‘Uw ‘Uw raad raad laat laat (niet) (niet) naar naar LelyStadsGeLUIDEN zich raden” zich raden” De mening van de inwoners gepeild
De raad in beeld
Raad van Lelystad Raadvan vanLelystad Lelystad Raad
gemeente Onderzoek en Statistiek Januari 2013
Onderzoek&Statistiek Onderzoek&Statistiek Onderzoek&Statistiek
Colofon Dit is een rapportage opgesteld door: Team Onderzoek en Statistiek Te downloaden op www.lelystad.nl/onderzoek onder de kop publicaties, burger- en panelpeilingen Gemeente Lelystad Team Onderzoek en Statistiek Postbus 91 8200 AB Lelystad T 0320 27 85 74 F 0320 27 82 45 e-mail:
[email protected]
Voor feiten en cijfers en overige onderzoeksrapporten kunt u terecht op onze website: www.lelystad.nl /onderzoek
Inleiding In 2012 is voor de tweede maal onder het LelyStadsPanel onderzocht wat hun beeld is van de raad van Lelystad. Een vergelijkbaar onderzoek vond eerder plaats in 2009. Tevens zijn in 2007 ook al enkele vragen in een ander onderzoek onder het LelyStadsPanel aan de orde gekomen. Gebruikelijk is om in rapportages van panelonderzoek (de LSG’s) te spreken in termen van , ‘de inwoners zijn van mening…’, want in vele opzichten vormen de 1600 panelleden een representatieve weerspiegeling van de Lelystedelijke bevolking. Echter, voor deze specifieke rapportage gebruiken we de term ‘inwoner’ met enige voorbehoud. Want in het algemeen vertonen panelleden een grotere politieke betrokkenheid dan de ‘doorsnee inwoner’. Wij zullen hieronder de panelleden doorgaans wel aanduiden als ‘inwoners’want dat zijn ze wel – maar hun beeld van de gemeenteraad van Lelystad is waarschijnlijk genuanceerder en kritischer dan die van de meeste inwoners. Doordat het onderzoek al jaren onder hetzelfde panel wordt gehouden, zijn vergelijkingen van de uitkomsten met het verleden wel geoorloofd.
Politieke betrokkenheid 1
Als eerste bekijken we in welke mate de leden van het LelyStadsPanel zichzelf ‘politiek betrokken’ achten. Dat wil zeggen: gaat men stemmen als er gemeenteraadsverkiezingen zijn, hoe bekend is men met de lokale politiek, gaat men wel eens naar raadsvergaderingen en dergelijke. Stemgedrag De leden van het LelyStadsPanel is gevraagd of zij bij de gemeenteraadsverkiezingen van 3 maart 2010 gestemd hebben. Grafiek 1 laat zien dat een overgrote meerderheid van de respondenten hun stem heeft uitgebracht (83%). De verdeling is vrijwel gelijk aan het vorige onderzoek uit 2009. Grafiek 1. Stemgedrag gemeenteraadsverkiezingen maart 2010 Ja, op een van de coalitie partijen (VVD, PVDA, Inwonerspartij) Ja, op een van de andere partijen 5
3 21 Ja, maar ik weet niet meer wat ik gestemd heb
6 39
9
Nee, ik wilde niet stemmen Nee, ik was niet in de gelegenheid om te gaan stemmen Ik weet niet meer of ik gestemd heb Nee, ik mocht niet stemmen
36
Vul ik liever niet in Ja, ik heb blanco gestemd
Was in 2009 nog sprake van dat ouderen meer stemden dan jongeren, in 2012 is dit verschil verdwenen. Wel is het zo dat hoger opgeleiden iets vaker gestemd hebben dan lager opgeleiden. Maar ook dit verschil is in 2012 veel kleiner dan
1
Met name stemgedrag van leden van het LelyStadsPanel wijk af van de ‘doorsnee’ inwoner. Zo stemde in 2010 83% van de panelleden en ‘slechts 48% van de stemgerechtigden. 1
in 2009. Wel is ongeveer hetzelfde percentage mensen lid van een politieke partij (circa 10%). Dit is al jaren vrijwel gelijk. Alhoewel mensen bij verkiezingen op een persoon stemmen, heeft ruim 60% van de inwoners die gestemd hebben geen mening of deze persoon zich voldoende heeft ingezet voor zijn of haar belangen. Van de mensen die wel een mening hebben zegt driekwart dat degene zich inderdaad voldoende heeft ingezet. Respondenten die lid zijn van een politieke partij, of dat geweest zijn, zijn trouwe stemmers. 98% van hen heeft afgelopen gemeenteraadsverkiezing gestemd. Affiniteit met de Lelystadse politiek Rond 25% van de inwoners zegt weinig tot geen belangstelling te hebben voor ontwikkelingen in de Lelystadse politiek. Dit aandeel is al jaren stabiel. Ouderen (55+) hebben de meeste belangstelling voor de lokale politiek. Dit was in het vorige onderzoek ook het geval. Ruim 45% zegt (veel) belangstelling te hebben. Hoe jonger de inwoners is, hoe lager zijn belangstelling. Onder 18-29 jarigen is het aandeel dat (veel) belangstelling heeft ongeveer een vijfde. In grafiek 2 is te zien in hoeverre men zich bekend acht met de activiteiten van de Lelystadse gemeenteraad. Tussen de jaren zijn nauwelijks verschillen te constateren. Ruim 40% van de inwoners zegt weinig of niet bekend te zijn met de activiteiten van de gemeenteraad en minder dan 30% vindt zichzelf hier juist (heel) bekend mee. Grafiek 2. Mate van bekendheid activiteiten gemeenteraad 35 30 25
20 2007 15
2009
10
2012
5
0 heel bekend
bekend
niet bekend/niet onbekend
niet zo bekend
onbekend
Naast de activiteiten van de raad is ook gevraagd hoe bekend men met de raad zelf is. Om te beginnen moet antwoord gegeven worden op de vraag hoeveel raadsleden men bij (achter)naam kent. Iets meer dan de helft van de inwoners (57%) kent een of meer raadsleden bij naam. De grootste groep inwoners (47%) kent één t/m vijf raadsleden bij naam. Één op de 25 inwoners kent meer dan 10 raadsleden bij naam. In 2009 was dit nog één op vijftien inwoners. Van de mensen die een raadslid kennen, kent drie op de vijf die uit de media. Ruim een derde kent de raadsleden (ook) door hun belangstelling voor lokale politiek. Hoe meer raadsleden men kent, hoe vaker men ook aangeeft deze te kennen vanwege belangstelling voor politiek, zie grafiek 3. Dit verband bestond ook in 2009 en is in 2012 opnieuw duidelijk zichtbaar.
