www.prv-overijssel.nl
Provinciale Staten van Overijssel
Postadres Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 425 25 25 Telefax 038 425 75 01
Uw kenmerk
Uw brief
Ons kenmerk EMT/2004/4450
Bijlagen 1
Doorkiesnummer 425 14 72
Inlichtingen bij hr. H.T.A. Wubbolts
Datum 02 11 2004
Onderwerp
Actualisering beleidsregel uitvoeringskosten sanering industrielawaai Provincie Overijssel.
Bij besluit van 2 november 2004, kenmerk EMT/2004/4450, hebben wij een beleidsregel vastgesteld met betrekking tot de bijdrageverlening voor uitvoeringskosten sanering industrielawaai. Actualisering van de eerder vastgestelde beleidslijn in de vorm van deze beleidsregel is noodzakelijk, omdat de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer de termijn voor bijdrageverlening sanering industrielawaai middels het Subsidiebesluit openbare lichamen milieubeheer heeft verlengd (Staatsblad 2004, 332). Te uwer informatie voegen wij de tekst van de geactualiseerde beleidsregel bij. Gedeputeerde Staten van Overijssel,
voorzitter,
secretaris,
ATTENTIE: GEWIJZIGD RABO Zwolle 3973.41.121
Het provinciehuis is vanaf het NS-station bereikbaar: met stadsbus lijn 1 richting Berkum, halte provinciehuis
Bezoekadres Luttenbergstraat 2 Zwolle
BELEIDSREGEL UITVOERINGSKOSTEN SANERING INDUSTRIELAWAAI PROVINCIE OVERIJSSEL Vastgesteld door het College van Gedeputeerde Staten van Overijssel 2004-11-02 kenmerk EMT/2004/4450
0. INLEIDING - KADER VAN DE BELEIDSREGEL De geluidzonering rond bestaande bedrijventerreinen 1 is per 1 juli 1993 afgerond. In aansluiting op de zonering zijn saneringsprogramma's vastgesteld voor bedrijventerreinen, vanwaaruit de geluidsbelasting van omliggende woningen hoger is dan 55 dB(A). De saneringsprogramma's omvatten maatregelen, die bedrijven op het bedrijventerrein moeten treffen om de geluidsbelasting te reduceren. In het saneringsprogramma is tevens aangegeven, welke geluidsbelasting na sanering rond het bedrijventerrein zal optreden. Op grond van het saneringsprogramma heeft de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) vastgesteld, welke gevelbelasting maximaal toelaatbaar is voor de saneringswoningen 2. Met deze MTG's moet het bevoegd gezag vervolgens rekening houden bij de vergunningverlening. Bij de start van de geluidsanering hebben het Ministerie van VROM en het georganiseerde bedrijfsleven afspraken gemaakt over de omvang van de saneringsmaatregelen en de bijdrage van het Rijk. Hierbij is onder meer afgesproken dat het Rijk maximaal 25% zal bijdragen in de kosten van de maatregelen (bron-, overdrachts- en gevelmaatregelen, bedrijfsverplaatsing en eventueel amovering van woningen). De geschatte kosten aan maatregelen voor de sanering werden aanvankelijk geschat op € 254.117.000; deze schatting is recent bijgesteld tot € 129.782.000. Tevens nam het Rijk de verantwoordelijkheid op zich om de zogenaamde zonemaatregelen (maatregelen buiten het bedrijventerrein als gevelisolatie en schermen) volledig te financieren. Om de saneringsoperatie doeltreffend en doelmatig te laten verlopen, is een bestuursovereenkomst afgesloten tussen de minister van VROM en het Interprovinciaal Overleg (IPO) namens de gezamenlijke provincies. In deze overeenkomst van 29 april 1994 is vastgelegd, dat de minister van VROM ten behoeve van de uitvoering van saneringsmaatregelen aan de provincies een budget toekent, waardoor deze in staat worden gesteld om efficiënter te opereren en slagvaardiger te reageren op de omstandigheden die zij in het veld aantreffen. De minister van VROM heeft het budget opgenomen in een rijksbijdrageregeling. Dit Subsidiebesluit openbare lichamen milieubeheer is medio 1995 in werking getreden en laatstelijk 22 juni 2004 herzien (Staatsblad 2004, 332). Op grond van dit Subsidiebesluit ontvangt het provinciebestuur