Wethouder van Nieuwe Gebieden en Duurzaamheid
RIS131371_20-SEP-2005 drs M. Smits
Gemeente Den Haag
Retouradres: Postbus 12 600, 2500 DJ Den Haag
Aan de voorzitter van de Commissie Welzijn, Duurzaamheid en Leidschenveen-Ypenburg
Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk
BSD/2005.2763 - RIS 131371 Doorkiesnummer
070 - 353 3027 E-mailadres Aantal bijlagen
0 Datum
16 september 2005 Onderwerp
Commissoriale toelichting bij de begroting 2006-2009 Geachte mevrouw Vonk, Op 12 oktober a.s. zal uw commissie de concept-begroting 2006 bespreken. In deze begroting komen de volgende onderwerpen uit mijn portefeuille aan de orde, waar ik u hier een korte toelichting op wil geven. Programma water Voor de stad is een goede kwaliteit van het water en een goed functionerend rioolstelsel essentieel. Daarnaast zal de komende jaren moeten worden ingespeeld op klimaatsveranderingen en verdere verstedelijking in Den Haag. Duurzaam waterbeheer Net als in voorgaande jaren blijft het intensieve dagelijks onderhoud, de inspanning om te komen tot een duurzaam waterbeheer en een efficiënt inzet van middelen een belangrijk speerpunt in 2006. Bij het beheer gaat de aandacht uit naar het efficiënt inzetten van middelen om een zo hoog mogelijk onderhoudsniveau te bereiken. Nadruk ligt hierbij op het onderhoud van de watergangen en het reinigen van de straatkolken die het regenwater van straat afvoeren. Duurzaamheid vindt met name een plaats in de wijze waarop het beheer van rioolstelsel wordt vorm gegeven. Hiertoe wordt de afweging tot al dan niet vervangen van delen van het rioolstelsel steeds zorgvuldiger gemaakt. Intensievere inspecties en een duidelijk beslismodel dragen hier aan bij. Ook bij aanpassingen aan het stelsel, zoals bij nieuwbouw of herstructurering, krijgt duurzaamheid aandacht. Het apart afvoeren van regenwater (afkoppelen) wordt sterk bevorderd. Samenwerking met initiatiefnemers in de openbare ruimte heeft hierbij duidelijke aandacht. Riolering Den Haag voldoet op dit moment voor 95% aan de basisinspanning riolering. Dit is het niveau waaraan een rioolstelsel uit milieuoverwegingen minimaal moet voldoen.
Inlichtingen bij
Postadres: Postbus 12 600, 2500 DJ Den Haag
Telefoon: 070 - 353 3027
Bezoekadres: Spui 70, Den Haag Internetadres: www.denhaag.nl
Fax: 070 - 353 6210
Om in 2008 voor 100% te kunnen voldoen en daarbovenop ook nog te kunnen voldoen aan het waterkwaliteitsspoor voor oppervlaktewater worden maatregelen als het afkoppelen van verharde oppervlakken van het rioolstelsel en de bouw van 2 bergbezinkbassins doorgevoerd. Op deze wijze wordt het rioolstelsel ontlast en komt schoner water in het oppervlaktewater. Afkoppelen is een zeer duurzame maatregel die echter slechts geleidelijk kan worden uitgevoerd. In het nieuwe Gemeentelijk RioleringsPlan 2005-2010 (GRP) dat op niet al te lange termijn aan u zal worden voorgelegd, wordt met nadruk aandacht gevraagd voor het niet laten oplopen van vervangingsachterstanden in de riolering en voor de financiering van afkoppele n als belangrijkste milieuhygiënische maatregelen. Het GRP richt zich onder meer op het handhaven van de huidige goede kwaliteit van het rioolstelsel. Riolen gaan in Den Haag met 70 tot 100 jaar tot wel twee maal langer mee dan landelijk gemiddeld. Omdat we ons allen bewust zijn van het belang van een goed functionerend rioolstelsel stelt het college voor voor 2006 een aanvullend bedrag van € 2.000.000 voor de rioleringszorg beschikbaar te stelle n. Dit geld wordt met name besteed aan het beter functioneren van het riool zodat overlast door water op straat en overstort van vuil water in de grachten bij hevige regenval verder zal afnemen. De komende jaren staat de gemeente nog een aanzienlijke inspanning te wachten om aan alle milieudoelstellingen te kunnen voldoen. Vooral eisen die voortvloeien uit de Europese Kaderrichtlijn Water dragen hieraan bij. Voor maatregelen als het afkoppelen van regenwater zodat riooloverstortingen kunnen worden verminderd, zijn de nodige middelen reeds beschikbaar gemaakt. Voor zowel 2006 als 2007 stelt het college voor een extra bedrag van € 400.000 vrij te maken om met afkoppelmaatregelen te kunnen voldoen aan de basisinspanningen (de huidige milieueis t.a.v. het rioolstelsel). Het gemeentelijk rioleringsstelsel blijft met het uitbreiden van de stad in de nieuwe gebie den toenemen. Daarnaast komt er op een aantal plaatsen in de stad -bijvoorbeeld bij recente ontwikkelingen in Spoorwijk en Duindorp- een tweede (regenwater)stelsel naast het