landbouw-breed CSPE BB
2014
instructie voor de examinator In deze instructie vindt u richtlijnen en aandachtspunten bij de geheimhouding, de voorbereiding, de afname en de herkansing van het cspe. De paragrafen 1 tot en met 5 bevatten algemene informatie, die ook van toepassing is op cspe’s van andere vakken. Vakspecifieke informatie treft u aan in de overige paragrafen. De mededelingen over de cspe’s van 2014 (Septembermededeling op www.examenblad.nl) bevatten nadere informatie over dit cspe.
1 Geheimhouding cspe 1
2
3
4 5
6
Veel scholen hebben een protocol voor de afname van het cspe. In dit protocol staat dat de examinatoren tekenen voor de ontvangst van de examendocumenten van het cspe en verklaren alle zorgvuldigheid in acht te zullen nemen om te voorkomen dat de geheimhouding van de examendocumenten wordt geschonden. De examinator en de tweede examinator stellen in onderling overleg de score voor het centraal examen vast. In het protocol staat dat de eerste en tweede examinator verklaren dat zij de beoordeling in overeenstemming met het correctievoorschrift hebben verricht. Op www.vo-raad.nl en www.aocraad.nl staat een goed voorbeeld van een protocol. Alle examendocumenten (papier en digitaal) zijn geheim. Bewaar ze in een kluis op school. Neem ze niet mee naar huis. Voer de voorbereidingen van het examen uit in een ruimte waar geen leerlingen aanwezig zijn. Reik examendocumenten aan het begin van iedere zitting uit aan de kandidaten en neem ze na iedere zitting in. Tenzij anders vermeld in de instructie voor de examinator hebben kandidaten buiten de zittingen om geen inzage in de examendocumenten. Houd het correctievoorschrift en de instructie voor de examinator voor de kandidaten geheim. Examendocumenten zijn na afloop van de examenperiode pas openbaar. Hetzelfde geldt voor de producten die door de kandidaten in het kader van het cspe gemaakt worden. Deze kunnen pas na afloop van de examenperiode tentoongesteld of meegegeven worden. Pas eind juni is de examenperiode afgelopen (zie het examenrooster voor het tweede tijdvak op www.examenblad.nl). Tot die tijd kunnen er nog kandidaten geëxamineerd worden en is geheimhouding noodzakelijk. Eventuele foto- of filmopnamen van de afname mogen alleen gemaakt worden door bij de afname betrokken examenfunctionarissen die door de directeur zijn aangewezen. Tenzij een opname een onderdeel is van een praktische opdracht mogen ook kandidaten dus geen opnamen maken. Eventuele gemaakte opnamen mogen niet toegankelijk gemaakt worden zolang er (op andere scholen) nog kandidaten geëxamineerd kunnen worden. Tot eind juni is publicatie van cspemateriaal via bijvoorbeeld de website van de school of YouTube dus niet toegestaan.
PB-0986-b-14-1-i
1
lees verder ►►►
7
8
9
Van de minitoetsen zijn varianten aanwezig. Alle kandidaten die gelijktijdig aan onderdeel X werken, kunt u dezelfde variant laten maken, mits de kandidaten niet bij elkaar kunnen kijken. Kandidaten die later zijn ingeroosterd, geeft u een andere variant van de minitoets. Zo waarborgt u de geheimhouding. Op de laatste bladzijde van deze instructie voor de examinator staat vermeld welke informatie over de inhoud van het examen vooraf verstrekt mag worden aan de kandidaten. Meer inhoudelijke informatie geven is niet toegestaan. Deze bladzijde behandelt u als een examendocument (zie punt 2). U reikt een kopie van deze bladzijde uit in de laatste lesweek die aan de afname van het cspe voorafgaat. Dit examendocument is dus alleen ter inzage voor de kandidaten. Na inzage neemt u deze bladzijde weer in. Het is niet geoorloofd om de opdrachten van tevoren met de kandidaten te oefenen.
