Projectplan NATIONALE NETWERKEN IN DE BOUW Fase 1: Asfaltnetwerk (2005-2006)
Titel projectplan:
NATIONALE NETWERKEN IN DE BOUW Fase 1: ASFALTNETWERK
Cluster: Type onderzoek:
Goederenvervoer / Deelprogramma Nationale Netwerken Fundamenteel onderzoek & Toegepast onderzoek
Penvoerder: Participanten:
TNO Business Unit Mobiliteit en Logistiek (1) Kennisinstellingen: (2) Universiteit Twente, (3) Technische Universiteit Delft, (4) Hogeschool Arnhem Nijmegen Bedrijfsleven: (5) Heijmans, (6) Bruil, (7) De Bruijn Transport, (8) TLN, (9) AJK Nederland, (10) Hollander Klundert 2005: 42,8% van de totale projectkosten, dit is € 133.990
BSIK-bijdrage: Contactpersonen project:
Voorzitter kennisstuurgroep: dr. H. Voordijk (Universiteit Twente) Voorzitter bedrijvengroep: ir. J. Heerkens (Heijmans Infrastructuur) Project management: drs. K. Verweij (TNO)
Contactpersoon TRANSUMO: prof. dr. ir. A.J.M. Vermunt Contactpersoon CONNEKT:
dhr. G. Alink
Status:
Versie 2.0
Projectvoorstel Nationale Netwerken in de Asfaltsector Versie 2.0, 19 augustus 2005
pagina 1 Beheer: TNO / Universiteit Twente 05-3N-xxx-00xxx.xx.xx
INHOUDSOPGAVE 1. SAMENVATTING PROJECTPLAN NATIONALE NETWERKEN ASFALTSECTOR ..............3 1.1 Aanleiding project....................................................................................................................3 1.2 Doel project..............................................................................................................................3 1.3 Bedrijfseconomische, maatschappelijke en wetenschappelijke uitdagingen ...........................4 1.4 Aanpak van het project ............................................................................................................5 1.5 Betrokkenheid kennisinstellingen en bedrijven .......................................................................6 1.6 Looptijd en budget ...................................................................................................................6 1.7 Summary TRANSUMO project NATIONAL ASPHALT NETWORKS ...............................7 2. INBEDDING NNA PROJECT IN TRANSUMO .............................................................................9 3. PROBLEEMSTELLING NATIONALE NETWERKEN IN DE ASFALTSECTOR ....................12 3.1 Maatschappelijke en wetenschappelijke uitdaging ................................................................12 3.2 Bijdrage aan de probleemstelling van het betreffende cluster ...............................................14 3.3 Inbedding in literatuur en relaties met lopend onderzoek ......................................................17 4. AANPAK, BEOOGDE RESULTATEN EN OUTPUT IN MEETBARE DOELSTELLING........18 4.1 Doelstelling project ................................................................................................................18 4.2 Aanpak van het project ..........................................................................................................19 4.3 Bijdrage project aan TRANSUMO Doelstellingen................................................................20 4.4 Versterking van de tripartiete kennisinfrastructuur op mobiliteitsgebied ..............................21 4.5 Realisatie projectdoelstellingen ultimo 2006 .........................................................................21 5. BESCHRIJVING ACTIVITEITEN NATIONALE NETWERKEN...............................................23 5.1 Overzicht activiteiten NNA ...................................................................................................23 5.2 Activiteit 1: Inventarisatie ontwikkelingen in de bouwsector................................................23 5.3 Activiteit 2: Inventarisatie technisch-conceptuele verbetermogelijkheden............................24 5.4 Activiteit 3: Haalbaarheid inrichting Nationaal Asfaltnetwerk..............................................25 5.5 Activiteit 4: Voorbereiding pilot Nationaal Asfalt Netwerk ..................................................25 5.6 Activiteit 5: Logistieke/technische verbetermogelijkheden, PPS en kennisverspreiding ......26 5.7 Samenwerking en kruisbestuiving tussen kennis- en voorbeeldprojecten .............................26 5.8 Planning activiteiten Nationale Netwerken............................................................................27 6. VERANTWOORDING VAN HET PROJECT...............................................................................28 6.1 Relatie van dit project met proeftuinen..................................................................................28 6.2 Inzet transitiewetenschappers ................................................................................................28 6.3 Noodzaak steun TRANSUMO...............................................................................................28 6.4 Samenwerkingsverband participanten ...................................................................................29 6.5 Projectorganisatie...................................................................................................................31 7. KENNISVERSPREIDING ..............................................................................................................32 8. FINANCIËN....................................................................................................................................33 9. ONDERTEKENING .......................................................................................................................34
pagina 2 Beheer: TNO / Universiteit Twente 04-3N-104-00363.01.15
Projectvoorstel Nationale Netwerken in de Asfaltsector Versie 1.6, 19 augustus 2005
1.
Samenvatting Projectplan NATIONALE NETWERKEN IN DE BOUW
1.1
Aanleiding project
Het optimaal besturen en beheersen van nationale logistieke netwerken wordt steeds complexer. Dit geldt ook voor het transport van volumineuze materialen in de bouwsector. Uit recent onderzoek blijkt dat 25% van de binnenlandse transportbewegingen over de weg in Nederland gerelateerd zijn aan de bouwsector. In dit jaarplan wordt gestart met een analyse van de mogelijkheden voor multimodaal vervoer van goederen in een deel van de bouwsector, nl. de wegenbouw. In deze sector staat productie, transport en verwerking van asfalt centraal. Projecten in de wegenbouw worden in het gehele land op steeds wisselende locaties uitgevoerd. Men kan dus spreken over een asfalt transportnetwerk op nationaal niveau. Probleem in dit asfalt transportnetwerk zijn de lange wachttijden van vrachtwagens bij aan- en afvoer van vers asfalt, frees asfalt en asfalt granulaat op de locatie van het project. Naast verwerking van het asfalt op het project leiden ook de productie en transport van asfalt tot maatschappelijke hinder. De locatie van een aantal asfaltcentrales bevindt zich in of bij stedelijk gebied. Het transport tussen deze productielocaties en de verwerkingslocaties (de bouwprojecten) veroorzaakt maatschappelijke hinder en milieu overlast. De weggebruiker is gebaat bij zo min mogelijk vertraging langs de snelweg bij verwerking van het asfalt op locatie. Een aantal mogelijkheden is in deze sector nog onbenut en kunnen een bijdrage leveren aan bovengenoemde problematiek: de inzet van multimodaal vervoer en nieuwe vervoerstechnieken, verhoging van de beladingsgraad van de transportmiddelen door een slimmere planning van de transportbewegingen en het bepalen van de optimale locatie van de asfaltcentrales.
1.2
Doel project
Het projectprogramma Nationale Netwerken in de Bouw, Fase 1 Asfaltnetwerken (2005-2006) beoogt met het ontwerpen en invoeren van technische innovaties in de wegenbouw: • stappen te kunnen zetten in de daadwerkelijke introductie van multimodaal transport van asfalt met behulp van de inzet van Roadtrains, de binnenvaart (asfaltboot) en het spoor; • de verbetering van de afstemming tussen asfaltcentrales, depots en dynamische afgiftepunten (wegenbouwprojecten); • efficiëntere logistieke netwerken te bereiken door kans op vertragingen te beperken en logistieke kosten te verlagen; • een robuuste samenwerking (die wettelijk toegestaan is volgens de NMA) te bewerkstelligen tussen ketenpartijen in de bouw door een faire verdeling van kosten en baten voor ketenpartijen te bepalen; • overlast voor weggebruiker en samenleving te minimaliseren. Met andere woorden, de centrale doelstelling van dit project is het optimaliseren van het ontwerp, de besturing en de beheersing van logistieke asfaltnetwerken in de Nederlandse wegenbouw gegeven: 1. de inzet van multimodaal vervoer en innovatieve technieken; 2. verschillende configuraties van asfaltcentrales, asfalt depots en andere op- en overslagpunten in het netwerk; 3. de dynamische afgiftepunten, d.w.z. de steeds wisselende locaties van wegenbouwprojecten waar de finale verwerking van asfalt plaats vindt In dit TRANSUMO project zullen kennisinstrumenten (modellen, methoden en technieken) ontwikkeld en uitgetest worden om systematisch de kansen voor het optimaliseren van flexibele transport netwerken in de wegenbouw na te gaan en waar mogelijk te implementeren. De centrale
Projectvoorstel Nationale Netwerken in de Asfaltsector Versie 2.0, 19 augustus 2005
pagina 3 Beheer: TNO / Universiteit Twente 05-3N-xxx-00xxx.xx.xx
vraag luidt dan ook: Hoe dienen nationale transportnetwerken in de wegenbouw ontworpen en ingericht te worden om in effectief in te kunnen spelen op de steeds kortere venstertijden van wegwerkzaamheden? De integrale benadering van technische innovaties en logistieke optimalisatie van netwerken staat in dit project centraal: • logistiek: o.a. multimodaal vervoer, doorlooptijden, cross-dock voorraadpunten, leverfrequenties, netwerkstructuur, omschakeltijden; • technisch-conceptueel: o.a. benutting en innoveren van Roadtrain-concepten (ontwerp en realisatie), gecombineerd met laad-, los- en overslaginnovaties, in afstemming met en inzet van andere modaliteiten.