al bestaande gemengde stelsel. Waterkwaliteit In 2005 is het Waterplan een nieuwe fase in gegaan. Van de diverse projecten die in het tweede uitvoeringsprogramma zijn beschreven zijn er twee van bijzonder belang. Watervisie Om te kunnen voldoen aan de behoefte aan waterberging, werkt de gemeente samen met het Hoogheemraadschap van Delfland aan een watervisie. In deze visie wordt beschreven hoe zij binnen Den Haag denken om te gaan met de berging van regenwater. Het is de bedoeling om de Watervisie samen met Delfland nog in 2005 vast te stellen. Problemen na hevige regenval in de afgelopen jaren hebben het belang onderstreept van een goed functionerend watersysteem. Er is een dingend behoefte aan extra waterbergingscapaciteit. Het Hoogheemraadschap van Delfland heeft scherpe normen gesteld waaraan het watersysteem moet voldoen. Vergroting van de bergingscapaciteit vraagt een aanzienlijk ruimtebeslag, ruimte die in deze stedelijke regio een schaars goed is. De impact voor de ontwikkeling van de stad kan aanmerkelijk zijn. We zullen bereid moeten zijn om water duidelijk een plaats te geven, vooral bij nieuwe ontwikkelingen. Ik ben er van overtuigd dat dit op een zeer verantwoorde wijze kan. Water blijft een positief element in de stad, wat de belevingswaarde ten goede komt. De ontwikkelingen rond de Nieuwe Driemanspolder bij Leidschenveen laten zien hoe een gebied zo gunstig mogelijk kan worden ingezet voor waterberging. Dit toekomstige natuur- en recreatiegebied kan in geval van calamiteiten de druk op de rest van de stad zeer sterk verminderen door het overtollige water op te nemen. Eind 2005 – begin 2006 zal ik u nader informeren over de voortang in de Nieuwe Driemanspolder. Op dit moment wordt gewerkt aan een inrichtingsplan voor het gebied. De MER procedure is hoegenaamd afgerond. Daaruit komt een voorkeursvariant voor inrichting van het gebied naar voren.
(Digitaal) Grondwaterloket Met de vaststelling van de Grondwaternota in 2004 is ook de toezegging gedaan om een loket in te richten waar burgers die op enigerlei wijze overlast ondervinden van grondwater, terecht kunnen voor gerichte informatie. Gekozen is voor een digitaal loket waarop de beschikbare kennis van het Haagse grondwatersysteem wordt gepresenteerd en waar gegevens over grondwaterstanden kunnen worden opgehaald. De gemeente is niet verantwoordelijk voor het oplossen van de ondervonden overlast, maar met het grondwaterloket worden individuele burgers geholpen bij het inzicht krijgen in de aard van de overlast zodat zij kunnen komen tot goede oplossingen. Het grondwaterloket dat sinds februari 2005 operationeel is, wordt continu geactualiseerd. De site van het grondwaterloket is tot nu toe ca. 200 keer bezocht. Daarbij zijn ca. 45 meldingen van grondwateroverlast door burgers geregistreerd. Dit waren vooral meldingen van locaties die al eerder bij de gemeente waren aangemeld. Riolen In 2006 worden de reguliere middelen ingezet voor onderhoud van riolen, watergangen, walkanten en baggeren. Daarnaast wordt een aantal niet gerioleerde percelen aangesloten op het rioolstelsel. Naast de extra middelen voor rioolvervangen en milieuzorg is voor 2006 nog € 48.000 opgenomen voor de rioolzorg in Leidschenveen. De mindere bodemgesteldheid in de oorspronkelijke veenpolder waar Leidschenveen in ligt, is er verantwoordelijk voor dat er direct na aanleg mankementen zijn opgetreden aan het rioolstelsel. Er is intensiever onderhoud noodzakelijk om problemen met de doorstroming in het stelsel te voorkomen. Om deze objecten goed te kunnen beheren wil het college € 70.000 beschikbaar stellen
Programma Milieu en Natuur Geluidhinder, vervuiling, water ed zorgen ervoor dat het leefklimaat onder hoge druk staat. Met een gericht milieubeleid met onder meer de aanpak van overlast door gedragsverandering en handhaving en door duurzaam waterbeheer werkt de gemeente aan het verbeteren van het leefklimaat. Milieubeleidsplan 2001-2006. Uit de op het Milieuverslag 2004 gebaseerde evaluatie van het eerste Haagse Milieubeleidplan 2001-2006 blijkt dat de uitvoering van het plan heeft geleid tot verbeteringen en tot inzicht in mogelijkheden voor verdere verbeteringen. Dat Den Haag met inzet en toewijding werkt aan de bescherming en verbetering van de leefomgeving binnen de gemeente blijkt tevens uit de Peer Reviews in 2002 en 2004, waarbij het Haagse duurzaamheidsbeleid door andere Europese gemeenten werd beoordeeld. Pregnante ontwikkelingen, met name op het gebie d van ‘lucht’ en ‘water’, hebben echter