Bergerac na het driedaagse muzikale feest La Félibrée. Ook Cyrano, met de beroemde neus, geniet nog na van de kleurige papieren rozen die de hele binnenstad dan opfleuren. 82
GRANDE FRANKRIJK
KLEURRIJK IN DE
DORDOGNEPÉRIGORD
B
ucolische landschappen, machtige kastelen hoog boven rivieren of ingebed in het groene heuvelland, schilderachtige dorpjes en stadjes waar de middeleeuwen nooit van ophouden hebben willen weten. En veel verder terug in de tijd sta je oog in oog met jezelf, in een of andere grot van Lascaux waar een hippe voorvader bizons borstelde tegen een rotswand. Iets eigentijdser gaat het eraan toe in gezellige restaurants waar eendenborst, pâté de foie gras en truffelsausjes tong en smaakpapillen aardig doen trillen. En bovenal bemin Bacchus, god van de wijn, die in de uitgestrekte wijngaarden van Bergerac vrolijk verblijf houdt. TEKST EN FOTOGRAFIE GUY MEUS
GRANDE FRANKRIJK
83
Uitzicht over de lappendeken van daken en de oosterse koepels van de kathedraal, van op de middeleeuwse verdedigingstoren Tour Mataguerre in Périgueux.
84
GRANDE FRANKRIJK
GRANDE FRANKRIJK
85
In de schaduw van de Eglise Saint-Jacques in Bergerac luistert een groepje kinderen, de een al wat meer geboeid dan de ander, naar het spannende verhaal van de langneuzige Cyrano en zijn mooie Roxane.
Bergerac, met of zonder Cyrano Wat is hier gaande, vragen we ons af, als we van aan de Vieux Port aan de brede Dordogne door een steile steeg naar boven lopen. De hele binnenstad is versierd met papieren roosjes in sprankelende kleuren. Maar we zijn enkele dagen te laat, zo blijkt, voor La Félibrée, het jaarlijkse feest van het Occitaanse volk, dat telkens op de eerste zondag van juli in een andere stad van de Périgord gevierd wordt. Drie volle dagen waarin talrijke muziekgroepen, de nazaten van de Zuid-Franse troubadours, met hun traditionele instrumenten de Occitaanse ziel in vuur en vlam zetten. Op het plein rond de Eglise Saint-Jacques is het vroeg op de dag nog erg stil. De kleurrijke vakwerkhuizen en herenwoningen met knappe renaissancegevels baden in het zachte, oranje-gele licht van de eerste zonnestralen. Op een bankje bij een beeld van de beroemde Cyrano de Bergerac luistert een groepje schoolkinderen naar het spannende verhaal van het langneuzige Franse cultuuricoon en zijn mooie Roxane. Dat Cyrano wellicht niks met Bergerac te maken heeft, horen ze hier om commerciële redenen niet zo graag. We lopen verder langs ‘hôtels particuliers’ met fraai gebeeldhouwde gevels, zoals het zeventiende-eeuwse Maison Peyrarède (nu tabaksmuseum), en herenwoningen in honinggele steen. Het zijn de historische getuigen van de rijkdom van de stad in vele vorige eeuwen toen de haven gonsde van economische activiteit. Nog tot het begin van de twintigste eeuw was het stadje zowat de thuishaven van de ‘bâteliers’ of binnenschippers. Met hun zwaarbeladen ‘gabares’ (platte boten) transporteerden ze wijn, wijnvaten, leer en huiden over de Dordogne stroomafwaarts naar Bordeaux. Daar losten ze hun vracht en brachten specerijen, rijst, zout en koloniale waren mee terug naar het binnen86
GRANDE FRANKRIJK
land, die in Bergerac en Beaulieu verder stroomopwaarts verhandeld werden. We passeren nog even het middeleeuwse klooster van de recoletten, nu het Maison des Vins de Bergerac, waar het op het binnenplein bij de oude kloostergang aangenaam verpozen is.
