Antwoorden stellingen
Kwaliteitszorg Niveau 4 NU ZORG Editie 2014
Pagina | 1
Hoofdstuk 1.
Kwaliteitszorg
1. Onder kwaliteitszorg verstaan we het geheel aan activiteiten die nodig zijn om de kwaliteit van de zorgverlening zichtbaar te maken, te handhaven en te bevorderen. Juist/Onjuist 2. Maatregelen nemen om decubitus te voorkomen is een voorbeeld van kwaliteitszorg. Juist/Onjuist 3. Marktwerking in de zorg betekent dat zorginstellingen met elkaar moeten concurreren. Juist/Onjuist 4. Kwaliteit van zorg wordt in samenspel bepaald door zorgverlening, zorgvrager, medewerkers, overheid. Juist/Onjuist 5. De overheid verzamelt gegevens over de kwaliteit van zorg van de verschillende zorgaanbieders. Juist/Onjuist 6. Als verpleegkundige ben je vooral bezig met kwaliteitszorg op macroniveau. Juist/Onjuist 7. Door mee te werken aan de ontwikkeling van een protocol lever je een bijdrage aan kwaliteitszorg op mesoniveau. Juist/Onjuist 8. Een juist voorbeeld van een kwaliteitsdoelstelling is: ‘Het aantal incidenten met medicijnen wordt jaarlijks verminderd met 50%.’ Juist/Onjuist 9. Een kwaliteitskeurmerk is een beschrijving van de criteria of eisen waaraan een organisatie en haar diensten moeten voldoen. Juist/Onjuist 10. Als verpleegkundige kun je de kwaliteit van zorg bevorderen door systematisch te werken volgens een verpleegplan en standaardprocedures. Juist/Onjuist
Pagina | 2
Hoofdstuk 2.
Kwaliteit bepalen
1. ‘Mijn vader krijgt minder aandacht van de verzorging dan meneer Smit’, is een voorbeeld van een objectieve klacht. Juist/Onjuist 2. Volgens de Wkcz zijn zorgaanbieders wettelijk verplicht een klachtenregeling te hebben. Juist/Onjuist 3. Klachten bieden zorgverleners kansen om de kwaliteit van de zorg te verbeteren. Juist/Onjuist 4. Het is voor zorgvragers onmogelijk om de kwaliteit van zorginstellingen te vergelijken. Juist/Onjuist 5. Het visgraatdiagram is een instrument om een probleem of situatie te onderzoeken. Juist/Onjuist 6. De Pareto-analyse wordt ook wel de oorzaak-gevolganalyse genoemd. Juist/Onjuist 7. De 80/20-regel betekent dat 80% van de gevolgen is ontstaan door 20% van de oorzaken. Juist/Onjuist 8. Een goed voorbeeld van de 80/20-regel is dat in een schoolklas 20% van de kinderen 80% van het lawaai veroorzaakt. Juist/Onjuist 9. De kwaliteitscirkel is een instrument om met meerdere disciplines kwaliteitsbeleid voor een zorginstelling te ontwikkelen. Juist/Onjuist 10. Een certificaat is een kwaliteitsverklaring van een keurende instantie. Juist/Onjuist
Pagina | 3
Hoofdstuk 3.
Deskundigheidsbevordering
1. Alleen de leidinggevende mag de zorgvrager adviseren om een deskundige te raadplegen. Juist/Onjuist 2. Verwijzing naar een medisch specialist gebeurt altijd via de huisarts of verpleeghuisarts. Juist/Onjuist 3. Een patiëntenvereniging is een samenwerkingsverband van zorgaanbieders voor een bepaalde patiëntencategorie. Juist/Onjuist 4. Denkbeeld is een tijdschrift voor de zorg aan mensen met een verstandelijke beperking. Juist/Onjuist 5. Bij een procesevaluatie van een themabijeenkomst wordt het verloop van de bijeenkomst geëvalueerd. Juist/Onjuist 6. Praktijkbegeleiding is de directe begeleiding die een ervaren collega op de werkvloer geeft aan een beginnende beroepsbeoefenaar in opleiding. Juist/Onjuist 7. Als werkbegeleider stem je de begeleiding af op de opleidingsfasen van de student. Bij een gevorderde student houdt de werkbegeleider meer afstand. Juist/Onjuist 8. In het voortgangsgesprek worden afspraken gemaakt over wat de student moet leren tijdens de BPV. Juist/Onjuist 9. Leerdoelen beschrijven de gewenste eindsituatie en die kan de student halen door leeractiviteiten of opdrachten te doen. Juist/Onjuist 10. Als coach helpt de werkbegeleider de student zelf zijn problemen op te lossen. Juist/Onjuist 11. Bij intercollegiale toetsing beoordelen verpleegkundigen elkaar. Juist/Onjuist 12. Bij intervisie bespreken verpleegkundigen probleemsituaties binnen het werk met collega’s van andere disciplines. Juist/Onjuist
Pagina | 4
Hoofdstuk 4.
