Handelingsschema
niveau 4
De wasbeurt van een zorgvrager op bed Handeling
Verantwoording
Voorbereiding 1 Raadpleeg het verpleegkundig dossier: 1 Zodat je de zorg op de zorgvrager af kunt – oriënteer je op de algemene toestand van stemmen en je de continuïteit van de zorg de zorgvrager; kunt waarborgen. – ga na wat de zorgvrager zelf kan; – beoordeel of er sprake is van specifieke aandachtspunten voor deze handeling, zoals bij beperkingen of risico’s bij draaien en/of verplaatsen. 2 Leg uit aan de zorgvrager wat je gaat doen, 2 Door te vertellen hoe je het gaat doen, kan waarom je het doet en hoe je het gaat doen. de zorgvrager beoordelen of en hoe hij kan Overleg over de aanpak met de zorgvrager. meewerken, of een voor hem betere werkwijze voorstellen. 3 Vraag de zorgvrager: 3 – wat hij wel zelf wil of kan doen; Stimuleert zelfzorg, voorkomt evt. schaamtegevoelens. – naar zijn wensen over de temperatuur Zo respecteer je gewoonten en wensen van van het water, zeepgebruik en kleding; de zorgvrager. – sieraden af te doen. In verband met de hygiëne. 4 Zet alle materialen klaar: 4 Voorkomt onnodige onderbreking en afkoeling van de zorgvrager. Voor boven- en onderlichaam. twee waskommen; Voor boven- en onderlichaam. twee handdoeken; Voor boven- en onderlichaam. twee washandjes; soms wordt gebruik gemaakt van zgn. wasdoekjes die na gebruik weggedaan worden; Om evt. haar te kammen, tanden te poetsen. toiletartikelen; Bijv. schone (nacht-)kleding. kleding voor de zorgvrager; Voorkomt contact met bloed, ontlasting, – handschoenen. urine enz. 5 Controleer of deuren, ramen en dicht zijn. 5 Voorkomt tocht en afkoeling. 6 Plaats het bed op werkhoogte en kondig dit 6 Voorkomt dat je last van je rug krijgt en de aan bij de zorgvrager. zorgvrager schrikt niet. 7 Sluit de bedgordijnen en/of de deur van de 7 Zo geef je de zorgvrager privacy. kamer. Doe evt. een beletlampje aan. Uitvoering 8 Was je handen of desinfecteer deze. 8 In verband met de hygiëne 9 Ondersteun de zorgvrager bij het 9 Als de zorgvrager dat niet alleen kan en uittrekken van de pyjamajas of nachthemd. voorkomt evt. nat worden van de kleding.
Handelingsschema
niveau 4
Handeling
Verantwoording
10 Scheidt vuil van schoon wasgoed. Doe vuil wasgoed van de zorgvrager in een aparte plastic zak. 11 Bedek het bovenlichaam met een handdoek tot de hals. 12 Leg een handdoek onder het hoofd en gebruik een goed uitgeknepen washand. 13 Vraag de zorgvrager of hij zijn gezicht met of zonder zeep gewassen wil hebben en of hij dat evt. zelf wil doen. 14 Was de ogen: – zonder zeep; – van buitenste naar binnenste ooghoek. 15 Was de rest van het gezicht, de oren en de hals en observeer: – de kleur van de lippen; – de oorschelpen op mogelijke drukplekken. Als de zorgvrager een maagkatheter heeft, voorkom dan dat de katheter verschuift tijdens het wassen van de neus. Verwijder de fixatiepleister. Was en droog de neus en verschoon de pleister. 16 Spoel het washandje uit en was de zeepresten van het gezicht, de oren en de hals. 17 Droog gezicht, oren en hals af met de handdoek die onder het hoofd van de zorgvrager ligt. 18 Vraag of het gezicht, de oren en de hals droog zijn. 19 Leg een handdoek onder de verst gelegen arm die je het eerst gaat wassen en de helft van de romp. 20 Was de arm vanaf de hand in de richting van de schouder en de oksel en was daarbij de helft van de romp. Als de zorgvrager een perifere infusie heeft, dan dient het gebied hieromheen voorzichtig gewassen te worden in verband met aseptisch werken en evt. pijn. Observeer het gebied rondom de insteekopening op zwelling, roodheid en pijnlijkheid. Dit zijn tekenen van een
10 Voorkomt dat schone kleren vies worden. De kleding kan meegenomen worden door de familie/naasten. 11 Voorkomt dat de zorgvrager het koud krijgt en onnodig bloot ligt. 12 Voorkomt dat het kussen nat wordt. 13 Zo betrek je de zorgvrager bij de zorg en ga je in op wensen, voorkeuren of gewoonten. 14 Voorkomt irritatie. Voorkomt verspreiding van vuil in het oog. 15 Je observeert om verkleuringen te signaleren en om wonden te signaleren. Een blauwige verkleuring bijv. kan betekenen dat de zorgvrager het koud heeft of dat de circulatie en/of de ademhaling niet goed zijn.