2 Voorbereiding cspe 1
2
3
4 5 6 7
8
9
Om het cspe voor te kunnen bereiden, ontvangt de school in de tweede helft van februari zending A van de cspe’s. Zending A bevat in tweevoud alle papieren examendocumenten inclusief de instructie voor de examinator. Het correctievoorschrift behoort niet tot deze zending. In deze examendocumenten is de informatie die niet nodig is voor de voorbereiding van het cspe met grijze vlekken bedekt. Zending B van maart bevat de papieren examendocumenten in kandidaataantallen. Met inachtneming van de geheimhouding mag u vijf werkdagen voorafgaand aan de start van de afname op uw school, de examendocumenten van zending B gebruiken om voorbereid te zijn op de afname van het cspe (bijvoorbeeld door zelf voorafgaand aan de afname, het cspe te maken). Het cspe kent de onderdelen A, B, C, …. Uw school bepaalt per onderdeel, hoeveel kandidaten gelijktijdig geëxamineerd worden. Paragraaf 6 bevat aanbevelingen hiervoor. Laat de opdrachten uitvoeren zoals ze in de examenopdrachten zijn gesteld. Het is niet toegestaan opdrachten aan te passen, te vervangen of over te slaan. Zorg ervoor dat de school voldoet aan de eisen met betrekking tot veiligheid, hygiëne en milieu. Controleer voor aanvang van het examen of per kandidaat alle benodigde materialen, grondstoffen, gereedschappen en/of hulpmiddelen aanwezig zijn. Van elk onderdeel van het cspe is de richttijd aangegeven. Zie paragraaf 6 overzicht opdrachten. In de Septembermededeling staat in ‘de richtlijnen examentijd cspe’ nadere informatie hierover (zie de Septembermededeling op www.examenblad.nl). In een cspe kunnen opdrachten voorkomen waarbij het werktempo beoordeeld wordt. Let erop dat u tijdens deze opdrachten per kandidaat de tijd exact bijhoudt. Cito heeft een helpdesk ingericht voor technische vragen over computergebruik in het cspe. Informatie over de bereikbaarheid van deze helpdesk kunt u vinden op http://ictexamenhelpdesk.cito.nl Met vakinhoudelijke vragen of opmerkingen over het cspe kunt u terecht bij de examenlijn van het College voor Examens (zie de Septembermededeling op www.examenblad.nl).
PB-0986-b-14-1-i
2
lees verder ►►►
3 Afname cspe 1
2
3
4
5 6
Iedere kandidaat werkt individueel aan de opdrachten van het examen. Tenzij anders vermeld in de examendocumenten is overleg en samenwerking met anderen niet toegestaan. De opdrachten moeten in de aangegeven volgorde gemaakt worden. Om organisatorische redenen kan eventueel van de aangegeven volgorde worden afgeweken. Per onderdeel van het cspe zijn richttijden aangegeven. De richttijden gaan uit van een werktempo dat de kandidaat aan moet kunnen. Overschrijding van de richttijd en de reden hiervoor kunnen in het protocol vermeld worden (zie de Septembermededeling op www.examenblad.nl). Hulp aan kandidaten door de examinator of anderen tijdens het cspe is niet toegestaan, tenzij anders vermeld in het vakspecifieke deel van deze instructie of in het correctievoorschrift. Deel de kandidaten vooraf mee dat u hen tijdens het examen niet kunt helpen. Het is niet toegestaan om bij de beoordeling af te wijken van het correctievoorschrift. Stuur de WOLF-scores in van de eerste afname van de kandidaten, dus vóór een eventuele herkansing.
