Dordogne
TOUJOURS
34 |
Dordogne dordogne
Dordogne
De dordogne, Is dat niet de streek waar Nederlanders naartoe trokken in de jaren zeventig? Naar de grotten van Lascaux, de middeleeuwse schoonheid van Sarlat en de stoere kastelen. Terug naar het Frankrijk van de eerste vakantiereis. Noblesse oblige. Tekst: Anne Wesseling | Fotografie: Paul Tolenaar
De Place Pélissière in Bergerac is een plek qui vit énormément, zoals ze hier in Frankrijk zeggen. Mensen op terrasjes, obers die rondlopen, toeristen die wat lekkers halen bij de crêperie of de ijsjeswinkel. En levendig was het hier altíjd al: in de middeleeuwse vakwerkhuizen om de hoek woonden de mensen van de gabarres, de schepen die na een lange tocht over de Dordogne op de Quai Salvette het hout losten waarvan de vaten voor de Bergerac-wijnen werden gemaakt. ‘Un Ricard, s’il vous plaît!’
cyrano de bergerac Als je een liefdesverklaring zou willen schrijven aan Frankrijk, in de geest van toneelheld Cyrano de Bergerac wiens standbeeld verderop staat, begin dan hier, op dit pleintje, in deze stad, in deze streek, de Dordogne, of bij de oude naam: de Périgord. Is dit niet de streek waar Nederlanders als eerste naar toe trokken, in de jaren zeventig? Voor veel van mijn leeftijdgenoten was dit het Frankrijk van de eerste vakantiereis. Helemaal naar het buitenland! We bouwden hutten, stapelden dijkjes van stenen in de rivieren en hielden in de grotten netjes de plas op tijdens de uitleg in het Frans. Zo kwamen er meer vakanties in Frankrijk. Eenmaal volwassen gingen we – tenzij onze ouders intussen een huisje à la campagne hadden – het liefst naar ándere oorden op reis. ‘Maar Frankrijk, hè’, zei een vriendin laatst, alsof ze iets heel bijzonders had ontdekt. ‘Dat is eigenlijk een geweldig vakantieland! Redelijk dichtbij, veel leuke dingen voor de kinderen, lekker eten en zulke afwisselende landschappen. En die grotten!’ Daarom zijn we hier, om dat te herontdekken. Vanuit Bergerac rijden we dwars tussen de wijngaarden door naar het Château des Vigiers, de rijke-mensen-
Foto´s pagina 34/35: Kasteel Castelnaud; stilleven op het terras van Maison de Marquay, een charmante B&B nabij Sarlat; de zaterdagmarkt in Périgueux; prehistorische schilderingen in de grot van Lascaux II.
36 |
variant van het ‘huisje in Frankrijk’: een Zweedse industrieel werd verliefd op een château-à-renover, liet het opknappen, restaurants erbij, golfbanen. Vanuit je kamer kijk je uit over de wijngaarden. In het licht van de ondergaande zon. Pláátje! We zijn hier trouwens in de Périgord Pourpre – elke streek in de Dordogne-Périgord heeft zijn eigen kleur en rond Bergerac verkleuren in de herfst de wijnbladeren. Vandaar: paars.
