PTE-GIDS LEERJAAR 1
SCHOOLJAAR 2015-2016
NAAM:
KLAS:
1
Voorwoord
Beste leerlingen, geachte ouders, Dit is de PTE-gids. PTE betekent Programma van Toetsen en Eindtermen. In deze gids kun je lezen wat je dit jaar gaat leren en wat je aan het eind van het jaar voor ieder vak moet kennen en kunnen. Je vindt ook per vak opgenoemd welke toetsen er zijn, zodat je daar rekening mee kunt houden. Deze gids helpt je met plannen en dat is dus heel makkelijk. Je weet precies wat er op welk moment van je verwacht wordt. Met behulp van de studiewijzers op de ELO kun je zien hoe je naar al die verschillende onderdelen toe werkt. Als bijlage vind je de bevorderingsnormen. Tijdens het Coachmoment wordt deze gids helemaal doorgenomen. Als je daarna nog vragen en/of opmerkingen hebben kun je het best contact opnemen met je coach. Namens alle docenten,
A. Nagel Directeur
2
Inhoud Vak: Aardrijkskunde ...................................................................................................................... 4 Vak: Biologie.................................................................................................................................... 5 Vak: Drama ....................................................................................................................................... 6 Vak: Frans ........................................................................................................................................ 9 Vak: Geschiedenis ....................................................................................................................... 10 Vak: ICT Informatie en Communicatie Technologie ............................................................ 12 Vak: Lichamelijke Opvoeding.................................................................................................... 13 Vak: Nederlands............................................................................................................................ 15 Vak: Rekenen ................................................................................................................................. 17 Vak: Tekenen ................................................................................................................................. 18 Vak: Techniek ................................................................................................................................ 19 Vak: Wiskunde vmbo-TL/Havo ................................................................................................... 21 Vak: Wiskunde vmbo-TL .............................................................................................................. 23 Bevorderingsnormen De Fontein Bussum, Gooise Scholen Federatie ............................. 25
3
PTE Leerjaar 1
2015/2016
Vak: Aardrijkskunde
Toets Soort Stofomschrijving, aanduiding in het boek/doelen Tijdstip 1.1.1 PO Atlas Periode 1 1.1.2 Rep H1 Bevolking Periode 1
Week 38 47
Weging 1 2
1.2.1 1.2.2 1.2.3
PO Rep PO
Volk en klimaat H2 Klimaat Cultuurverschillen
Periode 2 Periode 2 Periode 2
2 6 10
1 2 1
1.3.1 1.3.2 1.3.3
Rep PO Rep
H3 Cultuur Rampen H4 Natuurrampen
Periode 3 Periode 3 Periode 3
13 23 26
2 1 2
Herkansbare Toetsen
geen
Vakspecifieke opmerkingen Gedurende het jaar zullen er een aantal formatieve toetsen in de vorm van so’s worden afgenomen die niet zullen meetellen op de cijferlijst, maar die door de docent gebruikt worden om in te schatten welke lesstof en vaardigheden de leerling al beheerst. Vaardigheden die aan bod komende gedurende het jaar zijn:
eenvoudige kaart- en atlasvaardigheden; werken met schaal; plaatsbepaling; inzoomen en uitzoomen; een eenvoudige kaart maken. grafieken lezen en maken; een werkstuk schrijven;
feiten en meningen onderscheiden; hoofd- en bijzaken onderscheiden; luisteren en aantekeningen maken; overzichten maken; samenvatten; uit het hoofd leren; leren van topografie; oorzaak/gevolgrelaties leggen.
Kerndoelen en eindtermen In klas 1 en 2 komen bij aardrijkskunde de volgende kerndoelen aan bod: kerndoel 38: De leerling leert een eigentijds beeld van de eigen omgeving, Nederland, Europa en de wereld te gebruiken om verschijnselen en ontwikkelingen in hun omgeving te plaatsen. kerndoel 42: De leerling leert in eigen ervaringen en in de eigen omgeving effecten te herkennen van keuzes op het gebied van werk en zorg, wonen en recreëren, consumeren en budgetteren, verkeer en milieu. kerndoel 43: De leerling leert over overeenkomsten, verschillen en veranderingen in cultuur en levensbeschouwing in Nederland, leert eigen en andermans leefwijze daarmee in verband te brengen, en leert de betekenis voor de samenleving te zien van respect voor elkaars opvattingen en leefwijzen. kerndoel 45: De leerling leert de betekenis van Europese samenwerking en de Europese Unie te begrijpen voor zichzelf, Nederland en de wereld. kerndoel 46: De leerling leert over de verdeling van welvaart en armoede over de wereld, hij leert de betekenis daarvan te zien voor de bevolking en het milieu, en relaties te leggen met het (eigen) leven in Nederland. kerndoel 47: De leerling leert actuele spanningen en conflicten in de wereld te plaatsen tegen hun achtergrond, en leert daarbij de grote onderlinge afhankelijkheid in de wereld, het belang van mensenrechten en de betekenis van internationale samenwerking te zien.
4
PTE Leerjaar 1 2015-2016 Vak: Biologie
Toets Soort Stofomschrijving, aanduiding in het boek/doelen PO Rep PO Rep
Verslag tuinkersproef H1 Wat is biologie? Bladherbarium H2 Planten
1.2.2
Rep PO Rep
H3 Organen en cellen Werkstuk over een wild dier H4 Ordening
1.3.1 1.3.2
PO Rep Rep
Skelet natekenen H5 Stevigheid en Beweging H6 Voortplanting (t/m b.s.6)
1.1.1 1.1.2 1.2.1
Herkansbare Toetsen
Tijdstip Per. 1 39 42 46 49 Per. 2 5 10 11 Per. 3 19 20 26
Weging 1x 2x 1x 2x 2x 2x 2x 1x 2x 2x
PO’s, behalve PO skelet
Vakspecifieke opmerkingen. Per hoofdstuk kan er een formatieve schriftelijke overhoring gemaakt worden over een deel van de stof. Tijdens hoofdstuk 1 wordt deze voor de eerste keer klassikaal afgenomen en door alle leerlingen gemaakt. Er worden in periode 1 en 2 een aantal tekeningen gemaakt welke gemiddeld als één SO- cijfer op het rapport komen. Differentiatie: - Als een leerling twee keer achter elkaar een onvoldoende scoort voor een toets neemt de vakdocent contact op met zijn/haar ouders. - Leerlingen die aan de hand van resultaten en competenties op hetzelfde niveau zitten, worden aan elkaar gekoppeld binnen de les en bij opdrachten. - Leerlingen die laten zien dat ze op een hoger niveau kunnen werken en presteren, krijgen extra stof aangeboden. Dit is standaard voor de leerlingen die op TL/H niveau zijn aangenomen. Gebruik ELO: - Hier zijn de studiewijzers per hoofdstuk te vinden. - Hier wordt verwezen naar websites en filmpjes met informatie die bruikbaar is voor het vak. - De uitleg van opdrachten, het inleveren van opdrachten en de beoordeling van opdrachten gebeurt via de Elo.
