Vanuit het veld 5 Niels Hofstra Jan Heersche
Landgoed Dordwijk in Dordrecht Op een mooie herfstochtend zijn we uitgenodigd op Landgoed Dordwijk, dat min
Kasteelboerderij.
of meer wordt omarmd door de bebouwing van Dordrecht. Het is nog vroeg, maar
Twee jonge landschapsarchitecten, Niels Hofstra en Jan Heersche van bureau Hofstra|Heersche bezoeken bekende en onbekende landgoederen in Nederland. Zo mogelijk bezoeken ze het landgoed onder begeleiding van de eigenaar of een beheerder. Hun ervaringen beschrijven ze maandelijks in het vakblad Groen. Eerder waren ze in Vogelsanghstate, De Wiersse, Huis te Manpad en Eyckenstein. Daan van der Have noemt zichzelf een ‘nieuwe landgoedeigenaar’: hij heeft Dordwijk in 1995 gekocht van Staatsbosbeheer.
er is al volop bedrijvigheid: op de binnenplaats van de kasteelboerderij waar het rond 1630 allemaal mee begon, wordt een oude Levensboom (Thuja orientalis) verzaagd met een mobiele zaaginstallatie. De zeker honderd jaar oude Levensboom is tijdens een storm omgewaaid. Het verzagen geeft een heerlijke geur.
Daan van der Have ontvangt ons in één van de villa’s op het landgoed. En dat is bijzonder. Doorgaans staat er op een landgoed één huis dat ‘Het Huis’ is. Hier zijn dat er twee: Huize Dordwijk uit 1850 en Villa Sorghvliet uit 1892. Daarnaast is er dus nog de kasteelboerderij.Aan de keukentafel in Huize Dordwijk vertelt Van der Have ons over de geschiedenis van het landgoed, waarbij de nadruk ligt op de recente geschiedenis, want die is voor het landgoed nogal bewogen geweest. Het begon allemaal rond 1630 met een boerderij met herenkamers, omgeven door een rechthoekige waterpartij, een soort gracht. De boerderij was voorzien van een kasteeltoren, tegenwoordig
nog het enige oorspronkelijke deel. De rest is in de Tweede Wereldoorlog afgebrand en in een eenvoudiger stijl herbouwd. Rondom de kasteelboerderij liggen de facilitaire gebouwen, waaronder een wagenschuur, tuinmanswoning en koetshuis. Deze gebouwen hebben een woonfunctie gekregen. Later is op de buitenplaats een eerste villa gebouwd, die rond 1850 is afgebroken om plaats te maken voor de villa waar we nu zitten. In 1978 heeft de staat de gehele buitenplaats overgenomen. De 800 tot 900 hectare grond met boerderijen die eerder bij Dordwijk hoorden en die nodig waren voor de exploitatie, waren al niet meer in bezit, waarmee Dordwijk een buitenplaats was
GROEN
29
Oorspronkelijk ontwerp.
geworden. In bezit van de staat kwam de plaats in beheer bij Staatsbosbeheer. Aanvankelijk erkende men de monumentale waarde en werd een restauratieplan opgesteld. Van de kosten die dit met zich mee bracht, schrok men echter zo dat er een nieuw, even eenvoudig als doelmatig, plan kwam: de gehele buitenplaats, inclusief alle gebouwen, zou terug worden gegeven aan de natuur. Een wethouder grapte of Van der Have niet in het al vervallen huis wilde trekken. En van het een kwam het ander. Aanvankelijk zat Van der Have in erfpacht bij Staatsbosbeheer, later kocht hij, samen met zijn compagnon Hans Loos, de gehele buitenplaats. Park en gebouwen waren weliswaar sterk in verval geraakt, maar het voordeel daarvan was dat het oorspronkelijke ontwerp van zowel gebouwen als parkaanleg nog terug waren te vinden. Persoonlijke inzet en een pragmatische aanpak hielpen Van der Have en Loos om het landgoed voor een aanzienlijk lager bedrag dan eerder door de staat begroot, te restaureren.
Rechts boven: Daan van der Have, een van de eigenaren. Boven: De entree van Dordwijk. Rechts: Folly.