ansichtkaartendorp Maar eerst een stukje geschiedenis. Daarvoor rijden we de volgende ochtend naar de hoofdstad Périgueux. De stad is deels gegroeid rond een kerk met de tombe van de lokale heilige Saint Front. Die dankte zijn status er mede aan dat hij mensen met geheugenverlies hun herinneringen teruggaf, dus dat komt goed uit. Gids Sarah neemt ons mee de oude verdedigingstoren op en vertelt, met uitzicht over 16de-eeuwse daken, over de oude stam van de Pétrocores, die zich hier als eerste vestigden. ‘De Romeinen herdoopten de stad Vesunna, maar in de tijd van Karel de Grote werd Pétrocores in het dialect van die tijd langzaamaan Périgord.’ Dat is de naam die bleef hangen, ook toen het departement na de Franse revolutie de naam ‘Dordogne’ kreeg. Het is zaterdagochtend en markt in Périgueux. We ontmoeten een Nederlandse kaasmaakster en maken een praatje met een man met een indrukwekkende Dalí-snor. ‘Op zaterdagochtend en woensdagochtend is het hier in Périgueux het gezelligst, vanwege de markt! Mijn snor was trouwens vroeger nog langer, wilt u foto’s zien? Hier, ik heb ze op mijn telefoon!’ Als je Périgueux uitrijdt, naar het noorden, kom je door de Périgord Blanc, zo genoemd vanwege de witte kalksteen waarvan ze hier huizen en abdijen bouwen. Een slordige 25 kilometer boven Périgueux ligt Brantôme, een stadje dat er vanuit de lucht uitziet als een hart (ze verkopen de foto als ansichtkaart) omgeven door zacht kabbelend water met bruggen er over. Bij een glasblazerij onder de overhangende rotsen bij de abdij staat een grote bak met glazen knikkers, in allerlei kleuren. Een briefje
Bergerac: bloemen, een terras en Cyrano. Alles is er.
Markt in Périgueux...
...dat zit wel snor.
Brantôme: een pláátje!
Musée de la Médecine in Hautefort.
Dordogne
Floralie
op de muur spoort aan iets te kopen, ‘al is het iets kleins’, want de glasblazers hebben het zwaar. Met alle plezier, want wat zijn knikkers toch eigenlijk mooi! Er zitten zacht beige knikkers tussen, waar groene, bruine en oranje strepen overheen lopen, als rivieren over de aarde.
In Saint-Jean-de-Côle, een van de mooiste dorpen van Frankrijk, wordt in mei de Floralie gehouden. Het centrum van dit toch al prachtige dorp is dan een weekend lang het decor van een bloemententoonstelling en plantenmarkt. www.floralies-saintjean.fr
bastaard-barones
Gouffre de Proumeyssac.
Kasteel Hautefort heeft un jardin style français.
Het kasteel van Hautefort herrees, na een verwoestende brand in 1968, als een feniks uit de as.
Overigens zijn de termen ‘paarse’ en ‘witte’ Périgord in de jaren tachtig gewoon bedacht door de toerismedienst, om duidelijk te maken dat er hier verschillende gebieden waren, waarvoor je toch minstens vier vakanties nodig had om ze allemaal te leren kennen. Van oudsher waren er maar twee benamingen voor deze regio: de Périgord Vert, in het noorden, en de Périgord Noir in het zuidoosten. Groen en zwart – ze dankten hun naam allebei aan de bossen. Die zijn in het noorden lieflijk groen en in het zuidoosten donker en geheimzinnig. Niet dat iemand wakker ligt van die kleuren. ‘Ach, het luistert allemaal niet zo nauw’, relativeert Jean-Ives, die met zijn vrouw La Manoir d’elles runt, in de buurt van het middeleeuwse dorp
Maar noblesse oblige, dacht Barones de Bastard ferm. Ze liet het kasteel herbouwen, stroopte de zolders van de familieleden af voor antiek huisraad en portretschilderijen, richtte alles opnieuw in en stelde het kasteel weer open voor publiek. Op een foto staat ze achter de Britse Koningin Elizabeth, die op het bordes van Hautefort onkreukbaar haar handtas omklemt. De barones staat erbij alsof ze zich zojuist heeft voorgesteld als ‘de Bastaardbarones’ en weet dat de Queen stiekem de slappe lach heeft. Het kasteel is op en top chic. Er liggen
‘verwonderd kijken we naar het calciet dat van de wanden druipt als de lamellen van een prehistorisch zeemonster.’ Saint-Jean-de-Côle. Wat hen in deze regio trok? ‘De huizen! Die zijn robuust, je kúnt er wat mee.’ Wat heet, het zaagsel hangt nog in zijn baard. Hij gaat ons voor naar de gastenkamers. Hippe inrichting, dikke muren – dit zijn huizen die zich aanpassen aan de mode van de dag, zonder hun karakter te verliezen. Er moet trouwens iets in het water zitten, want het lijkt wel of iederéén hier meteen aan het klussen slaat. Spectaculaire verhalen zijn dat soms. Het kasteel van Hautefort, dat we de volgende dag bezoeken, brandde in 1968 voor een groot deel af, nadat er iemand (echt waar) een sigaret ergens onbewaakt had achtergelaten. Een drama, vooral als je bedenkt dat de verbouwing nét af was. Dertig jaar zo’n kasteel opkalefateren en dan terug naar een zwartgeblakerde ruïne – een normaal mens zou jammerend ter aarde zijgen en zich in het plaatselijke café gaan bezatten om zich verder alleen nog maar te vermaken met kijken naar hoe de eerste Nederlandse toeristen in grote verwarring terugkomen van het hurktoilet.