5
PTE Leerjaar 1 2015-2016 Vak: Drama Overzicht lessen Les 1 Introductie en afspraken. Duidelijk maken wat drama is met spel van mij en een namenspel. Les 2 en 3 De leerlingen kunnen een gegeven activiteit spelen en na een teken van mij daar een tableau van maken. Les 4 Emoties. Ontdekken welke emoties er allemaal zijn en die ook gaan spelen. Les 5 Introductie van de vijf W s. Leerlingen met voorbeelden de vijf W s laten zien en spelen. Les 6 Waar? En conflict. Leerlingen kunnen in een grote groep laten zien in welke ruimte ze zich bevinden En vervolgens dat er een conflict met de ruimte ontstaat. Les 7 Tableaus en conflict met ruimte. Toets Leerlingen kunnen een voorbereide scene presenteren waarin duidelijk is in welke ruimte de scene speelt en ze kunnen laten zien dat er een conflict met die ruimte ontstaat. Ze kunnen de scene beginnen en eindigen met een tableau. Les 8 Wie? De leerlingen kunnen in een grote groep een type met enkele kenmerken spelen. Les 9 Vervolg Wie? Leerlingen gaan een type bedenken en inhoud geven. Vervolgens aan elkaar laten zien. Les 10 Wat? De leerlingen kunnen in een grote groep een conflict met een voorwerp spelen Les 11 Clownerie De leerlingen kunnen enkele principes van de clownerie toepassen. Les 12 Wanneer De leerlingen ontdekken door enkele voorbeelden dat het tijdstip waarop iets gespeeld wordt van invloed is op de situatie. Les 13 meestal ook 14 Waarom? De leerlingen ontdekken door enkele voorbeelden dat je pas een juiste uitleg van een handeling kunt hebben, als je voldoende informatie krijgt. Les 15 Herhaling van de vijf W s. De leerlingen herhalen in korte scènes dat ze kunnen spelen dat ze in een ruimte zijn zonder de ruimte met name te noemen. Les 16 Toets met opdracht over de 5 W s. Les 17 Samenspel. Een ander kunnen volgen en concentratie verhogen. Les 18 Scene. De leerlingen kunnen een scene spelen waarin ze enerzijds in de emotie van een ander kunnen mee gaan, maar waarin ze anderzijds ook hun eigen emotie kunnen spelen. Les 19 Inspringspel De leerling kan op een zelf gekozen moment inspringen in een scene als hij ziet dat zijn opgedragen rol past in de scene Les 20 Natuurlijk spel De leerlingen kunnen in een gegeven situatie een handeling kiezen en die op een natuurlijke manier spelen Les 21 De vloer op Natuurlijk spel en gesprek over theater en spel n.a.v. de DVD De vloer op. Les 22 Natuurlijk spel De leerlingen kunnen bij een gegeven ruimte een personage bedenken dat met een bepaald doel in die ruimte komt en ze kunnen dat in een scene spelen. Les 23 Reclames. Kijk hoe reclames in elkaar zitten en hoe we zelf een reclame kunnen bedenken. Les 24 Toets in tweetallen met inspringspel. Geen tijd voor voorbereiding. Les 25 Teksten . Voorbeelden teksten en werken met teksten. Korte dialogen en leren hoe je met teksten omgaat. Tekst echt uit je hoofd leren. Les 26 Spelen van geleerde dialogen. Les 27 Wat? Leerlingen kunnen een conflict spelen waarbij ze ook de tijd nemen om te incasseren. Les 28 Wat? En Waarom? De leerlingen kunnen een innerlijk conflict spelen waarbij het publiek kan zien dat er een innerlijk conflict is
6
Les 29 Status. De leerlingen kunnen twee scènes bedenken en bereiden die voor waarin de ene keer een personage met gezag voorkomt en dat gezag in de scene ook duidelijk heeft. Les 30 Spanning opbouwen 1. De leerlingen kunnen in en scene spanning opwekken door middel van een brief. Les 31 Spanning opbouwen 2. De leerlingen kunnen zelf een situatie bedenken waarin een brief spanning oproept en ze kunnen die situatie zelf in scene zetten of door anderen laten spelen. Les 32 Lichaamstaal. De leerlingen ontdekken dat emoties bij non verbaal spel voor een groot deel aan de gezichtsmimiek af te lezen is. Les 33 De krant als bron. De leerlingen ontdekken door enkele voorbeelden dat je een scene kunt maken met als uitgangspunt een bestaande bron, in dit geval een krantenartikel. Les 34 Probleem. Voorbeelden van probleemsituaties en manieren om dat te spelen en oplossing voor te verzinnen. Les 35.Soaps. Voorbeelden van soaps en wat ze goed of slecht maakt. Zelf een soap met elkaar bedenken. Meestal drie lessen. De overige lessen kijken we een dvd over bv. pesten of een mooie musical of theater. Het verschilt per klas welke lessen verder uitgediept worden.
7
Toets 1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.1.4 1.1.5 1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4 1.3.1 1.3.2 1.3.3 1.3.4 1.3.5 1.3.6 1.3.7
PTE Leerjaar 1 2015-2016 Vak: Engels Soort Stofomschrijving Rep Vocabulary Chapter 1 (Du - En) + Reading Text with questions Rep Stones Chapter 1 + Grammar chapter 1 + skill Rep Vocabulary Chapter 2 (Du - En) + Reading Text with questions Rep Stones Chapter 2 + Grammar chapter 2 + skill Rep Vocabulary Chapter 3 (Du - En) + Reading Text with questions Rep Stones Chapter 3 + Grammar chapter 3 + skill Rep Vocabulary Chapter 4 (Du - En) + Reading Text with questions Rep Stones Chapter 4 + Grammar chapter 4 + skill Rep Vocabulary Chapter 5 (Du - En) + Reading Text with questions Rep Stones Chapter 5 + Grammar chapter 5 + skill Rep Book / Novel Rep Vocabulary Chapter 6 (Du - En) + Reading Text with questions Rep Stones Chapter 6 + Grammar chapter 6 + skill Rep Vocabulary Chapter 7 (Du - En) + Reading Text with questions Rep Stones Chapter 7 + Grammar chapter 7 + skill Testweek Reading + Grammar Chapter 8
Tijdstip 38
Weging 1
41
1
45
1
47
1
50
1
1
2
3
2
6
2
8
2
11
2
12 15
1 2
20
2
22
2
24
2
27
2
Herkansbare Toetsen: geen Vakspecifieke opmerkingen: Het gebruik van woordenboeken is nooit toegestaan tijdens So’s en repetities.
8
PTE Leerjaar 1 2015-2016 Vak: Frans Toets Soort
Stofomschrijving, aanduiding in het boek/doelen
1.1.1
Rep
1.1.2
Rep
Hoofdstuk 1: luistervaardigheid, leesvaardigheid, woordenlijsten, grammatica Hoofdstuk 2: luistervaardigheid, leesvaardigheid, woordenlijsten, grammatica
1.2.1
Rep
1.2.2
Rep
1.2.3
Rep
1.3.1
Rep
1.3.2
Rep
1.3.3
Rep
Hoofdstuk 3: luistervaardigheid, leesvaardigheid, woordenlijsten, grammatica Hoofdstuk 4: luistervaardigheid, leesvaardigheid, woordenlijsten, grammatica Hoofdstuk 5: luistervaardigheid, leesvaardigheid, woordenlijsten, grammatica Hoofdstuk 6: luistervaardigheid, leesvaardigheid, woordenlijsten, grammatica Hoofdstuk 7: luistervaardigheid, leesvaardigheid, woordenlijsten, grammatica Leesvaardigheid
Herkansbare Toetsen
Tijdstip Weging Per. 1 Week 41 2x Week 46 2x Per. 2 Week 51 2x Week 6
2x
Week 11 2x Per. 3 Week 16 2x Week 25 2x Toets week
2x
Geen
Vakspecifieke opmerkingen Bij Frans krijgen de leerlingen per hoofdstuk een so en een repetitie. Hierin wordt de kennis over de vocabulaire, grammatica en phrases clé getoetst. Verder worden ook een aantal vaardigheden getoetst. De so’s tellen 1x mee en de repetities 2x. In de onderbouw mogen de leerlingen geen woordenboeken gebruiken bij de toetsen, ook niet bij de leesvaardigheidstoets. Voor Frans zijn alle woordenlijsten, phrases clés en werkwoorden te vinden voor het overhoorprogramma WRTS op: defonteinfrans.wrts.nl. Op som today van Frans kunnen ze verder de studiewijzers vinden, aantekeningen en eventueel extra oefeningen. Aan het begin van ieder hoofdstuk staan de doelen vermeld. Wat moeten ze kennen, kunnen en weten.
9
PTE Leerjaar 1
2015-2016
Vak: Geschiedenis Toets Soort 1.1.1
SO
1.1.2
Rep
1.1.3
SO
1.1.4
Rep
Stofomschrijving, aanduiding in het boek Hoofdstuk 1 De tijd van jagers en boeren Paragraaf 1 + 2 Hoofdstuk 1 Paragraaf 1 t/m 6 Hoofdstuk 2 De tijd van Grieken en Romeinen Paragraaf 1 + 2 Hoofdstuk 2 Paragraaf 1 t/m 5
Tijdstip Per. 1
Weging 1x
4e/5e week
2x 1x
8e week
2x
Per. 2 1.2.1 1.2.2
PO SO
1.2.3
Rep
1.3.1
Rep
1.3.2
PO
1.3.3
Rep
Hoofdstuk 1 + 2 Ganzenbord over Grieken en Romeinen Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders Paragraaf 1 t/m 3 Hoofdstuk 3 Eind P2 Paragraaf 1 t/m 6 Per. 3 Hoofdstuk 5 3e week Paragraaf 1 t/m 6 P3 Hoofdstuk 6 De tijd van ontdekkers en hervormers Paragraaf 1 + 2 + 7 Krant/Journaal Hoofdstuk 6 Toets Paragraaf 3 t/m 6 week
Herkansbare Toetsen
1x 1x 2x
2x 1x 2x
geen
Vakspecifieke opmerkingen Wij streven naar een doorlopende leerlijn van onderbouw naar bovenbouw. Met name de volgende historische vaardigheden komen in de onderbouw aan bod: - feit en mening van elkaar onderscheiden - oorzaak en gevolg onderscheiden - chronologie/tijdbalk - beeld + tekstbronnen interpreteren - specifieke historische begrippen gebruiken (zoals staat-democratie-revolutie) - vergelijkingen maken en verklaringen geven Wij besteden bij ieder tijdvak aandacht aan de onderdelen van de Canon van Nederland
10
Kerndoelen en eindtermen 1- De leerling verwerft een chronologisch referentiekader dat hij kan gebruiken om personen, gebeurtenissen en ontwikkelingen in de tijd te plaatsen. 2- De leerling verwerft historische en algemene vaardigheden die van belang zijn om een samenhangend chronologisch referentiekader op te bouwen en historisch te redeneren ten aanzien van verschijnselen en kwesties in heden en verleden.