16 Voorkomt dat de huid gaat jeuken en uitdrogen. 17 Voorkomt smetplekken.
18 Dit kan de zorgvrager veelal het beste beoordelen. 19 Voorkomt dat het laken nat wordt.
20 Op deze manier ga je zorgvuldig met de zorgvrager om en signaleer je of er ontstekingen zijn.
Handelingsschema Handeling
niveau 4 Verantwoording
ontsteking. 21 Observeer: 21 – de kleur van de hand en het nagelbed van Zo beoordeel je de perifere circulatie. de vingers; – de lengte van de nagels Na de wasbeurt kun je evt. de nagels van de hand knippen – de elleboog op drukplekken. Om wonden te signaleren. 22 Spoel de zeepresten weg. 22 Voorkomt dat de huid gaat jeuken en uitdrogen. 23 Droog arm en verste helft van de romp. 23 Voorkomt smetplekken en afkoeling. 24 Vraag na of de arm en de romp droog zijn. 24 Dit kan de zorgvrager veelal het beste beoordelen. 25 Herhaal de handeling voor de andere arm 25 Op deze manier kun je de andere arm en en helft van de romp. Observeer evt. het deel van de romp ook goed wassen en smetplekken onder de borsten of in smetplekken of drukplekken signaleren. buikplooien. Smetplekken altijd deppend drogen en evt. scheurlinnen lapjes aanbrengen. Evt. arts raadplegen wanneer de huid defect is. 26 Observeer het mogelijk schaamtegevoel 26 De zorgvrager kijkt weg, is stil of krijgt bij de zorgvrager en maak het bespreekbaar vlekken in de hals enzovoort. Stel altijd de door hem gerust te stellen. zorgvrager op zijn gemak. 27 Was enigszins stevig. 27 Je stimuleert op deze manier de circulatie. Als de zorgvrager een drain heeft, was dan het gebied eromheen voorzichtig in verband met mogelijke pijn. Observeer het gebied om de steekopening op zwelling, roodheid en pijn. Dit zijn tekenen van een mogelijke ontsteking. 28 Vraag de zorgvrager om te gaan zitten of 28 Nu kun je de nek, de schouders en de rug om op een zij te draaien. wassen. 29 Leg een handdoek achter de rug van de 29 Voorkomt dat het onderlaken of zorgvrager. steeklaken nat wordt. 30 Was de nek, de schouders en de rug met 30 Je stimuleert met deze manier van wassen draaiende bewegingen van de hand. Veelal de doorbloeding van de huid. ervaart de zorgvrager dit als prettig. 31 Spoel de zeepresten weg. 31 Voorkomt dat de huid gaat jeuken en uitdrogen. 32 Droog de nek, schouders en rug. 32 Probeer enigszins stevig af te drogen, dit ervaart de zorgvrager als comfortabel. 33 Observeer de schouders en de rug op 33 Om wonden te signaleren. drukplekken. 34 Vraag na of de nek, de schouders en de 34 De zorgvrager kan dit zelf aangeven. rug droog zijn.
