SOCIALE INDEX SCHIEDAM
Schiedam, Onderzoek en Statistiek
Schiedam Onderzoek en Statistiek & The Research Company Onderzoeker A.V. Feijt www.rcompany.nl In opdracht van: Gemeente Schiedam afdeling Wijkontwikkeling december 2011
2
Inhoudsopgave SOCIALE INDEX SCHIEDAM......................................................................................................................................................................................................................................... 4 Instrumentarium en begrippen.............................................................................................................................................................................................................................. 4 Thema’s. ................................................................................................................................................................................................................................................................. 6 UITKOMSTEN SOCIALE INDEX .................................................................................................................................................................................................................................... 7 Indexscores op wijkniveau ..................................................................................................................................................................................................................................... 7 Themascores op wijkniveau ................................................................................................................................................................................................................................... 8 WIJKBESCHRIJVINGEN .............................................................................................................................................................................................................................................. 12 Criteria en meetpunten op wijkniveau ................................................................................................................................................................................................................ 12
3
SOCIALE INDEX SCHIEDAM Sinds 2011 beschikt Schiedam over de Sociale Index Schiedam. De Sociale Index geeft een beeld op basis van de onderwerpen Leefomgeving, Persoonlijke kansen, Meedoen, en Sociale betrokkenheid hoe Schiedam en de afzonderlijke wijken er in sociaal opzicht voorstaan. Hierbij is gebruik gemaakt van onder andere enquêtegegevens, gegevens uit de gemeentelijke basisadministratie en inkomensgegevens. Deze gegevens zijn vervolgens omgezet naar rapportcijfers. In verband met de leesbaarheid wordt gebruik gemaakt van 5 kleuren om bepaalde scores aan te duiden. Op die manier toont de Sociale Index op inzichtelijke wijze de onderlinge verschillen tussen de 9 Schiedamse wijken. Het instrument, de Sociale Index, is toepasbaar als signalering / indicator voor wijkachterstanden en is (in combinatie met aanvullende onderzoeksgegevens) een mogelijk vertrekpunt voor beleidsbepalers en beleidsondersteunende afdelingen op het gebied van o.a. wijkontwikkeling, zorg en welzijn. De toegevoegde waarde van de Sociale Index ligt in het totaaloverzicht aan gegevens, de presentatievorm en de actualiteit van de rapportcijfers. Naast deze rapportage een uitgebreide technische handleiding beschikbaar. Hierin is van elk meetpunt een omschrijving opgenomen met informatie over bronnen, gemeten waarden en scoreberekeningswijze.
Instrumentarium en begrippen De Sociale Index is een instrument dat meerdere malen per jaar wordt bijgewerkt. Het doel is om periodiek de ontwikkelingen over een langere periode samen te vatten, kennis uit relevant (aanvullend) onderzoek aan te bieden, relevante stedelijke ontwikkelingen en nieuwe inzichten aan te bieden. Het moment van rapportage wordt ook gebruikt als moment van (her)ijking. Anders gezegd: er wordt dan bepaald of de normering van het instrument nog voldoet. Meetgegevens De gegevens voor de Sociale Index zijn voor ca. 65% afkomstig uit enquêtes onder bewoners en voor ca. 35% uit andere bronnen. Het bronnenmateriaal voor de meetpunten is zorgvuldig gekozen. Er is gekeken naar relevantie , betrouwbaarheid , continuïteit en bruikbaarheid (zoals een voldoende aantal respondenten per wijk). Rapportcijfers zijn gebaseerd op 65 bruikbare variabelen. De gebruikte bronnen zijn o.a. het Schiedams Omnibusonderzoek, diverse leefbaarheidsonderzoeken, Woononderzoek Nederland (WoON), gemeentelijke basisadministratie, meldingen Zorgnetwerk bij stichting Maatschappelijke Dienstverlening, meldingen huiselijk geweld, inkomensgegevens en gegevens van UWV WERKbedrijf.
4
Van meetgegevens naar rapportcijfers. De rapportcijfers komen als volgt tot stand: Stap 1 Het vergelijken van meetgegevens van wijken onderling. Wat is de gemiddelde score van Schiedam en in hoeverre wijkt het wijkgemiddelde hiervan af? Stap 2 De verschillen worden uitgedrukt in een waarde boven of onder het gemiddelde (o). Stap 3 De afwijking van het gemiddelde uit te drukken in een cijfer tussen 1 en 10. Stap 4 Bepalen van de norm. Dat wil zeggen dat gekeken wordt hoe Schiedam op een bepaald meetgegeven scoort ten opzichte van steden als Rotterdam en Vlaardingen.
Kleurgebruik/ legenda Voor een heldere presentatie van de gegevens wordt gebruik gemaakt van grafische weergave met kleuren. Voor de kleurweergave is gekozen voor de volgende indeling. Lager dan 3 = ‘Problematisch’ 3,0 tot 4,7 ‘Zeer zwak’ 4,7 tot 6,3 ‘Kwetsbaar’ 6,3 tot 7,9 ‘Voldoende’ 7,9 en hoger ‘Sterk’
Legenda Sterk
7,9 hoger
Voldoende
6,3 tot 7,9
Kwetsbaar
4,7 tot 6,3
Zeer zwak
3,0 tot 4,7
Problematisch
lager 3,0
Tabellen Bij Onderzoek & Statistiek van de gemeente Schiedam is informatie op te vragen over de achterliggende meetgegevens. Alle meetpunten met de berekeningswijze zijn gedocumenteerd in een overzichtelijke Technische Handleiding die per meting wordt bijgewerkt.
Weging Er is voor een aantal meetpunten gebruik gemaakt van een combinatie van datasets. Steeds is de nieuwe dataset op wijkniveau getoetst op responsaantallen en samenstelling. Waar dat nodig was is weging toegepast zoals dat gebruikelijk is voor onderzoeksdata.
5
Thema’s. De Sociale Index is verdeeld in 4 thema’s: 1)‘Persoonlijke kansen’ bestaat o.a. uit het opleidingsniveau, gezondheid en inkomen van de bewoners. De criteria uit dit thema bepalen mede of bewoners de mogelijkheid hebben zich persoonlijk te ontwikkelen en mee te doen. 2)‘Meedoen’ : o.a. de criteria ‘werk en school’, sociale contacten, deelname aan culturele/vrijetijdsactiviteiten en maatschappelijke inzet. 3)’Sociale binding’: o.a. criteria ‘aantal mutaties’ (verhuizingen) in de wijk, ‘betrokkenheid, verantwoordelijkheid en saamhorigheid van de bewoners met betrekking tot hun wijk’. 4)“Leefomgeving” : o.a. een aantal voorwaarden die gesteld moeten worden aan de leefomgeving. Passende huisvesting, goede voorzieningen, een schone straat en een prettige woonsfeer dragen belangrijk bij aan de kwaliteit van leven.
Thema’s PERSOONLIJKE KANSEN
MEEDOEN
SOCIALE BINDING
LEEFOMGEVING
Criteria Gezondheid Inkomen Opleiding Actief in werk of opleiding Sociale contacten Deelname aan activiteiten Maatschappelijke inzet Verhuisbewegingen Gevoelens van binding Vertrouwen in toekomst wijk Omgang bewoners Huisvesting Voorzieningen Schoon, heel en veilig
Van meetpunt naar score voor criterium en score voor thema. Beginpunt voor scoreberekening is het resultaat van een meetpunt. Bijvoorbeeld een vraag uit het Omnibusonderzoek “Heeft u zich de afgelopen 12 maanden actief ingezet voor uw wijk?’. Hoe meer mensen zich actief inzetten om hun wijk te verbeteren, hoe hoger de wijk scoort op het criterium ‘maatschappelijke inzet’. De score voor een criterium is namelijk het gemiddelde van de onderliggende scores van de meetpunten. Bijvoorbeeld: als een wijk voor het meetpunt ‘aantal mensen actief om hun wijk te verbeteren’ een 6 scoort en op het meetpunt ‘aantal mensen dat onbetaald werk verricht voor een club of vereniging’ een 5, dan wordt de gemiddelde score voor het criterium ‘maatschappelijke inzet’ 5,5. De themascore voor het thema ´Meedoen´ is vervolgens het gemiddelde van de bijbehorende criteriascores. Ten slotte leveren de vier themascores van een wijk een gemiddeld cijfer voor de sociale kwaliteit van de wijk op.