van Overijssel € 1.509.914,74, verdeeld over acht jaarlijkse tranches. Om een bijdrage te kunnen toekennen aan de daarvoor in aanmerking komende bedrijven en gemeentebesturen is in januari 2000 de Beleidslijn uitvoeringskosten sanering industrielawaai provincie Overijssel vastgesteld. De tekst van de Beleidslijn wordt met deze beleidsregel geactualiseerd. Voor actualisatie zijn er de volgende motieven: 1. De gewijzigde financiële kaders, 2. Het Rijk heeft ingestemd met een langere looptijd dan in de aanvankelijke Beleidslijn (2000) voorzien, enkele bedrijven zullen nog saneringsmaatregelen uitvoeren, 3. De beleidsregel zal alleen nog van toepassing zijn voor gemeentebesturen, indien verborgen problemen aan het licht komen. Bijdragen kunnen worden toegekend ten behoeve van geluidreducerende maatregelen aan installaties, afschermende maatregelen, verplaatsing van bedrijven of bedrijfsdelen. Mochten verborgen problemen aan het licht komen die het noodzakelijk maken woningen te isoleren en/of te onttrekken aan de woonbestemming, biedt de beleidsregel daartoe aan gedeputeerde staten de beoordelingsruimte. 1
In deze beleidsregel wordt gesproken over ‘bedrijventerrein’. Dit begrip is weliswaar ruimer dan het begrip ‘industrieterrein’ zoals in de Wet Geluidhinder en het Bijdragenbesluit openbare lichamen milieubeheer. Omdat misverstanden niet mogelijk zijn over de kern van de problematiek, namelijk industrielawaai, hanteert ons college de gebruikelijke term: bedrijventerrein. Voor een overzicht van de gezoneerde bedrijventerreinen en gesaneerde of nog te saneren bedrijven, zie bijlage 3. 2 Hiervoor wordt de afkorting gebruikt: MTG = maximaal toelaatbare geluidsbelasting.
1
1. DE BELEIDSREGEL In deze paragraaf volgt de inhoud van de beleidsregel. Aan de orde komt het volgende: § 1.1 Voor welke onderdelen van het saneringsprogramma is subsidiëring mogelijk en tot welke datum? § 1.2 Welke mogelijkheden en beperkingen leggen het Verdrag van de Europese Unie en de Europese verordeningen op aan het verstrekken van bijdragen aan bedrijven (staatssteun)? § 1.3. Welke spelregels gelden voor de aanvrager van een bijdrage en voor gedeputeerde staten? § 1.4 Welke ondergrens geldt voor de uitvoeringskosten en de saneringsbijdrage? § 1.1 Voor welke onderdelen van het saneringsprogramma is subsidiëring mogelijk? De minister van VROM stelt middelen beschikbaar voor de volgende doelen: * Vermindering van de geluidsproductie van op het bedrijventerrein aanwezige geluidsbronnen door maatregelen bij de bedrijven dan wel door verplaatsing van bedrijven (saneringsbijdrage); * Aanbrengen van geluidwerende voorzieningen aan de betrokken woningen (bijdrage gevelmaatregelen); * Onttrekking van de woonbestemming aan een of meer van de betrokken woningen (bijdrage amovering woningen). Algemene Randvoorwaarden en criteria Voor de verlening en vaststelling van een saneringsbijdrage gelden algemene randvoorwaarden en criteria per soort van bijdrage. Aan de volgende algemene randvoorwaarden moet zijn voldaan: 1.1.1 Kosten van maatregelen zijn declarabel, indien deze vóór 31 december 2005 getroffen zijn als bedoeld in het Besluit saneringsmaatregelen industrieterreinen 1994. 1.1.2 Er moet sprake zijn van extra investeringskosten, noodzakelijk voor de uitvoering van de in het saneringsprogramma aangegeven geluidreducerende maatregelen. 1.1.3 De maatregelen worden uitgevoerd aan installaties die gedurende ten minste twee jaar vóór het tijdstip van vaststelling van het saneringsprogramma in bedrijf zijn geweest. 1.1.4 De maatregelen worden getroffen op basis van het vastgestelde saneringsprogramma op het terrein van de inrichting. 