Tijdvak Kenmerkende aspecten Tijd van jagers en boeren a levenswijze van jagers-verzamelaars b ontstaan van landbouw, landbouwsamenlevingen c ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen Tijd van Grieken en Romeinen a burgerschap en wetenschappelijk denken in de Griekse stadstaat b verspreiding van Grieks-Romeinse cultuur en confrontatie met Germaanse cultuur c christendom in Romeinse Rijk: van verboden tot enig toegestane godsdienst Tijd van monniken en ridders a verspreiding van christendom in Europa b ontstaan en verspreiding van de islam c hofstelsel en horigheid d verhouding tussen heer en vazal Tijd van steden en staten a opkomst van handel en ontstaan van steden b opkomst van stedelijke burgerij en toenemende zelfstandigheid van steden c begin van staatsvorming en centralisatie d strijd tussen kerk en staat Tijd van ontdekkers en hervormers a veranderend mens- en wereldbeeld in renaissance b begin van Europese overzeese expansie c Reformatie en splitsing in de christelijke kerk d de opstand, en ontstaan van een onafhankelijke Nederlandse staat
Gebruik SOM Hier wordt verwezen naar websites en filmpjes met informatie die bruikbaar zijn voor het vak De uitleg van opdrachten, het inleveren van opdrachten en de beoordeling hiervan gebeurt via SomToday.
11
PTE Leerjaar 1 2015-2016 Vak: ICT Informatie en Communicatie Technologie
Toets Soort 1.1.1 SO 1.1.2 1.1.3 1.1.4 1.1.5 1.1.6.
SO SO SO SO SO
Stofomschrijving Het GSF-netwerk en - websites, het gebruik van SOMtoday en school e-mail Informatievaardigheid Mediawijsheid Excel Word, de Cloud Photoshop
Tijdstip
Weging 1x 1x 1x 1x 1x 1x
Vakspecifieke opmerkingen Doelstellingen van het vak ICT in klas 1 Het aanleren van de basisprincipes van - het werken in een computernetwerk. Daarbij aandacht voor de wachtwoorden en gestructureerd documentenbeheer, - Het werken binnen SOMtoday, de elektronische leeromgeving, - Informatievaardigheden, - regels voor e-mailverkeer, - mediawijsheid: de positieve en negatieve kanten van sociale media waaronder cyberpesten. - het maken van een presentatie met verschillende applicaties: PowerPoint en Prezi, - werken met de tekstverwerking en spreadsheets, - werken in de Cloud, - Photoshop, eerste kennismaking met dit beeldbewerkingsprogramma. Verder besteden we aandacht aan actuele gebeurtenissen wat betreft ICT en de social media. Leerlingen komen al binnen op de Fontein met kennis van sommige ICT-onderdelen. Wij willen eventuele hiaten aanvullen en er zeker van zijn dat de leerlingen aan het eind van het 1e jaar een aantal basisvaardigheden bezitten, die nodig zijn voor de andere vakken, maar ook wenselijk zijn voor hun persoonlijke ontwikkeling. ICT is een dynamisch vak. Het kan daarom zijn dat we besluiten de volgorde van de diverse onderdelen te wijzigen.
12
PTE Leerjaar 1
2015-2016
Vak: Lichamelijke Opvoeding Periode 1 : Aug.-Herfstvakantie
Periode 2A : Herfstvakantie- Kerstvakantie
Periode 2B : Kerstvakantie - Paasvakantie
Periode 3 : Paasvakantie - Zomervakantie
Periode 1,2 en 3
Softbal : Oh opwerpen, slagoef. Met punten, fielden – Handbal: sprongschot – Voetbal : lummelen – Ultimate Frisbee – Rugby Intro – 80 m. Sprint – 400 m.- 4 x 100 m. estafette – Basketbal – Canadees Matvoetbal – Ringenzwaai : optrekken voor, halve draai, afsprong- Minitramp hoog –Bal verwerpen Heideloop XL – Fitnesscircuit – Circuitje – Basketbalomgangsbaan 2x6 min – Hellingproef 2x 6 min. – Brug : wenden en keren – koppelloop 12 min. – Touwcirkeltrekken – Questgym- Handstand doorrol –Hindernisbaan 2x6 min. - Klimraam Rekstok : Borstwaarts om – Minitramp bok en hurk over paard- Volleybal : 4-4 – Zaalhockey : 5-5 – Basketbal : heel veld 5-5 – Ringen stil : vouwhang- Mintramp Steunvlak naar salto- BadmintonTafeltennis- Trapezeschommel – Hindernisbaan 2x6 min. – Muziek & Beweging – Boksen – Arnhemse Salto – Questgym- Evenwichtstuin – TurntuinSpelcircuit Softbal – Handbal- Voetbal 8-8 – Ultimate frisbee – Rugby – Verspringen – Speerwerpen – Heideloop XL – Fonteinloop – Coopertest Individuele en Sociale Opstelling
Kerndoelen Bewegen en sport 53 De leerling leert zich mede met het oog op buitenschoolse beoefening te oriënteren op veel verschillende bewegingsactiviteiten uit gevarieerde gebieden als spel, turnen, atletiek, bewegen op muziek, zelfverdediging en actuele ontwikkelingen in de bewegingscultuur, en daarin de eigen mogelijkheden te verkennen. 54 De leerling leert door middel van uitdagende bewegingssituaties zijn bewegingsrepertoire uit te breiden. 55 De leerling leert de hoofdbeginselen van de bewegingsactiviteiten op eigen niveau toe te passen. 56 De leerling leert tijdens bewegingsactiviteiten sportief te zijn, rekening te houden met de mogelijkheden en voorkeuren van anderen, en respect en zorg te hebben voor elkaar. 57 De leerling leert eenvoudige regelende taken te vervullen die het mogelijk maken, zelfstandig en samen met andere leerlingen bewegingsactiviteiten te beoefenen. 58 De leerling leert de waarde van het bewegen voor gezondheid en welzijn kennen en ervaren.
13
Vakspecifieke opmerkingen CIJFERS VOOR LICHAMELIJKE OPVOEDING. De leerlingen worden beoordeeld op 3 criteria: 1 Prestatie (cijfer telt 1x) 2 Individuele opstelling (cijfer telt 2x)· 3 Sociale opstelling (cijfer telt 2x) 1 Prestatie Hierbij wordt beoordeeld m.b.v. tabellen wat de leerling presteert. Daarbij wordt gemeten in tijd, afstand en hoogte. Kortom: wat kan men/wat presteert men bij veel verschillende sporten. 2 Individuele opstelling De leerling is er helemaal op gericht om actief mee te doen en iets te leren in de les. Dit hangt af van: aanwezigheid Actief meedoen met de les Gymspullen in orde en bij zich Leerbaarheid/nieuwsgierigheid Inzet Doorzettingsvermogen Stilte bij instructie/concentratie Conformiteit (aan de regels houden) Openstaan voor nieuwe onderdelen Volgt bewegingsinstructies op Scheidsrechteracceptatie 3 Sociale opstelling Door het gedrag worden de voorwaarden iets te leren voor anderen positief beïnvloed. Dit doet de leerling door: Samenwerken Respect voor de ander Behulpzaamheid/hulpverlening Fair Play Teamwork Rekening houden met anderen Spelen zonder leiding Coachen/stimuleren van anderen Sociale interactie Samen overleggen in een groep Emotionele zelfcontrole Betrokkenheid bij de leerresultaten van een ander
14
PTE Leerjaar 1 2015-2016 Vak: Nederlands Toets Soort
Stofomschrijving, aanduiding in het boek
Tijdstip Per. 1
1.1.1. 1.1.2. 1.1.3. 1.1.4.