6
UITKOMSTEN SOCIALE INDEX Indexscores op wijkniveau Legenda CENTRUM
OOST
WEST
ZUID
NIEUWLAND
GROENOORD
KETHEL
WOUDHOEK
SPALAND SVEAPARKEN
Sterk
7,9 hoger
Voldoende
6,3 tot 7,9
Kwetsbaar
4,7 tot 6,3
Zeer zwak
3,0 tot 4,7
Problematisch
lager 3,0
Schiedam heeft één wijk die ‘Sterk’ scoort: Kethel 3 wijken die gemiddeld genomen over de 4 thema’s voldoende scoren: Spaland/Sveaparken, Woudhoek en Centrum Drie wijken scoren kwetsbaar: West, Zuid en Groenoord Twee wijken scoren zeer zwak: Oost en Nieuwland WIJK Kethel Spaland/Sveaparken Woudhoek Centrum West Zuid Groenoord Oost Nieuwland
CIJFER 8,1 7,4 7,0 6,5 6,0 5,4 5,2 4,5 4,4
De themascores worden hierna op hoofdlijnen per wijk behandeld. Een diepere analyse van de uitkomsten op wijkniveau is te vinden in het hoofdstuk Wijkbeschrijvingen.
7
Themascores op wijkniveau
CENTR. TOTAALSCORE
OOST
WEST
ZUID
NIEUW -LAND
GROEN -OORD
KETHEL
WOUD -HOEK
SPALAND SVEAPARKEN
Legenda Sterk
7,9 hoger
Voldoende
6,3 tot 7,9
PERSOONLIJKE KANSEN
Kwetsbaar
4,7 tot 6,3
MEEDOEN
Zeer zwak
3,0 tot 4,7
Problematisch
lager 3,0
SOCIALE BINDING LEEFOMGEVING
Wijken die sterk scoren Slechts de wijk Kethel scoort op alle thema’s sterk, namelijk scores variërend van 7,7 voor Leefomgeving tot 8,6 voor Sociale binding. Kethel heeft de hoogste indextotaalscore van alle wijken (8,1).
Wijken die voldoende scoren Het Centrum scoort gemiddeld een voldoende, namelijk 6,5. Op de thema’s Persoonlijke kansen, Meedoen en Sociale binding scoort de wijk redelijk goede cijfers, echter de Leefomgeving blijft enigszins achter met een score van 6,1. Woudhoek scoort gemiddeld beter dan het Centrum (7,0). De wijk heeft goede scores voor Sociale binding (7,5) en Leefomgeving (7,2). Ook een redelijk goede score voor Persoonlijke kansen (6.9). Op het thema Meedoen scoort de wijk wat minder maar nog steeds voldoende (6,4). Spaland/Sveaparken scoort net als Woudhoek goed op de thema’s Meedoen, Sociale binding en Leefomgeving. Op het thema Persoonlijke kansen kan de wijk zelfs als zeer sterk worden gekwalificeerd (8,1) . Gemiddeld genomen scoort de wijk een 7,4 op de Sociale Index.
Kwetsbare wijken Groenoord scoort alleen voldoende op het thema Sociale binding. Met name op de thema’s Persoonlijke kansen en Meedoen scoort de wijk zeer zwak. Zuid scoort vrijwel gelijk op de Sociale Index als Groenoord. Echter Zuid heeft minder uitschieters naar boven en beneden dan Groenoord. Zuid heeft één thema waarop het zeer zwak scoort : Persoonlijke kansen (4,3). 8
De indexscore van West is voor alle thema’s ongeveer een 6. Het is daarmee een kwetsbare wijk wat betreft de diverse thema’s. In West is er geen enkel thema dat er in negatieve zin uitspringt. Slechts het thema Meedoen scoort als enige bovengemiddeld. Wel zijn er grote verschillen tussen het noordelijk en het zuidelijk deel van de wijk (ten noorden en zuiden van de Burgemeester Knappertlaan). In het hoofdstuk Wijkbeschrijvingen wordt hier nader op ingegaan. Zeer zwakke wijken Nieuwland en Oost scoren het laagst op de Sociale Index. Beide wijken scoren op geen enkel thema een voldoende. Met name de zeer lage score op het thema Persoonlijke kansen in de wijk Nieuwland valt in negatieve zin op. De score voor dit thema is aanzienlijk lager dan in de andere wijken. In Oost valt naast de lage score voor Persoonlijke kansen die voor Sociale binding op.
CENTR.
OOST
WEST
ZUID
NIEUW -LAND
GROEN -OORD
KETHEL
WOUD -HOEK
SPALAND SVEAPAR -KEN
TOTAALSCORE
6,5
4,5
6,0
5,4
4,4
5,2
8,1
7,0
7,4
PERSOONLIJKE KANSEN
6,9
4,4
6,2
4,3
2,9
3,4
7,8
6,9
8,1
MEEDOEN
6,9
5,1
6,3
5,2
5,1
4,5
8,4
6,4
7,2
SOCIALE BINDING
6,3
3,8
5,5
6,1
4,8
6,8
8,6
7,5
7,1
LEEFOMGEVING
6,1
4,8
6,1
5,9
4,7
6,1
7,7
7,2
7,3
WIJK
9
Overzicht Themascores Schiedam De verschillen tussen wijken zijn duidelijk zichtbaar in onderstaande grafiek. De totaalscores van 4 wijken liggen boven het Schiedams gemiddelde en 4 wijken scoren daaronder. Op het thema’s Persoonlijke kansen en Meedoen scoren 5 wijken boven gemiddeld. Drie wijken scoren onder gemiddeld als het gaat om Sociale binding en Leefomgeving. De wijken verschillen het sterkst op de scores voor het thema Persoonlijke kansen. Het verschil in Persoonlijke kansen van inwoners van Spaland/Sveaparken en inwoners van Nieuwland is het grootst. De wijken Zuid en Groenoord blijven achter bij het Schiedams gemiddelde als het gaat om de thema’s Persoonlijke kansen en Meedoen terwijl deze wijken voor de andere thema’s wel gemiddeld of bovengemiddeld scoren. Opvallend is de relatief hoge score van Groenoord voor het thema Sociale binding. 10 9 8 7
Schiedams gemiddelde (norm)
6 5 4
TOTAALSCORE
3
PERSOONLIJKE KANSEN
2
MEEDOEN
1
SOCIALE BINDING LEEFOMGEVING
0 KETHEL
SPALAND WOUDHOEK SVEAPARKEN
CENTRUM
WEST
ZUID
GROENOORD
OOST
NIEUWLAND
10
Van de 36 themascores scoort Schiedam 3 keer een score op het niveau “sterk”. WIJK TOTAALSCORE PERSOONLIJKE KANSEN MEEDOEN SOCIALE BINDING LEEFOMGEVING
CENTRUM.
OOST
WEST
ZUID
NIEUWLAND
GROENOORD
KETHEL
WOUDHOEK
6,5 6,9 6,9 6,3 6,1
4,5 4,4 5,1 3,8 4,8
6,0 6,2 6,3 5,5 6,1
5,4 4,3 5,2 6,1 5,9
4,4 2,9 5,1 4,8 4,7
5,2 3,4 4,5 6,8 6,1
8,1 7,8 8,4 8,6 7,7
7,0 6,9 6,4 7,5 7,2
SPALAND/SVEAPARKEN 7,4 8,1 7,2 7,1 7,3
Van de 36 themascores scoort Schiedam 14 keer een score op het niveau “voldoende” WIJK TOTAALSCORE PERSOONLIJKE KANSEN MEEDOEN SOCIALE BINDING LEEFOMGEVING
CENTRUM
OOST
WEST
ZUID
NIEUWLAND
GROENOORD
KETHEL
WOUDHOEK
6,5 6,9 6,9 6,3 6,1
4,5 4,4 5,1 3,8 4,8
6,0 6,2 6,3 5,5 6,1
5,4 4,3 5,2 6,1 5,9
4,4 2,9 5,1 4,8 4,7
5,2 3,4 4,5 6,8 6,1
8,1 7,8 8,4 8,6 7,7
7,0 6,9 6,4 7,5 7,2
SPALAND/ SVEAPARKEN 7,4 8,1 7,2 7,1 7,3
Van de 36 themascores scoort Schiedam er op 13 een score op het niveau “kwetsbaar”. WIJK TOTAALSCORE PERSOONLIJKE KANSEN MEEDOEN SOCIALE BINDING LEEFOMGEVING
CENTRUM
OOST
WEST
ZUID
NIEUWLAND
GROENOORD
KETHEL
WOUDHOEK
6,5 6,9 6,9 6,3 6,1
4,5 4,4 5,1 3,8 4,8
6,0 6,2 6,3 5,5 6,1
5,4 4,3 5,2 6,1 5,9
4,4 2,9 5,1 4,8 4,7
5,2 3,4 4,5 6,8 6,1
8,1 7,8 8,4 8,6 7,7
7,0 6,9 6,4 7,5 7,2
SPALAND/ SVEAPARKEN 7,4 8,1 7,2 7,1 7,3
Van de 36 themascores scoort Schiedam er op 5 een score op het niveau “zwak”. WIJK TOTAALSCORE PERSOONLIJKE KANSEN MEEDOEN SOCIALE BINDING LEEFOMGEVING
CENTR.
