De doses-effect relatie tussen de kruiden gember, knoflook en kurkuma en het terugdringen van specifieke ontstekingsaandoeningen bij volwassenen en de vergelijking met de praktijkervaring van Nederlandse natuurdiëtisten Een literatuur- en praktijkonderzoek
Maaike R. Soetermans Bacheloropleiding Voeding & Diëtetiek 2013223, juni 2013
“De doses-effect relatie tussen de kruiden gember, knoflook en kurkuma en het terugdringen van specifieke ontstekingsaandoeningen* bij volwassenen en de vergelijking met de praktijkervaring van Nederlandse natuurdiëtisten” *Osteoartritis, coronaire hartziekten, atherosclerose, orale lichen planus, hartinfarct en ontstekingsreactie na coronaire bypass operatie en ontstekingsreacties bij darmkanker
Auteur Maaike Renée Soetermans Jan den Haenstraat 32-3 1055 WG Amsterdam
Opdrachtgever Gottswaal VOF Tureluur 8 1722 HG Zuid-Scharwoude Praktijkbegeleider: Marijke de Waal Malefijt
Opleidingsinstituut Hogeschool van Amsterdam Domein Bewegen Sport en Voeding Opleiding Voeding en Diëtetiek Dokter Meurerlaan 8 1067 SM Amsterdam 2e beoordelaar Amely Verreijen
Docentbegeleider Viyan Rashid
Nummer afstudeerproject 2013223
1
Voorwoord In deze scriptie is het literatuur- en praktijkonderzoek naar de doses-effect relatie tussen gember, knoflook en kurkuma bij een aantal specifieke ontstekingsaandoeningen beschreven. Dit onderzoek is uitgevoerd ter afsluiting van de bachelor opleiding Voeding & Diëtetiek aan de Hogeschool van Amsterdam, in de periode van februari tot en met juni 2013. Marijke de Waal Malefijt van Gottswaal VOF is de opdrachtgeefster geweest voor dit onderzoek. Dit onderwerp komt voort uit persoonlijke interesse en nieuwsgierigheid. Na jarenlange ervaring met acné en het gebruik van antibiotica hiertegen, heb ik een interesse ontwikkeld voor ontstekingen. Na het afronden van de opleiding Voeding & Diëtetiek, heb ik de ambitie om mijn carrière als natuurdiëtist verder te ontwikkelen. Altijd heeft natuurvoeding mijn interesse gehad, tezamen met kruidengeneeskunde. Er is weinig bekend over de gekozen opdracht. Het zit een beetje in een grijs gebied; is hier wel of geen ‘echte’ wetenschap over bekend? Grijze gebieden zijn interessant; er zitten velen kanten aan. Het is maar met welke visie men ernaar kijkt. Ik wil Marijke de Waal Malefijt van harte bedanken voor het mogelijk maken van deze opdracht, haar enthousiasme, geduld en het meegeven van haar kennis. Ze stimuleert me om het beste uit mezelf te halen, bij het bewandelen van mijn pad. Viyan Rashid wil ik bedanken voor alle (leuke!) gesprekken met feedback, begrip en motivatie. Ik bewonder haar als frisse docent op de opleiding. Collega en vriendin Ellen Pijper wil ik bedanken als rotsvaste steun en toeverlaat. Dank gaat ook uit naar mijn ouders, die mij gestimuleerd hebben om nieuwsgierig te zijn naar het onbekende en met open vizier de wereld in te kijken. Deze periode is voor mij een interessante, maar ook moeizame tijd geweest, waarin ik ontzettend veel heb geleerd. Amsterdam, 2013 Maaike Soetermans
2
Samenvatting Doel van het onderzoek Het doel van het onderzoek was om de literatuur met betrekking tot een doses-effect relatie en praktijkervaring van natuurdiëtisten met de toepassing van de kruiden gember, knoflook en kurkuma te vergelijken, om een concreet advies uit te brengen bij welke doses en frequentie de kruiden effectief zijn bij een aantal specifieke ontstekingsaandoeningen. Dit advies geldt voor natuurdiëtisten, om indien nodig de advisering te kunnen optimaliseren met onderbouwing vanuit de literatuur. Het advies geldt ook voor andere specialisten zoals artsen en natuurartsen, zodat een onderbouwde brug geslagen kan worden tussen complementaire en reguliere zorg. Methode Een literatuur- en praktijkonderzoek. Met het literatuuronderzoek is onderzocht op welke biomarker getest wordt, wat de werkzame stof is, welke vorm, doses en frequentie gebruikt wordt voor de preparaten, na welk termijn een positief effect bereikt wordt en of er bijwerkingen optreden na gebruik van de preparaten. Deze gegevens hebben geleidt tot vormen van het uitgebrachte advies. Er is uitsluitend gebruik gemaakt van humane studies tijdens dit onderzoek, voornamelijk van de database PubMed. Het praktijkonderzoek onder Nederlandse natuurdiëtisten middels een enquête diende om de gegevens uit de literatuur te vergelijken in de praktijk. Resultaten De verschillende biomarkers in de literatuur waarop is getest, gaven niet altijd een significante verlaging van ontsteking aan. Wel is er zijn er in alle studies, op één na, positieve effecten gevonden op het verlagen van ontsteking gerelateerde symptomen als pijn en zwelling. Daarnaast namen ook andere symptomen en klachten bij de aandoeningen af. Vanuit de praktijk zijn overeenkomsten en verschillen gevonden met de literatuur. 50% van de natuurdiëtisten gebruikt de kruiden, maar in andere doses dan in de literatuur en ziet op andere termijnen resultaat. Conclusie en aanbevelingen De literatuur geeft aan dat er een positieve relatie bestaat tussen gember, knoflook en kurkuma en ontsteking gerelateerde aandoeningen. Niet in alle humane studies is een significante verlaging gevonden van de onderzochte biomarkers, maar alle studies op één na concluderen een positief effect op het verminderen van symptomen bij een de specifieke ontstekingsaandoeningen. Een eenduidig advies uitbrengen over een positief doses-effect relatie bij het suppleren van gember, knoflook en kurkuma is gedeeltelijk mogelijk omdat de gegevens uit de literatuur en praktijk variëren in gebruik van doses en na welk termijn een positief effect behaald wordt. Er worden wel verscheidene suggesties aan dosering uitgebracht. Het advies aan (natuur)diëtisten, (natuur)artsen is de kruiden gember, knoflook en kurkuma in te zetten bij ontstekingsaandoeningen, gezien de resultaten. De kruiden zijn een effectief, veilig en goedkoop alternatief voor conventionele medicijnen. Trefwoorden: Gember, Knoflook, Kurkuma, Ontsteking, Complementaire geneeskunde
3
Inhoud Voorwoord................................................................................................................................... 2 Samenvatting ............................................................................................................................... 3 1. Inleiding ................................................................................................................................... 5 2. Methoden ................................................................................................................................ 8 2.1 Literatuurstudie ............................................................................................................................. 8 2.1.1 Gebruikte literatuur databases .............................................................................................. 8 2.1.2 Gebruikte zoektermen en –methoden ................................................................................... 8 2.2 Enquête ......................................................................................................................................... 9 2.2.1 In- en exclusiecriteria enquête natuurdiëtisten ................................................................... 10 3. Resultaten .............................................................................................................................. 11 3.1 Onderzoeksresultaten literatuurstudie ....................................................................................... 11 3.1.1 Onderzoeksresultaten Gember ............................................................................................ 11 3.1.2 Onderzoeksresultaten Knoflook ........................................................................................... 13 3.1.3 Onderzoeksresultaten Kurkuma........................................................................................... 14 3.2 Onderzoeksresultaten enquête................................................................................................... 20 4. Discussie ................................................................................................................................ 23 4.1 Discussiepunten literatuuronderzoek ......................................................................................... 23 4.2 Discussiepunten praktijkonderzoek ............................................................................................ 25 4.3 Sterktes en zwaktes van dit onderzoek ....................................................................................... 26 5. Conclusie ................................................................................................................................ 28 6. Literatuurlijst.......................................................................................................................... 29 Bijlagen ...................................................................................................................................... 31 Bijlage I: Resultaten zoektermen PubMed ........................................................................................ 31 Bijlage II: Enquête natuurdiëtisten.................................................................................................... 32 Bijlage III: Resultaten enquête natuurdiëtisten ................................................................................ 34
4
1. Inleiding In de keuken bij de bereiding van onze voeding, worden kruiden en specerijen gebruikt om het eten meer op smaak te brengen. Vanaf oudsher is bekend dat kruiden geneeskrachtige eigenschappen hebben die klachten kunnen doen verminderen. Het positieve effect van kruiden kan verkregen worden door ze vers toe te voegen aan de voeding, of door ze apart te gebruiken in gedroogde vorm als suppletie. Natuurdiëtisten adviseren geregeld, naast de dieetbehandeling, kruiden om een bepaalde klacht te doen verminderen of, indien mogelijk, weg te nemen. Vanuit het oogpunt van complementaire geneeskunde bestaat de opvatting dat (laaggradige) ontstekingen de basis vormen van vele ziekten. Om ontstekingen terug te dringen adviseren natuurdiëtisten verscheidene kruiden. Het is interessant om weer te geven wat er bekend is uit de literatuur over de meest onderzochte keukenkruiden gember, knoflook en kurkuma in relatie tot ontstekingen. Hierbij rees de vraag of, en zo ja, hoe natuurdiëtisten deze kruiden inzetten om ontstekingen te behandelen. Uit de literatuur blijkt gember het meest onderzocht naar het effect op ontstekingen aan de gewrichten, zoals osteoartritis artritis en reuma. Al meer dan 2000 jaar wordt gember ingezet in Ayurvedische en Chinese geneeskunde bij pijn, ontsteking en artritis.(1,2,3,4,5) In het Westen is wetenschappelijke onderbouwing hiervoor nog spaarzaam.(3) De literatuur laat zien dat gember anti-inflammatoire potenties heeft (1,2,3,5) dit effect wordt toegeschreven aan de remming van cyclooxygenase (COX).(5,6) COX is een enzym dat zorgt voor de vorming van prostaglandines en bijdraagt aan het inflammatoire proces, zowel acute als laaggradige ontstekingen.(7) Gember zou de flexibiliteit van de gewrichten kunnen verbeteren, en zorgen voor minder zwelling en pijn.(2,4,5) Het inzetten van gember blijkt even effectief te zijn als diclofenac, maar dan zonder nadelige bijeffecten op het maagmucosa. Dit blijkt in een studie gedaan onder 43 personen met knie- of heuposteoartritis. 21 personen kregen dagelijks voor 4 weken lang een combinatie van gember en glucosamine. De effecten op gastro-intestinale pijn en dyspepsie werden vergeleken met een groep van 22 personen, zij kregen dagelijks voor 4 weken diclofenac in combinatie met glucosamine.(8) Uit een dierstudie blijkt dat preventief inzetten van gember een positief effect heeft op gewrichtsontsteking en degeneratie. In deze studie is gekeken naar het verschil tussen hele gember en enkel de werkzame stof gingerol.(3) Knoflook is het meest onderzocht in relatie tot atherosclerose. In het Oosten wordt gefermenteerde knoflook (aged black garlic) al lange tijd ingezet vanwege zijn ontstekingsremmende eigenschappen.(9) De literatuur toont aan dat ontsteking een belangrijke rol speelt in de ontwikkeling van atherosclerose,(10,11) en dat de ontstekingsremmende effecten van knoflook hierop ook van toepassing zijn.(11,12,13) Aanhoudende ontsteking van de vaatwand draagt mogelijk bij aan de ontwikkeling van endotheel dysfunctie(10), gefermenteerde knoflook extract verbetert een verzwakte endotheel functie.(11,12) De zwavelverbinding in knoflook remmen onder andere de productie van prostaglandines, pro-inflammatoire interleukines en cyclooxygenase-2.(14) Knoflook extract remt significant de aanhechting van monocyten aan interleukine-1alphagestimuleerde endotheelcellen(10) en remt daarbij NF-kB activatie in vasculaire endotheelcellen.(9,13) NF-kB controleert responses van het immuunsysteem en de activatie en regulatie van moleculen geassocieerd met ontsteking.(15) Oxidatieve biomarkers, vasculaire functie en een verminderde 5
vordering van atherosclerose zijn geassocieerd met gefermenteerde knoflook, zo blijkt uit een studie gedaan onder 65 personen met een gemiddeld risico op atherosclerose. Proefpersonen kregen dagelijks voor 1 jaar een placebo of een capsule met gefermenteerde knoflook aangevuld met suppletie van B12, foliumzuur, B6 en l-arginine. Na een jaar zijn de 2 groepen met elkaar vergeleken.(16) Kurkuma is het meest onderzocht van de drie gekozen kruiden en het onderzoek spectrum bij het kruid is erg breed. In Ayurvedische en Chinese geneeskunde wordt kurkuma al duizenden jaren medicinaal ingezet bij de preventie en behandeling van, onder andere, ontsteking.(17,18,19,20) De potentiele therapeutische toepassingen van kurkuma zijn onderzocht bij kanker, anti-aging, endocriene-, immunologische-, gastro-intestinale- en hartziekten. Ook wordt er steeds meer data verzameld over de relatie tussen kurkuma en beroertes, Alzheimer, Parkinson, stress, stemmingsstoornissen en depressie.(19) Bovenstaande literatuur heeft geleid tot de hoofdvraag: Toont de literatuur een doses-effect relatie tussen de kruiden gember*, knoflook** en kurkuma*** en het terugdringen van specifieke ontstekingsaandoeningen bij volwassenen en verschilt dit in vergelijking met de praktijkervaring van Nederlandse natuurdiëtisten? * Osteoartritis **Coronaire hartziekten, atherosclerose *** Orale lichen planus, osteoartritis, hartinfarct en ontstekingsreactie na coronaire bypass operatie en ontstekingsreacties bij darmkanker
Om antwoord te kunnen geven op de hoofdvraag, moet er eerst een antwoord gegeven worden op de volgende deelvragen. Literatuur / Enquête 1. Met welke biomarker wordt een ontsteking vastgesteld in de literatuur? 2. Wat is de werkzame stof in het betreffende kruid? 3. In welke vorm geven preparaten van de drie kruiden het beste resultaat bij de specifieke ontstekingsaandoeningen? (Vers uit de voeding, capsules (vol kruid, gestandaardiseerd), tinctuur) 4. Hoeveel is er (per dag) nodig van het betreffende kruid om effectief te zijn bij de specifieke ontstekingsaandoeningen? 5. Hoe vaak zou het kruid ingenomen moeten worden om effectief te zijn bij de specifieke ontstekingsaandoeningen? 6. Na welk termijn wordt een positief resultaat behaald op de specifieke ontstekingsaandoeningen bij het inzetten van de kruiden? 7. Treden er bijwerkingen op tijdens gebruik van de kruiden? (Overgevoeligheid, belasting) 8. Hoe diagnosticeert een natuurdiëtist een ontsteking?