Handelingsschema
niveau 4
Handeling
Verantwoording
Breng desgewenst bodymilk aan op het lichaam en vraag of de zorgvrager deodorant wil gebruiken. 35 Trek de pyjamajas of het nachthemd aan, of ondersteun de zorgvrager hierbij. 36 Vraag of de wasbeurt voortgezet kan worden. 37 Sla het laken terug en trek de pyjamabroek en/of de onderbroek uit. 38 Bedek de genitaliën met een handdoek. 39 Leg een handdoek onder het been dat je het eerst wast; dit is het verste gelegen been. 40 Was het been vanaf de voet in de richting van het bovenbeen. Wees niet te voorzichtig met het wassen van de voet, veel zorgvragers vinden dat kriebelen. 41 Spoel de zeepresten weg. Observeer: – de kleur van de voet en het nagelbed en de nagels van de tenen; – de hiel op drukplekken. 42 Droog de voet en het been. 43 Vraag na of de voet en het been droog zijn. 44 Herhaal de handeling voor het andere been.
Dit vanwege het comfort voor de zorgvrager.
35 Voorkomt afkoeling en onnodig bloot liggen of zitten van de zorgvrager. 36 Je checkt dit om te veel inspanning te voorkomen. 37 Nu kun je het onderlichaam wassen. 38 Voorkomt afkoeling, is respectvol. 39 Voorkomt dat het onderlaken nat wordt. 40 Op deze manier was je voet en been. Voorkomt dat het onderlaken nat wordt.
41 Voorkomt dat de huid gaat jeuken en uitdrogen. Zo beoordeel je de perifere circulatie. Knip zo mogelijk de teennagels of schakel een pedicure in. 42 Zo voorkom smetplekken. 43 De zorgvrager kan dit veelal het beste beoordelen. 44 Op deze manier kun je het andere been wassen en ontstekingen of drukplekken signaleren. 45 Wassen van de genitaliën van de vrouw. 45 – Was vanaf het verst weg gelegen naar het Je wast vanuit hygiënisch oogpunt in deze dichtst bij gelegen deel achtereenvolgens volgorde. de heup, de lies, de onderbuik, de heup, de lies en de grote schaamlippen. – Spoel de zeepresten weg. – Spreid de kleine schaamlippen met één hand en: Voorkomt dat de huid gaat jeuken en was de vulva zonder zeep; uitdrogen. Om irritatie van het slijmvlies van het zure was in de richting van de anus; ook wel gezegd: van de voorkant naar de milieu in de vulva en vagina en de urinewegen te vermijden. achterkant van het lichaam. Voorkomt dat de colibacteriën in de vagina Als de zorgvrager een blaaskatheter heeft, en urinewegen terechtkomen. voorkom dan dat de katheter verder naar binnen schuift. Door enige tractie uit te
Handelingsschema Handeling oefenen wordt gecontroleerd of de katheter nog goed is gefixeerd in de blaas. Was en droog de katheter zorgvuldig. – Droog de heupen, de liezen, de onderbuik en de grote schaamlippen. De vulva is van nature vochtig en hoeft dus niet gedroogd te worden. – Vraag of de heupen, de liezen, de onderbuik en de vulva droog zijn. – Observeer de liezen op smetplekken. 46 Wassen van de genitaliën van de man. – Was vanaf het verst weg gelegen naar het dichtst bij gelegen deel achtereenvolgens de heup, de lies, de onderbuik, de heup, de lies en het scrotum. Raak niet met je blote handen het geslachtsdeel van de man aan, maar gebruik hiervoor een handdoek, om zo seksuele prikkeling te voorkomen. – Spoel de zeepresten weg. –
Vraag of de voorhuid van de penis kan worden teruggeschoven en laat de zorgvrager dit zo mogelijk zelf doen. – Schuif de voorhuid, bij de onbesneden zorgvrager, terug en was de glans van de penis. Was de urethramond zonder zeep. Als de zorgvrager een blaaskatheter heeft, voorkom dan dat de katheter verder naar binnen schuift. Door enige tractie uit te oefenen wordt gecontroleerd of de katheter nog goed is gefixeerd in de blaas. Was en droog de katheter zorgvuldig. – Droog de heupen, de liezen, de onderbuik, het scrotum en de penis. – Vraag na of de heupen, de liezen, de onderbuik, het scrotum en de penis droog zijn. – Schuif de voorhuid terug over de glans van de penis. – Observeer de liezen op smetplekken. 47 Reageer op verbaal of non-verbaal geuite gevoelens.
niveau 4 Verantwoording
Voorkomt smetplekken in de liezen.