tuinen omheen met heggen waarvan je vermoedt dat ze dagelijks met de nagelknipper worden bijgewerkt. Un jardin style français heet dat. Dat is het tegenovergestelde van de Jardin de l’Imaginaire in het plaatsje Terrasson, waar we ‘s middags ook meteen maar even langsgaan – je bent in de Périgord Vert of niet. In deze Verbeeldingstuin moet je verplicht met een gids mee en dat is maar goed ook, anders mis je de helft van wat landschapsarchitecte Kathryn Gustafson allemaal heeft bedacht. Dat die ijzeren sliert door de bomen verwijst naar de Draad van Ariadne, bijvoorbeeld. Er zijn watervallen waar je met je ogen dicht naar moet luisteren, omdat ze allemaal een ander geluid maken. Het ziet er nonchalant en speels uit, maar is veel complexer dan de symmetrische vormen van de kasteeltuinen. Terrasson was trouwens dertig jaar geleden net zo’n vergane toestand als het kasteel van Hautefort in de jaren twintig. Het is dankzij de inkomsten van de Jardin de l’Imaginaire dat er geld kwam om het stadje op te knappen. ‘De fonteinen op de pleinen
| 39
Dordogne
heeft onze burgemeester opgekocht van plekken waar ze weg moesten’, zegt een gemeentefunctionaris trots. Zie je, die Fransen kopen zelf ook alles op de brocante, dát maakt het zo mooi! Dezelfde burgemeester had trouwens ook het plan van de Verbeeldingstuin bedacht. Geen wonder dat hij steeds wordt herkozen.
nepgrot? nou, Leuk! De Périgord Noir dan. ‘Noir’ betekent hier eerder ‘donker’ dan zwart. Als in: donkere bossen. Het is van oudsher een regio waar eigenlijk niemand wat mee kon. Niks wuivende tarwe of blakende koeien sur l’herbe. Hier woonden arme mensen. Ze hadden een huisje, een tuintje en een koppeltje ganzen en leefden van wat ze bij elkaar konden scharrelen in het woud. Dus daar heb je meteen de keuken van de Périgord: truffels, everzwijn en ganzenleverpaté. Maar wat er niet allemaal verborgen lag! We schrijven 1940: Marcel Ravidat, leerlingmonteur van de garage in Montignac, struikelt in het bos over een
niemand weet wat ze betekenen. Vanaf Lascaux is het nog geen vijftien kilometer naar de restanten van La Roque St. Christophe in Peyzac-le-Moustier. De rots in kwestie is een laagjescake van verschillende soorten steen waar de zachtere vulling door wind, regen en beitels uit is geschraapt, zodat er inhammen ontstonden waar mensen gingen wonen. Aanvankelijk alleen op de begane grond, later ook in hogere lagen, tot er in de middeleeuwen een stad tegen de rots was gegroeid, een soort flat met vijf woonlagen, huizen, een kerk en een ingewikkelde constructie om middels een looprad voorraden naar boven te hijsen. ‘Dit is de enige verblijfplaats die vijfentwintigduizend jaar ononderbroken bewoond is geweest’, vertelt historicus en archeoloog Matthieu Bontemps, terwijl hij ons voorgaat de stenen trappen op. ‘Dat is wat het zo bijzonder maakt. Stel je voor: al tienduizend jaar vóór de grotten van Lascaux werden geschilderd, woonden hier mensen! Dit is Europa’s grootste rotsnederzetting, driehonderd
‘alsof er een wekker is afgegaan. plotseling staan de bermen vol fluitekruid en overal springen klaprozen op rood.’ holte en ziet een klein gat in de grond, tussen de opengelegde wortels van een pas omgevallen boom. Een steen valt er een eind in naar beneden. Als hij later terugkomt met drie vrienden en een lamp ontdekken ze een grot met muurschilderingen die zó spectaculair zijn dat krantenkoppen later reppen van de ‘Sixtijnse kapel van de prehistorie’. Deze grotten van Lascaux zijn al sinds de jaren zestig niet meer open voor publiek – de muurschilderingen van stieren, paarden en herten hadden veel te lijden onder de grote aantallen bezoekers. Maar vlakbij is een replica gebouwd, Lascaux II, en daar mag je wél in. ‘Dan loop je dus gewoon door een nepgrot’, denkt u nu. ‘Nou, leuk!’ Jazeker, dat is het wel degelijk. Sterker nog, als ze niet zouden zeggen dat het nep was, zou je het misschien niet eens merken. Kunstenares Monique Peytral, die leiding gaf aan het team dat de grotschilderingen namaakte, heeft het zo minutieus nageschilderd, met dezelfde pigmenten als in de oorspronkelijke grot, dat je gaat fluisteren als je binnenkomt. Zwart, aardebruin, oranje, de kleuren van de Périgord. Het licht is gedempt. En geheimzinnige tekens aan de wand, waarvan nog steeds