4 Herkansing cspe 1 2
3
4
5
6
Herkansing kan pas plaatsvinden nadat het gehele cspe is afgelegd. Herkansen van het cspe betekent dat de kandidaat het cspe geheel, of onderdelen daarvan, opnieuw aflegt. Tijdens een eventuele herkansing demonstreert een kandidaat zijn kennis en vaardigheden door dezelfde praktische opdrachten van het cspe nogmaals uit te voeren. BB- en KB-kandidaten kunnen het cspe herkansen en daarnaast mogen zij het centraal examen van één algemeen vak herkansen. GL-kandidaten mogen slechts één centraal examen herkansen, dat wil zeggen óf het cspe GL óf het centraal examen van één algemeen vak. Met de herkansing van het cspe GL kan derhalve pas gestart worden als de uitslag van het eerste tijdvak is vastgesteld. De kandidaat maakt in de herkansing een andere variant van dezelfde minitoets dan tijdens de eerste afname. Van de onderdelen van het cspe, waarvan meer varianten voorhanden zijn, maakt de kandidaat eveneens een andere variant dan tijdens de eerste afname. Van de onderdelen, die in de herkansing worden afgelegd, komen alle scores in de plaats van de scores die de kandidaat tijdens de eerste afname heeft behaald. Wat niet mag, is dat per onderdeel de hoogste score wordt genomen. Van de onderdelen die niet worden herkanst, blijft de score staan. Het kan voorkomen dat een kandidaat, na een weinig succesvolle herkansing, achteraf meedeelt dat hij liever andere onderdelen had willen herkansen. Het verdient daarom aanbeveling dat de school voorafgaand aan de herkansing de keuze van de te herkansen onderdelen in overleg met de kandidaat en diens ouders/wettelijke vertegenwoordigers vastlegt in een overeenkomst. Voor aanvullende informatie zie de Septembermededeling op Examenblad.nl.
PB-0986-b-14-1-i
3
lees verder ►►►
5 ICT-gebruik en dvd met bestanden 1
2 3
4
5
6
7
8
De digitale bestanden die nodig zijn voor het cspe, worden in maart op dvd aan de secretaris van het eindexamen van uw school gezonden. Een handleiding voor het ICT-gebruik bij het cspe wordt tegelijkertijd met de digitale bestanden aan uw examensecretaris gestuurd. In de handleiding staan onderstaande aandachtspunten voor ICT-gebruik. Overleg vooraf met de ICT-coördinator / systeembeheerder van uw school over de afname van de cspe-onderdelen waarbij de computer wordt gebruikt. Houd per groep één reservecomputer beschikbaar, en bij grotere groepen één reservecomputer per tien kandidaten. In de examenzaal dienen één of meer printers aanwezig te zijn. Het is in het belang van de kandidaat dat de systeembeheerder de back-upfunctionaliteiten zo instelt dat bij uitval van de computer zo weinig mogelijk examenwerk verloren gaat. Daarnaast wordt aanbevolen dat de examinator / surveillant tijdens de afname op de hoogte is van de locatie van de back-upbestanden. De digitale bestanden voor de praktische opdrachten dienen voor de kandidaten beschikbaar gemaakt te worden op, dvd’s, USB-sticks of op een veilige plaats op de centrale server. De kandidaten moeten een duidelijke instructie krijgen waar de bestanden te vinden zijn en waar de eigen bestanden opgeslagen moeten worden. Op de USB-stick wordt de naam van de kandidaat en het kandidaatnummer vermeld. De opdracht is veelal zo geformuleerd dat de kandidaat het door hem bewerkte bestand opslaat onder een andere, eigen bestandsnaam. Dit maakt het mogelijk dat de kandidaat terugkeert naar het originele bestand, als er iets verkeerd mocht gaan. Wanneer er meer zittingen zijn waarbij de computer gebruikt wordt, gebruikt de kandidaat bij elke zitting in principe dezelfde USB-stick. Wanneer een volgende zitting op een andere dag of dagdeel plaatsvindt, wordt de USB-stick ingenomen. Laat de school de bestanden in een netwerkomgeving opslaan, dan zorgt men ervoor dat de toegang tot die bestanden buiten de examentijd geblokkeerd is. In een volgende zitting mag de kandidaat geen veranderingen aanbrengen in examenbestanden die in een eerdere zitting zijn gemaakt. Na elke opdracht of examenonderdeel maakt de kandidaat tijdens het examen een afdruk op papier die wordt ingeleverd, tenzij anders wordt aangegeven. Deze afdruk is een “beveiliging” tegen het later aanpassen van bestanden. Na afsluiting van het examenonderdeel worden afdrukken op papier niet meer in ontvangst genomen. Het toetsprogramma voor de digitale minitoetsen moet vooraf in overleg met de ICT-coördinator / systeembeheerder zijn geïnstalleerd en gecontroleerd.