We beginnen met een korte rondleiding door het huis, waarin er door de ontwerper alles aan is gedaan om buiten binnen te krijgen. Met hoge en grote, om de hoek doorlopende, raampartijen, veel openslaande deuren en een stijlkamer waarin eikenbladpatronen zijn gebruikt, is dat goed gelukt. Terwijl de rest van het huis modern is ingericht, is de stijl in de stijlkamer klassiek, zoals het hoort bij een dergelijke kamer. Vanuit de woonkamer, de oorspronkelijke hal, lopen we via de openslaande deuren het door J.D.
30
GROEN
Elke tweede zaterdag van de maand organiseert de IVN een (gratis) excursie over het landgoed, dat verder niet publiek toegankelijk is. Het op Dordwijk geïnspireerde Villa Augustus (www.villa-augustus.nl) is wel te bezoeken. Hier kunt u heerlijk eten of producten uit de moestuin kopen in de bijbehorende winkel. Op www.hofstraheersche.nl kunt u extra beeldmateriaal over de bezochte landgoederen vinden.
Zocher jr. ontworpen park in. Rondom het huis ligt een prachtige plint van vaste planten, waarin in potten verschillende citroenbomen staan. Deze plint is niet door Zocher ontworpen, maar op verzoek van Van der Have door Jacqueline van der Kloet toegevoegd. De limoen- en citroenbomen zijn een hobby van Daan van der Have, hierbij geholpen door Jan Freriks, die ook op Huis te Manpad actief is. De bomen dragen ook daadwerkelijk vruchten. “Ik heb gisteren nog een citroen uit eigen tuin bij de vis gebruikt. Zo lekker krijg je ze in de winkel niet”, aldus Van der Have.
lijkt het bruggetje eenvoudig en symmetrisch.Toen het echter gerestaureerd moest worden omdat er een boom op was gevallen, bleek het helemaal niet symmetrisch: het is met het pad mee ontworpen zodat de vloeiende lijn van het pad niet wordt onderbroken door een rechtstand van de brug.Terwijl de zon doorbreekt en de nevel optrekt, blijkt hoe knap Zocher dit park heeft ontworpen. Elke dag
Van het huis gaat het naar de kasteelboerderij. Die vormde aanvankelijk, omgeven door koetshuis, tuinmanswoning, boomgaard, moestuin en eerste parkaanleg, de kern van het landgoed. Halverwege de 19e eeuw, in de tijd dat Huize Dordwijk werd gebouwd, heeft Zocher het huidige park en vermoedelijk ook de villa ontworpen. Zichten zijn dan ook uitgelijnd op deze villa. We wandelen over de zorgvuldig vormgegeven paden en passeren een bruggetje. Hier wijst Van der Have ons op de ongelofelijke aandacht die is besteed aan details, zowel bij het huis als in het park. Op het eerste gezicht Helemaal boven: Subtiel hoogteverschil. Boven: Zicht naar de villa. Links: Oranjerie.
GROEN
31
Rechts; Wandelend perspectief. Midden: Oranjerie als folly. Onder: Detail van de oranjerie.
heeft het park weer verrassingen en is het kleurenspel weer anders. Dit moet Zocher tijdens het ontwerpen voor ogen hebben gehad. Hoewel we hier niet alleen door het werk van Zocher lopen. C. Eggink, beheerder van de buitenplaats en eveneens ontwerper, heeft het plan uitgevoerd en er tijdens de uitvoering zijn eigen toevoegingen aan gedaan. Een groot deel van het park wordt gevormd door het hertenkamp, met daarin enkele fraaie boomgroepen (clumbs). De bomen, paardenkastanje en beuk, worden door de herten keurig tot een hoogte van ongeveer anderhalve meter boven de grond afgegeten. Hierdoor kan een mens er precies onderdoor kijken. Over de hertenweide hebben we fraai zicht op de tweede, door J.B. Klinkhamer ontworpen villa. Zocher schijnt de damherten zijn ‘lopend perspectief’ genoemd te hebben. De lopende herten trekken je blik door het gehele park. Bovendien lijken het park en het huis met de herten op de voorgrond nog imposanter. De hertenweide nodigt uit tot mijmeren. Rustig leunt Van der Have op het ijzeren hek, zijn blik gaat door het park. Precies zoals Zocher het bedoeld heeft. Boven hem hangt een oude iep over het pad. De boom hangt zo scheef dat een metalen stut hem overeind moet houden. De natuur draagt zo haar eigen steentje bij aan de beleving van het park, daar komt geen ontwerper aan te pas. Van der Have houdt van het contrast tussen ‘schijnbare chaos’ en het georganiseerde, zoals dat op verschillende plekken in het park terug komt. Zo is er het contrast tussen de strak geschoren meidoornhaag en de weelderige bomen en van het gemaaide gazon versus ruig, bloemrijk gras. Deze contrasten zijn belangrijk voor de beleving van het park.
