RIS161397_11-FEB-2009
Gemeente Den Haag
Retouradres: Postbus 12 600, 2500 DJ Den Haag
de gemeenteraad
Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk
rm 2009.022 - BOW/2009.135 RIS 161397 Doorkiesnummer
070 - 35 35000 E-mailadres Aantal bijlagen Datum
10 februari 2009 Onderwerp
Actualisering prognoses sportaccommodatie Leidschenveen
In de commissievergadering Jeugd en Burgerschap van 4 februari jl. heeft de wethouder OJS toegezegd de behoefte aan buitensportaccommodaties te actualiseren. Het behoefteonderzoek naar sportaccommodaties van het Mulierinstituut stamt namelijk uit 2005. In deze raadsmededeling wordt allereerst de besluitvorming van de huidige sportaccommodatie De Dijken in beeld gebracht. Daarna volgt een geactualiseerde prognose en wordt ingegaan op de knelpunten bij de ontwikkeling van een extra sportpark in het centrumgebied ‘s Gravendreef. Ontwikkeling sportpark Leidschenveen In 2002 zijn met de grenscorrectie enkele gebieden aan de gemeente Den Haag toegevoegd. Destijds is een inventarisatie opgesteld van gerealiseerde, geplande en eventuele gewenste voorzieningen voor het nieuwe stadsdeel Leidschenveen-Ypenburg. Dit heeft geresulteerd in een voorzieningennota die in december 2002 is vastgesteld (rv 276). In deze nota wordt ingegaan op tal van voorzieningen op het gebied van onder andere welzijn, onderwijs en sport. Wat de sportvoorzieningen betreft wordt in de voorzieningennota onderscheid gemaakt tussen Ypenburg en Leidschenveen. Ten aanzien van Ypenburg stelt de nota het volgende: “In Ypenburg zijn twee buitensportcomplexen gepland die weliswaar niet de volledige behoefte aan sportvelden dekken, maar gezien de aanwezigheid van buitensportvoorzieningen in de directe omgeving (Delft en Nootdorp) wordt voorgesteld om hier in Ypenburg mee te volstaan.”
Inlichtingen bij
Postadres: Postbus 12 600, 2500 DJ Den Haag Bezoekadres: Spui 70, Den Haag Internetadres: www.denhaag.nl
Telefoon: 070 - 35 35000 Fax: 070 - 35 32782
BOW/2009.135
2
Voor Leidschenveen is het volgende opgenomen: “Een besluit over het al dan niet realiseren van een buitensportvoorziening is afhankelijk van een te verrichten locatieonderzoek in het deelgebied Leidschenveen. Dit dient in relatie te worden gezien met het gemeentebrede in gang gezette accommodatieonderzoek waaruit de behoefte aan sportaccommodaties duidelijk wordt. Afhankelijk van de resultaten van deze onderzoeken zal bestuurlijk een nadere afweging moeten plaatsvinden. Het staat nog niet vast, dat er een buitensportvoorziening in Leidschenveen gerealiseerd kan worden. Pas in een later stadium is hier een definitief besluit over te nemen.” Vooruitlopend op de resultaten van het sportaccommodatieonderzoek heeft het college in januari 2004 besloten middelen beschikbaar te stellen voor de ontwikkeling van een buitensportaccommodatie van 3 hectare groot in Leidschenveen. Er werd een locatieonderzoek gestart en op 16 september 2005 stuurde de wethouder van Nieuwe gebieden en Duurzaamheid een brief naar de voorzitter van de Commissie Welzijn, Duurzaamheid en Leidschenveen-Ypenburg met de mededeling dat er een sportpark in de wijk Rietwijk (nu De Dijken) van 4 hectare groot zal worden gerealiseerd. De uitbreiding van 3 naar 4 hectare was nodig om extra multifunctionele voorzieningen (tennis, cricket, jeu de boules) mogelijk te maken en om parkeren op eigen terrein te accommoderen. Dit sportpark is uiteindelijk in september 2008 in gebruik genomen. Over de keuze van de daar te vestigen sportvereniging hebben wij uw commissie zowel op 20 februari als op 18 september 2007 geïnformeerd. Tevens heeft u, met de afdoening van raadsadres 65/2008, kennis kunnen nemen van ons standpunt over de keuze voor een bespeler van sportpark De Dijken. Behoefteraming buitensport In 2005 heeft het college het Mulierinstituut opdracht gegeven de behoefte aan buitensportaccommodaties te berekenen tot aan 2013. Op basis van dat rapport is het raadsbesluit “Ruimtelijke behoefte aan buitensportvelden in Den Haag tot 2013” opgesteld, dat op 29 juni 2006 door uw raad is aangenomen. Recent is in de raadscommissie gevraagd naar een actualisering van de prognoses van de behoefte aan buitensportaccommodaties. Daarbij maken we gebruik van het door het Mulierinstituut ontwikkelde planningsinstrument waarmee de actuele en toekomstige behoefte aan sportvelden kan worden berekend. Dit instrument gaat uit van twee soorten gegevens als input. 