KWALITEITSBELEID VIVENTE

KWALITEITSBELEID VIVENTE

Status:

Beleid concept 1

Aan:

Directies en GMR

Van:

CvB

Datum:

December 05

Bijlagen:

bijlage 1 indicatoren kwaliteitsbeleid bij vivente. (7.1) bijlage 2 beschrijving kwaliteitsmeter (7.2)

Kwaliteitsbeleid Vivente .....................................................................................................................................1 1. Inleiding.............................................................................................................................................................3 2. Wat willen we onder kwaliteit verstaan? ....................................................................................................3 Containerbegrip.............................................................................................................................................3 Bij Vivente: Inclusieve opvattingen over kwaliteit ....................................................................................4 3. De invoeringsstrategie die we kiezen voor het traject kwaliteitsbeleid................................................4 Hoe voer je op effectieve wijze kwaliteitsbeleid in?................................................................................4 Kwaliteitsbewustzijn essentiëler dan de instrumenten .............................................................................4 4. Beschrijving van het INK managementmodel als basis van het kwaliteitszorgsysteem. ..................5 Domeinen ........................................................................................................................................................5 Domein Onderwijs:.........................................................................................................................................5 Domein personeel:.........................................................................................................................................5 Resultaatgebieden ........................................................................................................................................6 Cyclische evaluatie .......................................................................................................................................6 5. Wet op het onderwijstoezicht en de verantwoordelijkheid van Vivente voor toezicht op het onderwijs: interne audits. ...................................................................................................................................6 Interne audits ..................................................................................................................................................7 6. Planning eerste deel van het meerjarig traject.........................................................................................8 7. Bijlagen.............................................................................................................................................................9 7.1 Indicatoren voor Domeinen en Resultaatgebieden bij het kwaliteitsbeleid ................................9 Domein: leiderschap .....................................................................................................................................9 Domein: Cultuur en klimaat. ........................................................................................................................9 Domein: beleid & strategie ..........................................................................................................................9 Domein: personeel.........................................................................................................................................9 Domein: middelen .......................................................................................................................................10 Domein: onderwijskundige processen .....................................................................................................10 Resultaatgebied: waardering ouders & leerling ....................................................................................11 Resultaatgebied: personeel.......................................................................................................................11 Resultaatgebied: maatschappelijke waardering..................................................................................11 Resultaatgebied: organisatie.....................................................................................................................11 7.2. Kwaliteitsmeter Primair Onderwijs ......................................................................................................12

___________________________________________________________________________________________________________ Vivente kwaliteitsbeleid 2 / 12

1. INLEIDING

In het strategisch beleidsplan van Vivente is aangegeven dat in 2004 een (integraal) kwaliteitssysteem ontwikkeld en ingevoerd wordt. In oktober 2003 heeft Vivente vastgesteld in dat kader te gaan werken met het INK managementmodel. Een werkgroep bestaande uit de bij Vivente betrokken geledingen is hierna ingericht om dit model voor

Vivente uit te werken teneinde het begrip kwaliteit binnen de organisatie

integraal in beeld te brengen. De notitie die de uitwerking hiervan beschrijft, heeft als motto “Onderwijs met passie” meegekregen. Doel: Het

PC onderwijs in Zwolle

wil een professionele organisatie zijn, die kwaliteit uitstraalt in

onderwijs en werkgeverschap. Verbijzonderd in: Beschrijving van een traject bij Vivente om te komen tot •

een hoog kwaliteitsbewustzijn in onze scholen en

•

een gemeenschappelijk systeem om ons kwaliteitsniveau in kaart te brengen en waar mogelijk te verhogen.

We willen hiermee bereiken: •

toename van de tevredenheid van ouders en leerlingen en

•

toename van effectiviteit en arbeidssatisfactie van ons personeel,

•

toename van de tevredenheid van onze (externe) relaties;

•

versterking van het imago van de afzonderlijke scholen en van Vivente;

•

een stabiel tot groeiend marktaandeel.