1.1.5 Indien op grond van enige andere regeling dan het saneringsprogramma c.a. een bijdrage is verstrekt in de kosten van overdrachtsmaatregelen, wordt de verleende bijdrage in mindering gebracht op de bijdrage in de kosten van bronmaatregelen op grond van deze beleidsregel uitvoeringskosten sanering industrielawaai. Indien het saneringsprogramma overdrachts- en gevelmaatregelen heeft aangemerkt als vervangende bronmaatregelen, dan gelden dezelfde bijdragepercentages als voor bronmaatregelen. Vermindering van de geluidsproductie op het bedrijventerrein. De saneringsbijdrage heeft tot doel het treffen van saneringsmaatregelen te stimuleren en alsnog getroffen maatregelen te honoreren volgens de vastgestelde saneringsprogramma's. Onder maatregelen bij bedrijven vallen bronmaatregelen, overdrachtsmaatregelen en het verplaatsen van bedrijven ter vervanging van bronmaatregelen. In die gevallen zijn de criteria van toepassing die hierna zijn opgesomd. In de saneringsprogramma's zijn de kosten vastgelegd, die de basis vormen voor het toekennen van een bijdrage. Als aan tenminste één van de volgende criteria wordt voldaan, kan een bijdrage worden verleend: 1.1.6 De in het saneringsprogramma opgenomen maatregelen zijn binnen drie jaar na vaststelling van het saneringsprogramma uitgevoerd. 1.1.7 Binnen één jaar na vaststelling van het saneringsprogramma is minimaal 50% van de in het saneringsprogramma opgesomde kosten voor maatregelen besteed. 1.1.8 Binnen één jaar na vaststelling van het saneringsprogramma is minimaal een bedrag van € 90.750 (voorheen ƒ 200.000) besteed aan de uitvoering van maatregelen; voor bedrijven die behoren tot het MKB geldt een minimumbedrag van € 45.380 (voorheen ƒ 100.000). 1.1.9 Het aantal gewogen saneringswoningen is met minimaal 90% verminderd ten opzichte van de situatie bij de vaststelling van de geluidszone. 1.1.10 De kosten van de in het saneringsprogramma aangegeven maatregelen overschrijden de
2
maximale bronkosten. 1.1.11 Naar het oordeel van Gedeputeerde Staten als het bedrijf redelijkerwijs niet in staat is te voldoen aan de onder 1.1.6. tot en met 1.1.8. genoemde criteria. Aanbrengen van geluidwerende voorzieningen aan de betrokken woningen (bijdrage gevelmaatregelen). Gevelmaatregelen worden getroffen indien bronmaatregelen onvoldoende de geluidsbelasting beperken. De kosten van de gevelmaatregelen komen volgens Artikel 125 van de Wet geluidhinder voor rekening van de overheid, waarbij als regel het gemeentebestuur verantwoordelijk is voor de uitvoering. Het provinciebestuur kan rechtstreeks opdracht geven tot het treffen van gevelmaatregelen. Het aan de provinciebesturen beschikbaar gestelde budget is mede bedoeld voor de kosten van gevelmaatregelen. Op een bijdrage in de kosten van gevelmaatregelen zijn de algemene randvoorwaarden onder 1.1.1. tot en met 1.1.5. van toepassing. Mochten verder verborgen problemen aan het licht komen die het noodzakelijk maken woningen te isoleren en/of te onttrekken aan de woonbestemming (zie daarvoor ook de volgende alinea’s), zullen gedeputeerde staten bij hun beoordeling de volgende criteria hanteren voor een bijdrage in de kosten van overdrachts- en gevelmaatregelen: 1.1.12 De kosten van de maatregelen staan in redelijke verhouding tot het geluidwerend effect van de maatregelen. 1.1.13 De kosten van de maatregelen staan in een redelijke verhouding tot de kwaliteit, de aard en het gebruik van de woning. 1.1.14 De maatregelen zijn afgestemd op de gebruiksmogelijkheden van de uitwendige scheidingsconstructie voor de sanering. 1.1.15 De eventueel noodzakelijk aan te brengen ventilatievoorzieningen passen in het aanwezige ventilatiesysteem. 