1.3
Bedrijfseconomische, maatschappelijke en wetenschappelijke uitdagingen
De uitdaging voor de projectdeelnemers ligt in het vinden van onderbouwde antwoorden op deze kennisvragen. (1) Bedrijfseconomische uitdaging
(2) Maatschappelijke uitdaging
•
•
Herkenning en selectie van transportnetwerken waar herinrichting en optimalisatie kansen op kostenreductie en winst biedt. • Kosten ontwikkeling en gebruik nieuwe vervoerssystemen. • Trade-off kosten uitbreiding productie-capaciteit (nieuwe asfaltcentrales) versus kosten multimodaal transport/nieuwe vervoerssystemen. • Inzicht in het marktbereik van bestaande en nieuwe asfaltcentrales gegeven nieuwe kostenstructuren van transport met specifiek aandacht voor: • inzicht in het marktbereik van asfaltcentrales die dicht bij de grens liggen voor de Duitse en Belgische markt. (3) Wetenschappelijke uitdaging • • • •
• • •
Bepalen van effecten hybride logistieke netwerken en samenwerking tussen netwerk partners op leefbaarheid, bereikbaarheid, brandstofgebruik en bestaande infrastructuur. Ontwerp technisch-conceptuele innovaties voor multimodaal transport Uitwerking van de meest geschikte samenwerking in nationale transportnetwerken in de asfaltsector. Optimaliseren inkopen van asfalt tegen marktconforme prijzen bij asfaltcentrales van de concurrenten gegeven de locatie van de asfaltcentrale en wegenbouwproject.
Logistieke optimalisatie: analyse logistieke netwerken bij toepassing van multimodaal vervoer en verschillende configuraties van asfaltcentrales: bepaling van de optimale locatie van asfaltcentrales gegeven de herkomst van de grondstoffen en de locaties van de wegenbouwprojecten. Technisch-conceptuele innovaties: nieuwe op- en overslagtechnieken zoals de asfaltboot, asfalttrein (de VAM in Wijster gebruikt treinen voor afvaltransport), Roadtrains, warmhoud depots. Ontwerpen van Roadtrains die meerdere functies kunnen combineren, nl. die van transport, mobiele opslagunit, en overslag (slim modulair gebruik van Roadtrain geledingen). Inzicht in de dynamiek van afgiftepunten: wegenbouwprojecten vinden steeds op andere locaties plaats en daarmee dus ook de finale verwerking van asfalt.
Implementatie van verschillende transportmodaliteiten en nieuwe vervoerssystemen betekent een belangrijke transitie van het asfalt transportnetwerk. Technische innovaties en logistieke optimalisatie van netwerken kunnen elkaar wederzijds versterken. Technische innovaties leiden mogelijk tot andere logistieke activiteiten terwijl omgekeerd bepaalde logistieke activiteiten voorwaarden leveren voor nieuwe technische ontwerpen. Dit betekent dat scenario’s moeten worden vastgelegd waarin deze wisselwerking tot uiting komt. Deze innovatiespiraal kan bij de implementatie leiden tot synergievoordelen: de inzet van Roadtrains levert een efficiencyslag in het distributienetwerk van asfaltproducten, wat weer
pagina 4 Beheer: TNO / Universiteit Twente 04-3N-104-00363.01.15
Projectvoorstel Nationale Netwerken in de Asfaltsector Versie 1.6, 19 augustus 2005
bijdraagt aan de kritische massa van het vervoerde volume, waardoor weer meer Roadtrains kunnen worden ingezet, etc. Het ontstaan en stimuleren van deze innovatiespiraal vormt een belangrijk uitgangspunt in dit TRANSUMO voorstel. Samenvattend zou deze transitie van het transport van asfaltstromen rondom grote onderhoudsprojecten in de wegenbouw de volgende voordelen opleveren: • logistiek: optimaliseren van de transportbewegingen rondom asfaltstromen en ontlasting van het wegennet bij vervoer over water of spoor; • milieu: grote milieu winst doordat minder CO2 uitstoot door inzet van multimodaal vervoer en een grotere efficiency in de organisatie van het transport; • bedrijfseconomisch: besparing op personele kosten, investeringskosten (minder asfaltcentrales) en transport kosten. De bijdrage van dit project aan de probleemstelling in het cluster Goederenvervoer ligt in het helder krijgen van de voordelen van een verbeterd ontwerp, besturing en beheersing van nationale transport netwerken in de bouw. Met een goede samenwerking tussen betrokken partijen lijken er relatief eenvoudige “quick wins” te behalen in de effectiviteit en efficiency van nationale transportnetwerken in de asfaltsector. De meerwaarde van de onderzoeksresultaten is dat zij ook relevant is voor andere goederenstromen in de bouw en bulkstromen in het algemeen. Hierbij wordt met name gedacht aan bouw en sloopafval, hout en afbouwmaterialen. Tevens kan het onderzoek resultaten op leveren voor aan aan- en afvoer bij bouwprojecten in stedelijke omgeving en stadsdistributie op basis van binnenvaart en Roadtrains.
1.4
Aanpak van het project
De activiteiten zijn in de tijd gezien in twee fasen opgedeeld: • Fase 1 Asfaltnetwerken: september 2005 t/m december 2006. • Fase 2 Integrale netwerken in de bouw: vanaf eind 2006 t/m eind 2008. Een overzicht van de activiteiten in deze twee fasen staat in de volgende figuur.
Fase 1: Ontwerp logistieke netwerken en technische innovaties voor asfaltsector Vraag
Aanbod
Asfaltnetwerk
Pilotvoorwerk
Fase 2: Toepassing logistieke strategieën en technische innovaties in pilots Kennis & techniek logistiek netwerk en besturing
Pilot A Pilot B Pilot C
Doel fase 1: Ontwerp logistieke netwerken en technische innovaties voor de asfaltsector - In kaart brengen van logistieke ontwikkelingen in bouw- en specifiek de asfaltsector in binnen- en buitenland. - Bepalen van de impact van deze ontwikkelingen op de inrichting van onderhoudswerkzaamheden. - Ontwikkeling van logistieke strategie om flexibeler en efficiënter te kunnen werken.
Projectvoorstel Nationale Netwerken in de Asfaltsector Versie 2.0, 19 augustus 2005
pagina 5 Beheer: TNO / Universiteit Twente 05-3N-xxx-00xxx.xx.xx
-
Definitie en selectie van technisch-conceptuele innovaties in vervoersmodaliteiten, geïntegreerd met de organisatie van op- en overslag.
Doel fase 2: Toepassing logistieke strategieën en technische innovaties in pilots Uitvoeren van meerdere pilots met bedrijven in bouw- en asfaltsector. Ontwikkelen van generieke kennis en tools. 1.5
Betrokkenheid kennisinstellingen en bedrijven
In dit project werken kennisinstellingen en bedrijven samen om via de ontwikkeling en inzet van kennisinstrumenten de inrichting van nationale transport netwerken in de wegenbouw in de praktijk te optimaliseren. Belangrijk is dat in dit TRANSUMO project de belangrijkste bedrijven van een asfaltnetwerk meedoen: de producenten en verwerkers van asfalt (de wegenbouwbedrijven), hun transporteurs en een carrosseriebouwer voor het te gebruiken materieel. Deze bedrijven streven ernaar de ontwikkelde inzichten en technieken direct in hun eigen bedrijfssituatie toe te passen. Met ander woorden, de betrokken bedrijven zijn tegelijkertijd de belangrijkste gebruikers van de ontwikkelde inzichten, tools en technieken. Uniek voor dit TRANSUMO project is de bijzondere samenwerking tussen de wereld van de wegenbouw, het transport en de carrosseriebouw. De overheid wordt gedurende het project betrokken in de rol van voornaamste opdrachtgever van de wegenbouw. Hierbij wordt gedacht aan vertegenwoordigers vanuit de Hoofddirectie van Rijkswaterstaat, een of meerdere provincies en gemeentes. De volgende partners nemen deel in aan fase 1 van het project Nationale Netwerken in de Bouw: Kennisinstellingen
Bedrijfsleven
1. 2. 3. 4.