6
9. Gebruiken Nederlandse natuurdiëtisten gember, knoflook en kurkuma om de specifieke ontstekingsaandoeningen te behandelen? 10. In welke vorm suppleren natuurdiëtisten preparaten van de drie kruiden? (Vers uit de voeding, capsules (vol kruid, gestandaardiseerd), tinctuur) 11. Gebruiken natuur diëtisten dezelfde doses suppletie als in de literatuur? 12. Zien natuurdiëtisten na hetzelfde termijn resultaat als in de literatuur?
Het doel van het onderzoek is om de literatuur met betrekking tot een doses-effect relatie en praktijkervaring van natuurdiëtisten met de toepassing van de kruiden naast elkaar te leggen en deze te vergelijken, om hierna een concreet advies uit te brengen bij welke doses en frequentie de drie kruiden effectief zijn bij de specifieke ontstekingsaandoeningen. Dit advies geldt voor natuurdiëtisten, om indien nodig de advisering te kunnen optimaliseren met onderbouwing vanuit de literatuur. Het advies geldt ook voor andere specialisten zoals artsen en natuurartsen, zodat een onderbouwde brug geslagen kan worden tussen complementaire en reguliere zorg. In het volgende hoofdstuk wordt de methode van dit literatuur- en praktijkonderzoek beschreven. Hoofdstuk 3 bespreekt de belangrijkste resultaten uit het literatuur- en praktijkonderzoek. In hoofdstuk 4 wordt de discussie behandeld waarbij antwoord wordt gegeven op de deelvragen en hoofdvraag en de sterktes en zwaktes van het onderzoek worden besproken. In hoofdstuk 5 wordt er een algehele conclusie getrokken. Tot slot toont hoofdstuk 6 de referenties.
7
2. Methoden Onderzoeksopzet In dit hoofdstuk wordt vermeld welke methoden zijn ingezet om tot de beantwoording van de hoofdvraag te komen. De methoden die zijn gebruikt: Literatuurstudie Om deelvragen 1 tot en met 7 te beantwoorden. Enquête Om deelvragen 7 tot en met 13 te beantwoorden.
2.1 Literatuurstudie 2.1.1 Gebruikte literatuur databases Tijdens dit onderzoek werd voornamelijk PubMed ingezet als database om artikelen te verzamelen. PubMed bleek de meeste resultaten te geven op verschillende combinaties zoektermen, in vergelijking tot andere databases. Database Cochrane gaf in vergelijking met PubMed geen of weinig hits op dezelfde zoektermen. HighWire werd als minder gebruiksvriendelijk ervaren om effectief naar humane studies te zoeken en gaf ook een aantal zelfde resultaten als op PubMed. De firma Solgar is gecontacteerd om toegang te krijgen tot hun database aan literatuurstudies. Dit leverde een uitgebreide monografie op. Opdrachtgeefster en praktijkbegeleidster Marijke de Waal Malefijt reikte uit haar bestand een monografie aan van Natura Foundation over één van de drie specerijen. Op de website Greenmedinfo.com is gezocht naar artikelen over de gekozen specerijen. Dit leverde reviews op van waaruit is gezocht naar humane studies.
2.1.2 Gebruikte zoektermen en –methoden De zoektermen vermeld in tabel 1 leverden de meeste hits op. Voornamelijk waren dit dierstudies en enkele humane studies. Er is gekozen om alleen humane studies te gebruiken voor het onderzoek omdat humane studies kwalitatief sterker zijn dan dierstudies. Om tot een concreet advies te komen over een dosis-effect relatie, zijn de resultaten uit humane studies beter te generaliseren dan dierstudies. Op PubMed is er gefilterd op ‘human’ en ‘controlled trial’. In bijlage I is het volledige schema te vinden van alle gebruikte zoektermen en aantal hits. Tabel 1: zoektermen onderzoek
Gember Knoflook Kurkuma
Zoekterm Ginger inflammation / Ginger inflammatory Garlic inflammation / Garlic inflammatory Turmeric inflammation / Curcuma longa inflammatory
Voor gember en knoflook is gekozen om te specificeren op de ontstekingsaandoeningen osteoartritis en atherosclerose, vanwege de grotere hoeveelheid studies naar deze aandoeningen. Kurkuma is 8
niet het meest gerelateerd en onderzocht in relatie tot één bepaalde ontstekingsaandoening. Daarom is het besluit genomen alle humane studies te gebruiken gedaan naar kurkuma, gerelateerd aan verschillende ontstekingsreacties en -aandoeningen. 2.1.3 Selectiecriteria In het onderzoek zijn de studies zijn geselecteerd op de volgende criteria: - Humane studie - Doses – effect relatie - Onderzoeksgroep: volwassenen - Frequentie inname preparaat - Studies gerelateerd aan ontstekingsaandoeningen: - Gember: osteoartritis - Knoflook: coronaire hartziekten, atherosclerose - Kurkuma: diverse ontsteking gerelateerde aandoeningen Vanwege de weinige humane studies die beschikbaar zijn, is er gekozen niet te selecteren op een bepaald publicatiejaar om zo meer studies te kunnen verzamelen. 2.2 Enquête Het doel van de enquête was onder Nederlandse natuurdiëtisten onderzoeken of gember, kurkuma en knoflook worden ingezet om specifieke ontstekingsaandoeningen te behandelen. Voor de genoemde specerijen werd een antwoord gezocht op:
Hoe een natuurdiëtist een ontsteking diagnosticeert; In welke vorm en in welke doses het middel wordt gegeven; Of, en zo ja na welk termijn er een positief resultaat wordt bereikt; Of een natuurdiëtist bijwerkingen in overweging neemt om de kruiden niet te suppleren; Of een natuurdiëtist ter onderbouwing van haar werkwijze literatuur en/of informatie van supplementen firma’s gebruikt of dat dit practice based* is
Er is gekozen om gebruik te maken van een kwantitatief praktijkonderzoek. Deze methode gaf de mogelijkheid om doelgericht en efficiënt antwoorden te verkrijgen; er geen foutieve antwoorden mogelijk in een gesloten enquête. Een enquête maakt dat de resultaten duidelijk te verwerken zijn en de antwoorden helder naast de resultaten uit te literatuur gelegd kunnen worden, om tot een conclusie te komen. Een bijkomend voordeel is dat de gekozen methode gebruiksvriendelijk is voor de respondent; een enquête neemt relatief weinig tijd in beslag wat de respons-rate kan vergroten. Er is een 11 vragen tellende, gesloten enquête verstuurd naar 45 natuurdiëtisten. De vragenlijst is opgesteld aan de hand van de deelvragen. De natuurdiëtisten zijn geselecteerd via de website natuurdietisten.nl. Hierop staan alle geregistreerde natuurdiëtisten werkzaam in Nederland. De geënquêteerden zijn allen persoonlijk op naam gemaild om de respons te vergroten. De enquête is in totaal driemaal gepretest door twee collega natuurdiëtisten. In bijlage II is de gehanteerde enquête te vinden.
*Onder ‘practise based’ wordt een werkwijze verstaan dat gebaseerd is op ervaringen vanuit de praktijk
9
2.2.1 In- en exclusiecriteria enquête natuurdiëtisten Tabel 2: in- en exclusiecriteria
Inclusiecriteria - Natuurdiëtist - Past kruidengeneeskunde toe - Werkzaam in Nederland
Exclusiecriteria - Regulier diëtist - Natuurgeneeskundige - Overige complementaire behandelaren werkzaam met kruiden
Om te achterhalen of en hoe de kruiden gember, knoflook en kurkuma naast de dieetadvisering worden ingezet, zijn natuurdiëtisten geïncludeerd die kruidengeneeskunde toepassen. Reguliere diëtisten adviseren geen kruiden naast de dieetbehandeling en zullen geen antwoord kunnen bieden. Omdat het onderzoek plaats vindt in Nederland en het doel nationaal geldt voor behandelaars in de zorg, is het alleen relevant om natuurdiëtisten te includeren in dit land. Natuurgeneeskundigen en andere complementaire behandelaars werkzaam met kruiden zijn geëxcludeerd omdat in het onderzoek de link wordt gemaakt tussen diëtetiek, voeding en kruidengeneeskunde.