Deeltoets onderdeel Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 1 Vrienden Deeltoets onderdeel Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 2 Nieuw(s) Fictiedossier. Per. 1 Moet voldoende/goed afgerond zijn Taalportfolio. Per. 1 Moet voldoende/goed afgerond zijn
1x Week 41 2x 1x Week 48 2x
SO Rep SO Rep HD HD
Weging
Per. 2 1.2.1. 1.2.2. 1.2.3. 1.2.4.
SO Rep Rep Rep HD HD
Deeltoets onderdeel Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 3 School Hoofdstuk 4 Vrij Eindtoets Grammatica – ontleden Hfd. 1 t/m 6 Fictiedossier Per. 2 Moet voldoende/goed afgerond zijn Taalportfolio Per. 2 Moet voldoende/goed afgerond zijn
1x 2x 2x 2x
Per. 3 1.3.1. 1.3.2. 1.3.3. 1.3.4.
SO Rep SO Rep HD
Deeltoets onderdeel Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 5 Reclame Deeltoets onderdeel . Hoofdstuk 6 Toetsweek Fictiedossier periode 1 t/m 3 moet voldoende/goed afgerond zijn. Taalportfolio periode 1 t/m 3 idem
Herkansbare Toetsen
1x 2x 1x 2x
geen
Vakspecifieke opmerkingen De leerlingen maken gebruik van de methode Nieuw Nederlands, Nieuwsbegrip, het materiaal online en indien nodig het oefenboek met herhaling- en/of havo-verdiepingsstof. Het online materiaal bestaat uit: - extra oefenmateriaal met gerichte feedback bij elke paragraaf; - oefentoetsen bij Lezen, Woordenschat, Spelling, Grammatica en Formuleren; - verschillende educatieve games waarin Grammatica, Woordenschat en Spelling worden geoefend; - unieke Leeshulp, waarin alle leesteksten van Lezen, Woordenschat en Poëzie en Fictie in te beluisteren en te lezen zijn met extra leesondersteuning; - alle kijk- en luisterfragmenten; - extra uitleg bij onderwerpen van Grammatica en Spelling; - theorieoverzichten; - een adaptieve Woordenschattrainer met actuele teksten; - een adaptieve Spellingtrainer. Veel benodigde materialen zoals studiewijzers en een overzicht per hoofdstuk wat de leerlingen moeten kennen en kunnen zijn op de Elo te vinden. 15
De hoofdstuktoetsen kunnen bestaan uit de volgende onderdelen: 1. lezen 6. kijk op taal 2. kijken en luisteren 7. grammatica 3. spreken en gesprekken 8. spelling 4. schrijven 9. formuleren 5. woordenschat Het fictiedossier bevat alle opdrachten rond Poëzie en Fictie, de leesverslagen en keuzeopdrachten. De boeken die gelezen worden, moeten vooraf door de docent goedgekeurd zijn. De te lezen boeken zijn te kiezen op www.lezenvoordelijst.nl Het taalportfolio omvat o.a. schrijfopdrachten en afsluitende hoofdstukopdrachten. Alle benodigde materialen/inhoudsopgaven zijn op de Elo en bij NieuwNederlands online te vinden. Beide zijn handelingsdelen die in periode 1,2 en 3 voldoende/goed afgesloten moeten worden. Bij niet/te laat of onvolledig inleveren kan een cijfer 1.0 worden gegeven. Taalverzorging Wij vinden het belangrijk dat leerlingen zich correct kunnen uitdrukken en dat teksten er verzorgd, dus zonder spelfouten, uitzien. Daarom letten we hierop bij alle toetsen en telt taalverzorging mee bij de normering van het cijfer. Kerndoelen Nederlands 1 De leerling leert zich mondeling en schriftelijk begrijpelijk uit te drukken. 2 De leerling leert zich houden aan conventies (spelling, grammaticaal correcte zinnen, woordgebruik) en leert het belang van die conventies te zien. 3 De leerling leert strategieën gebruiken voor het uitbreiden van zijn woordenschat. 4 De leerling leert strategieën gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven teksten. 5 De leerling leert in schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, te ordenen en te beoordelen op waarde voor zichzelf en anderen. 6 De leerling leert deel nemen aan overleg, planning, discussie in een groep. 7 De leerling leert een mondelinge presentatie te geven. 8 De leerling leert verhalen, gedichten en informatieve teksten te lezen die aan zijn belangstelling tegemoetkomen en zijn belevingswereld uitbreiden. 9 De leerling leert taalactiviteiten (spreken, luisteren, schrijven en lezen) planmatig voor te bereiden en uit te voeren. 10 De leerling leert reflecteren op de manier waarop hij zijn taalactiviteiten uitvoert en leert, op grond daarvan en van reacties van anderen, conclusies te trekken voor het uitvoeren van nieuwe taalactiviteiten.
16
PTE Leerjaar 1
2015-2016
Vak: Rekenen
Toets Soort 2.1.1 Repetitie
Stofomschrijving, aanduiding in het boek/doelen Repetitie H1 Rekenen met gehele getallen (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen, volgorde)
Tijdstip Weging Week 40 2x
2.1.2
Repetitie
Week 46 2x
2.2.1.
Repetitie
Repetitie H2 Decimale getallen (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen, afronden, handig rekenen) Repetitie H3 Breuken (optellen, aftrekken, helen eruit halen, vermenigvuldigen, delen)
Week 2
2x
2.2.2
Repetitie
Week 8
2x
2.3.1.
Repetitie
2.3.2
Repetitie
Repetitie H4 Procenten (verhoudingstabellen, aantallen, handige percentages) Repetitie H5 Maten omrekenen(lengte, oppervlakte, inhoud, gewichten, tijden) Repetitie H6 Herhaling van alles
Herkansbare Toetsen
Week 14 2x Week 26 2x Toetswk
geen
Kerndoelen rekenen leerjaar 1: De leerling herhaalt en verdiept zijn basiskennis en basisvaardigheden in 3 van de 4 domeinen van het rekenen. De nadruk ligt op het oefenen en het behouden van de vaardigheden. Domeinen: Getallen (Optellen, aftrekken, delen en vermenigvuldigen van gehele getallen, decimale getallen en breuken) Verhoudingen ( verhoudingstabellen en procenten) Meten en Meetkunde (metriekstelsel maten omrekenen) Verbanden komt aan bod in leerjaar 3
17
PTE Leerjaar 1
2015-2016
Vak: Tekenen Toets Soort
Stofomschrijving, aanduiding in het boek/doelen
1.1.1
Rep
1.1.2
Rep
Tekening: Kudde *Beeldende begrippen: Overlapping, afsnijding, kleurtonen *Materiaal:Verf Tekening: Regentekening *Beeldend begrip: licht/donker contrast. *Materiaal/techniek: Oost-Indische inkt, arceren.
Tijdstip Per. 1
Weging 2x
2x
Per. 2 1.2.1
Rep
1.2.2
Rep
1.2.3
Rep
Tekening: Paspoort *Beeldende begrippen: Lay-out, typografie, verhoudingen portret. *Materiaal: gemengde techniek / gewassen inkt. Tekening: Snelheid *Beeldende begrippen: statisch / dynamisch *Materiaal: olie- en pastelkrijt Tekening: Graffiti *Beeldende begrippen: Kleurverloop, 3D letters *Materiaal: Ecoline
2x
2x
2x
Per.3 1.3.1
Rep
1.3.2
S.0.
1.3.3
Rep
Tekening: Raam *Beeldende begrippen: Warm-koudcontrast. *Materiaal: mengen met kleurpotlood. Theorietoets: kleuren * Kleurtonen, Kleurverloop, warm-koud contrast, kleurencirkel. Tekening: Huisdier *Beeldende begrippen: Stofuitdrukking, details, licht/donker contrast *Materiaal: grijs potlood
2x
1x
2x
Vakspecifieke opmerkingen Doelen klas 1: De leerling is aan het eind van klas 1 bekend met de volgende materialen: plakkaatverf, waterverf, Oost-Indische inkt, oliepastel, pastelkrijt, ecoline, kleurpotlood, grijs potlood. De leerling kan aan het eind van klas 1 de volgende beeldende begrippen toepassen en herkennen: overlapping; afsnijding; licht/donker contrast; statisch; dynamisch; stofuitdrukking; de kleurencirkel (primaire en secundaire kleuren); warm-koud contrast. De leerling is vanaf zijn/haar startpunt begin klas 1 een stap hoger gekomen op eigen tekenniveau wat betreft creativiteit (fantasie, originele kijk, out of the box). De leerling is vanaf zijn/haar startpunt begin klas 1 een stap hoger gekomen op eigen tekenniveau wat betreft materiaalkennis en techniek.