5. 6. 7. 8. 9. 10.
TNO Business Unit Mobiliteit en Logistiek Universiteit Twente TU Delft Hogeschool Arnhem-Nijmegen (HAN)
Heijmans Infrastructuur Bruil De Bruijn Transport TLN AJK Nederland Hollander Klundert
Daarnaast zullen gemeentelijke en provinciale overheden in hun rol als belangrijke opdrachtgever in de bouw en de rijksoverheid in haar rol als regelgever als deelnemer van de klankbordgroep betrokken worden in fase 1 van dit project. De volgende buitenlandse onderzoeksinstituten worden bij dit project betrokken: • Imperial College – Built Environment and Innovation Centre, London. • Technical University of Denmark – Department of Civil Engineering, Copenhagen. Internationale kennis overdracht naar buitenlandse kennisinstellingen kan plaats vinden via Sintef (Noorwegen), Erabuild en de Nordic Research School (onderzoeksschool bestaande uit onderzoekers uit Noorwegen, Zweden en Finland).
1.6
Looptijd en budget
De looptijd van fase 1 van het project is 12 maanden, terwijl het budget 313.060 Euro bedraagt.
pagina 6 Beheer: TNO / Universiteit Twente 04-3N-104-00363.01.15
Projectvoorstel Nationale Netwerken in de Asfaltsector Versie 1.6, 19 augustus 2005
Activiteit 0: Projectmanagement Ca. 10% budget
Activiteit 1: Inventarisatie ontwikkelingen wegenbouwsector
Activiteit 3: Haalbaarheid inrichting Logistiek netwerk Asfaltering Bouw
Ca. 10% budget
Ca. 10% budget
Activiteit 2: Inventarisatie technisch conceptuele Verbeterkansen
Activiteit 4: Voorbereiding pilot Nationaal netwerk Asfaltering Bouw
4 maanden 31-12-2005
Ca. 15% budget
Ca. 25% budget
Ca. 20% budget
01-09-2005
Activiteit 5: Verbeter Mogelijkheden Logistieke Netwerken Wegenbouw
2 maanden
6 maanden 01-01-2006
30-06-2006
01-07-2006 30-08-2006
1.7 Summary TRANSUMO project NATIONAL NETWORKS IN BUILDING SECTOR The optimal design and control of national logistics networks is becoming more complex. This is also the case for the transport of bulk materials in the construction industry. Data from recent research shows that in the Netherlands 25% of the domestic transport movements over the road are related to activities in the construction sector. This TRANSUMO project aims to optimize the transportation networks of building materials. Therefore, the project starts with analyzing the possibilities for multimodal transport in one sub sector of the construction industry: the sub sector of road construction. Road construction projects are executed all over the Netherlands on changing locations. The major input for these projects in terms of bulk materials is asphalt. Asphalt is produced at asphalt installations are over the country. From these installations, asphalt is transported by road to the location of the construction projects. A major problem at construction sites are the long waiting times when delivering fresh and taking milled asphalt. Furthermore, there are possibilities to increase the average payload of the transport fleet, to improve the planning of transport and to use other transport modes instead road transport (the dominant mode for transporting asphalt) The project NATIONAL NETWORKS IN BUILDING SECTOR, PHASE 1 ASPHALT NETWORKS (2005-2006) aims at designing and implementing technological innovations in road construction by: - more efficient logistics networks decreasing the risks of delays and decreasing the logistics costs of transport of asphalt; - optimal use of the existing production capacity of asphalt by implementing multimodal transport; - improved coordination between asphalt installations, asphalt depots and construction sites; - improved cooperation between the parties involved the supply chain of asphalt; - preparing the introduction of technological innovation (Roadtrains, asphalt boats);
Projectvoorstel Nationale Netwerken in de Asfaltsector Versie 2.0, 19 augustus 2005
pagina 7 Beheer: TNO / Universiteit Twente 05-3N-xxx-00xxx.xx.xx
-
minimizing the inconvenience of road users and society in general related to road construction.
In this TRANSUMO project different models, methods and techniques will be developed and tested in order to optimize the transport networks in road construction. The major question is: What is the optimal design and control of national transport network in road construction in order to deal with the strict time schedules in which road construction activities can take place. The focus is on two aspects: - logistics: multimodal transport, throughput times, cross-docking, frequency of delivery, and network structures; - technological: design and realization of alternative transport modes (besides road), such as Roadtrains, the asphalt boat and the asphalt train, and new (un-)loading concepts; Implementing multimodal transport and related systems in the transport networks of asphalt means an important transition. This transition has the following advantages: - logistics: optimizing transport of asphalt and relieving roads by using other modes of transport; - environment: less CO2 emission by a more efficient organization of transport and the use of multimodal transport; - business: saving personnel costs, lower investment costs (more efficient use of existing production capacity through higher market reach) and lower transport costs. The confirmed partners in the project are: • Universities and institutions: (1) TNO, (2) Twente University, (3) HAN, (4) Technical University Delft • Companies: (5) Heijmans, (6) Bruil, (7) De Bruijn Transport, (8) Transport and Logistics Netherlands, (9) AJK Nederland, (10) Hollander Klundert. Besides’, also government bodies will be involved in the project through participation in the steering group. The firms committed to this project are the most important actors in an asphalt network: manufacturers and users of asphalt (road construction firms), their transport firms and a manufacturer of the bodywork of trucks transporting asphalt. The following international academic institutes will be involved in this project: • Imperial college – Built Environment and Innovation Centre, London. • Technical University of Denmark – Department of Civil Engineering, Copenhagen. Knowledge transfer can take place via Sintef (Norway), Erabuild and the Nordic Research School (a school consisting of researchers from Norway, Sweden and Finland). In addition, several other parties are interested to participate in the project, including the government and companies in the building sector.
pagina 8 Beheer: TNO / Universiteit Twente 04-3N-104-00363.01.15
Projectvoorstel Nationale Netwerken in de Asfaltsector Versie 1.6, 19 augustus 2005
2.
Inbedding NATIONALE NETWERKEN IN DE BOUW in TRANSUMO
Het project Nationale Netwerken in de Bouw wordt uitgevoerd binnen het cluster Goederenvervoer van TRANSUMO. Het doel van het project is het optimaliseren van het ontwerp, de besturing en beheersing van asfalt transport netwerken in de Nederlandse wegenbouw gegeven: 1. de inzet van multimodaal transport en daaraan gerelateerde innovatieve technieken; 2. de verschillende configuraties van asfaltcentrales, asfalt depots en andere op- en overslagpunten in het netwerk; 3. de dynamische afgiftepunten, d.w.z. de steeds wisselende locaties van wegenbouwprojecten waar de finale verwerking van asfalt plaats vindt. Er wordt getracht een transitie te bewerkstelligen waarmee het aanwezige kennispotentieel wordt aangewend om de huidige logistieke organisatie rond asfalteringswerkzaamheden te optimaliseren, en het praktische gebruik van deze verbeterde netwerken zal moeten leiden tot positieve effecten voor: • • •
het Nederlandse bedrijfsleven (kortere duur wegwerkzaamheden, lagere kosten en hogere service, verbeterde concurrentiepositie), bijdrage aan de PROFIT-doelstelling; de Nederlandse burgers (verminderde opstoppingen door wegwerkzaamheden en beperking geluids- en emissieoverlast (met name van asfaltcentrale gesitueerd dichtbij stedelijk gebied)), bijdrage aan de PEOPLE-doelstelling; de Nederlandse samenleving (minder geluids- en emissie-overlast door produktie, transport en verwerking van asfalt), bijdrage aan de PLANET-doelstelling.
Verschillende kennisinstellingen, bedrijven, brancheorganisaties en overheden werken samen om het doel van het project te bereiken. Hierbij speelt het ontstaan van samenwerking en kruisbestuiving tussen deze partijen een cruciale rol.
