HAVEN
4
BESCHERMD HOOGHUIS VERHUIST
6
krant
SPOORTUNNEL ANTIGOON TREKT MEER CONTAINERS
21
DUURZAAM NAAR HET WERK
NUMMER 1 MAART 2015
24
MIDDELEEUWSE KOGGE KLAAR VOOR RESTAURATIE
Stephan Van Fraechem (Alfaport) en Freddy Aerts (afdeling Maritieme Toegang) brengen laatste bezoek aan droge Deurganckdoksluis
“GROOTSTE SLUIS TER WERELD TREKT NIEUWE INVESTEERDERS AAN”
HAVEN
krant
N U M M E R 1 • M A A R T 2015
8
Meer dan een haven Van harte welkom in het allereerste nummer van de Havenkrant. Daarin lees je voortaan wat er leeft in en rond het havengebied van Antwerpen.
Maar de haven is meer dan bedrijvigheid alleen. Ruimte voor economie gaat hand in hand met aandacht voor natuur en milieu, landbouw, bewoning, erfgoed, mobiliteit en recreatie. De Vlaamse Regering heeft beslist het havengebied verder te ontwikkelen, maar in evenwicht met de omgeving in al haar facetten. Hoe we de soms uiteenlopende belangen kunnen verzoenen, is vastgelegd in een actieprogramma, dat ik in opdracht van de Vlaamse Regering als procesmanager begeleid. De Havenkrant laat zien hoe de acties op het terrein vorm krijgen. Zo lees je in dit eerste nummer hoe onze partners en belanghebbenden de grootste sluis ter wereld realiseren, ruimte geven aan beschermde dieren en planten, werk maken van veilig en duurzaam verkeer, technieken ontwikkelen om baggerslib te hergebruiken, omgaan met erfgoed enzovoort. Op www.havenvandetoekomstantwerpen.be kun je de vorderingen van het actieprogramma op de voet volgen. Ik wens je veel leesplezier. Jan Hemelaer Procesmanager Ontwikkeling Havengebied Antwerpen Vlaamse overheid
3
8 Sluis voor investeringen In april wordt de Deurganckdoksluis onder water gezet, de grootste sluis ter wereld. Hét signaal voor bedrijven en rederijen om opnieuw in de haven te investeren.
12 Soortenbeschermingsprogramma: een Vlaamse primeur
Zeggen dat het havengebied belangrijk is voor Vlaanderen, is een open deur intrappen. 60.000 mensen hebben er een job. Nog eens 83.000 banen hangen er indirect vanaf. Alle bedrijven in het havengebied samen leveren een toegevoegde waarde van 18 miljard euro per jaar.
In de Antwerpse haven leven opmerkelijk veel beschermde dieren- en plantensoorten. Hoe ontzie je die tussen alle bedrijvigheid?
18 Waarheen met al het slib? Ieder jaar wordt er 600.000 ton slib uit de Schelde gebaggerd. Waar moet dat allemaal naartoe? Het AMORASproject levert het verrassende antwoord: wie weet kunnen we er wel huizen mee bouwen.
27 Lassers voor later Dankzij het Havencentrum kunnen leerlingen uit beroepsopleidingen kennismaken met de Antwerpse haven – misschien wel hun toekomstige werkplek. VERDER IN DIT NUMMER
18
inhoud
Voorwoord
2
4
Beschermd Hooghuis verhuist
6
Nieuwe spoortunnel Antigoon trekt meer containers
16 Hoeveel fijn stof zit er in de havenlucht? 21 Koning auto - duurzaam verkeer: 0 - 4 24 Middeleeuwse kogge klaar voor restauratie 31 Uit in de haven
We zijn zeer benieuwd wat je van de Havenkrant vindt. Je opmerkingen en suggesties zijn steeds welkom op
[email protected]
Colofon De Havenkrant is een magazine over de ontwikkeling van het havengebied Antwerpen. Het wordt uitgegeven door het departement Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse overheid. VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: Jan Hemelaer HOOFDREDACTIE: Jan Hemelaer, procesmanager REDACTIE, CONCEPT EN LAY-OUT: Pantarein DRUK: Corelio Printing
12
27
REDACTIEADRES: Koning Albert II-laan 20 bus 2, 1000 Brussel, tel. 02 553 71 32,
[email protected] De meningen die derden in dit magazine vertolken, vallen buiten de verantwoordelijkheid van het departement Mobiliteit en Openbare Werken. COPYRIGHT BEELDEN: p. 4-7, 16-23: Michiel Mels, p. 8-9, 26-29: Elisabeth Verwaest, p. 12-15: Vilda, ANB, Michiel Mels, shutterstock, p. 20: Argex, Wienerberger, p. 24-25: Agentschap Onroerend Erfgoed, p. 30-31: Filip Dujardin, Vilda.
HAVEN
4
krant
Havenzicht
H
et Hooghuis in Doel verhuist wellicht nog deze zomer naar Prosperpolder. Daar wordt het steen voor steen heropgebouwd. Door de ontwikkeling van de haven moest het beschermde landhuis uit 1613 een nieuwe locatie opzoeken. Na de verhuizing krijgt het waardevolle monument een nieuwe bestemming.
N U M M E R 1 • M A A R T 2015
5
Beschermd Hooghuis verhuist
De barokke deuromlijsting van het Hooghuis.
Het Hooghuis is een geklasseerd monument in Vlaamse renaissancestijl. Het werd gebouwd door dezelfde ambachtslui die ook het Rubenshuis in Antwerpen optrokken. De laatste jaren raakte het Hooghuis in verval, maar het bevat nog steeds heel wat waardevolle elementen, zoals de monumentale barokke deuromlijsting in blauwe hardsteen, prachtige eikenhouten zolderingen en twee grote barokschouwen uit de 17de eeuw. De verplaatsing van het Hooghuis werd vastgelegd in een convenant, dat Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Geert Bourgeois in juli 2014 ondertekende. Het monument krijgt een nieuwe thuis in de Hertog Prosperstraat, net buiten het centrum van Prosperpolder. Het gebouw wordt ontmanteld, verplaatst en steen voor steen heropgebouwd. Maatschappij Linkerscheldeoever en het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen nemen de kosten voor hun rekening. Na de verplaatsing wil de vzw Casueele het Hooghuis opnieuw openstellen voor het publiek, bijvoorbeeld als cultuurcafé. De nieuwe locatie ligt tussen mooie natuur- en landbouwgebieden en er komen ook fiets- en wandelroutes.
Het heropgebouwde Hooghuis wordt opgeknapt en opengesteld voor het publiek.
Het behoud van het Hooghuis is een van de milderende maatregelen die de Vlaamse overheid neemt in het kader van de ontwikkeling van de Antwerpse haven. De werken starten in de zomer van 2015, na een verplaatsingsstudie, een grondenruil en de nodige administratieve verplichtingen.
HAVEN
krant
N U M M E R 1 • M A A R T 2015
7
De aanleg van de Antigoonverbinding was een investering van meer dan 800 miljoen euro.
Havenzicht
6
Meer containers dankzij nieuwe Antigoonspoortunnel B
egin december reed de eerste trein door de gloednieuwe Antigoontunnel in Antwerpen. Inmiddels passeren er elke dag tientallen transporten. Tegen 2030 mikt de Antwerpse haven op een evenwichtiger goederenvervoer: dan zou 15 procent van het containertransport via het spoor moeten verlopen, tegenover 7 procent nu. Begin december reed de eerste trein door de gloednieuwe Antigoontunnel (vroeger ook Liefkenshoekspoortunnel genoemd). Het nieuwe Antigoontraject verbindt het Deurganckdok in de Waaslandhaven met de spoorbundel Antwerpen-Noord. De 16 kilometer lange verbinding loopt via een tunnel van 8 kilometer onder de Schelde en vormt een alternatief voor de Kennedyspoortunnel. De nieuwe tunnel moet meer ruimte creëren voor goederenvervoer via het spoor, vooral van de haven naar het Europese achterland. De haven streeft immers naar een modal shift: een verschuiving in het goederenvervoer van vrachtwagens naar spoor
en binnenvaart. Dat moet het fileprobleem verlichten en het is ook beter voor het milieu. Tegen 2020 zouden elke dag honderd treinen via de tunnel van de Linkerscheldeoever naar de Rechterscheldeoever en terug moeten rijden, en dat maar liefst drie kwartier sneller dan vroeger. Tegen 2030 wil de haven 15 procent van haar containervervoer via het spoor laten verlopen.
RIJPAD De aanleg van de Antigoonverbinding was een investering van meer dan 800 miljoen euro. Dat geld kwam deels van spoorwegbeheerder Infrabel en deels van de private projectpartner Locorail nv. Het be-
drag liep hoger op dan verwacht, als gevolg van de strenge veiligheidseisen die Europa oplegt. Het extra budget ging onder meer naar dertien liften, een gasdetectiesysteem en extra toegangswegen voor de brandweer op de Linkeren Rechterscheldeoever. Die meerprijs heeft volgens Infrabel echter geen invloed op de kosten voor de gebruikers: het gebruik van de tunnel zal niet duurder zijn dan een trein via de Kennedyspoortunnel. Momenteel rijden er in de haven dertien operatoren rond met goederentreinen. De meeste hebben inmiddels ‘rijpaden’ of gereserveerde tijdstippen aangevraagd om de tunnel te mogen gebruiken.