OOST
WEST
ZUID
NIEUWLAND
GROENOORD
KETHEL
WOUDHOEK
SPALAND/ SVEAPARKEN
6,5 6,9 6,9 6,3 6,1
4,5 4,4 5,1 3,8 4,8
6,0 6,2 6,3 5,5 6,1
5,4 4,3 5,2 6,1 5,9
4,4 2,9 5,1 4,8 4,7
5,2 3,4 4,5 6,8 6,1
8,1 7,8 8,4 8,6 7,7
7,0 6,9 6,4 7,5 7,2
7,4 8,1 7,2 7,1 7,3
Van de 36 themascores scoort Schiedam er op 1 een score op het niveau “problematisch”. WIJK TOTAALSCORE PERSOONLIJKE KANSEN MEEDOEN SOCIALE BINDING LEEFOMGEVING
CENTR.
OOST
WEST
ZUID
NIEUWLAND
GROENOORD
KETHEL
WOUDHOEK
6,5 6,9 6,9 6,3 6,1
4,5 4,4 5,1 3,8 4,8
6,0 6,2 6,3 5,5 6,1
5,4 4,3 5,2 6,1 5,9
4,4 2,9 5,1 4,8 4,7
5,2 3,4 4,5 6,8 6,1
8,1 7,8 8,4 8,6 7,7
7,0 6,9 6,4 7,5 7,2
SPALAND/ SVEAPARKEN 7,4 8,1 7,2 7,1 7,3
11
WIJKBESCHRIJVINGEN Criteria en meetpunten op wijkniveau In dit hoofdstuk wordt afgedaald naar het niveau van de criteria. Elk criterium bestaat op zijn beurt weer uit enkele meetpunten. Allereerst worden de criteria die onvoldoende scoren (oranje of rood) per wijk beschreven. Vervolgens wordt een overzicht gegeven van de overige meetpunten, waarop de betreffende wijk ‘sterk’, ‘zeer zwak’ of ‘problematisch’ scoort. CENTRUM Het Centrum scoort op het criterium omgang bewoners zeer zwak. Dit wordt met name veroorzaakt door een matige score op het meetpunt ‘oordeel van bewoners over omgang tussen allochtonen en autochtonen’.
Gezondheid
Opleiding
Omgang bewoners
Inkomen
PERSOONLIJKE KANSEN
LEEFOMGEVING
Huisvesting
Voorzieningen Schoon, heel en veilig
Ook op het criterium verhuisbewegingen scoort het Centrum zeer zwak. Dit komt door een hoog mobiliteitscijfer en doordat er relatief weinig bewoners zijn die langere tijd (langer dan 10 jaar) op hetzelfde adres blijven wonen.
Actief in werk of opleiding
MEEDOEN
SOCIALE BINDING
Vertrouwen in toekomst van de wijk
Maatschappelijke inzet
Verhuisbewegingen
Gevoelens van binding
Sociale contacten
Deelname aan activiteiten
Overige meetpunten met opvallende scores CENTRUM Sterk
Zeer zwak
Veel bewoners met een hoog opleidingsniveau
Weinig contact met familieleden
Veel bewoners geven aan een goede gezondheid te hebben Veel contact met vrienden/kennissen Weinig bewoners geven aan dat er niemand is om mee te praten Weinig bewoners geven aan dat er niemand is die belangstelling voor je heeft Veel bewoners geven aan minstens 1 keer per maand uit te gaan Veel bewoners geven aan een hobby te hebben of een theater/concert te bezoeken Veel bewoners geven aan actief als vrijwilliger te zijn Veel bewoners geven aan ‘Ik zie dat de gemeente helpt om mijn wijk te verbeteren’ Weinig bewoners hebben overlast van gaten of verzakkingen in de bestrating Hoge mate van ‘tevredenheid over winkels voor de dagelijkse boodschappen’ Hoge mate van ‘tevredenheid haltes openbaar vervoer’ Hoge mate van ‘bekendheid met sociale voorzieningen’
Weinig bewoners helpen een zieke of hulpbehoevende Veel bewoners ondervinden overlast van rommel op straat Veel bewoners ondervinden overlast van hondenpoep op straat Veel bewoners geven aan dat er te hard wordt gereden Veel bewoners ondervinden overlast van lawaai op straat Veel bewoners ondervinden overlast door jongeren Lage mate van ‘tevredenheid over het groen in de wijk’ Lage mate van ‘tevredenheid over crèches in de wijk’
Problematisch Veel bewoners geven aan dat bekladding van muren en gebouwen vaak voorkomt Lage mate van ‘tevredenheid basisscholen in de wijk’
12
WIJKTYPERING CENTRUM In sociaal opzicht scoort het Centrum op veel punten bovengemiddeld goed. Als het gaat om de thema’s persoonlijke kansen (opleiding, inkomen) en meedoen (actief in werk of opleiding, sociale contacten) doen zich relatief weinig problemen voor in het Centrum. Ook op het gebied van sociale binding doet de wijk het goed. De belangrijkste reden dat het Centrum op deze punten goed scoort heeft te maken met de samenstelling van de bevolking. Vaak betreft het jongeren die nog bezig zijn met een opleiding of deze net hebben afgerond. Een binnenstadsmilieu is voor hen doorgaans een aantrekkelijk gebied om te wonen. Dat verklaart tevens waarom er in het Centrum veel verhuisd wordt: in veel gevallen betreft het starters op de woningmarkt die nog aan het begin staan van hun wooncarrière. Anderzijds komen in het Centrum ook relatief veel hoog opgeleide tweeverdieners voor in met name de grachtenpanden en de herenhuizen aan de rand van de wijk. Kortom, in sociaal-economisch opzicht functioneert de wijk prima. Dat het totale rapportcijfer voor het Centrum toch niet ver boven het gemiddelde uitsteekt, heeft te maken met de functie van het gebied. Winkelen en uitgaan trekken grote aantallen mensen en verkeer aan uit andere delen van de stad. Dat zorgt van tijd tot tijd voor problematische situaties op het gebied van veiligheid (geweld, diefstal), jongerenoverlast, lawaai, drugs, etc. Tevens heeft de hoge bebouwingsdichtheid een nadelige invloed op het leefklimaat van de bewoners. Parkeren in de binnenstad blijft problematisch, maar ook is er weinig ruimte voor groen en voor kinderen om te spelen.
Vanuit bewoners en professionals In sociaal, maatschappelijk en economisch opzicht zijn er weinig aandachtspunten in het Centrum. Het zijn vooral de fysieke structuur en fysieke omstandigheden - overigens inherent aan een binnenstadsmilieu - die af en toe voor problematische situaties zorgen. Overlast van horecabezoekers is daar een voorbeeld van. Bovendien is er op gezette tijden sprake van rondhangende jongeren die - met name op koopavond - voor overlastsituaties zorgen. Verder is er sprake van een gebrek aan fysieke (buiten)ruimte ten aanzien van speelmogelijkheden voor kinderen. Absoluut gezien is deze groep echter vrij klein.
13
OOST Het zijn de thema’s Persoonlijke kansen en Sociale binding die opvallend (laag) scoren. De lage score voor Persoonlijke kansen wordt vooral bepaald door het criterium opleiding. De meetpunten laten voor Oost een relatief hoog aantal voortijdig schoolverlaters en veel kinderen die met een achterstand starten in het basisonderwijs zien. Daarnaast zijn er veel huishoudens met een inkomen dat lager is dan 105% van het sociaal minimum Tevens is de score voor gezondheid laag en er komen relatief veel verzoeken tot hulpverlening binnen bij de Stichting Maatschappelijke Dienstverlening.