10
3. Resultaten 3.1 Onderzoeksresultaten literatuurstudie In dit hoofdstuk worden de resultaten weergegeven uit het literatuur onderzoek. De resultaten per kruid zijn hieronder beschreven en zijn samengevat in tabellen. In tabel 3 staan de zoektermen vermeld met de meeste hits en het aantal geschikte studies. Tabel 3: zoektermen onderzoek
Gember Knoflook Kurkuma
Zoekterm Ginger inflammation / Ginger inflammatory Garlic inflammation / Garlic inflammatory Turmeric inflammation / Curcuma longa inflammatory
Aantal geschikte studies 4 3 4
3.1.1 Onderzoeksresultaten Gember Black et al., onderzochten in een gerandomiseerde, placebo gecontroleerde trial het verschil tussen rauwe gember en verhitte gember op het effect van pijnstilling na excessief bewegen. Verhitting van gember heeft een effect op de concentratie werkzame stoffen; gingerol wordt verlaagd en shogaol wordt verhoogd. Shogaol zou een sterker verdovend effect hebben dan gingerol. Het doel van de studie was onderzoeken of rauwe of verhitte gember effectief ingezet zou kunnen worden als pijnstiller bij osteoartritis. De groep deelnemers getest met rauwe gember en placebo bestond uit 34 mensen. Hiervan kregen n = 17 dagelijks 2 g rauwe gember, vol kruid in capsule. N = 17 kregen dagelijks de placebo. De groep deelnemers getest op verhitte gember bestond uit 40 mensen. Hiervan kregen n = 20 dagelijks 2 g verhitte gember, vol kruid in capsule. N = 20 kregen dagelijks de placebo. Alle groepen ondergingen voor 11 dagen lang de interventie. Voorafgaand aan het onderzoek is bloed afgenomen bij de patiënten om plasma prostaglandine E2 vast te stellen. Tijdens het onderzoek op verschillende dagen werd bloed afgenomen, de isometrische kracht van elleboog flexoren werd gemeten, zijn 18 excessieve elleboog buigingen verricht en de mate van spierpijnintensiteit is beoordeeld. Deze evaluatie is tot 3 dagen na de laatste elleboog oefening herhaald. De resultaten van de groepen zijn met elkaar vergeleken. Er is geen significant verschil in prostaglandine E2 concentraties geobserveerd tussen de gembergroepen of placebogroep. De scores van spierpijnintensiteit na 24 uur waren significant lager in de interventiegroep dan de controlegroep. Er is geen significant verschil gevonden tussen rauwe of verhitte gember. Tijdens de interventie zijn geen bijwerkingen geobserveerd. De studie wijst uit dat gember een effectief middel is om in te zetten als pijnstiller bij osteoartritis. (20) Bliddal et al., vergeleken in een gerandomiseerde, placebo gecontroleerde cross-over studie de effecten van gember, een placebo en ibuprofen met elkaar bij 56 patiënten met osteoartritis aan de heup of knie. De patiënten startten met een wash-out periode van een week gevolgd door drie behandelperiodes in gerandomiseerde volgorde, elke behandelperiode had een duur van drie weken. De interventies bestonden uit eenmalig 170 mg gemberextract (capsule, gestandaardiseerd), 400 mg ibuprofen of placebo. Per week noteerden de patiënten de ervaring van pijnintensiteit in op een schaal. De belevingen van pijn in de drie verschillende test periodes zijn met elkaar vergeleken. De resultaten tonen een significant verschil aan tussen ibuprofen en gember extract en tussen ibuprofen vs. placebo, maar niet tussen gember extract en placebo. Tijdens de studie zijn een aantal 11
maagdarmklachten geobserveerd als bijwerkingen, zowel in de gember-, placebo- of ibuprofengroep. De verschillende klachten; vieze smaak in de mond, dyspepsie, veranderde stoelgang/darmklachten, misselijkheid, allergische reacties. De studie concludeert dat ibuprofen effectiever is dan gember bij heup- of knieosteoartritis.(21) Drozdov et al. onderzocht de invloed van gember extract in combinatie met glucosamine op de gastro-intestinaletract in relatie tot knie- of heuposteoartritis bij patiënten in een gerandomiseerde gecontroleerde trial. 43 patiënten gerandomiseerd in twee groepen. De gembergroep (N = 21) ontving dagelijks een capsule met een combinatie van gestandaardiseerde gember á 340 mg en glucosamine á 1000 mg. De controlegroep (N = 22) ontving dagelijks diclofenac á 100 mg in combinatie met 1000 mg glucosamine. Beiden groepen werden 28 dagen behandeld. Voor het starten met de behandeling vulden de deelnemers een vragenlijst over de ernst van dyspepsie in, om de basic staat van de gastro-intestinaletract vast te stellen. Deze vragenlijst werd tijdens de behandeling in totaal driemaal ingevuld. Bij de start van de behandeling en op dag 28, zijn de patiënten uitgebreid getest. Het bloed is onder andere geanalyseerd (bloedeiwitten, glucose, cholesterol, ureum, creatinine, bilirubine, alanine aminotransferase, aspartate aminotransferase, alkaline fosfatase en glutamyl transpeptidase) en prostaglandine (PGE1, PGE2, PGF2x, 6-keto PGF1a) niveaus zijn gemeten met mucosa biopten uit het antrale maag compartiment. De gembergroep toonde een voorzichtige, maar significante afname van ernst van hoge-dyspepsie op de 28ste dag. Dyspepsie veranderde als geheel niet significant tijdens de behandeling en de dyspepsie index bleef onveranderd. In de controlegroep nam de dyspepsie-pijn intensiteit index significant toe. Maag mucosa prostaglandines bij de gembergroep toonden een significante toename van PGE1, PGE2, PGE2α en PGE12. Dit is gunstig gezien deze prostaglandines bescherming bieden van het mucosa. De controlegroep toonde een significante afname van PGE1, PGE2, PGE2α. In beiden groepen verbeterde pijn bij lopen en staan significant. De gembergroep toonde een significante toename van serum gastrine-17 vanaf week 4, een indicator dat de maagzuurproductie gestimuleerd is, wat gunstig is voor de spijsvertering. Bij n = 2 gaf gember een over stimulering van maagzuurproductie, met reflux als bijwerking als gevolg. Gember blijkt even effectief als diclofenac als pijnstiller bij osteoartritis. (8) Haghighi et al., onderzochten de effecten van gember op knieosteoartritis, bij 52 patiënten in een dubbelblinde, parallel groep clinical trial. De patiënten zijn gerandomiseerd in twee groepen. De interventietroep (n=25) kreeg een capsule 250 mg gember (vol kruid) 4x/d voor zes weken. De controlegroep (n=27) kreeg 25 mg indomethacine (prostaglandinesynthetase remmer) 1x/d voor zes weken. De patiënten ondergingen een WOMAC (Western Ontario and MacMaster Universities Osteoarthritis Index) vragenlijst en de knieën zijn radiografisch gescand en geclassificeerd op mate van osteoartritis volgens Kellgren and Lawrence criteria. Pijn bij het staan verbeterde in beiden groepen, maar niet significant. Er waren geen significante verschillen in verlichting van pijn tussen de 2 groepen. Resultaten van verbetering in pijn na 50 feet lopen waren gelijk in beide groepen. Veranderingen in de WOMAC score waren significant in beiden groepen. Er zijn geen significante verschillen tussen gember en indomethacine als pijnstilling bij osteoartritis. N = 1 ervoer hevige menstruele bloedingen als bijwerking ten gevolge van gemberinname. De studie concludeert dat gember even effectief is als indomethacine. (22)
12
Samengevat vinden drie van de vier studies een positief effect van gember op pijnstilling. Het kruid blijkt even effectief als de medicijnen diclofenac en indomethacine. 3.1.2 Onderzoeksresultaten Knoflook Koscielny et al., onderzochten in een gerandomiseerde placebo gecontroleerde dubbel blinde studie het effect van knoflook op een reductie van atherosclerotische plaque. 152 patiënten met gevorderde atherosclerotische plaque zijn gerandomiseerd in twee groepen. De interventiegroep (n = 61) kreeg dagelijks een capsule knoflook in vol kruid á 900 mg/d toegediend. De controlegroep (n = 91) kreeg dagelijks een placebo toegediend. Beide groepen zijn 48 maanden behandeld. De groepen zijn voor aanvang van de interventie gescand om de locatie en volume van de plaque vast te stellen. Na 18, 36 en 48 maanden is dit herhaald. Na 48 maanden zijn de resultaten van beiden groepen met elkaar vergeleken. In de controlegroep is atherosclerotische plaque in volume met 15.6% toegenomen in 4 jaar tijd. In de interventiegroep is een vermindering van atherosclerotische plaque van 2.6% geobserveerd. Na 48 maanden is er een significant verschil van 18.3% in plaque volume vastgesteld tussen de interventiegroep en de controlegroep. Deelnemers gaven aan een aangename mond geur te hebben als bijwerking tijdens de interventie. Deze studie onderbouwt de preventieve maar ook mogelijk curatieve eigenschappen van knoflook bij atherosclerose. (23) Budoff et al., onderzochten in een gerandomiseerde placebo gecontroleerde dubbel blinde studie het effect van gefermenteerde knoflook in combinatie met vitamine B, foliumzuur en L-arginine supplementen op de progressie van atherosclerose. Gefermenteerde knoflook staat bekend om de eigenschappen endotheel functie te verbeteren, LDL cholesterol en inflammatoire factoren te verlagen de ontwikkeling van atherosclerose vertraagd. 58 patiënten met een gemiddeld tot hoog risico op coronaire hartziekten zijn gerandomiseerd in twee groepen. De interventiegroep (n = 30) kreeg dagelijks een capsule met gestandaardiseerde gefermenteerde knoflook á 250 mg + B12 100 mcg, foliumzuur 300 mcg, B6 12.5 mg, L-arginine 100 mg voor één jaar lang. De controlegroep (n = 28) kreeg dagelijks voor een jaar lang een placebo toegediend. Voor aanvang van het onderzoek zijn de patiënten uitgebreid onderzocht. Onder andere is het bloed geanalyseerd op CRP, homocysteïne en het bloedlipidenprofiel. Daarnaast is het niveau van antilichamen malondialdehyde, apoB-immuun complexen, geoxideerde fosfolipiden en apolipoproteine-B gemeten. De patiënten ondergingen een scan om kransslagader calcificering te meten. Na 12 maanden is deze evaluatie verhaald en zijn de resultaten met elkaar vergeleken. De interventiegroep had na één jaar significant minder toename van kransslagader calcificering in vergelijking met de controlegroep. Totaal cholesterol en LDL is significant lager in de interventiegroep vergeleken met de controlegroep, terwijl HDL significant gestegen was. IgG en IgM waren significant lager in de interventiegroep vergeleken met de controlegroep, terwijl OxFox en apoB en lipoproteïne significant zijn gestegen. Er is geen associatie gevonden tussen gefermenteerde knoflook en CRP. Tijdens de interventie zijn geen bijwerkingen geobserveerd. Gefermenteerde knoflook is geassocieerd met een gunstige verbetering in oxidatieve biomarkers, vasculaire functie en een verlaagde progressie van atherosclerose. (16) Williams et al., onderzochten in een gerandomiseerde placebo gecontroleerde cross-over design met wash-out, het effect van gefermenteerde knoflook op de verbetering van endotheel functie bij coronaire hartziekten. 15 mannen met coronaire hartziekten zijn gemeten en gewogen en er is bloed 13