Kaders van het beroep
1. ICN is de afkorting van International Code for Nursing. Juist/Onjuist 2. Als verpleegkundige ben je na het volgen van je opleiding breed inzetbaar. Dat betekent dat je ook weekend- en nachtdiensten kunt draaien. Juist/Onjuist 3. Een zorgorganisatie heeft een doelstelling. De doelstelling van een thuiszorgorganisatie is bijvoorbeeld: hulp bieden op zo’n manier dat zorgvragers zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Juist/Onjuist 4. Als verpleegkundige werk je mee aan het bereiken van de doelstelling van de zorgorganisatie waarvoor jij werkt. Juist/Onjuist 5. De manier waarop een zorgorganisatie werkt aan haar doelstelling wordt bepaald door de visie van de zorgorganisatie. Juist/Onjuist 6. De grenzen van het beroep worden bepaald door de regels, visie en doelstelling van de zorgorganisatie. Juist/Onjuist 7. De taken die je als verpleegkundige moet uitvoeren zijn beschreven in je functieomschrijving. Juist/Onjuist 8. Als verpleegkundige word je opgeleid om te werken in de volgende branches: • de verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg • de gehandicaptenzorg • de geestelijke gezondheidszorg • het algemeen ziekenhuis Juist/Onjuist 9. Een werkgever mag het takenpakket van de verpleegkundige uitbreiden met andere taken als de taken duidelijk beschreven worden en de verpleegkundige voor de nieuwe taken wordt opgeleid. Juist/Onjuist 10. In de WGBO is beschreven welke beroepsbeoefenaren voorbehouden handelingen mogen uitvoeren. Juist/Onjuist 11. De Wet BIG is een kwaliteitswet. Juist/Onjuist 12. ‘De waarheid spreken en niet liegen’ is een voorbeeld van een waarde die hoort bij de norm ‘eerlijkheid’. Juist/Onjuist 13. Beroepsethiek is de verzameling standpunten over ethiek in de beroepsuitoefening, die wordt ontwikkeld door de overheid. Juist/Onjuist 14. De beroepscode kan een hulpmiddel zijn bij morele vragen. Juist/Onjuist
Pagina | 5
Hoofdstuk 5.
Functioneren in een werkeenheid
1. Een goed werkklimaat is een voorwaarde voor het leveren van kwaliteitszorg. Juist/Onjuist 2. Een werkgever moet zorgen voor goede arbeidsomstandigheden. Dat is wettelijk geregeld in de Arbowet. Juist/Onjuist 3. Organisaties met meer dan vijf werknemers zijn verplicht een arbojaarplan en arbojaarverslag op te stellen. Juist/Onjuist 4. Een werkgever is niet verplicht gebruik te maken van een arbodienst. Wel moet hij deskundige ondersteuning krijgen bij een aantal taken. Juist/Onjuist 5. Met de bedrijfsarts maak je afspraken over je ziekteverzuim. Juist/Onjuist 6. Werknemers mogen met de directie meepraten over het beleid van een organisatie, dat staat in de Wet op de Medezeggenschap. Juist/Onjuist 7. De ondernemingsraad komt op voor de belangen van de werknemers in een organisatie. Juist/Onjuist 8. De ondernemingsraad kan alle zaken die hij zelf belangrijk vindt met de directie bespreken. Dat heet het adviesrecht. Juist/Onjuist 9. De directie heeft de instemming nodig van de ondernemingsraad bij beslissingen die te maken hebben met het personeelsbeleid, zoals werktijden- en vakantieregeling. Juist/Onjuist 10. In de volgende situatie maakt de ondernemingsraad gebruik van het overleg- en initiatiefrecht: ‘De ondernemingsraad vindt dat de vakantieregeling in de organisatie niet goed geregeld is. Ze besluit het probleem te gaan bespreken met de directie.’ Juist/Onjuist 11. Vakbonden maken met werkgeversorganisaties afspraken over de rechten en plichten van werkgevers en werknemers. Juist/Onjuist 12. Een afspraak tussen werknemer en werkgever mag nooit in strijd zijn met de cao. Juist/Onjuist 13. De regels die gelden voor salaris en vrije dagen zijn vastgelegd in de cao. Juist/Onjuist 14. Een tekort aan personeel is een voorbeeld van een immaterieel knelpunt. Juist/Onjuist
Pagina | 6