ruimtelijke knelpunten in Den Haag tot gevolg en vragen in een vervolg-milieubeleidsplan om een voortgaande visieontwikkeling en integrale aanpak. Doelstellingen van het huidige milieubeleidsplan zullen daartoe opnieuw moeten worden geijkt, waar nodig bijgesteld en vertaald in maatregelenpakketten. Bij het vervolg-Milieubeleidsplan zullen de resultaten van het project Peer Review for European Sustainable Urban Development (PRESUD), waarbij in 2002 en 2004 het Haagse duurzaamheidsbeleid door andere Europese gemeenten werd beoordeeld, worden betrokken. Uit de reviews kwam naar voren dat Den Haag met inzet en toewijding werkt aan de bescherming en verbetering van de leefomgeving binnen de gemeente. Over de Haagse duurzame successen zou ter versterking van het draagvlak voor het Haagse duurzaamheidsbeleid meer moeten worden gecommuniceerd. Tevens bleek volgens het reviewteam dat een voortgaande visie -ontwikkeling meer evenwicht en samenhang in de duurzame ontwikkeling van Den Haag zou brengen. Op dit moment wordt gewerkt aan een kaderstellende nota als vervolg op het milieubeleidsplan. Deze zal begin 2006 ter besluitvorming worden voorgelegd. Bestrijding Geluidhinder De Europese Richtlijn Omgevingslawaai is van kracht en in Nederland geïmplementeerd.
In januari 2007 moet door middel van kaarten zijn weergeven de geluidsbelasting van weg-, spoor- en luchtverkeer en van industrielawaai. In januari 2008 moeten de actieplannen, die gebaseerd zijn op de op de kaarten naar voren gekomen knelpunten, gereed zijn. In 2005 / begin 2006 zullen de consequenties van de richtlijn voor Den Haag in beeld worden gebracht, met daarbij een voorstel tot aanpak. Klimaatbeleid Met de op basis van het bestuursakkoord BANS verkregen subsidie is de uitvoering begonnen van projecten op het gebied van energiebesparing en omschakeling naar duurzame energiebronnen. Daarmee kunnen de klimaatdoelen uit het Milieubeleidsplan als CO2-neutrale stad en de gemeentelijke organisatie CO2-neutraal voor een groot deel worden gerealiseerd. Aan het einde van de planperiode zal evenals in 2001 een CO2-foto worden gemaakt. De (tussen)resultaten van de uitgevoerde klimaat- en energieprojecten worden dan bekend. Voorbeelden van gerealiseerde projecten zijn: - het experiment stedelijke windturbines op gebouwen van Siemens, de HTM en het stadhuis. In 2006 volgt het evaluatierapport met de bevindingen. - In totaal zijn er op 26 scholen zonnepanelen geplaatst met een totale capaciteit van 79.560 watt. - In Duindorp en Spoorwijk wordt gewerkt aan de realisatie van duurzame wijken d.m.v. warmtewisselsystemen die gebruik maken van zeewaterwarmte en woningen zonder gasgebruik. Geothermie In januari 2005 is de haalbaarheidsstudie over de inzet van geothermie (bodemwarmte van ca. 2000 m. diepte) als duurzame energiebron voor Den Haag Zuid-West afgerond. De samenwerkende partijen concludeerden hier dat de kans van slagen reëel is voor dit deel van de gemeente Den Haag. Medio april is er een workshop geothermie gegeven voor corporaties, energieleveranciers, deskundigen waarin ook de gemeente een rol heeft gespeeld. Het doel van deze workshop was het bespreken van de haalbaarheidsstudie en het creëren van draagvlak voor deze nieuwe vorm van energietoepassing. De gedachtevorming werd afgesloten met het formuleren van een 5-tal thema’s waarop een gedetailleerdere vervolgstudie nodig is om uiteindelijk medio 2006 gefundeerd te kunnen beslissen over het al dan niet realiseren van Geothermie als energiebron. Met voornoemde partijen is over deze vervolgstudie afzonderlijk gesproken. Over de uiteindelijk uit te voeren studies en de financiering daarvan is gemeenschappelijk overleg gevoerd. De conclusies hieruit zijn dat er enerzijds nog steeds grote interesse bij energiebedrijven en corporaties is en anderzijds terughoudendheid over investering in detailonderzoek. De vervolgstap is nu dat nauwkeuriger in beeld wordt gebracht wat de warmtevraag nu feitelijk is. De uitvoering hiervan gebeurt door een externe deskundige en wordt afgerond in september 2005.De rol van de gemeente hierbij is projectleider, stimulator van derden en mede-financier van de vervolgstudies. De uitkomsten van de studies worden in de loop van 2006 verwacht. Windenergie Na verschillende onderzoeken van zowel Haaglanden als Den Haag zal het college in december 2005 een besluit kunnen nemen over de daadwerkelijke inzet van een uitwerkingsaanpak van een lint- of een poortopstelling van verschillende windturbines langs het A4 tracé. Thans