PB-0986-b-14-1-i
4
lees verder ►►►
6 Overzicht opdrachten ONDERDEEL A 1
praktijkopdracht
ICT-gebruik: Internet Explorer (offline beschikbare internetsite), Word
2
minitoets
variant a, b, c, d
ONDERDEEL B 3
praktijkopdracht
4
praktijkopdracht
ONDERDEEL C 5-6
praktijkopdrachten
10
minitoets
ONDERDEEL E
*
1 richttijd: 40 minuten 6 richttijd: 60 minuten
praktijkopdracht
8-9
11
richttijd: 25 minuten
praktijkopdrachten
ONDERDEEL D 7
akg*
richttijd: 60 minuten
6 variant a, b, c, d richttijd: 30 minuten
praktijkopdracht
6
akg = aantal kandidaten gelijktijdig. Toetstechnisch advies over het aantal kandidaten dat bij deze praktijkopdracht gelijktijdig beoordeeld kan worden.
7 Vakspecifieke aanbevelingen met betrekking tot de organisatie Algemene aanbevelingen Offline gebruik WOLF tijdens praktijkafname. Het is mogelijk om tijdens de afname van het cspe de beoordelingen van de kandidaten direct te verwerken in het programma WOLF. U kunt WOLF installeren op bijvoorbeeld een laptop en deze meenemen naar de praktijkruimte of buitenlocatie. Voor het invoeren van de scores in WOLF is het namelijk niet noodzakelijk om over een internetverbinding te beschikken. Voor een bijbehorende handleiding zie http://wolf.cito.nl Planning afname De kandidaat voert onderdeel B uit nadat hij onderdeel A heeft afgerond. Voorbereiding Onderdeel D Het is de bedoeling dat de kandidaten de producten op een schap spiegelen en volgens het fifo-systeem neerzetten. Hiervoor heeft u een schap nodig van ongeveer 120 cm breed en 50 cm diep. Dit kan ook op een tafel waarop u met schildersplakband een juist formaat schap afplakt.
PB-0986-b-14-1-i
5
lees verder ►►►
Voor het simuleren van de producten van de dierenafdeling heeft u (lege) dozen, zakken en potjes nodig met zo min mogelijk tekst erop. Hieronder staan de hoeveelheden die u nodig heeft voor één kandidaat. vier (plastic) potjes met inhoud van ongeveer 100 ml, bijvoorbeeld 150 ml schroefflacon PET rood, zwarte schroefdop, te bestellen bij webshop Plaza 33 of fles 100 ml te bestellen bij Jojoli. Sommige apotheken leveren ook plastic potjes. 12 dozen van ongeveer 20 cm x 20 cm x 10 cm, bijvoorbeeld door te bestellen via www.overtoom.nl, overtoomdozen: formaat 17 cm x 12 cm x 27 cm 14 zakken van ongeveer 25 cm x 10 cm x 6 cm, bijvoorbeeld door te bestellen via www.overtoom.nl, monsterzakken: formaat 245 mm x 100 mm x 40 mm De etiketten maakt u door het bestand stickervel.pdf af te drukken op een etikettenvel met drie etiketten naast elkaar en zeven etiketten onder elkaar (3x7), afmeting per etiket: 70 x 41 mm. Het bestand stickervel.pdf vindt u op de dvd, in de map examinator. Op de potjes plakt u de etiketten: visvoer Op de dozen plakt u de etiketten: caviavoer, konijnenvoer, kattenvoer en hondenbrok. Op de zakken plakt u de etiketten: strooivoer voor tuinvogels, kanarievoer en parkietenvoer. Op de rand (verticale deel) van het schap plakt u stickers met alleen de namen en de prijzen van de producten, zodat de kandidaten kunnen zien welke producten op welke plaatsen horen te staan. Deze etiketten staan onderaan op het stickervel en u kunt ze als dat nodig is, zelf op een juist formaat knippen. De afstand tussen die stickers op het schap moet ruim voldoende zijn om de potjes, dozen en zakken die u laat gebruiken te kunnen plaatsen; er moet zoveel ruimte zijn dat de producten ook slordig op het schap kunnen staan. De plastic potjes, dozen en zakken vult u bij voorkeur met echte diervoeders als die op uw school beschikbaar zijn. Is dat niet het geval, dan kunt u onderstaande suggesties gebruiken: De plastic potjes vult u met licht materiaal, bijvoorbeeld met houtkrullen, potaarde of paneermeel. De dozen met de etiketten caviavoer, konijnenvoer en hondenbrok vult u met materiaal tot ongeveer 1 kg, bijvoorbeeld met pasta. De doos met het etiket kattenvoer vult u tot ongeveer 400 gram, bijvoorbeeld met pasta. De zakken vult u met materiaal tot ongeveer 1 kg bij voorkeur met graan of eventueel met rijst. De dozen plakt u stevig dicht met plakband en de zakken niet u stevig dicht. De geëtiketteerde verpakkingen zijn bruikbaar voor meerdere kandidaten die de opdracht na elkaar uitvoeren.