afgenomen om de plasma concentraties van LDL, interleukine-6, CRP, ferritine, peroxides, lipiden en lipoproteïnen vast te stellen. Hierna hebben de patiënten gerandomiseerd toegewezen gekregen om voor 2 weken een capsule gefermenteerde knoflook in vol kruid á 2.4 g/d te ontvangen, of 4 placebo capsules/d. Na deze periode volgde een tweeweekse wash-out, alvorens te switchen naar de alternatieve behandeling voor de laatste tweeweekse behandeling. Na 2, 4 en 6 weken is bovenstaande evaluatie van de patiënten herhaald en zijn de resultaten met elkaar vergeleken. Slagaderlijke doorstroming door endotheel afhankelijke dilatatie zijn significant gestegen in de knoflookgroep, in vergelijking met de placebogroep. Serum LDL, interleukine-6, CRP, lipiden en lipoproteïnen zijn niet significant veranderd tijdens de studie. Tijdens de interventie zijn geen bijwerkingen geobserveerd. De studie suggereert dat een behandeling van korte termijn met gefermenteerde knoflook verminderde endotheel functie bij mannen met coronaire hartziekten kan verbeteren. (12) Alle drie de hierboven beschreven studies laten zien dat knoflook een positief effect heeft op het voorkomen, maar ook terugdringen van atherosclerose. 3.1.3 Onderzoeksresultaten Kurkuma Chainani-Wu et al., onderzochten in een gerandomiseerde dubbelblinde placebo-gecontroleerde trial het effect van een hoge dosis van de werkzame stof curcumine op de symptomen en signalen van orale lichen planus (chronische ontsteking van het mondslijmvlies). Twintig patiënten zijn gerandomiseerd in twee groepen. De interventiegroep (n=10) kreeg voor 12 dagen lang drie keer per dag capsules gestandaardiseerde curucmine á 2000 mg toegediend. De controlegroep (n=10) kreeg 12 dagen lang drie keer per dag een placebo toegediend. Patiënten zijn getest op CRP, serum interleukines (IL-6) om een verband te leggen tussen biomarkers en de ernst van orale lichen planus. Er was geen verschil vanaf baseline in CRP en IL-6 tussen de placebo- en kurkumagroep. In de vergelijking tussen de kurkumagroep en de controlegroep, toonde de kurkumagroep een significante afname in zweren, roodheid, orale mucosa en pijn. Tijdens de follow-up, had de kurkumagroep in vergelijking met de controlegroep een significante afname van symptomen op schaal en volgens de MOMI score (Modified Oral Mucositis Index). De geobserveerde bijwerkingen van de interventiegroep zijn overeenkomstig met de controlegroep. De studie concludeert dat curcumine effectief is om de symptomen en signalen van orale lichen planus te beheersen. (24) Kertia et al., onderzochten in een prospectieve gerandomiseerde geblindeerde open-end evaluatie studie het verschil tussen curcuminoïden en diclofenac op het effect van een cyclyoxygenase-2 reductie bij osteoartritis. 73 patiënten zijn gerandomiseerd in twee groepen. De patiënten startten allen met een wash-out periode van één week. Na de wash-out periode is er bij de patiënten gewrichtsvocht van de knie afgenomen en de COX-2 secretie door monocyten geëvalueerd. De interventiegroep (n = 34) kreeg 3x/d 30 mg curcumine, demethoxycurcumine en bisdemethoxycurcumine, gestandaardiseerd in capsulevorm. De controlegroep (n = 39) kreeg 3x/d 25 mg diclofenac. Beide groepen ondergingen voor 4 weken de behandeling. Na afloop van de interventie zijn beide groepen opnieuw getest op COX-2 secretie door monocyten in de knie gewrichtsvloeistof. De resultaten met elkaar vergeleken. COX-2 secretie was significant gedaald in zowel de kurkumagroep als de diclofenacgroep. Diclofenac gaf bij n = 1 dyspepsie als bijwerking. De studie concludeert dat er geen significant verschil is in de verlaging van COX-2 enzymen tussen de twee groepen.(25) 14
Wongcharoen et al., onderzochten in een gerandomiseerde prospectieve dubbel blinde placebo gecontroleerde studie het effect van curcuminoïden op de frequentie van een hartinfarct na een coronaire bypass operatie. 121 patiënten die een coronaire bypass operatie zouden ondergaan zijn onderzocht. De patiënten zijn gerandomiseerd in twee groepen: de interventiegroep (n = 61) ontving een capsule gestandaardiseerde curcumine, demethoxycurcumine en bis-demethoxycurcumine á 4 g/d. De controlegroep (n = 60) ontving een placebo 1x/d. Beide groepen zijn 3 dagen vóór en tot 5 dagen na de operatie behandeld. Drie dagen voor de operatie zijn patiënten getest op creatine kinase-MB en op N-terminaal pro-B-type natriuretic peptide om hartfalen vast te stellen en op CRP en plasma malondialdehyde om een inflammatoire respons en oxidatieve stress vast te stellen. Op de 5e dag na de operatie is deze evaluatie herhaald en zijn de resultaten met elkaar vergeleken. Incidentie van postoperatieve linker ventrikel dysfunctie was significant hoger in de placebogroep dan in de kurkumagroep. Plasma malondialdehyde na coronaire bypass operatie was significant verhoogd in de placebogroep en significant verlaagd in de kurkumagroep. De gemiddelde toename van CRP op postoperatieve dag 3 was significant groter in de placebogroep in vergelijking met de kurkumagroep. De bijwerkingen geobserveerd in de interventiegroep zijn overeenkomstig met de bijwerkingen in de controlegroep. De studie concludeert dat kurkuma door zijn anti-oxidatieve en anti-inflammatoire eigenschappen gunstig zijn om het hart te beschermen.(26) Garcea et al., deed onderzoek naar het effect van curcuminoïden op remming van ontsteking in de dikke darm bij 12 patiënten met dikke darmkanker. De 12 patiënten zijn verdeeld in 3 groepen, waarbij elke groep een verschillende dosering toegediend kreeg. Per groep á 4 personen werd in capsulevorm een gestandaardiseerde dosering curcumine, demethoxycurcumine en bisdemethoxycurcumine verstrekt van 450 mg/d, 1800 mg/d of 3600 mg/d. Alle drie de groepen zijn zeven dagen behandeld, waarop de operatie volgde. Voor de aanvang van de behandeling is er bij de patiënten een biopt afgenomen van colorectaal weefsel waarmee de COX-2 en M1G levels zijn vastgesteld; deze evaluatie is na de laatste doses kurkuma één uur na inname herhaald. Dagelijks is er één uur na toediening bloed afgenomen om de curcumine in het plasma vast te stellen. Na de interventie zijn de waarden met elkaar vergeleken. Curcumine is niet aangetroffen in het bloedplasma van de patiënten. COX-2 was niet aanwezig in normaal colorectaal weefsel, maar wel in kwaadaardig colorectaal weefsel. Curcumine had geen effect op een verlaging van COX-2 in kwaadaardig weefsel. Curcumine gaf geen verlaging van M1G in normaal colorectaal weefsel, maar wel in kwaadaardig colorectaal weefsel. Tussen de drie dosissen curcumine, maakte de hoogste dosering een significant verschil in verlaging van M1G. De studie concludeert dat curcumine geen effect heeft op verlaging van ontsteking, maar dankzij M1G wel farmacologisch werkzaam is in het colorectum bij dikke darmkanker.(27) Samengevat tonen de hierboven beschreven studies een positief effect van kurkuma op het terugdringen van symptomen en signalen bij de ontstekingsaandoening orale lichen planus, even effectief is als diclofenac bij osteoartritis om COX-2 te verlagen, gunstig is om het hart te beschermen vanwege anti-oxidatieve en anti-inflammatoire eigenschappen en geen effect heeft op verlaging van ontsteking bij dikke darmkanker, maar wel farmacologisch werkzaam is.
15
Tabel 4: Resultaten human studies Gember Referentie Black et al., 2010; randomized placebo controlled trial Bliddal et al., 2000; randomized, double blind, double dummy, placebocontrolled, cross-over study Drozdov et al., 2012; randomized controlled trial
Werkzame stof Gingerol, shogaol
Ontstekingsbiomarker prostaglandi ne E2
Bijwerkingen
Aantal deelnemers Groep 1: 34 gezonde vrijwilligers Groep 2: 40 gezonde vrijwilligers
Doses & Frequentie -Rauwe gember 2 g/d -Verhitte gember 2 g/d -Placebo 1x/d
Duur interventie 11 dagen
Controlegroep
Methodologie
Resultaten
Placebo
De spierpijnintensiteit scores na 24 uur waren significant lager in de gember groep vs. de placebo groep, zowel in groep 1 als groep 2
Maagdarmklachten: Placebo n = 8 Gember n = 9 Ibuprofen n = 14
56 volwassen vrijwilligers
-Eenmalig 170 mg gember -Eenmalig 400 mg ibuprofen -Eenmalig placebo
4 weken
Ibuprofen Placebo
2 testgroepen; Rauwe gembergroep: n = 17, 2g/d placebo n = 17 Verhitte gembergroep: n = 20, 2 g/d placebo n = 20 Start met 1 week wash-out. Patiënten zijn gerandomiseerd in 3 groepen. Elke groep onderging drie behandel periodes in gerandomiseerde volgorde, elk drie weken durend. Geen tussentijdse wash-out.
Gingerol
-
Gestandaa rdiseerde gember Glucosami ne
Prostaglandi nes (PGE1, PGE2, PGF2x, 6keto PGF1a)
Gember: reflux n = 2
43 volwassenen met osteoartritis
-100 mg gember + 500 mg glucosamine 2x/dag -100 mg diclofenac + 1000 mg glucosamine 1x/dag
28 dagen
Diclofenac
Twee groepen Interventiegroep: N = 21 Controlegroep: N = 22 Ondergingen ieder voor 28 dagen de behandeling
Gember groep toonde een significante afname van GI-tract pijnintensiteit. Dyspepsie index veranderde niet significant. De controlegroep toonde een significante toename van GI-tract pijn. Maag mucosa PG (prostaglandine) levels bij de interventiegroep toonde een gunstige significante toename van PGE1, PGE2, PGE2α en PGE12. Controlegroep toonde een significante afname van PGE1, PGE2, PGE2α. In beiden groepen verbeterde pijn bij lopen en staan significant. Gembergroep toonde een significante toename van serum gastrine-17 levels vanaf week 4.
-
16
Er is een significant verschil tussen ibuprofen en gember extract, en tussen ibuprofen vs. placebo, maar niet tussen gember extract en placebo. De studie concludeert dat ibuprofen effectiever is dan gember bij heup- of knieosteoartritis
Referentie Haghighi et al., 2006; double blind parallel group clinical trial
Werkzame stof Gember
Ontstekingsbiomarker -
Bijwerkingen Gember: hevige menstruele bloeding n = 1
Aantal deelnemers 52 patiënten met knieosteoart ritis
Doses & Frequentie -250 mg gember 4x/d -25 mg indomethacin e 3x/d
Duur interventie 6 weken
17
Controlegroep
Methodologie
Resultaten
Indomethacine
Patiënten zijn gerandomiseerd in 2 groepen n = 25 interventiegroep n = 27 controlegroep Gingen beiden voor 6 weken de behandeling
Pijn bij staan verbeterde in beiden groepen. Er waren geen significante verschillen in verlichting van pijn tussen de 2 groepen. Resultaten van verbetering in pijn na 50 feet lopen waren gelijk in beide groepen. Veranderingen in de WOMAC score waren significant in beiden groepen.
Tabel 5: Resultaten human studies Knoflook Referentie Koscielny et al., 1998; randomized placobocontrolled double blind trial Budoff et al., 2009; randomized placebocontrolled double blind trial
Williams et al., 2005; randomized placebocontrolled cross-over design met washout
Werkzame stof Gedroogde knoflook
Ontstekingsbiomarker -
Bijwerkingen
Aantal deelnemers 152
Doses & Frequentie 900 mg knoflookpoed er/d
Duur interventie 48 maanden
Controlegroep
Methodologie
Resultaten
Placebo
Patiënten zijn gerandomiseerd in 2 groepen Interventiegroep: N = 61 Controlegroep: N = 91
In de controlegroep nam atherosclerotische plaque toe met 15.6%. In de interventiegroep nam plaque af met 2.6%. Na 48 maanden was er een significant verschil van 18,3% plaque volume tussen beide groepen
Geferment eerde knoflook + supplemen ten
CRP
-
58
-250 mg knoflook + B12 100 mcg, foliumzuur 300 mcg, B6 12.5 mg, Larginine 100 mg 1x/d -Placebo 1x/d
1 jaar
Placebo
Patiënten zijn gerandomiseerd in interventiegroep: N = 30 of controlegroep: N = 28
-
15
-600 mg gefermenteer de knoflook 4x/d -Placebo 4x/d
2 weken
Placebo
Patiënten zijn gerandomiseerd in 2 groepen. Na de behandeling volgde een tweeweekse washout alvorens de alternatieve behandeling te starten
Na 1 jaar had de interventiegroep significant minder KSC toename in vergelijking met de controlegroep. Totaal cholesterol en LDL was significant lager in de interventiegroep dan de controlegroep. HDL was significant lager in de interventiegroep. IgG en IgM waren significant lager in de interventiegroep dan in de controlegroep. OxFos en apoB en lipoproteïne waren significant hoger in de interventiegroep. Er was geen associatie tussen gefermenteerde knoflook en CRP. Slagaderlijke doorstroming door endotheel afhankelijke dilatatie zijn significant gestegen in de knoflookgroep, in vergelijking met de placebogroep. Serum LDL, interleukine-6, CRP, lipiden en lipoproteïnen zijn niet significant verschillend in vergelijking met de placebo behandeling
Geferment eerde knoflook
interleukine6, CRP
Knoflook: onaangename mond geur
18
Tabel 6: Resultaten human studies Kurkuma Referentie Chainani-Wu et al., 2011; randomized doubleblind, placebocontrolled clinical trial Kertia et al., prospective randomized open end blinded evaluation study Wongcharoe n et al., 2012; randomized prosepctive double blind placebo controlled trial Garcea et al., 2005;
Werkzame stof Curcumine
Ontstekingsbiomarker CRP, interleukine6
Bijwerkingen
Aantal deelnemers 20 volwassenen >21 jaar
Doses & Frequentie -2000 mg curcumine 3x/d -Placebo 3x/dag
Duur interventie 12 dagen
Controlegroep
Methodologie
Resultaten
Placebo
Interventiegroep: N = 10 Controlegroep: N = 10 Patiënten zijn gerandomiseerd in 2 groepen. Na 2 weken was er een follow-up.
