LeerKracht Jaargang 13 | nummer 1 | maart 2011
pagina 4 | Ontregelen als nieuwe trend | pagina 13 | Zaterdagschool op ‘t Palet | pagina 14 | Een warme overdracht PO-VO |
Colofon
Inhoud
‘LeerKracht’ (4100 ex.) is het personeelsmagazine van Lucas Onderwijs. Het volgende nummer verschijnt in september 2011. Suggesties voor kopij kunt u mailen naar:
[email protected]. Lucas Onderwijs Postbus 93231 2509 AE Den Haag 070 - 300 11 00 www.lucasonderwijs.nl
[email protected]
Artikelen Ontregelen in het onderwijs 4 Op buitenlandse excursie 8 Coaching op de werkvloer 10 Van PO naar VO op warme wijze 14
| Redactie | Victoria Bachnoe, Annemarie Breeve (eindredactie), Jessica Hendriks, Roger Huijgen, John Huiskens, Sharon de Roode, Ted Smits, Cor Verbree
Rubrieken
| Aan dit nummer werkten mee | Hein van Asseldonk, Marcel Groeneweg, Fred de Groot, Henny Heijmans, Michel Schreuder
Column Marcel Groeneweg 6
De bekende oud-leerling 2
Kort nieuws 7
| Vormgeving en productie | The Happy Horseman BV
De doorgeefcolumn 12
| Illustraties | Auke Herrema
Kort nieuws 13
| Fotografie (tenzij anders vermeld) | Lou Wolfs Fotografie
Tien vragen aan 16
De bekende oud-leerling
‘Acteren vond ik vroeger al leuk’ I
edere school heeft wel een oud-leerling
die zich in zijn of haar latere leven ontpopte tot een bekende Nederlander. Soms door een bepaald talent, een opvallende prestatie of een functie in de maatschappij. Hoe kijken zij terug op hun schooltijd? Ruben Herschberg (24) was tot vier jaar geleden leerling op de Bernardusschool. Herschberg speelt de rol van de goedgelovige Hubert in de soapserie
“In januari 2007 ging ik helaas van de Bernardusschool. Ik was een lieve leerling en goed in rekenen. De Bernardusschool is echt een superleuke school met superlieve leerkrachten, zoals de juffen Debby, Camine en Irene, maar mijn allerliefste juf was Monique. Zij is helaas zo’n elf jaar geleden overleden. Ik kan me nog herinneren dat we met de hele school in de gymzaal zaten en dat ze vertelden dat de juf was overleden. Dat was echt heel erg. Mijn moeder en ik zijn naar de begrafenis gegaan. Ik ga nog wel eens langs bij mijn oude school. Er is veel veranderd, zo is het tapijt weg en er ligt nu een echte vloer. Ik mis de gezelligheid van de klas nog steeds. We hebben gelukkig nog ieder jaar een Paasdisco op school.”
Downistie. “Na de Bernadusschool heb ik onder andere gewerkt bij TNT en bij de Wereldzaak. Ik werk nu bij Florence in Den Haag. Daar maak ik ta-
fels en stoelen schoon en help ik met vegen. Ik werk ook in de keuken van PsyQ. Dan maak ik soepen, doe ik broodjes in de oven en snij ik uien. Op de Bernardusschool hadden we ook het vak koken. Dat ging toen ook al goed. Ik heb nu mijn eigen flat in Voorburg met een steunpunt aan de andere kant van de weg. Daar ga ik eten, maar ik kook ook gewoon zelf hoor. Een keer per week kom ik thuis, maar niet altijd. Soms wil ik ook alleen zijn.” “Acteren vond ik vroeger al leuk. Ik ben altijd al fan geweest van Goede tijden, slechte tijden. Op de Bernardusschool speelde ik een vis in de musical Oh, wat een schat! Ik vond het dan ook heel leuk dat ik werd gevraagd voor Downistie. Ik vind acteren niet moeilijk. Op de eerste dag moest ik meteen een huilscène doen. Ik ging gewoon denken aan mijn overleden opa en oma, onze oude hond Morris en
Column
College van Bestuur
| Tekst | Hein van Asseldonk | Fotografie | Lou Wolfs
Trust but verify at was een van de slogans die wij als College van Bestuur zo’n vijf jaar geleden hebben gelanceerd om de herinrichting van de Lucasorganisatie en de daarop aansluitende nieuwe ambitie vleugels te geven. Uitvloeisel van de constatering dat er vanouds in onze stichting volop vertrouwen bestond, maar dat de puntjes op de i in alle drukte nog wel eens achterwege bleven. Het is vooral de ontwikkeling Hein van Asseldonk houdt zich in het College van Bestuur bezig met het die onze samenleving in de afvoortgezet onderwijs. gelopen jaren heeft doorgemaakt, die mij aan het denken heeft gezet over onze goedbedoelde aansporing. Want er zijn naar mijn opvatting belangrijke stappen gezet in de professionalisering van Lucas Onderwijs en zijn onderdelen. En er wordt naar mijn waarneming ook nóg meer dan voorheen precies en volledig werk geleverd. Maar ook om ons heen en in de samenleving in ruimere zin, lijkt ons parool verstaan te zijn. Helaas echter, zo lijkt het, niet helemaal volledig. Want het heeft er alle schijn van dat alleen het laatste woord voortdurend na-echoot. Wantrouwen sijpelt als een bijtend gif gestaag in alle maatschappelijke verhoudingen. Ieder incident dat wijst op schending van vertrouwen wordt opgeblazen, uitvergroot en door de multiplicator gehaald, uitmondend in raadsvragen, Kamervragen, spoeddebatten, beleidsmaatregelen en - vooral - krasse beschuldigingen die hele categorieën, beroepsgroepen en sectoren in de beklaagdenbank jagen. Geen misverstand: incidenten dienen voortvarend en daadkrachtig aangepakt te worden en misstanden moeten worden uitgebannen. Maar ik verfoei de controle-industrie die als uitvloeisel van het wantrouwen om zich heen grijpt. Decameters mappen met paperassen worden jaarlijks in nooit meer geopende archieven opgeborgen, nadat kostbare accountants er met een geleerde blik doorheen gebladerd en gestempeld hebben. En ik zie met lede ogen de accenten verschuiven: van verantwoordelijkheid nemen naar verantwoording afleggen, van kansen grijpen en mogelijkheden bieden, naar indekken en voorzichtigheid. En dat alles vanuit de illusie dat we ooit ieder risico zullen kunnen uitbannen. Ik ben zo ver dat ik de belangrijkste boodschap van onze slogan niet langer wil laten overschaduwen en proclameer daarom op deze plaats een alternatief: TRUST! |
D
| Tekst | Roger Huijgen
| Fotografie | Fred de Groot
In Downistie spelen enkel acteurs die geboren zijn met het syndroom van Down. De serie wordt sinds 11 maart twaalf weken lang elke vrijdag uitgezonden bij De wereld draait door (Nederland 3 vanaf 19.30 uur). Heeft u een uitzending gemist? Kijk het terug op www.dwdd.nl.
de actrice Frédérique Huydts. Toen kwamen de tranen vanzelf, dus dat was een goede truc.” “Als ik dadelijk bekend ben, dan ga ik meteen handtekeningen op een foto uitdelen aan de mensen. Afgelopen week vroeg een dame in de trein al aan me of ik die ene acteur was. Dat is gewoon leuk. Ik ben ook iedere week aan het repeteren in Amsterdam voor een musical die wordt uitgevoerd op 28 mei. Sommige acteurs van Downistie doen er ook aan mee. Ik ben een tijdje ziek geweest en op 9 oktober 2009 heb ik een nieuwe nier gekregen. Sinds die dag heb ik ook veel energie. Nu heb ik veel plannen. Ik wil ooit gaan acteren in die politieserie met Victor Reinier en Angela Schijf. En ook als de echte Mister Bean en Pipo de Clown. En ik hoop natuurlijk dat ze een vervolg maken van Downistie.” |
| LeerKracht |
3
| Tekst | Michel Schreuder
| Fotografie | Lou Wolfs
Durven loslaten
O
ntregelen. Volgens het woordenboek betreft het een synoniem
voor ontwrichten of overhoop halen. Eigenlijk niet iets wat je in een school graag doet. Gerard van Vliet, directeur van basisschool Jeroen uit Den Haag, geeft zijn eigen invulling aan ontregelen. Hoe minder er geregeld is, hoe beter. Het komt het onderwijs en het werkplezier van de leerkracht alleen maar ten goede. ‘Ambtenarij zit diep in mijn allergie.’