1. De ontwikkelingen en actuele aantallen teams per sport (voetbal, hockey, korfbal en handbal), welke door de desbetreffende sportbonden worden aangeleverd.1 2. De actuele demografische gegevens en prognoses van de gemeente Den Haag Door voor beide soorten input de meest actuele cijfers in te voeren ontstaat een geactualiseerde prognose die goed te vergelijken is met de eerdere ramingen uit het Mulierrapport van 2005. Deze geactualiseerde prognose presenteren we niet alleen stadsbreed, maar ook gespecificeerd naar het stadsdeel Leidschenveen-Ypenburg. Daarbij hebben we naast geactualiseerde ramingen voor de jaarschijven 2008 en 2013 – die destijds ook in het Mulierrapport centraal stonden – een doorkijkje gegeven naar de prognoses voor 2020. Hieronder volgt een uiteenzetting en vergelijking per sport.
1
Aangezien tennisaccommodaties doorgaans commercieel worden geëxploiteerd, zijn die hier buiten beschouwing gelaten.
BOW/2009.135
3
Handbal prognose Handbalvelden in Den Haag en uitgesplitst naar stadsdeel Leidschenveen-Ypenburg beschikbaar rapport 2005 aantal velden Mulierinstituut gehele stad gehele stad 2008 2013 2020
11 11 11
Actuele prognose gehele stad
rapport 2005 Mulierinstituut stadsdeel LEYP
Actuele prognose stadsdeel LEYP
beschikbaar in stadsdeel LEYP
8 7 5
1 1
0,6 0,6 0,4
2 2 2
5 2
Op basis van het Mulierrapport uit 2005 werd geschat dat er in 2013 2 velden nodig zouden zijn, waardoor er een overschot van 9 velden zou ontstaan. Uit de geactualiseerde raming voor 2013 blijkt dat er 7 velden nodig zijn en in 2020 5. Daardoor is er stadsbreed nog steeds sprake van overcapaciteit, hoewel deze minder groot is dan in 2005 werd voorzien. Ook voor Leidschenveen-Ypenburg geldt dat de geactualiseerde prognose aantoont dat er voldoende handbalvelden zijn om in de behoefte van het stadsdeel te voorzien. Korfbal prognose Korfbalvelden in Den Haag rapport 2005 beschikbaar Mulierinstituut aantal velden gehele stad kunstgras kunstgras 2008 2013 2020
11 11 11
Actuele prognose gehele stad kunstgras
7 7
rapport 2005 Actuele beschikbaar Mulierinstituut prognose in stadsdeel LEYP stadsdeel LEYP stadsdeel LEYP kunstgras kunstgras kunstgras
7 7 6
1 1
1 1 1
1 1 1
Op basis van het Mulierrapport uit 2005 werd verwacht dat er in 2013 een overschot van 4 velden zou zijn.2 Uit de geactualiseerde raming voor 2013 blijkt dat er 4 kunstgraskorfbalvelden in Den Haag over zijn en in 2020 5 velden. De geactualiseerde prognose wijst dus uit dat er in Den Haag meer dan voldoende korfbalvelden beschikbaar zijn. In Leidschenveen-Ypenburg is 1 kunstgraskorfbalveld beschikbaar, hetgeen overeenkomt met de geprognosticeerde behoefte. Hockey prognose Hockeyvelden in Den Haag en uitgesplitst naar stadsdeel Leidschenveen - Ypenburg beschikbaar aantal velden natuurgras
2008 2013 2020
7 7 7
kunstgras
+ + +
24 24 24
rapport 2005 Mulierinstituut gehele stad
Actuele prognose gehele stad kunstgras
rapport 2005 Mulierinstituut stadsdeel LEYP kunstgras
Actuele prognose stadsdeel LEYP kunstgras
Beschikbaar in stadsdeel LEYP kunstgras
15 + 30 15 + 34
29 37 43
4 5
2,4 3,3 3,7
3 3 3
Op basis van het Mulierrapport uit 2005 zou er op termijn een tekort kunnen ontstaan aan hockeyvelden. Ook de geactualiseerde prognose laat zien dat op langere termijn wellicht behoefte ontstaat aan meer velden indien de sport blijft doorgroeien. De actuele prognoses wijzen echter uit dat de 3 velden die beschikbaar zijn in Leidschenveen-Ypenburg nagenoeg voldoen aan de geschatte behoefte in het stadsdeel.