Toeren door de wijnvelden En dan is het tijd voor Franck, en nog wel in een leuke Rover cabriolet, pure vintage. De man is niet alleen gefascineerd door oldtimers, maar ook door de geschiedenis van zijn streek, het oude Gascogne of Guyenne, dat ooit Engels was en pas na het beëindigen van de Honderdjarige Oorlog in 1453 bij de Franse kroon ingelijfd werd. Ook in de zestiende eeuw, tijdens de godsdienstoorlogen tussen katholieken en protestanten (hugenoten), was dit gebied het strijdtoneel en wisselden steden en gebieden van kamp, afhankelijk van de macht van de plaatselijke ‘baronnen’ en de coalities die ze vormden. Bergerac bijvoorbeeld was een bolwerk van de katholieken, terwijl even verderop in Sarlat of Périgueux dan weer de protestanten de lakens uitdeelden. De versterkte kastelen en dorpen met vestingmuren herinneren nog aan die tijd. Na het geschiedenislesje brommen we Rovergewijs door de uitgestrekte wijnvelden, langs bossen, malse weiden en schilderachtige zonnebloemvelden. We houden even halt bij het kasteel van Bridoire, dat na jaren restauratie recent weer is opengesteld voor het publiek, voor een wandeling rond het prachtige renaissancekasteel van Montbazillac, bekend van de wijn. Maar ‘the best is yet to come’ en dat is Issigeac, ‘un vrai secret caché’. Het dorp met zijn middeleeuwse stegen, poorten, doorgangetjes en oeroude vakwerkhuizen is een waar plaatje.
Vakwerkhuizen in honinggele steen, stille getuigen van een historische bedrijvigheid.
Sarlat-la-Canéda: parel van de Périgord Onderweg vanuit Cadouin worden we voortdurend afgeleid door de lieflijke landschappen en idyllische dorpjes in de vallei van de Dordogne. Even buiten Beynac met zijn stoere kasteel op de heuveltop nemen we afscheid van de rivier en rijden we Sarlat binnen. Het is hier over de koppen lopen in de zomer en we begrijpen meteen waarom. De ene knap gerestaureerde patriciërswoning verdringt de andere en de keurig gedekte tafeltjes van de restaurants onder arcaden of op gezellige hofjes zorgen voor een lekker vakantiesfeertje. Tot halverwege de jaren 1960 was het hier evenwel een treurige bedoening en was er geen flikker te doen. Gelukkig werd André Malreaux, een streekgenoot, minister van Cultuur en wist hij een flink pak subsidies los te weken om het oude Sarlat weer min of meer zijn oude glans terug te geven. Sarlat werd een modelproject dat andere steden moest inspireren. Want roem en glans had ze ooit gehad, deze historische stad, die al in de vroege middeleeuwen vanwege lucratieve handelsactiviteiten welvarend geworden was. De benedictijnen hadden er een klooster gesticht, de stad werd helemaal omwald, de kloosterkerk werd in de veertiende eeuw een kathedraal en bisschopszetel en steenrijke handelaars lieten er hun schitterende paleizen bouwen. Na de middeleeuwen verzeilde Sarlat in een doornroosjesslaap en leidde het driehonderd jaar een sluimerend bestaan. De meeste van die eertijds prachtige gebouwen raakten in verval of werden regelrechte ruïnes. Laat dat nu net het geluk geweest zijn van deze stad. Dankzij de wet op de monumentenzorg werden met de grootste zorg de meest waardevolle gebouwen gerestaureerd. Met gids Anne lopen we achter de Saint-Sacerdos-kathedraal naar de Jardin des Enfeus, een ›