De bewijslast in het onderwijs is momenteel enorm. Van elke stap in de klas moet worden bewezen dat ze voldoet aan de regels van de methode, school en overheid. De school moet zichzelf verantwoorden bij het schoolbestuur en de inspectie, en bestuur en inspectie moeten zichzelf verantwoorden bij het ministerie en de politiek. Op zich is er niets mis met verantwoording, vindt Gerard van Vliet. Integendeel. Maar wel op het juiste moment: aan het eind van het proces, als er afgerekend moet worden. “Als we klassenbesprekingen hebben, kijken we naar de cijfers. Dán gaan we vragen stellen”, zegt de directeur van basisschool Jeroen in de Haagse Spoorwijk. “Er zijn op een school al zoveel controlemomenten. Moet iedereen zich dan ook nog gaan bemoeien met hóe we ons doel halen? Hoe je het doet, maakt me niet zo veel uit, als de resultaten maar goed zijn.” Derde Weg Socioloog Andy Hargreaves, hoogleraar in Boston, verwijt het vooral de politiek dat er zo veel regels en procedures zijn. In een interview met LRPLN, het blad van het natio-
4
| LeerKracht |
naal expertisecentrum leerplanontwikkeling SLO, beschrijft hij de ontwikkeling van de zogenoemde Derde Weg: een herwaardering van de publieke sector, maar wel op een bedrijfsmatige manier. Om de samenleving te bewijzen dat er geen geld over de balk werd gesmeten, kwam er controle op de uitgaven. “Het gevolg is dat het onderwijs veel tijd kwijt is aan administratie, zodat de cijfers controleerbaar zijn”, aldus Hargreaves. Om de resultaten te meten, kwam het testen in zwang. “En dat alles gekoppeld aan inflexibele overheidsvoorschriften. Het leidde tot een overheid die in de onderwijswereld als autocratisch wordt ervaren, alziend en allesbepalend.” Van Vliet ziet dat ook zo. “De hele maatschappij is tegenwoordig ingericht op controle, nog voordat er ook maar enige verantwoording is afgelegd. Draai het maar om. Leg éérst verantwoording af over wat je hebt gedaan en ga dat dan eens controleren.” Saaiheid De schooldirecteur merkte dat het tijd was voor verandering toen hij zich begon te
en experimenteren vervelen op school. “Ik merkte dat de saaiheid mij in de weg begon te zitten”, zegt hij. “Alles was geregeld, alles was dichtgetimmerd. En ambtenarij zit diep in mijn allergie.” Aan de andere kant klaagden de leerkrachten op basisschool Jeroen, net als elders in het land, over een zeer hoge werkdruk. “Als je dan gaat navragen en bedenken waar die werkdruk vandaan komt, zie je dat er eigenlijk ontzettend veel energie gaat zitten in gedoe, in jaarlijks terugkerende dingen. In regel- en neuzelvergaderingen. Daarom is vorig schooljaar besloten het bijwonen van team- en bouwvergaderingen op basis van vrijwilligheid te laten gebeuren. Laat mensen maar eens keuzes maken.” Sinterklaas Dit schooljaar zijn er helemaal geen bouwen teamvergaderingen meer. Ook met de jaarlijks terugkerende zaken hoeft niet iederéén zich te bemoeien. Een werkgroepje van drie of vier man is wat Van Vliet betreft genoeg. “Sinterklaas komt elk jaar aan. Wat maakt het mij uit of hij op een schimmel komt of per helikopter? Dat zijn details. Daar moet je niet een heel team mee vervelen. Die tijd kunnen ze beter in het onderwijs steken. Ook de rondvraag tijdens vergaderingen is afgeschaft. Als ze wat te vragen hebben, sturen ze me maar een mailtje of komen even langs. Veel sneller en veel directer. En je belast er de rest van het team niet mee.” Basisschool Jeroen is vorig jaar begonnen met het ontregelen, nadat de directeur samen met enkele collega’s en bestuurders van de besturenraad een conferentie in Boston bijwoonde, waar Andy Heargraves college gaf. “Het was een eye opener”, zegt hij. “Vooral omdat ik in eerste instantie mijn eigen leiderschapsstijl tegen het licht moest houden. Dan merk je toch dat je in vaste patronen denkt die vaak moeilijk te doorbreken zijn.” Werkplezier Door ballast weg te halen, moet de leerkracht het plezier in het onderwijs weer terug krijgen. “Een docent moet het hebben over de inhoud van het vak. Niet over allerlei
regels. Daar ben ik voor. Als je de leerkracht weer verantwoordelijk kan maken voor het onderwijsproces, komt het werkplezier vanzelf terug.” Het maken van keuzes geldt niet alleen het bijwonen van vergaderingen. Ook in de klas moet dat gebeuren. “Als een docent wil afwijken van de methodes, is dat prima. Waarom zou je een kind dat een som begrijpt, nóg een rijtje sommen laten maken? Wat ik nu doe met mijn collega’s, moeten zij in de klas doen. Je moet durven loslaten en experimenteren. De leerkracht moet weer op ontdekkingstocht in zijn eigen ambacht.”
regels te handhaven en te controleren, is Van Vliet nu meer een coach op de werkvloer geworden. Hij moet inspireren, uitdagen en faciliteren. En beschouwen. “Dat laatste is ook belangrijk”, zegt hij. “Je moet niet bij elk incident meteen regelend optreden. Kijk eerst maar eens of het een incident is of structureel. Als hier op het schoolplein een ernstig ongeluk gebeurt, moet je dan meteen het hele schoolplein verbouwen? Of eerst eens kijken hoeveel ernstige ongelukken er eigenlijk de afgelopen jaren gebeurd zijn? Je ziet dat momenteel in de politiek ook. Als er iets gebeurt, worden er meteen Kamervragen
‘Er gaat eigenlijk ontzettend veel energie zitten in gedoe, in jaarlijks terugkerende dingen’
Dat de regelbijeenkomsten zijn afgeschaft, wil overigens niet zeggen dat de leerkrachten op basisschool Jeroen niet meer om de tafel zitten. “Maar het zijn nu bijeenkomsten over de inhoud van het onderwijs”, zegt Van Vliet. “En veel gaat op basis van competentie en vrijwilligheid. Er zijn flitsvergaderingen van maximaal drie kwartier over één inhoudelijk onderwerp. We hebben werkgroepen en kwaliteitskringen die zich bijvoorbeeld buigen over de brede buurtschool, taal of sociaalemotionele ontwikkeling. En tijdens de studiedagen hebben we het over onze visie op het onderwijs.” Voor de leerkrachten op de school is loslaten niet altijd een makkelijk proces, merkt de directeur. “Het is een groeiproces. Sommigen zijn toch bang iets te missen. Dat is ook de grootste valkuil: dat mensen te veel willen. Dat ze té enthousiast worden. Want leraren willen best veel, als het maar geen geneuzel is.” Leerstijlen Zijn eigen rol op school is door het ontregelen sterk veranderd. In plaats van opgelegde
gesteld. Er wordt niet gewerkt vanuit een visie, maar vanuit incidenten.” Van Vliet maakt wel duidelijk dat niet elke school op stel en sprong aan het ontregelen kan slaan. Voorwaarde is dat de basis van de school goed is. “Financieel moet je de zaken op orde hebben, het gebouw moet goed zijn, je moet een goed team hebben. Als dat allemaal goed geregeld is, kan je gaan ontregelen. Overigens wil ook niet iedereen er zo ver in meegaan. Sommige leerkrachten houden toch vast aan de bestaande lesmethoden. Dat is prima. Laat kinderen maar kennis maken met verschillende leerstijlen. Zeker in de hogere klassen. Want als ze op de middelbare school terecht komen, krijgen ze misschien wel met veertien verschillende manieren van lesgeven te maken.” Eén ding staat voor de directeur wel als een paal boven water: met het afnemen van de regeldruk, komt het plezier in het lesgeven weer terug. “Zelfs in de koffiekamer wordt er hier weer inhoudelijk over onderwijs gepraat”, zegt hij. |
| LeerKracht |
5
| Tekst | Marcel Groeneweg
| Fotografie | Lou Wolfs
Column
Een succes?