Praktische Kennistools: Methodieken, modellen, stappenplannen
Kennis instellingen
Bedrijven
Business case resultaten: Validatie van kennistoepassing Faciliterende rol Wegnemen knelpunten
Overheden
Projectvoorstel Nationale Netwerken in de Asfaltsector Versie 2.0, 19 augustus 2005
Kennisoverdracht- en -verspreiding
Brancheorganisaties
pagina 9 Beheer: TNO / Universiteit Twente 05-3N-xxx-00xxx.xx.xx
De rollen van de verschillende partijen: • Kennisinstellingen: verrichten wetenschappelijk-toegepast onderzoek op het gebied van het slim en innovatief verbeteren van logistieke netwerken rondom asfalteringswerkzaamheden. Er doen vier kennisinstellingen mee in fase 1 van dit project. • Bedrijfsleven: gebruiken kennisinstrumenten en andere resultaten om daadwerkelijke verbeteringen in logistieke netwerken rondom asfalteringswerkzaamheden te realiseren, en geven hun ervaringen als business cases terug aan de kennisinstellingen. Er doen vier bedrijven mee in fase 1 van dit project. • Overheden en brancheorganisaties: stimuleren, faciliteren en ondersteunen de mogelijke verbeteringen in logistieke netwerken rondom asfalteringswerkzaamheden. Er doet één brancheorganisatie, namelijk TLN, mee in deze fase van het project, terwijl met de branche organisatie Bouwend Nederland gedurende het project afstemming plaats zal vinden. Er zijn binnen het cluster Goederenvervoer en Logistiek vier kennisvelden onderscheiden. Nationale Netwerken in de Bouw, Fase 1 Asfaltnetwerken levert een bijdrage aan elk van deze vier velden. Kennisveld
Bijdrage Nationale Netwerken in de Bouw, fase 1 Asfaltnetwerken aan TRANSUMO
1. Ketenontwerp (Chain Design)
Het optimaliseren van logistieke netwerken rond aan- en afvoer van materialen bij wegwerkzaamheden kan leiden tot (1) kostenvoordelen en korte werktijden voor bedrijven (2) minder overlast voor de burgers en een betere doorstroming op het wegennet. De centrale kennisvraag is: • Op welke wijze dienen partijen samen te werken om het logistieke aan- en afvoer van materialen bij wegwerkzaamheden te verbeteren? Kunnen voor dit herontwerp van logistieke netwerken algemeen toepasbare kennisinstrumenten worden ontwikkeld en ingezet?
2. Ketenbesturing en –beheersing (Chain control/ Collaborative planning and scheduling)
Samenwerking en bundeling leiden tot synergievoordelen. Voor het daadwerkelijk behalen van synergievoordelen van bundeling is het noodzakelijk dat het logistieke netwerk op een juiste manier bestuurd en beheerst wordt. De inzet van innovatieve planning & control technieken is essentieel. De vraag is op welke wijze de partijen (o.a. aannemers, transportondernemers, carrosseriebouwers) in de praktijk het beste samen kunnen werken. De centrale kennisvraag is hier: • Hoe vindt de planning en beheersing van de afstemming van logistieke netwerken voor de dynamische aan- en afvoer van materialen plaats, welke voordelen kunnen ermee behaald worden en welke partij verricht deze activiteit?
3. Technisch- institutioneel ontwerp
Het optimaliseren van de huidige aan- en afvoer van materialen voor wegwerkzaamheden is mogelijke stimulans voor de inzet van vrachtwagencombinaties die meer lading kunnen vervoeren en multimodaal vervoer. De vraag is welke mogelijkheden het beste passen bij welke bundelingsconcepten, en hoe technisch-institutioneel deze koppeling gemaakt wordt. Hier is de centrale kennisvraag: • Hoe dienen de technisch-institutionele mogelijkheden van zwaardere vrachtwagens en multimodaal transport afgestemd te worden op de logistieke eisen rond wegwerkzaamheden en hoe kunnen deze eisen op basis van deze mogelijkheden worden aangescherpt (innovatiespiraal)?
pagina 10 Beheer: TNO / Universiteit Twente 04-3N-104-00363.01.15
Projectvoorstel Nationale Netwerken in de Asfaltsector Versie 1.6, 19 augustus 2005
Kennisveld
Bijdrage Nationale Netwerken in de Bouw, fase 1 Asfaltnetwerken aan TRANSUMO
4. Transitiemanagement
Het project Nationale Netwerken Asfaltsector wil systeeminnovaties in het logistieke aan/afvoernetwerk bij wegwerkzaamheden bewerkstelligen door dynamische planningsprincipes te ontwikkelen en toe te passen, waarbij gebruik gemaakt wordt van nieuwe vervoersmiddelen. Daarbovenop leidt bundeling van goederenstromen wellicht tot de inzet van multimodale oplossingen, wat in positieve effecten resulteert voor burgers en samenleving. De centrale kennisvragen zijn: • Kan met deze systeeminnovaties de logistieke uitvoering van wegwerkzaamheden in Nederland verbeterd worden bij een verminderde overlast van deze werkzaamheden? En welke stappen dienen te worden genomen om het bedrijfsleven beter samen te laten werken en allianties aan te laten gaan om optimale logistieke netwerken te laten ontstaan?
Het project Nationale Netwerken in de Bouw, fase 1 Asfaltnetwerken, heeft op verschillende gebieden samenhang en raakvlakken met lopende projecten binnen TRANSUMO, zoals Euroepse Netwerken uit het Goederenvervoer cluster en verschillende TRANSUMO projecten op het gebeid van de verkeersveiligheid. Deze samenhang zal bij de start van het project in kaart gebracht worden, onder meer op de door TRANSUMO georganiseerde werkbijeenkomsten, waarvan de eerste op 20 september 2005 gehouden wordt.
Projectvoorstel Nationale Netwerken in de Asfaltsector Versie 2.0, 19 augustus 2005
pagina 11 Beheer: TNO / Universiteit Twente 05-3N-xxx-00xxx.xx.xx
3.
Probleemstelling NATIONALE NETWERKEN IN DE BOUW
3.1
Maatschappelijke en wetenschappelijke uitdaging
Het optimaal besturen en beheersen van nationale logistieke netwerken wordt steeds complexer. Dit geldt ook voor het transport van volumineuze materialen in de bouwsector. Uit recent onderzoek blijkt dat 25% van de transportbewegingen in Nederland gerelateerd zijn aan de bouwsector. In dit jaarplan wordt gestart met een analyse van de mogelijkheden voor multimodaal vervoer van goederen in een deel van de bouwsector, nl. de wegenbouw. In deze sector staat productie, transport en verwerking van asfalt centraal. Werkzaamheden in de wegenbouw gaan met volumineuze materiaalstromen en daaraan gerelateerde transportbewegingen van en naar een wegenbouwproject gepaard. De belangrijkste bulkstromen van en naar een groot wegenbouwproject bestaan uit vers asfalt, frees asfalt en asfaltgranulaat. Onderhoudswerkzaamheden aan snelwegen zijn een belangrijk deel van het werk in de wegenbouw. Deze werkzaamheden worden in Nederland hoofdzakelijk 's nachts en in het weekend uitgevoerd. Bij een onderhoudsproject wordt oud asfalt van de weg gefreesd en afgevoerd in trailers. Vers asfalt wordt in vrachtauto's aangevoerd. Per werk wordt tussen de 100 en 1000 ton asfalt verwerkt. Tijd is om twee redenen een kritische factor bij de verwerking van asfalt bij onderhoud aan een snelweg: • de werkzaamheden moeten binnen strikte tijdsvensters worden uitgevoerd: de snelweg moet uiterlijk 6.00 uur weer open zijn; • het aangevoerde asfalt moet op temperatuur worden gehouden ten einde kwaliteitsverlies te voorkomen. In een asfalt transportnetwerk wordt nieuw asfalt geproduceerd in asfaltcentrales. Belangrijke grondstoffen voor deze centrales zijn zand en steenslag (aangevoerd per schip - deels uit Noorwegen), bitumen (aangevoerd per tankwagen) en vulstof. Deze centrales liggen allen aan het water. Nieuw asfalt wordt vanuit de asfaltcentrale getransporteerd naar de locatie van het onderhoudsproject. Gefreesd asfalt wordt van het project afgevoerd en gaat, al dan niet via een asfaltdepot voor hergebruik naar de asfaltcentrale. Op de projectlocatie zelf wordt de snelweg meestal omstreeks 21.00 uur afgezet. Om 22.00 begint men met de frees werkzaamheden. Afhankelijk van de dikte kan ongeveer 10 meter weg per minuut gefreesd worden. Een uur later gaat de asfalttrein lopen die ongeveer 5 meter weg per minuut legt. Grote wegenbouwers beschikken zelf over meerdere asfaltcentrales en maken gebruik van meerdere asfaltdepots. Projecten in de wegenbouw worden in het gehele land op steeds wisselende locaties uitgevoerd. Men kan dus spreken over een asfalt transportnetwerk op nationaal niveau. Probleem in dit asfalt transportnetwerk zijn de lange wachttijden van vrachtwagens bij aan- en afvoer van vers asfalt, frees asfalt en asfalt granulaat op de locatie van het project. Naast verwerking van het asfalt op het project leiden ook de productie en transport van asfalt tot maatschappelijke hinder. De locatie van een aantal asfaltcentrales bevindt zich in of bij stedelijk gebied. Het transport tussen deze productielocaties en de verwerkingslocaties (de bouwprojecten) veroorzaakt maatschappelijke hinder en milieu overlast. De weggebruiker is gebaat bij zo min mogelijk vertraging langs de snelweg bij verwerking van het asfalt op locatie. Een aantal mogelijkheden is in deze sector nog onbenut en kunnen een bijdrage leveren aan bovengenoemde problematiek: de inzet van multimodaal vervoer en nieuwe vervoerstechnieken, verhoging van de beladingsgraad van de transportmiddelen door een slimmere planning van de transportbewegingen en het bepalen van de optimale locatie van de asfaltcentrales. Op basis van de doelstellingen en de resultaten van eerdere projecten op dit gebied wordt ingezet op de volgende besparingen door middel van logistieke optimalisatie en technische innovaties van nationale netwerken in de asfaltsector: pagina 12 Beheer: TNO / Universiteit Twente 04-3N-104-00363.01.15
Projectvoorstel Nationale Netwerken in de Asfaltsector Versie 1.6, 19 augustus 2005
• • • • •
besparing in logistieke kosten; aanzienlijke verbeteringen in logistieke flexibiliteit; besparingen op brandstofgebruik, vooral in het wegvervoer; reductie in emissies van schadelijke stoffen; een daling van het aantal ritbewegingen over de weg.