Grafiek 3. Relatie tussen aantal raadsleden dat men kent en waar men deze raadsleden van kent
2
% dat de raadsleden kent vanuit belangstelling voor politiek
100%
90% 80% 70% 60%
2009
50%
2012
40% 30% 20%
10% 0% 1 raadslid
2 3-5 6-10 11 of meer raadsleden raadsleden raadsleden raadsleden
Aantal raadsleden waarvan men zegt deze bij (achter)naam te kennen
Oudere inwoners kennen vaker meer raadsleden dan jongeren. In de jongste leeftijdscategorie kent 70% zelfs geen enkel raadslid bij naam. 40-54 jarigen kennen in 60% juist wel een of meer raadsleden bij naam. Van de 55+ is dit ongeveer tweederde van de inwoners. Was in 2009 nog sprake van een verschil in opleidingsniveau en het aantal raadsleden dat men kent, in 2012 is het verschil verdwenen. In 2012 kennen de verschillende opleidingsniveaus allen ongeveer evenveel, of juist even weinig raadsleden.
Taken van de gemeenteraad In de enquête is gevraagd wat volgens inwoners de belangrijkste taken van de gemeenteraad zouden moeten zijn. In tabel 1 zijn de uitkomsten van 2012 en 2009 naast elkaar gezet. De volgorde van de lijst is hetzelfde gebleven, maar de percentages wijken wel af. Zo vinden meer inwoners dan voorheen dat de belangrijkste taak van de gemeenteraad het ‘behartigen van de belangen van zijn inwoners’ is. Toezien op gewenst beleid staat volgens inwoners op de tweede plek van belangrijke taken van de gemeenteraad. Maar het belang dat inwoners aan deze taak hechten is tussen 2009 en 2012 behoorlijk gedaald. Die daling geldt -in iets mindere mate- ook voor op hoofdlijnen vaststellen van gemeentelijk beleid. Daarentegen vinden in 2012 meer inwoners dat geld/ uitgaven beheren een belangrijke taak is van de gemeente. Tabel 1. Belangrijkste taken van de gemeenteraad 2012
2009
Belangen behartigen van inwoners
78
73
Toezien op uitvoering van gewenst beleid
63
73
Op hoofdlijnen vaststellen van gemeentelijk beleid
58
64
Geld/ uitgaven van de gemeente beheren
56
45
Nieuw beleid voor de stad bedenken
34
38
Imago Lelystad regionaal en nationaal verbeteren
30
28
Anders
2
2
In de categorie anders konden mensen toelichting geven op wat volgens hen de belangrijkste taak is van de gemeenteraad. Een aantal inwoners heeft deze ruimte aangegrepen om extra te benadrukken dat verstandig financieel beleid voeren hoge prioriteit verdient. Verder zeggen enkele mensen dat alle genoemde onderwerpen belangrijke taken van de gemeente zijn.