Gezondheid
Opleiding
Omgang bewoners
Inkomen
PERSOONLIJKE KANSEN
LEEFOMGEVING
Huisvesting
Voorzieningen Schoon, heel en veilig Actief in werk of opleiding
MEEDOEN
SOCIALE BINDING
Vertrouwen in toekomst van de wijk
Sociale contacten
De lage score voor Sociale binding heeft te maken met lage scores voor vrijwel alle meetpunten van dit thema. Er is bijvoorbeeld een Deelname aan activiteiten Maatschappelijke inzet Verhuisbewegingen Gevoelens van binding hoog percentage “nieuwkomers” (korter dan 2 jaar in Nederland), relatief veel verhuisbewegingen en veel bewoners wonen korter dan 10 jaar op hetzelfde adres. Hierdoor zijn er maar weinig bewoners die een band hebben met de wijk. Door dit alles voelt slechts een klein deel van de bewoners zich verantwoordelijk voor de wijk (laagste percentage van alle wijken in Schiedam). Voor de volgende nog niet genoemde criteria worden eveneens opvallend negatieve scores behaald: Thema Meedoen: Het criterium sociale contacten scoort zeer zwak, omdat met name het percentage bewoners dat wekelijks contact heeft met vrienden of familie relatief laag is. Thema Leefomgeving: Het criterium schoon, heen en veilig scoort zeer zwak. Zo is er relatief veel overlast van rommel, vuil en hondenpoep. Daarnaast komen volgens de bewoners bekladding van muren en gebouwen en verzakkingen en gaten in de bestrating veelvuldig voor. Overige meetpunten met opvallende scores OOST Sterk
Zeer zwak
Problematisch
Veel bewoners geven aan minstens 1 keer per maand uit te gaan
Lage deelname aan activiteiten in clubverband
Zeer weinig bewoners geven aan actief als vrijwilliger te zijn
Veel bewoners helpen een zieke of hulpbehoevende
Laag ‘percentage bewoners dat een actieve bijdrage levert aan de leefbaarheid in de wijk’
Veel bewoners geven aan dat er te hard wordt gereden
Hoge mate van ‘tevredenheid over openbaar vervoer in de buurt’
Weinig vertrouwen in de toekomst van de wijk
Hoge mate van ‘tevredenheid over speelgelegenheid voor jonge kinderen’
Veel bewoners ondervinden geluidsoverlast door verkeer Veel bewoners ondervinden overlast van lawaai op straat Veel bewoners ondervinden drugsoverlast Weinig ‘parkeergelegenheid in de buurt’
Veel bewoners ondervinden overlast van andere vormen van lawaai Zeer lage mate van ‘tevredenheid over groen in de buurt’ Zeer lage mate van ‘tevredenheid over sociale voorzieningen’
14
WIJKTYPERING OOST Waar in Nieuwland de problemen zich het meest pregnant voordoen op het gebied van persoonlijke kansen is er in Oost juist sprake van een brede spreiding van de sociale problematiek. Het is eigenlijk van alles wat: niet alleen op het gebied van arbeid en inkomen zijn de problemen groot, ook als het gaat om sociale cohesie, de leefomgeving en de voorzieningen scoort de wijk ruim onder het stedelijk gemiddelde. Een hoge stedelijke dichtheid en veel particuliere huurwoningen (van vaak zeer matige kwaliteit) maken dat Oost aantrekkelijk is voor specifieke doelgroepen als starters op de woningmarkt en andere groepen die snel woonruimte nodig hebben. Dat verklaart waarom de wijk veel kamerverhuurbedrijven herbergt. In dergelijke situaties weegt ‘een dak boven het hoofd’ vaak zwaarder dan kwaliteit. Met als gevolg dat de doorloopsnelheid van woningen extreem hoog is. Het is een komen en gaan van groepen die maar kort in de wijk blijven wonen. Jongeren aan het begin van hun wooncarrière en MOE-landers zijn daar typische voorbeelden van. Mede omdat Oost qua bevolking een jonge wijk is, vallen zaken als gemiddeld opleidingsniveau en de mate van werkloosheid nog redelijk mee. Omdat het voornamelijk een jonge bevolking betreft, komen problemen met betrekking tot eenzaamheid en sociale contacten minder vaak voor (jongeren hebben doorgaans een levendig uitgaansgedrag). Onder de relatief kleine groep ouderen is dit echter wel het geval. Verder is het inkomen in Oost laag. Bovendien is het vaak zo dat wanneer het inkomen stijgt, men al gauw geneigd is om elders in Schiedam of daarbuiten woonruimte te zoeken. Wonen in Oost is meer dan in andere wijken vaak tijdelijk van karakter. Met als gevolg dat de wijkbinding er laag is. Dat geldt eveneens voor het zich medeverantwoordelijk voelen voor de leefbaarheid in de buurt. Het zich bekommeren om de buurt en de medebewoners staat er op een laag peil. Typerend voor Oost is dat er zich veel vormen van overlastsituaties voordoen: parkeren, verloedering van het openbaar gebied, lawaai, drugs, hennep, overbewoning zijn daar maar enkele voorbeelden van. Kortom, een scala van problemen dat voor een groot deel is terug te voeren op de samenstelling van de woningvoorraad.
Vanuit bewoners en professionals Veel buurten in Oost maken de laatste jaren een ongunstige ontwikkeling door. Met name in het oostelijk deel van de wijk scoren leefbaarheid en veiligheid zeer matig. Er is behoefte aan een focus op een integrale aanpak, achter de voordeur en begeleiding vanuit de gemeente (afdeling Werk en Inkomen). Zo blijken nogal wat bewoners geen sociaal-maatschappelijk vangnet te hebben en wordt een groot deel van hen in het geheel niet bereikt. De komst van Oost-Europeanen heeft de onvrede in de wijk versterkt. Naast een aanpak om illegale situaties en overbewoning tegen te gaan, is er behoefte aan sociaal maatschappelijk aanbod voor deze groep (kinderen, jongeren en volwassenen) met name op het gebied van onderwijs en zorg. Vanuit het basisonderwijs en jeugdzorg komen bovengemiddeld veel signalen over problematische thuissituaties. Dat wordt nog eens bemoeilijkt doordat met name ouders uit Oost-Europa vaak lastig te bereiken zijn vanwege de taal, andere gewoontes en een andere mentaliteit. Het feit dat Oost weinig ouderen telt, heeft vooral te maken met het woningaanbod. Er zijn naar verhouding heel weinig geschikte (nultraps) woningen voorhanden. Met als gevolg dat ouderen in een bepaalde levensfase al snel geneigd zijn om de wijk te verlaten. In het algemeen kan worden gesteld dat er in Oost vooral behoefte is aan investeringen en maatwerk om mensen weer een stapje hoger op de ladder te krijgen.
15
WEST Het zijn de criteria omgang bewoners en vertrouwen in de toekomst van de wijk die laag scoren. De lage score voor omgang bewoners wordt bepaald door de lage scores op de meetpunten ‘het percentage mensen dat zich gediscrimineerd voelt’ en ‘het oordeel van bewoners over de omgang tussen allochtonen en autochtonen’. De lage score voor het criterium vertrouwen in toekomst van de wijk komt met name door de lage score op het meetpunt ‘Ik zie dat de gemeente helpt om mijn wijk te verbeteren’. Een groot deel van de bewoners is het namelijk niet eens met deze stelling.
Gezondheid
Opleiding
Omgang bewoners
Inkomen
PERSOONLIJKE KANSEN
LEEFOMGEVING
Huisvesting
Voorzieningen Schoon, heel en veilig
Actief in werk of opleiding
MEEDOEN
SOCIALE BINDING
Vertrouwen in toekomst van de wijk
Maatschappelijke inzet
Verhuisbewegingen
Gevoelens van binding
Sociale contacten
Deelname aan activiteiten
Overige meetpunten met opvallende scores WEST Sterk
Zeer zwak
Veel bewoners met een hoog opleidingsniveau
Weinig bewoners helpen een zieke of hulpbehoevende
Weinig bewoners geven aan behoefte te hebben aan meer contact
Veel bewoners ondervinden overlast van hondenpoep op straat
Veel bewoners voelen zich gesteund door familie/ vrienden Weinig bewoners hebben overlast van gaten of verzakkingen in de bestrating Vernielingen komen volgens bewoners weinig voor Weinig bewoners ondervinden overlast door jongeren Hoge mate van bekendheid met sociale voorzieningen
Lage mate van ‘tevredenheid over haltes openbaar vervoer in de buurt’
Problematisch Veel bewoners ondervinden overlast van industrielawaai’ Lage mate van ‘tevredenheid over winkels voor dagelijkse boodschappen in de buurt’
16
WIJKTYPERING WEST In sociaal opzicht is er in de wijk West duidelijk sprake van een tweedeling waarbij de Burgemeester Knappertlaan als scheidslijn kan worden gezien. Het gedeelte van West ten noorden van deze straat scoort op veel punten ongunstiger dan het zuidelijk gedeelte. Zo blijft in het noordelijk deel het inkomens- en opleidingsniveau duidelijk achter bij het zuidelijk deel van de wijk. Ook is er in het noordelijk deel sprake van een hogere werkloosheid, meer uitkeringen en meer sociaal-maatschappelijke problemen. Ondanks deze matige scores staat het noordelijk deel van West er beter voor dan wijken als Nieuwland en Oost. Wel zijn er binnen dit deel van West gebieden aan te wijzen waar de problemen zich concentreren zoals onder andere in de Fabribuurt. Zo zijn overbewoning en de problematiek rondom MOE-landers items die hier steeds vaker de kop op steken. Wellicht dat hierdoor het oordeel over de omgang tussen autochtonen en allochtonen als matig uit de bus komt. Twee zaken die heel typerend zijn voor West en waar al vele jaren over geklaagd wordt, betreffen de overlast als gevolg van industrielawaai en het gebrek aan winkels voor dagelijkse boodschappen. Want hoewel West met 11 duizend inwoners een redelijk grote wijk genoemd kan worden, is er geen enkele grote supermarkt te vinden. Het zuidelijk deel van West staat er gemiddeld genomen prima voor. Er zijn maar weinig echte uitschieters naar beneden te vinden. Hooguit is het aandeel inwoners dat een rol vervult als vrijwilliger of mantelzorger laag te noemen.