8
HAVEN
krant
N U M M E R 1 • M A A R T 2015
9
DEURGANCKDOKSLUIS WORDT IN APRIL ONDER WATER GEZET
“Dit is hét signaal om weer te investeren in de haven” 8
00.000 kubieke meter beton en genoeg staal voor elf Eiffeltorens: de bouw van de Deurganckdoksluis is een titanenwerk. In april loopt de sluis voorgoed onder water. Een moment waar velen reikhalzend naar uitkijken, weten Stephan Vanfraechem, directeur van Alfaport-Voka Antwerpen-Waasland, en Freddy Aerts, afdelingshoofd Maritieme Toegang van het departement Mobiliteit en Openbare Werken. “Voor bedrijven en rederijen is de nieuwe sluis het signaal om opnieuw te investeren in de haven.”
Freddy Aerts (links) bij de werf van de Deurganckdoksluis: “Ik blijf het een ongelooflijke constructie vinden.”
Waarom had het havengebied van Antwerpen een nieuwe sluis nodig? Freddy Aerts: “Schepen konden het havengebied op de Linkerscheldeoever tot nog toe enkel binnenvaren via de Kallosluis. Die was uitgegroeid tot een bottleneck: de drukste sluis van de hele regio, met wachttijden die opliepen tot 3 uur. Heel wat rederijen en bedrijven drongen daarom aan op de bouw van een tweede sluis. Via de nieuwe Deurganckdoksluis kunnen grotere schepen de haven binnenvaren. Dat zal de bedrijvig-
heid en de werkgelegenheid in de haven ten goede komen.” Stephan Vanfraechem: “De nieuwe sluis maakt de haven ook robuuster. Stel dat de Kallosluis stuk is: dan heb je in de huidige situatie een groot probleem. Gelukkig is dat nog nooit gebeurd, maar voor investeerders is het belangrijk dat er een alternatieve toegangsweg is van en naar de haven. Ook voor de bedrijfswereld is de bouw van de Deurganckdoksluis een belangrijk signaal: in economisch onzekere tijden kiest de Vlaamse overheid ervoor om te investeren in de ver-
dere ontwikkeling van de Antwerpse haven. Hetzelfde geldt trouwens voor de Antigoontunnel, die eind 2014 openging voor het spoorverkeer van en naar de haven. Daarmee bevestigen de Vlaamse en de federale overheid dat ze de haven op een duurzame manier willen laten groeien.” Hoe belangrijk is de sluis voor de economie in Vlaanderen? Freddy Aerts: “De nieuwe sluis is belangrijk voor de haven, en de haven is belangrijk voor Vlaanderen. Het Antwerpse havengebied
De Deurganckdoksluis, nog heel even zonder water.
“De sluisdeuren en -bruggen uit Shanghai installeren wordt een heus huzarenstuk.”
10
HAVEN
krant
is goed voor 8,7 procent van alle goederen en diensten die Vlaanderen produceert. In en rond de haven werken 145.000 mensen. De Deurganckdoksluis betekent een extra impuls voor die economische bedrijvigheid. Toen vaststond dat de Deurganckdoksluis er zou komen, hebben heel wat bedrijven aangekondigd dat ze hun activiteiten op de Linkerscheldeoever zouden uitbreiden.” Stephan Vanfraechem: “Voor heel wat bedrijven en rederijen is de nieuwe sluis zelfs het signaal om opnieuw te investeren in de haven.” Wat maakt de nieuwe sluis uniek? Freddy Aerts: “In de eerste plaats de afmetingen. Met een lengte van 500 meter en een breedte van 68 meter is de Deurganckdoksluis de grootste sluis ter wereld. 500 meter, dat zijn 28 harmonicabussen van De Lijn, bumper tegen bumper geparkeerd. En een breedte van 68 meter, dat kan je vergelijken met een autosnelweg van 19 rijstro-
ken. De nieuwe sluis is bovendien gebouwd volgens de laatste kennis en inzichten en uitgerust met de nieuwste technologieën. De gigantische roldeuren sluiten de sluis hermetisch af van de Schelde en de havendokken. De basculebruggen zijn de grootste in Vlaanderen, met twee rijvakken en een spoorweg in een aparte bedding. Ook de sturing van de sluisdeuren en de bruggen is state-of-the-art.” Wat is het verschil met de Berendrechtsluis, die tot vandaag de grootste sluis ter wereld is? Freddy Aerts: “De Deurganckdoksluis is nog 4 meter dieper dan de Berendrechtsluis. Dat is nodig om de haven ook voor de grootste schepen bereikbaar te houden, onafhankelijk van het getij.” “Bij de bouw hebben we er rekening mee gehouden dat de Schelde in de toekomst nog dieper kan worden. Honderd jaar geleden was de Schelde bijvoorbeeld 7,60 meter diep, maar door uitbaggering is dat
N U M M E R 1 • M A A R T 2015
nu al 14,70 meter. Voor containerschepen is de norm op dit moment 16 meter. De rest van het havengebied is daar nu al op voorzien.” Dat de Antwerpse haven 80 kilometer landinwaarts ligt, is een grote troef. Die ligging brengt de producten dicht bij de Europese consument. Stephan Vanfraechem: “Vroeger werd de inlandse ligging als een nadeel beschouwd, omdat schepen over de bochtige Westerschelde langer moesten varen. Maar nu ziet men in dat het transport over water de goedkoopste en meest duurzame vervoersmodus is. Het Antwerpse havengebied is een knooppunt van snel-, spoor- en waterwegen. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar in vergelijking met heel wat andere wereldhavens staan wij daar veel verder in. Nu al gebeurt meer dan 35 procent van het containervervoer in de Antwerpse haven via de binnenvaart. De voorbije twintig jaar was het een van de snelst groeiende manieren van transport. De nieuwe
sluis zal die tendens ongetwijfeld nog versterken. Toch blijven gerichte investeringen in de binnenvaart nodig. Bovendien rijden of varen nog te veel treinen en schepen half leeg rond. Bedrijven moeten beter samenwerken om hun goederenvervoer te bundelen. Daar is nog veel winst te boeken.” “Tot enkele jaren geleden keken investeerders vooral naar de performantie van de haven: hoe snel worden de schepen gelost? Nu zien ze het ruimere plaatje: hoe vlot geraken de producten bij de klant? Daarom moeten we blijven investeren in een multimodaal transportnetwerk. En bijvoorbeeld ook de files op de weg aanpakken.” In welke sectoren staan het havengebied van Antwerpen en zijn bedrijven internationaal sterk? Stephan Vanfraechem: “We zijn de grootste Europese haven voor stukgoederen als staal. Stukgoederen zijn behoorlijk arbeidsintensief en dus belangrijk voor de werk-
TEKENS AAN DE WAND Op de noordelijke wand van de Deurganckdoksluis (foto) werkt de Belgische graffitikunstenaar Cazn van op hoogtewerkers aan een kunstwerk van 320 meter breed en 9 meter hoog. Dat moet klaar zijn als de sluis in april onder water wordt gezet. Bij lage waterstand krijg je de graffititekening volledig te zien, bij vloed slechts gedeeltelijk. Ook vanuit de controletoren en het aanpalende bezoekerscentrum kan je bij laagwater het kunstwerk in vol ornaat bewonderen. De tekening toont de evolutie van het havengebied door de eeuwen heen: van de prehistorische walvis en de middeleeuwse kogge die in de bouwput van het Deurganckdok werden opgegraven tot de wereldhaven van vandaag, met zijn containerschepen en hijskranen.
11
Zo ziet de Deurganckdoksluis er in 2016 uit.
gelegenheid in de haven. We zijn ook nummer twee in de overslag van containers. Maar onze sterkte zit vooral in de combinatie van alle havenactiviteiten: overslag van goederen, industrie, logistiek, ... Dat hebben we gezien tijdens de economische crisis: de ene sector ving schokken in de andere sector op. Havens die maar één troef hebben zijn veel gevoeliger voor economische schokken.” Heeft het Antwerpse havengebied dan geen achilleshiel? Freddy Aerts: “De Schelde staat onder invloed van de getijden, waardoor er zich constant slib afzet. De vlotte doorgang van schepen
vanuit de zee naar de haven vraagt dus permanent onderhoud. In de Schelde zijn voortdurend baggerwerken aan de gang. Dat doen we ook op de Westerschelde, op Nederlands grondgebied. Daarover hebben we afspraken gemaakt met onze noorderburen.” De bouw van de Deurganckdoksluis is een titanenwerk. Hoe verlopen de werkzaamheden? Freddy Aerts: “Die zitten op schema. Ze zijn van start gegaan in oktober 2011, en volgens de plannen zullen de eerste schepen in maart 2016 door de nieuwe sluis varen.”
Wat moet er nog gebeuren voor het eerste schip door de splinternieuwe sluis zal varen? Freddy Aerts: “De betonwerken zijn zogoed als afgerond. Op 18 maart vertrekken de sluisdeuren en -bruggen uit Shanghai. Rond 22 mei komen ze aan in Antwerpen. Die installeren wordt een heus huzarenstuk. Ze zijn zo gemaakt dat ze gedeeltelijk drijven, zodat een schip ze naar hun plek kan varen. Op 1 april 2015 laten we de sluis onder water lopen. Vervolgens moet de waterkerende dijk aan het eind van het Deurganckdok weggebaggerd worden. Vanaf half mei installeren we de elektromechanische uitrusting om de sluisdeuren en -bruggen te bedienen.”