loopt een uitwerkingsonderzoek van beschikbare locaties en de eigendomssituaties; hierna zullen eventuele bestemmingsplanwijzigingen worden ingezet. Een en ander zal in nauwe samenwerking met Haaglanden en de provincie verlopen. Aangezien de provincie geen medewerking verleent aan de opstelling van solitaire molens is een intensief overleg met de buurgemeenten noodzakelijk en mede daardoor tijdrovend. Begin 2006 wordt hierover een voortgangsrapportage voorgelegd. Luchtkwaliteit Momenteel wordt uitvoering gegeven aan de “Update Plan van Aanpak luchtkwaliteit 2005-2007 gemeente Den Haag”. Doelstelling voor 2006 is het zoveel mogelijk reduceren van knelpunten in de luchtkwaliteit. Daartoe worden ook in het kader van ISV projecten uitgevoerd. De mogelijkheden worden onderzocht om
in 2007 tot een schoon gemeentelijk wagenpark en tot schone bussen in Den Haag te komen. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek zullen maatregelen in gang worden gezet. Zoals wellicht bekend is per eind juli met terugwerkende kracht tot mei het nieuwe Besluit luchtkwaliteit in werking getreden. De eerste inschatting is dat dit besluit voor diverse locaties in de stad meer mogelijkheden van doorgang van de planvorming biedt. In een aantal gevallen zullen plannen vallen binnen de grenswaarden die in het besluit zijn genoemd. De gemeente mag een bepaalde aftrek toepassen op de prognoses luchtkwaliteit (fijn stof) in verband met de aanwezigheid van zeezout in de lucht. Daarnaast wordt een zogenaamde saldo-benadering mogelijk gemaakt waarbij plannen die met de luchtkwaliteit (nog ) niet conform de normen scoren maar wel een verbetering opleveren ten opzichte van de oude situatie toch doorgang kunnen vinden. Om te onderzoeken of de twee nieuwe mogelijkheden in de praktijk voldoende soelaas bieden voor het realiseren van woningen en voorzieningen in de VINEX-gebieden, heeft Den Haag de locaties Leidschenveen-Ypenburg en Transvaal aangemeld als pilot-projecten bij het ministerie van VROM. Met deelname en ondersteuning van het ministerie van VROM wordt in de praktijk bezien welke mogelijkheden het nieuwe Besluit biedt en of er eventueel extra mogelijkheden geboden moeten worden in de nieuwe Wet luchtkwaliteit die momenteel in voorbereiding is Gebiedsgericht milieubeleid en duurzaamheidsparagraaf In 2004 heeft de gemeenteraad de duurzaamheidsparagraaf vastgesteld; de toepassing daarvan is gekoppeld aan het gebiedsgerichte milieubeleid dat nog moet worden vastgesteld. In het handboek gebiedsgericht milieubeleid worden de milieuambities voor de verschillende gebiedstypen beschreven. Naar verwachting wordt in het na jaar 2005 het gebiedsgerichte milieubeleid behandeld en vastgesteld. Na vaststelling hiervan kan gestart worden met de uitwerking van deze speerpunten van het Milieubeleidsplan Bodembeheer en bodemsanering Den Haag staat voor de opgave de doelstelling van het nationale bodemsaneringsbeleid te halen om alle gevallen van ernstige verontreiniging voor 2030 te saneren of onder controle te brengen. Op basis van de inventarisatie van verdachte en verontreinigde bodemlocaties is in 2005 een begin gemaakt met het onderzoek van 10.000 verdachte locaties en waar nodig met saneren. Vanuit VROM is een wijziging van de Wet Bodembescherming in voorbereiding. Met de wetswijziging worden de stimuleringsinstrumenten om tot bodemonderzoek en –sanering te komen uitgebreid en de handhaving van de wetsuitvoering verscherpt. Conform de beleidsbrief terzake moeten alle ris icovolle / urgente verontreinigingen voor 2015 worden gesaneerd of beheerst. Vergunningverlening en handhaving De milieuhandhaving voldeed per 1 januari 2005 aan de landelijke minimumcriteria voor de professionalisering van de handhaving van vergunningvoorschriften. Op basis van een ontwikkelpla n wordt de uitvoeringsorganisatie verder geprofessionaliseerd. In 2006 wordt de invoering van de VROM- omgevingsvergunning (in te voeren vanaf 2007) voorbereid. Deze vergunning integreert de vergunningstelsels op het gebied van de ruimtelijke ordening, bouwen, milieu en meerdere gemeentelijke verordeningen in één vergunning. Na de vuurwerkramp in Enschede is nieuwe wetgeving op het gebied van externe veiligheid van kracht geworden. De rijksoverheid stelt in de periode 2006-2010 extra geld beschikbaar voor het implementeren van de wetgeving en het inlopen van opgelopen achterstanden. Een belangrijk deel van de subsidia bele onderwerpen ligt op het terrein van de uitvoerende taken van de Wet milieubeheer.