De notitie is niet af. Ze is opgesteld als een werkdocument, waarbij er tijdens de voortgang bijstellingen of aanpassingen kunnen worden gedaan. Uiteraard worden de aanpassingen met de geledingen besproken. 2. WAT WILLEN WE ONDER KWALITEIT VERSTAAN? Containerbegrip Kwaliteit is een containerbegrip: over de invulling ervan bestaan vele opvattingen. Om enkele voorbeelden te noemen: “Kwaliteit is zeggen wat we doen en doen wat we zeggen.”; “Kwaliteit is de juiste dingen doen (effectief) en de dingen juist doen (efficiënt)”; ___________________________________________________________________________________________________________ Vivente kwaliteitsbeleid 3 / 12

“Kwaliteit heeft te maken met alle processen in de organisatie, de primaire en de secundaire processen.”; “Kwaliteit heeft te maken met de perceptie ervan door de gebruikers. Ouders kijken naar andere aspecten dan het personeel”; “Kwaliteit is alles omvattend. Alles wat we als professionals dagelijks doen, heeft te maken met onze opvattingen over en onze verwachtingen van kwaliteit. En we kunnen voortdurend zoeken naar manieren om het beter te doen.” Bij Vivente: Inclusieve opvattingen over kwaliteit Binnen Vivente willen we inclusieve opvattingen over kwaliteit hanteren. Dat wil zeggen dat we erkennen dat alle bovenstaande opvattingen en ook andere over kwaliteit doorgaans geldig en relevant zijn. Er zijn dus gevarieerde mogelijkheden om het begrip kwaliteit te vullen. Daar staan wij voor open. In ieder geval willen we dat het denken en het gesprek over kwaliteit zich uitstrekt over alle aspecten binnen de school. Niet alleen de primaire processen, maar ook de secundaire processen zijn erbij betrokken, zoals personeelsbeleid en personeelszorg, de arbeidsomstandigheden en de veiligheid, management-

en

organisatieontwikkeling,

de

interne

en

externe

communicatie,

partnerschap met ouders, de relaties die wij onderhouden met anderen buiten de school, de staat van het gebouw en de inrichting ervan, ook de buitenkant en het schoolplein. 3. DE INVOERINGSSTRATEGIE DIE WE KIEZEN VOOR HET TRAJECT KWALITEITSBELEID Hoe voer je op effectieve wijze kwaliteitsbeleid in? Kwaliteitsbeleid vraagt volledige inzet van alle medewerkers in de organisatie. Leidinggevenden hebben hierin een specifieke rol. Zij stimuleren het kwaliteitsbewustzijn in de organisatie, brengen de noodzakelijke innovatieprocessen tot stand en bewaken de voortgang ervan, zien toe op uitvoering van het beleid conform hetgeen is afgesproken en evalueren tussentijds. Leidinggevenden hebben in het stellen van de gewenste normen binnen de school uitdrukkelijk een voorbeeldfunctie. Kwaliteitsbewustzijn essentiëler dan de instrumenten Verhoging van het kwaliteitsniveau begint bij verhoging van het kwaliteitsbewustzijn van de medewerkers in de organisatie. Iedereen, in alle posities in de organisatie, moet doordrongen zijn van het belang van kwaliteitsverbetering. Een goede set instrumenten (goed gereedschap) om te kunnen evalueren is belangrijk, maar heeft

weinig

betekenis

indien

het

in

de

organisatie

ontbreekt

aan

voldoende

kwaliteitsbewustzijn. indien geschikt, gebruik maken van reeds bestaande instrumenten. Het is niet zo dat we nog niets aan kwaliteitsbeleid doen. We gebruiken al veel verschillende instrumenten om het onderwijs te evalueren, om opbrengsten te meten, om tevredenheid van klanten te meten en om allerlei bedrijfsprocessen in de organisatie te evalueren. Onder het motto: “Gebruik datgene wat werkt” heeft het directieberaad in overleg met de Centrale Directie een pakket van 34 indicatoren, vastgesteld om de kwaliteit te volgen. Daaronder zijn ook een aantal ___________________________________________________________________________________________________________ Vivente kwaliteitsbeleid 4 / 12