Op 7 en 8 maart kunnen bezoekers de sluis voor een laatste keer in voor hij gevuld wordt met water. Een unieke kans? Freddy Aerts: “Vast en zeker! Ik heb de werken op de voet gevolgd, en zelfs ik blijf de constructie ongelooflijk indrukwekkend vinden. Zodra de sluis onder water staat, zal je daar veel minder van kunnen zien. In een mensenleven krijg je niet zo vaak de kans om met eigen ogen te zien hoe een sluis werkt. In Vlaanderen bouwen we gemiddeld om de dertig jaar een nieuwe sluis - de Berendrechtsluis dateert al van 1989. Echt: deze kans mag je niet missen.”
DE DEURGANCKDOKSLUIS: de duizelingwekkende cijfers x1
800.000 m gewapend beton = 1 voetbalveld volgestort met een laag beton zo hoog als de kathedraal van Antwerpen
kostprijs:
3
382 miljoen euro
x28
lengte van 500 meter = 28 harmonicabussen van De Lijn, bumper tegen bumper geparkeerd
bouwput:
9.850.000 m
3
x3
alle constructiestaal = 3 x de Eiffeltoren
55.000 ton wapeningsstaal
x19
breedte van 68 meter = een autosnelweg van 19 rijstroken
22.000 ton
constructiestaal voor bruggen, sluisdeuren en toebehoren
12
HAVEN
krant
N U M M E R 1 • M A A R T 2015
SOORTENBESCHERMINGSPROGRAMMA VOOR 90 DIEREN EN PLANTEN
D
“Dankzij het netwerk van ecologische infrastructuur kunnen bedrijven hun terreinen blijven gebruiken, ook als er een rugstreeppad of groenknolorchis leeft.”
Bedreigde soorten vinden veilige haven
oor haar ligging aan de Schelde trekt de haven van Antwerpen verrassende planten en dieren aan. De zeldzame moeraswespenorchis voelt er zich thuis en de zwartkopmeeuw komt er broeden. Maar liefst 90 beschermde soorten hebben hun leefgebied in de haven. Maar hoe bescherm je die tussen de drukke economische activiteiten? Het antwoord: met een netwerk van ecologische infrastructuur waarin bedreigde dieren en planten kunnen gedijen dankzij het eerste soortenbeschermingsprogramma van Vlaanderen.
De ecologische infrastructuur wordt zorgvuldig gekozen. Het gaat onder meer om bermen langs verbindingswegen en treinsporen, en zones waar leidingen liggen.
De Antwerpse zeehaven is behalve een economische hotspot ook een schatkamer van bedreigde dieren en planten. Daarom kleurde Europa grote delen van het havengebied in als Speciale Beschermingszone binnen de Vogel- en Habitatrichtlijn (Natura 2000). Rond de haven ligt een duizendtal hectare beschermde natuur. Binnen het havengebied vinden we nog eens meer dan zeshonderd hectare ecologische infrastructuur op en tussen de bedrijventerreinen. Het gaat om kleinere natuurelementen zoals bermen en poelen die combineerbaar zijn met de economische functies van de haven. Een netwerk van kerngebieden en groene corridors biedt zeldzame soorten zoals de oeverzwaluw, de visdief, de meervleermuis en de groenknolorchis meer kansen.
ZEKERHEID VOOR BEDRIJVEN
De rugstreeppad is een van de bedreigde soorten die dankzij het netwerk van ecologische infrastructuur meer kansen krijgen.
tuurbescherming met maximale rechtszekerheid voor bedrijven”, zegt Peter Symens van Natuurpunt. “Door in de hele haven oog te hebben voor beschermde soorten, hoeven we geen individuele bedrijventerreinen voor natuur te reserveren. Beschermde planten en dieren kunnen in de ecologische zones overleven en zich verplaatsen naar natuurgebieden in de buurt.” De ecologische zones worden zorgvuldig uitgekozen: bermen langs verbindingswegen en treinsporen, zones waar leidingen liggen … Peter Symens: “De voorkeur gaat naar gronden van openbare instanties zoals de NMBS, de gemeente Beveren of de stad Antwerpen. Ingrepen op bedrijventerreinen komen er enkel na uitgebreid overleg. Zo’n 5 procent van de havenregio wordt als ecologische infrastructuur ingericht: dat komt neer op ongeveer 650 hectare.”
UIT DE CONFLICTSFEER
Het netwerk van ecologische infrastructuur maakt deel uit van het Soortenbeschermingsprogramma Antwerpse Haven. Dat plan werd goedgekeurd door de Vlaamse minister voor Leefmilieu en wil 90 beschermde dier- en plantensoorten op havenniveau in stand houden. “Het soortenbeschermingsprogramma combineert na-
Een uitgebreid natuurnetwerk in een drukke bedrijvenzone komt er natuurlijk niet vanzelf. In 2001 ondertekenden het Havenbedrijf en Natuurpunt een samenwerkingsverband. Met het project ‘De Antwerpse Haven Natuurlijker’ staan ze samen in voor de ont-
Groenknolorchis
Bruine kiekendief
ONDER DE PARAPLU Maar liefst 90 beschermde planten- en dierensoorten hebben hun leefgebied in de Antwerpse haven. Het soortenbeschermingsprogramma helpt die soorten in stand te houden. Het plan bundelt 14 individuele soortenbeschermingsprogramma’s, meer bepaald voor de rugstreeppad, de gierzwaluw, de oeverzwaluw, de huiszwaluw, de slechtvalk, de visdief, de zwartkopmeeuw, de blauwborst, de bruine kiekendief, de moeraswespenorchis, de groenknolorchis, het wit bosvogeltje, het bruin blauwtje en de meervleermuis. Die 14 soorten noemen we ‘paraplusoorten’: de maatregelen die voor deze soorten genomen worden, garanderen ook het duurzame voortbestaan van de andere 76 soorten én van niet-beschermde fauna en flora in de haven.
Bruin blauwtje
Oeverzwaluw
13
Zwartkopmeeuw
Gierzwaluw
14
HAVEN
krant
N U M M E R 1 • M A A R T 2015
wikkeling van een groen netwerk doorheen de hele haven. Het samenwerkingsverband haalde het natuurbeheer in de haven uit de conflictsfeer en zorgde voor een constructieve samenwerking. Ook het Agentschap voor Natuur en Bos, Maatschappij Linkerscheldeoever, Voka-Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland/Alfaport en vertegenwoordigers van de industrie werken mee aan het soortenbeschermingsprogramma. “Het ecologische netwerk is een efficiënte manier om de natuur binnen de haven te beschermen. Maar het is ook een goede aanpak
om de economische ontwikkeling van de haven te garanderen”, zegt Laura Verlaeckt van het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen (GHA). “Het havengebied valt binnen verschillende Europese beschermingsgebieden. Dat leidde vroeger vaak tot conflicten tussen economische en natuurbelangen. Door de aanleg van een netwerk van ecologische infrastructuur vermijden we dat een bedrijf een terrein niet mag gebruiken omdat er toevallig een rugstreeppad of moeraswespenorchis leeft. Zo kan de haven haar bedrijventerreinen optimaal ontwikkelen.”
15
Het programma combineert natuurbescherming met maximale rechtszekerheid voor bedrijven.
De samenwerking tussen Natuurpunt en het Havenbedrijf haalde het natuurbeheer in de haven uit de conflictsfeer.
Afvalspecialist Indaver helpt de rugstreeppad
Petroleumbedrijf ExxonMobil helpt de huiszwaluw Nu huiszwaluwen in gewone huizen steeds minder nestplaatsen vinden, zoeken ze andere oorden op. Enkele jaren geleden streek een kolonie neer op de opslagtanks van raffinaderij ExxonMobil in de Antwerpse haven. “Ze maken nesten achter de opstaande verstevigingsring aan de bovenkant van de tanks”, vertelt
Meervleermuis
milieucoördinator Lutgart Stals. “In overleg met Natuurpunt besloten we de vogels te laten zitten. Op twaalf meter hoogte hinderen ze ons niet, en in de grasveldjes en natuurgebieden rond de opslagtanks vinden ze voldoende insecten om te eten. In het broedseizoen letten we extra op: dan gebruiken we geen
Huiszwaluw
pesticiden en plannen we geen onderhoud van de tanks.”
VOGELS TELLEN Elk jaar in juni komen de mensen van Natuurpunt de zwaluwen tellen. “We begeleiden hen dan op onze terreinen, zodat ze kunnen opmeten hoeveel koppeltjes en hoeveel bewoonde
Slechtvalk
nesten er zijn. Veel hoeven we verder niet te doen: het belangrijkste is dat we de nesten niet weghalen. Als zo’n klein gebaar de overlevingskans van de huiszwaluw kan verhogen, hebben we daar geen problemen mee.”
