Kleurhistorisch onderzoek Vliet 8 te Leiden
Gezien door de Welstands- en Monumentencommissie Leiden d.d. 01-04-2015 Behoort bij beschikking van Burgemeester en Wethouders van Leiden Wabo 150301 / 1660331
Colofon Opdrachtgever Naam
Froscen Architectural Research & Design Steenschuur 11, 2311 ES Leiden
Contactpersoon
Dhr. J.W.H. Franken
Contactpersoon/bewoner pand Naam
Dhr. F. Melai Vliet 8 te Leiden
Gegevens kleuronderzoeker Naam
Drs. C.C. (Caroline) Meulemans Caroline Meulemans Kleur- en Restauratieadvies www.carolinemeulemans.nl
Adres
Ambonstraat 20, 3531 JT Utrecht
Datum onderzoek
Januari 2015
Monumentgegevens Adres
Vliet 8, 2311 RE Leiden
Monumentnummer
Gemeentelijk monument nr. 1735 Redengevende omschrijving monumentregister Leiden: (enkel passage ‘exterieur’ is hier vermeld, voor uitgebreidere informatie over stedenbouwkundige achtergrond, bouwgeschiedenis en interieur, zie de website van Erfgoed Leiden1 ) ‘Architectonische verschijningsvorm Exterieur De architectonische verschijningsvorm van de school wordt gekarakteriseerd door een fraai en strak ontwerp uitgevoerd in de Friese gele baksteen met platte daken en een zorgvuldig detaillering. Beeldbepalend zijn de horizontale vensterpartijen met de ranke metalen omramingen en als karakteristiek kan worden beschouwd: de halfronde entree met daarboven het originele opschrift: KWEEKSCHOOL VOORBEREIDEND ONDERWYS (METHODE HAANSTRA) Deze letters uit de jaren dertig worden getypeerd door lage schreven. De school weerspiegelt het gematigde modernisme van de jaren dertig
1
www.erfgoedleiden.nl/collecties/monumentenregister, onder vermelding van zoekwoord ‘Vliet 8’
2
architectuur. Het doet denken aan andere modernistische jaren-dertig ontwerpen die ook opgebouwd zijn uit 'bundels horizontalen' zoals bijvoorbeeld het Leidse Raadhuis van de toonaangevende architect Marius Dudok. Voor deze bouwstijl wordt ook de term zakelijkexpressionisme gebruikt. In de gevelopbouw van de school wordt het horizontale effect verkregen door de langwerpige lokaalramen, de inspringende tweede verdieping, de doorlopende ontlastingstenen boven de vensters, het platte dak maar ook het metselwerk. Het toepassen van het klezorenverband met alleen strekken en de diepe schaduwvangende voegen versterken in detail dit horizontalisme. Behalve op de begane grond is deze gevel symmetrisch ontworpen. De rondlopende muur die maar aan een zijde van de entree zit, zorgt ervoor dat de bezoeker als vanzelf naar de verdiept liggende entree wordt geleid. Een lang en smal horizontaal venster accentueert de vorm van dit muurtje. De openslaande witgeverfde voordeur heeft een fraaie, met dunne metalen roeden gemaakte, vensterindeling die de associatie oproept van een compositie van Piet Mondriaan. De gevel heeft naast de entree één en op de eerste verdieping twee lokaalvensters. Alle drie hebben ze dezelfde afmeting en vorm. Elk lokaalvenster is samengesteld uit vier gekoppelde ramen. Elk raam bestaat uit een liggend boven- en een liggend benedenlicht van dezelfde afmeting met in het midden een naar buiten openslaand raam. De bovenste lichten zijn kiepramen. De tweede verdieping heeft een andere vensterindeling omdat dat oorspronkelijk een woonverdieping was. De linkerhelft en de rechterhelft hebben elk vier kleine verticale raampartijen met horizontale roeden waarbij er twee breder zijn omdat ze als openslaande deuren naar het balkon functioneren. Deze twee balkondeuren zijn onlangs vervangen en hebben nu een afwijkende vorm en een houten raamwerk. De achtergevel heeft wel verschillende vensters. De begane grond heeft aan de linkerzijde twee kleine twaalfdelige vensters waarbij de bovenste drie kunnen kiepen terwijl de eerste verdieping een groot venster heeft met twee gekoppelde twaalfdelige metalen ramen. Het trappenhuis aan de rechterzijde ontvangt licht van een ladderraam en van een klein rond venstertje als speels element. In het onderste gedeelte van het ladderraam zit de smalle achterdeur. In 1974 is aan de rechterzijde een brandtrap in spilvorm toegevoegd.’ Huidig gebruik
Woonhuis
3
Inhoud 1. Voorgevel pand
5
2. Kleuronderzoek
7
3. Kleuradvies
10
4
1. Voorgevel pand Het gebouw is in 1935 opgetrokken naar ontwerp van de Leidse architect B. Buurman en was specifiek bedoeld om te gebruiken als schoolgebouw. In 1988 werd het pand intern iets aangepast om particuliere bewoning mogelijk te maken. De voorgevel is nog in originele toestand: de kenmerkende horizontaliteit van het modern expressionisme van de jaren ’30 is heel herkenbaar, het gemetselde klezorenverband en de diepliggende voegen versterken deze horizontale lijnen. Ook de liggende oriëntering van de rechthoekige ramen, vooruitspringende lateien erboven en het horizontale bovenlicht bij de entree, dat de bezoeker als het ware het gebouw in leidt, versterkt dit. De stalen vensters, entreepartij en letters boven de entree hebben allemaal een zeer lichte crèmekleurige verflaag gekregen. In de loop der tijd is de van origine gele baksteen vervuild geraakt met een grijzige patine. Dit zorgt voor een sterk kleurcontrast met de crèmekleurige vensters.