3
Raadsvergaderingen Maximaal drie keer per maand vindt een raadsvergadering plaats. Het staat iedereen vrij om deze bij te wonen of via Internet te volgen, maar van deze gelegenheid wordt maar door weinig inwoners gebruik gemaakt. Ongeveer drie op de tien inwoners zeggen ooit een raadsvergadering te hebben bijgewoond. Zo’n 15% heeft in het verleden wel eens een raadsvergadering bijgewoond, maar niet in het afgelopen jaar. De andere 15% is in het jaar voorafgaand aan het onderzoek naar een raadsvergadering geweest. Iemand die nog nooit een raadsvergadering heeft bijgewoond zegt het volgende: ‘“Ik zie alleen maar wethouders die actief zijn in Lelystad (…). Van een raadslid kan ik me niets heugen’. Dit aandeel ligt lager dan in 2009, toen lag bezoek aan raadvergaderingen nog op 20%. Ook is het aandeel mensen dat de vergadering via internet volgde gedaald. In 2012 volgde één vijfde de vergadering via Internet. In 2009 was dit een kwart. Mannen (34%) bezoeken vaker een raadsvergadering dan vrouwen (24%). Dit verschil bestond ook al in 2009, maar het verschil is wel afgenomen. Net als in 2009 zijn ouderen (55+) frequentere bezoekers van raadsbijeenkomsten dan jongeren. Opvallend in deze is dat met name de leeftijdsgroep 30 t/m 39 jaar het laat afweten. Slechts 14% van hen heeft ooit een raadsvergadering bezocht. De leeftijdsgroep 18 t/m 29 jaar heeft met 25% een hoger bezoekpercentage, zie grafiek 4. Dit is opvallend te noemen, omdat juist in deze leeftijdscategorie de meeste personen zeggen geen enkel raadslid bij naam te kennen. Wat betekent dat raadsleden bij naam kennen, niet automatisch inhoudt dat men ook raadsvergadering bezoekt. Grafiek 4. Percentage bezoekers van raadsvergadering per leeftijdscategorie (2012) 100% 90%
80% 70% 60% 50% 40% 30%
20% 10% 0% 18-29
30-39
40-54
55+
Middelbaar en hoger opgeleiden zijn vaker bezoekers van een raadsvergadering (ongeveer 30% heeft wel eens een raadsvergadering bezocht) tegen ongeveer 20% van de lager opgeleiden. Het verschil tussen de opleidingniveaus is gelijk gebleven sinds het vorige onderzoek. Aan de mensen die (ooit) een vergadering bezocht hebben is gevraagd om welke reden zij de raadsvergadering bezochten. De helft van de respondenten heeft een vergadering (mede) bezocht omdat een onderwerp dat voor hen van belang was, op de agenda stond. Iets meer dan 40% ging (ook) vanwege algemene interesse. Een minderheid kwam vanwege zijn/haar werk (15%) of om zijn/haar mening te geven over een bepaald onderwerp (13%). Ongeveer 4% had (ook) een andere reden voor bezoek. Een uitnodiging als Gast van de Raad werd hier het vaakst genoemd. Tevens is gevraagd of het vertrouwen in de raad is veranderd, na een bezoek aan een raadsvergadering. Voor 21% was het vertrouwen na het bezoek (sterk) verminderd, zie grafiek 5. Iemand gaf de volgende toelichting:.” Een panellid met een sterk verminderd vertrouwen gaf een zeer uitgebreide toelichting: ‘[de] Raad heeft moeite om de grote lijn van een onderwerp te snappen/ pakken. Daardoor lijkt het alsof een willekeurig detail tot hoofdzaak wordt verheven. Daarbij houden de meeste raadsleden veel te lang hun kaarten tegen de borst; wanneer zij wat meer duidelijk maken wat ze 4
vinden geeft dat meer vertrouwen dat de onderwerpen in goede handen zijn. Nu spelen alle discussies zich op begripsniveau af en wordt de fase van visie-discussie bijna nooit bereikt. Waarop de besluitvorming dan gebaseerd is vraag je je af. Het zou mij meer vertrouwen geven als raadsleden wat meer en makkelijker hun politieke visie op concrete beleidsvoorstellen zouden kunnen verwoorden.’ Een andere bezoeker van een raadsvergadering Een klein deel ging met een vergroot vertrouwen naar huis (4%). Een respondent lichtte dit zo toe: ‘Ik heb het idee dat daadwerkelijk aanwezig zijn en ook meningen aandragen, goed is voor het vertrouwen. Het gaf mij het idee dat er werd geluisterd naar onze mening en wensen. Die werden niet klakkeloos van tafel geschoven, maar goed beredeneerd en ons gedeeltelijk gelijk werd ook daadwerkelijk omgezet naar actie. Wij hadden een deel van de oplossing aangedragen, die er anders zeer waarschijnlijk niet was gekomen.’ Een meerderheid (74%) zegt in 2012 dat het vertrouwen onveranderd gebleven is. Grafiek 5. Verandering vertrouwen in raad na een bezoek aan een raadsvergadering 100% 90% 80%
74
70% 60%
2007
50%
2009
40%
2012
30%
21
20% 10%
4
0%
(sterk) verminderd
onveranderd
(sterk) vergroot
In 2009 waren meer respondenten negatief over hun vertrouwen. Toen gaf 26% aan dat hun vertrouwen (sterk) was verminderd na een bezoek aan een raadsvergadering. In 2012 is dit nog 21%. Overigens houdt dit wel in dat één op de vijf bezoekers van een raadsvergadering met minder vertrouwen naar huis gaat. In grafiek 6 is zichtbaar dat er een duidelijk verband is tussen stemgedrag en de invloed van raadsvergaderingen op het vertouwen. De personen die niet op een coalitiepartij gestemd hadden, verlieten de raadsvergadering bijna twee keer zo vaak met een verminderd vertrouwen, dan coalitiestemmers. Overigens is het aandeel personen dat de raadsvergadering verliet met verminderd vertrouwen over de hele linie iets afgenomen. De meeste personen verlaten de vergadering met onveranderd vertrouwen, nog meer dan in 2009.