GRANDE-TIPS OVERNACHTEN Bergerac L’Ostal de Pombonne, Rue du Bourg de Pombonne 19. Maison d’hôtes (B&B) in een tweehonderd jaar oude mooi gerestaureerde boerderij. Supervriendelijke ontvangst, comfortabele kamer, rustige omgeving, mooi buitenterras waar gedineerd en ontbeten wordt. Ook table d’hôtes: verzorgd diner (drie gangen) en een goede fles wijn. Uitgebreid en smakelijk ontbijt met zelfgemaakte ‘confitures’ en cake. www.ostaldepombonne.fr Le Buisson de Caduin Chambres d’hôtes Un Ange Passe, Rue la Boëtie 22. Mooie en rustig gelegen boerderij in een gehucht van Caduin. Prachtige, ruime kamer met alle moderne comfort. Sober ontbijt (geen kaas of ham), maar met lekker zelfgebakken brood en huisgemaakte ‘confitures’. Vriendelijke gastvrouw. www.un-angepasse.com Périgueux Hôtel Les Barris, Rue Pierre Magne. Verouderd hotel, gaten in de trap, te kleine oncomfortabele kamers, ongeschikt tenzij het ondertussen vernieuwd werd. Het restaurant met een mooi zicht op de kathedraal en rivier is gesloten (kok gezocht!). Sober ontbijt. www.hoteldesbarris.com Brantôme Hôtel-restaurant Le Coligny, Place Charles De Gaulle 8. Ruime, pas gerenoveerde, comfortabele kamer met alle moderne comfort. Mooi buitenterras aan de overkant van het hotel met zicht op het water en de tegenoverliggende schilderachtige huizen. Ruime kaart met streekgerechten. Goede prijs-kwaliteitverhouding. Tel. +33 (0)5 53 05 71 42
GRANDE FRANKRIJK
87
Nog tot het begin van de twintigste eeuw was de brede Dordogne een belangrijke verkeersader van en naar Bordeaux.
middeleeuws kerkhof met sarcofagen in nissen, en de Lanterne des Morts, een mysterieuze toren met koepel. Bij het huis met de salamander – het symbool van Sarlat – gaat het weer naar beneden en dan staan we voor de voormalige Eglise Sainte-Marie, waar sterarchitect Jean Nouvel, ook kind van de streek, met een monumentale stalen poort van 30 ton en een lift naar de toren zijn eigenzinnige visie op stadsvernieuwing architecturaal verwoord heeft. Even verderop wacht het volgende pareltje: het Hôtel de Boétie, het geboortehuis van Etienne, een briljante geest uit de zestiende eeuw die erg libertaire geschriften pleegde en bevriend was met de filosoof Montaigne. Alles ademt geschiedenis. Heerlijk moet het zijn om ’s avonds, bij het zachte schijnsel van gaslantaarns, rond te dolen door dit labyrint van kronkelige straatjes te midden van torentjes, oude stadspoorten en eeuwenoude herenhuizen…
Maak kennis met de cro-magnonmens Les-Eyzies-de-Tayac in de vallei van de Vézère bereik je vanuit Sarlat in een goed half uur, maar bij aankomst ben je 200.000 jaar ouder. Een verre voorouder, de zogenaamde cro-magnonmens, kwam een tijdje geleden op het idee om zich hier in deze vallei te vestigen. Ongelijk kon je hem niet geven, want het is een vallei met indrukwekkende grijswitte rotspieken die door de beboste flanken piepen en pastorale landschappen langs de oevers. De troeven had onze homo sapiens ook al snel in het snuitje. Waar hij vandaan kwam, is niet zo duidelijk, maar de uitstekende klimatologische omstandigheden, de aanwezigheid van water, redelijk comfortabele schuilplaatsen onder overhangende › 88
GRANDE FRANKRIJK
GRANDE-TIPS ETEN EN DRINKEN Sarlat Restaurant Le Présidial, Rue Landry 6. Prachtig gelegen historisch pand met groot buitenterras in tuin. Uitgebreide kaart met tal van regionale gerechten en een grote keuze wijnen. Topkeuken, redelijk prijzig en vriendelijke service. Tel. +33 (0)5 53 28 92 47 (reserveren). Périgueux Comme à la Maison, Place Saint-Silain 8. Gezellig restaurant met terras op een heel druk plein vol restaurants. Jachtige, ietwat nonchalante bediening, maar mooie kaart en schappelijke prijzen. Tel. +33 (0)5 53 02 92 99.