18
PTE Leerjaar 1
2015-2016
Vak: Techniek Het vak techniek in de onderbouw van de theoretische leerweg van het VMBO en de HAVO is er onder andere op gericht om leerlingen te laten kennismaken met techniek en technische begrippen. Kerndoelen hierbij zijn dat de leerling leert werken met theorieën en modellen en hier onderzoek naar doet, leert op planmatige wijze te werken bij het realiseren van een technisch product en het in teamverband ontwerpen hiervan, inzicht verwerft in de relatie van techniek met natuurwetenschappen, praktische basisvaardigheden opdoet en veilig leert omgaan met materialen, gereedschappen en technische producten. Ook is in de doelstelling verwoord dat leerlingen de gelegenheid geboden wordt de eigen mogelijkheden en interesses ten aanzien van techniek te ontdekken, waarbij de lessen in de uitwerking aantrekkelijk en zinvol dienen te zijn voor meisjes en jongens. Op De Fontein is voor het vak techniek een methode ontwikkeld met vakoverstijgende doelstellingen. In de werkstukken is er aandacht voor taal, door middel van geschreven opdrachten en voor wiskunde door praktische wiskundige elementen in een groot deel van de werkstukken op te nemen. Daarnaast zijn er oefeningen in administratief handelen en is er binnen de methode ruimte ingebouwd voor het sociaal functioneren. Bij de technieklessen werken de leerlingen, op een enkele taak of opdracht na, in teams van twee of drie leerlingen. De opdrachten zijn in een herkenbaar format geschreven en ieder team is met zijn eigen opdracht bezig. Na afronding van een taak of opdracht gaan de teamleden uiteen en worden nieuwe teams geformeerd met een andere opdracht. De opdrachten bestaan uit een mix van activiteiten en variëren in doorlooptijd van 20 minuten tot gemiddeld 10 blokuren. Voor een groot deel van de opdrachten is samenwerking, overleg en veel denkwerk vereist en worden de leerlingen uitgedaagd de relevante theoretische kaders en systemen te onderzoeken. Het is hierbij evident dat een planmatige aanpak van belang is om een opdracht succesvol af te kunnen ronden. Maar voor de afwisseling zijn er ook opdrachten waar een beroep wordt gedaan op de vrije expressie en creativiteit van de leerling. Verder zijn er taken met een meer dienstverlenend karakter met verantwoordelijkheid voor de materiële faciliteiten en een taak die gericht is op de bewustwording van de omgang met elkaar, waarbij er ruimte is om binnen een raamwerk te experimenteren met het elkaar leren aanspreken op gedrag en handelen en het nemen van verantwoordelijkheid voor elkaar. In het eerste leerjaar ligt de nadruk op het veilig leren omgaan met gereedschappen en machines en het werken met verschillende materialen. Er is een ruim aanbod aan werkstukken waarbij technische vaardigheden worden opgedaan zoals zagen, boren, vijlen, solderen etc. en ruimte voor creatieve vaardigheden zoals boetseren, kleidraaien, schilderen en emailleren. In een aantal opdrachten is een praktische werkvorm verwerkt van wiskundige begrippen zoals het metrieke stelsel, rekenen met breuken en het werken met oppervlak en inhoud. In het tweede leerjaar wordt, naast het vervolg en de verdieping van het programma uit het eerste leerjaar, kennis gemaakt met het verwerken van gegevens in een spreadsheet en de beginselen van technisch tekenen volgens de Amerikaanse projectiemethode. 19
Zowel in het eerste als tweede leerjaar heeft de leerling tenminste een keer de beurt om als klas assistent de leiding over de klas te hebben en verantwoordelijkheid te nemen voor het aansturen van de klassendienst en de materiaalcommissaris. Ook heeft de leerling in de functie van materiaalcommissaris minstens een keer de zorg voor de uitgifte en het juist opbergen van de werkstukken en het ordenen van de materialen. Twee à drie keer per leerjaar heeft de leerling een functie achter de balie waarbij gereedschappen worden uitgeleend en geïnventariseerd met de daarbij behorende administratieve handelingen. Ten minste drie maal per jaar heeft de leerling klassendienst met als taak in teamverband het technieklokaal aan het eind van de les netjes op te leveren. Bij techniek werken de leerlingen niet aan een periodecijfer maar aan een jaarcijfer. De cijfers worden in een apart cijferprogramma bijgehouden. Dit programma is in te zien via Somtoday bij de studiewijzers voor het vak techniek en wordt wekelijks geactualiseerd. Dat de cijfers niet per periode worden gegeven heeft te maken met de verschillen in doorlooptijd van de werkstukken en de verschillen in weging van de cijfers. De berekening van de techniekcijfers is zo ingericht dat de leerling gemiddeld per les een factorpunt moet halen. Binnen een bepaalde bandbreedte kan bij te weinig ingeleverd werk het cijfer zakken of als er veel werkstukken worden gemaakt kan het cijfer stijgen. De leerlingen worden over de werking van het programma ruimschoots geïnstrueerd.
20
PTE Leerjaar 1 2015-2016 Vak: Wiskunde vmbo-TL/Havo Toets Soort 1.1.1 Rep
1.1.2
Rep
1.1.3
Rep
1.1.4 1.2.1
PO Rep
1.2.2
Rep
1.2.3
Rep
1.3.1
Rep
1.3.2 1.3.3
PO Rep
1.3.4
Rep
Stofomschrijving, aanduiding in het boek/doelen H1 Wiskundige ruimtefiguren De leerling leert: Uit welke vlakke figuren een ruimtefiguur bestaat, de wiskundige namen van ruimtefiguren, hoe ruimtefiguren in elkaar zitten, uitslagen maken van ruimtefiguren, met aanzichten werken en met kijklijnen werken. Werken met ruimtefiguren. H2 Verhoudingen De leerling leert: Rekenen met verhoudingstabellen, rekenen met procenten. Werken met verhoudingstabellen en schaal. H3 Grafieken De leerling leert: Wat coördinaten zijn, te werken met coördinaten. Grafieken af te lezen, verbanden te begrijpen bij grafieken, grafieken te tekenen. Werken met grafieken. Praktische opdracht over grafieken en tabellen H4 Getallen De leerling leert: Werken met decimale getallen, af te ronden, werken met breuken en procenten, de volgorde van berekenen. Breuken vermenigvuldigen. Kwadrateren. H5 Lijnen en hoeken De leerling leert: Wat horizontaal en verticaal is, wat evenwijdig en loodrecht is, hoeken meten en tekenen. H6 Rekenen met pijlenkettingen. De leerling leert: Schematisch te rekenen met behulp van pijlenkettingen.
Tijdstip Weging Wk 38 2x
H7 + H10 Lengte, omtrek, oppervlakte en inhoud De leerling leert: Welke soorten eenheden er zijn, omrekenen van de ene eenheid naar de andere, het berekenen van omtrek en oppervlakte van vlakke figuren, en het berekenen van de inhoud van balk, kubus en samengestelde ruimtefiguren. Praktische opdracht over meten H8 Negatieve getallen De leerling leert: Te rekenen met negatieve getallen en het toepassen van negatieve getallen in een assenstelsel H9, H12 en Havo Formules, vergelijkingen en rekenen met variabelen De leerling leert: Omzetten van pijlenketting naar formule, het maken van formules, het rekenen met formules en het maken van een grafiek bij een formule. Grafieken vergelijken. Formules maken bij grafieken. Formules korter maken. Rekenen met formules. Werken met lineaire en kwadratische formules.
Wk 41
2x
Wk 45
2x
Wk44 Wk.48
1x 2x
Wk.2
2x
Wk. 5
2x
Wk.12
2x
Wk.10 Wk. 15
1x 2x
Wk. 22
2x
21
1.3.5
Rep
H11 Vlakke figuren De leerling leert: Werken met verschillende soorten symmetrie, symmetrische figuren maken, symmetrie-assen tekenen, de kleinste draaihoeken te berekenen, gelijkbenige en gelijkzijdige driehoeken herkennen, tekenen van een driehoek, berekenen van hoeken.