Grafiek 6. Invloed van laatst bijgewoonde raadsvergadering op vertrouwen in gemeentelijke politiek, naar stemgedrag
5
100% 90%
80%
80%
70%
70% 60% 50% 40% 26%
30% 20%
14%
6%
10%
3%
0% (sterk) verminderd
onveranderd
Gestemd op de coalitie 2012
(sterk) vergroot
Anders gestemd of niet gestemd 2012
De personen die met een (sterk) verminderd vertrouwen de raadsvergadering verlieten konden aangeven wat het meeste meespeelde bij hun afgenomen vertrouwen. De meest genoemde reden was dat men de indruk kreeg dat iedereen de standpunten al voor de discussie had ingenomen (58%). “Inhoudsloze discussies. De beslissingen worden genomen in raadscommissies.” Daarna worden ‘raadsleden en het college luisteren niet naar elkaar’ (31%) en ‘er werd niet naar me geluisterd/ ze namen mijn problemen niet serieus’ (30%) veel genoemd. Een panellid verwoordde het op deze manier: ”Je wordt gehoord maar de beslissing is toch al genomen. Ze willen alleen horen in welk jasje ze het moeten doen , hoe ze het moeten brengen zodat het lijkt alsof het in je voordeel is.”. Overige onderwerpen betroffen onder andere de kennis van de inhoud en gang van zaken tijdens de vergadering , bijvoorbeeld: “Jammer dat sommige punten dermate slecht waren voorbereid, dat ze moesten worden teruggenomen. Dat geeft geen professioneel beeld. […].” Grafiek 7. Oorzaken voor verminderd vertrouwen in gemeentelijke politiek n.a.v. laatst gevolgde raadsvergadering Iedereen had zijn standpunt voor de discussie al ingenomen
58%
De raadsleden en het college luisteren niet naar elkaar
31%
Er werd niet naar me geluisterd/ze namen mijn probleem niet serieus
30%
Het duurde (veel) langer dan nodig was
27%
De vergadering verliep erg rommelig
17%
Anders, namelijk…
17%
Het was niet concreet genoeg
12%
Weet niet
10%
Ik kon niet goed volgen waar de raadsleden het over hadden
8% 0%
6
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70%
Het BOB-vergadermodel Op 6 juli 2010 heeft de raad van Lelystad besloten op een andere manier te vergaderen. Daarvoor is het zogenaamde BOB-model ingevoerd. Dit vergadermodel voorziet in een gefaseerde behandeling van de raadsvoorstellen, waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen een beeldvormende fase (B), een oordeelvormende fase (O) en tenslotte een besluitvormende fase (B). Om erachter te komen of inwoners van Lelystad bekend zijn geraakt met deze manier van vergaderen door de gemeenteraad, is specifiek gevraagd naar bekendheid met dit model. 70% zegt nog nooit van het BOB-model gehoord te hebben. Een overgrote meerderheid van deze mensen heeft ook nog nooit een raadsvergadering bezocht. Uiteraard zijn de mensen die regelmatig een raadsvergadering bezoeken wel allemaal bekend met het BOB-model. Maar dit is slechts 2% van de respondenten. Aan de 9% die wel eens een BOB-vergadering hebben bezocht is gevraagd of de vergadering aan hun verwachting voldeed. Ongeveer éénderde vond dat de vergadering aan hun verwachting voldeed. 27% vond dat het niet aan de verwachtingen voldeed en 41% had geen verwachting vooraf. De bezoekers van de vergadering is gevraagd of zij nog suggesties hadden voor verbetering. Hieronder volgen enkele van deze suggesties: ‘(…) Inleidingen van wethouders/ambtenaren beslaan meestal het zelfde als in de vergaderstukken, dus als je er voorbereid naar toe gaat is dit slaapverwekkend.’ En ‘Net als destijds bij de commissievergadering komt in het nieuwe model de mogelijkheden voor het meepraten van individuele inwoners onvoldoende uit de verf. Het zijn met name de raadsleden die aan het woord komen en aan het woord zijn. (…)’. Verder: ‘In een BOB vergadering zullen de raadsleden beter hun best moeten doen om contact te zoeken met de burger die deze vergaderingen bezoekt. De voorzitter van zo'n vergadering heeft hier ook een rol in.’ Ook bestaat er onbegrip over hoe het BOB-model gebruikt wordt: ´ Had niet het idee dat BOB werd aangehouden.’ En ‘Er worden te veel raadsbesluiten volgens BOB-model behandeld. Wees selectief en kies voor meer diepgang in de discussie. Ook worden enkele algemene opmerkingen geplaatst over raadsvergaderingen: ‘De vergaderingen beginnen om 19 uur en dat is te vroeg voor mensen (…). Een aanvangstijd van 19:30 uur is beter (…).’ Verder: ‘[Aan] Afspraken houden, deadlines strak houden en duidelijk zijn.(…)‘ Tot slot van de vragen over het BOB-model is gevraagd om men denkt dat zij in de toekomst (nog) een BOB-vergadering zullen bezoeken. Op deze vraag heeft 37% van de respondenten ‘Nee’, gezegd, zie tabel 2. De mensen die nog nooit een vergadering bezocht hebben zijn het stelligst, 48% van hen zegt ook in de toekomst geen vergaderingen te bezoeken. De mensen die wel eens een vergadering hebben bezocht of via Internet zeggen het vaakst ‘misschien’, 80% van hen laat het van het onderwerp afhangen of ze ooit nog een raadsvergadering zullen bijwonen. Tabel 2. Denkt u dat u in de toekomst (nog) een BOB-vergadering van de gemeenteraad zal bezoeken, naar bezoek vergadering in verleden Omvang groep % Ja Misschien Nee t.o.v. totaal Regelmatig 88 13 0 2 bezocht Weleens bezocht