Dierenwelzijn Eind 2004 is de uitvoering van de wettelijke taken ten aanzien van dieren aanbesteed en uitgevoerd. Het vervolg hiervan betekent een evaluatie van de uitvoering van de gesloten overeenkomsten. Deze evaluatie vindt plaats aan de hand van de bevindingen van de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming en zal plaatsvinden aan het eind van 2005. Afhankelijk van de evaluatie zal worden besloten om de overeenkomsten te verlengen.
BOEREN MET BELEID
Op 9 juni 2005 heeft de Gemeenteraad, gelet op het preadvies van het College, het initiatiefvoorstel “Boeren met Beleid” van de gemeenteraadsfracties van de Haagse Stadspartij, de ChristenUnie -SGP en de SP aangenomen. Het voorstel bevat een aantal uitgangspunten voor het dierenwelzijnsbeleid op de Haagse stadsboerderijen. De volgende onderdelen verdienen hierbij de aandacht: HUISVESTING
a. Koeien. Het streven is erop gericht om 2 koeien en een kalf op stadsboerderijen te houden in een stal waar de koeien niet vast hoeven te staan. Dit uitgangspunt houdt in dat er, onder andere vanwege de beschikbare stalruimte en de mestwetgeving, niet meer op alle stadsboerderijen koeien gehouden kunnen worden. Naar verwachtin g zal het houden van koeien zich in de toekomst beperken tot 4 of 5 boerderijen. Medio januari 2005 is er een proef met een ligboxstal gestart op stadsboerderij ’t Waaijgat in Scheveningen. Deze proef duurt een jaar (een winter/zomer-kalfperiode). De ervaringen op ’t Waaijgat zijn in belangrijke mate bepalend voor de maatregelen die op andere stadsboerderijen worden getroffen. Na afronding van de proef op ’t Waaijgat worden de boerderijen die met een ligboxstal kunnen worden uitgerust in de jaren 2006 t/m 2009 met een tempo van 1 boerderij per jaar aangepast. De aanpassingen komen ten laste van het reguliere onderhoudsbudget voor de stadsboerderijen. b. Konijnen De konijnen op de stadsboerderijen worden op verschillende manieren gehuisvest: in paren in zgn. konijnenflats en vaak samen met cavia’s in zgn. huppelruimtes. Medio 2006 beschikken alle stadsboerderijen, naast de gebruikelijke konijnenflats, tenminste over een binnen/buiten huppelruimte. Daarnaast wordt nog onderzocht wordt of het mogelijk is om als alternatief voor de huppelruimtes op een aantal boerderijen een zgn. konijnenheuvel te maken. Ook deze aanpassingen komen van het reguliere onderhoudsbudget voor de stadsboerderijen. c. Kippen Op de stadsboerderijen worden alleen nog maar kippen gehouden in kleine aantallen, zodat het kappen van snavels tot het verleden behoort. Het “Hoenderhof” bij stadsboerderij De Herweijerhoeve krijgt gedeeltelijk een andere bestemming (waarschijnlijk veldwerkvoorziening voor het voortgezet onderwijs). De kippen die er thans nog gehuisvest zijn blijven daar tot hun dood. De huidige kippenpopulatie op het Hoenderhof wordt aangevuld met kippen met snavels (de groep is/wordt dus kleiner in aantal). d. Varkens Sinds medio 2004 worden varkens op de stadsboerderijen in tweetallen gehouden. Op twee boerderijen moet er nog een wroetgelegenheid worden aangebracht. Dit gebeurt in de eerste helft van 2006. De kosten hiervan komen ten laste van het reguliere onderhoudsbudget voor de stadsboerderijen. Op twee stadsboerderijen is nog een minivarken alleen gehuisvest. Deze varkens komen uit hetzelfde nest, maar kunnen niet samen gehouden worden. Deze dieren zullen dus alleen blijven en worden na hun dood niet vervangen.