Moeraswespenorchis
Op haar vestiging in Doel verwerkt afvalspecialist Indaver elk jaar zo’n 1,2 miljoen ton (ongevaarlijk) huishoudelijk en bedrijfsafval. De restanten uit de verbrandingsovens en van externe afvalstromen belanden op een stortplaats op het bedrijfsterrein. Maar toen Indaver onlangs een milieuvergunning aanvroeg om die stortplaats uit te breiden, doken er complicaties op. “In het vergunningsbesluit stond een bijzondere voorwaarde: we moesten op onze terreinen 4 hectare vrijhouden als habitat voor de rugstreeppad. Dat was even schrikken, want die paddensoort was er toen nog niet gesignaleerd”, vertelt milieumanager Chantal Jonkers van Indaver.
Blauwborst
“We hebben wel voldoende vrije ruimte om aan die bijzondere voorwaarde te voldoen, maar we willen de ontwikkeling van onze vestiging op lange termijn niet hypothekeren. Bovendien leek het ons niet zinvol om een geïsoleerd leefgebied voor padden aan te leggen, zonder verbinding met andere habitats. Daarom zochten we een betere oplossing.”
PADDENPOEL Indaver stapte naar Natuurpunt en het Gemeentelijk Havenbedrijf, omdat zij in de haven een groot ecologisch netwerk inrichten. Samen gingen ze op zoek naar een geschikter gebied in de haven. Dat werd de Steenlandpolder, waar het Gemeentelijk
Visdief
Havenbedrijf over grote terreinen beschikt. In het noordelijke deel van de polder wordt nu een zone van 5 hectare ingericht als habitat voor de rugstreeppad. Het Gemeentelijk Havenbedrijf tekende de plannen uit en begeleidde de procedure voor de bouwvergunning. “Sommige delen van het terrein gaan we ophogen, andere worden uitgegraven als poelen voor de padden”, zegt Chantal Jonkers. “Om te weten hoe diep we moeten graven, lieten we het grondwaterpeil al opmeten. De rugstreeppad voelt zich het best in poelen met een zanderige ondergrond, die in de zomer droog komen te staan. Na het broedseizoen van de padden beginnen we eraan.”
Wit bosvogeltje
Indaver is tevreden met het bereikte compromis. “Het grote voordeel is natuurlijk dat we onze site verder kunnen ontwikkelen, zonder plaats vrij te houden voor de rugstreeppad. Als Indaver nog verder wil groeien, hebben we die 4 hectare nodig. Het Havenbedrijf en Natuurpunt zijn op dat vlak waardevolle partners gebleken”, vertelt Chantal Jonkers. “Enig minpuntje aan de samenwerking: eigenlijk kwam ze voor ons net te laat. Nu moesten we in een gevorderd stadium op zoek naar een oplossing. Maar de samenwerking verloopt heel vlot, en ik weet dat er volop wordt gewerkt aan een betere communicatie.”
Rugstreeppad
16
HAVEN
krant
N U M M E R 1 • M A A R T 2015
1
Fijn stof: 4 oplossingen
HAVEN EN STAD WEREN VERVUILENDE AUTO’S
Met een lage-emissiezone wil de stad Antwerpen de luchtkwaliteit en de leefbaarheid vanaf 2016 gevoelig verhogen. Oudere, vervuilende voertuigen worden geweerd uit de binnenstad, in een zone die loopt van de Scheldekaaien tot en met de Singel en op Linkeroever. Ook in de haven komt er mogelijk een gebied waar oude, vervuilende vrachtwagens niet welkom zijn. Schepen die beter scoren dan de wettelijke milieueisen, krijgen een korting op de havenrechten. Verschillende havens in Europa passen dat systeem al toe, en ook Los Angeles en Singapore hebben zich aangesloten. Daarnaast moedigt de haven reders aan om hun schepen op walstroom te laten draaien zolang ze aangemeerd liggen. Zo moeten ze geen vervuilende dieselmotoren laten draaien. De haven doet ook zélf extra inspanningen. De wegen in de haven worden regelmatig schoongeveegd, omdat opwaaiend vuil veel fijn stof in de lucht brengt. En de sleepboten en andere schepen van de haven beantwoorden stuk voor stuk aan de strengste Europese milieunormen.
HAVEN BLIJFT ONDER EUROPESE GRENSWAARDEN
Hoeveel fijn stof zit er in de havenlucht? V
laanderen kampt met een hoge concentratie aan fijn stof. Veel ervan produceren we zelf: door ons huis te verwarmen met een houtkachel, door met de auto te rijden, door het vliegtuig te nemen... Ook in de Antwerpse haven komt heel wat fijn stof vrij. Het goeie nieuws: er wordt iets aan gedaan.
Fijn stof heeft een grote impact op onze gezondheid. Europeanen verliezen gemiddeld één levensjaar door blootstelling aan fijn stof. Het veroorzaakt hartziekten en longaandoeningen zoals acute en chronische bronchitis en astma. En hoe kleiner de stofdeeltjes, hoe dieper ze met de ingeademde lucht doordringen in de luchtwegen en de bloedbaan.
STOF TOT NADENKEN Fijn stof komt van nature voor in de lucht: door de wind die minuscule deeltjes van gebouwen of rotsen afschuurt en door de verdamping van zeewaterdruppels. Maar ook de mens veroorzaakt fijn stof. Met voorop het wegverkeer: roetdeeltjes
in uitlaatgassen, stofresten van remschijven, rubberdeeltjes van banden. In en rond de haven komen daar nog de uitlaatgassen van de scheep- en binnenvaart bij, de op- en overslag van goederen en de verbrandingsprocessen in de industrie.
METEN IS WETEN Adem je in en rond het havengebied gezonde lucht in? Om die vraag te beantwoorden, laat de haven voortdurend de hoeveelheid vervuilende stoffen in de lucht meten. De afgelopen jaren plaatste de Vlaamse Milieu Maatschappij (VMM) op verschillende locaties meettoestellen. Elk toestel meet één of meer luchtvervuilende stoffen die schadelijk zijn voor
de gezondheid. Daarnaast wordt de luchtverontreiniging in het hele havengebied ook berekend met computermodellen.
FRISSE WIND Europa heeft voor alle luchtvervuilende stoffen grenswaarden vastgelegd. Aan die waarden wordt de uitstoot in de haven (en in heel Vlaanderen) getoetst. Op basis van de meetresultaten brengt de VMM de luchtkwaliteit in kaart. Voor fijn stof scoort de haven vrij goed. Elk jaar zijn er uitschieters waarop de uitstoot piekt, vooral op koude en windstille dagen met ‘wintersmog’. Maar de gemiddelde concentratie per jaar blijft wel onder de Europese grenswaarden. Katrien Smet
van de VMM: “Van 2003 tot nu is de uitstoot van fijn stof sterk gedaald. Sinds 2013 komen de waarden in de Antwerpse haven overeen met het Vlaamse gemiddelde.” Sinds 2008 hebben de haven en de stad Antwerpen een gezamenlijk Actieplan Fijn Stof. Dat bevat maatregelen om de hoeveelheid fijn stof en andere vervuilende stoffen in de lucht terug te dringen. In 2014 werd dat actieplan bijgestuurd. Het richt zich nu nog meer op wegvervoer, met de invoering van een lage-emissiezone in de haven en in de binnenstad (zie hiernaast) als opvallendste maatregel.
4
CHEMISCH BEDRIJF INVESTEERT IN SCHONE VOERTUIGEN
In januari 2014 nam de transportafdeling van het chemisch op- en overslagbedrijf ADPO op Linkerscheldeoever tien nieuwe ‘Dual Fuel-trucks’ in gebruik. Die rijden op LNG en op diesel. De nieuwe vrachtwagens verbruiken 25 procent minder brandstof en stoten een kwart minder CO2 en NOx uit. Voor zijn vrachtwagenchauffeurs kocht ADPO tien Fiat Doblo’s die op compressed natural gas (CNG) rijden, aardgas onder druk. Ze stoten zo goed als geen CO2, fijn stof of andere schadelijke stoffen uit, in tegenstelling tot auto’s met klassieke verbrandingsmotoren. De chauffeurs rijden ermee van en naar het werk en kunnen hun vervuilendere trucks zo op het bedrijventerrein van ADPO achterlaten.
17
2
BINNENSCHEPEN TANKEN LNG IN ANTWERPSE HAVEN
Al sinds 2012 kunnen binnenschepen zich in de Antwerpse haven bevoorraden met liquified natural gas (LNG). Die schone brandstof werd tot nog toe door vrachtwagens geleverd. Het Havenbedrijf plant momenteel de bouw van een bunkerstation, waar schepen vanaf 2016 het vloeibaar gemaakte aardgas continu kunnen tanken. In vergelijking met diesel, dat de meeste binnenschepen momenteel gebruiken, is LNG een veel schonere brandstof. De uitlaatgassen bevatten nauwelijks fijn stof en stikstofoxiden. Europa wil het gebruik van LNG stimuleren. Daarom ondersteunt het de bouw van het bunkerstation via het TEN-T-programma van de Europese Commissie, dat een Trans-Europees transportnetwerk wil helpen uitbouwen.