De afgelopen jaren zijn er verschillende onderzoeken en pilots uitgevoerd naar de inzet van multimodaal transport. Door de inzet van multimodaal transport zijn er synergievoordelen te behalen. Hiervan kunnen alle netwerkpartners profiteren. In dit project worden de randvoorwaarden geanalyseerd, zowel logistiek als technologisch, voor multimodaal transport van asfalt over het water, het spoor en de weg. Het CONNEKT-project Distrivaart vormt een belangrijke inspiratiebron voor het project NATIONALE NETWERKEN IN DE BOUW. Distrivaart-project als inspiratiebron voor asfalt transportnetwerken Het succesvolle Distrivaart-project was gericht op het optimaliseren van een nationaal distributienetwerk door onder andere de bundeling van goederenstromen en de inzet van multimodaal transport. Naast het wegtransport wordt de binnenvaart ingezet voor het transport van consumentgoederen als bier, frisdrank en papier van producenten naar supermarkt DC’s. Een flink deel van de kostenvoordelen kwam door de inzet van de binnenvaart als multimodale vervoersmogelijkheid. De vertaling van de aanpak en lessen van Distrivaart naar nationale netwerken in de asfaltsector lijkt kansen te bieden. Het project NATIONALE NETWERKEN IN DE BOUW zal deze mogelijkheden voor logistieke optimalisatie trachten te veralgemeniseren en in praktisch hanteerbare kennisinstrumenten omzetten.
De mogelijkheden van de inzet van multimodaal vervoer en nieuwe vervoerssystemen in nationale transportnetwerken in de asfaltsector zijn tot nu toe maar beperkt in kaart gebracht. In dit project staat beantwoording van de volgende uitdagingen dan ook centraal: (1) Bedrijfseconomische uitdaging (2) Maatschappelijke uitdaging • Herkenning en selectie van transportnetwerken • Bepalen van effecten hybride logistieke waar herinrichting en optimalisatie kansen op netwerken en samenwerking tussen netwerk kostenreductie en winst biedt. partners op leefbaarheid, bereikbaarheid, brandstofgebruik en bestaande • Kosten ontwikkeling en gebruik nieuwe infrastructuur. vervoerssystemen. • Ontwerp technisch-conceptuele innovaties • Trade-off kosten uitbreiding productiecapaciteit voor multimodaal transport. (nieuwe asfaltcentrales) versus kosten multimodaal transport/nieuwe vervoerssystemen. • Uitwerking van de meest geschikte samenwerking in nationale • Inzicht in het marktbereik van bestaande en transportnetwerken in de asfaltsector. nieuwe asfaltcentrales gegeven nieuwe kostenstructuren van transport met specifiek • Optimaliseren inkopen van asfalt tegen aandacht voor: marktconforme prijzen bij asfaltcentrales van de concurrenten gegeven de locatie van • inzicht in het marktbereik van asfaltcentrales die de asfaltcentrale en wegenbouwproject. dicht bij de grens liggen voor de Duitse en Belgische markt. (3) Wetenschappelijke uitdaging • Logistieke optimalisatie: analyse logistieke netwerken bij toepassing van multimodaal vervoer (met nadruk op combinaties van de Roadtrain en de asfaltboot) en verschillende configuraties van asfaltcentrales: bepaling van de optimale locatie van asfaltcentrales gegeven de herkomst van de grondstoffen en de locaties van de wegenbouwprojecten. • Technisch-conceptuele innovaties: nieuwe op- en overslagtechnieken zoals de asfaltboot, asfalttrein (de VAM in Wijster gebruikt treinen voor afvaltransport), Roadtrains, warmhoud depots. • Inzicht in de dynamiek van afgiftepunten: wegenbouwprojecten vinden steeds op andere locaties plaats en daarmee dus ook de finale verwerking van asfalt.
Projectvoorstel Nationale Netwerken in de Asfaltsector Versie 2.0, 19 augustus 2005
pagina 13 Beheer: TNO / Universiteit Twente 05-3N-xxx-00xxx.xx.xx
Een belangrijke invalshoek is nog dat technische innovaties en logistieke optimalisatie van netwerken elkaar wederzijds kunnen versterken. Deze innovatiespiraal kan leiden tot synergievoordelen: de inzet van Roadtrains levert een efficiencyslag in het distributienetwerk van asfaltproducten, wat weer bijdraagt aan de kritische massa van het vervoerde volume, waardoor weer meer Roadtrains kunnen worden ingezet, etc. Het ontstaan en stimuleren van deze innovatiespiraal vormt een belangrijk uitgangspunt in dit TRANSUMO voorstel.
3.2
Bijdrage aan de probleemstelling van het betreffende cluster
Uitgangspunt in dit project is de probleemstelling dat het asfalteren van Nederlandse wegen tijdkritisch is en bij vertragingen er overlast is voor de samenleving. Door integraal het logistieke netwerk efficiënter in te richten en technisch-conceptuele systeeminnovaties in te zetten kunnen vertragingen voorkomen worden en kostenvoordelen worden behaald. Er nog te weinig bekend over de bedrijfseconomische en maatschappelijke voordelen van het optimaliseren van nationale transport netwerken in de bouwsector in het algemeen en multimodaal transport van asfalt in het bijzonder. De centrale vraag luidt dan ook: “Hoe dienen nationale transportnetwerken in de wegenbouw ontworpen en ingericht te worden om middels multimodaal vervoer effectief in te kunnen spelen op de steeds kortere venstertijden van wegwerkzaamheden?” De integrale benadering van technische innovaties en logistieke optimalisatie van netwerken staat in dit project centraal: • logistiek: o.a. multimodaal vervoer, doorlooptijden, cross-dock voorraadpunten, leverfrequenties, netwerkstructuur, omschakeltijden; • technisch-conceptueel: o.a. benutting en innoveren van Roadtrain-concepten (ontwerp en realisatie), gecombineerd met laad-, los- en overslaginnovaties, in afstemming met en inzet van andere modaliteiten. Afgeleide vragen zijn de volgende: • Wat zijn de mogelijkheden en randvoorwaarden voor optimale netwerkinrichting gegeven de inzet van verschillende modaliteiten in de asfaltsector op het gebied van: - contracten (traditionele aanbesteding vs. PPS-constructies); - logistiek netwerk (asfaltcentrales/depots); - logistieke besturing (voorraad – transportplanning); - technische innovaties in voertuig- en overslagmiddelen. • Welke partijen spelen een rol in deze optimale netwerken en welke stappen moet en er in de tijd genomen worden op weg naar deze netwerken? De integrale inzet van multimodaal vervoer en de daaraan gerelateerde technisch-conceptuele innovaties worden als een kansrijke oplossing gezien. In de wegenbouw in het buitenland heeft men al de volgende ervaringen opgedaan met innovaties in asfalt transportnetwerken: • Een Canadese bouwer ontwikkelt met Paccar (eigenaar van DAF) nieuwe vervoerstechnologie voor asfalt Roadtrains. • In Frankrijk heeft men al ervaring opgedaan met de inzet van Roadtrains voor asfalt transporten. • Inzet van mobiele tussenstations: inzet van deze voorraadpunten zorgen ervoor dat er steeds voldoende asfalt op het project zelf aanwezig is. • In Oostenrijk heeft men al ervaring opgedaan met asfalt depots aan de rand van de stad. Voor het asfalteren van wegen in stedelijke omgevingen wordt ’s nachts het asfalt in ‘wamhoud’ depots afgeleverd aan de rand van de stad of in containers die het asfalt gedurende een dagdeel op temperatuur houden. Overdag wordt met behulp van de asfalt stadsbox of hotbox het asfalt gedistribueerd in de stad.