32
GROEN
Links: Rondom het huis ligt een prachtige plint van vaste planten, niet door Zocher ontworpen, maar op verzoek van Van der Have door Jacqueline van der Kloet toegevoegd. Midden en onder: De groentetuin.
Op de grens van het park wijst Van der Have ons op een rij beuken. Dergelijke bomenrijen zijn ook elders aan de rand van het park toegepast. Eigenlijk passen ze niet in het idee van de Engelse Landschapsstijl, waarbij juist zoveel mogelijk vloeiende lijnen worden gebruikt. Toch lijken de beuken wel uit de tijd van de oorspronkelijke aanleg te komen. Wellicht is het één van de toevoegingen van Eggink. We wandelen verder en naderen de tweede villa. Hier valt ons op dat het verloop van de paden, hoewel nog steeds slingerend, toch duidelijk anders is. Inderdaad blijkt dat we hier door een ontwerp van Eggink lopen, die de parkaanleg rondom de tweede villa en de bijzondere bruggen voor zijn rekening nam. De oprijlaan heeft weliswaar een fraaie curve, maar is tegelijkertijd beplant met drie rijen eiken. Daarmee hangt het ontwerp tussen formeel en romantisch in. “Zocher zou dat zo niet doen”, lacht Van der Have. Tegelijkertijd heeft ook dit ontwerp weer zijn charme, zoals het donkere taxuslaantje dat ons naar de villa leidt. Van de hand van Eggink is waarschijnlijk ook de schitterende, rank gebouwde eclectische oranjerie. Ook deze is volledig gerestaureerd en in gebruik: in de winter staan hier de limoen- en citroenbomen die nu bij de villa staan. Het is een vernuftig ontwerp dat zorgt voor maximale transparantie en lichtopbrengst. Voor de oranjerie verbreedt de waterpartij zich. Nu, aan het eind van het seizoen, is het water bedekt met kroos, maar in de zomer spiegelt de oranjerie zich in het water. Vanaf de tweede villa is het nog een klein stukje lopen, dan staan we ineens weer bij de achterzijde
GROEN
33
van de kasteelboerderij. Door het slingerende ontwerp van de waterpartijen en de slim toegepaste zichtlijnen lijkt het park behoorlijk groot, maar welbeschouwd is het eerder een zeer grote tuin. Hier, bij de kasteelboerderij, liggen de boomgaard en de moestuin. Beide zijn volledig functioneel: groenten en fruit van Dordwijk worden gebruikt in het restaurant van Villa Augustus, verderop in Dordrecht. Overigens is de tuin rondom Villa Augustus, in (mede)eigendom bij en ontworpen door Van der Have, geïnspireerd op Dordwijk. In de moestuin voelt Van der Have zich thuis. De verschillende groenten staan keurig in het gelid in de plantbedden. We lopen door een berceau van peren. Zelf geënt met enthout dat uit de door Le Nôtre ontworpen Potager du Roi in Versailles komt. Aan alles is te zien dat deze moestuin ook daadwerkelijk moet produceren. En dat was ook precies de bedoeling van Van der Have. Als er geen afzet is voor de producten, blijft een dergelijke moestuin niet in stand. Zonder deze tuin zou Villa Augustus niet bestaan. Boven: Verse groenten. Midden: Villa Augustus. Rechts; Matrktcafé Augustus
34
GROEN
Jan David Zocher junior (1791 – 1870)
Ondertussen is er volop leven op het erf van de kasteelboerderij. Het gezaagde hout van de Levensboom wordt juist afgevoerd naar een plaats waar het kan drogen. Van der Have bekijkt de levendige structuur van het hout. Hij heeft nog geen idee waarvoor het gaat worden gebruikt, maar het is in elk geval hout met een verhaal. Ondertussen wordt ook een kruiwagen gevuld met kisten vol verse groenten uit de moestuin het erf op gereden. Het ruikt heerlijk. Van der Have geeft aan wat er met de bijzondere bonen moet gebeuren, waarna de groenten in een van de schuren verdwijnen. We lopen nog even naar de oranjerie, langs het pas gebouwde prachtige kippenhok. Want “waarom zouden kippen niet in een paleis mogen wonen?”. In de oranjerie, die nu nog leeg is maar waar binnenkort de kuipplanten en citroenbomen weer zullen staan, besluiten we de wandeling. Dankzij Van der Have en Loos heeft Dordwijk weer een ziel, en daar is hard voor gewerkt. Daan van der Have besluit met de wijze woorden:“Soms moet je ergens gewoon aan beginnen zonder je zorgen te maken om de mogelijke consequenties”. Hier heeft het goed uitgepakt.