Marcel Groeneweg is columnist voor. Van 12 tot 18 en was tot 1 januari.
Zo lang ik Alec ken, vanaf de brugklas, is het hem nooit gelukt een proefwerk binnen een lesuur af te krijgen. Hij heeft een robotachtige vorm van autisme. We kunnen hem als het ware programmeren. Als hij iets op zijn harde schijf heeft gezet, dan is het er met geen mogelijkheid meer af te krijgen. Dat heeft zo zijn voordelen. Alec is nooit afwezig, nooit te laat, zal zich nooit misdragen en heeft zijn huiswerk altijd in orde. Zijn leven is in blokken verdeeld: slapen - eten - vervoer - huiswerk - school - sport. Ruimte voor spontaniteit lijkt er vrijwel niet te zijn. Nu is Alec ook zelf wel één van de minste spontane mensen die ik ken. Hij zal nooit verassend reageren. Maar dat langzame werken... dat zit me niet lekker. Ik wil dat hij zijn tempo leert versnellen. Via het Centrum voor Autisme kocht ik een zogenoemde Timer Timer, een soort klok die visueel de tijd aangeeft met behulp van een rood vlak. Een zoveelste manier om Alec te helpen sneller te leren werken. Ik leg hem de werking van de klok uit. Veel interesse lijkt hij er niet in te hebben. “Wil je er mee gaan werken, Alec?” “Moet dat?” bromt hij. “Nee, maar ik stel voor dat je er mee aan de gang gaat.” “Stelt u dat voor?” “Alec, jij gaat er mee aan de gang, ik bedoel, jij gaat er mee werken tijdens deze les.” “Oh, dus het moet.” “Ja, het moet.”
teamleider en docent.Engels op het. College St. Paul..Hij is auteur van het. boek De leven is.hard en schrijft. columns.voor LeerKracht. Per 1 januari. 2011 is hij plaatsvervangend directeur. van.Esloo Praktijkonderwijs..
Ik leer het eindelijk. Gewoon opdrachten geven, programmeren. Niet sympathiek,
wel effectief
6
| LeerKracht |
Ik leer het eindelijk. Gewoon opdrachten geven, programmeren. Niet sympathiek, wel effectief. De klok wordt ingesteld op 50 minuten. Na 25 minuten loop ik bij hem langs. “Hoe lang heb je gewerkt, Alec?” “Vijfentwintig minuten.” Hij is duidelijk geïrriteerd dat ik hem stoor. “Hoe lang heb je nog?” “Nog vijfentwintig minuten.” “Hoeveel vragen heb je gemaakt?” “Drie.” “Hoeveel moet je er nog?” “Negen.” “Moet je dus sneller gaan werken?” “Ja.” Ik laat hem weer met rust. ‘t Zal mij benieuwen. Dan, als het rode gedeelte van de klok nog vier minuten aangeeft, meldt Alec dat hij klaar is! Hij is klaar! Het is hem gelukt! Hij heeft zijn proefwerk in één lesuur af gekregen! Ik vraag hem hoe dat komt. “Ik keek naar dat rode schijfje op die klok en toen dacht ik, dat ik door moest werken, en nu is het af.” Hij toont geen enkele emotie. “Alec, dit is echt geweldig, je hebt je proefwerk af!” “Nou en, ik maak mijn proefwerken toch altijd af?” “Ja, maar niet binnen een lesuur.” “Nee, dat niet.” “Dat is toch hartstikke goed dan van je?” “Waarom?” Het interesseert hem geen zier. Ik sta er bijna bij te juichen. Hij zal me wel volslagen mesjokke vinden. “Alec, het is je nooit eerder gelukt een proefwerk af te krijgen in een lesuur!” “Ja, dat zei u net ook al.” Dan gaat de bel voor de volgende les. Met houterige bewegingen pakt hij zijn lederen aktetas in. Schriften bij schriften, boeken bij boeken. Zijn pen bergt hij op in zijn blikken etui. “Ik heb nu wiskunde.” Zonder mij nog een blik waardig te gunnen, staat hij op, schuift zijn stoel aan en marcheert weg. De Timer Timer blijft eenzaam op zijn tafeltje achter. |
Vragen aan de
Kort Nieuws
onderwijsminister? LeerKracht interviewt in mei Marja van Bijsterveldt, minster van OCW. Heeft u vragen voor de minister? Mailt u die dan voor half mei naar
[email protected]. Het interview verschijnt in de eerstvolgende LeerKracht net na de zomervakantie! |
Lerarenbeurs: snel aanvragen Van 1 april tot 13 mei kunnen bevoegde leerkrachten in het primair en voortgezet onderwijs een aanvraag doen voor een Lerarenbeurs. De beurs vergoedt (deels) cursus- of collegegeld, studiemiddelen en reiskosten aan docenten die bijscholing volgen. Omdat de overheid een plafond heeft gesteld aan de subsidie, is het zaak zo snel mogelijk een beurs aan te vragen. Daarbij geldt – per onderwijssector - de regel: wie het eerst komt, die het eerst maalt. Aan het toekennen van de Lerarenbeurs is een aantal voorwaarden verbonden. Het moet bijvoorbeeld gaan om een bachelor- of masteropleiding of een korte opleiding die gericht is op het verwerven van extra bekwaamheden. Het is een eenmalige beurs die elke leerkracht eenmaal in zijn onderwijsloopbaan kan aanvragen. De vergoeding bedraagt maximaal 3500 euro voor college- of cursusgeld en een vast percentage aan reiskosten en studiemiddelen. Ook werkgevers kunnen een tegemoetkoming krijgen om vervanging tijdens het studieverlof te bekostigen. Aanvragen voor de Lerarenbeurs moeten worden ingediend bij de Dienst Uitvoering Onderwijs van het ministerie van OCW. Op de website www.ibgroep.nl staan alle voorwaarden op een rijtje en is vanaf 1 april ook een aanvraagformulier te vinden. Eén van de opleidingen die vanuit Lucas Onderwijs wordt georganiseerd, is ‘Onderwijs en Moderne Media’, een post-hbo studie die ABZHW geeft in samenwerking met de Hogeschool Leiden. Deze opleiding voldoet aan alle eisen van de lerarenbeurs. Meer informatie is verkrijgbaar via de website www.abzhw.nl. |
Heldring VMBO heeft wat te vieren! Hofstad Heldring heet voortaan Heldring VMBO. Deze school die al jaren hoog scoort op burgerschapscompetenties vond het tijd de naam aan te passen. Binnen Lucas Onderwijs ontstonden enkele jaren terug vier instellingen voor voortgezet onderwijs. Heldring VMBO maakt deel uit van de instelling de Haagse Colleges. De school wilde daarom de naam ook aanpassen. Uitgangspunt was de naam Heldring te behouden vanwege de verwijzing naar Ottho Gerhard Heldring (1804-1876) die zich in zijn tijd al inzette voor kansarme jongeren. Daarnaast wil de school nadrukkelijk het vmbo profileren en laten zien dat dit een prachtige onderwijsrichting is die jongeren goed voorbereidt op een vervolgstudie en een plaats in de samenleving. Heldring VMBO werd onlangs genoemd in het boek Scholen voor burgerschap. Dit boek is gepresenteerd aan de minister van Onderwijs. Ook is de school verheugd over de uitkomst van de Alliantie Scholenpanels, die landelijk onder zo’n 35 vmbo-scholen wordt gehouden door de onderwijsinspectie. Bij deze meting worden leerlingen ondervraagd over veiligheid, omgaan met conflicten en democratisch handelen op hun school. Heldring VMBO heeft voor het derde jaar op rij de hoogste notering behaald! |
Concert in een container Leerlingen van basisschool de Melodie in Rijswijk bezochten op 13 en 14 januari een klassiek concert in een grote container. De trailer - ook wel de Classic Express genoemd - is van het Prinses Christina Concours. Daarin worden klassieke concerten gegevens aan de klassen van de school. De Classic Express biedt basisschoolleerlingen klassieke muziek aan op interactieve wijze, gegeven door getalenteerde musici van 16 tot 22 jaar. De leerlingen en de leerkrachten van de Melodie vonden het geweldig! Ook iets voor uw school? Kijk op www.classicexpress.nl. |
| LeerKracht |
7
| Tekst | Michel Schreuder
| Illustratie | Auke Herrema
| Fotografie | Archief Stanislascollege
Buitenlandse schoolreis: niet B
arcelona, Praag, Londen, Parijs en Rome. Het zijn steden waar in het
voor- en najaar hele horden Nederlandse scholieren worden aangetroffen. Want elke zichzelf respecterende middelbare school heeft minstens één buitenlandse reis op het programma staan. ‘Het duurt wel even voordat leerlingen zich realiseren wat ze er van opgepikt hebben.’
