Leertaak onderwijskunde Praktijkonderzoek deel B onderzoeksverslag Wat vind ik een goede docent? In periode 2 heb je een onderzoeksplan geschreven voor een praktijkonderzoek tijdens je stage. Je hebt inmiddels duidelijk welke onderzoeksvraag je gaat onderzoeken en hoe je gebruik gaat maken van de dataverzamelingsmethoden observeren en interviewen. In periode 3 ga je het onderzoek uitvoeren. Nadat je de data hebt verzameld, zul je moeten analyseren wat deze data betekenen om vervolgens een conclusie te kunnen trekken. Je werkt in deze periode niet in dit document. In deze opdrachtbeschrijving vind je verschillende opdrachten die je allemaal dient te maken voor deze leertaak. Het onderzoeksplan voldoet aan:
Een voorblad met de volgende gegevens -
naam, studentnummer en e-mailadres student studierichting vt + opleiding naam en e-mailadres studieloopbaanbegeleider naam van de school naam en e-mailadres van docent onderwijskunde Han-ILS naam en e-mailadres van docenten opleidingsschool (niet van toepassing wanneer je les krijgt op de Han) titel van het onderzoek datum
Ontvankelijkheidseisen De ontvankelijkheidseisen worden voorafgaande aan de beoordeling gecontroleerd. Voldoe je niet aan de ontvankelijkheidseisen, dan kan de beoordeling worden gestaakt. • Inhoudsopgave + paginanummering • Het verslag mag maximaal 10 pagina’s bevatten (exclusief bronnenlijst en bijlagen) • APA-richtlijnen: Bij correcte bronvermeldingen wordt de internationale standaard volgens APA-richtlijnen gehanteerd en hiervoor kan de site van de HAN 1 als ondersteuning dienen. • Taal op Hbo-niveau • Ethiek: Als onderzoeker heb je een vertrouwenspositie. Om te voorkomen dat je belangen schaadt, zul je je aan duidelijke regels moeten houden. Op pagina 70 van het boek praktijkonderzoek in de school, vind je meer informatie over de ethische aspecten van het doen van onderzoek (Donk & Lanen, 2012). • De onderzoeksresultaten zijn gepresenteerd in de les. • De beschreven bijlagen zijn toegevoegd.
1
http://specials.han.nl/themasites/studiecentra/verwerken-en-delen/bronnen-vermelden/
1
1. Verzamelen Je start het uitvoeren van het daadwerkelijk onderzoek met de kernactiviteit ‘verzamelen’. Deze kernactiviteit houdt in dat je instrumenten gebruikt waarmee je data in de onderwijspraktijk kunt verzamelen. Je verzamelt de data die je nodig hebt om je onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden. Voor meer informatie kun je hoofdstuk 6 lezen uit het boek praktijkonderzoek in de school (Donk & Lanen, 2012).
1.1. Laatste check! In je onderzoeksplan heb je al nagedacht over de uitvoer van je praktijkonderzoek. Je hebt een tijdsplanning beschreven en in kaart gebracht welke organisatorische aspecten komen kijken bij de uitvoer. Controleer of alle voorbereidingen zijn voltooid aan de hand van onderstaande checklist. Alle betrokkenen zijn geïnformeerd (te denken valt aan je werkplekbegeleider en de betrokken docenten). Het interview is goed voorbereid. De interview leidraad heb je op papier bij je, je hebt nagedacht over de wijze van uitvoer en de betrokkenen zijn geïnformeerd. Het observatieformulier is goed voorbereid. Je hebt de formulieren op papier bij je, je hebt nagedacht over de wijze van uitvoer en de betrokkenen zijn geïnformeerd. Je bent er nu klaar voor om je data te gaan verzamelen voor je praktijkonderzoek.
2. Analyseren en concluderen Deze kernactiviteit is gericht op het analyseren van de verzamelde data. Op basis van deze analyseresultaten formuleer je concrete antwoorden op je onderzoeksvraag in de vorm van conclusies. Voor meer informatie kun je hoofdstuk 7 lezen uit het boek praktijkonderzoek in de school (Donk & Lanen, 2012). Van verzamelde data naar analyseresultaten naar conclusie Voordat je een conclusie kunt schrijven, zul je eerst de verkregen data moeten analyseren. De data-analyse is erop gericht om de data te ordenen, samen te voegen en te verkleinen. Het belangrijkste deel dat je over moet houden, is de informatie die je nodig hebt om tot een antwoord op je onderzoeksvraag te komen. De conclusie schrijf je aan de hand van de analyse van de data. Bij het analyseren is het dus van groot belang dat je onderzoeksvraag voortdurend in beeld is. Zodat je ook daadwerkelijk de juiste keuze kunt maken bij het reduceren van de data.
2.1.