Diclofenac: dyspepsie n = 1
73 knieosteoartritis patiënten
-30 mg curcumine 3x/d -25 mg diclofenac 3x/d
4 weken
Diclofenac
Patiënten zijn gerandomiseerd in 2 groepen, waarop een wash-out volgde Interventiegroep: N = 34 Controlegroep: N = 39
De kurkumagroep toont een significante afname in zweren, roodheid, orale mucosa en pijn. Tijdens de follow-up, had de kurkumagroep in vergelijking met de controlegroep een significante afname van symptomen op schaal en volgens de MOMI score (Modified Oral Mucositis Index). Zowel curcumine als diclofenac onderdrukt significant de secretie van COX-2 enzymen door synoviale vloeistof monocyten
Curcumine, demethoxycurcumine, bisdemethoxycurcumine
COX-2
Curcumine demethoxycurcumine, bisdemethoxycurcumine
CRP
Vergelijkbaar met placebo
121 patiënten
4 g/d
8 dagen
Placebo
COX-2
-
12 patiënten met colon carcinoom
-450 mg/dag -1800 mg/dag -3600 mg/dag
7 dagen
Geen
Patiënten zijn gerandomiseerd in 2 groepen. Interventiegroep: N = 61 Controlegroep: N = 60 Beiden groepen ondergingen de toegewezen behandeling 3 dagen vóór, tot 5 dagen na operatie 4 patiënten per doses level Dagelijks bloed afname 1 uur na doses curcumine Colectomie 6 tot 7 uur na laatste doses curcumine
Curcumine, demethoxycurcumine, bisdemethoxycurcumine
Vergelijkbaar met placebo
19
Incidentie van postoperatieve linker ventrikel dysfunctie was significant hoger in de placebogroep. De gemiddelde toename van CRP op postoperatieve dag 3 was significant groter in de placebogroep. Plasma malondialdehyde na coronaire bypass operatie was significant verhoogd in de placebogroep en significant verlaagd in de kurkumagroep Curcumine verlaagde COX-2 expressie niet in kwaadaardig colorectaal weefsel. curcumine verlaagde M1G levels in kwaadaardig colorectaal weefsel
3.2 Onderzoeksresultaten enquête 12 van de 45 geselecteerde natuurdiëtisten hebben de enquête geretourneerd. Dit is een responsrate van 27%. Hieronder worden de belangrijkste bevindingen uit de ingevulde enquêtes besproken en in figuren vermeld. In bijlage II is de volledige enquête zoals verstuurd naar de natuurdiëtisten te vinden. Onder bijlage III zijn alle antwoorden weergegeven uit de enquête in tabelvorm.
Diagnose ontsteking N = 12 Uitslag De meeste natuurdiëtisten huisarts/ziekenhuis diagnosticeren een ontsteking 8% via uitslag van de huisarts/het Aanvraag lab + klachten 8% 25% ziekenhuis en middels de cliënt klachten van de cliënt. Een kwart bekijkt alleen de klachten Uitslag huisarts/ziekenhuis + van de cliënt om een ontsteking klachten cliënt te duiden; een andere kwart Klachten cliënt doet dit uitgebreider door 34% onderzoek aan te vragen in het 25% lab, de uitslag van de Aanvraag lab + uitslag huisarts/ziekenhuis + huisarts/het ziekenhuis mee te klachten van de cliënt nemen én de klachten van de cliënt te interpreteren. Een Figuur 1: resultaten diagnosticeren van ontsteking kleine tweemaal 8% geven aan dat een natuurdiëtist alleen de uitslag van de huisarts/het ziekenhuis gebruikt, en dat een natuurdiëtist aanvraag doet in het lab om een ontsteking te achterhalen en de klachten van de cliënt interpreteert. Gebruik gember, kurkuma, knoflook N = 12
Nee
25%
Ja, alleen gember
50%
Ja, alleen kurkuma Ja, gember + kurkuma
8% 8% 8%
Ja, gember + knoflook + kurkuma
De verdeling is precies 50-50 tussen het wel/niet inzetten van gember, knoflook en kurkuma onder natuurdiëtisten. Zoals te zien is in figuur 2 gebruiken niet alle natuurdiëtisten die kruiden gebruiken, ook alle drie de kruiden tijdens de behandeling. De helft van de groep die de kruiden gebruikt wel gember, knoflook èn kurkuma.
De redenen die worden gegeven door 50% van de natuurdiëtisten om de drie kruiden niet in te zetten zijn; te weinig kennis over de drie kruiden in Figuur 2: gebruik gember, knoflook, kurkuma
20
relatie tot de specifieke ontstekingsaandoeningen, niet op de hoogte dat de drie kruiden ingezet worden bij de specifieke ontstekingsaandoeningen, en de kans op allergische- en biogene aminen reacties. Vorm suppletie De vormen van suppleren onder natuurdiëtisten die de 3 kruiden inzetten, lopen sterk uiteen. Van het totaal aan natuurdiëtisten adviseert:
17% adviseert gember, knoflook en/of kurkuma vers via de voeding en gestandaardiseerd in capsulevorm 8% adviseert vers via de voeding, in capsulevorm gestandaardiseerd en in vol kruid 8% adviseert vers via de voeding, in capsulevorm gestandaardiseerd en in vol kruid en in tinctuur 8% adviseert alleen vers via de voeding 8% adviseert alleen tinctuur
Dosering suppletie Gebruik van suppletie onder de natuurdiëtisten: Gember, knoflook en kurkuma – 8% suppleert 500-1000 mg/dag Gember, knoflook en kurkuma – 8% varieert in suppletie van 250-500 mg/dag tot 500-100 mg/dag Gember en kurkuma – 8% suppleert vanaf 250-500 mg/dag* Kurkuma – 8% suppleert 250-500 mg/dag *Hierbij plaatste 8% van de natuurdiëtisten de kanttekening altijd eerst laag in te zetten qua suppletie en langzaam op te bouwen om bijwerkingen van biogene aminen tegen te gaan. Termijn na bereiken resultaat De termijnen waarna natuurdiëtisten resultaat zien na het inzetten van gember, knoflook en kurkuma lopen sterk uiteen. De termijnen waarna natuurdiëtisten resultaat zien:
17% ziet resultaat na 6-8 weken 8% na 2-3 maanden 8% na 4-6 weken 8% varieert tussen 4-6 weken, 6-8 weken, 2-3 maanden 8% na 4 dagen resultaat
N=9
Alleen info supplementen firma's 17% 25%
Info supplementen firma's + literatuur databases Info supplementen firma's + eigen bronnen
Gebruik bronnen ter onderbouwing werkwijze 25% van de natuurdiëtisten heeft niet aangegeven of zij bronnen gebruikt ter onderbouwing van haar werkwijze. De overige 75%
17% 8% 8%
21
Info supplemten firma's + literatuurdatabases + eigen bronnen Info supplemten firma's + literatuurdatabase + eigen praktijk ervaring
Figuur 3: gebruik bronnen ter onderbouwing werkwijze
heeft dit wel gedaan; zie de resultaten in figuur 3. 25% van de natuurdiëtisten gebruikt alleen informatie gepubliceerd door grote supplementen firma’s als Solgar, Orthica Folia en BioVitaal ter onderbouwing van de werkwijze. 8% gebruikt deze informatie en vult dit aan met literatuur van grote databases als PubMed, Cochrane en HighWire, 8% gebruikt alleen de informatie van de supplementen firma’s en vult dit aan met eigen bronnen. 17% gebruikt de informatie van supplementen firma’s, grote literatuur databases en vult dit aan met eigen bronnen. Hierbij vult 8% hiervan aan Ayurvedische en Chinese bronnen van Indiase en Chinese universiteiten te gebruiken. 17% gebruikt informatie van supplementen firma’s, grote literatuur databases en eigen praktijk ervaring ter onderbouwing. Hiervan vult 8% aan haar ervaringen uit Traditional Chinese Medicine te gebruiken. Houdt rekening met de constitutie van de cliënt 92% van de respondenten let tijdens de behandeling op de constitutie van de cliënt. Hierbij wordt gelet op het geheel van lichamelijke en geestelijke eigenschappen; de ‘aanleg’ van een persoon. Dit is iets waarin complementaire geneeskunde, vanuit holistische visie, rekening mee wordt gehouden. De manier waarop natuurdiëtisten daarmee rekening houden, is door:
75% gedaan door mate van dosering, opbouw, vorm en duur van suppletie 8% gedaan door dosering en vorm van suppletie 8% gedaan door dosering en opbouw van suppletie 8% alleen gedaan door dosering
22
4. Discussie Uitkomsten en resultaten Het doel van dit literatuur- en praktijkonderzoek was onderzoeken of er een doses-effect relatie bestaat tussen gember, knoflook en kurkuma en het terugdringen van aantal specifieke ontstekingsaandoeningen. In dit onderzoek is een weergave gegeven van de weinige beschikbare humane studies naar deze onderwerpen, en van de praktijkervaringen van Nederlandse natuurdiëtisten. 4.1 Discussiepunten literatuuronderzoek Gember Een relatie tussen gember en osteoartritis wordt in literatuur op dusdanige wijze gezien, als effectief middel om in te zetten om ontsteking te verminderen, vanwege een verlagend effect op COX-2 enzymen.(28) Het achterliggende idee van dit onderzoek was daardoor, om een concreet advies uit te brengen bij welke doses en frequentie van suppleren een positief resultaat geboekt. Er is niet in alle humane studies naar gember onderzocht op een biomarker dat duidt op een ontsteking; dit maakt het gedeeltelijk mogelijk om te concluderen dat gember een ontstekingsremmend effect heeft. De biomarker interleukine is een betrouwbare indicator voor zowel ontstekingen als laaggradige ontstekingen en is tweemaal gebruikt; een studie laat zien dat gember de gunstige en beschermende prostaglandines omhoog brengt. De literatuur toont dat werkzame stoffen gingerol en shogaol effectief zijn als pijnstiller en verbetering van klachten geven. Ondanks dat er niet in alle studies een duidelijke relatie tussen gember en ontsteking wordt gelegd, kan er toch verondersteld worden dat gember ontstekingsremmende eigenschappen heeft, gezien de positieve effecten. Gember heeft een duidelijk effect op vermindering van pijn, een kenmerkend symptoom van ontsteking, samen met roodheid en zwelling. In de literatuur wordt er uitgegaan van dagelijks suppleren om een effect te behalen. De studies tonen een brede range in de dosering van gember; de doses variëren van 100 mg tot 2 g per dag. Na welk termijn er resultaat wordt behaald varieert ook sterk; van 11 dagen tot 6 weken. Eenmalig gember toedienen om pijn te stillen blijkt niet werkzaam uit de studie van Bliddal et al. Dit suggereert dat gember niet ingezet kan worden als acute, eenmalige pijnstiller. Na 11 dagen blijkt gember al effectief, hoewel er in deze studie gebruik is gemaakt van 2 gram gember per dag. Deze hoge dosering zal naar verwachting bijwerkingen kunnen geven bij sommige personen. Dit suggereert wel dat hoog gedoseerde gember in relatief korte tijd positief resultaat kan geven. Vanuit de gegevens uit de literatuur kan er geconcludeerd worden dat gember een positief effect heeft op osteoartritis, al bij een dosering van 100 mg voor 28 dagen lang. Knoflook Dat knoflook een positief effect heeft op atherosclerose wordt door de literatuur gesuggereerd. Knoflook zou de productie van prostaglandines terugdringen, samen met cytokines en interleukines. Uit onderzoek is gebleken dat knoflook de productie van COX-2 enzymen verlaagd.(29) Uit dit onderzoek komt dit niet naar voren. De gebruikte biomarkers in de bestudeerde literatuur zijn CRP en interleukine-6, waarbij er in beide studies geen associatie is gevonden tussen verlaging van 23
ontsteking. Desondanks toont de literatuur een verlagend effect van knoflook op atherosclerose. Hieruit zou verondersteld kunnen worden dat er toch een vermindering van ontsteking optreedt, gezien atherosclerose een ontsteking gerelateerde aandoening is. Er kan gesuggereerd worden dat CRP wellicht geen juist indicator is om een laaggradige ontsteking vast te stellen. Interleukine is daar een betrouwbaarder biomarker voor, maar gezien er maar 1 studie deze biomarker gebruikt kunnen hier geen conclusies uit getrokken worden. Er is geen werkzame stof van knoflook genoemd in de literatuur. Naar verwachting is de werkzame stof allicine. Tijdens het proces om knoflook te laten fermenteren, wordt het onstabiele allicine stabieler en worden hogere waarden aan anti-oxidatieve stoffen geproduceerd.(30) Aanvullende literatuur ondersteunt het effect hiervan op het verlagen van LDL cholesterol en de bloeddruk, het remmen van de prostaglandine productie en bescherming van endotheelcellen tegen oxidatieve schade. De doses variëren van 250 mg, 600 mg en 900 mg, waarbij uit wordt gegaan van dagelijkse suppletie. De termijnen na een geobserveerd effect open uiteen van 2 weken tot 48 maanden. Bij de laagste dosering van250 mg is er na een jaar een positief resultaat geobserveerd, maar met een iets hogere doses á 600 mg ook al na 2 weken. Of een doses van 250 mg ook na 2 weken resultaat zou geven, zou nader onderzocht moeten worden. Dit maakt het moeilijk om vanuit de literatuur een eenduidige richtlijn te geven wat de meest optimale doses zou zijn, en hierbij aan te geven na welk termijn dit effect zal hebben. Kurkuma De literatuur wijst uit dat kurkuma door z’n eigenschappen zeer breed ingezet wordt bij ontsteking gerelateerde aandoeningen. De ziekte van Crohn wordt genoemd, pancreatitis, artritis, uveitis en zelfs bepaalde soorten kanker.(31) De brede eigenschappen van kurkuma komen overeen met de resultaten uit het literatuuronderzoek. De gebruikte biomarkers in de literatuur zijn CRP, interleukine-6 en COX-2. De werkzame stof onderzocht in de literatuur is curcumine en demethoxycurcumine, bis-demethoxycurcumine, twee derivaten van curcumine. De doses in de literatuur variëren van 30 mg tot 4 g, waarbij uit wordt gegaan van dagelijkse suppletie. De termijnen nadat er een effect is geobserveerd variëren van 7 dagen tot 4 weken. Na 8 dagen is er al een significante daling van CRP geobserveerd; hierbij is dagelijks een hoge dosering á 4 g per dag ingezet. In de studie van Garcea et al., is bijna is een significante daling van COX-2 behaald na 7 dagen suppletie á 3600 mg. Dit suggereert dat bij doses lager dan 4 g op korte termijn geen resultaat geboekt wordt met het inzetten van kurkuma. Wel is er na 4 weken, met een doses van 30 mg een significante verlaging van COX-2 enzymen bereikt. Dit suggereert dat ook bij lagere doses, maar dan op langere termijn, kurkuma effectief blijkt. Gezien er in de literatuur bij kurkuma, onder andere gerelateerd aan het effect op osteoartritis, getest is op COX-2 enzymen en hierbij een significante verlaging toont, is het opvallend dat bij de andere twee kruiden enkel wordt getest op CRP, interleukine-6 en/of prostaglandines. Naar verwachting is CRP een matige indicator voor laaggradige ontstekingen, en zou COX-2 ook in andere studies dienst kunnen doen.