enquêtes voor personeel, leerlingen, ouders en externen. Deze evaluaties vormen samen de zogenaamde kwaliteitsmeter, een instrument dat reeds ontwikkeld is en ook mogelijkheden biedt tot benchmarking . In bijlage 7.2 vindt u een overzicht van de aspecten van de kwaliteitsmeter. De uitkomsten kunnen

op schoolniveau gepresenteerd worden, maar ook

vergeleken

worden op organisatieniveau. 4. BESCHRIJVING VAN HET INK MANAGEMENTMODEL ALS BASIS VAN HET KWALITEITSZORGSYSTEEM. Domeinen Het kwaliteitsbeleid krijgt vorm op een zestal domeinen. Dit zijn achtereenvolgens: Onderwijs- en personeelsbeleid en als belangrijke pijlers daarvoor: leiderschap, middelen, cultuur en klimaat en beleid en strategie Domein Onderwijs: Kwaliteitsbeleid invoeren is tevens aanleiding om voor onze scholen de komende jaren een schoolplan nieuwe stijl te ontwikkelen, dat beter aansluit op onze opvattingen over schoolontwikkeling, profilering, strategisch beleid en goede bedrijfsvoering. Kortom het schoolplan zal meer dan voorheen het kwaliteitsdenken en handelen van de professionals in de school stimuleren. Domein personeel: De ontwikkeling van Integraal Personeelsbeleid (IPB) wordt inclusief gemaakt

binnen de

kwaliteitscyclus. Dat houdt in dat de vormgeving van IPB parallel loopt met het kwaliteitstraject. Kernpunt daarbij is evenwicht te vinden in •

de ontwikkeling van de benodigde en/of gewenste competenties bij het personeel en

•

de gewenste competenties van de school.

Met als te bereiken doelen daarbij •

goed werkgeverschap

•

kwalitatief hoogwaardig onderwijs

De daarbij passende gesprekscyclus van

start-, voortgangs-

en waarderingsgesprekken

wordt voortvarend ingevoerd. De domeinen leiderschap, middelen, cultuur en klimaat en beleid en strategie bieden de mogelijkheden om verdere ontwikkeling van de twee hoofddomeinen mogelijk te maken. De aandachtspunten hiervoor zijn beschreven in de bijlage (7.1).


Resultaatgebieden Vanuit de genoemde domeinen komen we als vanzelf bij de vier resultaatgebieden. Daarbij meten we via enquêtes en kengetallen hoe de domeinen zich ontwikkelen. De resultaatgebieden die middels enquêtes onderzocht worden zijn: •

Waardering van ouders en leerlingen;

•

Waardering door personeel;

•

Maatschappelijke waardering (dit onderdeel volgt in een later stadium);

De waarnemingen van ouders, leerlingen, personeel en externe relaties bieden inzicht in de mate waarin kwaliteit op verschillende resultaatgebieden ervaren wordt.

De daaruit te

trekken conclusies zijn belangrijke aanzetten om tot gesprek te komen over verbeterpunten. Door middel van kengetallen (zie bijlage 7.1) krijgt het vierde resultaatgebied vorm: •

Resultaten en opbrengsten

Cyclische evaluatie Om

het

dagelijkse

werken

te

verbeteren

en

gewenste

veranderingen

zoals

kwaliteitsverbeteringen te bereiken, handelen we vanuit de PDCA cyclus (Plan, Do, Check, Act) Wanneer de cyclus doorlopen is, wordt op basis van de resultaten gekeken waar veranderingen of bijstellingen nodig zijn. Dit is een doorlopend proces. 5. WET OP HET ONDERWIJSTOEZICHT EN DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN VIVENTE VOOR TOEZICHT OP HET ONDERWIJS: INTERNE AUDITS. In het najaar 2002 is de Wet op het onderwijstoezicht (WOT) van kracht geworden. De onderwijsinspectie krijgt daarin een andere rol dan voorheen. Scholen en besturen zijn in eerste

instantie

zelf

verantwoordelijk

voor

de

kwaliteit

van

het

onderwijs.