Opdracht: analyseren van de observaties
Afhankelijk van de onderzoeksvraag heb je verschillende mogelijkheden voor het analyseren van de data. Werkwijze 1. 2.
Werk de observaties netjes uit op de computer. Dit zijn je ruwe data die je opneemt in de bijlage van het onderzoeksverslag. Maak een analyseschema met een aantal kolommen en rijen waarin je de observaties van de verschillende lessen kunt samenvoegen. Onderstaand schema is een voorbeeld hiervan.
2
3. 4.
Voeg een kolom toe waarin je de belangrijkste bevindingen kunt noteren. Bekijk de resultaten per item. Probeer te interpreteren wat de gegevens betekenen en noteer deze in de laatste kolom.
Gedraging Gedraging
2.2.
Start van de les …. minuut
Midden van de les …. minuut
Eind van de les …. minuut
Bevindingen
Les 1: Les 2: Etc.
Les 1: Les 2: Etc.
Les 1: Les 2: Etc.
Totale bevindingen
Opdracht: analyseren van de interviews
Je kunt op verschillende manieren een interview analyseren. Horizontaal vergelijken is een geschikte methode om snel een beeld te krijgen van de manier waarop verschillende personen een open vraag beantwoord hebben. De bedoeling van deze analyse techniek is dat je alle antwoorden op de open vraag naast elkaar zet en dat je vervolgens snel zicht hebt op de verschillen en overeenkomsten. Voor het horizontaal vergelijken van het interview hanteren we het stappenplan uit het boek ‘Praktijkonderzoek in de school’ (Donk & Lanen, 2012) , uitgewerkt op pagina 251. Werkwijze 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Werk het interview netjes uit op de computer. Probeer zo letterlijk mogelijk de antwoorden te noteren. Maak een analyseschema met een aantal kolommen en rijen. Hanteer onderstaand schema. Schrijf in de eerste kolom de vraag waarvan je de antwoorden met elkaar wilt vergelijken. Geef tevens aan waarom je deze vraag hebt gesteld. Maak per respondent een kolom aan waar je zijn of haar antwoorden kunt weergeven. De laatste kolom is bedoeld voor je belangrijkste bevindingen. Lees de antwoorden per vraag door en onderstreep of markeer de delen die van belang zijn voor de beantwoording van je onderzoeksvraag. Probeer op basis van wat je gelezen en onderstreept hebt een aantal algemene bevindingen te formuleren. Je kunt hier zowel ingaan op overeenkomsten als op verschillen.
(deel) vraag 1 Waarom: Vraag: Waarom:
2.3.
Antwoord leerling 1
Antwoord leerling 2
Antwoord docent 1
Antwoord docent 2
Bevindingen
Opdracht: Van analyse resultaten naar de conclusie.
Nu je alle analyse resultaten hebt verzameld, kun je overgaan tot het trekken van conclusies. Dit is een systematisch proces waarbij je kort en bondig antwoorden formuleert op je onderzoeksvraag en eventuele deelvragen. Je conclusies moeten voortkomen uit de verzamelde data. Voor het schrijven van de conclusie hanteren we het stappenplan uit het boek ‘Praktijkonderzoek in de school’ (Donk & Lanen, 2012) , uitgewerkt op pagina 255.
3
Werkwijze: 1. 2.
3.
4. 5.
Bekijk de analyse op je resultaten. Vat de resultaten samen, met de onderzoeksvraag in je achterhoofd, in de vorm van korte uitspraken. Op pagina 255 van het boek ‘Praktijkonderzoek in de school’ (Donk & Lanen, 2012) vind je een uitgewerkt voorbeeld. Selecteer de uitspraken uit de vorige stap die het meest relevant zijn voor de onderzoeksvraag en de deelvragen. Orden per deelvraag en vergelijk vervolgens de uitspraken bij de verschillende deelvragen met elkaar. Wat valt er op? Wat is overeenkomstig? Wat verschilt er van elkaar? Maak de zinnen duidelijk leesbaar en relateer ze aan de context van je onderzoek en de literatuur die je hebt bestudeerd. Laat iemand anders je conclusies nalezen en de analyseresultaten bekijken om na te gaan of de getrokken conclusies juist zijn.
3. Rapporteren en presenteren Het laatste deel van je onderzoek betreft de kernactiviteit rapporteren en presenteren. Deze kernactiviteit is opgenomen aan het eind van de onderzoekscyclus, maar in feite ben je er al gedurende je hele onderzoek mee bezig. Het is belangrijk om je onderzoeksbevindingen en het verloop van het onderzoeksproces vast te leggen. Voor meer informatie kun je hoofdstuk 9 lezen uit het boek ‘Praktijkonderzoek in de school’ (Donk & Lanen, 2012).