pagina 14 Beheer: TNO / Universiteit Twente 04-3N-104-00363.01.15
Projectvoorstel Nationale Netwerken in de Asfaltsector Versie 1.6, 19 augustus 2005
In de analyse zal ook inzicht worden gegeven in het marktbereik van asfaltcentrales die dicht bij de grens liggen voor de Duitse en Belgische markt. Onderzocht wordt in hoeverre Roadtrains ingezet kunnen worden voor het transport van asfalt op de Duitse en Belgische markt. Hierbij wordt nadrukkelijk aandacht geschonken aan de Duitse en Belgische regelgeving t.a.v. Roadtrains. Gezocht zal worden naar concepten voor Roadtrains met aandacht voor (1) type geledingen zoals oplegger of aanhanger, (2) additionele voorzieningen en/of carrosserie aanpassingen voor snelle en beheerste overslag en (3) het koppelmechanisme tussen de geledingen. Alles bij elkaar moet dit leiden tot nieuwe transportconcepten waarbij snellere overslag wordt gerealiseerd, en schaalvoordelen worden benut t.a.v. milieu, logistieke kosten en weggebruik (aantal ritten). We denken hier ook aan energiemanagement waarbij zowel de transportenergie als de conditioneringsenergie (warmhoud units) worden meegenomen. Uitgangspunt hierbij is een gewaarborgde kwaliteit van de asfaltproducten. De koppeling van de geledingen biedt kansen voor innovatie in de vorm van slimme regelingen en/of automatisering, wat ook tot een betere beheersbaarheid van het logistieke proces leidt. De diverse geledingen van een Roadtrain kunnen worden opgevat als modulaire laadeenheden, die in bepaalde fases van het logistieke proces als zelfstandige objecten (al dan niet in zekere mate geautomatiseerd) kunnen worden ingezet. De daarvoor gewenste toegevoegde intelligentie kan bijvoorbeeld worden verwerkt in de dolly die twee opleggers verbindt. Bij een dergelijke Roadtrain (B-Double) is deze dolly cruciaal voor een snelle en goedkope overslag, en dient zo te worden ontworpen dat standaard opleggers of aanhangers minimaal hoeven te worden aangepast, zonder consequenties voor laadcapaciteit. Daarnaast kan deze dolly worden voorzien van regelsystemen die ingrijpen op de besturing van mogelijk bestuurbare dolly-assen en/of beremming per wiel waarmee manoeuvreerbaarheid (op locatie) en stabiliteit van de gehele voertuigcombinatie (veiligheid) kan worden verhoogd. Ook de (mogelijke geautomatiseerde) beheersbaarheid van de positie van Roadtrain geledingen kan een bijdrage leveren aan een hogere afhandelingsnelheid op locatie. De combinatie van (ont-)koppeling van de geledingen van de Roadtrains plus additionele innovaties voor snelle overslag (carosserie en chassis innovaties) biedt snellere, beheersbare en flexibelere op- en overslag mogelijkheden. Dit betreft zowel de handelingen bij bijv. depots, hotboxen als de intermodale overslag van/naar binnenvaartschepen. Samenvattend wordt met nieuwe technisch-conceptuele transportconcepten gestreefd naar: - lagere logistieke kosten (inzet, aantal ritten, energieverbruik, voorraad, etc.) - snellere doorlooptijd door snellere, beheersbare en flexibele overslag - minder beslag van de openbare weg in tijd (afsluiting) en in aantal (transportmiddelen) - flexibiliteit op locatie (manoeuvreerbaarheid, geautomatiseerd transport) De keuze van transportinnovatie heeft consequenties voor de rest van het logistieke proces. Deze effecten worden in de analyse meegenomen, in samenspraak met de overige projectpartners en activiteiten. Het gaat hier om de wisselwerking van de benodigde handelingen op locatie, bij asfaltcentrales, asfaltdepot en het ontwerp van de gebruikte transportunit (Roadtrain) binnen het totale asfalt transportnetwerk. Beiden grijpen op elkaar in. Technische innovaties leiden mogelijk tot andere handelingen terwijl omgekeerd bepaalde handelingen (opgelegd vanuit andere overwegingen) voorwaarden leveren voor het conceptuele technisch ontwerp. Dat betekent dat scenario’s moeten worden vastgelegd waarin deze wisselwerking tot uiting komt. Aparte aandacht zal worden geschonken aan de ondersteuning van de bestuurder. De huidige ontwikkelingen rond monitoring van het voertuiggedrag, boordcomputers en ADA (Advanced Driver Assistance) bieden in potentie veel mogelijkheden tot een veiliger en beheersbaarder gebruik van Roadtrains.
Projectvoorstel Nationale Netwerken in de Asfaltsector Versie 2.0, 19 augustus 2005
pagina 15 Beheer: TNO / Universiteit Twente 05-3N-xxx-00xxx.xx.xx
Binnen NNA wordt dit geïnventariseerd en, waar zinvol, in het ontwerp meegenomen. Daarbij gaat het om o.a.: • de chauffeur dient te allen tijde (slecht weer, weg lay-out, onoverzichtelijke verkeerscondities, ..) zijn directe omgeving te kunnen zien, en daar adequaat naar te handelen (zichtvelden) • ondersteuning in voertuiggedrag (vermijden van scharen, kantelen) en stabiliteit • informatie over ladingscondities en optimalisering van aandrijfgedrag • informatie over bediening in het licht van brandstofverbruik (het ‘nieuwe rijden’) • taakopvatting chauffeur, training In eerste instantie worden potentiële technische innovaties via deskresearch geïnventariseerd. Op basis daarvan worden zowel aan de vraagkant (bouwbedrijven, overheid) als bij aanbiedende partijen (carosseriebranche) interviews gehouden. Dat leidt tot een aantal beginseloplossingen voor innovatie (systematische ontwerpaanpak) dat vervolgens wordt uitgewerkt tot conceptontwerpen. Deze ontwerpen worden getoetst bij relevante marktpartijen, en gewogen aan de hand van outputcriteria, inclusief praktische criteria als: - maakbaarheid - bestaande technologieën - productiekosten - technische risico’s - betrouwbaarheid, etc. Implementatie van multimodaal vervoer en nieuwe over- en opslagpunten betekent een belangrijke transitie van het asfalt transportnetwerk. Samenvattend zou deze transitie van het transport van asfaltstromen rondom grote onderhoudsprojecten in de wegenbouw de volgende voordelen opleveren: • logistiek: optimaliseren van de transportbewegingen rondom asfaltstromen en ontlasting van het wegennet bij vervoer over water, trein of spoor. • milieu: grote milieu winst doordat minder CO2 uitstoot door inzet van alternatieve modaliteiten en een grotere efficiency in de organisatie van het transport. • bedrijfseconomisch: besparing op personele kosten, investeringskosten (minder asfaltcentrales) en transport kosten. • veiligheid: het verbeteren van de verkeersveiligheid door efficiëntere aan/afvoer processen en kortere afsluitingen (minder tijd ruimtebeslag op wegennetwerk). De bijdrage van dit project aan de probleemstelling in het cluster Goederenvervoer ligt in het helder krijgen van de voordelen van een verbeterd ontwerp, besturing en beheersing van nationale transport netwerken in de bouw. Met een goede samenwerking tussen betrokken partijen lijken er relatief eenvoudige “quick wins” te behalen in de effectiviteit en efficiency van nationale transportnetwerken in de asfaltsector. Belangrijk is dat in dit project de belangrijkste partijen van een asfaltnetwerk meedoen: de producenten en verwerkers van asfalt (de wegenbouwbedrijven), hun transporteurs en een carroserie-bouwer. Zij zijn tegelijkertijd de belangrijkste gebruikers van de ontwikkelde inzichten, tools en technieken. Uniek voor dit TRANSUMO project is de bijzondere samenwerking tussen de wereld van de wegenbouw, het transport en de carroseriebouw. De meerwaarde van de onderzoeksresultaten is dat zij ook relevant is voor andere goederenstromen in de bouw en bulkstromen in het algemeen. Hierbij wordt met name gedacht aan bouw en sloopafval, hout en afbouwmaterialen. Tevens kan het onderzoek resultaten op leveren voor aan aan- en afvoer bij bouwprojecten in stedelijke omgeving en stadsdistributie op basis van binnenvaart en Roadtrains.