Deze

verantwoordelijkheid omvat het beschrijven van de beoogde kwaliteit in concrete streefdoelen, het bewaken van de kwaliteit en het daarover afleggen van publieke verantwoording. Dit komt tot uitdrukking in het schoolplan en de schoolgids*. De kwaliteit van het onderwijs wordt meer omvattend door de inspectie getoetst en scholen en besturen worden gestimuleerd een vorm van zelfevaluatie te ontwikkelen en in te voeren. Wanneer een school (en bestuur) zelf regelmatig haar kwaliteit evalueert, zal de inspectie, waar mogelijk, haar oordeel baseren op de uitkomsten van deze zelfevaluatie en eigen onderzoek nalaten. De inspectie zal de zelfevaluatie op drie punten tegen het licht houden: ten eerste controleert de inspectie of alle relevante aspecten in het functioneren en presteren van de school in de zelfevaluatie aan de orde zijn gekomen; ten tweede gaat de inspectie op grond van door de school aangeleverde documenten na of de zelfevaluatie voldoende onderbouwd en betrouwbaar is. Daarbij kijkt zij vooral naar de methoden die de school heeft gebruikt om de kwaliteit te toetsen en naar de mate waarin ___________________________________________________________________________________________________________ Vivente kwaliteitsbeleid 6 / 12

die toetsing heeft plaatsgevonden met betrokkenheid van belanghebbenden rond de school en externe deskundigen; ten derde gaat de inspectie na of de school de lat op de juiste hoogte heeft gelegd bij de kwaliteitsdoelen die men zich heeft gesteld. Deze normstelling dient overeen te komen met de normstelling die verwacht mag worden van scholen in vergelijkbare omstandigheden (zoals leerlingpopulatie). In de brochure 'Veranderend toezicht'

geeft de inspectie vijf verschillende vormen van

onderzoek aan om op bovenstaande ontwikkeling aan te sluiten. Dit zijn: 1. jaarlijks onderzoek (JO); 2. periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO); 3. nader onderzoek (NO); 4. onderzoek naar de kwaliteitsverbetering (OKV) 5. incidenteel onderzoek (IO). *(Uiteraard wordt

daarnaast ook verantwoording afgelegd

middels andere verplichte

documenten, zoals bijvoorbeeld het sociaal jaarverslag en de jaarrekening) Interne audits Vivente wil een eigen verantwoordelijkheid nemen voor het toezicht op het onderwijs. Naast het INK worden daarom in 2004-2004 op elke school interne auditors geschoold om daarna een andere school van Vivente te gaan bezoeken (collegiale consultatie). Een auditteam bestaat uit de directeur en één leerkracht / IB-er met ruime onderwijservaring. De auditors worden tijdens het traject begeleid door twee coaches. Zo wordt tevens op elke school en bij de betrokken auditors het kwaliteitsbewustzijn vergroot. Bij deze audits wordt na observaties een verslag gemaakt over: het pedagogisch en didactisch handelen in de klas de opbouw en het functioneren van het zorgsysteem Hierbij wordt het model van de onderwijsinspectie gevolgd, waarbij schoolspecifieke wensen/aandachtspunten

als

extra

toevoeging

door

betrokkenen

kunnen

worden

aangegeven. In de cursus 2004-2005 worden in drie periodes van 10 weken steeds drie groepen van vijf scholen in een audit betrokken. Hiervoor is gekozen om zodoende met de uitkomsten ervan én de uitkomsten van de kwaliteitsmeting INK in november 2006 beleid uit te zetten voor het schoolplan van 2007. Naast de onderwijsinhoudelijke audits worden er audits gehouden op specifieke aspecten. Daarbij wordt gedacht aan planning en control op het gebied van arbo- en personeelsbeleid en het volgen van procedures binnen de organisatie.