Wk. 25 ? Toetsweek
2x
Herkansbare Geen. Toetsen Vakspecifieke opmerkingen Bij elke repetitie wordt minimaal één opgave uit één of meerdere voorgaande hoofdstukken toegevoegd. Dit om te zorgen dat voorgaande stof goed beklijft! Kerndoelen wiskunde De leerling leert passende wiskundetaal te gebruiken voor het ordenen van het eigen denken en voor uitleg aan anderen en leert de wiskundetaal van anderen begrijpen. De leerling leert alleen en in samenwerking met anderen in praktische situaties wiskunde te herkennen en te gebruiken om problemen op te lossen. De leerling leert een wiskundige argumentatie op te zetten en te onderscheiden van meningen en beweringen en leert daarbij met respect voor ieders denkwijze wiskundige kritiek te geven en te krijgen. De leerling leert de structuur en de samenhang te doorzien van positieve en negatieve getallen, decimale getallen, breuken, procenten en verhoudingen en leert ermee werken in zinvolle en praktische situaties. De leerling leert exact en schattend rekenen en redeneren op basis van inzicht in nauwkeurigheid, orde van grootte, en marges die in een gegeven situatie passend zijn. De leerling leert meten, leert structuur en samenhang doorzien van het metriek stelsel en leert rekenen met maten voor grootheden die gangbaar zijn in relevante toepassingen. De leerling leert informele notaties, schematische voorstellingen, tabellen, grafieken en formules te gebruiken om greep te krijgen op verbanden tussen grootheden en variabelen. De leerling leert werken met platte en ruimtelijke vormen en structuren, leert daarvan afbeeldingen te maken en deze te interpreteren en leert met hun eigenschappen en afmetingen te rekenen en redeneren. De leerling leert gegevens systematisch te beschrijven, ordenen en visualiseren en leert gegevens, representaties en conclusies kritisch te beoordelen.
22
PTE Leerjaar 1 2015-2016 Vak: Wiskunde vmbo-TL Toets Soort Stofomschrijving, aanduiding in het boek/doelen 1.1.1 Rep H1 Wiskundige ruimtefiguren De leerling leert: Uit welke vlakke figuren een ruimtefiguur bestaat, de wiskundige namen van ruimtefiguren, hoe ruimtefiguren in elkaar zitten, uitslagen maken van ruimtefiguren, met aanzichten werken en met kijklijnen werken. Rep 1.1.2 H2 Verhoudingen De leerling leert: Rekenen met verhoudingstabellen, rekenen met procenten. 1.1.3 Rep H3 Grafieken De leerling leert: Wat coördinaten zijn, te werken met coördinaten. Grafieken af te lezen, verbanden te begrijpen bij grafieken, grafieken te tekenen 1.1.4 PO Praktische opdracht over grafieken en tabellen Rep 1.2.1 H4 Getallen De leerling leert: Werken met decimale getallen, af te ronden, werken met breuken en procenten, de volgorde van berekenen. 1.2.2 Rep H5 Lijnen en hoeken De leerling leert: Wat horizontaal en verticaal is, wat evenwijdig en loodrecht is, hoeken meten en tekenen. 1.2.3 Rep H6 Rekenen met pijlenkettingen. De leerling leert: Schematisch te rekenen met behulp van pijlenkettingen.
Tijdstip Weging Wk. 38 2x
1.3.1
Rep
1.3.2 1.3.3
PO Rep
1.3.4
Rep
H7 + H10 Lengte, omtrek, oppervlakte en inhoud De leerling leert: Welke soorten eenheden er zijn, omrekenen van de ene eenheid naar de andere, het berekenen van omtrek en oppervlakte van vlakke figuren en het berekenen van de inhoud van balk en kubus. Praktische opdracht over meten H8 Negatieve getallen De leerling leert: Te rekenen met negatieve getallen en het toepassen van negatieve getallen in een assenstelsel H9 en H12 Formules en vergelijkingen De leerling leert: Omzetten van pijlenketting naar formule, het maken van formules, het rekenen met formules en het maken van een grafiek bij een formule.
Wk. 41
2x
Wk.45
2x
Wk. 44 Wk.48
1x 2x
Wk. 2
2x
Wk. 5
2x
Wk. 12
2x
Wk. 10 Wk. 15
1x 2x
Wk. 22
2x
23
1.3.5
Rep
H11 Vlakke figuren De leerling leert: Werken met verschillende soorten symmetrie, symmetrische figuren maken, symmetrie-assen tekenen, de kleinste draaihoeken te berekenen, gelijkbenige en gelijkzijdige driehoeken herkennen, tekenen van een driehoek, berekenen van hoeken.
Herkansbare Toetsen
Wk. 25 ? Toetsweek
2x
Geen.
Vakspecifieke opmerkingen Bij elke repetitie wordt minimaal één opgave uit één of meerdere voorgaande hoofdstukken toegevoegd. Dit om te zorgen dat voorgaande stof goed beklijft! Kerndoelen wiskunde De leerling leert passende wiskundetaal te gebruiken voor het ordenen van het eigen denken en voor uitleg aan anderen en leert de wiskundetaal van anderen begrijpen. De leerling leert alleen en in samenwerking met anderen in praktische situaties wiskunde te herkennen en te gebruiken om problemen op te lossen. De leerling leert een wiskundige argumentatie op te zetten en te onderscheiden van meningen en beweringen en leert daarbij met respect voor ieders denkwijze wiskundige kritiek te geven en te krijgen. De leerling leert de structuur en de samenhang te doorzien van positieve en negatieve getallen, decimale getallen, breuken, procenten en verhoudingen en leert ermee werken in zinvolle en praktische situaties. De leerling leert exact en schattend rekenen en redeneren op basis van inzicht in nauwkeurigheid, orde van grootte, en marges die in een gegeven situatie passend zijn. De leerling leert meten, leert structuur en samenhang doorzien van het metriek stelsel en leert rekenen met maten voor grootheden die gangbaar zijn in relevante toepassingen. De leerling leert informele notaties, schematische voorstellingen, tabellen, grafieken en formules te gebruiken om greep te krijgen op verbanden tussen grootheden en variabelen. De leerling leert werken met platte en ruimtelijke vormen en structuren, leert daarvan afbeeldingen te maken en deze te interpreteren en leert met hun eigenschappen en afmetingen te rekenen en redeneren. De leerling leert gegevens systematisch te beschrijven, ordenen en visualiseren en leert gegevens, representaties en conclusies kritisch te beoordelen.
24
PTE Leerjaar 1
2015-2016
Bevorderingsnormen De Fontein Bussum, Gooise Scholen Federatie
1. Algemeen De algemene normen beschreven in dit hoofdstuk zijn van toepassing op leerjaar 1, leerjaar 2 en leerjaar 3. 1.1 Uitgangspunten Deze normen zijn volledig herzien en opnieuw vastgesteld met ingang van schooljaar 2015/2016. Het kader waarbinnen deze normen zijn vastgesteld, wordt gegeven door het Schoolplan. Bevorderingsnormen raken het hart van de visie op en de organisatie van het onderwijs. Vanuit de visie, missie en de kenmerken die beschreven zijn in het Schoolplan zijn deze normen tot stand gekomen: □ “Het leren van de leerling staat centraal”. De bevorderingsnormen zijn gestoeld op de leervorderingen van de leerling. Bij het vaststellen van deze normen staat centraal dat bevordering naar een volgend leerjaar, gebaseerd op de geboekte leerresultaten van het voorafgaande leerjaar, betekent dat de leerling wordt geacht ook het volgende leerjaar succesvol af te sluiten. Ook het (leren) dragen van verantwoordelijkheid door de leerling heeft een plaats gekregen binnen deze normen. □ “Gedegen voorbereiding op het examen en doorstroom naar het Havo en het Mbo”. Deze normen zijn zodanig vastgesteld dat de “voorspellende waarde” van een bevordering (of afwijzing) geborgd is. □ “Vertrouwen en Optimisme”. Binnen deze bevorderingsnormen wordt in de basis geen onderscheid gemaakt tussen vakken, derhalve kan de leerling binnen het hele spectrum zijn/haar capaciteiten ontplooien en daar vervolgens op worden beoordeeld. Het kiezen van een extra vak, al vanaf leerjaar 3, behoort ook daarom tot de mogelijkheden. □ “Professionaliteit en Leiderschap”. De docenten van de leerling hebben de ambitie om de leerling te ondersteunen bij de ontwikkeling naar volwassenheid. De loopbaan van de leerling staat centraal: deze normen kaderen zodanig dit proces dat besluiten vanzelfsprekend worden genomen in het belang van de leerling. 1.2 Doubleren en verblijfsduurbeperking a.