De ene knap gerestaureerde patriciërswoning verdringt de andere. Alles ademt rijkdom en geschiedenis. GRANDE FRANKRIJK
89
We zijn hier wel degelijk in de Franse regio Périgord, hoewel de Byzantijnse koepels van de Eglise de Saint-Front eerder doen denken aan Istanboel.
rotsen (‘abris’ genoemd) en donkere holen maakten deze landstrook over een lengte van 30 kilometer uitermate geschikt voor huisvesting. Bovendien was het uitzicht over de rivier op de heuvels verderop niet alleen vanuit toeristisch standpunt mooi meegenomen, het bood ook ‘culinaire’ mogelijkheden. Bizons, beren, edelherten en ander wandelend lekkers konden maar beter op hun tellen passen. In het bijzonder knap gedesignde Musée de la Préhistoire in Les Eyzies kom je zowat alles te weten over onze lieve voorouders, de toevallige ontdekking in 1868 van een schedel van een cro-magnonmens door een mijnwerker, de eerste opgravingen en de boeiende geschiedenis van deze streek die barst van de prehistorische sites. Een must is de wandeling vanaf het museum over de Chemins de la Préhistoire, onder de spectaculair overhangende rotsen en langs de rotswoningen die door erosie in het gebergte gevormd werden. Hier, in die kilometerslange schuil- en verblijfplaatsen onder de rotsen, was het dat onze prehistorische neven en nichten 400.000 jaar geleden al eens een forelletje bakten, van een bizonbilletje – saignant graag – smikkelden, rotstekeningen maakten en bij een vuurtje gezellig debatteerden over de familie als ‘hoeksteen’ van de maatschappij.
Périgueux, bladeren door een geschiedenisboek Het is even vreemd opkijken als je vanuit de vallei de hoofdstad van de Périgord binnenrijdt. Een indrukwekkende kerk op een heuveltop met Byzantijnse koepels had je eerder in Istanboel verwacht. Het is de Eglise de SaintFront, genoemd naar de populaire apostel van de Périgord 90
GRANDE FRANKRIJK
wiens relieken hier al van in de vroege middeleeuwen vereerd werden. De kerk uit de elfde eeuw is gegroeid uit een oude abdij in het middeleeuwse gedeelte van de stad, en was een etappeplaats op de bedevaartsweg naar Santiago de Compostela vanuit Le Puy. Later vernemen we dat die koepels er pas in de negentiende eeuw opgezet werden. Heel in de verte rijst nog een Byzantijns aandoende kerk. Die staat in de Cité, de oudste kern van de stad. Op weg ernaartoe zien we nog enkele resten van vestingmuren en ook de ruïne van een Gallo-Romeinse tempel die gewijd was aan de Gallische godin Vesuna. De Romeinen noemden die Galliërs Petricorii. ‘Petri’ zou vier betekenen en ‘corii’ stam of leger; de stap naar de Périgord en Périgueux is snel gezet. De Romeinen noemden de stad ook Vesunna en zagen in haar het kleine zusje van Rome. Van het amfitheater, te vergelijken met dat van Arles of Nîmes, is niks meer overgebleven, maar van hun verblijf in Vesunna en hun verfijnde ‘art de vivre’ wel. Daarvoor moet je – een must – naar het schitterende Musée Vesunna, dat recent van Jean Nouvel een enig mooie inkleding kreeg. Een mooi uitzicht op de lappendeken van daken, de oosters aandoende koepels van de kathedraal en het riviertje Isle heb je boven op de Tour Mataguerre, een van de 28 verdedigingstorens die de stad in de middeleeuwen rijk was, naast twaalf stadspoorten. We lopen de steile straatjes geplaveid met ronde rivierkeitjes op, door poorten en onder gewelfde stegen, passeren de eertijdse woonwijken van klompenmakers en smeden en bereiken al vlug de hogergelegen wijk rond Puy Saint Front, het oude en verkeersvrije historische centrum. Hier liggen de architecturale pareltjes ›