2
Het Mulierrapport gaat deels uit van normale grasvelden voor korfbal. Het rapport geeft aan dat 1 kunstgrasveld qua capaciteit en bespeelbaarheid te vergelijken is met 3 normale grasvelden. In deze raadsmededeling zijn we uitgegaan van kunstgrasvelden, hetgeen in het moderne korfbal de norm is.
BOW/2009.135
4
Voetbal prognose voetbalvelden in Den Haag en uitgesplitst naar stadsdeel Leidschenveen-Ypenburg
2008 2013 2020
beschikbaar aantal velden gehele stad
rapport 2005 Mulierinstituut gehele stad
Actuele prognose gehele stad
rapport 2005 Mulierinstituut stadsdeel LEYP
Actuele prognose stadsdeel LEYP
beschikbaar in stadsdeel LEYP
121 109 109
114 97
114 113 98
10 8,4
9,3 10 8,4
3 3 3
Op basis van het Mulierrapport uit 2005 werd een dalende behoefte aan voetbalvelden voorzien. In de geactualiseerde prognose is nog steeds sprake van een daling, hoewel deze geleidelijker verloopt.3 In het stadsdeel Leidschenveen-Ypenburg zou op basis van de geactualiseerde prognose behoefte zijn aan 10 velden in 2013 en 8,4 in 2020. Het ligt in de rede om de prognoses voor de behoefte aan voetbalvelden nader uit te splitsen. In de voorzieningennota is er destijds immers expliciet voor gekozen om voor Ypenburg gebruik te maken van de aanwezige sportvoorzieningen in de buurgemeenten Nootdorp en Delft. Aangezien net over de grens van Ypenburg en elders in het stadsdeel (Wilhelmus) vele voetbalvelden liggen, waarvan inwoners uit Ypenburg gebruik van maken, is het goed om specifiek de behoefte voor de wijk Leidschenveen nader te specificeren. omrekening voetbalvelden in Leidschenveen beschikbaar 2 kunstgras en 1 grasveld
2008 2013 2020
Actuele prognose
3,0 3,0 3,0
3,8 grasvelden 4,4 grasvelden 3,5 grasvelden
Op basis van de geactualiseerde prognose zijn in Leidschenveen gemiddeld over de jaren 4 grasvelden voor voetbal nodig. Op dit moment liggen op sportcomplex De Dijken 3 velden. Twee van die velden zijn van kunstgras, waardoor deze velden intensiever kunnen worden bespeeld. Het aantal van 2 kunstgrasvelden en 1 natuurgrasveld is qua bespelingsmogelijkheden en capaciteit vergelijkbaar met 4 normale grasvelden. Daarmee wordt dus voldaan aan de behoefte in de wijk. Bovenstaande conclusie wordt ook gestaafd door het feit dat de KNVB aangeeft dat er bij svLY, Wilhelmus en bij enkele verenigingen in Delft nog voldoende restcapaciteit en groeimogelijkheden bestaan.
3
Op basis van de actuele prognoses zou in 2013 stadsbreed tijdelijk een licht tekort aan velden ontstaan. Dit tekort wordt echter ondervangen door de aanleg van kunstgras op steeds meer sportcomplexen. Bovendien zijn de velden van Wilhelmus (5) voor de zuiverheid niet meegeteld in het huidige bestand, aangezien deze velden destijds ook in het oorspronkelijke Mulierrapport niet zijn meegenomen. Strikt genomen liggen deze velden echter wél op Haags grondgebied.