PB-0986-b-14-1-i
6
lees verder ►►►
ICT Bij dit examen horen de volgende bestanden: bestand
opdracht
start_tuincentrum.htm + map tuincentrum
1
kamerplant.pdf (map examinator)
5-6
stickervel.pdf (map examinator)
7-9
Bij opdracht 1 moeten de kandidaten een bestand opslaan. Internet Explorer (offline beschikbare website) Op de dvd staan het bestand start_tuincentrum.htm en de map tuincentrum. De bestanden in de map en onderliggende mappen zijn een website met informatie over een tuincentrum. Kopieer het bestand start_tuincentrum.htm samen met de map tuincentrum naar een map op de harde schijf of het netwerk. U kunt vervolgens een snelkoppeling (rechtermuisknop) maken van het bestand start_tuincentrum.htm en de snelkoppeling verplaatsen naar het bureaublad van de computer. Wijzig de naam van deze snelkoppeling in: start_tuincentrum.htm. Voor het goed functioneren van de website kan het noodzakelijk zijn actieve inhoud toe te staan en de eventuele pop-up-blokkering op te heffen. In de Handleiding Applicaties die op de dvd met digitale bestanden te vinden is, staat beschreven hoe u dit kunt (laten) doen. Afname varianten Onderdeel B Voor opdracht 3, het telefoongesprek, zijn drie varianten (casus 1 tot en met 3) die u voor verschillende kandidaten afwisselend kunt gebruiken. Onderdeel C Voor het maken van de plantenhoek kunt u vier verschillende kamerplanten laten gebruiken, zo ontstaan vier varianten. toelichting bij de beoordeling Onderdeel B Beoordeling opdracht 3 U kunt het telefoongesprek beoordelen na overleg met de rollenspeler, als u verwacht dat daardoor de kwaliteit van de beoordeling verbetert. U kunt afdrukken maken van het beoordelingsschema van opdracht 3 en dat deel van het beoordelingsschema door de rollenspeler na elk rollenspel laten invullen. Na overleg met de rollenspeler over de beoordeling, vult u het beoordelingsschema definitief in. U beoordeelt tijdens het gesprek niet of de kandidaat de juiste vragen stelt; dat doet u door beoordeling van de telefoonnotitie. Beoordeling opdracht 4 Bij de beoordeling van de cijfers die de kandidaat zichzelf geeft, kunt u gebruikmaken van uw beoordelingen bij de aspecten 3c en 3d.
