigen, bijv. "directeur". Nummer bestek. Datum bestek. Opsteller bestek (bijv. architect). Naam van het werk volgens het bestek. Naam van de opdrachtgever volgens het bestek. Vestigingsplaats van de opdrachtgever volgens het bestek. Naam onderdeel. Nummer besteksartikel. Periode volgens het bestek in cijfers en letters. Plaats van de ondertekening. Datum van de ondertekening. Handtekening, met precieze naam en voorletters en functie, waaruit blijkt dat deze persoon de onderneming rechtsgeldig kan vertegenwoordigen, bijv. "directeur".


170



EINDPAGINA Aldus opgemaakt en ondertekend: Datum

: ____________________________

Plaats

: ____________________________

Namens de opdrachtgever: Naam

: ____________________________

Functie

: ____________________________

Handtekening

: ____________________________

Namens de aannemer: Naam

: ____________________________

Functie

: ____________________________

Handtekening

: ____________________________


171

Ten behoeve van: het bouwen van het Regionaal Opleidingen Centrum Mondriaan Lanen L. te Leidschenveen

Recommend Documents