De stoere verhalen bij terugkomst zijn van alledag. Scholieren die elke avond tot laat in de disco staan, de beest uithangen en er een wilde week van maken vol Wein, Weib und Gesang. Het is het schrikbeeld van elke ouder die zijn kind met school naar het buitenland stuurt. Maar ook schromelijk overdreven. Brigitte Soffner moet er om glimlachen. “Ach, er zal er best eens iemand een biertje drinken”, zegt ze. “Daar moet je realistisch in zijn, we kunnen tenslotte niet overal bij zijn. Bovendien: je moet ook niet alles willen weten. Het blijven leerlingen, die zoeken de grenzen op. Als het maar niet leidt tot excessen.” Zusterscholen Elke zichzelf respecterende middelbare school heeft minstens één buitenlandse reis op het programma staan. De meeste scholen kiezen voor stedentrips, andere bieden doevakanties aan en bij sommige opleidingen is de buitenlandse reis bedoeld om een taal te oefenen of contacten met zusterscholen aan te halen. Eigenlijk nergens in den lande wordt de zin van buitenlandse trips in twijfel getrokken. Alleen het bestuur van een Brabantse scholengroep wilde enkele jaren geleden het mes zetten in reizen waaraan ‘geen helder omschreven pedagogisch-didactisch doel is verbonden’. Soffner gaat al vele jaren met leerlingen naar Berlijn. Op haar vorige school met vwo’ers, nu op het Stanislascollege Pijnacker met havoscholieren. Haar collega Anja van Boheemen reist de laatste twee jaar met ha-
8
| LeerKracht |
Handtekeningen zetten op de Berlijnse muur.
voscholieren naar Rome en ging daarvoor ook mee naar Berlijn. De school biedt verder reizen aan naar Tsjechië, Barcelona en Sicilië. Beiden docenten zien wel degelijk het belang in van buitenlandse scholentrips. “Vaak gaat het om bestemmingen waar leerlingen - alleen of met hun ouders - niet snel komen”, zegt Soffner. “Als ze nu niet gaan, zullen ze zo’n stad later ook niet zo snel bezoeken.” Haar collega beaamt dat: “Sommige leerlingen zeggen: ‘Oh, in Italië ben ik al ge-
weest’. Maar als je dan vraagt wat ze gedaan hebben tijdens zo’n vakantie, is dat vaak ’s avonds stappen en overdag een beetje chillen op het strand. Terwijl zo’n land natuurlijk veel méér te bieden heeft. Wij maken onze reizen educatief verantwoord.” Wereldburgerschap Historische kennis opdoen, musea bezoeken en de landmarks bekijken, het lijken de voornaamste onderdelen van een buitenlandse
alléén educatief verantwoord schoolreis. Maar voor de ontwikkeling van vijftien- en zestienjarige leerlingen betekent het veel méér en de maatschappelijke effecten zijn groot. Voor veel kinderen is het hun eerste schrede op weg naar het wereldburgerschap. “De één stapt elk jaar op het vliegtuig om te gaan shoppen op Bali, maar de ander is bij wijze van spreken Pijnacker nog nooit uitgeweest”, geeft Van Boheemen aan. Soffner: “Juist voor leerlingen van deze leeftijd is het goed als ze kennis maken met andere culturen, zien dat er meer is. In Berlijn bijvoorbeeld, met z’n unieke geschiedenis, leren ze onder meer dat vrijheid niet vanzelfsprekend is. Reizen verbreedt de horizon. Als ze later iets horen op het nieuws, kunnen ze het ook beter duiden. Omdat ze er geweest zijn. Wij nemen de leerlingen bijvoorbeeld altijd mee naar voormalig concentratiekamp Sachsenhausen, net buiten Berlijn. De verandering die zich voltrekt als je hen ziet rondlopen waar alle wreedheden en ellende écht zijn gebeurd, is enorm. Je kunt het wel op school vertellen, maar met eigen ogen zien,
beiden. Van Boheemen: “Sommigen zijn nog nooit in een museum geweest en weten absoluut niet hoe ze zich daar moeten gedragen. Wij gaan elk jaar met het vliegtuig naar Rome. Een groot aantal van de leerlingen die meegaan op deze reis, heeft nog nooit in een vliegtuig gezeten. Dat is toch ook een
‘De één gaat elk jaar shoppen op Bali, maar de ander is bij wijze van spreken Pijnacker nog nooit uitgeweest’ maakt toch een enorm verschil. Na afloop van dat bezoek zijn ze echt een tijdje van slag.” Haar collega vult aan: “Als je hen die ervaring niet geeft, hebben ze ook niets om over na te denken. De leerlingen ervaren het misschien niet onmiddellijk zo, maar later hoor je vaak dat ze een boel hebben opgepikt tijdens een dergelijke reis. Het heeft alleen tijd nodig om te bezinken. Maar is dat niet met de hele schooltijd zo? Pas achteraf besef je wat je in die periode hebt opgestoken.” Uitje Naast begrip voor andere culturen en het aanreiken van historisch besef, draagt een buitenlandse reis ook bij aan de ontwikkeling van de persoonlijkheid van een kind, vinden
ervaring waar ze in hun toekomst iets aan hebben. Daarnaast zie je onverwachte dingen gebeuren. Leerlingen waarvan je het nooit had verwacht, ontpoppen zich opeens als voortrekkers. En degenen met de grootste mond op school vallen soms compleet door de mand. Die lusten niks, willen niks en zijn nergens in geïnteresseerd.” Overigens moet de nadruk tijdens een buitenlandse reis niet alleen liggen op educatie, vindt het duo. “Leerlingen moeten er wel iets van leren, maar ze moeten het ook als een uitje kunnen blijven zien”, zegt Soffner.