PB-0986-b-14-1-i
7
lees verder ►►►
Onderdeel C Om te beoordelen of de kandidaat onderdeel C in 40 minuten volledig afrondt, noteert u zelf wanneer de kandidaat met onderdeel C begint en eindigt, zodat u de beoordeling bij beoordelingsaspect 6c kunt invullen. In het beoordelingsschema bij onderdeel C kunt u de begin- en eindtijden per kandidaat noteren. De kandidaat krijgt bij 6c 2 scorepunten als hij binnen 40 minuten klaar is met onderdeel C en 0 punten als hij daarmee niet binnen 40 minuten klaar is. Bij dit beoordelingsaspect geeft u aan niemand 1 scorepunt. Onderdeel C en E In het opdrachtenboekje wordt niet aangegeven dat de kandidaat moet opruimen. Het opruimen wordt wel beoordeeld. De kandidaat behoort op eigen initiatief de materialen en gereedschappen die hij gebruikt heeft op te ruimen. Als hij dit niet op eigen initiatief doet, is de beoordeling voor opruimen onafhankelijk van de kwaliteit van het werk 0 punten. Als u tegen een kandidaat (die bijvoorbeeld aangeeft dat hij klaar is met de opdracht) zegt dat hij nog moet opruimen, moet u vermijden dat andere kandidaten dit kunnen horen.
Aanbevelingen per opdracht/onderdeel Onderdeel A De kandidaat maakt een poster voor A3-formaat. Als afdrukken op A3 lastig is, kunt u de kandidaten de poster op A4 laten afdrukken en dit aan hen meedelen. Onderdeel B De kandidaat krijgt 5 minuten de tijd om het gesprek voor te bereiden. Hij heeft in die tijd de mogelijkheid de informatie bij onderdeel A te bekijken en aantekeningen te maken voor het gesprek. Tijdens het gesprek mag de kandidaat het opdrachtenboekje inzien. De kandidaat voert een telefoongesprek met een klant die interesse heeft in de workshop vierkante-metertuin. Een rollenspeler speelt telefonisch een geïnteresseerde klant. Voor een objectieve beoordeling is het nodig dat de rol gespeeld wordt door een collega of een vrijwilliger (bij voorkeur iemand die voor de kandidaat onbekend is) en niet door de examinator of een medeleerling. Tijdens het gesprek is de examinator in dezelfde ruimte als de kandidaat en de telefoon die de kandidaat opneemt staat op speaker, zodat de examinator ook de vragen van de rollenspeler kan horen. De rollenspeler belt bijvoorbeeld op naar een schooltelefoontoestel waarvan de kandidaat gebruik kan maken of naar de mobiele telefoon van de kandidaat, als die op speaker kan worden ingesteld. Er zijn drie varianten (casus 1 tot en met 3) van de rol van de geïnteresseerde klant. U kunt voor verschillende kandidaten afwisselend de casussen 1 tot en met 3 gebruiken.
PB-0986-b-14-1-i
8
lees verder ►►►
Voor de drie rollen geldt: U kunt in de rollen mevrouw door meneer vervangen en omgekeerd, afhankelijk van wie de rol speelt. Tijdens het rollenspel stelt u vragen en geeft u de kandidaat na elke vraag ruim de gelegenheid om te antwoorden. Als de kandidaat de vragen niet kan beantwoorden, reageert u rustig en zegt bijvoorbeeld: ‘Dat komt later dan wel.’ en u gaat verder volgens de instructies van uw gesprek. U belt de kandidaat en afhankelijk van de naam in de gekozen casus, zegt u wie u bent.