10
80
10
26
Nooit bezocht
4
48
48
71
Totaal
7
56
37
Contact met en informatie over gemeenteraad Aan de respondenten is gevraagd of zij wel eens contact gehad hebben met een raadslid. 75% antwoord dat dit niet het geval is. 13% heeft langer dan twaalf maanden geleden wel eens contact gehad en 12% in het afgelopen jaar. Gemiddeld zijn er 4,3 contactmomenten. Behalve contact zoeken met raadsleden, kunnen mensen ook informatie over de gemeenteraad op andere manieren zoeken. Ongeveer de helft (53%) van de mensen die nog nooit contact gehad 7
hebben met raadsleden zoekt toch wel eens informatie over de gemeenteraad. Inwoners die wel eens contact gehad hebben, zoeken veel vaker informatie (81%). Ongeveer 44% van de inwoners zoekt nooit informatie over de gemeenteraad. Wanneer inwoners informatie zoeken, welk medium gebruiken zij dan het liefst? De meeste inwoners geven de voorkeur aan de FlevoPost en/of krant van Flevoland (46%). Op de tweede plek staan de raadspagina’s op de gemeentewebsite (38%). Deze twee mogelijkheden wordt op ruime afstand gevolgd door televisie en radio (21%). De andere mogelijkheden, website politieke partij (14%) en bewonersbijeenkomsten (6%) zijn veel minder vaak genoemd. Men kon ook kiezen voor een andere manier van informatie zoeken. Enkele respondenten gebruikten deze manier om aan te geven dat zij juist een methode missen: ‘mis het stadsbulletin’ en ‘Er was (?) een krant Stadsbulletin ...’. Als wordt gevraagd naar hoe goed inwoners vinden dat informatie over de gemeenteraad hen bereikt, dan zegt 41% dat deze informatie hen matig of onvoldoende bereikt, zie tabel 3. Het meest kritisch zijn mensen die zeggen zelf nooit naar informatie te zoeken. Van deze groep zegt 17% dat informatie uit de gemeenteraad hen onvoldoende bereikt. Mensen die zeggen wel uit zichzelf naar informatie te zoeken oordelen minder scherp, slecht 6% vindt dan informatie hen onvoldoende bereikt. Tabel 3. Hoe goed vindt u dat informatie uit de gemeenteraad inwoners bereikt? Goed
Voldoende
Matig
Onvoldoende
2
14
43
30
11
2
9
43
30
17
2
18
43
30
6
Zeer goed % Allen Zoekt nooit informatie over gemeenteraad Zoek wel naar informatie over gemeenteraad
Vrouwen zoeken minder vaak naar informatie dan mannen. 50% van de vrouwen geeft aan nooit naar informatie over de gemeenteraad te zoeken, tegen 38% van de mannen.
Afstand tussen gemeenteraad en inwoners De gemeenteraad is een gekozen volksvertegenwoordiging. Daarmee kan de raad gedurende de raadsperiode, in theorie, doen wat hem goeddunkt. De raad heeft immers het mandaat om beslissingen te nemen, oftewel lokaal te regeren. De praktijk is echter weerbarstiger dan bovenstaande. Raadsleden hebben contact met hun ‘achterban’, spreken inwoners wanneer ze ‘de wijk in gaan’. Ook gedurende de regeerperiode van de gemeenteraad kunnen inwoners invloed uitoefenen en ‘hun zaak’ bepleiten. Uiteraard is de lobbykracht van inwoners gelimiteerd. Maar in deze peiling is getracht uit te vinden hoe ver de invloed van de inwoners op de politiek reikt. Gevraagd is of raadsleden zich voldoende sterk maakt voor de belangen van de inwoners. Bijna 70% van de respondenten weet dit niet of heeft geen mening. Slechts 32% heeft hierover een mening en daarin is de verdeling min of meer gelijk (15% ja en 17% nee). Verder is gevraagd naar de mate waarin de gemeenteraad burgers laat participeren op een viertal dimensies. Op iedere dimensie vinden inwoners dat de gemeenteraad inwoners te weinig laat participeren, zie grafiek 8. Overigens moet bij deze uitkomsten wel opgemerkt worden dat een heel groot deel van de respondenten heeft aangegeven ‘het niet te weten’. De verdeling van de uitkomsten is ongunstiger dan in 2009. Het aandeel mensen dat het ‘niet weet’ was in 2009 overigens ook substantieel. Personen die zeggen niets te weten over de dimensies van participatie, zoeken in tweederde van de gevallen ook nooit naar informatie over de gemeenteraad.