pagina 16 Beheer: TNO / Universiteit Twente 04-3N-104-00363.01.15
Projectvoorstel Nationale Netwerken in de Asfaltsector Versie 1.6, 19 augustus 2005
3.3
Inbedding in literatuur en relaties met lopend onderzoek
Het gegeven van dynamische afgiftepunten (wegenbouwprojecten liggen steeds op andere locaties) is een belangrijk uitgangspunt in de literatuur over responsieve netwerken. Dynamische afgiftepunten in combinatie met de eis van betrouwbaarheid en korte levertijd van asfalt van centrale naar bouwplaats geven aan dat qua theoretische onderbouwing van dit project direct kan worden aangesloten bij de wetenschappelijke literatuur over responsieve netwerken. Deelaspecten van innovaties in het transport van goederenstromen in de bouw zijn onderzocht in de volgende projecten: 2003-2004 Uitpakken en Wegwezen: een haalbaarheidsonderzoek naar de containerisatie van de toelevering van bouwmaterialen i.s.m. de Universiteit Twente en de Bouwcenter Groep. 2001-2003 Distribouw: optimalisatie van de logistieke keten (leveranciers, tussenopslag, depots en transport) van de nationaal opererende bouwmaterialenhandel via regionale crossdock centers De mogelijkheden van de inzet van alternatieve transportmodaliteiten in nationale distributienetwerken zijn de laatste vijf jaar onderzocht in de volgende projecten: 2001-2004 Distrivaart; samenwerkingsproject voor multimodaal palletvervoer tussen productielocaties en DC’s van supermarkten met o.a. NDL, TNO, Bavaria, Interbrew, Grolsch en Heineken 2001-2003 Praktijkproef LZV in Nederland, test inzet vrachtwagens met een maximale lengte van 25 meter en/of een maximaal te vervoeren gewicht van 60 ton. Rapport: Traffic Test 2003, “Praktijkproef LZV, resultaten van een proef met langere en/of zwaardere voertuigcombinaties op Nederlandse wegen” 2001 UnitNet: In dit Nederlandse initiatief is getracht een meer efficiënt en integraal intermodaal transportsysteem te bewerkstelligen. In het initiatief participeerden brancheorganisaties als EVO, TLN, KNV en VERN, en marktpartijen als Van Bon Fruit Logistics, Kuehne & Nagel, verschillende binnenvaart-en spooroperators. 1999 Adviesrapport SWOV “Advies over de praktijkproef langere en zwaardere voertuigen” De HAN heeft verschillende projecten rond beheersing van zwaar verkeer uitgevoerd. Enige referenties zijn: 2003 2004 2005 2006
Pauwelussen: Some considerations on combined roll and yaw behaviour of a tractor semi-trailer, HAN Report 79 940C 7940 0302 Merts.: Preventief antirol system, HAN Rapport TN 04 0002 J.P. Pauwelusse, P. Ypma, E. Boks, J. Briaire: Verlaging van brandstofverbruik door op de chauffeur afgestemde ondersteuning, HAN Rapport 740.010.502 J.P. Pauweussen, S. Bijker, J. Broeze, G. v.d. Vlist.: The behaviour of very long semitrailers. Accepted for publication in Int. J. Vehicle System Modelling and Testing.
Projectvoorstel Nationale Netwerken in de Asfaltsector Versie 2.0, 19 augustus 2005
pagina 17 Beheer: TNO / Universiteit Twente 05-3N-xxx-00xxx.xx.xx
4.
Aanpak, beoogde resultaten en output in meetbare doelstelling
4.1
Doelstelling project
Nationale Netwerken in de Bouw, fase 1 Asfaltnetwerken (2005-2006) beoogt met het ontwerpen en invoeren van technische innovaties in de wegenbouw: • stappen te kunnen zetten in de daadwerkelijke introductie van multimodaal transport van asfalt met behulp van Roadtrains, de binnenvaart (de asfaltboot) en het spoor; • de verbetering van de afstemming tussen asfaltcentrales, depots en dynamische afgiftepunten (wegenbouwprojecten); • efficiëntere logistieke netwerken te bereiken door kans op vertragingen te beperken en logistieke kosten te verlagen; • een robuuste samenwerking (die wettelijk toegestaan is volgens de NMA) te bewerkstelligen tussen ketenpartijen in de bouw door een faire verdeling van kosten en baten voor ketenpartijen te bepalen; • overlast voor weggebruiker en samenleving te minimaliseren. In dit TRANSUMO project zullen kennisinstrumenten (modellen, methoden en technieken) ontwikkeld en uitgetest worden om systematisch de kansen voor het optimaliseren van flexibele distributienetwerken in de wegenbouw na te gaan en waar mogelijk te implementeren. De centrale doelstelling van dit deelproject is het optimaliseren van het ontwerp, de besturing en beheersing van asfalt transport netwerken in de Nederlandse wegenbouw gegeven: 1. de inzet van verschillende transportmodaliteiten en innovatieve technieken (Roadtrains, de asfaltboot en -trein, transportmiddelen in stedelijke gebieden); 2. de verschillende configuraties van asfaltcentrales, asfalt depots en andere op- en overslagpunten in het netwerk; 3. de dynamische afgiftepunten, d.w.z. de steeds wisselende locaties van wegenbouwprojecten waar de finale verwerking van asfalt plaats vindt. Uitvoering van deze fase 1 van dit project levert een bijdrage aan People, Planet en Profit doelen • – – – –
PEOPLE/PLANET Gebruik andere modaliteiten in asfaltsector leidt tot minder milieu- en geluidsoverlast bij zowel productie, transport als verwerking van asfalt Bijdrage aan verbeterde van veiligheid in de asfaltsector Behoud/versterking van werkgelegenheid in de bouw Verankeren logistieke kennis in bouwonderwijs en bouwkennis en logistiek onderwijs
• – – – –
PROFIT Efficiëntere ketenlogistiek in de (wegen-)bouw door lagere kosten Betere service leidt tot minder overlast samenleving Gezamenlijke investeringen leiden tot innovatie Inzet innovatieve oplossingen voor logistieke verbeteringen
Verschillende oplossingsrichtingen om deze doelen te bereiken zijn: 1. nadruk op inrichting logistiek netwerk vanuit de wens van de samenleving (korte doorlooptijden, ideeën uit demand driven logistics); 2. onderzoek naar toegestane logistieke samenwerking tussen asfaltcentrales onderling en bouwbedrijven (collaborative logistics); 3. ontwikkeling van hybride distributienetwerken, waarbij verschillende modaliteiten (multifunctioneel) kunnen worden ingezet tussen productie en verwerkingsplaats op wegennet);
pagina 18 Beheer: TNO / Universiteit Twente 04-3N-104-00363.01.15
Projectvoorstel Nationale Netwerken in de Asfaltsector Versie 1.6, 19 augustus 2005
4. anticiperen op technologische vernieuwing in vervoer met hogere initiële kwaliteit van asfalt, langere houdbaarheid en voorspelbaar kwaliteitsverlies.