3.1.Opdracht presenteren van uitkomsten praktijkonderzoek Het doel van het doen van praktijkonderzoek is het verbeteren van de praktijk. Daarom is het van belang om de uitkomsten van jouw praktijkonderzoek te delen met studiegenoten. In de les zal hier tijd voor worden ingeruimd. Je docent(en) bepaalt de vorm van presenteren. Bepaal voor jezelf de belangrijkste uitkomsten, zodat de toehoorders de kern goed zullen onthouden. De aansturing van deze opdracht zal verder in de les plaatsvinden.
Onderzoeksverslag Voor het schrijven van je onderzoeksverslag maak je gebruik van de informatie uit je onderzoeksplan. Dit vul je aan met de informatie die je hebt verzameld tijdens de kernactiviteiten verzamelen, analyseren en concluderen. Op pagina 307 van het boek praktijkonderzoek in de school (Donk & Lanen, 2012) vind je tips voor het schrijven van het onderzoeksverslag.
3.2.Opdracht: schrijven inleiding De inleiding bestaat uit een samenvatting van je onderzoeksplan en een korte beschrijving van je onderzoeksresultaten. Je vat het praktijkonderzoek kernachtig samen, waarbij je kort en bondig aangeeft wat de onderzoeksvraag, het onderzoeksdoel en de onderzoekscontext was. Vervolgens geef je de conclusie weer en beschrijf je op welke wijze je tot deze conclusie bent gekomen.
4
3.3.Opdracht: schrijven paragraaf resultaten Je presenteert de belangrijkste analyseresultaten zonder conclusies te trekken. Neem hiervoor de geanalyseerde observatietabellen op met een beschrijving van de betekenis van de data. Ook schrijf je de belangrijkste bevindingen op m.b.t. het interview.
3.4.Opdracht: schrijven paragraaf conclusie Je beantwoordt je onderzoeksvraag en eventuele deelvragen. Zorg ervoor dat de conclusies zijn te herleiden uit de analyseresultaten en dat je zichtbaar de literatuur kunt koppelen aan de bevindingen. Beschrijf vervolgens ook in hoeverre het praktijkonderzoek heeft bijgedragen aan het beantwoorden van je allereerste praktijkvraag.
3.5.
Opdracht: schrijven paragraaf reflectie
Je schrijft een reflectie over het verloop van het traject in relatie tot het eigen handelen.
3.6.Opdracht: Bronnenlijst Zorg voor een volledige bronnenlijst. De wijze waarop verwezen wordt naar bronnen (in tekst en literatuurlijst) is volgens APA-richtlijnen.
3.7.Opdracht: bijlagen Je voegt de volgende drie bijlagen toe aan je onderzoeksverslag. 1. 2. 3.
Beoordelingsformulier van het onderzoeksplan. Volledige uitwerkingen van de ruwe gegevens van de observaties. Volledige uitwerkingen van de interviews (transcriptie).
5
Beoordelingsformulier Praktijkonderzoek deel B: Onderzoeksverslag Naam student: Beoordelaar: Datum: De ontvankelijkheidseisen worden voorafgaande aan de beoordeling gecontroleerd. Voldoe je niet aan de ontvankelijkheidseisen, dan kan de beoordeling worden gestaakt Ontvankelijkheidseisen
Voldaan
Niet voldaan
Het verslag bevat maximaal 10 pagina’s (exclusief bronnenlijst en bijlagen) Het verslag is voorzien van een inhoudsopgave en paginanummering. De bronnen zijn volgens APA richtlijnen verwezen en er is een literatuurlijst toegevoegd. Het verslag is in helder en correct Nederlands geschreven (Hbo-niveau). De student schrijft zijn bevindingen waardevrij op (ethische regels). De onderzoeksresultaten zijn gepresenteerd in de les. De volgende 3 bijlagen zijn toegevoegd: 1. Beoordelingsformulier van het onderzoeksplan. 2. Uitwerkingen van de ruwe gegevens van de observaties. 3. Uitwerkingen van de interviews Cijferberekening: Bij alle beoordelingen “V” is het cijfer een 5.5. Per “+”cijfer met 0,64 verhoogd & Per “-“ cijfer met 0,64 verlaagd. Maximaal twee onderdelen mogen met een – beoordeeld worden. Gemiddeld cijfer is 5,5 of hoger. Opdrachten 3.1 Inleiding
3.2 Onderzoeksresultaten observatie
-
V
+
Kijkkader: - wanneer het criterium er niet in zit of onvoldoende kwaliteit heeft V: De inleiding geeft de onderzoekscontext, -vraag en het onderzoeksdoel weer en beschrijft welke opbrengsten het onderzoek heeft opgeleverd. +: De inleiding geeft kort en bondig de onderzoekscontext, -vraag en het onderzoeksdoel weer en beschrijft welke opbrengsten het onderzoek heeft opgeleverd. Er wordt een link gelegd met de literatuur. V: De resultaten van de observaties worden overzichtelijk weergegeven en beschreven. +: De resultaten van de observaties worden overzichtelijk weergegeven en beschreven en hieruit blijkt dat de student de resultaten heeft geanalyseerd.