8
Grafiek 8. Mate waarin de gemeenteraad de inwoners…
…informeert
46%
…raadpleegt
21%
52%
…mee laat praten
12%
43%
…mee laat beslissen
46%
0% Te weinig
20%
33%
40%
Precies goed
36%
17%
40%
13%
41%
60% Te veel
80%
100%
Weet niet
Als we iets dieper kijken naar wie wel en wie geen antwoord heeft gegeven op de vragen over bewonersparticipatie uit grafiek 8, dan valt op dat vrouwen vaker ‘weet niet’ hebben ingevuld dan mannen. Ditzelfde geldt voor inwoners tot 40 jaar. In tegenstelling tot het vorige onderzoek zijn nu juist de personen vanaf 40 jaar negatiever dan de jongere inwoners. Over de hele linie vinden meer mensen ouder dan 40 jaar dat de gemeenteraad hen te weinig informeert/ raadpleegt/ mee laat praten/ mee laat beslissen. In 2009 was er veel minder verschil tussen de leeftijdsgroepen. Verder vinden middelbaar opgeleiden vaker dan lager en hoger opgeleiden dat het te weinig is zoals de raad de bevolking erbij betrekt. Kijken we naar stemgedrag dan is er geen verschil in beleving tussen coalitiestemmers en anders of niet stemmers. In 2009 waren coalitiestemmers nog vaker van mening dat de raad het ‘precies goed’ deed. De lokale politiek op afstand In het onderzoek is een vraag opgenomen waarmee is geprobeerd visueel te maken hoe ‘ver-van-mijn-bed’ men de Lelystadse politiek ervaart. Men is gevraagd om een stip op een lijn van precies 100 millimeter lang te zetten. Aan het begin van deze lijn stond een poppetje, dat de respondent symboliseerde. De afstand van het poppetje tot de stip verbeeldde de afstand die men voelt tot de lokale politiek. In het volgende plaatje is het gemiddelde van alle respondenten zichtbaar gemaakt met een rode streep. Figuur 1. Gemiddelde ervaren afstand tot lokale politiek Gemiddelde: 63,7
De afstand tot de lokale politiek wijkt niet belangrijk af van de gevonden afstand in 2009. Op een schaal van 0 tot 100, plaatste men toen de lokale politiek op ongeveer tweederde afstand van zichzelf. Figuur 2. Gemiddelde ervaren afstand tot politiek door mannen en vrouwen Mannen 61,0
9
Vrouwen 66,4
Mannen ervaren minder afstand tot de politiek dan vrouwen, zie figuur 2. Dit was ook in 2009 zo. Het verschil is nauwelijks veranderd. Kijken we naar leeftijd, dan is geen verschil te ontdekken in ervaren afstand. Het idee dat jongeren een grote afstand ervaren tot de politiek dan ouderen wordt door deze peiling niet ondersteund. Anders is dit wanneer gekeken wordt naar of men op een coalitiepartij, anders of niet gestemd heeft. Personen die op een coalitiepartij gestemd hebben ervaren de minste afstand (60,9), gevolgd door de ‘andere’ stemmers (64,3). Niet verrassend ervaren de mensen die niet gestemd hebben de grootste afstand (69,6). Figuur 3. Gemiddelde ervaren afstand tot politiek naar stemgedrag Coalitiepartij (60,9)
Niet gestemd (69,6)
Andere partij (64,3) Tot slot is gekeken in hoeverre het bijwonen van een raadsvergadering van invloed is op de ervaren afstand tot de politiek. In figuur 4 is duidelijk te zien dat een groot verschil bestaat tussen mensen die raadsvergaderingen bezoeken en mensen die dat nog nooit gedaan hebben. Figuur 4. Gemiddelde ervaren afstand tot politiek naar bezoek raadsvergaderingen Verleden (59,5) Regelmatig (34,4) Nee 67,9 Soms of via Internet (50,2) Mensen die regelmatig een raadsvergadering bezoeken voelen veruit de minste afstand tot de lokale politiek. Maar hoe zit het met de afstand en mate van vertrouwen na het bezoek van een raadsvergadering? In figuur 5 is zichtbaar dat voor mensen die met een (sterk) vergroot vertrouwen een raadsvergadering verlieten, ook de minste afstand (43,0) tot de lokale politiek rapporteren. Mensen die echter met een sterk verminderd vertrouwen naar huis gingen rapporteren een hele grote afstand (79,2). Figuur 5. Gemiddelde ervaren afstand tot politiek naar vertrouwen na bezoek raadsvergadering (sterk) vergroot (43,0)
Verminderd (58,7) Sterk verminderd (79,2)
Gelijk gebleven (51,0)
Kenmerken volksvertegenwoordiging Welke kenmerken vinden inwoners nu belangrijk voor een volksvertegenwoordiger? Om hier achter te komen is aan inwoners gevraagd om de belangrijkste drie kenmerken van hun ideale volksvertegenwoordiger te geven. Van alle respondenten heeft 85% tenminste één kenmerk genoemd. Verreweg het vaakste genoemde kenmerk is ‘integriteit’. Ruim 20% van de respondenten noemde dit kenmerk als eerste, zie tabel 4. Op de tweede plek staat ‘betrokkenheid’ (14%). Op drie ‘weten waar het over gaat’ (11%) en ‘luisteren’ (11%). Bekijken we alle genoemde kenmerken dan blijkt dat in 62% van de gevallen een karaktereigenschap genoemd wordt als belangrijkste kenmerk. In feite ‘iets dat je bent’. Hier vallen integriteit en betrokkenheid ook onder. 24% van de respondenten noemt een gedragseigenschap, ‘iets dat je doet’ als belangrijkste. Het minst vaak (14%) wordt een persoonskenmerk, ‘iets dat je hebt’, als belangrijkste kenmerk genoemd.