ders wordt nooit routine. Niet elke leerkracht is geschikt voor zo’n reis, stellen de twee. “Je moet behoorlijk sterk in je schoenen staan en overwicht hebben op de kinderen”, zegt Anja van Boheemen. “Het is een enorme verantwoordelijkheid die je draagt voor de kinderen van een ander, en dat voel ik ook zo. Het is best zwaar. Je maakt ook hele lange dagen. Om half zes op en om een uur of één naar bed. Als je dat niet kan opbrengen, moet je het ook niet doen. Vorig jaar bijvoorbeeld, konden we door de aswolk niet vliegen. Uiteindelijk zijn we toen met de bus naar Rome gegaan en daar ook enkele dagen langer gebleven. Dan moet je zo enorm veel regelen. Op die momenten drukt de verantwoordelijkheid extra zwaar.” Echt nare dingen hebben beiden nooit meegemaakt tijdens hun reizen. Soffner: “Maar in de voorbereiding zeggen we altijd tegen de ouders dat we niet 24 uur naast hun kind kunnen blijven staan. De leerlingen hebben zelf ook een verantwoordelijkheid. Naar zichzelf, ons en elkaar.” Soffner ziet overigens wel een trend in het gedrag van de leerlingen over de jaren heen. “Kinderen nemen tegenwoordig veel meer voor lief, tonen soms niet meer de waardering die dingen verdienen. Ze hebben thuis ook veel meer. Dat zie je alleen al aan de apparatuur die ze meenemen op reis.” Toch zouden beiden de buitenlandse trips voor geen goud willen missen. Soffner: “Elk jaar als ik terugkom na een week denk ik: ‘Nooit meer’. Maar als de tijd daar is, begint het toch weer te kriebelen. Want het blijft dankbaar werk om te doen.” |
Verantwoordelijkheid Ook al doen beiden het al jaren, een buitenlandse trip met tientallen leerlingen en slechts een handjevol docenten als begelei-
| LeerKracht |
9
| Tekst | Roger Huijgen
| Fotografie | Lou Wolfs
‘Een goede coach staat aa C
oaching is hot in het onderwijs. Docenten coachen collega’s, directeuren coachen elkaar, maar levert het ook
wat op? Leerkracht sprak met twee directeuren die ieder op hun eigen manier met coaching te maken hebben.
Dick van Waas is al 21 jaar directeur van basisschool de Krullevaar in Den Haag. Van Waas volgde naast de opleiding coaching ook specialisaties voor coaching op het gebied van agressie, vitaliteit en leiderschapsontwikkeling. “Eigenlijk heb ik zelf nog het meeste baat gehad bij die opleidingen”, memoreert Van Waas. “Want ik leerde mezelf veel beter kennen in die twee jaar dat ik die trainingen volgde. Ik leerde beter communiceren, herkende eerder mijn eigen valkuilen en kwaliteiten. Niet zo vreemd natuurlijk, want alle coachingssessies en -methoden die ik nu zelf toepas, heb ik destijds allemaal zelf ondergaan.” Het toepassen van coaching gebeurt in allerlei lagen binnen het onderwijs. Van Waas coacht echter nog zelden docenten van zijn eigen school. “Eerst deed ik dat regelmatig, maar uiteindelijk merkte ik dat het lastig is om met twee petten op te zitten. Het kan voor gecoachte docenten soms verwarrend zijn dat hun directeur ook hun coach is. Nu coachen docenten uit mijn team elkaar. We passen het vooral toe bij startende onderwijzers. Mensen die nu van de pabo afkomen, staan heel erg open voor die feedback. Zelf geef ik nu vooral trainingen over agressie. En ik word soms gevraagd vanuit de Lucas om mensen te coachen.” Zijlijn Eén van de mensen die Van Waas coachte, was directeur Adam Altena van basisschool de Oase. Altena startte in mei 2007 als directeur. Daarbij was één van de voorwaarden vanuit Lucas Onderwijs dat Altena een mentoraat zou aangaan met een andere directeur. Hij vroeg Van Waas als coach. Altena: “Het was een voorwaarde waar ik absoluut geen moeite mee had. Nog sterker: als ze het me niet hadden gevraagd dan was ik zelf met de vraag voor een coach gekomen, want je wordt zeker als startend directeur overrompeld met allerlei zaken. Dick en ik hebben afspraken gemaakt en deze ook vastgelegd. Het is goed dat je ontdekt wat jou zelf beweegt en dat je je bewust wordt van wat je wilt met de organisatie én hoe je dat gaat bereiken. Het is dan ook absoluut geen adviseurschap vanuit Dick geweest. Een goede coach laat je namelijk inzien dat je meerdere eigen keuzes hebt om bij een eindpunt te komen. De coach heeft niet de taak om de goede richting aan te geven, maar moet juist aan de zijlijn staan en iemand zijn eigen pad laten ontdekken. Dick kan bijvoorbeeld heel goed een stap terugnemen en iemand de ruimte geven.” Van Waas: “Toch is het trainen van directeuren zoals Adam ook soms lastig voor mij, want ik herken als directeur uiteraard hun problemen, maar het heeft toch geen zin
10
| LeerKracht |
‘In principe is iedereen te coachen’ om dan in de adviseursrol te kruipen. Iedereen heeft namelijk zijn eigen leiderschapsstijl en moet zelf ontdekken wat het beste voor hem is en bij hem past.” Lesbezoek Een goede coach geeft dus ruimte en adviseert niet. Maar waarom coachen we eigenlijk en wat levert het op? Van Waas: “Allereerst moet er een aanleiding zijn om te coachen. Daarbij is belangrijk dat de gecoachte zelf, vaak na een intakegesprek, met een coachingsvraag komt. Als de vraag teveel door de coach is gestuurd dan bestaat er een grote kans dat het de coachee niet raakt en dan heeft het geen zin om te starten. Meestal coach je iemand vijf keer. Daar kan ook een lesbezoek tussen zitten. In principe is iedereen te coachen. Er zijn namelijk zoveel verschillende coachingsstijlen dat er altijd wel een stijl past bij een persoon en bij zijn type vraag. Wat er tussen een coach en coachee besproken wordt, moet ook tussen hen blijven. Een coach probeert de coachee zijn eigen valkuilen en
n de zijlijn’
Dick van Waas (links) en Adam Altena
kwaliteiten te laten ontdekken met uiteindelijk het doel hem te laten inzien dat er meerdere eigen oplossingen zijn voor een probleem. Mensen hebben toch snel de neiging om de schuld van een probleem bij anderen te leggen: de leerlingen zijn lastig, het stormt buiten, de leidinggevende snapt het allemaal niet, maar zelf doen ze het goed. En echt waar, goede coaching heeft effect. Ik zie mensen zich verder ontwikkelen. De oplossing vanuit de coachee laten komen, werkt zoveel beter dan het opleggen van oplossingen. Als een coachee lang moet nadenken over iets waar hij nooit echt over heeft nagedacht en zich opeens bewust wordt van zijn gedrag, dan zit de coach op de goede weg. Een goede coach laat de coachee werken.” Trauma’s Coaching helpt dus volgens Van Waas en Altena. Maar hoe zit met onze calvinistische inborst? Durven we zomaar om hulp te vragen en onze zwaktes te tonen en te bespreken of heerst er nog wel een
Meer weten over coaching? Bij de Lucas Academie kunt u terecht voor cursussen op het gebied van coaching. De training Leren coachen en begeleiden heeft inmiddels al vier keer gedraaid voor zo’n veertig enthousiaste cursisten sinds de oprichting in 2009. De training is geschikt voor docenten, begeleiders op school (BOS), intern begeleiders en bouwcoördinatoren binnen het primair en voortgezet onderwijs. Er is inmiddels ook een vervolgcursus mogelijk: Tools voor de coach. Bij de Lucas Academie kunt u ook terecht voor coachingstrajecten. In 2010 zijn er 26 coachingstrajecten uitgevoerd. Voor elk coachingstraject zoekt de makelaar naar de ideale match tussen coach en coachee. Er zijn inmiddels zeventien coaches beschikbaar voor het primair en voortgezet onderwijs met elk hun eigen expertise. Bel voor meer informatie naar de Lucas Academie, telefoon 070 - 300 1168 of mail naar
[email protected].