Leerlingen op De Fontein mogen 5 jaar verblijven in het VMBO. Deze verblijfsduurbeperking houdt derhalve in dat een leerling die 2 keer doubleert de school moet verlaten, dat geldt ook voor de leerling die voor de tweede keer doubleert in klas 4. De school geeft daarom bij doubleren in klas 1 bindend advies, doubleren in klas 2 is slechts bij hoge uitzondering toegestaan. Ook hier kan een bindend advies gegeven worden. Bij doubleren in klas 3 kan de eindrapportvergadering het advies uitbrengen om over te stappen naar de Kaderberoepsgerichte leerweg om te voorkomen dat leerlingen zonder diploma het voortgezet onderwijs verlaten. Leerlingen die doubleren dienen het gehele programma van het betreffende leerjaar opnieuw te volgen en af te sluiten. Cijfers en/of afgetekende onderdelen kunnen derhalve niet worden “meegenomen”. Voor leerjaar 3 is deze regel ook opgenomen in het Reglement Schoolexamen punt 14.
25
1.3 Onvoldoende gegevens Wanneer aan het einde van het schooljaar voor een vak geen cijfer kan worden vastgesteld wegens onvoldoende gegevens omdat de leerling verwijtbaar heeft verzuimd aan zijn/haar verplichtingen te voldoen wordt de leerling niet bevorderd. 1.4 Cijfers a.
Het eindrapportcijfer wordt als volgt bepaald:
(Gemiddelde periode 1 + Gemiddelde periode 2 + Gemiddelde periode 3) / 3 = eindrapportcijfer. □ □ □
Het schooljaar heeft 3 periodes. In de schoolgids staan de start en het einde van deze periodes vermeld. De gemiddelden van de periodes worden vastgesteld op 1 decimaal. Het eindrapportcijfer wordt vastgesteld op 0 decimalen. Voorbeeld: een onafgerond eindrapportcijfer van 6,49 wordt afgerond op een 6.
b. Een eindrapportcijfer onder het cijfer 6 telt als de volgende tekorten mee: Het cijfer 5 = 1 tekort Het cijfer 4 = 2 tekorten Het cijfer 3 = 3 tekorten c.
Aantal tekorten en onvoldoendes: - Een leerling mag maximaal 3 onvoldoendes op zijn totale lijst hebben, die samen maximaal 4 tekorten opleveren. (bij bevordering naar klas 3 of 4 aanvullende eisen, zie punt 3 of 4 ). - Een leerling die meer tekorten en/of onvoldoendes heeft dan hierboven omschreven, is niet bevorderbaar. - Voor de overgang van klas 2 naar 3 en van klas 3 naar 4 dient ook naar de overige overgangscriteria te worden gekeken.
d.
Rapportcijfers worden vastgesteld op minimaal het cijfer 3 en maximaal het cijfer 10.
e.
De leerling met één of meer cijfers onder de 4 wordt altijd besproken door de eindrapportvergadering. Vervolgens besluit de eindrapportvergadering of de leerling wordt bevorderd of afgewezen.
f.
Het is niet mogelijk om d.m.v. taken, extra toetsen of anderszins een (eind-)rapportcijfer te wijzigen.
g.
I.v.m. de nieuwe (examen) rekeneisen (2015) moet aan het einde van ieder leerjaar 1 en 2 het vak rekenen met het rapportcijfer 5 of meer zijn afgesloten. Indien een leerling lager dan een 5 gehaald heeft, dan volgt er een reparatieprogramma in de laatste schoolweken. Dit reparatieprogramma wordt afgesloten met een toets. Mocht deze toets nog steeds onvoldoende zijn (lager dan een 5) zal in het volgende schooljaar een plan van aanpak worden geschreven m.b.t. rekenachterstand.
Bij overgang van leerjaar 3 naar 4, zit het vak rekenen wel in de bevorderingsnorm.
26
Eind leerjaar 3 wordt het verplichte rekenexamen afgenomen. Dit cijfer is bepalend in de slaag/zakregeling. Het cijfer moet minimaal een 5 zijn. In klas 4 kan het verplichte rekenexamen herkanst worden. In het geval er een onvoldoende gehaald is, moet de leerling verplicht gebruik maken van de herkansingsmogelijkheid. Om het VMBO-TL diploma te kunnen behalen, zal de rekentoets met minimaal een 5 moeten worden afgesloten. Daarnaast is de kernvakkenregeling van toepassing: of rekenen een 5 of Nederlands een 5. h.
Binnen het coach moment volgen leerlingen in klas 2 tm 4 het vak LOB (loopbaan oriëntatie beroep). Aan het einde van het schooljaar moeten de opdrachten met tenminste een voldoende moeten worden afgesloten om bevorderd te kunnen worden.
1.5 Vakken Bij de bevordering tellen de eindcijfers van alle vakken van de leerling even zwaar mee. Voor leerjaar 3 gelden daarbij extra voorwaarden, zie hoofdstuk 4 van deze bevorderingsnormen. 1.6 Revisie a.
b. c.
Als de ouder(s)/verzorger(s) het niet eens zijn met de beslissing van de eindrapportvergadering over de bevordering van hun kind, kunnen zij vragen om een heroverweging (revisie) van het genomen besluit. Er moeten dan nieuwe of aanvullende gegevens zijn. Uiterlijk 24 uur na afloop van de rapportvergadering moet deze nieuwe of aanvullende informatie schriftelijk bekend worden gemaakt bij de directeur (deze brief dient ondertekend persoonlijk te worden afgegeven aan de directeur of diens plaatsvervanger). De directeur beslist in overleg met de mentor (coach) en de teamleider of het daadwerkelijk over nieuwe en/of aanvullende informatie gaat. Het revisieverzoek wordt alleen gehonoreerd wanneer relevante en nieuwe informatie wordt aangedragen die bij het genomen besluit op de rapportvergadering geen rol heeft gespeeld. Als de directeur besluit het revisieverzoek te honoreren wordt de leerling in de revisievergadering opnieuw besproken. Het revisiebesluit wordt uiterlijk genomen op de laatste dag van het lopende schooljaar. In de revisievergadering kan de leerling alsnog worden bevorderd of afgewezen.
1.7 Pakketkeuze, pakketwijziging en extra vak a.
b.
c.
d.
Pakketwijzigingen na de eindrapportvergadering worden alleen gehonoreerd als dit organisatorisch (m.n. roostertechnisch) mogelijk en wenselijk is. Deze beslissing wordt genomen door de directeur. De leerling kan alleen een extra vak volgen (in leerjaar 3 en/of 4) wanneer dit organisatorisch (m.n. roostertechnisch) mogelijk en wenselijk is. Deze beslissing wordt genomen door de directeur. Aan het volgen van een extra vak kan de directeur extra voorwaarden verbinden (zoals het volgen van het vak met minder contacturen dan aangegeven op de lessentabel). Wanneer de leerling een extra vak kiest (alleen mogelijk in leerjaar 3 en/of 4) volgt de leerling dat vak het gehele schooljaar (klas 3: t/m de laatste lesdag, klas 4 t/m het einde van de SEperiode). Mocht een leerling toch dit extra vak laten vallen, dan moeten daar zwaarwegende zaken aan ten grondslag liggen. De teamleider beslist hierover. Het afstoten van het extra vak brengt kosten met zich mee. De directie houdt zich het recht voor om door organisatorische redenen een bepaalde pakketkeuze (in leerjaar 3 en/of 4) af te wijzen. In dat geval zal in overleg met de leerling, de ouder(s)/verzorger(s), de mentor en de LOB functionaris een ander pakket worden gekozen.
27
e. f.
Een verzoek tot pakketwijziging (na het sluiten van de termijn voor definitieve pakketkeuze) kan worden aangevraagd bij de teamleider, tot uiterlijk de herfstvakantie van het nieuwe schooljaar. Voor de leerling die een extra vak volgt gelden de voorwaarden van het extra vak (klas 3).
1.8 Bespreekmarge Er is geen bespreekmarge. 1.9 Eindclausule In gevallen waarin deze bevorderingsnormen niet voorzien beslist de directeur, en bij diens afwezigheid de plaatsvervangend directeur. 1.10 Verklaring termen Afgewezen: De leerling is niet bevorderd naar het volgende leerjaar. Bevordering: De leerling mag in het volgende leerjaar instromen. Bindend advies: gerichte bevordering naar een ander leerjaar op een andere leerweg op een andere school. Doubleren: Het overdoen van een zelfde leerjaar (“blijven zitten”). Eindrapportvergadering: Het overleg van de docenten die lesgeven aan de leerling waarin besloten wordt of de leerling wordt bevorderd of afgewezen. Revisie: Heroverweging van het besluit genomen in de eindrapportvergadering.