BOW/2009.135
5
Knelpunten extra sportpark in Leidschenveen Zoals hierboven aan de hand van de meest actuele prognoses is beschreven, voldoen de huidige sportfaciliteiten aan de behoefte in het stadsdeel Leidschenveen-Ypenburg. Een extra sportpark op de kantorenlocatie in het centrumgebied ’s Gravendreef is, gezien de huidige sportbehoefte en de verwachte toekomstige ontwikkelingen, niet nodig. Bovendien zou een dergelijk complex op financiële en juridische bezwaren stuiten. Een permanent sportcomplex in het centrumgebied ’s Gravendreef zou een eenmalige investering vergen van minimaal 15 tot 20 mln. euro en structurele beheerkosten van circa 100.000 euro per jaar met zich meebrengen. De hoge investeringskosten worden verklaard door de compensatie die marktpartijen zullen vragen voor het overnemen van de ontwikkel- en productierechten voor de kantorenlocatie. Ook dient de afgesproken grondprijs (op basis van een kantorenlocatie) aan het Ontwikkelingsbedrijf Leidschenveen (OBL) te worden vergoed. Tot slot vergt de aanleg van velden en een clubhuis een investering van circa 4 tot 5 mln. Afgezien van de hoge kosten van een permanent sportcomplex, zou een dergelijke ontwikkeling ook stuiten op bestuurlijke en juridische bezwaren. In het stedenbouwkundige masterplan ’s Gravendreef van januari 2005 (RIS126304) is vastgelegd dat op deze clusters kantoren worden ontwikkeld. Ook in de actuele Haagse kantorenstrategie, conform afspraak met Haaglanden, is vastgelegd dat op de desbetreffende locatie kantoren worden gerealiseerd. De marktpartijen hebben deze clusters, zoals afgesproken in deze samenwerkingsovereenkomst, in de markt gezet. Ook een tijdelijk sportcomplex stuit op bezwaren. Financieel gezien vergt de aanleg van velden nog steeds een investering van minimaal 2,5 mln (uitgaande van drie voetbalvelden en een multifunctioneel veld). Verder moet voor de huur van tijdelijke club- en kleedaccommodatie en het beheer van de velden rekening worden gehouden met structurele kosten van circa € 250.000 per jaar. Een dergelijke investering is echter hoogst onzeker. Marktpartijen kunnen in principe op ieder moment eisen dat de gronden worden opgeleverd indien zij een afnemer hebben gevonden voor de kantoorgebouwen. Daarnaast zijn er juridische complicaties bij een eventuele tijdelijke voorziening. In het Masterplan ’s Gravendreef wordt op deze plek in de bestemming Kantoren voorzien. Medewerking aan de aanleg van een tijdelijke voorziening kan slechts met een vrijstellingsprocedure op grond van de Wet ruimtelijke ordening, voor een periode van maximaal vijf jaar. Hierbij ligt de verplichting dat de tijdelijkheid wordt onderbouwd met als strikte voorwaarde dat vooraf duidelijk moet zijn wanneer en op welke plek wordt voorzien in een definitieve voorziening. Een definitieve voorziening is echter niet voorhanden. Conclusie Met deze raadsmededeling voorziet het college in de vraag naar een geactualiseerde prognose van de behoefte aan sportvoorzieningen in het stadsdeel Leidschenveen-Ypenburg. Deze prognose toont aan dat met de realisatie van het sportcomplex de Dijken op dit moment – en gezien de verwachtingen ook in de toekomst – voldoende tegemoet is gekomen aan de behoefte in het stadsdeel. Daarmee steekt Leidschenveen-Ypenburg overigens positief af ten opzichte van stadsdelen als Laak, Centrum en Scheveningen, die gezien de geprognosticeerde behoeftes op stadsdeelniveau soms wel een krapte vertonen.
BOW/2009.135
6
Inwoners uit die stadsdelen, met andere woorden, moeten vaker naar andere stadsdelen reizen om in hun sportbehoeftes te voorzien. Aangezien de huidige sportcomplexen in Leidschenveen-Ypenburg voldoen aan de geactualiseerde prognoses en behoeftes, ligt het naar onze mening niet in de rede om nu te investeren in extra sportaccommodaties in het stadsdeel. Uiteraard blijft het college de ontwikkelingen op het gebied van sport en inwonersaantallen op de voet volgen. Mocht in de toekomst blijken dat de werkelijke behoefte aan sportvoorzieningen afwijkt van de prognoses, dan zal het college op dat moment inspelen op dergelijke ontwikkelingen. Het college van burgemeester en wethouders, de locosecretaris, de burgemeester, S. Broers
J.J. van Aartsen