OVERTOLLIGE DIEREN
Het beleid inzake de afvoer van de overtollige dieren is medio 2004 aangepast op basis van de aanbevelingen uit de evaluatie van het fokbeleid. Volgens het huidige beleid wordt allereerst via het eigen relatienetwerk van de gemeente geprobeerd om dieren elders onder te brengen (bijvoorbeeld een andere kinderboerderij of bij een hobbyboer). Als dat niet lukt, wordt aan de vaste handelaar gevraagd om de dieren elders te plaatsen. Jonge konijnen en cavia’s die niet bij de stadsboerderijen kunnen worden aangehouden, worden verkocht aan belangstellende bezoekers. Om impulsaankopen te voorkomen geldt
hierbij een wachttijd van 2 weken. Daarnaast worden aan de nieuwe eigenaren van tevoren verzorgingsinstructies meegegeven. De bestemming van de dieren wordt centraal geregistreerd en is dus bekend. Daarnaast wordt aan de nieuwe eigenaren gevraagd om na enige tijd te melden hoe het met de dieren gaat. Ondanks het feit dat de nieuwe eigenaren niet verplicht kunnen worden om aan dit verzoek te voldoen, werkt dit in de praktijk goed. De informatie van de nieuwe eigenaren wordt ook geregistreerd, voor het eerst in 2005. Voortgang realisering stadsboerderijen De renovatie van de stadsboerderij in Wateringse Veld is in gang gezet en zal begin 2006 worden afgerond. De stadsboerderij wordt januari 2006 voor het publiek geopend. Begin 2006 zal de herbouw van de stadsboerderij in Leidschenveen aanvangen. De herbouw zal circa negen maanden in beslag nemen. School in Bos De raadscommissie WDLY is in oktober 2004 geïnformeerd over de invulling van de bezuinigingstaakstelling 2005 voor School in Bos. Met ingang van het schooljaar 2005/2006 zijn daadwerkelijk de tariefsverhogingen doorgevoerd. Deze hebben echter niet geleid tot vraaguitval, wat betekent dat de afbreuk aan de functie van Wilhelminaoord door de verhoging uit is gebleven. Om inkomsten te genereren zal het aanbod van School in Bos met ingang van het schooljaar 2006/2007 worden uitgebreid met de organisatie van werkweken voor het voortgezet onderwijs. Hiervoor zijn de voorbereidingen voor het aanbieden van nieuwe producten in volle gang. In de personele sfeer kan inkrimping van de formatie in 2007 geheel worden gerealiseerd, waarbij het behoud van de functie van school in Bos kan worden gegarandeerd. Voortgang omvorming Ontwikkelingsmaatschappij Den Haag OM Den Haag heeft zich in 2005 verder ontwikkeld tot een slagvaardige organisatie met een breder maatschappelijk draagvlak. De nadruk in de activiteiten ligt bij duurzaam ondernemen, duurzame energie en mobiliteit en bereikbaarheid. Conform het vastgestelde beleid zal OM Den Haag na 2005 verder kostendekkend werken. Financiering van opdrachten aan OM Den Haag kan geschieden vanuit de reguliere middelen die voor het behalen van de doelstellingen van het Haagse milieu- en duurzaamheidsbeleid bij verschillende portefeuillehouders beschikbaar zijn , via opdrachtgever-opdrachtnemer relaties. Bedrijfsafval/verpakkingen Per 1 januari 2006 wordt naar verwachting in ons land productverantwoordelijkheid voor verpakkingsafval en papier en karton ingevoerd. De producenten krijgen taakstellingen voor de gescheiden inname van huishoudelijk verpakkingsafval. Om de hoeveelheid zwerfafval tot een acceptabel niveau terug te brengen moeten de producenten geld beschikbaar stellen aan gemeenten. Programma Openbare ruimte Skaten In 2004 is de nota ‘Skating Den Haag’ vastgesteld. In deze nota is aandacht voor het stuntskaten in Den Haag en alle voorzieningen die daarvoor bedoeld zijn. In de nota staan drie speerpunten genoemd. Hiervan zijn het aanpassen van de skatevoorziening in het Zuiderpark en het realiseren van een stedelijke skatevoorziening voor ervaren skaters op het Malieveld gerealiseerd. Het derde speerpunt, een onderzoek naar de mogelijkheden voor het samenvoegen van op zichzelf staande voorzieningen, wordt nog dit jaar afgerond. De conclusies en aanbevelingen van dit onderzoek zullen in 2006 uitgevoerd worden. Voor Leidschenveen-Ypenburg zijn op dit moment twee plannen in ontwikkeling waarmee op zeer korte termijn zal worden gestart met de realisering. De locaties van deze skatevoorzieningen zijn de Reef en op de Bieremalaan. De verwachting is dat de skatevoorzieningen begin 2006 zijn afgerond en beschikbaar zijn om te skaten.