1.1.16 De kwaliteit van de maatregelen en van de uitwendige scheidingsconstructie waaraan de maatregelen worden aangebracht, zijn zodanig dat de voorzieningen duurzaam zijn. 1.1.17 De te treffen maatregelen niet zijn toe te schrijven aan achterstallig onderhoud. Onttrekking van de woonbestemming aan een of meer van de betrokken woningen (bijdrage amovering woningen). Amovering van woningen vindt plaats indien bronmaatregelen de geluidsbelasting onvoldoende terugdringen tot de voorkeursgrenswaarde en ook gevelmaatregelen niet het gestelde doel bereiken. In de saneringsprogramma's is vastgelegd in welke gevallen amovering van woningen de enig mogelijke dan wel betere oplossing is. Middels amovering kan een bredere milieudoelstelling worden gediend. Ofschoon ten tijde van de actualisering van deze beleidsregel geen amoveringen meer zijn voorzien, zullen gedeputeerde staten bij het aan het licht komen van verborgen problemen die het noodzakelijk maken een saneringsprogramma te herijken en/of woningen te amoveren, overleg plegen met het betrokken gemeentebestuur en zo daartoe gevraagd een bijdrage verlenen. Voor het verlenen van een bijdrage zijn de algemene randvoorwaarden onder 1.1.1 tot en met 1.1.5 van toepassing. De kosten voor amovering komen in plaats van kosten voor andere geluidsaneringsmaatregelen. Het gemeentebestuur is verantwoordelijk voor de uitvoering van de amovering van woningen; de amoveringsbijdrage wordt verleend aan het gemeentebestuur. De bijdrage bedraagt 100% van de kosten van de uit te voeren maatregelen tenzij buiten het saneringsprogramma is besloten tot amovering in plaats van bron-, overdrachts- of gevelmaatregelen. In dat geval wordt de bijdrage bepaald als zou deze zijn verleend voor bron-, overdrachts- of gevelmaatregelen. § 1 .2 Welke mogelijkheden en beperkingen zijn er binnen het Verdrag van de Europese Unie en de Europese verordeningen gesteld aan het verstrekken van bijdragen aan bedrijven (staatssteun). Het verstrekken van een bijdrage op grond van de beleidsregel mag niet in strijd zijn met hogere rechtsregels. Hierbij is met name het Verdrag van de Europese Unie van belang. Op grond van Artikel 87
3
(voorheen artikel 92) van het Verdrag van de Europese Unie zijn steunmaatregelen van lidstaten die de concurrentieverhoudingen door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde producties vervalsen, onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt. Onder bepaalde omstandigheden zijn steunmaatregelen verenigbaar met de gemeenschappelijke markt of kunnen daarmee verenigbaar worden verklaard. Hiertoe dienen steunmaatregelen bij de Commissie te worden aangemeld. In de communautaire kaderregeling inzake staatssteun ten behoeve van het milieu van 10 maart 1994 zijn de uitgangspunten vastgesteld voor de beoordeling door de Europese Commissie van staatssteun ten behoeve van het milieu in het licht van Artikel 87 van het Verdrag van de Europese Unie. Deze criteria zijn: • de steun moet gericht zijn op de extra investeringskosten die noodzakelijk zijn voor het verwezenlijken van de milieudoeleinden; • indien investering in een bestaande installatie betekent, dat naast uitbreiding van de productiecapaciteit ook een milieuvriendelijke productiewijze wordt bevorderd, moeten de voor steun in aanmerking komende kosten evenredig zijn aan de oorspronkelijke capaciteit van de fabriek; • bij vervangingsinvesteringen waarbij tevens wordt voldaan aan nieuwe normen, mag steun verleend worden voor dat gedeelte van de investeringskosten dat de aanpassingskosten van de bestaande installaties niet overschrijdt; • de steun mag alleen worden verleend voor installaties die gedurende tenminste twee jaar voor het tijdstip waarop de betrokken normen of verplichtingen van kracht worden, in bedrijf zijn; • de geldende plafonds zijn inclusief bijdragen uit andere bronnen. § 1.3. Spelregels voor de aanvrager van een bijdrage en het bevoegd gezag 1.3.1 Om de bijdrage te kunnen uitbetalen, dienen gedeputeerde staten van de aanvrager bij de einddeclaratie een goedkeurende verklaring te ontvangen van een registeraccountant of een accountants-administratieconsulent met aantekening als bedoeld in artikel 36, derde lid, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten. Verder is een rapport van een akoestisch onderzoek nodig om aan te tonen dat aan de gestelde normen wordt voldaan. 