6
V: De resultaten van het interview worden overzichtelijk weergegeven en beschreven. +: De resultaten van het interview worden overzichtelijk weergegeven en beschreven en hieruit blijkt dat de student de resultaten heeft geanalyseerd. V: De conclusie komt voort uit de resultaten en geven een antwoord op de onderzoeksvraag. +: De conclusie komt voort uit de resultaten en geven een antwoord op de onderzoeksvraag. Er wordt een koppeling naar de literatuur gemaakt. V: Uit de reflectie blijkt wat de student van het doen van onderzoek heeft geleerd. De rol van de student tijdens het onderzoek is geanalyseerd en leerpunten voor vervolgonderzoek zijn geformuleerd. +: Uit de reflectie blijkt wat de student van het doen van onderzoek heeft geleerd. De rol van de student tijdens het onderzoek is geanalyseerd waarbij aandacht is voor de leerpunten op het gebied van dataverzameling en data-analyse. Leerpunten voor vervolgonderzoek zijn geformuleerd. V:De student heeft het onderzoek zelfstandig uitgevoerd en in voldoende mate eigen initiatief en een onderzoekende houding getoond in planning, opzet, uitvoering en reflectie van het onderzoek. +:De student heeft het onderzoek zelfstandig uitgevoerd en in voldoende mate eigen initiatief en een onderzoekende houding getoond in planning, opzet, uitvoering en reflectie van het onderzoek. Feedback van de begeleider(s) is naar beste vermogen toegepast.
3.3 Onderzoeksresultaten interview
3.4 Conclusie
3.5 Reflectie
Onderzoekende houding
(Poster)presentatie
V: De student heeft een posterpresentatie gemaakt waarin de onderzoeksresultaten zichtbaar zijn. +: De student heeft op originele en overzichtelijke wijze een posterpresentatie gemaakt waarin de onderzoeksresultaten zichtbaar zijn en zijn eigen leeropbrengst duidelijk wordt..
Overige Feedback
Cijfer
Paraaf docent 7
Praktijkonderzoek deel B: onderzoeksverslag ‘Wat vind ik een goede docent?’ Gekoppeld aan OWE en/of beroepstaak
Oriëntatie op lesgeven
Gekoppeld aan de volgende competenties
1.interpersoonlijk, 2.pedagogisch, 4.organisatorisch, 7.competent in reflectie en ontwikkeling
Niveau
Niveau 1: Propedeuse
Ontwerper/ontwerpgroep / sectie/school
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
Leerlijn onderzoeksvaardigheden
Basisbeginselen praktijkonderzoek
Geschikt voor de volgende vakken:
Alle vakken van de tweedegraads lerarenopleiding
Studiebelastingsuren
40 sbu’s
Relevantie/ kader
Met deze leertaak leer je hoe je door middel van praktijkonderzoek vragen over onderwijssituaties op een systematische wijze kunt beantwoorden. Je leert gebruik te maken van twee veel voorkomende dataverzamelingsmethoden: observeren en interviewen. Deze leertaak met de bijbehorende bijeenkomsten is onderdeel van een doorlopende leerlijn die in het laatste opleidingsjaar eindigt met een afstudeeronderzoek. Centraal in dit praktijkonderzoek staat de vraag; Wat vind ik een goede docent?
Omschrijving/ instructie
In periode 2 en 3 ga je voor het vak onderwijskunde een praktijkonderzoek uitvoeren. Dit praktijkonderzoek is verdeeld over 2 leertaken. Deel A (leertaak 1 aan het eind van periode 2) staat in het teken van het schrijven van een onderzoeksplan. Hiervoor krijg je verschillende methodieken aangeleerd. In periode 3 ga je dit onderzoeksplan uitvoeren. Het uiteindelijk onderzoeksverslag is deel B van deze leertaak (leertaak 2 aan het eind van periode 3).
Sectie onderwijskunde van het instituut voor Leraar en School
Voor een gedetailleerde omschrijving kun je de uitwerking van de leertaak bekijken in bijlage 1 van de studiewijzer. Resultaatverwachting
Een verslag met de uitwerking van de deelopdrachten onderzoek. Zie leertaak beschrijving.
Beoordeling
De leertaak maakt onderdeel uit van het deeltentamen “Dossier onderwijskunde 1b”. De leertaak moet met minimaal een 5,5 beoordeeld worden. Voor de beoordeling van de leertaak zie het beoordelingsformulier. Inleveren: Eind periode 3. Omdat er wordt gewerkt met verschillende opleidingsscholen kunnen de inleverdata verschillen.
Literatuur
Donk, C. van der, Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. ISBN: 9789046903001
8