Casus 1 U speelt mevrouw Prins. U belt naar Tuincentrum Grondwijk. De kandidaat neemt op. U begroet de kandidaat met goedemorgen of goedemiddag en met uw naam. U zegt: Ik heb een paar vragen over de workshop vierkante-metertuin. Kan ik die aan u stellen? Wanneer vindt de workshop plaats? Is het maar één keer of vaker? Wat kost het om mee te doen? Dan laat u merken dat u twijfelt of u zich wilt aanmelden. U zegt bijvoorbeeld: Ik twijfel nog, dat is toch weer € 4,50. U wacht af en luistert naar de reactie van de kandidaat. (Als de kandidaat een lange tijd, bijvoorbeeld 10 seconden niets zegt, gaat u verder als hieronder beschreven.) Vervolgens reageert u positief en meldt u zich aan voor de workshop. Pas als de kandidaat om uw gegevens vraagt, geeft u die. U geeft eerst alleen uw naam. Als de kandidaat om uw adres vraagt, geeft u uw adres. Pas als de kandidaat om uw telefoonnummer vraagt, geeft u dat en als de kandidaat om uw e-mailadres vraagt, geeft u uw e-mailadres. naam: adres: tel.: e-mailadres:
PB-0986-b-14-1-i
mevrouw H. Prins Boterbloemstraat 15 in Grondwijk 0543-234679
[email protected]
9
lees verder ►►►
Casus 2 U speelt mijnheer Koning. U belt naar Tuincentrum Grondwijk. De kandidaat neemt op. U begroet de kandidaat met goedemorgen of goedemiddag en met uw naam. U zegt: Ik heb een paar vragen over de workshop vierkante-metertuin. Kan ik die aan u stellen? Waar vindt de workshop plaats? Voor wanneer moet ik mij opgeven? Wat kost het om mee te doen? Dan laat u merken dat u twijfelt of u zich wilt aanmelden. U zegt bijvoorbeeld: Ik twijfel nog, dat is toch weer € 4,50. U wacht af en luistert naar de reactie van de kandidaat. (Als de kandidaat een lange tijd, bijvoorbeeld 10 seconden niets zegt, gaat u verder als hieronder beschreven.) Vervolgens reageert u positief en meldt u zich aan voor de workshop. Pas als de kandidaat om uw gegevens vraagt, geeft u die. U geeft eerst alleen uw naam. Als de kandidaat om uw adres vraagt, geeft u uw adres. Pas als de kandidaat om uw telefoonnummer vraagt, geeft u dat en als de kandidaat om uw e-mailadres vraagt, geeft u uw e-mailadres. naam: adres: tel.: e-mailadres:
PB-0986-b-14-1-i
de heer J. Koning Pinksterbloemstraat 15 in Grondwijk 0543-567234
[email protected]
10
lees verder ►►►
Casus 3 U speelt mijnheer De Graaf. U belt naar Tuincentrum Grondwijk. De kandidaat neemt op. U begroet de kandidaat met goedemorgen of goedemiddag en met uw naam. U zegt: Ik heb een paar vragen over de workshop vierkante-metertuin. Kan ik die aan u stellen? Hoe laat begint en eindigt de workshop? Moet ik mij van tevoren aanmelden? Wat kost het om mee te doen? Dan laat u merken dat u twijfelt of u zich wilt aanmelden. U zegt bijvoorbeeld: Ik twijfel nog, dat is toch weer € 4,50. U wacht af en luistert naar de reactie van de kandidaat. (Als de kandidaat een lange tijd, bijvoorbeeld 10 seconden niets zegt, gaat u verder als hieronder beschreven.) Vervolgens reageert u positief en meldt u zich aan voor de workshop. Pas als de kandidaat om uw gegevens vraagt, geeft u die. U geeft eerst alleen uw naam. Als de kandidaat om uw adres vraagt, geeft u uw adres. Pas als de kandidaat om uw telefoonnummer vraagt, geeft u dat en als de kandidaat om uw e-mailadres vraagt, geeft u uw e-mailadres. naam: adres: tel.: e-mailadres:
PB-0986-b-14-1-i
de heer P. de Graaf Zonnebloemstraat 22 in Grondwijk 0543-345987
[email protected]
11
lees verder ►►►
Onderdeel C De artikelen en producten die u voor de kandidaten klaarzet, zijn niet allemaal passend in een plantenhoek. De kandidaten moeten zelf een juiste keuze maken uit het aanbod. In de lijst met materialen, artikelen en producten in het opgavenboekje staat onderaan: andere materialen, bijvoorbeeld. Deze materialen zijn bedoeld als voorbeeld: het gaat erom dat kandidaten de tafel en de dozen kunnen afdekken en dat zij iets hebben om de tafel te versieren. Er zijn vier soorten planten beschikbaar die u voor kandidaten afwisselend kunt gebruiken voor het inrichten van de plantenhoek: Graslelie of Chlorophytum Orchidee of Phalaeneopsis Rattestaart of Peperomia Lepelplant of Spathiphyllum U geeft bij aanvang van de opdracht elke kandidaat één van de bovengenoemde plantensoorten, u zegt daarbij dat dit de plant van de maand is en u zegt alleen de Nederlandse naam van de plant. U zorgt dat de planten voorzien zijn van een plantenlabel met verzorgingsadviezen (in symbolen) dat op de dvd met digitale bestanden staat: kamerplant.pdf. Het is de bedoeling dat u dit bestand (enkele keren) afdrukt op stevig papier. U kunt de labels uitknippen en met een steker in de potgrond van de verschillende kamerplanten prikken. U zorgt dat de kandidaat tijdens dit onderdeel op een klok of wekker kan kijken. U beoordeelt of de kandidaat het onderdeel in 40 minuten afrondt. Verder gaat u bij dit onderdeel op de voor u gebruikelijke manier met de examentijd om. Onderdeel D Bij aanvang van de opdracht staan de producten op een slordige manier op het schap: wel ongeveer bij het bijbehorende etiket, maar niet achter elkaar en ze staan achter op het schap. Een groot deel van de etiketten is niet zichtbaar en de producten staan niet in een fifo-volgorde (first-in-first-out).