GRANDE-TIPS ZEKER DOEN Périgueux: Musée Gallo-Romain Vésunna. Schitterend gelegen in het Parc de Vésone in het hart van de Cité. Een prachtig gebouw van de hand van Jean Nouvel, die op de resten van een Romeinse villa uit de eerste eeuw na Christus dit museum ontwierp. Uitgebreide collectie, luchtig verspreid over twee verdiepingen en gegroepeerd rond twee grote thema’s: het openbare leven in de stad en het privéleven van een nobele familie. www.vesunna.fr Bergerac: Maison des Vins de Bergerac, aan de Quai Salvette. Een kennismaking met het eindproduct van de 144 wijnbouwers van de Bergerac die vier wijntypes en dertien ‘appellations’ aanbieden, waaronder de Pécharmant, de Montravel en de twee likeurwijnen Montbazillac en Soussignac. Mooie gewelfde kelders waar de A.O.C.’s gedegusteerd kunnen worden. Bezoek zeker de mooi gedesignde shop, waar je interessante wijnassortimenten kunt kopen. www.vins-bergerac.fr Ribagnac: Château de Bridoire. Middeleeuws kasteel met torens en transen dat in 2012 geopend werd voor het publiek. Je kunt er wandelen door verschillende zalen met gerestaureerd meubilair uit het kasteelbezit. Prachtige wenteltrap uit de vijftiende eeuw. www.chateaudebridoire.com Conne de Labarde: Wijndomein Les Verdots. Na een korte rondleiding in de oude kelders die in de rotsen uitgehouwen zijn, is er een uitvoerige degustatie van het hele gamma A.O.C.-wijnen, ook de likeurwijnen, die van dit domein afkomstig zijn. De ‘casse-croute vigneron’ (stevige wijnbouwerslunch) met bloed- en varkensworst in plakjes, rillette, ‘grattons de canard’, geitenkaas (‘chèvre de tomme’) is degelijke kost. www.vin-verdots-bergerac.com Les Eyzies-de-Taillac in de vallei van de Vézère: Musée National de Préhistoire. Hypermodern en knap ingericht museum waar onze voorgeschiedenis helder, fris en bevattelijk aan de hand van maquettes, voorstellingen, videofilms en moderne museale technieken gepresenteerd wordt. Na het museumbezoek is de korte wandeling over de wegen van de prehistorie, het Circuit de la Micoque, onder de rotsen en langs de grotwoningen een unieke belevenis. www.musee-prehistoire-eyzies.fr Montbazillac: Château de Montbazillac. Prachtig gelegen kasteel uit de zestiende eeuw en eigendom van de wijnbouwerscoöperatie van Montbazillac. Hier komt de bekende likeurwijn (‘vin doux’) vandaan die je uiteraard kunt degusteren in de shop bij de ingang. Van op de heuvel heb je een schitterend zicht op het stadje Bergerac en de omringende wijnvelden. Het kasteel is toegankelijk. www.chateau-monbazillac.com
GRANDE FRANKRIJK
91
Mooi bebloemde huisjes, charmante bruggen, kano’s op de Dronne, een enorm abdijcomplex... Brantôme heeft stijl.
het historische centrum, waar het op de terrassen van cafés voor het rapen. De schitterende ‘maisons patriciennes’ veren restaurants zowel ’s middags als ’s avonds barst van een dringen elkaar, sommige in flamboyante gotiek, andere met aanstekelijke joie de vivre. onvervalste renaissancesignatuur. Hier en daar kunnen we, dankzij de sleutelbos van de gids, een kijkje nemen in een prachtige trappenzaal. Hier woonde ooit een rijke banketBrantôme, een eilandje in het groen bakker, daar een nog rijkere textielhandelaar want zijn huis “Dagelijks tafereeltje hier”, lacht Fabrice, met wie we op telt nog een torentje meer of heeft een achthoekige toren, een bruggetje bij de abdij van Brantôme naar twee stunhet teken van nog grotere rijkdom. telende kanovaarders kijken op het riviertje Dronne. Het Ook in Périgueux zorgden de godsdienstoorlogen voor verflutterige duikje van de dam in het water lukt hen niet en woesting en ellende. halverwege blijven De belastingdruk ze steken. Maar het die de ‘consuls’ of heeft wel wat, die bestuurders aan de kano’s, de mooi belandbevolking opbloemde huisjes langs legden, werd almaar het water, de brugzwaarder en deed getjes, het zicht op de de boerenbevolking vele drukbezette terin de streek naar rassen… Inderdaad, de wapens grijpen. het epitheton ‘VeneDie strijd, bekend tië van de Périgord’ als ‘les Révoltes des is nog niet zo slecht Croquants’, werd gekozen. En dan is er ook weer bloedig natuurlijk dat enorme onderdrukt. Pas abdijcomplex met in de negentiende kerk en losstaande Het Laatste Oordeel in bas-reliëf op een rotswand: ronduit fascinerend. eeuw kwam de stad klokkentoren dat zich er weer bovenop tegen de achterligen kreeg ze presgende rotswanden tigieuze, brede boulevards in de bekende Hausmann-stijl. aanschurkt. We zetten koers naar de fascinerende grotMaar het hart van de stad voelen we het hardst kloppen in woningen of de resten van een troglodietenverblijfplaats › 92
GRANDE FRANKRIJK
Heerlijk verpozen op een terrasje in het idyllische groen van Brantôme.