40 |
meter lang, soms twaalf meter diep en op het hoogtepunt waren er vijfhonderd bewoners.’ Een maquette maakt duidelijk hoe het er destijds uit zag, en een paar huizen zijn nagemaakt. Kleine huizen, maar knus en veilig. Althans tot 1588, tijdens de godsdienstoorlogen, toen de (protestantse) rotsnederzetting compleet werd vernietigd op bevel van de (katholieke) koning Hendrik III. Bleef er dan echt níets over? Jawel, verhalen en legenden, die leven voort. ‘Er is een verhaal over de klokkentoren, die werd vernietigd en in de rivier viel’, vertelt Matthieu met een geheimzinnig lachje. ‘En soms, als je langs de rivier loopt, dan hoor je de klok nog zachtjes slaan...’ De Gouffre de Proumeyssac in Audrix is weer een ander soort grot waar helemaal geen mensen aan te pas zijn gekomen. We dalen daar af in een soort wiebelig liftje zonder schacht. Tientallen meters loodrecht naar beneden, precies zoals de eerste onderzoeker van de grot in 1907, en al hield die zich misschien niet zo angstvallig vast, hij keek vast net zo verwonderd om zich heen naar het versteende calciet dat van de wanden druipt als de lamellen van een prehistorisch zeemonster.
Sarlat-la-Canéda: misschien wel het leukste dorp van de Dordogne.
La Roque St. Cristophe.
Dordogne
Franse Kaas met nederlandse touch
fluitenkruid & Canard Buiten halen we diep en opgelucht adem, niet vanwege die grotwoningen, maar omdat de zon is doorgebroken. Eindelijk. Hèhè! Het lijkt wel alsof er een wekker is afgegaan: plotseling staan de bermen vol fluitenkruid, de notenbomen ontvouwen hun bladeren en overal springen groepen klaprozen op rood, terwijl de rivier onverstoorbaar verder stroomt en de rotsen nog even rustig blijven liggen. We zijn nu in de Dordognevallei, het meest toeristische deel van het departement. Iemand zei me, gevraagd naar het verschil tussen Dordogne en Périgord: ‘Périgord klinkt meer naar historie, cultuur en gastronomie. De Dordogne, dan denk je aan campings en kano’s.’ Maar qua cultuur kom je er ook prima aan je trekken, want de Vallée de la Dordogne is vergeven van de kastelen. In een cirkeltje rond het prachtig tegen een rots gelegen plaatsje La Roque-Gageac vind je er zo een paar vlak bij elkaar. Het kasteel van Milande, waar de Amerikaanse nachtclubartieste Josephine Baker woonde, met een sliert weeskinderen, het kasteel van Marqueysssac met de romantische tuinen en het Château de Castelnaud, een middeleeuws fort waar ze voor de muren zo’n indrukwekkende verzameling middeleeuws wapentuig (de gevelblijder, kent u die?) hebben uitgestald dat het wel wat weg heeft van een set van The Lord of the Rings. Beneden, in de verte, varen rondvaartboten over de Dordogne, moderne uitvoeringen van de platbodems waarmee vroeger hout naar Bergerac werd gebracht. Als we een paar uur later zelf een boottochtje in zo’n gabarre maken, zitten we achter een Franse schoolklas. Het zijn kinderen uit de grote stad, ze worden hier in de Périgord niet alleen bijgespijkerd over de histoire, maar ook over de flora en fauna van het gebied. De gids maakt grapjes (iets met een conflit de canard) en hij stelt vooral vragen, waarop de kinderen in koor antwoorden. ‘En wat voor dier leeft er hier in de bossen? Het eeee...’ ‘Everzwijn!’ Goed zo. En zien we de roofvogel boven ons? Dat is de milan noir, de zwarte wouw. Kijk, verderop zijn er nog een paar!
