VME in kleuteronderwijs Verkeersborden David Van Fraechem
Kleuteronderwijs en VME Kleuteronderwijs en VME (verkeersborden): 1. Ontwikkelingsdoelen •
(Departement Onderwijs Vlaanderen)
Ontwikkelingsdoelen WO – Domein Verkeer en Mobiliteit (WO) – – –
6.10: herkennen in hun omgeving plaatsen waar ze veilig kunnen spelen en waar niet. 6.11: beseffen dat het verkeer risico’s inhoudt. 6.12: kunnen als voetganger onder begeleiding elementaire verkeersregels toepassen.
Domein Ruimte: – 6.5 kennen de betekenis van pictogrammen: de pijl, uitgang, toilet, …
•
Ontwikkelingsdoelen Lichamelijke Opvoeding –
Motorische competenties: 1.1 – 1.25
–
Groot-motorische en klein-motorische vaardigheden in gevarieerde – situaties: 1.26 – 1.32 1.33: handelend omgaan met betekenisinhouden: begrijpen van symbolen en hun interpretatie, begrippen.
–
Kleuteronderwijs en VME •
Ontwikkelingsdoelen Nederlands Lezen: – 3.1: de kleuters kunnen aan de hand van visueel materiaal een boodschap herscheppen. – 3.2: kunnen door symbolen voorgestelde boodschappen in verband met concrete activiteiten begrijpen. – 3.3: kunnen op materialen, in boeken, op uithangborden lettertekens onderscheiden van andere tekens
Taalbeschouwing: – 5.4: De kleuters beseffen dat bepaalde symbolen (pictogrammen, lettertekens, …) dienen om boodschappen over te dragen.
•
Leerplannen onderwijsnetten – –
Vb OVSG: 2de fase KO: bij het zien van verkeerstekens kunnen kleuters hun gedrag aanpassen. Daarnaast weinig tot niets over verkeersborden.
Conclusie ontwikkelingsdoelen en leerplannen: Kleuteronderwijs en VME is werken rond de elementaire vaardigheden die je in het verkeer nodig hebt en deze spelenderwijs aanleren (motorisch – cognitief - …).
Kleuteronderwijs en VME 2. Theoretische achtergrond: rekening houden met ontwikkeling kleuters (Marc Boone 2008: Groei- en leerlijnen in de kleuterschool) (Jo Van de Weghe – Lector Kleuteronderwijs KdG Hogeschool)
• • •
Kleuters zijn geen mini-volwassenen! Verkeersborden aanleren of werken rond begrijpen van symbolen en vormen? Jongste kleuters – vierjarigen – oudste kleuters (K1 – K2 – K3)
•
Taalontwikkeling –
Themagebonden streefwoordenschat: • Ruimte, plaats en richting • Kleuren • Afstand, gewicht en inhoud • … • Algemene begrippenlijst: zie bijlage OVER
ROOD
HALFVOL BLAUW
KLEIN
VOOR PLAT
ORANJE LANG
DUN
Kleuteronderwijs en VME • Ruimte en vormen –
K1: exploreren ruimte en vorm • De kinderen ontdekken vormen • Onderscheid hoeken of niet, rollend of niet
–
K2: experimenteren met ruimte en vorm • Eenvoudige vormen rangschikken • Regelmatig ‘dezelfde vorm’ verwoorden
–
K3: gaan constructief om met ruimte en vorm • Leerlingen kunnen vlakke vormen tekenen • De kinderen leren vierkant, driehoek, cirkel, ovaal, rechthoek herkennen en benoemen
Kleuteronderwijs en VME • Beeldtaal en symboolbewustzijn –
Symbool = • Pictogram: enige gelijkenis werkelijkheid • Teken: geen gelijkenis werkelijkheid
–
Symboolbewustzijn kleuter verloopt geleidelijk aan: gebruik in KO adhv aanwezigheidskalender, takenlijst, weerkalender, …
–
De visuele voorstelling volgt de cognitieve ontwikkeling: • K1: Afbeeldingen die dicht aanleunen bij realiteit (foto, tekening, speeltje, …) • K2: Prenten of kleurschetsen die verwijzen naar werkelijkheid • K3: Herkenningstekens (cijfers, letters, symbool)
Kleuteronderwijs en VME 3. Algemene conclusie: leerlijnen (Marc Boone 2008: Groei- en leerlijnen in de kleuterschool)
De vaardigheden die je nodig hebt om verkeer(sborden) te begrijpen en te reageren kunnen al in het KO worden aangeleerd. VME in kleuteronderwijs heeft meestal nog niet met echte verkeer te maken. De vaardigheden die nodig zijn worden spelenderwijs aangeleerd (motorisch, cognitief, neurologisch en zintuiglijk) en men begeeft zich onder begeleiding in het verkeer. Spelenderwijs aanleren kan adhv pré-borden, wenborden, …
•
Algemene tips voor de klaspraktijk – –
Voorzie concrete werkvormen. Spelenderwijs leren. Kleuters moeten vaststellen en inzien. Verkeersborden horen in principe niet thuis in de kleuterschool, op het zebrapad en de stoplichten na (plus eventuele specifieke situatieborden om en bij de school). Leren werken met symbolen/pictogrammen, vorm en taalontwikkeling hoort er wel thuis.