Spelen Met het vaststellen van de nota Samen Spelen is in juni 2001 een start gemaakt met het aanleggen en/of moderniseren van diverse speelplekken in Den Haag. Dit heeft geleid tot onder meer de realisering van de volgende speelvoorzieningen in de stad: - Skate/speelvoorziening Kanaalpark - Skatevoorziening Ary vd Spuyweg - Sportveld Pomonaplein - De Verademing aan de Gaslaan - Speel/sportvoorziening Lipa (Linnaeusstraat/Paets van Trooswijkstraat) - Isabellaland De projecten die tot nu toe zijn gerealiseerd, hebben naar schatting ca € 9 miljoen gekost, verdeeld over twee tranches van ca € 3 en € 6 miljoen. In 2005 is het evaluatierapport Samen Spelen verschenen, hierin zijn de uitwerking en ervaringen van de eerste en tweede tranche van de Nota Samen Spelen nader toegelicht. De ervaringen die uit het evaluatierapport naar voren kwamen, worden meegenomen in vervolgfase van de derde tranche voor de jaren 2006 e.v. Met de derde tranche, waarvoor de periode 20052008 een bedrag van € 5,5 miljoen beschikbaar is gesteld, is in 2005 begonnen. Voor 2006 staan vele locaties op de rol om te worden uitgevoerd. Voorbeelden hiervan zijn de Vlaskamp, het Waterlooplein en de afronding van de aanleg van de speelvoorziening op het voetbalterrein Laakkwartier. Gebiedsgerichte aanpak Leidschenveen-Ypenburg Aangezien er via de halfjaarlijkse voortgangsrapportages een beeld kan worden gevormd over de voortgang van de ontwikkeling in de twee wijken (o.a. ten aanzien van de realisatie van gemeentelijke voorzieningen), worden in deze brief de hoofdlijnen aangestipt. Woningbouw In Leidschenveen zullen de werkzaamheden zich concentreren op drie deelgebieden: Lanen, Rietwijk en ’sGravendreef. Lanen 3 zal worden opgeleverd. Voor Lanen 4, 6 en 9 zal begin 2006 de bouwstroom op gang komen. Op Lanen 8 zal in 2006 gebouwd worden aan een stadsboerderij met een combinatie van een woonvorm voor mensen met een verstandelijke handicap. Op Lanen cluster L worden de mogelijkheden onderzocht van realisatie van woningbouw dan wel een voorziening. In Rietwijk (Leidschenveen) zal de woningbouw na een periode van bouwrijp maken in 2006, pas in 2007/2008 op volle toeren draaien. Naast het woongebied is er ook een gemengde doeleindenstrook waar een sportpark is gepland en een mogelijkheid voor een onderwijsvoorziening. In Ypenburg zullen boven het winkelcentrum alle woningen zijn opgeleverd in 2006. In Waterwijk zullen, na een periode van stagnatie, in 2006 de woningen op de smalle eilanden worden gebouwd. In Singels zal een groot appartementencomplex met zorgfunctie worden gebouwd (oplevering in 2007). In De Bras zal de woningbouw in deelplan Brasacker worden afgerond en deelplan Biesland nog op volle stoom zijn. De woningbouwproductie in Ypenburg en Leidschenveen zal in 2006 een tijdelijke opleving krijgen, maar zal hierna geleidelijk afnemen. De productie loopt echter nog door tot en met 2009. Gezien de teruglopende productie wordt met ingang van 2006 organisatorisch samengewerkt tussen de projectorganisaties Ypenburg en Leidschenveen om kosten te besparen en kennis te behouden. Beide organisaties blijven overigens als aparte juridische entiteiten ongewijzigd voortbestaan. Woningbouw 2006 in Leidschenveen: Woningbouw 2006 in Ypenburg:
702 woningen 906 woningen
Voorzieningen Het is belangrijk dat het nieuwe stadsdeel integreert met de overige stadsdelen. Een adequaat voorzieningenniveau volgens Haagse normen kan hieraan bijdragen.
Publieke voorzieningen In de voorzieningennota Ypenburg/Leidschenveen (2002) is aangegeven welke gemeentelijke voorzieningen op het gebied van onderwijs, kindercentra, sport en welzijn de komende jaren gerealiseerd zullen worden. Volgens planning zullen de volgende publieke voorzieningen in 2006 opgeleverd worden: • Stadsdeelkantoor Leidschenveen-Ypenburg (incl. politie) in A12-zone Ypenburg; • Stadsboerderij en Natuuren milieueducatiecentrum in Leidschenveen, inclusief dagactiviteitencentrum voor gehandicapten en een groepswoonvoorziening voor gehandicapten; hierbij wordt de karakteristieke boerderij aan Veenweg 111 (inmiddels gesloopt), in ere hersteld; • kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang, multifunctioneel centrum en gymzaal in Ypenburg (echter: als alles volgens planning verloopt nog net in 2005 op te leveren) • gezondheidscentrum en kindercentrum in Ypenburg • scoutinggebouw in Ypenburg • het Atlascollege en Montaigne Lyceum (incl. gymzalen) in Ypenburg; • hockeyvelden Ypenburg • diverse speelvoorzieningen • kerk in Ypenburg. Verder vinden er in 2006 met name in Leidschenveen allerlei voorbereidingen plaats om te komen tot realisatie van voorzieningen in 2007 en 2008. Dit betreft een scala aan onderwijs-, zorg- en welzijnsvoorzieningen. Speciale vermelding verdient ons recente besluit