1.3.2 Na vaststelling van deze beleidsregel nemen gedeputeerde staten per bedrijf op aanvraag een beschikking tot subsidieverlening. Daarbij wordt de hoogte van de bijdrage vermeld en de voorwaarden die aan de daadwerkelijke uitbetaling zijn verbonden. Naast de bij 1.3.1 genoemde voorwaarden zullen gedeputeerde staten verzoeken om: * de berekening van de kosten van de uitgevoerde maatregelen; * het tijdstip waarop de maatregelen zijn uitgevoerd. 1.3.3 Voor maatregelen die worden uitgevoerd buiten het bedrijventerrein geven gedeputeerde staten rechtstreeks opdracht tot uitvoering. De kosten die op grond van Artikel 125 van de Wet geluidhinder ten laste komen van het Rijk, zullen op basis van de Bestuursovereenkomst worden betaald uit het provinciale saneringsbudget. In overleg met het gemeentebestuur kan de opdracht ook door het gemeentebestuur worden verstrekt. In die gevallen wordt een bijdrage verleend aan het gemeentebestuur. 1.3.4 Een verzoek tot definitieve vaststelling van de bijdrage in de kosten dient uiterlijk drie maanden na uitvoering van de maatregelen te worden ingediend bij gedeputeerde staten en niet later dan 31 december 2005. Bij de definitieve vaststelling van de bijdrage zal worden uitgegaan van de werkelijk gemaakte kosten en de in de beschikking tot bijdrageverlening gehanteerde percentages. Wanneer het bedrijf en/of het gemeentebestuur wijzigingen ten opzichte van het in het saneringsprogramma opgenomen maatregelenpakket heeft gemeld en het provinciebestuur heeft deze geaccordeerd, kunnen deze eveneens in rekening worden gebracht. Het bedrag van de beschikking tot bijdrageverlening wordt echter als maximum gehanteerd. 1.3.5 Op de beschikkingen tot bijdrageverlening en tot definitieve vaststelling van een bijdrage is titel 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing. Gelet op artikel 4:12 Awb kan een speciale
4
voorbereiding achterwege worden gelaten. Binnen zes weken na verzending van de beschikking kunnen belanghebbenden een bezwaarschrift indienen bij gedeputeerde staten. Na behandeling in de commissie bezwaarschriften en (hernieuwd) besluit van het college van gedeputeerde staten staat beroep open bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. 1.3.6 Voor zover in deze beleidsregel niet anders is bepaald zijn de bepalingen van de Algemene Subsidieverordening Overijssel 1997 van overeenkomstige toepassing. 1.3.7 Deze beleidsregel vervalt per 31 december 2007 of zoveel eerder als de rapportage aan de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over de uitvoering sanering industrielawaai is goedgekeurd. 1.3.8 Van de zakelijke inhoud geven gedeputeerde staten kennis in het Provinciaal Blad. De beleidsregel treedt in werking één dag na de datum van de bekendmaking. § 1.4. De ondergrens van een saneringsbijdrage De kosten van accountantsrapport en akoestisch onderzoek bedragen al gauw een paar duizend euro. De materiële uitgaven voor saneringsmaatregelen moeten redelijkerwijs opwegen tegen deze extra kosten. Voor MKB geldt een maximum bijdrage van 25%; de grens waarbij een bijdrage nog opweegt tegen de te maken kosten ligt dan rond de € 4.500 (voorheen ƒ 10.000). Daarom is in deze beleidsregel als ondergrens opgenomen, dat geen bijdrage wordt verstrekt als deze lager is dan € 1.125. Voor de niet onder het MKB vallende bedrijven, die maximaal 15% kunnen krijgen, betekent dit dat de grens ligt bij € 7.500 (voorheen ƒ 16.667).