MINDER HOUTKACHELS
3
Houtverbranding is schadelijker dan lang werd gedacht. Dat blijkt uit onderzoek van de Vlaamse Milieu Maatschappij (VMM). Houtverbranding veroorzaakt in de winter zelfs meer fijn stof dan dieselwagens. En aangezien er in de omgeving van de Antwerpse haven heel wat mensen wonen, zorgt dat ook daar voor problemen. In de winter is gemiddeld 10 procent van het fijn stof afkomstig van houtverbranding. In landelijke gebieden, waar veel hout wordt gestookt, loopt dat zelfs op tot 20 procent. In Vlaanderen gelden er daarom standaarden voor nieuwe installaties van houtverbranders en het onderhoud ervan. Een 20-tal gemeenten kan ook een tijdelijk verbod op houtverbranding afkondigen tijdens periodes met smog. Er geldt ook een verbod op houtverbranding in open lucht.
Meer weten? www.duurzamehavenvanantwerpen.be
18
HAVEN
krant
N U M M E R 1 • M A A R T 2015
E
lk jaar stroomt 600.000 ton slib langs de sluizen het havengebied van Antwerpen binnen. Om de vaargeul open te houden, wordt dat slib geruimd. Maar waar moet die massa baggerspecie naartoe? “Via het AMORAS-project verwerken we het slib tot ‘filterkoeken’. Die kunnen we makkelijk opbergen. Op termijn kunnen we die filterkoeken misschien in andere producten zoals bakstenen verwerken”, vertelt projectleider Joris Dockx.
TOT OP DE BODEM UITGEZOCHT
Bouwen we straks huizen met baggerslib uit de Schelde?
De zeeschepen die de Antwerpse haven binnenvaren, worden steeds groter. Wil de haven ook in de toekomst op topniveau blijven meedraaien, dan moet de vaargeul breed en diep genoeg zijn. Daarom laat de Vlaamse overheid, die verantwoordelijk is voor de onderhoudsbaggerwerken in de haven, elk jaar grote hoeveelheden slib weghalen. “Maar omdat de opslagcapaciteit onder water beperkt is, werd beslist om in het havengebied een mechanische ontwateringsinstallatie te bouwen. Die maakt de baggerspecie droger en stapelbaar, zodat ze aan land kan worden opgeborgen. We kunnen ze zelfs in nieuwe producten verwerken”, vertelt projectingenieur Joris Dockx van het Vlaams departement Mobiliteit en Openbare Werken, afdeling Maritieme Toegang.
AMBITIEUZE AMORAS Het ambitieuze project kreeg de naam AMORAS mee: Antwerpse Mechanische Ontwatering, Recyclage en Applicatie van Slib. De bouw en de exploitatie van de installatie werd toegewezen aan SeReAnt, een tijdelijk consortium van de baggerbedrijven Jan De Nul Group en Dredging International en hun milieubedrijven Envisan en DEC. “Via baggerschepen of ‘hoppers’ ruimen we het slib in de haven. Dat wordt gestort in een zogenaamde onderwatercel, een bufferbekken dat speciaal voor AMORAS werd gemaakt. Uit dat bekken halen we later de baggerspecie die we tot vast materiaal willen verwerken”, legt Joris Dockx uit. “Op dat moment bevat het slib nog heel wat zand. Dat halen we er tijdens de eerste fase van het verwerkingsproces uit.”
VLOEREN EN MUREN In een tweede fase wordt de baggerspecie omgezet in ‘filterkoeken’, die minstens 60 procent droge stof bevatten. Dat gebeurt in een immense productiehal met twaalf membraankamer-
Projectingenieur Joris Dockx: “Er is nog werk aan de winkel, maar we zijn op de goeie weg.”
filterpersen. “Die filterkoeken kunnen vervolgens in nieuwe producten worden verwerkt”, zegt Joris Dockx. “Voor het eerste proefproject (V)AMORAS, oftewel de valorisatie van AMORAS, werkten we in 2012 en 2013 samen met kleikorrelproducent Argex en bouwbedrijf Wienerberger. Argex gebruikte onze filterkoeken bij de productie van hun kleikorrels voor vloerisolatie en duurzaam beton, Wienerberger maakte er snelbouwstenen van. In beide toepassingen werd 10 procent van de nodige klei vervangen door filterkoeken.” Voor Argex en Wienerberger was het proefexperiment een gemengd succes (zie p. 20). “Er is nog werk aan de winkel, maar we zijn op de goeie weg”, meent Joris Dockx. “De korrels van Argex werden intussen gebruikt om een werfweg op de AMORAS-site aan te leggen. De snelbouwstenen van Wienerberger werden verwerkt in diverse gebouwen van AMORAS en in het nieuwe Antwerpse Havenhuis. Het procedé heeft dus zijn nut bewezen.”
GROTE PLANNEN Uit het eerste valorisatieproject trok de afdeling Maritieme Toegang belangrijke lessen. Producten waarin filterkoeken worden verwerkt, hebben een grote en stabiele afzetmarkt nodig. Om die afzetmarkt te vergroten, moet het eindproduct van zeer goede kwaliteit zijn. Bovendien moeten valorisatieprojecten financieel haalbaar zijn. “De komende jaren zetten we in op twee nieuwe projecten”, zegt Joris Dockx. “In BINDAMOR bekijken we of we filterkoeken kunnen gebruiken als bindmateriaal, vergelijkbaar met cement. Voor die studie werken we samen met VITO, de KU Leuven en het Deense bedrijf FLS. In HYPERCAKE willen we baggerspecie inzetten als boorvloeistof. Dat concept werken we uit met UGent en Sibelco. Tegen eind 2016 hopen we te weten of praktische toepassingen mogelijk zijn.”
Zo werkt het! De bouw van de Antwerpse ontwateringsinstallatie startte op 1 oktober 2008. Sinds oktober 2011 is de installatie in gebruik. Nog tot september 2026 willen de projectpartners elk jaar 2 miljoen kubieke meter baggerspecie ontwateren: dat komt neer op 500.000 ton herbruikbare droge stof. Daarmee is de Antwerpse ontwateringsinstallatie de grootste in Europa.
1
SLIB WORDT UITGEBAGGERD EN TIJDELIJK OPGESLAGEN IN BUFFERBEKKENS
2
SLIB WORDT OVERGEPOMPT NAAR ONTWATERINGSINSTALLATIE
3
TWEE ROTERENDE ZEVEN HALEN GROF VUIL UIT HET SLIB
4
OOK HET ZAND WORDT AFGESCHEIDEN
19
5
HET RESTERENDE FIJNE SLIB BELANDT IN EEN ‘INDIKVIJVER’
20
HAVEN
krant
N U M M E R 1 • M A A R T 2015
MET DE WAGEN NAAR DE HAVEN: 4 SLIMME ALTERNATIEVEN
Argex: “Financieel (nog) niet voordelig genoeg”
Koning auto duurzaam verkeer:
Voor kleikorrelfabrikant Argex was het inzetten van baggerspecie geen onverdeeld succes. Het bedrijf hoopte 20 procent of meer Boomse klei te vervangen door filterkoeken van baggerspecie. Maar tijdens het productieproces bleek dat aan de strenge eisen qua luchtkwaliteit niet werd voldaan. “Bij een lagere concentratie, tot maximaal 10 procent, haalden we de parameters voor lucht- en productkwaliteit wél”, zegt managing director Johny Bultheel. “Maar bij zulke lage concentraties zijn filterkoeken financieel niet voldoende aantrekkelijk om Boomse klei te vervangen. Voorlopig is het concept voor ons dus niet meteen bruikbaar, maar we blijven het project op de voet volgen.”
21
0-4
Wienerberger: “Duurzaam alternatief voor de toekomst” Baksteenfabrikant Wienerberger zocht in het (V)AMORAS-proefproject een manier om kostbare grondstoffen uit te sparen. “Primaire delfstoffen worden schaars. Daarom zoekt Wienerberger actief mee naar alternatieven”, zegt duurzaamheidsmanager dr. Anita Ory. “Momenteel produceren we onze snelbouwstenen in Rumst met Boomse klei, die wordt ontgonnen in groeves vlak bij ons bedrijf. Dat is historisch zo gegroeid. De filterkoeken van (V)AMORAS, die uit baggerspecie worden gemaakt, leken ons een interessant en duurzaam alternatief.” Wienerberger produceerde een beperkte reeks stenen waarin ontwaterde baggerspecie werd verwerkt. Zo’n 10 procent Boomse klei werd vervangen door filterkoeken. De stenen beantwoordden aan alle kwaliteitseisen, maar voor een toepassing op grote schaal is het nog te vroeg, zegt dr. Anita Ory. “Goedkoper is het sowieso niet, want onze klei wordt vlakbij ontgonnen, terwijl we de filterkoeken eerst moeten transporteren. Er zijn ook wat problemen met schadelijke stoffen die vrijkomen, en de filterkoeken zorgen voor een beperkte druksterkteverlaging in onze eindproducten. Onze aandacht gaat nu eerder naar grondstofstromen die de druksterkte van het bouwmateriaal verhogen. Maar als er voor alle pijnpunten een duidelijke oplossing komt, kunnen we het concept zeker opnieuw testen.”