heerlijk ouderwets taboe op coaching? “Dat komt nog wel eens voor, maar niet vaak meer”, aldus Van Waas. “Leerkrachten weten het vaak zelf beter, daar ligt nog wel een zwakke plek, maar uiteindelijk ga je dat wel doorbreken, hoor. Soms komt er ook behoorlijk wat naar buiten tijdens een gesprek. En als het dan gaat over dikke trauma’s uit het verleden dan moet je dat als coach ook niet willen. Dat kan je beter overlaten aan gespecialiseerde therapeuten.” Altena van de Oase maakt in sommige situaties gebruik van externe coaches. Altena: “Dat is afhankelijk van de coachingsvraag. We hebben nu twee goede en gediplomeerde coaches binnen ons team, maar soms moet je je afvragen of een vraag wel behapbaar is voor hen. Want ik kan me voorstellen dat als een coachee zich op een breed vlak moet openstellen, dat het voor hem een obstakel is om dat bij een collega te doen.” Hype Typ het woord coaching in bij een zoekmachine op internet en het resultaat loopt tegen het honderd miljoen. Is coaching een hype en zijn we op de weg terug of is het een blijvend fenomeen binnen het onderwijs? Adam Altena: “Ik zou niet weten waarom het eerst wel zou werken en nu niet meer. Ik denk wel dat de daadwerkelijke inhoud van het begrip coaching wat is veranderd omdat de term nu te snel wordt gebruikt door mensen.” Van Waas vult aan: “Als ik de literatuur mag geloven dan gaat het afnemen. Op dit moment coacht de ene helft van Nederland de andere helft. Maar eigenlijk maakt het me niet uit hoe we het beestje noemen. Het gaat mij om de resultaten die de manier van werken oplevert en ook om het plezier dat ik zelf nog steeds beleef aan coaching.” |
| LeerKracht |
11
| Tekst | Henny Heijmans
| Foto | Archief Henny Heijmans
De doorgeefcolumn
Deze column is de vrije ruimte voor mensen van binnen en buiten de organisatie. De schrijvers geven inzicht in wat hen boeit, bindt of bezighoudt. Vervolgens geven zij de pen door aan een volgende auteur. In dit nummer Henny Heijmans, fractiemedewerkster Tweede Kamer van de PvdA en initiatiefneemster van Amsterdamverbindt.
Integratie: de zorg van iedereen! “Wat beweegt iemand uit Amsterdam Oudpende handen extra aandacht geven aan twee projecten: Oud Zuid voor Jong West en Zuid en daarvoor uit de Haagse Archipelandere kinderen. Bovendien is het voor de Koken in een andere Keuken. buurt om het belang van integratie zelf op school zelf een blijk van erkenning dat Vrijwilligers de kaart te zetten? Drie jaar geleden kreeg iedereen zich sterk maakt om juist van deze Oud Zuid voor Jong West werkt als volgt: ik de opdracht om een werkbezoek te regekinderen toppers te maken. mensen uit mijn woonomgeving, Amsterdam len op een zwarte school. De eerste school Hoofddoekje Oud-Zuid, stappen in een andere wereld, die ik benaderde, was de Haagse school de Ik ben van mening dat alle kinderen gelijke een wijk waar ze nooit komen met een Regenboog. Een collega en ik zijn een dag kansen moeten krijgen. Een op school geweest en maatschappij waarin kansen waren zeer onder de inworden gemeten aan het dradruk van de problematiek ‘Een maatschappij waarin kansen worden gemeten gen van een hoofddoekje of die hoort bij een school aan de achternaam, is niet de met zoveel nationaliteiaan het dragen van een hoofddoekje maatschappij die ik voor sta. ten. Ook de niet te overof aan de achternaam, De eerste prioriteit is om zo treffen inzet van het snel mogelijk een eind te team raakte ons. Daadis niet de maatschappij die ik voor sta’ maken aan de taalachterstand werkelijk horen, zien en van kinderen op basisscholen. voelen wat integratie Daar is een wereld te winnen! Integratie is met zich meebrengt, is een heel ander ver- zwarte school waar ze hooguit over lezen. van ons allemaal. Met het delen van mijn haal dan alleen erover lezen en erover pra- Inmiddels is de Joop Westerweelschool via dit project ruim vijftien vrijwilligers rijker. verhaal, hoop ik van harte dat ik mijn ten. Mensen van alle leeftijden die iedere week passie kan overbrengen. Mensen uit Benoorin de klassen helpen met taal, rekenen en denhout, het Statenkwartier en bijvoorbeeld Recent ben ik mijn eigen initiatief gestart lezen. Stuk voor stuk zijn deze vrijwilligers de Archipelbuurt, neem net als ik jullie onder de naam Amsterdamverbindt. De doelenthousiast. Mensen hebben nu het gevoel maatschappelijke verantwoordelijkheid. stelling is mensen vanuit de ene helft van zelf een steentje bij te dragen aan integraWaar mogelijk draag ik graag mijn kennis en de stad (de kansrijken) te verbinden met de tie. De school is blij met de vrijwilligers. De ervaring over om dit Amsterdamse initiatief andere helft van de stad (de minder kansmeesters en juffen kunnen dankzij deze hel- over te brengen naar Den Haag.” | rijken). Onder Amsterdamverbindt hangen
Kijk voor meer informatie op www.amsterdamverbindt.nl.
12
| LeerKracht |
Zaterdagschool terug in het onderwijs
Kort Nieuws
Johan van Dam nieuwe instellingsdirecteur de Haagse Colleges Het College van Bestuur van Lucas Onderwijs heeft per 1 maart 2011 Johan van Dam benoemd tot instellingsdirecteur van de Haagse Colleges. Van deze Lucas-scholengroep maken deel uit praktijkschool De Hofstede, Hofstad Lyceum, Hofstad MAVO, Heldring VMBO, Christelijk College de Populier en het Zandvlietcollege. Van Dam was voorheen rector van het Zandvlietcollege en volgt als instellingsdirecteur Kobus de Boer op. |
Wie wint de Lucas Onderwijs Prijs
2011? Excelleren, betrokkenheid, talent, initiatief en bijzondere prestaties. Daarvoor staat de Lucas Onderwijs Prijs die Lucas Onderwijs jaarlijks uitreikt. Personen of groepen die zich aan die kwalificaties kunnen meten, maken kans op de prijs! Er is er een voor het primair en voor het voortgezet onderwijs. De aanmelding is gesloten op 6 maart. De jury buigt zich momenteel over de voordrachten. De uitreiking van de Lucas Onderwijs Prijs 2011 zal plaatsvinden op vrijdag 15 april 2011 op het Zandvlietcollege. |
Leerkrachten van boven de vijftig kunnen het zich nog herinneren: op zaterdag naar school tot het middageten. Dan pas was het weekend. In 1968 werd de school op zaterdag afgeschaft, maar basisschool ‘t Palet heeft dit bij wijze van proef weer ingevoerd! Na het succes afgelopen zomer van de Zomerschool, haalt deze school leerlingen nu ook in het weekend de klas in. Niet als verlenging van de onderwijstijd die de school al heeft, maar als aanvullende mogelijkheid voor leerlingen van de school én hun ouders. Negen zaterdagochtenden lang krijgen de kinderen uit groep 7 en 8 die dat willen, extra taal- en rekenonderwijs. Voor ouders is er taal- en computerles. De aanmelding is vrijwillig, maar wie eraan begint, moet het ook afmaken. Vijfenveertig kinderen en zo’n vijftien ouders meldden zich en begonnen 22 januari aan de eerste serie zaterdagen. Volgens directeur Oscar Demesmaeker hebben de kinderen vooral het idee dat ze met iets speciaals bezig zijn. “Je mág naar de Zaterdagschool. Zo zien kinderen het. Ze doen het omdat ze bijvoorbeeld een hoger advies willen voor het voortgezet onderwijs. Daar zijn ze heel fanatiek in.” De gemeente Den Haag financiert de Zaterdagschool en de Zomerschool, die overigens komende zomer wordt herhaald. De leerlingen van ‘t Palet kunnen in elk geval tot juli van de extra lessen in het weekend gebruik maken. |