6. PLANNING EERSTE DEEL VAN HET MEERJARIG TRAJECT Het invoeringstraject Kwaliteitsbeleid wordt een complex en samenhangend traject. Dat traject is niet tot in detail vooraf te plannen. Wel kunnen vooraf een aantal piketpalen geslagen worden, waarmee in ieder geval de eerste stappen globaal worden aangegeven. Deze notitie kan op grond van ervaringen worden aangepast. Periode

Activiteit

Jan 2004

Werkgroep Kwaliteitsbeleid:

Februari 2004

Afronding themanummer, introductie bij directeuren.

Installatie, eerste uitwerkingsideeën Inventarisatie instrumenten die nu al gehanteerd worden (A) , die op korte termijn ingevoerd kunnen worden (B) en die eerst nog verder ontwikkeld moeten worden (C). Maart 2004

presentaties in de scholen met powerpoint, geschenk, themanummer; publicatie op www.vcpozwolle.nl. presentatie in GMR

April 2004 Juni 2004

Uitvoering enquêtes Presentatie uitkomsten enquêtes in de scholen. Middels beleidsstuk dir. en GMR

informeren over vervolgtraject

kwaliteitsbeleid Begin cursus 2004- Werkgroep kwaliteitsbeleid: 2005

Verheldering status van indicatoren. Presentatie van uitslagen enquêtes naar ouders. 1e bespreking aanpassingen notitie.

Najaar 2004

interne auditors worden geschoold

2004 - 2005

in 3 blokken van 5 scholen worden audits verspreid over het schooljaar uitgevoerd. Vormgeving en uitvoering specifieke audits (arbo / procedures) worden in de loop van het jaar ontwikkeld.

2005 – 2006

Uitwerking beleid

Najaar 2006

Tweede INK meting Schoolplannen worden op basis van de kwaliteitsmeting + audits aangepast


7. BIJLAGEN 7.1 Indicatoren voor Domeinen en Resultaatgebieden bij het kwaliteitsbeleid Domein: leiderschap 1.

Rapportage over tijdsbesteding directeuren1. Indeling op basis van categorieën: - personeel - onderwijskundig leiderschap, niet zijnde aandacht voor personeel - taken rondom administratie, beheer en bestuur - overleg met externen (bijvoorbeeld: inspectie) - contacten met ouders - eigen deskundigheidsbevordering - onderwijs geven - overigen

2.

Vergelijkbare rapportage voor tijdsbesteding CD

3.

Beschikbare competentieprofielen en koppeling aan visie en missie

4.

In personeelsenquête2 opnemen van vragen rondom leiderschap. Vragen maken o.a. aanwezigheid, bereikbaarheid, stimulerend vermogen en waardering duidelijk.

5.

Innovatievermogen blijkend uit schoolplan

Domein: Cultuur en klimaat. Het gaat hier om het pedagogisch en didactisch handelen. De input hiervoor wordt gevormd door de op blz 6 beschreven interne audits. Domein: beleid & strategie 1.

Zelfevaluatie volgens het INK-model3

2.

Systeem

van

interne,

jaarlijkse

benchmarking4

met

aandacht

voor

vorderingen

betreffende streefprofiel en beschikbaarheid vereiste competenties 3.

Beschikbare tijd voor te onderscheiden taken en functies

4.

Schoolgids

5.

Schoolplan

Domein: personeel 1.

Door Concent aan CvB te leveren maandrapportage betreffende ‘netto-loonkosten’, GPL en vervanging (wie, waar, verplichting)5

2.

Maandrapportage aan CvB op het gebied van toebedeling/benutting van fte’s

3.

Halfjaarlijkse rapportage betreffende ziekteverzuim, bestemd voor directieberaad

4.

Jaarlijkse rapportage opbouw personeelsbestand naar geslacht, functie e.d.6

5.

Inventarisatie aanwezige competenties7

1 Rapportage (op basis van aangeleverd format) in directieberaad, frequentie: jaarlijks 2 Zie voor frequentie enquête Domein Personeel 3 Komt in de plaats van aanpak m.b.v. scores inspectie, frequentie: tweejaarlijks 4 Benodigde gegevens grotendeels verwerkt in indicatoren van overige domeinen en resultaatgebieden 5 Toont gegevens in totaliteit, maar ook per school 6 Uit Concentsysteem, jaarlijks, o.a. bestemd voor bespreking in directieberaad


6.