Vanuit bewoners en professionals Omdat West relatief veel ouderen telt (onder meer omdat er 3 zorgcentra voor ouderen in de wijk gelegen zijn) is eenzaamheid een probleem dat aandacht verdient. Bovendien blijkt er in toenemende mate behoefte aan het beantwoorden van de individuele hulpvraag van senioren. Daarnaast bestaat er onder ouderen vraag naar gezamenlijke activiteiten (laagdrempelig en dicht in de buurt) waar men elkaar kan ontmoeten. Het behouden van buurtwinkels wordt belangrijk gevonden mede omdat deze ook een sociale functie vervullen. Er is behoefte aan meer activiteiten voor kinderen. De grote pleinen in de wijk (Fabriplein, Frans Halsplein, Vriendschapsplein en speelplek Van Smaleveltstraat en Julianapark) lenen zich daar in principe prima voor. Na Oost is West de wijk met de meeste MOE-landers. Daarom is er ook in West aandacht nodig voor de kinderen van deze bevolkingsgroep. In een aantal gevallen gaan de kinderen namelijk niet naar school maar zwerven ze op straat. Omdat ze niet naar school gaan en ze de taal niet machtig zijn, ontstaat er weinig contact met andere kinderen in de wijk en wordt samenspelen moeilijk.
17
ZUID Het thema Persoonlijke kansen scoort laag. Dit wordt bepaald door een zeer lage score voor het criterium ‘opleidingsniveau’. Er zijn namelijk veel voortijdig schoolverlaters en relatief veel basisschoolleerlingen hebben een leerachterstand. Bovendien is het gemiddelde opleidingsniveau van de bewoners laag. Het thema Persoonlijke kansen wordt eveneens negatief beïnvloed door een hoog percentage inwoners met een inkomen lager dan 105% van het sociaal minimum en een lage score op de vraag ‘Hoe is over het algemeen uw gezondheid?’.
Gezondheid
Opleiding
Omgang bewoners
Inkomen
PERSOONLIJKE KANSEN
LEEFOMGEVING
Huisvesting
Voorzieningen Schoon, heel en veilig Actief in werk of opleiding
MEEDOEN
SOCIALE BINDING
Vertrouwen in toekomst van de wijk
Maatschappelijke inzet
Verhuisbewegingen
Gevoelens van binding
Sociale contacten
Deelname aan activiteiten
Overige meetpunten met opvallende scores ZUID Sterk
Zeer zwak
Veel bewoners geven aan ‘Ik ben gehecht aan de buurt’
Veel bewoners geven aan ‘ik heb weinig mensen waarmee ik kan praten’
Veel bewoners geven aan ‘In de buurt gaat men op een prettige manier met elkaar om’
Veel bewoners geven aan ‘vaak voel ik me in de steek gelaten’
Veel bewoners geven aan ‘Ik woon in een gezellige buurt met veel saamhorigheid’
Veel bewoners geven aan ‘er is niemand die speciaal belangstelling voor je heeft’
Volgens bewoners is er weinig sprake van vernielingen
Weinig bewoners helpen een zieke of hulpbehoevende
Weinig bewoners ondervinden overlast van andere vormen van lawaai
Weinig bewoners geven aan ‘ik zie dat de gemeente helpt om mijn wijk te verbeteren’
Hoge mate van ‘tevredenheid over sociale voorzieningen’
Veel bewoners ondervinden overlast van rommel op straat
Problematisch Hoog aandeel schoolgaande jeugd 17 t/m 22 jaar zonder startkwalificatie Zeer veel bewoners ondervinden overlast van hondenpoep op straat Lage mate van ‘tevredenheid haltes openbaar vervoer in de buurt’ Lage mate van ‘tevredenheid over jongerenvoorzieningen in de buurt’ Lage mate van ‘tevredenheid over speelgelegenheid jonge kinderen’
Veel bewoners geven aan dat er te hard wordt gereden Veel bewoners ondervinden overlast van industrielawaai Veel bewoners ondervinden overlast door jongeren Lage mate van ‘tevredenheid over parkeergelegenheid in de buurt’ Lage mate van ‘tevredenheid over crèches in de buurt’ Lage bekendheid met sociale voorzieningen
18
WIJKTYPERING ZUID Op het gebied van persoonlijke kansen (inkomen, opleiding, gezondheid) scoort Zuid matig tot slecht. Desondanks is de zelfredzaamheid van de inwoners vrij goed te noemen. Met behulp van familie en vrienden komt men vaak een heel eind. De sociale cohesie wordt in Zuid dan ook nog altijd als bovenmatig goed ervaren. Hoewel niet meer zo sterk als vroeger maakt de wijk namelijk nog steeds enigszins de indruk een dorp in de stad te zijn. Paradoxaal genoeg scoort Zuid op het punt van aandacht en sociale contacten (eenzaamheid) matig tot slecht. Dat betreft doorgaans ouderen van wie er veel in het gebied langs de Maasboulevard wonen. De woningdichtheid in Zuid is hoog. De keerzijde daarvan is dat er veel klachten zijn over het openbaar gebied. Te weinig parkeermogelijkheden, verloedering van de woonomgeving, weinig openbaar groen en gebrek aan speelmogelijkheden voor kleine kinderen zijn veel gehoorde klachten. Bovendien is de steeds terugkerende problematiek rondom jongeren veel bewoners een doorn in het oog. Als gevolg van weinig opvangmogelijkheden in de wijk en een zeer beperkt aanbod aan sportvoorzieningen zorgen rondhangende jongeren nogal eens voor overlast.
Vanuit bewoners en professionals In Zuid is sprake van een grote vrijwillige inzet richting de wijk (straatteams, actieve groep bewoners die allerlei activiteiten organiseert voor senioren, 150 vrijwillige medewerkers van het Maasboulevardfeest e.d.). Veel mensen willen zelf een actieve inbreng hebben en ook de uitvoering doen. Uiteraard is dat een zeer positief aspect van de wijk. Ondanks al deze positieve elementen en een prima sociale cohesie, signaleert het welzijnswerk relatief veel eenzaamheid onder ouderen in Zuid. Gezien de al vele jaren durende overlast zijn jongeren prioriteit nummer één in de wijk. Professionals en bewoners maken zich zorgen over de wijze waarop jongeren in de wijk een plek vinden. Men signaleert een gebrek aan voorzieningen, zowel in de opvang (aanbod jongerenwerk in wijkcentrum) als voor wat betreft sportvoorzieningen (op straat, sporthal). Menigeen legt op dit gebied een verband met de negatieve cijfers voor alcohol- en drugsgebruik en het voor Schiedam geringe percentage jongeren dat lid is van een sportvereniging. Ook spreken met name bewoners hun ongerustheid uit over het gebrek aan controle - zeker ’s avonds na 22.00 uur - vanuit de politie en de Licht Blauwe Brigade. In hun ogen krijgen jongeren vaak te veel ruimte om vernielingen aan te richten. Het aanspreken van de ouders op dit gedrag blijkt niet eenvoudig. Jongerenwerk, ambulant en in accommodaties, wordt erg belangrijk gevonden. Het wijkcentrum is te vaak gesloten, vooral ook op tijdstippen waarop jongeren vrij zijn (weekeinden en vakanties). In de flats op de Maasboulevard is positieve ervaring opgedaan met het levensloopbestendig maken van de woningen. Vanuit bewoners wordt gewezen op het belang hiervan om de senioren zo lang mogelijk zelfstandig te houden, zodat ze in de wijk kunnen blijven wonen.
19
NIEUWLAND Nieuwland scoort op het thema Persoonlijke kansen zeer slecht. De criteria opleiding, inkomen en gezondheid (inclusief alle bijbehorende meetpunten) bevinden zich onder het stedelijk gemiddelde. Problematisch laag zijn de scores voor het aandeel ontvangers van een bijstandsuitkering en het aandeel huishoudens met een inkomen lager dan 105% van het sociaal minimum. Er zijn ook relatief veel bewoners die bepaalde basishandelingen (lopen, staan, wassen) niet meer zelfstandig kunnen verrichten. Tevens worden er relatief veel hulpverzoeken gedaan bij de Stichting Maatschappelijke Dienstverlening. Het gemiddeld opleidingsniveau is laag. Het aandeel voortijdig schoolverlaters is hoog, net als het aantal basisschoolleerlingen met een leerachterstand.