10
Tabel 4. Belangrijkste kenmerken volksvertegenwoordiging % dat type Meest genoemde eigenschap genoemd kenmerk van deze heeft eigenschap Karakter (ben je) 62 Integriteit (20%) Gedrag (doe je) 24 Luisteren (11%) Persoonskenmerk (heb je) 14 Kennis hebben (11%)
Oordeel over de raad Op basis van een viertal stellingen en een vraag naar het functioneren van de raad wordt een oordeel over de raad van Lelystad weergegeven. Grafiek 9. Mate van instemming met stellingen over de gemeenteraad Ik heb vertrouwen in de besluiten van de gemeenteraad (2009)
23
47
Ik heb vertrouwen in de besluiten van de gemeenteraad
31
De persoon op wie ik gestemd heb, maakt zijn beloften waar
30
Ik voel mij vertegenwoordigd door de gemeenteraad
25
56
15
40
11 0
(zeer) mee eens
44
22
Als inwoner heb ik invloed op wat er in de raadsvergadering gebeurt
30
38
36 10
neutraal
20
30
53 40
50
60
70
80
90
100
(zeer) mee oneens
Het grootste verschil tussen 2009 en 2012 zit in de stelling ‘ik heb vertrouwen in de besluiten van de gemeenteraad’. Het aandeel inwoners dat met deze stelling instemt is gestegen van 23% naar 31%. Daarnaast heeft een kleiner aandeel (zeer) oneens gestemd op deze stelling. Het lijkt erop dat inwoners positiever gestemd over de beslissingen die de raad neemt. Op de stelling ‘ik voel me vertegenwoordigd (…)’ en ‘Als inwoner heb ik invloed (…)’ is de mate van instemming onveranderd gebleven. Nieuw was in 2012 de stelling ‘De persoon op wie ik gestemd heb (…)’. Een meerderheid van de respondenten heeft hier neutraal op geantwoord. Tevens heeft bijna de helft van de respondenten ‘geen mening’ als antwoord gegeven. Voor veel inwoners blijft het onduidelijk hoe de persoon op wie men gestemd heeft, het na de verkiezingen doet. 2
Aan de leden van het LelyStadsPanel is gevraagd om over een scala van items aan te geven hoe tevreden zij zijn over de volksvertegenwoordigers. Het belangrijkste beeld dat hieruit komt is dat ongeveer de helft van de mensen geen mening heeft. Zij vinden van zichzelf dat zij te weinig weten/ ervaring hebben om hierover te kunnen oordelen. De mensen die wel een mening hebben scoren ‘in het midden’ (gemiddeld 49%). Zij zijn tevreden noch ontevreden over de Lelystadse gemeenteraadsleden. Ongeveer een kwart is tevreden en een even groot aandeel is ontevreden.
2
Het gaat om de volgende items: aanspreekbaarheid, behulpzaamheid, betrokkenheid, deskundigheid, betrouwbaarheid, vaardigheid om te debatteren, evenwicht tussen stadsbelang en partijbelang, vernieuwing, reactietijd, presentatie in media, straatgesprekken. Voor de uitkomsten op de specifieke items kunt u de OZV ‘bekendheid en imago gemeenteraad’ 2012 (onderzoeksverantwoording), vraag B21 raadplegen. www.lelystad.nl/onderzoek 11
Met een rapportcijfer kon men een totaaloordeel geven over de huidige gemeenteraad. Ongeveer 28% van de mensen wilde of kon dit niet geven. In vergelijking met 2009 gaven in 2012 minder mensen de gemeenteraad een rapportcijfer. In 2009 onthield 17% zich van het geven van een cijfer. Het gemiddelde cijfer dat de gemeenteraad kreeg was een 6,0. Het gemiddelde cijfer is vergelijkbaar met uitkomsten uit vorige peilingen. Toen schommelde het resultaat ook rond 6,0. Het vaakst werd in 2012 een 7 (36%) geven. Daarna een 6 (34%) en 5 (15%). Kijken we naar het gemiddelde cijfer per leeftijd dan wordt zichtbaar dat de jongste stemgerechtigden en de senioren het positiefst zijn over de gemeenteraad, zie grafiek 10. Vooral de mensen tussen de 30 en 67 geven de gemeenteraad een gemiddeld, of een cijfer dat iets lager ligt dan gemiddeld. Dit beeld was in 2009 anders. Toen waren de jongste stemgerechtigden juist het negatiefst en steeg het gemiddelde cijfer met de leeftijd. Grafiek 10. Gemiddeld rapportcijfer per leeftijd 10 9
8 7 6 5 4 3 2 1
0 18
28
38
48
58
68
78
Toekomstverwachting Wanneer gevraagd wordt hoe de gemeenteraad de komende jaren zal functioneren verwacht driekwart van de inwoners dat dit ‘gelijk’ zal blijven, zie tabel 7. Toch lijkt het erop dat de inwoners in 2012 minder optimistisch zijn dan in 2009. Toen dacht nog 21% dat het functioneren van de raad in de toekomst zou verbeteren. Het aandeel inwoners dat verwacht dat het slechter zal gaan is gelijk gebleven en ligt rond 12%. Tabel 7. Verwachting over functioneren van de gemeenteraad in de toekomst 2012 2009 Vooruit 14 21 Gelijk blijven 74 69 Achteruit 12 11