Colablikje als satelliet Wat is er leuker voor leerlingen dan praktijkonderwijs in competitieverband? Acht leerlingen uit 5 vwo en één leerling uit 4 havo van het ISW locatie Gasthuislaan zijn aan de slag gegaan met de Cansatcompetitie. Deze wedstrijd is georganiseerd door de TU Delft en het ruimtevaartbedrijf ISIS. De leerlingen moeten meetapparatuur in een colablikje inbouwen. Het colablikje staat voor de satelliet van de toekomst: een steeds kleiner wordend object om de hoge kosten voor de lancering te drukken. Het colablikje wordt half juni gelanceerd met behulp van een amateurraket die een maximale hoogte van een kilometer zal bereiken. De leerlingen worden onder andere beoordeeld op innovativiteit, enthousiasme en pr. De ontwikkelingen van het team zijn te volgen via www.iswcansat.nl. |
Hoera een conflict 13 april 13.30 tot 20.30 uur Inschrijven voor 1 april Roos van Leary 20 april 13.30 tot 17.30 uur Inschrijven voor 21 april Mindfulness 20 april, 11 mei en 8 juni van 13.30 – 17.00 Inschrijven voor 1 april Hoe verbeter ik mijn rekenonderwijs? 18 mei Inschrijven voor 21 april
www.redhetbasisonderwijs.nl Meer dan 23.000 mensen ondertekenden de online petitie al. Red het basisonderwijs! De initiatiefnemers willen weg van de afrekencultuur en terug naar waar onderwijs over gaat: kinderen helpen zich op de best denkbare manier te ontwikkelen. Op de site staan twaalf redenen om de petitie te ondertekenen. Neem een kijkje op www.redhetbasisonderwijs.nl. |
| LeerKracht |
13
| Tekst | Michel Schreuder
| Illustratie | Auke Herrema
Van PO naar VO: bij elkaar A
l jaren wordt gesproken over een betere aansluiting van het primair op het voortgezet onderwijs om schoolverzuim en
-uitval tegen te gaan en tot betere leerprestaties te komen. In Ypenburg starten vier basisscholen en een school voor voortgezet onderwijs een project om de kloof te overbruggen en meer begrip voor elkaar te kweken. Want alle goede intenties ten spijt: basisscholen komen nog steeds van Venus, en het voortgezet onderwijs van Mars.
Van de bijna tweehonderdduizend basisschoolleerlingen die jaarlijks de overstap maken naar het voortgezet onderwijs (VO), zit na drie jaar een kwart niet meer op het in groep 8 geadviseerde niveau. Oorzaak? Volgens de onderwijsinspectie, die er enkele jaren terug onderzoek naar deed, sluiten de onderwijsinhoud en de pedagogisch-didactische aanpak van primair en voortgezet onderwijs onvoldoende op elkaar aan. “De kloof was vroeger veel groter, maar het gat is nog steeds niet gedicht”, zegt Marjolein Verheij. “Althans niet in voldoende mate. Een naadloze overgang krijg je nooit. De basisschool en het voortgezet onderwijs zullen altijd twee verschillende werelden blijven. Dat is ook niet erg. Maar het moet niet zo zijn dat die werelden op andere planeten liggen. Het moet behapbaar blijven voor de kinderen.” Beginnen op nul “Leerlingen zijn supergemotiveerd als ze na de zomervakantie naar het voortgezet onderwijs gaan”, vervolgt Verheij. “Maar ze moeten wel gemotiveerd blijven. Als ze dingen opnieuw moeten doen die ze
14
| LeerKracht |
op de basisschool ook al hebben gehad, of ze vallen in een enorm gat, is die motivatie snel weg.” Wat dat betreft voelt Nieke Opstal zich soms een zoekende in de woestijn. Als basisschooldirecteur heeft ze het gevoel te weinig af te weten van de wensen over de leerstof en de eisen die het voortgezet onderwijs stelt aan de kinderen die zij aflevert. “Voor ons is het een zoektocht. Doen we te weinig, doen we dingen dubbel of doen we dingen te veel? Als wij bijvoorbeeld geen procenten meer hoeven te behandelen, omdat in het VO wordt gezegd: ‘Jullie volgen allemaal een eigen methode waar wij knettergek van worden, wij beginnen lekker weer op nul’, dan biedt dat ons ruimte om te sleutelen aan zaken die ze in het VO écht belangrijk vinden.” Maar ook aan de andere kant heerst vaak onduidelijkheid. “We zouden graag meer zicht hebben op het eindniveau van de basisschoolleerling”, zegt Jan Vesseur. “Wat kunnen de leerlingen als ze de basisschool verlaten? Wat is het instapniveau? Er wordt in het VO soms beschuldigend gewezen naar het basisonderwijs: daar gaat het niet goed. En als er bij ons problemen optreden is dat vaak hún schuld. Maar in feite weten wij ook niet precies wat er in het PO
op bezoek gebeurt. We moeten minder wijzen naar elkaar en meer inzetten op het samen oppakken. Er moet meer begrip komen.” Doorlopende leerlijn De oprichting van het kennisnetwerk PO-VO is ingegeven door de wens van scholen Lucasbreed om meer te doen aan de doorlopende leerlijn van PO naar VO. “Het was een vraag die tijdens een inventarisatie vorig jaar veelvuldig naar voren kwam”, zegt Verheij. “Daarom zijn we om de tafel gaan zitten. En om het behapbaar te houden, zijn we gestart met één wijk.” Volgens Peter van der Niet biedt de schaalgrootte van Lucas Onderwijs volop kansen om de aansluiting te verbeteren. “Dit plan is ook een voortvloeisel van het strategisch beleidsplan van Lucas, waarin het leren (kennen) van elkaar en daarmee de afstemming op elkaar als onderdeel van de kwaliteitsverbetering van het onderwijs wordt gezien. We vertegenwoordigen zo’n vijftig basisscholen en dertig scholen voor voortgezet onderwijs. Dan moeten we er voor zorgen dat zoiets ook een meerwaarde krijgt door de samenwerking te stimuleren. Het uiteindelijke doel van alle scholen is toch onze kinderen zo gemotiveerd mogelijk aan het werk te houden. Op het juiste niveau. Met de juiste begeleiding.”
‘Het uiteindelijke doel van alle scholen is toch onze kinderen zo gemotiveerd mogelijk aan het werk te houden. Op het juiste niveau. Met de juiste begeleiding’ Ypenburg telt vier Lucasscholen: basisscholen de Bras, de Paradijsvogel, de Vlieger en het Montaigne Lyceum voor vmbo, mavo, havo en vwo. Daarnaast doet ook basisschool de Balans uit de wijk Leidschenveen mee. Het project om de scholen en hun onderwijs nader tot elkaar te brengen, is voorzichtig gestart. Opstal: “Bij het brainstormen zeiden we dat het al fijn zou zijn als het eens lukte een kijkje bij elkaar in de keuken te nemen. Het is geen onwil dat daar nooit tijd voor is vrijgemaakt, maar het kwam er gewoon niet van.” Daarbij is er bewust voor gekozen om docenten van de groepen 8 en de onderbouw in het VO bij elkaar op bezoek te laten gaan, en niet de directies. De inventarisatie moet nog worden gemaakt, maar nu al blijkt het een schot in de roos te zijn geweest. Verheij: “Er leefde zo veel, en er kwamen ook zo veel verschillende vragen. Vanuit het VO naar het PO over hoe je bijvoorbeeld met al die verschillende niveaus in de klas toch kan differentiëren. Maar ook andersom. Hoe kan een basisschool bijvoorbeeld aansluiten bij de referentietoetsen rekenen en taal die op het VO verplicht worden gesteld? En wat houdt een havo-advies precies in? Wat moet een kind daar nu voor kennen en kunnen? Of hoe kan de aansluiting van Engels richting het VO beter?”