Gezondheid
Opleiding
Omgang bewoners
Inkomen
PERSOONLIJKE KANSEN
LEEFOMGEVING
Huisvesting
Voorzieningen Schoon, heel en veilig Actief in werk of opleiding
MEEDOEN
SOCIALE BINDING
Vertrouwen in toekomst van de wijk
Maatschappelijke inzet
Verhuisbewegingen
Gevoelens van binding
Sociale contacten
Deelname aan activiteiten
Het thema Leefomgeving bevindt zich op de grens tussen kwetsbaar (geel) en zeer zwak (oranje). Dit komt voornamelijk door lage scores voor huisvesting en omgang bewoners. Vooral de problematische score voor passende huisvesting, de ontevredenheid over de eigen woning en het relatief hoge aandeel bewoners dat zich gediscrimineerd voelt halen de score van dit thema naar beneden, want het criterium schoon, heel en veilig laat de afgelopen jaren juist een positieve ontwikkeling zien. Overige meetpunten met opvallende scores NIEUWLAND Sterk Veel bewoners helpen een zieke of hulpbehoevende Hoge mate van ‘tevredenheid over parkeergelegenheid in de buurt’ Relatief hoge mate van ‘tevredenheid over voorzieningen voor jongeren in de buurt’
Zeer zwak Hoog aandeel schoolgaande jeugd 17 t/m 22 jaar zonder startkwalificatie Veel bewoners geven aan ‘ik heb weinig mensen waarmee ik kan praten’
Problematisch Hoog aandeel werkzoekenden Hoog aandeel langdurig werklozen
Weinig bewoners geven aan ‘ik voel mij gesteund door familie en/of vrienden Veel bewoners geven aan ‘vaak voel ik me in de steek gelaten’ Veel bewoners geven aan ‘er is niemand die speciaal belangstelling voor je heeft’ Lage deelname aan activiteiten in clubverband Laag aandeel bewoners dat langer dan 10 jaar in dezelfde woning woont Laag aandeel bewoners dat zich gehecht voelt aan de buurt Laag aandeel bewoners dat aangeeft dat bewoners op een prettige manier met elkaar omgaan Laag aandeel bewoners dat aangeeft dat men in een gezellige buurt woont met veel saamhorigheid Laag aandeel bewoners dat tevreden is met de huidige woonomgeving. Weinig vertrouwen in de toekomst van de wijk Veel bewoners ondervinden geluidsoverlast door verkeer Veel bewoners hebben last van lawaai door omwonenden/burengerucht Veel bewoners ondervinden drugsoverlast Veel bewoners ondervinden overlast door jongeren Lage mate van ‘tevredenheid over zowel basisscholen als crèches in de wijk’ Lage mate van ‘tevredenheid over sociale voorzieningen’
20
WIJKTYPERING NIEUWLAND Van alle wijken in Schiedam staat Nieuwland er in sociaal opzicht het slechtste voor. Met name als het gaat om de persoonlijke kansen van de bewoners blijft de wijk ver achter bij het stedelijk gemiddelde. Veel bewoners zijn laag opgeleid, zijn afhankelijk van een uitkering en/of kunnen moeilijk rondkomen van hun inkomen. Bovendien is er de problematiek met betrekking tot gezondheid en het psychisch welbevinden ernstig. Een groot deel van de problemen speelt zich vooral achter de voordeur af. Zo hebben naar verhouding veel huishoudens met huiselijk geweld te maken. De vraag naar maatschappelijke hulpverlening is hoog. De binding tussen de bewoners onderling is aan de lage kant. Het gegeven dat de wijk uit diverse bevolkingsgroepen bestaat met heel verschillende etnische achtergronden, maakt het bevorderen van de sociale cohesie er niet gemakkelijker op. Bovendien is voor veel huishoudens Nieuwland vooral de woonwijk waar je gemakkelijk aan een goedkope sociale huurwoning kunt komen. Dat is uiteraard niet gunstig voor het imago van de wijk. Uit de cijfers blijkt overigens dat de wijk relatief populair is bij Rotterdammers die op zoek zijn naar een huurwoning. Als het gaat om de leefomgeving zijn de scores voor Nieuwland een stuk gunstig dan vroeger. Dat heeft te maken met de vele sloop/nieuwbouwactiviteiten die er de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden. Sommige delen van de wijk hebben een metamorfose ondergaan hetgeen de waardering voor de fysieke leefomgeving omhoog heeft gestuwd. Dat heeft overigens niet kunnen voorkomen dat er in Nieuwland zich nog altijd veel overlastsituatie voordoen (jongerenoverlast, lawaai, burengerucht etc.). Enkele locaties worden als onveilig beleefd, o.a. de Parkweg. Met name rondhangende jongeren worden als bedreigend ervaren. Ook komt vervelend gedrag naar voorbijgangers voor. Het gaat dan om vervelend aanspreken, uitschelden, in de doorgang gaan staan etc. Een aanpak voor en met de jongeren wordt zeer gewenst. Er is behoefte aan meer activiteiten voor de jeugd, met name van 12-19 jaar, op diverse locaties in de wijk (binnen en buiten). Hierbij moet vooral ook aandacht besteed worden aan bewegingsstimulering, in verband met het naar verhouding vaak voorkomen van obesitas.
Vanuit bewoners en professionals Onderkend wordt dat er meer dan gemiddeld sprake is van geweld, drugsoverlast , straatroof en dergelijke. De aanpak hiervan, c.q. van de groepen die dit veroorzaken, is gewenst. Er is geen behoefte bekend, specifiek gericht op de diverse etnische groepen in de wijk. Het aanbod aan activiteiten voor ouderen is voldoende. Zo is in tegenstelling tot sommige andere wijken eenzaamheid geen thema dat dringend aandacht behoeft .
21
GROENOORD Voor het thema Persoonlijke kansen scoort Groenoord zeer zwak. Alle meetpunten op de criteria opleiding, inkomen en gezondheid scoren onvoldoende. Met name het aandeel ontvangers van een bijstandsuitkering is zeer hoog.
Gezondheid
Opleiding
Omgang bewoners
Inkomen
PERSOONLIJKE KANSEN
LEEFOMGEVING
Huisvesting
Voorzieningen
Het thema Meedoen scoort in Groenoord eveneens zwak, echter iets beter dan het thema Persoonlijke kansen. Het criterium actief in werk of opleiding is laag, omdat er relatief veel werkzoekenden en langdurig werklozen zijn. Verder hebben bewoners relatief weinig sociale contacten. De deelname aan activiteiten is ook laag, onder andere vanwege het relatief hoge aandeel bewoners dat aangeeft weinig uit te gaan, een hobby heeft of een theater/concert bezoekt.
Schoon, heel en veilig Actief in werk of opleiding
MEEDOEN
SOCIALE BINDING
Vertrouwen in toekomst van de wijk
Maatschappelijke inzet
Verhuisbewegingen
Gevoelens van binding
Sociale contacten
Deelname aan activiteiten
Opvallend is de zeer goede score voor het criterium vertrouwen in toekomst van de wijk. Dit wordt vooral bepaald door een hoge score op het meetpunt ‘Ik zie dat de gemeente helpt om mijn wijk te verbeteren’. Relatief veel bewoners zien dat de gemeente zich inzet om de wijk te verbeteren en hebben hierdoor veel vertrouwen in de toekomst van de wijk. Overige meetpunten met opvallende scores GROENOORD Sterk
Zeer zwak
Veel bewoners geven aan actief te zijn als vrijwilliger
Veel bewoners geven aan dat er weinig mensen zijn om mee te praten
Hoge mate van ‘tevredenheid over winkels voor dagelijkse boodschappen’
Laag aandeel bewoners dat zich actief inzet voor de leefbaarheid in de wijk
Hoge mate van ‘tevredenheid over parkeergelegenheid in de buurt’ Hoge mate van ‘tevredenheid over groen in de buurt’ Hoge mate van ‘tevredenheid over speelgelegenheid voor jonge kinderen’ Hoge mate van ‘tevredenheid over crèches in de buurt’
Laag aandeel bewoners dat aangeeft dat men in een gezellige buurt woont met veel saamhorigheid Veel bewoners ondervinden geluidsoverlast door verkeer
Problematisch Zeer weinig bewoners geven aan ‘ik voel mij gesteund door familie en/of vrienden Zeer veel bewoners geven aan ‘vaak voel ik me in de steek gelaten’ Zeer veel bewoners geven aan ‘er is niemand die speciaal belangstelling voor je heeft’
Lage mate van tevredenheid over de eigen woning
22
WIJKTYPERING GROENOORD Tot eind jaren ’80 was Groenoord een wijk met een redelijk stabiele bevolking. Veel gezinnen uit de jaren ’60 en ’70 woonden er nog steeds al waren de meeste kinderen al wel de deur uit. Het gevolg daarvan was dat de wijk in hoog tempo verouderde. Overigens waren de flatwoningen zonder lift bij de oudere bevolkingsgroep niet meer in trek en concentreerde deze groep zich met name op de hoogbouwflatwoningen. De flatwoningen zonder lift waren in eerste instantie erg aantrekkelijk voor starters. Mede als gevolg van de sloop/nieuwbouwactiviteiten in Nieuwland werden er midden jaren ’90 veel huishoudens geherhuisvest in Groenoord in de middelhoogbouwgalerij- en portiekflats. Vaak betrof dit huishoudens van allochtone komaf. Zodoende ontstond er langzaamaan een tweedeling in de wijk. Enerzijds de ouderen in de hoogbouwflats, anderzijds de allochtone bevolking in de flats zonder lift. Deze groepen hadden twee kenmerken gemeenschappelijk: beide hadden doorgaans een laag inkomen (ouderen: AOW soms aangevuld met een klein pensioen, allochtonen: laag inkomen cq. uitkering) en beide waren doorgaans laag opgeleid. Kortom, qua persoonlijke kansen scoort Groenoord na Nieuwland het slechtst van alle wijken. Omdat Groenoord een zeer hoog aandeel ouderen kent, is ook het aandeel personen in de weduwstaat hoog. Eenzaamheid, klachten over de gezondheid en weinig sociale contacten zijn veel voorkomende problemen en zeer typerend voor Groenoord. Qua leefomgeving en voorzieningen staat de wijk er beter voor, zeker in vergelijking met een wijk als Oost. Bovendien vinden er in Groenoord allerlei fysieke ingrepen plaats hetgeen het gevoel geeft dat er vanuit de gemeente veel aandacht is voor de wijk.