Afb. 1: Vliet 8, heden.
5
Afb. 2: de grijzig vervuilde baksteen van de voorgevel en het contrast met de crèmewitte vensters
Afb. 3: Vliet 8 in 1968 (Bron: ELO, titel; ‘Vliet 8-12’)
6
2. Kleuronderzoek Inleiding Er is op een aantal plaatsen op de tweede verdieping en op de begane grond naar oude verflagen gezocht, vooral op plaatsen die slechter bereikbaar waren zoals sponningen en dieper vallende randen en hoeken. Recent is het raam in de entreedeur weer gangbaar gemaakt; dit heeft een lange tijd dichtgezeten. De sponning van dit raam bleek een goede locatie voor kleuronderzoek. Ook is er een venster en deur van de achtergevel op aanwezigheid van oude verflagen gecontroleerd. Het onderzoek heeft een eenduidig antwoord opgeleverd over de vermoedelijke originele kleur op de stalen vensters; het betreft een vergrijsde okerkleur die qua tint zeer goed aansluit bij de (oorspronkelijke) kleur van de baksteen. De kleur is overal op de vensters en op de entreedeur aangetroffen. Er moet wel opgemerkt worden dat de verpakketten die zijn gevonden niet volledig zijn; ongetwijfeld zijn er verflagen weggeschuurd tijdens onderhoud. De gevonden oudste verf is, gezien de textuur, kleur en aanwezigheid op bijna alle elementen, met zekerheid toe te schrijven aan de bouwperiode. Ook de samenhang van de okertint met het interieur, waar de kleur okergeel nog terugkomt in de originele betegeling, als eerste laag op de binnenzijde van de ramen en kozijnen en op houten betimmering, onderstreept deze toeschrijving. Onderzoek Hieronder worden de locaties aangegeven waar is gezocht en waar informatie is gevonden. Ook is het aanwezige verfpakket in schema gezet, waarmee een overzicht wordt verkregen van de gebruikte kleuren op de gevel van Vliet 8 in de afgelopen 80 jaar.
Afb. 4: overzicht van de onderzochte locaties aan de voorgevel
7
Op veel venster- en deurdelen was door stoten/ouderdom/scharnieren al oude verf te zien:
Afb. 5: scharnier op de tweede verdieping, okerkleur bij de pijl
Afb. 6: lichte en donkere oker in de sponning van het raam naast de deur naar de patio achter
Afb. 7: in de sponning van het deurkozijn op de begane grond, entreedeur
Afb. 8: toen het raam van de voordeur na lange tijd weer werd geopend, is een stuk van de verflaag meegekomen. Oude okerkleurige verf is hierdoor in het zicht gekomen.
8
Afb. 9: punctie entreedeur
Afb. 10: kleurentrap raam voordeur
Laagopbouw entreedeur
Laagopbouw raam in entreedeur
0 – staal 1 – grijzige oker 2 – zeer stevige oker, bijna bruin 3 - lichte gele oker 4 – gele oker 5 – resten oranje menie (vooral in het craquelé van de okerlaag eronder) 6 – crèmekleur 7 – donkerrood 8 – crèmekleur 9 – gele crème 10 – grijzige laag 11 – grijze laag (wellicht grond) 12 – gele crème 13 – bruinbeige 14 – crèmekleur
0 – staal 1 – grijzige oker …… 2 – lichte gele oker …… 3 – oranje menielaag 4 – crèmekleur …… …… 5 – gele crème 6 – grijzig crème 7 – grijze laag (wellicht grond) 8 – gele crème 9 – bruinbeige 10 – crèmekleur * …… betekent dat hier wellicht een laag is verdwenen die op andere locaties wel teruggevonden is.
9
3. Kleuradvies Als we het onderzoeksresultaat bekijken en dit samenvoegen met de kennis van het kleurgebruik in de eerste helft van de 20e eeuw zoals dat ons bekend is, komen we tot onderstaand kleuradvies. De vensters en entreedeur zullen door een grijzige oker weer hun oorspronkelijke tint terugkrijgen die goed aansluit bij de kleur van de baksteen. Een stevige, grijzige okertint is voor de 30-er jaren van de vorige eeuw een veel voorkomende kleur, voor zowel interieur als exterieur. Bij Vliet 8 zien we oker nog steeds in originele elementen in het interieur terugkomen, zelfs in een stevigere bruine variant aan de binnenzijde van sommige ramen. Het effect van het gebruik van de okerkleur voor de voorgevel is dat er visueel weer een eenheid wordt gevormd doordat de kleur aansluit op die van de baksteen. Hiermee vullen de vensters de architectuur van de gevel weer aan in plaats van dat ze er mee contrasteren, zoals nu het geval is. Kleuradvies: Vensters, entreedeur inclusief sierrooster: grijzige oker (Sikkens F6.15.65; verf op het staal uitgevoerd in zijdeglans). Het is aan te raden om de kleur eerst in een proefvlakje op te zetten. Hieronder is in een impressie weergegeven hoe het effect zal zijn van de kleur op de gevel. Enkel de rechterzijde is voorzien van de geadviseerde kleur, de helft links betreft de huidige situatie. Impressie: De impressie geeft de nieuwe situatie bij benadering aan. De kleur kan in werkelijkheid anders overkomen.
Afb. 11: impressie met de geadviseerde kleur toegepast aan de gehele rechterkant van het pand.
10