H
6
HET INGEDIKTE SLIB WORDT AANGERIJKT MET KALK
7
TWAALF FILTERPERSEN DUWEN HET WATER DOOR EEN FILTERDOEK UIT DE SPECIE
8
DROGE FILTERKOEKEN BLIJVEN OVER
et woonwerkverkeer in de haven van Antwerpen kan veel duurzamer. Daar zetten alle betrokkenen op in, bedrijven en werknemers op kop. De voorbije jaren werd al heel wat gerealiseerd: koning auto krijgt nu concurrentie van vier goed bollende alternatieven.
22
1
HAVEN
krant
Met meer dan 900 bedrijven en 60.000 directe banen bepaalt de haven van Antwerpen mee de welvaart van Vlaanderen. In 2014 brak de haven opnieuw een overslagrecord: een schitterende prestatie. Keerzijde van de medaille: driekwart van de werknemers, meer dan 45.000 mensen, neemt dagelijks de auto naar de haven. Dat kan niet blijven duren, beseft ook het Centraal Netwerk, het breed overlegplatform voor de ontwikkeling van het Antwerpse havengebied. Dat streeft naar tien procent minder ‘autosolisten’, pendelaars die alleen in de wagen zitten, tegen 2030.
De Vlaamse overheid werkte samen met het Centraal Netwerk een actieprogramma uit voor mobiliteit in de haven. Een van de krachtlijnen is een groener woon-werkverkeer met fiets, openbaar vervoer en collectief transport. Betere fietsroutes naar de haven moeten fietsen naar het werk makkelijker en veiliger maken. Ook wordt onderzocht hoe het collectieve bedrijfsvervoer kan worden uitgebreid.
DE FIETS
Het meest duurzame alternatief voor de auto is de fiets. Momenteel komt 6 procent van de werknemers op regelmatige basis met de fiets naar de haven. Die naar schatting 3.600 fietsers winnen over de hele lijn: ze staan nooit in de file en kunnen perfect hun reistijd inschatten. Het is ook goed voor de gezondheid, want zelfs met een elektrische fiets werk je aan je conditie. Je hebt weinig onkosten en de vergoeding is fiscaal vrijgesteld tot 0,22 euro per kilometer. Het Gemeentelijk Havenbedrijf biedt de fietskaart ‘Veilig fietsen in de haven’ aan (meer over de kaart op www.portofantwerp.com/duurzaam-woon-werkverkeer). Daarop staan alle veilige fietsverbindingen tussen woonplaats en bedrijf aangegeven. De kaart bevat ook tips voor zichtbaarheid, defensief rijden en kiezen voor een veilige in plaats van de kortste route. “Het beste voorbeeld is het Havenbedrijf zelf”, zegt Eliene Van Aken, adviseur mobiliteit en intermodaliteit bij Alfaport. Dat is sinds januari 2014 het platform van ondernemingen en beroepsverenigingen uit de Antwerpse haven binnen Voka Antwerpen-Waasland. “Het Havenbedrijf kocht bedrijfsfietsen voor 150 medewerkers die minstens de helft van de tijd met de fiets naar het werk komen, inclusief gratis helm en fluovestje. Op ijzeldagen mogen fietsers gratis gebruikmaken
van het openbaar vervoer. Het Havenbedrijf beperkt zich ook niet tot de eigen werknemers: als beheerder investeerde het de voorbije jaren in de aanleg en vernieuwing van fietspaden in het havengebied.” Het Havenbedrijf kreeg in oktober vorig jaar de Praise Award van de European Transport Safety Council voor zijn dagelijkse inspanningen om het woon-werkverkeer van fietsende havenwerknemers veiliger te laten verlopen. Toch blijft heel wat fietspotentieel in de haven onderbenut, vindt de Fietsersbond. “Fietsen in de haven zelf is oké, maar je geraakt niet in de haven”, stelt Stef Leroy, coördinator lokale werking van de Fietsersbond. Dat blijkt uit rapporten van de afdelingen Antwerpen en Beveren. “De grootste barrières voor wie van de Rechterscheldeoever komt, zijn de slecht functionerende liften in de Kennedy- en de voetgangerstunnel: ze werken niet op tijdstippen dat het nodig is. Andere knelpunten zijn de oversteek van de A11 (expresweg E43) en de N70 op de Linkerscheldeoever en die van de A12 vanuit het oosten.” “Wat de infrastructuur in de haven zelf betreft, krijgen we veel meldingen over de gevaarlijke inrichting van bruggen en sluizen voor fietsers. Het meldpunt voor infrastructurele tekortkomingen blijkt ook te weinig bekend.”
2
DE SHUTTLEBUS
Het collectieve (bus)vervoer is in de haven sterk ontwikkeld, met 6.000 gebruikers of 10 procent van de werknemers per dag. Het rittenschema is afgestemd op de werkuren van de deelnemende bedrijven. Werkgevers bieden vaak compenserende maatregelen aan als een bus te laat is of vol zit.
Verschillende instanties organiseren dit soort vervoer. Het project Linkeroeverpendel van MLSO bestaat vijf jaar. Het gaat om een pendelbussysteem dat werknemers naar de Waaslandhaven brengt. Drie busroutes doen bedrijven aan vanuit Merksem, Sint-Niklaas en Zwijndrecht/Beveren, met verschillende opstapplaatsen onderweg. De bussen rijden 7 dagen per week, 365 dagen per jaar, en je wordt afgezet voor de deur van het bedrijf waar je werkt. Al 150 bedrijven nemen deel aan deze shuttlebus, die gerund wordt door Max Mobiel.
De I-BUS of Industriebus is een gratis pendelbus voor personeelsleden van zes grote petrochemische bedrijven: Bayer, Evonik, Ineos, Lanxess, Monsanto en Solvay. Er zijn 39 routes op beide oevers van de Schelde: 27 lijnen voor dagdiensten en 12 voor drieploegenstelsels. Tot slot zijn er nog de initiatieven van individuele bedrijven. Zo zorgen BASF, Total en ExxonMobil voor collectief busvervoer voor hun werknemers.
6.000 mensen gaan elke dag met een shuttelebus naar hun werk in de haven.
3 4 CARPOOLEN
Even efficiënt en bovendien kostenbesparend is carpoolen. Via de online Port of Antwerp-carpooldatabank (www.portofantwerp. carpool.be) vind je snel en eenvoudig een partner, zowel voor een eenmalige rit als voor een langere periode. 5 procent van de werknemers carpoolt regelmatig. Als de werkgever carpooling erkent, is de volledige woon-werkvergoeding fiscaal vrijgesteld. Als je alleen in de auto zit, geldt dat slechts voor de eerste 31,70 euro per maand.
“Sommige werkgevers bieden carpoolers gegarandeerde parkeerplaatsen voor de deur van het bedrijf. Er zijn ook ondernemingen die een thuiskomgarantie geven als je carpoolchauffeur onverwacht wegvalt, ook al is dat niet verplicht”, zegt Eliene Van Aken. Het carpoolportaal is een initiatief van Taxistop en telt momenteel vier leden: GHA, MLSO, Electrabel en rubberproducent Lanxess.
N U M M E R 1 • M A A R T 2015
23
HET OPENBAAR VERVOER
Het klassieke alternatief is het openbaar vervoer, goed voor 1.200 gebruikers of 2 procent van de werknemers in de haven. De Lijn en de NMBS bieden bussen en treinen aan tussen de haven en de omliggende gemeenten. De Lijn speelt een proactieve rol: het maakt afspraken met bedrijven en stelt stelplaatsen ter beschikking. De werkgever is wettelijk verplicht om tussenbeide te komen in een deel van de abonnementskosten (minimum 72 procent in 2014). Het openbaar vervoer is veilig en goedkoop, maar de besparingen van de Vlaamse en federale regering kunnen het in de toekomst duurder maken.
Woon-werkverkeer in de Antwerpse haven De haven van Antwerpen telt 60.000 werknemers. Met de indirecte banen erbij worden dat 145.000 werknemers. De meerderheid werkt op de Rechterscheldeoever; 15.800 werken in de Waaslandhaven.
2% neemt het openbaar vervoer (1.200 werknemers)
5% doet aan carpoolen (3.000 werknemers)
6% neemt de fiets (3.600 werknemers)
2014
76% gaat met de auto naar de haven
10% gebruikt het collectieve busvervoer (6.000 werknemers)
Fietsen: dat kan veiliger Bedrijven zien hun mensen graag met de fiets naar het werk komen. Maar dan wel veiliger dan nu het geval is in het havengebied. Het Havenbedrijf start deze maand met een campagne voor veiliger fietsen.
Samen met de provincie Antwerpen heeft het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen (GHA) een campagne klaargestoomd om fietsers te sensibiliseren. Uit een bevraging in 2013 bleek immers dat fietsen in de haven veel risicovoller is dan andere vormen van vervoer. Dat heeft deels te maken met het profiel van de gemiddelde fietser: die is mannelijk, sportief, met een goede uitrusting (goede fiets, helm en fluovestje) maar fietst ook vrij snel en risicovol. “Met een uitgebreid actieprogramma willen we het aantal ongevallen zonder tegenpartij verminderen”, klinkt het bij GHA. “We hebben een fietskaart samengesteld die de veiligste routes aangeeft en we hebben de werking van het meldpunt voor infrastructuurproblemen verbeterd. We plannen ook aanpassingen aan het wegennet om het comfort en de veiligheid van fietsers te verhogen.” In het havengebied leggen fietsers gemiddeld 13,5 kilometer af voor woon-werkverkeer, tweemaal per dag.