waar zich de eerste benedictijnermonniken in de achtste eeuw gevestigd hadden. In de negende eeuw werd op verzoek van Karel de Grote de eerste abdij gebouwd, die in de volgende eeuwen almaar verbouwd en vernieuwd werd. Na de Franse Revolutie verlieten de monniken hun klooster. Ronduit fascinerend is de zaal in de rotswand met een enorm groot bas-reliëf uit de vijftiende eeuw waarop het Laatste Oordeel wordt afgebeeld. Bij de bron van Sint-Sicaire, een plaatselijke heilige wiens relieken in de kerk bewaard worden, krijgen we enige biografische toelichting over deze vroegchristelijke apostel. Dames die niet zwanger raakten, zochten hun heil bij deze Sicaire, die volgens de legende weleens ‘een onnozel kind’ geweest kon zijn dat was kunnen ontsnappen toen de wrede Herodes in Bethlehem 26 onschuldige kindjes liet vermoorden. Daar denkt de kat van Andy en Sonia van het decorwinkeltje tegenover de Bar du Marché zo het hare over. Ze ligt onverstoorbaar op een tafeltje in de volle zon en kijkt zelfs niet op als de huispoedel een plaagsessie inzet. Heel wat voorbijgangers maken een praatje met de hoogbejaarde Sonia, een soort Greta Garbo-achtige verschijning op gouden hakken en met sigarettenpijpje in de mond. In de bar aan de overkant worden Pelforths en panachés aangesleept en het babbelcircuit van Brantôme komt aardig op dreef. “Où vas-tu comme ça, mon petit gars”, horen we Sonia vragen aan een voorbijganger, een soort verlepte bokser in ‘marcelleke’, waarop die doodgemoedereerd antwoordt: “Eh ben, ma mignonne, je weet toch dat ik alleen maar kan pitten in mijn eigen Hilton!” 94
GRANDE FRANKRIJK
Dordogne PRAKTISCH Situering Bij heel wat mensen, vooral Engelsen en Nederlanders, is de naam Dordogne beter bekend dan de naam Périgord, een oude provincie zoals de naburige Quercy of Limousin. Het departement Dordogne, gecreëerd na de Franse Revolutie en genoemd naar de voornaamste rivier van het departement, is een van de vijf departementen van de grote regio Aquitaine in het zuidwesten van Frankrijk met Bordeaux als hoofdstad. De Périgord, het gebied rond de rivier Dordogne, wordt ietwat kunstmatig ingedeeld in vier toeristische deelgebieden, genoemd naar de kenmerkende kleur van het gebied. Zo spreken ze over de Périgord Vert, Blanc, Pourpre en Noir, die respectievelijk verwijzen naar de groene natuur in het noorden, de grijswitte kalkrotsen in het midden, de paars verkleurende wijnranken rond Bergerac en de donkere bossen (en misschien wel de donkere tijden van de prehistorie) in het zuidoosten. Erheen Vanuit Charleroi/Brussels-South naar Aeroport Bergerac Dordogne Périgord in 1u15. www.ryanair.com. Vandaar met een huurauto van Europcar. Met dank aan Toerisme Dordogne Périgord, www.dordogne-perigord-tourisme.fr Franse Nationale Dienst voor Toerisme Atout France/Brussel, www.rendezvousenfrance.com