om in Leidschenveen vier hectare aan buitensportvoorziening te realiseren in Rietwijk, het laatst aan te leggen woongebied van Leidschenveen. Hiervoor zullen ten laste van de Reserve herindeling middelen worden vrijgemaakt. Tot op heden werd een buitensportvoorziening in Leidschenveen node gemist. Een tweede voorziening die werd gemist in het stadsdeel Leidschenveen-Ypenburg is een zwembad. Ook dit knelpunt zal worden opgelost door in de begroting 2006 geld te reserveren om in het stadsdeel Leidschenveen-Ypenburg een zwembad te bouwen op een nog nader aan te wijzen plaats. In 2006 zal worden gezocht naar een geschikte locatie. Over de voortgang van de realisatie van reeds geplande en nieuw voorgestelde voorzieningen zult u middels de halfjaarlijkse voortgangsrapportages worden geïnformeerd. Commerciële voorzieningen In 2006 vinden met name wederom in Leidschenveen de nodige voorbereidingen plaats om te komen tot realisatie van commerciële voorzieningen in 2007 en 2008. In dit opzicht loopt Ypenburg duidelijk wat voor ten opzichte van Leidschenveen. Een en ander heeft te maken met de noodzaak om in Leidschenveen in het deelgebied ’s Gravendreef een nieuw plan op te stellen dat een herschikking van functie s behelst alsmede een optimale toegankelijkheid te bewerkstelligen. In ’s Gravendreef zal een stevig programma aan onderwijs-, sport-, zorg- en welzijnsvoorzieningen gerealiseerd worden, en tegelijkertijd is het de bedoeling commerciële voorzieningen te realiseren, zoals het winkelcentrum, horeca, een uitgaanscentrum, alsmede woningbouw en kantoren. Deze ontwikkelingen dienen nauwkeurig op elkaar te worden afgestemd, om een zo’n optimaal mogelijk plan te verwezenlijken. ’s Gravendreef Voor ’s Gravendreef, de centrale zone van Leidschenveen, is in samenwerking met het Ontwikkelingsbedrijf Leidschenveen (OBL) een plan opgesteld voor de revitalisering van het huidige ruimtelijke en programmatische kader. Daarmee wordt ingespeeld op de veranderende (kantoren)markt en de maatschappelijk gewenste versterking van het voorzieningenniveau. Het nieuwe plan zal vanaf 2006 uitgevoerd worden. Cluster E1 (sporthal, sportschool, zwemgelegenheid, VMBO-school en discotheek) zal eerste helft 2006 in aanbouw worden genomen (oplevering tweede helft 2007). Op cluster E2 zal naar huidige inzichten een kantorenlocatie van 26.000 m2 gerealiseerd worden: start bouw eerste halfjaar 2006, oplevering tweede helft 2007.
Het winkelcentrum in cluster F zal in 2008 worden opgeleverd. Infrastructuur De gedachte die in het verleden onlosmakelijk met de aanwijzing van VINEX-locaties verbonden is, is naast een goed ontsluiting per auto - een uitstekende bereikbaarheid met het openbaar vervoer. Hierbij valt te denken aan trein, tram en bus. Ten aanzien van de trein kan worden medegedeeld dat het Station Ypenburg vanaf 11 december 2005 in gebruik zal worden genomen. De haltes Leidschenveen en Forepark langs Randstadrail zullen in januari 2007 in bedrijf zijn. Wat de tram betreft rijdt nu al enige tijd Tramlijn 15. Tramlijn 19 (door Leidschenveen) volgt medio 2007. Voor de bus komen diverse reguliere en snelbusverbindingen of zijn reeds ingebruik genomen. Speciale vermelding verdient het feit dat bij wijze van experiment voor de duur van één jaar buslijn 67 zal rijden tussen het winkelcentrum van Ypenburg, deelplan De Bras en winkelcentrum De Parade te Nootdorp. Voorts wordt in het stedenbouwkundige plan Rietwijk te Leidschenveen rekening gehouden met de mogelijkheid van een buslijn met een halte in Rietwijk. De gemeente is hier voorstander van. In de begroting 2006 is naar aanleiding van het geconstateerde knelpunt ten aanzien van de doorrijdbaarheid van delen Ypenburg voor hulpdiensten een budget vrijgemaakt uit de reserve herindeling, om de hoofdroutes zodanig aan te passen dat de hulpdiensten geen hinder ondervinden bij blokkade van de rijstrook. TNO Indien en zodra in 2005 het definitieve besluit valt dat TNO PML te Ypenburg en Rijswijk zal verhuizen naar de gemeente Cromstrijen, zullen in 2006 de voorbereidingen hiervoor nog in volle gang zijn. Ik hoop u voor of rond de behandeling van de begroting 2006 hierover te kunnen informeren. Alle betrokken partijen zullen in tal van overeenkomsten sluitende afspraken moeten maken over onder meer de financiële risico’s, de planning etcetera. Voor de gemeente Den Haag is het vervolgens wachten op het moment dat het TNO-terrein voor de beoogde functie geschikt wordt opgeleverd, zodat Den Haag het gebied kan ontwikkelen. Dat zal naar schatting vanaf 2010 het geval zijn. De vrijkomende 36 hectare grondgebied zal een woon- en werkbestemming krijgen. De voorbereidingen hierop zullen tijdig gestart worden. Met vriendelijke groet, de wethouder van Nieuwe Gebieden en Duurzaamheid,
drs M. Smits