Instroom van buiten naar binnen, naar niveau (vervangerspool, pabo, zij-instroom, lio, ervaring/geen ervaring of verplichting i.v.m. vervanging)8

7.

Doorstroom personeel (promotie binnen organisatie, beweging tussen scholen onderling)9

8.

Uitstroom personeel ( verlaten van organisatie)10

9.

Betrokkenheid personeel door enquête (meting op schoolniveau mogelijk)11

Domein: middelen 1.

Jaarlijkse rapportage betreffende leerlingen op teldatum

2.

Jaarlijkse prognose betreffende ontwikkeling leerlingenaantal12

3.

Budgetrapportage op schoolniveau (voor toegekende schoolbudgetten), met weergave van afwijkingen in % (over- of onderschrijding), ten minste kwartaalbasis

4.

Budgetrapportage op verenigingsniveau betreffende alle budgetten en de kosten Bovenschools Management, ten minste kwartaalbasis

5.

Reserves voor de meerjarige voor de vervanging/uitbreiding van meubilair, olp en ict13

6.

Voorzieningen voor groot onderhoud14

7.

Reserves voor personeelsgerelateerde risico’s15

8.

Solvabiliteit- en liquiditeitsratio’s16

9.

Ratio’s betreffende omvang overhead17

10. Bijdrage van zelfverworven middelen18 11. Kwaliteitsbeleving gebouwen en inventaris, gemeten door vragen in o.a. personeels- en ouderenquête19 12. Jaarlijkse rapportage rondom ICT-benutting (computers per leerling, gebruikgegevens in uren onderbouw, midden- en bovenbouw)20 Domein: onderwijskundige processen 1.

Tweejaarlijkse zelfevaluatie volgens INK-model

2.

Idem, docent-zelfevaluatie (inclusief tijdsbesteding)

3.

Intercollegiale consultatie (tussen leerkrachten)

4.

Interne

audits

( krijgt

nog nadere invulling door koppeling

aan voortschrijding

kwaliteitshandboek)

7 Jaarlijks, aan te leveren door leidinggevenden, o.a. bestemd voor bespreking in directieberaad 8 Jaarlijks verzameld door P. & O. –functionaris, o.a. bestemd voor bespreking in directieberaad 9 Idem 10 Idem 11 Voor enquête zie verder resultaatgebied Personeel 12 Met behulp van PROBO-2 methode 13 Omvang afgestemd op behoeften, blijkend uit meerjareninvesteringsbegrotingen 14 Idem, maar dan op basis van meerjarenonderhoudsplanning 15 Gewenste omvang: 7% van de totale personeelskosten 16 Ten minste jaarlijks af te leiden uit balansposities en toetsbaar aan vooraf gestelde normen 17 Ten minste jaarlijks af te leiden uit boekhouding ( waar nodig: eerst aanpassing boekhouding) 18 Ten minste jaarlijks zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld in jaarrekening 19 Zie verder resultaatgebied waardering ouders, leerlingen en personeel 20 Aangeleverd door ICT-coordinator


Resultaatgebied: waardering ouders & leerling 1.

Enquête tevredenheid ouders21

2.

Jaarlijks klachtenoverzicht22

3.

Score ouderpanel23

4.

Jaarlijkse samenvattende rapportage over leerlingenverzuim24

5.

Marktaandeel op school- en wijkniveau25

6.

Jaarlijkse leerlingen enquête op stichtingsniveau26

Resultaatgebied: personeel 1.

Enquête personeel (met o.a. aandacht voor leiderschap, huisvesting, betrokkenheid, innovatie, scholing)27

2.

Aantal gesprekken IPB-cyclus28

3.

Exit-interviews volgens vast format29

4.

Let op: verzuim- en functiegegevens al opgenomen in domein: personeel

Resultaatgebied: maatschappelijke waardering 1.