HAVEN
krant
N U M M E R 1 • M A A R T 2015
25
De kogge van Doel heeft 700 jaar ondersteboven onder de grond gelegen
VERGANE GLORIE IN ERE HERSTELD
Medewerkers van het Agentschap Onroerend Erfgoed leggen de planken en spanten van de kogge in containers. Om ze te bewaren moeten ze jarenlang weken in chemische baden.
Middeleeuwse kogge klaar voor restauratie
D
e middeleeuwse kogge die in 2000 in het Deurganckdok werd opgegraven, heeft sindsdien al een hele weg afgelegd. Het unieke schip uit de 14de eeuw is het oudste en best bewaarde exemplaar in Europa en wordt straks eindelijk gerestaureerd. De eindbestemming: een permanente expositie van deze unieke archeologische vondst. Bij de werken aan het Deurganckdok, ten zuiden van Doel, stootte een graafmachine in september 2000 op een bijna 21 meter lange en 7 meter brede kogge. Het houten schip, dat was gezonken in een zijarm van de Schelde, kreeg de naam Kogge van Doel. Onderzoek wees uit dat het gebouwd werd met eikenhouten planken van bomen die in de winter van 1325-’26 in Duitsland werden gekapt. Daarmee is de Kogge van Doel het oudste bewaarde exemplaar van zijn soort: een archeologische topvondst. In de middeleeuwen was de kogge een courant scheepstype, met name op de handelsroutes van de Hanze. Eerder werden in Europa
al een twintigtal resten van koggen teruggevonden, maar het exemplaar in Doel onderscheidde zich door de prima staat waarin het bewaard was gebleven. Dat zou de kogge te danken hebben aan een speling van het lot: het schip lag bijna 700 jaar ondersteboven onder de grond. Twee jaar later werd in hetzelfde dok een tweede, kleinere kogge gevonden, maar die had gewoon rechtop gelegen en was minder goed bewaard gebleven.
EIGEN FACEBOOKPAGINA Na de ontdekking belandde de kogge in een winterslaap die tien jaar zou duren. Het schip
werd gedemonteerd en opgeslagen in 33 speciaal gebouwde containers aan Fort Liefkenshoek in Kallo. Omdat het in stukken gezaagde schip dreigde weg te rotten, maakte de Vlaamse regering in oktober 2009 550.000 euro vrij voor een wetenschappelijke studie om de kogge in ere te herstellen. In juni 2010 startte het agentschap Onroerend Erfgoed met het onderzoek. De kogge werd overgebracht naar het Waterbouwkundig Laboratorium (WL) in Borgerhout. Sindsdien is het schip officieel een archeologisch project. “Het wrak werd vier jaar lang onderzocht door onze wetenschappers”, zegt Viki Kruyniers van het WL. Ze onderwierpen de plan-
De planken van de kogge worden stuk voor stuk ingescand.
ken en spanten aan een scheepsarcheologisch onderzoek en voerden natuurwetenschappelijke analyses rond dendrochronologie en houtdeterminatie uit. Zo achterhaalden ze hoe en waar de kogge werd gebouwd, maar ook hoe het schip werd gebruikt en waar het overal geweest is - het voer tussen Antwerpen en wat nu de Baltische staten zijn. Intussen groeide de populariteit van de kogge: het schip kreeg een eigen blog en zelfs een Facebookpagina.
EVEN GEDULD A.U.B. In juni 2014 verhuisde het middeleeuwse handelsschip opnieuw, nu naar de Suezloods aan de Siberiabrug in Antwerpen. Daar wacht de kogge op haar reconstructie.
“De restanten moeten eerst verder ontzout en geïmpregneerd worden. Dat duurt zes jaar. De eigenlijke reconstructie neemt ook nog eens zes jaar in beslag”, weet Els Hofkens van het agentschap Onroerend Erfgoed. “We zijn dus sowieso nog minstens twaalf jaar verwijderd van een eventuele permanente tentoonstelling, de laatste en belangrijkste halte.” De Vlaamse overheid trok inmiddels al 1.976.000 euro uit voor de kogge. Het merendeel van dat geld, zo’n 1.426.000 euro, gaat naar de conservatie en restauratie.
© Onroerend erfgoed
24
Wie niet tot 2027 wil wachten om de kogge in al haar glorie te bewonderen, kan alvast gaan kijken naar een gedetailleerde 3D-print. Die miniatuurversie van 2 meter bij 70 centimeter is te bewonderen in het Phoenixgebouw aan de Koning Albert II-laan 19 in Brussel. Meer info: www.kogge.be, facebook.com/dekogge, twitter.com/ dekogge
26
HAVEN
krant
N U M M E R 1 • M A A R T 2015
27
VOOR DE MANNEN VAN DE METAAL
“De haven is een paradijs” S
taal versnijden, schepen herstellen, pijpleidingen aan elkaar lassen … Tijdens een bezoek aan de Antwerpse haven kregen de leerlingen uit de richtingen Lassen Constructie en Mechanica van Don Bosco in Sint-PietersWoluwe een unieke kijk achter de schermen. Het bezoek werd georganiseerd door het Havencentrum. “Ik zie me hier later wel als lasser aan de slag gaan.”
“Antwerpen is de grootste staalhaven van Europa. Een ideale bestemming voor een uitstap met de leerlingen van de richtingen Lassen - Constructie en Mechanica.”
Het is 1 december, dag van Sint-Elooi, patroonheilige van de metaalbewerkers. Dat is geen toeval. Leraar en werkplaatsverantwoordelijke Walter Olbrechts van Don Bosco: “Elk jaar organiseer ik op die dag een bedrijfsbezoek voor alle leerlingen uit de richtingen Lassen - Constructie en Mechanica. Vandaag komen we naar het havengebied van Antwerpen, de grootste staalhaven van Europa.” 16 witte helmen en evenveel gele fluohesjes stappen de parking van het Havencentrum in Lillo over en klauteren de bus op. Die loodst de leerlingen vandaag langs alle havenactiviteiten waar metaal aan te pas komt.
DANSEN! DANSEN!
“Wie hier als lasser komt solliciteren, vindt meteen een job”
Maar eerst vraagt gids Jef Van Steenbergen om de kaart van de haven open te slaan. “Mannen, die kronkelende blauwe lijn in het midden, wat is dat volgens jullie? Juist, de Schelde. De Schelde is een getijdenrivier, dat wil zeggen dat het water stijgt bij vloed en daalt bij eb. Het verschil tussen het hoogste en het laagste waterpeil bedraagt maar liefst 5 meter. Dat is enorm, dan zit je al op het dak van een huis. De schepen dansen dus constant op en neer. Maar niet in de dokken, daar is het waterniveau altijd gelijk. Hoe komt dat volgens jullie?” “Door de dammen?”, oppert een leerling bedeesd. “Dankzij de sluizen”, werpt een andere leerling op. “Juist, de sluizen. Dat zijn een soort deuren tussen de Schelde en de dokken. Ik leg jullie straks nog wel uit hoe die sluizen precies werken, maar
nu trekken we eerst de haven in.” De bus rijdt de Scheldelaan op. Opslagtanks, schepen, containers, sluizen, pijpleidingen, wie goed kijkt, ziet hoeveel metaal er nodig is in de haven. “Zie je die opslagtanks daar aan de rechterkant? Die zijn ter plaatse gelast. Ze worden gebruikt om vloeibare chemische producten in op te slaan. Ze zijn verbonden met ondergrondse pijpleidingen om de vloeistoffen van en naar de bedrijven en de vrachtschepen te transporteren. Stel dat zo’n pijpleiding het begeeft, wie bellen ze dan op? Een lasser natuurlijk! Ook als er iets hapert aan een sluis of als een pomp van een olieraffinaderij stukgaat, worden jullie opgetrommeld. De haven is een paradijs voor de mannen van de metaal. Als je een goeie lasser bent, dan kun je hier komen solliciteren en vind je gegarandeerd een job.”
GOED BETAALD “Wordt die job ook goed betaald?” vraagt Valentijn van het zesde jaar Lassen - Constructie. “Jazeker, havenarbeiders krijgen een mooi loon, aangevuld met allerhande premies”, knikt Wim Van Lint, leraar Lassen - Constructie van Don Bosco. “Ik heb vroeger zelf in de haven gewerkt, dus ik weet waarover ik spreek.” De bus rijdt voorbij een olieraffinaderij. “Hier werkt Damien, een oud-leerling van ons”, wijst leraar Walter Olbrechts. “Hij is laskeurder voor keuringsorganisatie AIB-Vinçotte. Hij controleert of het lassen van pijpleidingen correct gebeurt.”
28
HAVEN
krant
KOEKJESDOOS Dan stopt de bus aan het Antwerp Decoil Centre. Onder overdekte loodsen ligt de ene na de andere rol staalplaat. “Dat zijn ‘coils’”, vertelt Jef Van Steenbergen. “Die worden in dit bedrijf versneden volgens de afmetingen die de klant vraagt. Dat gebeurt met een precisie tot 2 mm, bijvoorbeeld om koekjesdozen te maken.” Via een zijdeur en een nauwe gang loodst de gids de leerlingen naar de centrale hal, waar het staal bewerkt wordt. Gids Jef: “Eerst maakt een machine het staal schoon. Dat kan onderweg immers verroest zijn. Dan worden de rollen vlak gemaakt, zodat het staal klaar is om te versnijden.”