5
BIJLAGE 1 Samenvattend overzicht van bijdragepercentages TYPE VERGOEDING Bijdrage voor bronmaatregelen (inclusief bedrijfsverplaatsing) Vergoeding overdrachtsmaatregelen Vergoeding gevelmaatregelen Bijdrage onttrekking woonbestemming
MAXIMALE BIJDRAGE 15 % van de bruto investeringskosten voor grote bedrijven; 25 % voor MKB 100 % 100 % 100 %
6
BIJLAGE 2
BEGRIPPENLIJST
Saneringsprogramma Een door het college van Gedeputeerde Staten opgesteld programma van maatregelen ex art. 71 en 72 van de Wet geluidhinder dat erop is gericht de geluidsbelasting bij woningen vanwege een bedrijventerrein, terug te brengen tot een in deze artikelen aangegeven niveau. Maximale bronkosten De max imale kosten van de op een bedrijventerrein te treffen bronmaatregelen door bedrijven, te berekenen door het aantal gewogen saneringswoningen te vermenigvuldigen met een bedrag van € 7.940 (voorheen ƒ 17.500). Aantal gewogen saneringswoningen Som van het aantal woningen met een geluidsbelasting > 55 dB(A), waarbij woningen in de klasse 56-60 dB(A) eenmaal, in de klasse 61-65 dB(A) driemaal en in de klasse > 65 dB(A) negenmaal worden geteld. Midden - en kleinbedrijf (MKB) Zoals omschreven in de communautaire kaderregeling inzake overheidssteun voor het midden- en kleinbedrijf. Een onderneming behoort tot het MKB indien deze: • ten hoogste 250 werknemers heeft; • ofwel een jaaromzet heeft van niet meer dan € 20 miljoen, ofwel een balanstotaal van niet meer dan € 10 miljoen; • waarvan niet meer dan 25% van het kapitaal in het bezit is van een of meerdere ondernemingen die niet aan deze definitie voldoen, met uitzondering van publieke investeringsmaatschappijen, participatiemaatschappijen of mits geen controle wordt uitgeoefend institutionele beleggers. Om tot het MKB te behoren moet een bedrijf voldoen aan alle drie criteria. Bronmaatregelen Geluidmaatregelen op het bedrijventerrein; dit kunnen ook afschermende voorzieningen zijn of verplaatsing van geluidsbronnen naar een ander bedrijventerrein. Overdrachtsmaatregelen Afschermende voorzieningen (schermen, wallen) buiten het bedrijventerrein. Gevelmaatregelen Geluidwerende voorzieningen aan de gevel (inclusief dak) van een woning of een andere geluidsgevoelige bestemming, met het doel de geluidsbelasting in de geluidsgevoelige ruimten te beperken, en/of het onttrekken aan de bestemming van woning. Saneringsbijdrage Financiële bijdrage aan een bedrijf in de kosten van bronmaatregelen.
7