Vanuit bewoners en professionals Het lijkt erop dat wijkbewoners steeds minder benaderd hoeven te worden vanuit de etnische achtergrond maar veel meer vanuit de sociaal-economische positie: een zwakke of sterke sociaal-economische positie loopt inmiddels dwars door de verschillende etnische groepen heen. De ouderen in Groenoord hebben behoefte aan kleinschalige laagdrempelige buurtvoorzieningen dichtbij huis (zoals Het Zimmertje, waar meer dan 100 ouderen gebruik van maken). In Groenoord-Zuid wonen naar verhouding veel huishoudens met multiproblemen: hoge werkloosheid, een zeer hoog aandeel personen met een bijstandsuitkering, laag inkomen, etc. Multiproblematiek heeft ook invloed op de (slechtere) schoolprestaties van kinderen. Verder is het aantal verhuizingen in de buurt zeer groot. Kortom, er is sterke behoefte aan maatwerkaanpak. Groenoord-Noord is meer een anonieme buurt; er is behoefte aan meer/intensiever contact, dat kennelijk niet vanzelf tot stand komt. Activiteiten voor kinderen op straat zijn gewenst, met name in Groenoord-Midden en -Zuid. Overlast van rondhangende jongeren is een probleem dat -op dit moment- niet erg sterk speelt in Groenoord. De wijkagent en andere wijkpartners geven het signaal af dat er veeleer sprake is van ‘overleven’ door middel van criminele activiteiten, buiten de wijk. Er is behoefte aan aanpak in preventieve zin voor kinderen in de basisschoolleeftijd, om te voorkomen dat ze later ‘ontsporen’.
23
KETHEL Er zijn twee thema’s waar Kethel sterk op scoort: Meedoen en Sociale binding. Op alle criteria en meetpunten uit deze thema’s scoort de wijk sterk of hoge voldoendes. Bij de overige thema’s zijn er echter ook positieve uitschieters te vinden. Het thema Persoonlijke kansen laat bijvoorbeeld een zeer goede score zien voor het criterium gezondheid. Bewoners voelen zich over het algemeen gezond, kunnen alle basishandelingen goed verrichten ( lopen, staan, wassen) en er zijn relatief weinig meldingen bij de Stichting Maatschappelijke Dienstverlening. Qua leefomgeving zijn de meetpunten omgang bewoners, mate van discriminatie en passende huisvesting verantwoordelijk voor de hoge score. Bovendien zijn relatief veel bewoners tevreden tot zeer tevreden met de huidige woning.
Gezondheid
Opleiding
Omgang bewoners
Inkomen
PERSOONLIJKE KANSEN
LEEFOMGEVING
Huisvesting
Voorzieningen Schoon, heel en veilig Actief in werk of opleiding
MEEDOEN
SOCIALE BINDING
Vertrouwen in toekomst van de wijk
Maatschappelijke inzet
Verhuisbewegingen
Gevoelens van binding
Sociale contacten
Deelname aan activiteiten
Overige meetpunten met opvallende scores KETHEL Sterk Laag aandeel voortijdig schoolverlaters Weinig bewoners dat overlast ondervindt van rommel, vuil en hondenpoep op straat Weinig bekladding van muren en gebouwen Weinig bewoners geven aan dat er te hard wordt gereden Weinig bewoners hebben last van lawaai door omwonenden/burengerucht Weinig bewoners ondervinden drugsoverlast Hoge mate van ‘tevredenheid over winkels voor dagelijkse boodschappen’ Hoge mate van ‘tevredenheid over groen in de buurt’ Hoge mate van ‘tevredenheid over basisscholen in de buurt’ Hoge mate van ‘tevredenheid over crèches in de buurt’
Zeer zwak
Problematisch
Lage mate van ‘tevredenheid over jongerenvoorzieningen in de buurt Lage bekendheid met sociale voorzieningen
24
WIJKTYPERING KETHEL Kethel staat er in sociaal-economisch opzicht van alle wijken in Schiedam het beste voor. In feite is er slechts één opvallend probleem. Dat betreft de jongerenproblematiek in winkelcentrum Hof van Spaland en in Tuindorp. In mindere mate worden er klachten gehoord over verzakkingen in het openbaar gebied. Op het gebied van de veiligheidssituatie laat Kethel matige cijfers zien. Dat heeft echter niet zo zeer betrekking op het woongebied maar op de randen van de wijk. Omdat daar publieksverzorgende functies voorkomen die zeer grote aantallen bezoekers trekken (zwembad, twee sporthallen, wellnesscentrum Thermen Holiday, fitnesscentrum, bowlingcentrum, twee voetbalverenigingen, winkelcentrum etc.), is het aantal aangiftes van diefstal en geweld aan de hoge kant. Maar dit zijn over het algemeen zaken waar de bewoner van Kethel weinig van merkt. De sociale cohesie onder de bewoners is er voor Schiedamse begrippen zeer goed te noemen.
Vanuit bewoners en professionals Ook door de diverse welzijnsinstellingen en de politie wordt Kethel omschreven als een zeer rustige wijk, waar de bewoners naar tevredenheid wonen. Volgens het jongerenwerk wordt de overlast die zich af en toe in en rond winkelcentrum Hof van Spaland voordoet, voor het merendeel veroorzaakt door jongeren uit andere delen van Schiedam-Noord. Hoewel er een redelijk grote groep bewoners is die zich inzet voor de wijk, is de omstandigheid dat hier zich nog maar nauwelijks nieuwe bewoners bij aansluiten een zorgpunt voor de toekomst.
25
WOUDHOEK Er zijn 3 criteria waarvoor de wijk opvallend goede scores behaalt: Bij het thema Leefomgeving gaat het om de criteria omgang bewoners en huisvesting. De meetpunten die dit het meest beïnvloeden zijn het positieve oordeel van bewoners over de omgang tussen allochtonen en autochtonen in de wijk, het hoge aandeel bewoners dat tevreden is met de huidige woning en het feit dat de woningen passend zijn voor het aantal personen per huishouden. Daarnaast is het aantal verhuizingen laag, wonen er veel bewoners die al langer dan 2 jaar in Nederland zijn en zijn er veel bewoners die langer dan 10 jaar op hetzelfde adres wonen. Deze meetpunten zorgen ervoor dat Woudhoek op het criterium verhuisbewegingen zeer gunstig scoort.
Gezondheid
Opleiding
Omgang bewoners
Inkomen
PERSOONLIJKE KANSEN
LEEFOMGEVING
Huisvesting
Voorzieningen Schoon, heel en veilig Actief in werk of opleiding
MEEDOEN
SOCIALE BINDING
Vertrouwen in toekomst van de wijk
Maatschappelijke inzet
Verhuisbewegingen
Gevoelens van binding
Sociale contacten
Deelname aan activiteiten
Overige meetpunten met opvallende scores WOUDHOEK Sterk Laag aandeel schoolgaande jongeren 17 t/m 22 jaar zonder startkwalificatie Bewoners hebben veel contact met familieleden Veel bewoners zijn actief in clubverband Hoge mate van tevredenheid over huidige woonomgeving Hoog aandeel bewoners dat zich verantwoordelijk voelt voor de buurt Weinig bewoners ondervinden overlast van rommel op straat Weinig bekladding van muren en gebouwen Weinig bewoners ondervinden geluidsoverlast door verkeer Weinig bewoners ondervinden overlast van industrielawaai Weinig bewoners hebben last van lawaai op straat Weinig bewoners hebben last van lawaai door omwonenden/burengerucht Weinig bewoners ondervinden overlast door andere vormen van lawaai Weinig bewoners ondervinden drugsoverlast Hoge mate van ‘tevredenheid over basisscholen in de buurt’ Hoge mate van ‘tevredenheid over crèches in de buurt’
Zeer zwak Weinig bewoners geven aan minstens 1 keer per maand uit te gaan Weinig bewoners geven aan een hobby te hebben of een theater/concert te bezoeken Veel bewoners hebben overlast van gaten of verzakkingen in de bestrating Vernielingen komen volgens bewoners veel voor Lage mate van ‘tevredenheid over jongerenvoorzieningen in de buurt’ Lage mate van ‘tevredenheid over speelgelegenheid jonge kinderen’ Lage bekendheid met sociale voorzieningen
Problematisch
26
WIJKTYPERING WOUDHOEK Voor Woudhoek gaat in sociaal-economisch opzicht in grote lijnen hetzelfde op als voor Kethel, zij het dat de cijfers iets minder gunstig uitpakken. Ook in Woudhoek heeft de jongerenproblematiek de overhand. Nog meer dan in Kethel wordt er in Woudhoek geklaagd over verzakkingen in het openbaar gebied. Verder is er in Woudhoek wat minder animo voor vrijwilligerswerk en mantelzorg. Wat dat betreft is het een voormalige nieuwbouwwijk waar de bewoners toch wat meer individualistisch zijn ingesteld.