Peter van der Niet is clusterdirecteur van cluster 3 bij Lucas Onderwijs. Nieke Opstal is directeur van basisschool de Paradijsvogel. Marjolein Verheij is staffunctionaris Onderwijs en Kwaliteit bij de Esloo Onderwijsgroep, één van de vier VO-instellingen binnen Lucas Onderwijs.
Vesseur vult aan: “Voor de collega’s die hebben deelJan Vesseur is conrector op het Montaigne genomen aan de Lyceum, één van zes Eslooscholen. bezoeken was het de bevrediging van een stuk nieuwsgierigheid. Wat doen ze daar op zo’n basisschool? Hoe werkt dat met zo’n leerlingvolgsysteem en het onderwijskundig rapport? Ze waren er zeer enthousiast over. Niemand bij mij op school in leerjaar 1 vroeg zich ooit af hoe het basisonderwijs dat nu doet met rekenen, taal of Engels. Die vraag ligt er nu wel. En aan de andere kant hoorde ik bijvoorbeeld weer dat basisschooldocenten soms geen benul hebben van wat het niveau is van vmbo-tl. Terwijl dat toch al tien jaar bestaat.” Overdracht Volgens de onderwijsinspectie is niet alleen de leerstof soms een probleem, ook de overdracht van leerlingen vanuit groep 8 naar het voortgezet onderwijs is in een aantal gevallen nog voor verbetering vatbaar. Sinds enige tijd is de ‘warme overdracht’ in zwang geraakt. De scholen stoppen niet bij het advies van de basisschool, maar groepsleerkrachten en mentoren gaan daadwerkelijk met elkaar in gesprek over de leerlingen. En koppelen na enkele maanden hun bevindingen terug. Ook daar blijkt kennis van en begrip voor elkaars werk- en denkwijze van groot belang. Hoe komt aan de ene kant het advies tot stand? Hoeveel waarde hecht een VO-school aan de andere kant aan de score van de Cito-eindtoets? Of, zoals Vesseur het verwoordt: “Adviezen komen gelukkig niet klakkeloos tot stand, zodat het VO zelf de manco’s moet ontdekken. Meer en meer worden de adviezen onderbouwd door de gegevens uit het Cito-leerlingvolgsysteem. Op grond van het onderwijskundig rapport kan dan van meet af aan leerondersteuning worden gegeven als kinderen zwak zijn in bijvoorbeeld taal of rekenen.” Opstal heeft er wel begrip voor. Tenslotte heeft een VO-school soms te maken met kinderen van wel dertig basisscholen die allemaal hun eigen onderwijsvisie en methodes hebben. “Aan de andere kant heb je in het PO bij het vormen van een advies ook met veel verschillende stijlen van onderwijs te maken. Op de basisschool is het leerlingvolgsysteem de normaalste zaak van de wereld, op het VO is het heel anders. Dat stokt echt. Wij hebben al acht jaar ervaring met een kind. Soms vraag je je af waarvoor je alles zit in te vullen, als er toch niks meer mee gedaan wordt.” Die verschillende zienswijzen zijn volgens Verheij één van de redenen om het project door te zetten. “Het systeem is erop bedacht dat het PO goed overdraagt aan het VO. Je merkt nu dat we er nog niet volledig uithalen wat er in zit. En dat we daardoor de kinderen nog niet genoeg verder helpen. Eén van de doelstellingen van het project is ook de afstand tussen PO en VO te verkleinen. Pak de telefoon en geef elkaar een belletje als je vragen hebt. En als je elkaar kent, gaat dat veel makkelijker.” |
| LeerKracht |
15
één twee drie vier vijf zes zeven acht negen tien
10 vragen aan ...
Suzanne Vermeer | Tekst | Michel Schreuder
1
Wat is golfsurfen eigenlijk?
Je staat op een bord in de branding en surft van golf naar golf. Zelf zeg ik gewoon surfen, maar de meeste mensen denken daarbij aan windsurfen - met een zeil. Daarom noemen we het ook golfsurfen.
2 Hoe lang doe je dat al? Ik ben nu elf jaar bezig. Ik ging met een vriend mee naar de surfclub in Ter Heide. Na een paar keer kijken, ben ik het ook gaan proberen en dat was zo leuk dat ik dacht: hier ga ik voor, dit wordt mijn hobby.
Suzanne Vermeer (26) is docent. lichamelijke opvoeding op ISW Irenestraat. in Poeldijk én al drie jaar op rij. Nederlands kampioen golfsurfen.. Daarnaast is ze snowboard- en. surfinstructeur..
‘Vaak heb ik na zo’n
weekend het gevoel even op vakantie te zijn geweest’
16
| LeerKracht |
3 Wat is er zo leuk aan? Het buiten zijn en het sporten. De beheersing van het bord op het water geeft een magisch gevoel. Golfsurfen is niet echt makkelijk. Ik heb het voordeel dat ik vroeger turnde, dus de behendigheid en lenigheid heb ik wel. Het lastige is dat elke golf anders is en dus ook de timing. Iets te veel op de voor- of achterkant van het bord en je bent uit balans. Je hebt enorm veel doorzettingsvermogen nodig voor deze sport. Dat typeert de mensen die aan golfsurfen doen, inclusief mezelf. 4 Je doet mee aan wedstrijden? Binnen het Nederlandse circuit ga ik de wedstrijden af. Ik ben vorig jaar ook voor het derde jaar op rij Nederlands kampioen geworden. En soms doe ik mee aan een Europese wedstrijd. Het is jammer er amper sponsoring is in het golfsurfen voor meiden. Internationale wedstrijden kosten me daardoor eigenlijk te veel geld. Anders lijkt het me super daarvoor te gaan. 5
Dus geef je naast het surfen ook les? Ik sta sinds 2007 voor de klas met een onderbreking van een jaar. Op ISW Irenestraat in Poeldijk en momenteel ook aan de Sweelincklaan in ’s-Gravenzande geef ik lichamelijke opvoeding. Voor de klas staan is echt hartstikke leuk werk. Het is geweldig om de jeugd te motiveren om te sporten.
6
| Fotografie | Lou Wolfs
Is dat makkelijker als je zelf goed bent in een sport?
Ik denk het wel, omdat ik uitstraal dat ik een sportief persoon ben. Aan de andere kant is het daardoor ook wel eens moeilijk. Als leerlingen helemaal niets met sport hebben, kan ik me minder goed in hen verplaatsen. Maar het blijft de kunst om ze te prikkelen.
7 Heb je de leerlingen al leren surfen? Helaas laat het schoolbudget niet toe om dat tijdens een gewone gymles te doen. Maar als we een Plus- of Talentgroep hebben, zet ik surfen wel op het programma. 8 Hoe reageren je collega’s? Die zijn trots, ze vragen er ook regelmatig naar. De vorige schooldirecteur heeft me zelfs voorgedragen als ‘Sportvrouw van het Jaar’. Helaas ben ik het niet geworden. 9
Surfen of lesgeven? Gezien de omstandigheden in Nederland kan je moeilijk zeggen: ik ga elke woensdagmiddag surfen. Je bent afhankelijk van getij, stroming en windrichting. Daarom is het mooi meegenomen als ik een of twee keer per week het water in kan. Internationaal op niveau komen, is niet haalbaar als je hier blijft wonen. Dus kies ik op dit moment voor mijn werk. Maar ik probeer het wel zo te combineren dat ik kan blijven surfen.
10 Hoe is je motivatie op maandagochtend, na een weekend surfen? Uitstekend. Er hangt een hele relaxte sfeer om de wedstrijden. Vaak heb ik na zo’n weekend het gevoel even op vakantie te zijn geweest. Dat geeft alleen maar energie om weer aan de slag te gaan.