42 |
Ingrid Meijer is van huis uit levensmiddelentechnoloog en verhuisde zeven jaar geleden vanuit de regio Maastricht met haar man en kinderen naar de Périgord. ‘We zaten in Nederland tussen de snelwegen en fabrieken. Nu wonen we echt op het platteland, heerlijk!’ Ze staat twee keer in de week in Périgueux op de markt met eigen kazen. ‘Nee, dit is geen Hollandse kaas, zo mag je het niet noemen, dus wij noemen het Les Tommes du Périgord. Het is een Franse kaas, maar gemaakt avec la tradition Néerlandaise.’ Tips? ‘De markt in Périgueux natuurlijk, op woensdag en zaterdag. De druipsteengrotten van Tourtoirac zijn erg mooi, en dit is het land van de duizend kastelen dus je moet echt een kasteel gaan bezoeken, dat van Hautefort bij ons in de buurt is prachtig!’ Ingrid’s weblog: paquerette2.wordpress.com. Sites: www.grotte-de-tourtoirac.fr, www.chateau-hautefort.com.
De groene oever glijdt stilletjes voorbij. Hoog op de rots ligt het kasteel van Castelnaud, als een onneembare vesting. De rest van de dag brengen we door in Sarlat, misschien wel de mooiste stad van de Dordogne, omdat er zo ontzettend veel middeleeuwse huizen en straten bewaard zijn gebleven met dank aan de André Malraux, de Minister van Cultuur die in de jaren zestig via de belastingvoordelen van de Wet van Malraux zorgde dat het opknappen van historisch erfgoed een enorme impuls kreeg. En dit is uniek voor Sarlat: het historische gedeelte van de stad wordt verlicht met gaslampen, net als in de 19de eeuw. En dan, als het donker is, een tijdje doelloos dwalen door de smalle straten, tot bij de oude stadsmuur, waar op dit uur niemand komt. Je verwonderen over dat zachte licht, de schaduwen op de huizen. Ergens klinken voetstappen en een hoog stemmetje van een kind op weg naar huis avec papa et maman. Verder is er alleen een historisch geluid, dat je misschien nog wel meer dan al die grotten en kastelen rechtstreeks terugbrengt in de tijd: het is het geluid van de gaslampen, die zachtjes zoemen, als de ondertoon van de geschiedenis die je overal in de Dordogne kunt horen. •
Reageren?
[email protected]
Dordogne
6x Eten & slapen
Hoe kom je er? Per auto: Périgueux ligt op 950 km vanaf Utrecht. Vliegen: Transavia.com vliegt het hele jaar door vanaf de luchthaven Rotterdam/Den Haag naar de luchthaven van Bergerac, in het hart van de Dordogne. Enkele reis v.a. € 50 pp. Sinds dit jaar is in de zomermaanden ook de luchthaven Brive/Vallée de la Dordogne goed bereikbaar, met wekelijkse vluchten vanaf Amsterdam (www.cityjet.com) en Maastricht (www.ryanair.com). Vanaf deze luchthaven rij je zo de Dordognevallei in. Informatie: www.aeroport-brive-vallee-dordogne.com. Huurauto: als REIZEN Magazine-abonnee krijg je 10% korting op autohuur bij Sunny Cars bij boeking via www.reizen.nl.