PB-0986-b-14-1-i
12
lees verder ►►►
8 Materialen, gereedschappen en hulpmiddelen Algemeen Voor eventuele ICT-benodigdheden zie paragraaf 7.
Overzicht per onderdeel Onderdeel C stevig, gekleurd papier, A5-formaat een pen of een stift een kast, een tafel of een etalagebox van ongeveer 70 x 40 cm tegen een muur of met een achtergrond een kamerplant met daarbij een label met adviezen over verzorging en standplaats in symbolen sierpotten in diverse kleuren vogelvoer een plantengieter een knabbelstaaf voor knaagdieren plantenvoeding vetbollen voor vogels een drinkfles voor knaagdieren punaises een nietmachine stevige dozen in verschillende maten (om iets op te zetten) andere materialen om bij de presentatie te gebruiken, bijvoorbeeld mos, houtsnippers, schors of ander bruikbaar decoratiemateriaal doeken in diverse kleuren en maten, die geschikt zijn om de tafel en ook de dozen af te dekken een klok of een wekker, op een plaats zo dat de kandidaat de tijd gemakkelijk kan aflezen een steker voor het plantenlabel een uitgeknipt label van kopie van kamerplant.pdf op stevig papier Onderdeel D potjes, dozen, zakken, zie voorbereiding breed, stevig plakband een nietmachine vulmateriaal, zie voorbereiding Onderdeel E een lepelplant (Spathiphyllum) een mesje een gieter een steeketiket 3 potten van 9 cm doorsnee potgrond
PB-0986-b-14-1-i
13
lees verder ►►►
landbouw-breed CSPE BB
2014
algemene informatie voor de kandidaat Inleiding Tijdens het examen werk je bij Tuincentrum Grondwijk. Dit tuincentrum heeft een kwekerij en een dierenafdeling. Het tuincentrum wil een vierkante-metertuin onder de aandacht van de klanten brengen. Wat ga je doen? Je brengt een workshop over vierkante-metertuinen onder de aandacht van klanten en je voert daarover een telefoongesprek. Je voert taken uit op verschillende afdelingen in het tuincentrum en je maakt twee minitoetsen. Overzicht van de opdrachten Onderdeel A
een poster maken voor een workshop over vierkantemetertuinen een minitoets maken
Onderdeel B
een telefoongesprek voeren met een klant die geïnteresseerd is in de workshop over vierkantemetertuinen je eigen werk beoordelen
Onderdeel C
een hoek inrichten voor de kamerplant van de maand
Onderdeel D
producten spiegelen in de dierenafdeling en daarbij letten op de houdbaarheidsdatum een minitoets maken
Onderdeel E
een kamerplant, de lepelplant, scheuren en de scheurlingen oppotten
Je wordt bij bepaalde opdrachten ook beoordeeld op algemene beroepsvaardigheden, zoals veilig en systematisch werken, opruimen, beleefdheid en duidelijk spreken. Wanneer je deze informatie hebt gelezen, lever je het blad weer in bij je docent.
PB-0986-b-14-1-i
14
lees verder ►►► einde