FLENSJES De volgende halte is het scheepsherstelbedrijf Bartholomeeusen. “Zie je dat groen-witte gevaarte
met torenhoge roestige pilaren? Dat is een varend eiland van baggerbedrijf Deme. Daarmee installeert het windmolens in de Noordzee. De baggeraar laat de pilaren in het water zakken en maakt ze vast in de zeebodem. Dan kunnen de windmolens als een puzzel ineengezet worden. Af en toe is zo’n varend eiland toe aan onderhoud of reparatie, en dat gebeurt hier.” In de werkplaats van het bedrijf komen de leerlingen van Don Bosco op vertrouwder terrein. “Hoe noemen we deze machine, mannen?”, wijst Jef Van Steenbergen. “Een C&C-brander”, roept een van de leerlingen. “Op school hebben we een soortgelijke machine staan”, vertelt leraar Wim Van Lint. Daarmee leren de leerlingen flenzen maken. Een flens is een platte rand aan het uiteinde van een buis om twee buizen met bouten aan elkaar vast te maken. Yassine, wel-
N U M M E R 1 • M A A R T 2015
ke flens is dat daar?” “De examens komen eraan, zeker”, lacht Yassine en meteen daarna klinkt het: “Een voorlasflens.”
als Yassine zijn nu al zeker van een job na hun studie. Die krijgen ze doorgaans tijdens hun stage aangeboden.”
KNELPUNTBEROEP Yassine zit in het zevende jaar pijpfitten. Wim Van Lint: “In die opleiding leren leerlingen buizen in alle standen aan elkaar lassen. In heel België bieden maar vier of vijf scholen die richting aan. Pijpfitter is een knelpuntberoep. Leerlingen
Wie wordt opgeleid voor een knelpuntberoep als pijpfitter, is nu al zeker van een job na zijn studie.
Rollen staalplaat of ‘coils’ worden versneden met een precisie tot 2 mm, bijvoorbeeld om koekjesdozen te maken.
Dan gaat het naar OCHA, het Opleidingscentrum voor havenarbeiders. Wie in de haven gaat werken, moet eerst een basisopleiding van drie weken volgen. Toekomstige havenarbeiders leren er onder meer hoe ze containers veilig laden en lossen: in een simulator krijgen ze de knepen van het vak van kraanman onder de knie en met een vorkheftruck
29
leren ze paletten stapelen en hoe ze producten als buizen, rollen papier of stalen platen moeten verplaatsen. “Jullie hebben nu al een voorsmaakje van de job als havenarbeider gehad”, zegt Jef Van Steenbergen. “Wie voelt er wel wat voor om hier te komen werken?” Eén leerling steekt vastberaden zijn hand in de lucht. “Dat laden en lossen en zo is niks voor mij. Maar ik zie me hier wel als lasser aan de slag gaan.”
LEER ZELF DE HAVEN KENNEN Een teambuilding, een rondvaart, een blik achter de schermen bij havenbedrijven, een landschapsstudie in het kader van de lessen aardrijkskunde of gewoon een bezoek aan de haven: het Havencentrum in Lillo neemt jaarlijks 50.000 bezoekers op sleeptouw. Scholen, bedrijven en verenigingen kunnen kiezen uit een waaier aan invalshoeken, niveaus en doelgroepen om het havengebied van binnen en van buiten te leren kennen.
Het groen-witte gevaarte is een varend eiland waarmee een baggerbedrijf windmolens installeert in de Noordzee. Het is naar de haven gesleept voor onderhoud.
Kijk voor meer informatie op www.havencentrum.be
Het Havencentrum in cijfers 90
havengidsen nemen bezoekers mee op sleeptouw in de haven
30%
van alle Vlaamse jongeren tussen 12 en 14 jaar ontdekt de haven met de excursie Haven in Landschappen
50.000
bezoekers trekken jaarlijks naar de haven met het Havencentrum
850.000
geïnteresseerden bezochten de haven met het Havencentrum sinds de oprichting in 1988
HAVEN
krant
N U M M E R 1 • M A A R T 2015
31
Fietsen tussen de sluizen
UIT in de haven
30
De haven verkennen kan perfect met de fiets. Kies één van de vier fietsroutes op de populaire routekaart ‘Fietswegwijs in de haven’ en vertrek voor een tocht over bruggen, langs sluizen en door prachtige natuur. Indrukwekkende industrieterreinen en beschermde natuurgebieden wisselen elkaar af. Tijdens de week kan het hier druk zijn, maar op zondag is het heerlijk rustig. De routes variëren van 10 tot 60 kilometer. Je kunt de kaart gratis opvragen bij het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen, downloaden via www.portofantwerp.com/publicaties, of een exemplaar oppikken in het Havenpaviljoen. Een aanrader voor de lente!
Op stap in de haven met de Port of Antwerp App
De haven van Antwerpen, dat zijn sluizen en schepen, maar ook unieke natuur en plekjes die bol staan van de geschiedenis. Genoeg ingrediënten voor een heerlijk dagje uit. Om bezoekers wegwijs te maken in het ruime aanbod, ontwikkelde het Havenbedrijf de Port of Antwerp App. Daarmee kies je zelf je route door de haven, gebaseerd op je eigen voorkeuren.
www.portofantwerp.com De app is onderverdeeld in verschillende categorieën: In de buurt, Moeder Natuur, Lang geleden, Infrastructuur, Uitzichtpunten, Eten & drinken en Ontdek & beleef. Elke categorie geeft interessepunten weer met foto’s en praktische informatie. Je kunt zelf een route samenstellen of kiezen tussen verschillende routes om te voet, met de fiets, met de boot of met de auto af te leggen. De informatie krijgt regelmatig een update. Met de Havenquiz die her en der in de app opduikt, kun je je kennis over de haven testen. de app is gratis beschikbaar in het Nederlands, Frans en Engels in de AppStore (Apple) of via Google Play (Android)
Fort Liefkenshoek kijkt uit over de Waaslandhaven
Fort Liefkenshoek is een militaire vesting uit de 16de eeuw. Het werd gebouwd om de stad Antwerpen en het havengebied te beschermen tegen de Spaanse troepen. In de loop der eeuwen deed het fort dienst als quarantainestation, marinebasis, vakantieoord voor beroepsmilitairen … Nu is de vesting een beschermd monument dat je vrij of met gids kunt bezoeken. In het bezoekerscentrum ontdek je hoe fort Liefkenshoek overstromingen, oorlogen en de oprukkende industrialisering overleefde. In het belevingscentrum maken kinderen en volwassenen via spelletjes en doe-opdrachten kennis met het fort en zijn bewoners. Vanaf de uitkijktoren geniet je van een adembenemend uitzicht over de haven. Heb je een hele dag tijd? Combineer je uitstap naar het fort dan met een geleid bezoek aan de Waaslandhaven. Meer informatie vind je bij de dienst Toerisme van Beveren.
[email protected], 0032 (0)3 750 15 80. Fort Liefkenshoek vind je aan de Ketenislaan 4, Haven 1974, 9130 Kallo.
Met de kinderen naar het MAS
Op de zesde verdieping van het MAS, het Museum aan de Stroom in Antwerpen, vind je de tentoonstelling ‘Wereldhaven’. Je leert er de haven van Antwerpen kennen van bij het begin: een kleine nederzetting die uitgroeide tot een van de grootste internationale kruispunten van de wereld. Unieke scheepsmodellen, filmbeelden, verhalen, oude kaarten en werktuigen tonen de expansie van de haven en vertellen het verhaal van de mensen achter het succes.
Familiedag met gids
Op zondag 19 april 2015 kun je in het MAS terecht voor de familierondleiding ‘Waar water waakt’. (Groot)ouders en (klein)kinderen beleven dan samen de expo ‘Wereldhaven’ onder begeleiding van een gids. Het wordt een bewogen tocht langs de geschiedenis van een van de meest actieve havens ooit! De rondleiding is geschikt voor kinderen vanaf 8 jaar en kost 10 euro. Onder de twaalf jaar betaal je maar 5 euro. www.mas.be
Het Havenpaviljoen
Aan de voet van het MAS staat het Havenpaviljoen. Daar ontdek je in geuren en kleuren hoe de haven werkt. Waarom zijn sommige containers wit? En hoe worden bananen gelost? Het Havenatelier organiseert regelmatig boeiende workshops en spannende vertellingen voor jong en oud. Sinds de opening mocht het Havenpaviljoen al meer dan een kwart miljoen bezoekers verwelkomen. De toegang is gratis. www.portofantwerp.com/havenpaviljoen
24 uur in de haven De haven van Antwerpen is een economische, ecologische en culturele hotspot. Elke dag vind je er *:
156
binnenschepen
39
zeeschepen
250
90
geladen goederentreinen
beschermde dieren plantensoorten (in 650 ha ecologische infrastructuur)
3.500
170
verscheepte auto’s
bezoekers in het MAS Havenpaviljoen
3.600 fietsende pendelaars
60.000 werknemers (in 900 bedrijven)
*Gemiddelde cijfers voor 2013