Jaarlijkse opgave participatie in netwerken en samenwerking, op schoolniveau

2.

Jaarlijks rapport stagiaires e.d .30

3.

Imago-onderzoek en onderzoek naar naamsbekendheid31

4.

Plakboek betreffende publicaties

5.

Sponsoring e.d.32

Resultaatgebied: organisatie 1.

Cito-eindtoets

2.

Idem, gemiddelde score

3.

Aantal leerlingen met lgf

4.

Doorstroomgegevens33

5.

Uitstroomgegevens34

6.

Groei leerlingenaantal

7.

Geografische spreiding leerlingen

21 Waar mogelijk: jaarlijks. Bevat tevens vragen rondom huisvesting en redenen schoolkeuze 22 Schriftelijk verzameld en jaarlijks door schooldirecteuren in een samenvattend overzicht aangeleverd 23 Voorlopig echter nog niet als realistische optie beschouwd 24

Indeling: ziekte, ongeoorloofd verzuim, per klas, per maand

25 Jaarlijks beschikbaar d.m.v. leerlingprognoses 26 Leerkracht neemt schriftelijk af, groep 5 en 8. Met aandacht voor o.a. veiligheidsbeleving 27 Frequentie hangt af van gebleken haalbaarheid: jaarlijks/tweejaarlijks 28 Geplande versus gerealiseerde gesprekken 29 Voor benoemingen anders dan vervanging: bij verlaten organisatie of interne mobiliteit. Inlevering: P. & O. 30 Gegevens beschikbaar in personeelsadministratie 31 Nulmeting binnenkort beschikbaar, daarna volgens een nog te bepalen frequentie ( ongeveer tweejaarlijks) 32 Gedeeltelijk al ondervangen door indicator inzake zelfstandig verworven inkomsten 33 Baseren op gegevens inspectie 34 Rekening houdend met Cfi-model


7.2. Kwaliteitsmeter Primair Onderwijs De Kwaliteitsmeter Primair Onderwijs is een productie van het adviesbureau van Beekveld Terpstra en de Algemene Vereniging van Schoolleiders. KPO is uitgevoerd op een CD-rom. Het geeft een exact kwaliteitsprofiel van de hele school, inclusief indicatoren die de inspectie hanteert bij het IST en geeft ook de mogelijkheid tot vergelijking met andere scholen (benchmarking). KPO is een integraal kwaliteitssysteem: er wordt een kwaliteitsprofiel gegenereerd rond 10 aspecten: •

Visie en beleidsvorming

•

Leiderschap en management

•

Personeel

•

Cultuur en klimaat

•

Middelen en voorzieningen

•

Management van primaire processen

•

Management van secundaire processen

•

Waardering door klanten

•

Waardering door personeel

•

Waardering door maatschappij

De kwaliteitsmeter bestaat uit vijf onderdelen. 1.

De kwaliteitsmatrix;

2-4.

De kwaliteitsvragenlijst; (digitale invulling, bij personeel, leerlingen groep 7/8. Voor ouders is gekozen voor papieren verwerking. Volgende keer wellicht panels op school digitaal)

5.

De kwaliteitszelfevaluatie voor/door leerkrachten.

Data zijn na invoering naar wens in excel of grafisch in beeld te brengen per school en op stichtingsniveau. De verdere procedure: De intentie van de makers van de kwaliteitsmeter is, dat de school luistert naar de groep ouders, die helemaal niet (ten dele) tevreden is. Dit zal ook de basis zijn voor de gesprekken, die de voorzitter van het college van bestuur met de directie van de scholen zal voeren en de daaruit vloeiende eventuele actiepunten. De uitkomst van de kwaliteitsmeter is de input voor de discussie: “Wat willen we op onze school verbeteren?”

Dit wordt ook onderdeel

van het managementcontract van de

directeur van de school. Het is de opzet deze cyclus te herhalen in het jaar voorafgaand aan het indienen van het nieuwe schoolplan, zodat de verbeterplannen in dat schoolplan kunnen worden opgenomen.


KWALITEITSBELEID VIVENTE

Recommend Documents