24
4.2 Discussiepunten praktijkonderzoek Merendeel van de natuurdiëtisten (92%) diagnosticeert een ontsteking onder andere aan de hand van de klachten van de cliënt. Slechts 8% doet dit niet. 25% kijkt zelfs alleen naar de klachten van de cliënt om een ontsteking vast te stellen. Dit geeft aan dat dit deel van de ondervraagden vertrouwd op haar praktijk ervaring in het herkennen van ontstekingen. Hierbij kan verondersteld worden dat een natuurdiëtist hierop vertrouwd, omdat zij de klachten en symptomen gerelateerd aan de specifieke ontstekingsaandoeningen ziet afnemen wanneer zij een cliënt op consult heeft. 17% van de respondenten plaatsten de kanttekening dat CRP uit hun ervaring geen goede graadmeter is om laaggradige ontstekingen te bepalen. Deze opmerkingen kunnen gelinkt worden aan de literatuur, waar CRP – bijvoorbeeld in vergelijking met COX-2 – vaak geen indicatie gaf voor een significante verlaging van ontsteking. Van de geënquêteerden adviseert 50% geen gember, knoflook en/of kurkuma. De andere 50% doet dit wel. Onder de helft natuurdiëtisten die de kruiden inzetten, heerst een interessante verdeling van gebruik van de kruiden. Uit de gegevens uit het praktijkonderzoek kan verondersteld worden dat gember en kurkuma een hogere populariteit kennen onder de natuurdiëtisten, dan knoflook. In vergelijking met het literatuuronderzoek naar knoflook is dit verrassend, aangezien er – ondanks dat er geen significante verlaging van ontstekingsmediatoren zijn geobserveerd – toch positieve resultaten geboekt worden bij de verbetering atherosclerose en endotheel functie. Van de 50% natuurdiëtisten die zegt de kruiden niet te gebruiken, is 17% interessant in relatie tot allergische- en biogene aminen reacties. In totaal is door 25% van de respondenten deze bijwerkingen genoemd. Deze zogenaamde ‘pseudo-allergie’ kan ontstaan door een verminderde afbraak van biogene amines. Biogene amines kunnen in het lichaam gemaakt worden uit aminozuren, waarbij histamine de belangrijkste biogene amine is. Biogene amines in voedsel zijn histamine, tryptamine, cadaverine, putrescine, spermine en spermidine. De gevoeligheid voor biogene amines kan voortkomen uit slijmvliesschade in de darm, de verminderde afbraak van biogene amines door enzymen (MAO en DAO enzymen) in de darm en het verminderde vermogen van de lever, door medicinale overbelasting, om via de methylering biogene amines af te voeren.(32) Zoals genoemd in de resultaten van de enquête, dient er rekening gehouden te worden met hoogte van dosering in verband met nadelige bijeffecten. Er wordt verondersteld dat het gebruik van gestandaardiseerde kruiden eerder nadelige effecten kunnen geven dan suppletie in vol kruid. Gestandaardiseerde suppletie werkt een stuk krachtiger omdat het alleen de werkzame stof uit het kruid bevat. Suppletie in vol kruid is daarentegen wat milder qua werking en bevat daarnaast alle bioactieve stoffen aanwezig in het kruid; dit geeft een synergetische werking wat beter te verdragen kan zijn voor het lichaam. In de literatuur wordt er enkel gebruik gemaakt van suppletie in de vorm van capsules; zowel gestandaardiseerd als vol kruid. Natuurdiëtisten doen dit ook, sommigen vullen dit aan met tinctuur of vers via de voeding. Vanuit de gegevens uit de literatuur- en praktijkonderzoek kan er verondersteld worden eerder voorkeur te geven aan suppletie in vol kruid, gestandaardiseerde vorm of vers via de voeding, gezien gebruik met tinctuur relatief minder ingezet wordt.
25
17% van de natuurdiëtisten zet suppletie in de vorm van vol kruid in, de overige respondenten die in capsulevorm suppleren doen dit in gestandaardiseerde vorm. Dit komt overeen met de gegevens uit de literatuur; hierin wordt ook vaker de voorkeur gegeven aan gestandaardiseerde vorm. Dit suggereert een krachtiger en sneller, dus effectiever resultaat dan vol kruid. Dit blijkt ook uit de literatuur, waarin te zien is dat kurkuma in gestandaardiseerde vorm al effect kan geven na vier dagen (mits hoog gedoseerd). Natuurdiëtisten doseren suppletie een stuk lager dan de doses geobserveerd in de literatuur. Geen van de geënquêteerden komt boven 500-1000 mg/d uit, terwijl er in de literatuur soms wel tot 4 g/d is gesuppleerd. De verklaring hiervoor kan zijn dat overgroot deel van de natuurdiëtisten rekening houdt met de constitutie van de cliënt en dosering van suppletie, met het oog op overgevoeligheid en bijwerkingen. Toch blijkt uit de literatuur dat hoge doseringen relatief snel effect geven, iets wat in overweging genomen kan worden door de natuurdiëtist wanneer een snel effect gewenst is. In vergelijking met de praktijk, toont de literatuur sneller resultaat dan de praktijkervaring van de natuurdiëtisten. Hierin is er al een significant resultaat geboekt bij gebruik van kurkuma, hetzij in hoge dosering á 4 g/d. Dit verschil valt te verklaren doordat natuurdiëtisten doorgaans lagere suppletie gebruiken dan gebruikt in de literatuur; dit suggereert een sneller effect bij hogere dosering. Wel is opvallend dat 8% van de respondenten heeft aangegeven al resultaat te zien na 4 dagen. Zij bereikt dit met de heet water kuur, waarbij er dagelijks een liter heet water gedronken wordt met gember voor zes weken lang, om het lichaam te ontgiften. Gebruik van bronnen ter onderbouwing van werkwijze 75% van de Nederlandse ondervraagde natuurdiëtisten gebruiken verschillende manieren om hun werkwijze te onderbouwen. Twee derde hiervan informeert zich via informatie van supplementen firma’s, grote literatuurdatabases en/of eigen literatuur. 17% geeft ook aan eigen praktijkervaring te gebruiken als onderbouwing. Dit komt ook terug in hoe de natuurdiëtisten een ontsteking diagnosticeren, en bij de vraag uit de enquête hoe de natuurdiëtisten opgeleid zijn (te vinden onder vraag 2 in bijlage III) blijkt ook dat natuurdiëtisten veelal zijn opgeleid vanuit praktijkervaring en het delen van deze ervaringen met collega’s. Het is opvallend dat de respondenten graag uitgaan van praktijkervaring, naast informatie uit literatuur. Dit geeft aan dat er een verschil in waardering blijkt van praktijk- en literatuuronderzoek, tussen reguliere en complementaire werkwijzen en dat hier geen consensus over bestaat. 4.3 Sterktes en zwaktes van dit onderzoek Zwakte: weinig onderzoek Er is gekozen om in dit onderzoek alleen gebruik te maken van humane studies. Helaas bleek er relatief weinig kwalitatief sterke literatuur te vinden te zijn naar het onderwerp van onderzoek. Dit betekend dat de onderbouwing van een doses-effect relatie sterker had kunnen zijn als hier meer literatuur beschikbaar in is. Ondanks dat er in dit onderzoek weinig humane studies gevonden zijn, wil dat niet zeggen dat er geen humane studies bestaan naar dit onderwerp. Wetenschapper Etienne Premdani, waarmee de auteur via opdrachtgeefster Marijke de Waal Malefijt in contact kwam, bevestigd dit. Deze arts met Ayurvedische werkwijze, vindt zijn literatuur bij Indiase universiteiten. Helaas heeft de auteur geen 26
toegang tot deze databases. Zwakte: Respons enquête en kleine steekproef De respons-rate van 12 enquêtes retour (27%) maken de resultaten hiervan moeilijk te generaliseren. Ook had de gehele steekproef groter van opzet kunnen zijn; er zijn relatief gezien weinig personen geënquêteerd die werkzaam zijn met kruiden. De keuze om alleen natuurdiëtisten te onderzoeken was gemaakt om het directe verband te houden tussen voeding, kruiden en diëtetiek. Om het praktijkonderzoek meer power te geven, had er gekozen kunnen worden voor een grotere steekproef, waarbij ook (regulier)diëtisten en natuurgeneeskundigen geïncludeerd werden. Dit had een nog vollediger beeld kunnen bieden naar het gebruik van, en kennis over de drie kruiden. Zwakte: onvolledigheid in de enquête Ondanks de vraag in welke vorm er gesuppleerd wordt (vers via de voeding, capsules (gestandaardiseerd/vol kruid), tinctuur) is er onvoldoende en niet specifiek genoeg de optie gegeven om aan te geven in welke dosering er gesuppleerd wordt wanneer er gekozen wordt voor vers via de voeding of tinctuur. Dit maakt dat het, naast dat het bekend is geworden dat er hiervoor gekozen wordt, niet mogelijk om conclusies te trekken over specifiek gebruik onder natuurdiëtisten en dit te relateren aan de gegevens uit de literatuur. Sterkte: keuze literatuur Er zijn meer dierstudies dan humane studies gedaan naar het onderwerp. Vanwege de kwaliteit van humane studies, is er toch voor gekozen om alleen deze te gebruiken. De resultaten uit humane studies en de conclusies die eruit getrokken kunnen worden staan steviger dan in vivo studies en kunnen beter gegeneraliseerd worden. Ondanks dat de kwantiteit, is er gekozen voor kwaliteit. Sterkte: praktijkonderzoek Naast het literatuuronderzoek, is er voor een aanvulling gekozen van een praktijkonderzoek. Dit geeft een weergave of de gegevens uit de literatuur ook terug komen in de praktijk. Zo biedt deze opzet een completer beeld van gebruik van de kruiden bij ontstekingsaandoeningen.