Kleuteronderwijs en VME –
–
– – – –
Basisbegrippen aanbrengen: eenvoudige verkeersregels en symbolen. Vervolgens inzicht aanbrengen dat regels nodig zijn. Tot slot basisvaardigheden zoals reageren op signalen en evenwicht (fietsen). Aspecten van verkeersopvoeding zijn geïntegreerd in dagelijkse activiteiten. Specifieke situaties in de omgeving van de school kunnen worden besproken. Geen angst voor het verkeer inboezemen! Wel risico’s bespreken. Beter: “dit moet”, dan: “dit mag niet”. Gedragspatronen worden ingeoefend tot gewoontehandelingen (bvb gebruik van symbolen uit verkeer). Betrek ouders! Maak afspraken met hen!
Kleuteronderwijs en VME •
Specifiek per leeftijd – leerlijn verkeersopvoeding: borden –
K1: • Vooral reageren op enkelvoudige auditieve en visuele signalen, weinig rond borden en beeldtaal • Rood en groen bord: verschil in kleuren – toegelaten en niet toegelaten • Wat is hoekig en wat niet? Ronde vormen
–
K2: • • • •
–
Leerlingen leren (zelfgemaakte) bordjes begrijpen en erop reageren Kleuren worden toegevoegd (oranje) Vormen kunnen al onderscheiden worden. Voer het aantal vormen op Gebruik simpele afbeeldingen, foto’s (lichte overgang naar teken)
K3: • Pictogrammen en tekens worden gevolgd (vb route vluchtweg school) • Afbeeldingen duidelijk kunnen onderscheiden en aan realiteit linken • Gedrag kan worden gekoppeld aan borden
Kleuteronderwijs en VME •
Specifiek per leeftijd – leerlijn verkeersopvoeding –
Eerste kleuterklas (jongste kleuters):
• Reageren op enkelvoudige auditieve en visuele signalen: start/stop. • Stappen op een streep van de éne naar de andere kant. • Rondwandelen (met of zonder buggy, poppenwagen, …) zonder botsen. • Rood en groen bord: verschil in kleuren – toegelaten en niet toegelaten, start/stop. • Reactiespelen: hoor je de fluit, dan … • Eenvoudige afspraken naleven. Gewoontevorming. • Nabootsingsspel. • Politieagent herkennen in het verkeer. • Waar mogen kleuters spelen en waar niet: speelplaats, straat, thuis, bos, … • Hand geven aan begeleider. • Loopfietsen en –wagens: met beide voeten op de grond voortbewegen. • Remmen is nog eenvoudig.
Kleuteronderwijs en VME –
Tweede kleuterklas (4-jarigen): • Laat kleuters reageren op enkelvoudige auditieve en visuele signalen binnen een afgebakende ruimte: diegenen die zich in de ruimte bevinden moeten reageren, anderen niet. • Stappen naar andere kant van ruimte op een dunne streep. • Zebrapad is oversteekplaats. • Slalommen tussen allerhande materiaal. • Tijdens een uitstap veilig verkeersgedrag verwoorden en bespreken: veilig oversteken over zebrapad, op het voetpad wandelen want geen wagens, … • Politieagent wordt ervaren als helper in het verkeer. • ‘Schipper mag ik overvaren’ en stappersstraatje. • Gemengde situaties (sommigen zijn fietser, anderen voetganger) en elk bevindt zich op eigen terrein. • Veilig/Niet veilig puzzels. • Fietsen: fietsbewegingen met benen maken terwijl ze op rug liggen. • Met loopfietsen ook achterwaarts bewegen. Richting vrij kunnen kiezen. • Leren remmen met de voeten of handen. • Leerlingen leren (zelfgemaakte) bordjes begrijpen en erop reageren. • Kleuren worden toegevoegd (oranje).
Kleuteronderwijs en VME –
Derde kleuterklas (Oudste kleuters): • Kleuters reageren op verschillende auditieve signalen: één keer fluiten is oversteken, twee keer is stoppen, drie keer is naar de dichtstbijzijnde straatkant lopen. Kan ook met loopfietsen. • Rood en groen licht + oranje in oversteeksituatie gebruiken. • Een omloop met pijlen volgen. Pictogrammen en tekens worden gevolgd (vb. route vluchtweg school). • Bewegingsspelen zonder elkaar ter raken met een bal, dribbelend, ballon omhooghouden, … • Houdingen/bevelen van de agent op een getekend kruispunt nabootsen. Kleuters volgen bevelen op. • Politieagent helpt en beschermt, maar controleert en bestraft ook. • Begrippen als straat, voetpad, … worden beheerst. • Foto’s van ongevallen met kinderen bespreken. • Veilig en niet veilig gedrag in echte verkeer bespreken. • Correct oversteken. • Gedrag kan worden gekoppeld aan borden. • Kleuren op kledij zijn veilig: zichtbaarheid. • Fietsen: uitleg waarom je meer plaats nodig hebt als fietser dan als voetganger. Terugtraprem ontdekken. Evenwicht aanleren (step, loopfiets). Beginnen leren fietsen.
Meer info?
Info of achtergrond nodig? Op zoek naar extra materiaal?
David Van Fraechem Vlaamse Stichting Verkeerskunde Louizastraat 40 2800 Mechelen 015/44.61.30
[email protected] www.verkeerskunde.be