Périgord toute l’année De meeste mensen bezoeken de Périgord in de lente en zomer, maar ook in de andere seizoenen is er in deze regio veel te doen. In de herfst wordt de wijn geoogst in de streek rond Bergerac en zijn de bossen in de groene Périgord schitterend. De winter is de tijd van de truffels. Er zijn dan truffelmarkten en een truffelfestival én het is mogelijk om mee te gaan met een truffelexcursie. www.sarlat-tourisme.com.
Kaarten en gidsen Met de ANWB Extra reisgids Dordogne (€ 8,95), de Capitool reisgids Dordogne Bordeaux en de Zuidwestkust (€ 26,99) - of de reisgids Dordogne-Limousin (€ 18,98) van de ANWB - en de Michelin detailkaart Corrèze/Dordogne (schaal 1:150.000, ter plekke voor € 4,55 verkrijgbaar bij supermarkten) ga je goed voorbereid en route. Gidsen verkrijgbaar via www.anwb.nl.
• Hôtel La Roseraie in Montignac (2-pk v.a. € 86, zonder ontbijt www.laroseraie-hotel.com). Een heerlijk familiehotel, uitzicht over de Vézère-rivier, elke kamer is vernoemd naar een andere roos, lekkere lees-lounge, voortreffelijk restaurant, alles is even gerieflijk. Aanrader! • Het prachtige Château des Vigiers**** ligt middenin de wijngaarden tussen Bergerac en Bordeaux, maar je komt er vooral voor de golfbanen. 2-pk v.a. € 220, aanbiedingen via Booking.com, www.vigiers.fr). • Le Manoir d’elles in St.-Romain-et-St.-Clément (Lieu-dit Bigeau) ligt heerlijk rustig tussen de heuvels, de fantasievol ingerichte kamers zijn vernoemd naar beroemde vrouwen, zoals schrijfster Colette en filosofe Hildegard von Bingen (2-pk v.a. € 75, www.hotel-restaurantmanoir.fr). Gezellig restaurant! • Auberge Médiévale staat op het pleintje van het middeleeuwse dorpje Audrix, naast de kerk en het gemeentehuis. Zes kamers, confortables et coquettes, waarvan een deel aan een dakterras met uitzicht (2-pk v.a. € 45, www.auberge-medievale.fr). • Maison de Marquay in het plaatsje Marquay, tien kilometer van Sarlat, is het paradijs op aarde van MarieLaure en Gérard Lerchundi. Elegante chic. Gérard kookt trouwens heerlijk, met producten uit de streek (2-pk v.a. € 80 incl. ontbijt, www.maisondemarquay.fr). • Hotel-restaurant Les Glycines in Les Eyzies is net helemaal gerenoveerd en organiseert in de winter kookcursussen met truffels (2-pk v.a. € 100, www.les-glycines-dordogne.com).
Dordogne
Sites en informatie • www.tourisme-aquitaine.fr/nl Vooral heel veel leuke B&B’s (chambres d’hôtes). • www.dordogne-perigord-tourisme.fr Met onder meer tips voor leuke routes, wijnen en praktische informatie. Ook Nederlandstalig via franceguide.com (site van Atout France, het Frans Verkeersbureau). • www.tourisme-vallee-dordogne.com/nl Fietsroutes, grotten, kastelen, hotels en nog veel meer in de Dordognevallei. De Offices de Tourismes in de regio zijn goed voorzien van brochures en informatie, soms ook in het Nederlands. Ook bij veel attracties is er Nederlandstalige informatie of een Nederlandstalige audiotour beschikbaar.
Nu op reizen.nl • Kijk op www.reizen.nl voor beelden van Lascaux II: http://bit.ly/lascauxyoutube • 7 extra tips in de Vallée de la Dordogne
| 43