27
5. Conclusie Het doel van dit onderzoek was om de literatuur met betrekking tot een doses-effect relatie en praktijkervaring van natuurdiëtisten met de toepassing van de kruiden gember, knoflook en kurkuma naast elkaar te leggen en deze te vergelijken, om hierna een concreet advies uit te brengen bij welke doses en frequentie de kruiden effectief zijn bij genoemde ontstekingsaandoeningen (osteoartritis, artherosclerose, endotheel dysfunctie, orale lichen planus, ontstekingsreactie na coronaire bypass operatie en ontstekingsreacties bij darmkanker). Dit advies geldt voor natuurdiëtisten, om indien nodig de advisering te
kunnen optimaliseren met onderbouwing vanuit de literatuur. Het advies geldt ook voor andere specialisten zoals artsen en natuurartsen, zodat een onderbouwde brug geslagen kan worden tussen complementaire en reguliere zorg. Ondanks dat er niet in alle humane studies een significante verlaging is gevonden van de onderzochte biomarkers CRP, prostaglandine interleukine, concluderen alle studies op één na een positief effect op het verminderen van symptomen bij de specifiek gekozen ontstekingsaandoeningen. Dit geeft aan dat er een positieve relatie bestaat tussen gember, knoflook en kurkuma en ontsteking gerelateerde aandoeningen. De gegevens uit het praktijkonderzoek ondersteunen dit gegeven ten dele gezien een werkzaamheid met de kruiden van 50%. Een eenduidig advies uitbrengen wanneer een positief doses-effect relatie wordt behaald bij het suppleren van gember, knoflook en kurkuma is gedeeltelijk mogelijk omdat de gegevens uit de literatuur en praktijk variëren. Dit maakt het moeilijk aan te geven welke doses het meest optimaal is. Er kunnen wel suggesties uitgebracht worden. Gember: bij een doses van 100 mg/d kan er na 28 dagen een verbetering van klachten en symptomen behaald worden bij osteoartritis. Bij een doses van 4 g/d kan er al na 11 dagen een verbetering verwacht worden bij osteoartritis. Knoflook: bij een doses van 250 mg/d kan er na één jaar verbetering gezien worden bij atherosclerose. Bij een doses van 650 mg/d kan er al na twee weken een positief resultaat geboekt worden bij atherosclerose. Kurkuma: bij een doses van 30 mg/d kan er een verbetering optreden van osteoartritis na vier weken. Bij een doses van 4 g/d kan er al een positief effect verwacht worden na 8 dagen bij bescherming van het hart. Een advies voor toekomstig onderzoek naar gember, knoflook en kurkuma is om bij humane studies te testen op de biomarkers COX-2, prostaglandines en interleukines naast CRP, om zo beter laaggradige ontstekingen te achterhalen. Het advies aan (natuur)diëtisten, (natuur)artsen is de kruiden gember, knoflook en kurkuma in te zetten bij ontstekingsaandoeningen, gezien de resultaten. Uit de literatuur zijn de kruiden zijn een effectief, veilig en goedkoop alternatief gebleken voor conventionele medicijnen.
28
6. Literatuurlijst 1) Ehrlich, S. Ginger overview (2008) VeriMed Healthcare Network. Indonesia Pharma Materials Management Club. Beschikbaar via: http://pmmc.or.id/news/health-news/125-ginger.html 2) Therkleson, T., Ginger compress therapy for adults with osteoarthritis. Journal of Advanced Nursing (2010) 66(10):2225-33 3) Funk, J.L., Frye, J.B., Oyarzo, J.N., Timmermann, B.N. Comparative effects of two gingerolcontaining Ziniber officinale extracts on experimental rheumatoid arthritis. Journal of Natural Products (2009) 72(3):403-7 4) Srivastava, K.C., Mustafa, T. Ginger (Zingiber officinale) in rheumatism and musculoskeletal disorders. Medical Hypothesis (1992) 39(4):342-8 5) Srivastava, K.C., Mustafa, T. Ginger (Zingiber officinale) and rheumatic disorders. Medical Hypothesis (1989) 29(1):25-8 6) Backon, J. Ginger: inhibition of thromboxane synthetase and stimulation of prostacyclin: relevance for medicine and psychiatry. Medical Hypotheses (1989)20(3):271-8 7) Everts, B., Währborg, P., Hedner, T. COX-2-Specific inhibitors – The emergence of a new class of analgesic and anti-inflammatory drugs. Clinical Rheumatology (2000) 19(5):331-43 8) Drozdov, V., Kim, V., Tkachenko, E., Varvanina, G. Infuence of a specific ginger combination on gastropathy conditions in patients with osteoarthritis of the knee or hip. The Journal of Alternative and Complementary Medicine (2012) 18(6):583-8 9) Lee, E.N., Choi, Y.W., Kim, H.K., Park, J.K., Kim, H.J., Lee, H.W., Bae, S.S., Kim, B.S., Yoon, S. Chloroform extract of aged black garlic attenuates TNF-α-induces ROS generation, VCAM-1 expression, NF-kB activation and adhesiveness for monocytes in human umbilical vein endothelial cells. Phytotherapy Research (2011) 25(1):92-100 10) Rassoul, F., Salvetter, J., Reissig, D., Schneider, W., Thiery, J., Richter, V. The influence of garlic (Allium sativum) extract on interleukin 1alpha-induced expression of endothelial intercellular adhesion molecule-1 and vascular cell adhesion molecule-1. Phytomedicine: International journal of phytotherapy and phytopharmacology (2006) 13(4):230-5 11) Hui, C., Like, W., Yan, E., Tian, X., Qiuyan, W., Lifeng, H. S-allyl-L-cysteine sulfoxide inhibits tumor necrosis factor-alpha induced monocyte adhesion and intercellular cell adhesion molecule-1 expression in human umbilical vein endothelial cells. Anatomical Record (2010) 293(3):421-30 12) Williams, M.J.A., Sutherland, W.H.F., McCormick, M.P., Yeoman, D.J., De Jong, S.A. Aged garlic extract improves endothelial function in men with coronary artery disease. Phytotherapy Research (2005) 314-319 13) Kim, H.K., Choi, Y.W., Lee, E.N., Park, J.K., Kim, S.G., Park, D.J., Kim, B.S., Lim, Y.T., Yoon, S. 5Hydroxymethylfurfural from black garlic extract prevents TNFα-induced monocytic cell adhesion to HUVECs by suppression of vascular cell adhesion molecule-1 expression, reactive oxygen species generation and NF-kB activation. Phytotherapy Research (2011) 25(7):965-74 14) Lee da, Y., Li, H., Lim, H.J., Lee, H.J., Jeon, R., Ryu, J.H. Anti-inflammatory activity of sulfurcontaining compounds from garlic. Journal of Medicinal Food (2012) 15(11):992-9 15) Li, Q., Verma, IM. NF-kappaB regulation in the immune system. Nature Reviews. Immunology. (2002) 2(10):725-34 16) Budoff M.J., Ahmadi N., Gul K.M., Liu, S.T., Flores, F.R., Tiano, J., Takasu, J., Miller, E., Tsimikas, S. Aged garlic extract supplemented with B vitamins, folic acid and L-arginine retards the progression of subclinical atherosclerosis: a randomized controlled trial. Elsevier Preventive Medicine (2009) 10129
107 17) Asher, G.N., Spelman, K. Clinical utility of curcumin extract. Alternative Therapy in Health and Medicine (2013) 19(2):20-2 18) Jurenka, J.S. Anti-inflammatory properties of curcumin, a major constituent of Curcuma longa: a review of preclinical and clinical research. Alternative Medicine Review: a journal of clinical therapeutic (2009) 14(2):141-53 19) Witkin, J.M., Li, X. Curcumin, an active constituent of the ancient medicinal herb Curcuma longa L.: Some uses and the establishment and biological basis of medical efficacy. CNS & Neurological Disorders Drug Target (2013) 20) Black, D., Herring, M., Hurley, D., O’Connor, P. Ginger (Zingiber officinale) reduces muscle pain caused by eccentric ecercise. The Journal of Pain (2010). 2010: pp 894-903 21) Bliddal, H., Rosetzsky, A., Schlichting, P., Weidner, M., Andersen, L., Ibfelt, H., Christensen, K., Jensen, O., Barslev, J. A randomized, placebo-controlled, cross-over study of ginger extracts and Ibuprofen in osteoarthritis. Journal of the osteoarthritis Research Society International (2000) 8, 9-12 22) Haghighi, A., Tavalaei, N., Owlia, M. Effects of ginger on primary knee osteoarthritis. Indian Journal of Rheumatology (2006) pp. 3-7 23) Koscielny, J., Klüßendorf, D., Latza, R., Schimitt, R., Radtke, H., Siegel, G., Kiesewetter, H. The antiartherosclerotic effect of allium sativum. Elsevier (1999) 237-249 24) Chainani-Wu, N., Madden, E., Lozada-Nur, F., Silverman, S. High-dose curcuminoids are efficacious in the reduction in symptoms and signs of oral lichen planus. The American Academy of Dermatology (2011) 25) Kertia N., Asdie A.H., Rochmah W., Marsetyawan. Ability of curcuminoid compared to diclofenac sodium in reducing the secretion of cyclooxygenase-2 enzyme by synovial fluid’s monocytes of patients with osteoarthritis. Acta Med Indones-Indones J Intern Med (2012) 26) Wongcharoen, W., Jai-aue, S., Phrommintikul, A., Nawarawong, W., Woragidpoonpol, S., Tepsuwan, T., Sukonthasarn, A., Apaijai, N., Chattipakorn, N. Effects of curcuminoids on frequency of acute myocardial infarction after coronary artery bypass grafting. American Journal Cardiol (2012) 110:40-44 27) Garcea G., Berry D.P., Jones D.J.L. Consumption of the putative chemopreventive agent curcumin by cancer patients: assessment of curcumin levels in the colorectum and their pharmacodynamics consequences. American Association of Cancer Research (2005) 14:120-125 28) Li, F., Nitteranon, V., Tang, X., Liang, J., Zhang, G., Parkin, KL., Hu, Q. In vitro antioxidant and antiinflammatory activities of 1-dehydro-[6]-gingerdione, 6-shogaol, 6-dehydroshogaol and hexahydrocurcumin. Food Chemistry (2012) 15;35(2):332-7 29) Krishna, A., Yadav A. Lead compound design for TPR/COX dual inhibiton. Journal of Molecular Modeling (2012) 18(9):4397-408 30) Borek, C. Antioxidant health effects of aged garlic extract. The Journal of Nutrition (2001) 131(3s):1010S-5S 31) Shehzad, A., Rehman, G., Lee, Y.S. Curcumin in inflammatory diseases. BioFactors (2013) 39(1):69-77 32) Natuurdietisten.nl. Nieuws en opinie. Afname darmflora door geneesmiddelen en voedingsreacties. M. de Waal Malefijt. (2010)
30
Bijlagen Bijlage I: Resultaten zoektermen PubMed Kruid/specerij Zoekterm Resultaat in hits Gember Zingiber officinalis 4 inflammation Ginger 79 inflammation Ginger anti 49 inflammation Ginger anti4 inflammation Zingiber officinalis 34 anti inflammation Zingiber officinalis 1 anti-inflammation Ginger 181 inflammatory Zingiber officinalis 4 inflammatory Kurkuma Turmeric 226 inflammation Curcuma longa 141 inflammation Turmeric 544 inflammatory Curcuma longa 345 inflammatory Curcuma longa anti 99 inflammation Curcuma longa anti- 8 inflammation Turmeric anti 154 inflammation Turmeric anti10 inflammation Knoflook Garlic inflammation 68 Garlic inflammatory 131 Garlic anti 31 inflammation Garlic anti1 inflammation Allium arsinum anti 20 inflammation Allium arsinum anti- 2 inflammation
31
Bijlage II: Enquête natuurdiëtisten Het doel van deze enquête Onder Nederlandse natuurdiëtisten onderzoek ik of gember, kurkuma en knoflook worden ingezet om specifieke ontstekingsaandoeningen te behandelen. Voor de specerijen die ingezet worden, wil ik weten:
In welke vorm en in welke doses het middel wordt gegeven; Na welk termijn er een positief resultaat wordt bereikt; Hoe een natuurdiëtist tot het besluit komt om een specerij in te zetten bij een ontstekingsaandoening
Ook wil ik weten of de natuurdiëtist ter onderbouwing van die keuze literatuur en/of informatie van supplementen firma’s gebruikt of dat dit practice based is. 1. Hoe lang bent u werkzaam als natuurdiëtist? ……………….jaar 2. Hoe/waar heeft u geleerd kruidengeneeskunde toe te passen? A. Ik heb een opleiding gevolgd bij:……………………………………….…………………………………………………………….. B. Ik heb een cursus gevolgd bij:….………………………………………………………………………………………………………. C. Door zelfstudie en praktijk ervaring D. Anders:……………………………………………………………………………………………………………………………………………. 3. Houdt u bij de kruiden behandeling rekening met de aanleg/constitutie van de cliënt? A. Ja B. Nee → ga door naar vraag 5 4. Indien ja, waar houdt u rekening mee? A. Dosering suppletie B. Vorm suppletie C. Duur behandeling D. Opbouw behandeling E. Alle bovengenoemden D. Anders:………………………………………………………………………………………………………………………………………….. 5. Hoe diagnosticeert u een ontsteking? A. Via de uitslag van de huisarts/het ziekenhuis B. Ik vraag zelf onderzoek aan om ontstekingsfactoren te onderzoeken C. Aan de hand van de klachten van de cliënt D. Alle bovengenoemden E. Anders:……………………………………………………………………………………………………………………………………………. 6. Zet u gember, kurkuma of knoflook in bij ondergenoemde ontstekingsaandoeningen? A. Omcirkel wat van toepassing is: 1. Ja, gember bij osteoartritis en/of reumatoïde artritis en/of andere reumatische aandoeningen 32
2. Ja, knoflook bij coronaire hartziekten en/of atherosclerose en/of endotheel dysfunctie 3. Ja, kurkuma bij orale lichen planus en/of osteoartritis en/of ontsteking bij darmkanker en/of ontsteking na een coronaire bypass operatie B. Nee, ik zet deze preparaten niet in 7. Indien ‘Nee’, waarom niet? Ik vind gember, kurkuma of knoflook… A. onvoldoende effectief bij bovengenoemde aandoeningen B. effectief bij bovengenoemde aandoeningen, ze maar geven niet snel genoeg resultaat C. teveel bijwerkingen geven D. Anders:…………………………………………………………………………………………………………………………………………… 8. Indien ‘Ja’ bij vraag 6: Welke doses gember, kurkuma of knoflook zet u in om bovengenoemde aandoeningen te behandelen? A. 250-500 mg per dag B. 500-1000 mg per dag C. 1000-1500 mg per dag D. 1500-2000 mg per dag E. Anders:…………………………………………………………………………………………………………………………………………….. 9. Na welk termijn ziet u resultaat bij het inzetten van gember, kurkuma of knoflook bij bovengenoemde aandoeningen? A. Na 4-6 weken B. Na 6-8 weken C. Na 2-3 maanden D. Anders:……………………………………………………………………………………………………………………………………………. 10. In welke vorm adviseert u kruiden/specerijen bij ontstekingen? A. Vers via de voeding B. Capsules, gestandaardiseerd C. Capsules, vol kruid D. Tinctuur E. Alle bovengenoemden 11. Gebruikt u bronnen ter onderbouwing voor het inzetten van kruiden/specerijen bij ontstekingsaandoeningen? A. Ja, ik gebruik een grote literatuurstudie database (PubMed, Cochrane, HighWire, anders) B. Ja, ik gebruik achtergrond informatie van grote supplementen firma’s als Solgar, Orthica Folia, BioVitaal C. Nee, ik gebruik geen bronnen. Mijn onderbouwing is mijn eigen praktijk ervaring D. Anders:…………………………………………………………………………………………………………………………………………….