Vanuit bewoners en professionals Door de diverse welzijnsorganisaties wordt Woudhoek omschreven als een rustige wijk. Wel is er sterke behoefte aan de aanpak van de jongerenoverlast. De ervaren jongerenoverlast lijkt overigens groter te zijn dan de feitelijke overlast: de tolerantiegrens van individuele bewoners is mogelijk laag. De leefstijl en de gezondheid van de jongeren van 16 tot 23 jaar geeft een wisselend beeld. Het alcoholgebruik in Woudhoek onder jongeren is relatief hoog, er wordt relatief veel gerookt en meer dan gemiddeld harddrugs gebruikt. Er is een groep van circa 150 jongeren van ongeveer 14 tot 18 jaar die veel op straat verblijven. Deze jongeren ‘hangen’ op verschillende locaties en in wisselende samenstellingen. Dat betreft onder meer de Jongeren Ontmoetings Plek aan de Bernardus IJzerdraatsingel (met relatief jonge jongeren 14-15 jaar) en het Geuzenplein, waar een oudere groep (16-18+) verblijft. Winkeliers en omwonenden van het Geuzenplein geven aan dat deze groep overlast veroorzaakt door onder andere alcohol- en (soft)drugsgebruik. Een andere locatie is het voetbalveld aan de Kasteelweg. Overdag wordt op deze plek intensief gevoetbald door relatief jonge jongeren. In de avonduren wordt de populatie ouder en wordt overlast ervaren en gesignaleerd door onder andere luide muziek, auto’s en scooters en alcohol- en (soft)drugsgebruik. Jongeren en het jongerenwerk geven aan dat er behoefte is aan één (of meerdere) plek(ken) waar de jongeren elkaar kunnen ontmoeten zonder op straat te hoeven staan. Bovendien signaleren de welzijnsinstellingen relatief veel ‘sleutelkinderen’ in Woudhoek. Deze kinderen besteden een groot deel van hun tijd buiten school op straat. Veel kinderen eten ook buiten de deur. Het uitblijven van nieuwe aanwas bij de actieve bewoners is een gedeeld punt van zorg bij zowel professionals als bewoners zelf.
27
SPALAND/SVEAPARKEN Voor het thema Persoonlijke kansen scoort de wijk sterk. Op alle meetpunten uit dit thema scoort Spaland/Sveaparken sterk of voldoende. Sterk zijn eveneens de meetpunten die de scores van de criteria actief in werk of opleiding en sociale contacten beïnvloeden. Het gaat bijvoorbeeld om een lage werkloosheid, weinig jongeren zonder startkwalificatie en een hoge score voor sociale contacten. De wat mindere maatschappelijke inzet (actief in vrijwilligerswerk en actief om de leefbaarheid van de wijk te verbeteren) zorgt er echter voor dat het thema Meedoen niet donkergroen kleurt. Bij het thema Leefomgeving scoort het criterium huisvesting zeer goed door het feit dat veel bewoners tevreden zijn met de huidige woning en dat de woningen passend zijn voor het aantal personen per huishouden.
Gezondheid
Opleiding
Omgang bewoners
Inkomen
PERSOONLIJKE KANSEN
LEEFOMGEVING
Huisvesting
Voorzieningen Schoon, heel en veilig Actief in werk of opleiding
MEEDOEN
SOCIALE BINDING
Vertrouwen in toekomst van de wijk
Maatschappelijke inzet
Verhuisbewegingen
Gevoelens van binding
Sociale contacten
Deelname aan activiteiten
Overige meetpunten met opvallende scores SPALAND/SVEAPARKEN Sterk Veel bewoners zijn actief in clubverband Er vinden weinig verhuizingen plaats Laag aandeel bewoners dat korter dan 2 jaar in Nederland woont Hoge mate van tevredenheid over huidige woonomgeving Veel vertrouwen in de toekomst van de wijk Weinig bewoners ondervinden overlast van rommel, vuil of hondenpoep Weinig bekladding van muren en gebouwen Weinig bewoners ondervinden geluidsoverlast door verkeer Weinig bewoners ondervinden overlast van industrielawaai Weinig bewoners hebben last van lawaai op straat Weinig bewoners hebben last van lawaai door omwonenden/burengerucht Weinig bewoners ondervinden drugsoverlast Hoge mate van ‘tevredenheid over basisscholen in de buurt’ Hoge mate van ‘tevredenheid over sociale voorzieningen’ Weinig bewoners geven aan zich gediscrimineerd te voelen
Zeer zwak
Problematisch
Weinig bewoners geven aan een hobby te hebben of een theater/concert te bezoeken Veel bewoners hebben overlast van gaten of verzakkingen in de bestrating Vernielingen komen volgens bewoners veel voor Lage mate van ‘tevredenheid parkeergelegenheid in de buurt’ Lage mate van ‘tevredenheid over jongerenvoorzieningen in de buurt’ Lage mate van ‘tevredenheid over speelgelegenheid jonge kinderen’
28
WIJKTYPERING SPALAND/SVEAPARKEN Spaland/Sveaparken vertoont op veel punten sterke overeenkomst met Woudhoek. Wel zijn de cijfers voor Spaland/Sveaparken op het gebied van persoonlijke kansen en meedoen nog wat beter. Maar ook in deze wijk vormen jongerenoverlast en het gebrek aan voorzieningen voor jongeren het belangrijkste thema. Nog meer dan in Woudhoek valt het individualistische karakter van de bewoners op. Er zijn relatief weinig bewoners actief als vrijwilliger. Ook is er nauwelijks bereidheid om een actieve bijdrage te leveren aan de leefbaarheid van de wijk. Tot slot vormen de verzakkingen van straten en tuinen een grote bron van ergernis.
Vanuit bewoners en professionals Ofschoon de wijk weinig voorzieningen kent wordt dit door de bewoners niet als een probleem ervaren. De bewoners van Spaland-Sveaparken beschikken over de middelen om ‘zelf iets te regelen’. Ook als het gaat om (het gebrek aan) voorzieningen voor senioren zien professionals en bewoners geen problemen. Zo is er bijvoorbeeld geen vraag naar ontmoetingsmogelijkheden voor deze groep. Professionals en bewoners maken zich echter wel zorgen over de wijze waarop jongeren in de wijk een plek vinden. Het gaat daarbij zowel om speelplekken voor de kinderen als trapveldjes etc. voor jongeren. Men wijst er op dat binnen een aantal jaren een groot deel van de jongeren de puberleeftijd heeft bereikt en dat er bijna geen plekken in de wijk zijn waar jongeren van deze leeftijd elkaar kunnen ontmoeten. Een jongerencentrum zou hier een belangrijke rol in kunnen spelen. Overigens bestaat het vermoeden dat veel jongerenoverlast wordt veroorzaakt doordat de ouders pas laat thuis zijn en de jongeren redelijk anoniem door de wijk kunnen trekken. Verder spreken met name bewoners hun ongerustheid uit over het gebrek aan controle - zeker ’s avonds na 22.00 uur - vanuit de politie en de Licht Blauwe Brigade. In hun ogen krijgen jongeren vaak te veel ruimte om vernielingen aan te richten. Een aandachtspunt is het mogelijke gebrek aan sociale cohesie. Dat wordt overigens wisselend beoordeeld. Doordat de zelfredzaamheid van de bewoners gemiddeld genomen erg groot is, bestaat er volgens de professionals in de wijk over het algemeen weinig behoefte aan ‘gedoe’. Anderzijds zijn bewoners goed in staat om zelf activiteiten te organiseren waardoor ontmoeting ‘automatisch’ tot stand komt. Zo is het aantal straatteams in de wijk groeiende.
29