Conclusies Als betrokkenheid bij de lokale politiek gemeten wordt aan de hand van stemgedrag, dan is het LelyStadsPanel erg betrokken. Maar liefst 83% van de respondenten heeft gestemd tijdens de gemeenteraadsverkiezingen 2010, terwijl voor de stad het opkomstpercentage op 49% lag. Toch zegt stemgedrag lang niet alles over daadwerkelijk betrokkenheid. Van de respondenten zegt 25% geen of weinig belangstelling te hebben voor lokale politiek. Omdat panelleden vermoedelijk meer (politieke) betrokkenheid hebben dan de ‘doorsnee’ inwoner, zal dit percentage onder alle Lelystedelingen waarschijnlijk hoger liggen. Belangstelling hebben voor de lokale politiek resulteert maar in beperkte mate in een bezoek aan raadsvergaderingen. Ongeveer 30% van de inwoners heeft ooit een vergadering
12
bezocht. Het bezoekpercentage aan raadsvergaderingen van de jongste groep respondenten (18-29 jaar) ligt ongeveer even hoog als 40-54 jarigen. Toch zegt 70% van 18-29 jarigen géén raadsleden bij naam te kennen. Terwijl de 40-54 jarigen in 60% van de gevallen juist wel een of meer raadsleden bij naam kunnen noemen. 55+ kennen het vaakst een of meer raadsleden bij naam. Tussen 2009 en 2012 valt een interessant verschil te constateren in de perceptie van inwoners met betrekking tot de belangrijkste taken van de gemeenteraad. Vond in 2009 73% van de inwoners dat ‘belangen behartigen van inwoners’ de belangrijkste taak is, in 2012 is dit gestegen naar 78%. Opmerkelijk is de daling van het belang van ‘toezien op gewenst beleid’ (gezakt van 73% naar 63%) en ‘op hoofdlijnen vaststellen van gemeentelijk beleid’ (gezakt van 64% naar 58%). Overigens blijft een meerderheid van de inwoners dit belangrijke taken van de gemeenteraad vinden. Nieuw is een meerderheid van 56% dat ‘geld/uitgaven van de gemeente beheren’ ook een belangrijke taak vindt. In 2009 noemde ‘slechts’ 45% van de respondenten dit item. In het licht van de voortdurende crisis, vinden waarschijnlijk steeds meer inwoners het belangrijk dat de gemeenteraad goed op de financiën let. Nieuw is dat in 2012 is getracht uit te vinden welke kenmerken inwoners nu belangrijk vinden in een raadslid. Dit heeft geleid tot een driedeling in eigenschappen. De belangrijkste eigenschap is ‘karakter’, oftewel ‘iets dat je bent’. In 62% van de antwoorden werd een karaktereigenschap genoemd, met ‘integriteit’ als belangrijkste voorbeeld. Op ruime afstand (24%) gevolgd door ‘gedrag’, ‘iets dat je doet’. Men noemde ‘luisteren’ het vaakst. Tot slot werd ‘persoon’ genoemd (14%), ‘iets dat je hebt’. ‘Kennis hebben’ geldt hier als het belangrijkste voorbeeld. Positief is dat in vergelijking met 2009 inwoners minder vaak een ‘verminderd’ vertrouwen hadden na bezoek aan een vergadering (21% vs 26%). Men ging in 2012 in 74% van de gevallen met ‘gelijk vertrouwen’ naar huis. Wanneer men met verminderd vertrouwen naar huis ging, was dit meestal (58%) het gevolg van het idee dat ‘iedereen zijn standpunt al voor de discussie had ingenomen’. Ook in 2009 was dit de belangrijkste ‘klacht’. Speciale aandacht is deze peiling uitgegaan naar het BOB-vergadermodel. De raad van Lelystad heeft de raadsvergadering opgeknipt in drie delen, een beeldvormende fase, een oordeelvormende fase en een besluitvormende fase. Dat de raad een andere manier van vergaderen hanteert, ontgaat veel inwoner. 70% heeft nog nooit van het BOB-model gehoord. Dit komt in grote lijnen overeen met de mensen die nog nooit naar een raadsvergadering geweest zijn. Toch zijn er ook mensen die wel eens een raadsvergadering bezocht hebben, die hier nog nooit van gehoord hebben. 63% van de respondenten verwacht in de toekomst weer een vergadering te bezoeken. Dit hangt echter veelal van het onderwerp af en niet van het gebruikte vergadermodel. Al met al geven inwoners de gemeenteraad een 6,0. Deze score is vrijwel gelijk aan de vorige metingen. Ook de afstand die inwoners ervaren is ongeveer hetzelfde gebleven. Het beeld over de raad is dus dat zij voldoende zijn werk doet, al hebben inwoners die sterk(er) politiek betrokken zijn een kritischer oordeel. Iets dat de gemeente ook van zijn burgers verwacht.
13