33
Bijlage III: Resultaten enquête natuurdiëtisten
R= Respon dent
Vraag 1 Tijd werkzaam als natuurdiëtist
Vraag 2 Opleiding kruidengene eskunde
Vraag 3 Houdt rekenin g met constit utie Ja
Vraag 4 Houdt rekening met constitutie door middel van - Dosering suppletie - Vorm suppletie - Duur behandeling - Opbouw behandeling
Vraag 5 Hoe ontsteking vaststellen
Vraag 6 Zet gember, kurkuma, knoflook in
Vraag 7 Waarom niet?
Vraag 8 Dosis suppletie
Vraag 9 Na welk termijn resultaat?
Vraag 10 Vorm suppletie
Vraag 11 Gebruik bronnen ter onderbouwing
R1
37 jaar
- Iriscopie, diverse kruiden cursussen - Zelfstudie praktijkervaring delen met collega artsen
- Onderzoek aanvragen - Klachten van cliënt - Laaggradige ontstekingen niet vast te stellen d.m.v. CRP
- Gember - Kurkuma
-
2-3 maanden
- Vers via de voeding - Capsules, gestandaar diseerd - Capsules, vol kruid - Tinctuur
Natura Foundation
Ja
- Dosering suppletie - Vorm suppletie - Duur behandeling - Opbouw behandeling
- Klachten van cliënt
- Gember - Knoflook - Kurkuma
-
250-500 mg/d Laag starten met suppletie en langzaam omhoog om bijwerkingen tegen te gaan, vooral biogene aminen 500-100 mg/d
6-8 weken
- Vers via de voeding - Capsules, gestandaar diseerd
Ortho Science
Ja
- Dosering suppletie - Vorm suppletie
- Uitslag huisarts/ ziekenhuis - Klachten van cliënt
Nee
Onbekend dat de kruiden ingezet worden bij genoemde aandoeningen
-
-
- Vers via de voeding - Capsules, gestandaar diseerd
- Ja, ik gebruik een grote literatuurstudie database (PubMed, Cochrane, HighWire, anders) - Ja, ik gebruik achtergrond informatie van grote supplementen firma’s als Solgar, Orthica Folia, BioVitaal - Ayurvedische en Chinese bronnen van Chinese en Indiase universiteiten - Ja, ik gebruik een grote literatuurstudie database (PubMed, Cochrane, HighWire, anders) - Ja, ik gebruik achtergrond informatie van grote supplementen firma’s als Solgar, Orthica Folia, BioVitaal -
R2
4 jaar
R3
10 j ND 20 j D
34
R= deelnemer
Vraag 1 Tijd werkzaam als natuurdiëtist
Vraag 2 Opleiding kruidengene eskunde
Vraag 3 Houdt rekenin g met constit utie
Vraag 4 Houdt rekening met constitutie door middel van
Vraag 5 Hoe ontsteking vaststellen
Vraag 6 Zet gember, kurkuma, knoflook in
Vraag 7 Waarom niet?
Zet kruiden alleen in bij laaggradige ontstekingen zoals griep en verkoudheid Te weinig kennis over de kruiden, weinig patiënten met genoemde aandoeningen -
Vraag 8 Dosis suppletie
Vraag 9 Na welk termijn resultaat?
Vraag 10 Vorm suppletie
Vraag 11 Gebruik bronnen ter onderbouwing
-
-
- Vers via de voeding - Capsules, gestandaar diseerd
- Ja, ik gebruik achtergrond informatie van grote supplementen firma’s als Solgar, Orthica Folia, BioVitaal
250-500 mg/d
- Vers via de voeding - Capsules, gestandaar diseerd
- Ja, ik gebruik achtergrond informatie van grote supplementen firma’s als Solgar, Orthica Folia, BioVitaal
Vers via de voeding
- Ja, ik gebruik achtergrond informatie van grote supplementen firma’s als Solgar, Orthica Folia, BioVitaal
Tinctuur
- Ja, ik gebruik een grote literatuurstudie database
R4
½
Ortho Linea
Ja
- Dosering suppletie - Opbouw behandeling
- Klachten van cliënt
Nee
R5
1,5
Ortho Linea + andere seminars
Nee
-
- Kurkuma
R6
15 ND 22 D
- Ortho Science - Kraaybeker hof - Ortho Linea
Ja
Nee
Begeleidt veel mensen met PDS; zijn gevoelig voor biogene aminen
-
Te weinig nog met direct resultaat. Darmen wel na een maand 6-8 weken
R7
3
Zelfstudie praktijk
Ja
- Dosering suppletie - Vorm suppletie - Duur behandeling - Opbouw behandeling - Dosering suppletie
- Uitslag huisarts/ ziekenhuis - Onderzoek aanvragen - Klachten van cliënt - Uitslag huisarts/ ziekenhuis - Klachten van cliënt
Variërend tussen
Nee
Allergische reacties en
-
-
35
R= deelnemer
Vraag 1 Tijd werkzaam als natuurdiëtist
Vraag 2 Opleiding kruidengene eskunde
Vraag 3 Houdt rekenin g met constit utie
ervaring delen met collega artsen
R8
4
Natura Foundation
Ja
R9
12
- Ortho Science - Bijscholing collega’s
Ja
Vraag 4 Houdt rekening met constitutie door middel van - Vorm suppletie - Duur behandeling - Opbouw behandeling
- Dosering suppletie - Vorm suppletie - Duur behandeling - Opbouw behandeling - Dosering suppletie - Vorm suppletie - Duur behandeling - Opbouw behandeling
Vraag 5 Hoe ontsteking vaststellen
- Uitslag huisarts/ ziekenhuis - Onderzoek aanvragen - Klachten van cliënt - Laaggradige ontstekingen niet vast te stellen d.m.v. CRP - Klachten van cliënt
- Uitslag huisarts/ ziekenhuis - Klachten van cliënt
Vraag 6 Zet gember, kurkuma, knoflook in
Vraag 7 Waarom niet?
Vraag 8 Dosis suppletie
Vraag 9 Na welk termijn resultaat?
Vraag 10 Vorm suppletie
biogene aminen
Vraag 11 Gebruik bronnen ter onderbouwing
(PubMed, Cochrane, HighWire, anders) - Ja, ik gebruik achtergrond informatie van grote supplementen firma’s als Solgar, Orthica Folia, BioVitaal - Nee, ik gebruik geen bronnen. Mijn onderbouwing is mijn eigen praktijk ervaring
Nee
Onvoldoende bekend met de kruiden
-
-
-
-
- Gember - Knoflook - Kurkuma
-
Te weinig ervaring/ken nis van de kruiden om (bij)werking van hoge doses in te schatten
4-6 weken
- Vers via de voeding - Tinctuur
- Ja, ik gebruik een grote literatuurstudie database (PubMed, Cochrane, HighWire, anders) - Ja, ik gebruik achtergrond informatie van grote supplementen firma’s als Solgar, Orthica Folia, BioVitaal - Nee, ik gebruik geen
36
R= deelnemer
Vraag 1 Tijd werkzaam als natuurdiëtist
Vraag 2 Opleiding kruidengene eskunde
Vraag 3 Houdt rekenin g met constit utie
Vraag 4 Houdt rekening met constitutie door middel van
Vraag 5 Hoe ontsteking vaststellen
Vraag 6 Zet gember, kurkuma, knoflook in
Vraag 7 Waarom niet?
Vraag 8 Dosis suppletie
Vraag 9 Na welk termijn resultaat?
Vraag 10 Vorm suppletie
R10
22
- Solgar - Metagenics - Prakijkervaring
Ja
- Dosering suppletie - Vorm suppletie - Duur behandeling - Opbouw behandeling
- Uitslag huisarts/ ziekenhuis - Onderzoek aanvragen - Klachten van cliënt
- Gember - Knoflook - Kurkuma
-
- 250-500 mg per dag - 500-1000 mg per dag
- Na 4-6 weken - Na 6-8 weken - Na 2-3 maanden
- Vers via de voeding - Capsules, gestandaar diseerd - Capsules, vol kruid
R11
7
Ja
- Dosering suppletie
- Uitslag huisarts/ ziekenhuis
Nee
-
-
14
Ja
- Dosering suppletie - Vorm suppletie - Duur behandeling - Opbouw behandeling
- Uitslag huisarts/ ziekenhuis - Klachten van cliënt
-Gember
Onvoldoende opgeleid om kruiden te adviseren -
-
R12
- Door zelfstudie en praktijkervaring - Door zelfstudie en praktijkervaring
-
-4 dagen
- Vers via de voeding - Heet water kuur
37
Vraag 11 Gebruik bronnen ter onderbouwing
bronnen. Mijn onderbouwing is mijn eigen praktijk ervaring - Eigen bronnen - Ja, ik gebruik een grote literatuurstudie database (PubMed, Cochrane, HighWire, anders) - Ja, ik gebruik achtergrond informatie van grote supplementen firma’s als Solgar, Orthica Folia, BioVitaal - Ervaring met Traditional Chinese Medicine -
- Ja, ik gebruik achtergrond informatie van grote supplementen firma’s als Solgar, Orthica Folia, BioVitaal - Boeken