28
2. Leerjaar 1 2.1 Bevordering naar leerjaar 2 In leerjaar 1 volgt de leerling 13 vakken. De overgang wordt berekend op de vakken: Nederlands, Engels, Frans, wiskunde, rekenen, techniek, geschiedenis, aardrijkskunde, ICT, drama, tekenen, lichamelijke opvoeding, biologie. De leerling wordt bevorderd naar leerjaar 2 Mavo (Vmbo-T) volgens deze regels: -
-
Een leerling mag maximaal 3 onvoldoendes op zijn totale lijst hebben, die samen maximaal 4 tekorten opleveren met een minimaal totaal aantal punten van 72 waarbij er maximaal 1 tekort is in de vakken Nederlands, Engels en wiskunde Een leerling die meer tekorten en/of onvoldoendes heeft dan hierboven omschreven, is niet bevorderbaar.
Voor de leerling die is afgewezen is het succesvol volgen en afronden van een Mavo- (Vmbo-T) studie twijfelachtig. Deze leerling krijgt daarom een bindend advies om in leerjaar 2 van Vmbo-KB in te stromen. Doubleren in leerjaar 1 is onder geen enkele voorwaarde toegestaan. In zeer uitzonderlijke gevallen kan de directeur besluiten om een leerling onder bepaalde voorwaarden te plaatsen in leerjaar 2.
2.2 Geschiktheid Havo vanuit klas 1 T/H De leerling krijgt een Havo-advies als is voldaan aan de volgende voorwaarde: a. De leerling heeft voor de vakken Ne, Fa, En, gs, ak, wi, bio, tek tenminste 64 punten en geen onvoldoendes. b. Eis vanuit de Havo scholen: de Cito volg toets dient het Havo niveau van de leerlingen aan te tonen. 2.3 Geschiktheid Havo vanuit klas 1 Mavo (Vmbo-T) De leerling krijgt een Havo-advies als is voldaan aan de volgende voorwaarden: a. De leerling heeft voor de vakken Ne, Fa, En, gs, ak, wi, bio, tek tenminste 68 punten en geen onvoldoendes. b. De leerling heeft bij deze vakken het gehele schooljaar de verrijkingsstof en de daarbij behorende toetsen gemaakt. c. De leerling krijgt van de rapportvergadering in meerderheid een positief advies.
29
3. Leerjaar 2 3.1 Bevordering naar leerjaar 3 In leerjaar 2 volgt de leerling 15 vakken. . De overgang wordt berekend op de vakken: Nederlands, Engels, Frans, Duits, wiskunde, techniek, rekenen, geschiedenis, aardrijkskunde, tekenen, lichamelijke opvoeding, biologie, economie en nask.
De leerling wordt bevorderd naar leerjaar 3 Mavo (Vmbo-T) volgens deze regels: -
-
Een leerling mag maximaal 3 onvoldoendes op zijn totale lijst hebben, die samen maximaal 4 tekorten opleveren met een minimaal totaal aantal punten van 78 waarbij er maximaal 1 tekort is in de vakken Nederlands, Engels en wiskunde Een leerling die meer tekorten en/of onvoldoendes heeft dan hierboven omschreven, is niet bevorderbaar. In de 2 gekozen vakken ( Frans/ geschiedenis/ aardrijkskunde/ biologie )komt bij het eindrapport geen onvoldoende voor Kunstvakken moet met een voldoende zijn afgerond
Voor de leerling die is afgewezen is het succesvol volgen en afronden van een Mavo- (Vmbo-T) studie twijfelachtig. Deze leerling kan daarom worden geadviseerd om in leerjaar 3 van Vmbo-KB in te stromen. Bij een totaal puntenaantal van gelijk of minder dan 78 is het advies Vmbo –KB bindend. Doubleren zal slechts bij hoge uitzondering worden toegestaan, zie paragraaf 1.2a. 3.2 Extra vak in leerjaar 3 De leerling mag in leerjaar 3 een extra vak volgen indien is voldaan aan de volgende voorwaarden: a. Voor de vakken Ne, Fa, Du, En, gs, ak, wi, nask, bio, ec, tek is in totaal minimaal 77 punten behaald. b. In de vakkengroep Ne, Fa, Du, En, gs, ak, wi, nask, bio, ec, tek komt maximaal 1 keer het cijfer 5 voor. c. In de vakkengroep Ne, Fa, Du, En, gs, ak, wi, nask, bio, ec, tek komen geen cijfers voor lager dan het cijfer 5. d. De rapportvergadering geeft in meerderheid een positief advies. Zie ook de opmerkingen over het kiezen van een extra vak bij paragraaf 1.7.
30
4. Leerjaar 3 4.1 Bevordering naar leerjaar 4 In leerjaar 3 volgt de leerling 13 vakken*. De leerling wordt bevorderd naar leerjaar 4 Mavo (Vmbo-T) indien is voldaan aan alle volgende voorwaarden: a.
De leerling is bevorderd volgens de volgende regels: -
+ b.
c. + d.
Een leerling mag maximaal 3 onvoldoendes op zijn totale lijst hebben, die samen maximaal 4 tekorten opleveren met een minimaal totaal aantal punten van 78 waarbij er maximaal 1 tekort is in de vakken Nederlands, Engels en wiskunde Een leerling die meer tekorten en/of onvoldoendes heeft dan hierboven omschreven, is niet bevorderbaar. Binnen het gekozen examenpakket is er voor de verplichte vakken (Nederlands, Engels en de 2 vaste sectorvakken) niet meer dan 1 tekortpunt. In de 2 keuze vakken plus maatschappijleer is er niet meer dan 1 tekortpunt. De vakken CKV en LO zijn afgesloten met een V (voldoende) of G (goed), zie ook Reglement Schoolexamen in de PTA-gids, punten 5 en 6. Aan alle PTA-onderdelen van leerjaar 3 is reglementair voldaan (zie ook Reglement Schoolexamen in de PTA-gids, o.a. punt 18), uiterlijk 1 week voor aanvang van de eindrapportvergadering.
Toelichting bij b) De leerling kiest 6 (mogelijk met extra vak 7) eindexamenvakken. De vakdocenten geven bij ieder rapport een advisering op basis van inzicht / werkhouding en motivatie. Dit wordt gescoord in 4 letters: A= zeer geschikt B= waarschijnlijk geschikt C= waarschijnlijk ongeschikt D= niet geschikt Bij een D- kan onder dwingende voorwaarden kan het examenvak gekozen worden. Deze voorwaarden worden vastgelegd in een handelingsplan dat door ouders, leerling en coach wordt ondertekend. Bij een C- advies volgt er een gesprek met de vakdocent, na dit gesprek volgt een dringend advies. Bij een A en een B advies kan de leerling dit vak kiezen als examenvak. Wanneer de leerling niet voldoet aan voorwaarde 4.1b kan de eindrapportvergadering advies uitbrengen over een pakketwijziging. In dat geval wordt de leerling in de revisievergadering opnieuw besproken, in deze revisievergadering wordt besloten om de leerling te bevorderen of af te wijzen. Voor de leerling die in leerjaar 3 een extra vak heeft gevolgd gelden de volgende regels (+ de punten onder b,c,d zoals hierboven beschreven): - Een leerling mag maximaal 3 onvoldoendes op zijn totale lijst hebben, die samen maximaal 4 tekorten opleveren.
31
-
Een leerling die meer tekorten en/of onvoldoendes heeft dan hierboven omschreven, is niet bevorderbaar. Mocht het extra vak een 5 zijn (naast max. 4 andere tekorten) dan kan dit vak geschrapt worden van het rapport en kan de leerling over naar klas 4. Het is dan niet mogelijk een extra vak in klas 4 aan te vragen.
4.2 Aanvullende eis voor bevordering naar leerjaar 4 a.
Nask 1 kan alleen worden opgenomen in het vakkenpakket indien ook wiskunde is gekozen. Zie ook de opmerking bij 1.7e.
4.3 Extra vak (achtste vak) in leerjaar 4 De leerling mag in leerjaar 4 een extra vak volgen indien is voldaan aan de volgende voorwaarden: a. In het gekozen pakket van 8 vakken (inclusief maatschappijleer) is in totaal minimaal 56 punten behaald. b. In het gekozen pakket van 8 vakken (inclusief maatschappijleer) komt maximaal 1 keer het cijfer 5 voor. c. In het gekozen pakket van 8 vakken (inclusief maatschappijleer) komen geen cijfers voor lager dan het cijfer 5. d. De rapportvergadering geeft in meerderheid een positief advies. Zie ook de opmerkingen over het kiezen van een extra vak bij paragraaf 1.7.
32