De zorgvrager kan dit veelal het beste aangeven. Voorkomt wonden en irritatie. 46 Je wast vanuit hygiënisch oogpunt in deze volgorde.
In geval van een erectie kan het beste gewacht worden met het wassen van de penis, omdat dit wanneer het lid stijf is niet mogelijk is. Voorkomt dat de huid gaat jeuken en uitdrogen. De man weet dit uit ervaring en doet het wanneer hij dit kan liever zelf. Om irritatie van het slijmvlies en aantasting van het zure milieu in de urinewegen te vermijden. Voorkom een zgn. Spaanse kraag; hierbij is de voorhuid niet teruggeschoven en gaat hij ontsteken. Dit bezorgt de zorgvrager veel pijn en ongemak.
Voorkomt smetplekken.
47 Uit respect voor de zorgvrager. Probeer zo mogelijk schaamtegevoelens te bespreken.
Handelingsschema Handeling
niveau 4 Verantwoording
48 Leg een handdoek tegen de rug van de 48 Voorkomt dat het onderlaken nat wordt. zorgvrager ter hoogte van de stuit. Vraag de zorgvrager om op de zij te gaan Nu kun je de stuit wassen. liggen, met de rug naar je toe. 49 Was de stuit en de bilnaad in de richting 49 Om verspreiding van bacteriën in de van de rug. richting van de genitaliën te vermijden. 50 Observeer de stuit op drukplekken. 50 Om drukplekken te signaleren. 51 Droog de stuit en de bilnaad. 51 Voorkomt smetplekken. 52 Vraag na of de stuit en de bilnaad droog 52 Dit kan de zorgvrager veelal zelf het beste zijn. zeggen. 53 Vraag de zorgvrager terug te draaien op 53 Nu kan de pyjamabroek en/of de de rug. onderbroek aangetrokken worden. 54 Ondersteun de zorgvrager bij het 54 Om afkoeling te vermijden en de aantrekken van de pyjamabroek en/of zorgvrager niet onnodig bloot te laten liggen. onderbroek. 55 Controleer of de maagsonde, het 55 Om pijn, complicaties en het onderbreken infusiesysteem, de drain en/of de katheter van de medische behandeling te voorkomen. vrij liggen. 56 Vraag welke verdere ondersteuning de 56 Je moet hierbij denken aan: zorgvrager nodig heeft wat betreft de gebitsverzorging, haren wassen en kammen, dagelijkse verzorging en maak hierover scheren, nagels knippen, make-up afspraken. aanbrengen en het opmaken van het bed. 57 Ondersteun de zorgvrager om de 57 Om het de zorgvrager naar de zin te gewenste houding aan de nemen en vraag of maken en hem zo uit te laten rusten van de de houding prettig voelt. veelal inspannende wasbeurt op bed. 58 Stel zo nodig vragen ter ondersteuning 58 Hiermee evalueer je de zorg. Zo van de observaties ten aanzien van: controleer je of je goed hebt geobserveerd – pijnsensaties (gewaarwordingen van en je checkt hoe de zorgvrager de zorg heeft pijn); ervaren. – de beleving; – de participatie; – aanvullende wensen of behoeften. 59 Vraag of de zorgvrager tevreden is over de 59 Hiermee evalueer je de zorg. zorgverlening. Nazorg 60 Ruim materialen op. 60 Zo houd je de omgeving netjes en werk je hygiënisch. 61 Was je handen of desinfecteer deze. 61 In verband met de hygiëne 62 Rapporteer in het verpleegkundig dossier 62 Om continuïteit van zorg te waarborgen. datum en tijdstip van de wasbeurt, reacties en gedrag van de zorgvrager, evt. specifieke observaties en andere bijzonderheden.