J.D. Zocher jr. was een architect en tuinarchitect uit een gerenommeerde familie van ontwerpers. Zijn vader Johann David Zocher sr. (1763 – 1817) was eveneens architect en tuinarchitect. Hij had het ambacht geleerd van zijn schoonvader Johann Georg Michaël jr. (1738 – 1800). Deze generatie van ontwerpers met haar wortels in Saksen is samen verantwoordelijk voor de introductie en volwassenwording van de landschapsstijl in Nederland. De familie onderhield goede banden met stadhouder Willem V en koning Lodewijk Napoleon en werkte vooral voor de gegoede bovenlaag in de maatschappij: regenten, patriciërs en het stadhouderlijk hof. Het resultaat is een spectaculair oeuvre met ontwerpen voor onder andere Beeckestijn, Biljoen, Fraeylemaborg, Elswout, Huys ten Donck (Michaël), Paleis Soestdijk, Huis ten Bosch, Paleis van Lodewijk Napoleon (Zocher sr.) Vondelpark, Het Park, Diergaarde Rotterdam, Park Sonsbeek en de Keukenhof (Zocher jr.). Al aan het prille begin van zijn carrière wint Zocher junior de Prix de Paris en de Prix de Rome. Na een verblijf in Parijs vertrekt hij met zijn studiebeurs op zak naar Rome om de klassieke architectuur uit de Romeinse tijd te bestuderen. Hierop vestigt hij zich in 1817 op de familiekwekerij Rozenhagen te Haarlem. Zijn eerste werken bestaan uit het voltooien van de ontwerpen van zijn juist overleden vader, de tuinen van Paleis Soestdijk en de omvorming van de Haarlemmerhout. In zijn vroege carrière werkt hij parallel aan het ontwerpen van gebouwen (Beurs van Zocher, vuurtoren van Egmond) en buitenruimten (Bolwerk Haarlem, Huis te Linschoten). Gedurende zijn loopbaan benadert hij gebouw en buitenruimte steeds meer als een integrale opgave: gebouw en landschap als een geheel. In een aantal van de latere ontwerpen van Zocher zijn zowel de (positionering van) gebouwen als de buitenruimte van zijn hand (Vondelpark, Kenaupark, Frederikspark, Willemspark). Zocher streefde met zijn landschapsstijl naar een eenvoudige aanleg die het natuurlijke landschap zoveel mogelijk benaderde. De omgeving maakte hier nadrukkelijk onderdeel van uit. De ontwerpen kenmerken zich door een geraffineerd spel van maat en schaal, gevormd door vloeiende lijnen en lichte glooiingen. De slingerende waterpartijen zijn schijnbaar oneindig doordat het einde aan het zicht wordt onttrokken. Soms met een speciaal hiervoor aangeplant bronbosje. De beleving kent een sterke afwisseling: tussen open en gesloten, licht en donker. De kleur van beplantingen is ingezet om aanwezige contrasten te versterken. De gebouwen van Zocher zijn ontworpen in de toentertijd zeer populaire neoclassistische stijl. Dat niet iedereen gecharmeerd was van zijn ontwerpopvattingen, blijkt uit het volgende citaat: “Dat men hier de goeden smaak geweld aandeed, en der grillige mode eene verkeerde hulde bragt; daar men bezig was de vierkante, zoveel statigs aan het geheel bijzettende gracht, eenen anderen vorm te geven, door dezelve, met den, op de Engelsche wijze, aangelegden grooten vijver te vereenigen en uit te ronden. Het kasteel wordt nu ... een oud man, als jongeling, volgens het laatste modejournaal uitgedoscht.”
GROEN
35