4.2
Aanpak van het project
De activiteiten zijn in de tijd gezien in twee fasen opgedeeld: • Fase 1 september 2005 t/m december 2006 • Fase 2 vanaf eind 2006 t/m eind 2008. Doel fase 1: Ontwerp logistieke netwerken en technische innovaties voor de asfaltsector - In kaart brengen van logistieke ontwikkelingen in bouw- en specifiek de asfaltsector in binnen- en buitenland - Bepalen van de impact van deze ontwikkelingen op de inrichting van onderhoudswerkzaamheden - Ontwikkeling van logistieke strategie om flexibeler en efficiënter te kunnen werken - Definitie en selectie van technisch-conceptuele innovaties in vervoersmodaliteiten, geïntegreerd met de organisatie van op- en overslag. Doel fase 2: Toepassing logistieke strategieën en technische innovaties in pilots Uitvoeren van meerdere pilots met bedrijven in bouw- en asfaltsector Ontwikkelen van generieke kennis en tools Een overzicht van deze modulaire kennis- en voorbeeldprojecten in fase 1 staat in de volgende figuur. Fase 1: Ontwerp logistieke netwerken en technische innovaties voor asfaltsector Vraag
Aanbod
Asfaltnetwerk
Pilotvoorwerk
Fase 2: Toepassing logistieke strategieën en technische innovaties in pilots Kennis & techniek logistiek netwerk en besturing
Pilot A Pilot B Pilot C
Een gedetailleerde invulling van deze deelprojecten en activiteiten staat gedetailleerd beschreven in hoofdstuk 5: Planning en fasering.
Projectvoorstel Nationale Netwerken in de Asfaltsector Versie 2.0, 19 augustus 2005
pagina 19 Beheer: TNO / Universiteit Twente 05-3N-xxx-00xxx.xx.xx
4.3
Bijdrage project aan TRANSUMO Doelstellingen
De bijdrage van NATIONALE NETWERKEN IN DE BOUW aan People, Planet en Profit is als volgt: TRANSUMO Bijdrage projectprogramma Nationale netwerken in de Bouw, fase 1 Doel asfaltnetwerken 1. PROFIT PROFIT Æ Duurzame economische ontwikkeling Optimale asfalt transportnetwerken leiden tot een betere economische uitgangspositie voor de wegenbouw. Enkele belangrijke toetsingscriteria zijn: (1) verlaging kostenniveau nationale asfalt transport (verhogen efficiency door ketenlogistiek), (2) verhoging flexibiliteit in en (3) verbreden marktgebied met bestaande productiecapaciteit 2. PEOPLE PEOPLE Æ Duurzame maatschappelijke ontwikkeling Optimale asfalt transportnetwerken qua logistiek en techniek hebben naar verwachting de volgende invloed op het welzijn van de Nederlandse burger: (1) optimalisatie resulteert in minder vrachtwagens en uiteindelijk minder geluidsen milieu-overlast (2) betere prestaties van nationale transportnetwerken, met lagere kosten, wat resulteert in minder inefficiënties en een betere concurrentiepositie. 3. PLANET PLANET Æ Duurzame ecologische ontwikkeling Minder vrachtwagens bij de aan- en afvoer van materialen bij wegwerkzaamheden betekent minder uitstoot van schadelijke stoffen, minder geluidsbelasting en minder brandstof gebruik. Gebruik van andere modaliteiten in asfaltsector leidt tot minder milieu- en geluidsoverlast bij zowel productie, transport als verwerking van asfalt. In dit project wordt ernaar gestreefd de efficiency van het transport netwerk van asfalt te verhogen met behulp van logistiek en technologieën die ook vanuit milieu en maatschappelijke oogpunt tot minder overlast leiden. Er zijn verschillende belanghebbenden bij het project betrokken: • Wegenbouwers • Asfalttransporteurs • Carrosseriebouwers • Brancheorganisatie • Kennisinstellingen De genoemde bedrijven streven ernaar de ontwikkelde inzichten en technieken direct in hun eigen bedrijfssituatie toe te passen. Eerdere projecten hebben geleerd dat het van groot belang is om de bedrijfseconomische voordelen als uitgangspunt te nemen. Alleen als bedrijven zelf een Profit kunnen behalen zijn ze bereid om tijd en geld te investeren in innovatieprojecten. Deze Profit dient tijdig herkend en verdeeld te worden, terwijl daarnaast uiteraard integraal de Planet en People effecten in kaart gebracht dienen te worden.
pagina 20 Beheer: TNO / Universiteit Twente 04-3N-104-00363.01.15
Projectvoorstel Nationale Netwerken in de Asfaltsector Versie 1.6, 19 augustus 2005
4.4
Versterking van de tripartiete kennisinfrastructuur op mobiliteitsgebied
Een primair doel van de TRANSUMO regeling is om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de logistieke kennisinfrastructuur. Het projectprogramma NATIONALE TRANSPORTNETWERKEN IN DE BOUW zal hier de volgende bijdrage aan leveren: Element TRANSUMO Kennisinfrastructuur 1. Kwaliteit
2. Productiviteit
3. Levensvatbaarheid
4. Legitimacy/Waarom binnen TRANSUMO?
4.5
Bijdrage project NATIONALE NETWERKEN IN DE BOUW De onderzoeksresultaten zijn: • vernieuwend: de aanpak/gevolgde methodiek wordt op basis van bestaande modellen en literatuur over responsieve netwerken specifiek voor dit project ontwikkeld. Centraal staat de mogelijkheid om nationale asfalt transportnetwerken te optimaliseren gegeven de inzet van multimodaal transport en technische innovaties in vervoerssystemen. • Herhaalbaar/verifieerbaar: uitgangspunt is het ontwikkelen van methoden, modellen en technieken om de effecten van verschillende configuraties asfaltcentrales te meten. • Veralgemeniseerbaar: de onderzoeksresultaten zijn ook voor andere goederenstromen in de bouw interessant. Hierbij wordt met name gedacht aan bouw en sloopafval en afbouwmaterialen. Mensen en middelen zullen effectief worden ingezet, wat resulteert in: • deliverables: de resultaten van het projecten zullen worden vastgelegd in rapporten/Cd-rom’s, en worden uitgedragen in tijdschriften/seminars. • feitelijke samenwerking: bedrijven en kennisinstellingen werken samen om het gezamenlijk belang van optimaal asfalt transport te bereiken; • feitelijke resultaten: het belangrijkste resultaat is inzicht in opties voor de herinrichting van nationale asfalt transportnetwerken. Methoden en modellen worden aangewend om bedrijven een praktisch inzicht te bieden in de haalbaarheid van herinrichting en optimalisering van asfalt transportnetwerken. De resultaten moeten praktisch en generiek toepasbaar zijn. De mogelijkheden van herinrichting, optimalisatie asfalt transportnetwerken worden zonder ondersteuning niet gegrepen, omdat er onvoldoende inzicht is in de grootte van die voordelen en men bovendien huiverig staat tegenover samenwerking met directe concurrenten In dit project wordt met modellen en andere kennis tools een overzicht gegeven van de nieuwe ontwerpen van asfalt transportnetwerken en technische innovaties in vervoerssystemen.
Realisatie projectdoelstellingen ultimo 2006
De verwachte resultaten van fase 1 van het project zijn: •
Er worden ontwerpmethodieken/tools opgeleverd waarmee nationale netwerken in de bouwsector kunnen worden doorgelicht en beoordeeld op synergievoordelen en inzet van multimodaal transport en technische innovaties van vervoerssystemen. Deze ontwerpmethodieken moeten algemeen toepasbaar zijn voor nationale netwerken en een bijdrage leveren aan te bereiken systeeminnovatie.
Projectvoorstel Nationale Netwerken in de Asfaltsector Versie 2.0, 19 augustus 2005
pagina 21 Beheer: TNO / Universiteit Twente 05-3N-xxx-00xxx.xx.xx
•
Het pilot project is gericht op het daadwerkelijk realiseren van een logistiek innovatief nationaal asfalt transportnetwerk, waar mogelijk met de inzet van multimodaal transport en nieuwe vervoerssystemen. Deze resultaten zullen via business case studies verspreid worden.
De resultaten die in fase 1 worden opgeleverd zijn : • ontwerpmethodieken/tools (rapporten, CD met simulaties, conceptontwerpen) waarmee nationale netwerken in de bouwsector kunnen worden doorgelicht en beoordeeld op synergievoordelen en inzet van multimodaal transport en technische innovaties van vervoerssystemen. Deze ontwerpmethodieken zijn algemeen toepasbaar voor nationale netwerken en leveren potentieel een bijdrage aan de te bereiken systeeminnovatie. Het project resulteert ook in wetenschappelijke innovatie op het gebied van optimalisatie van logistieke netwerken in de bouw. Deze innovatie wordt vastgelegd in de volgende producten: • drie wetenschappelijke artikelen (inclusief één, gericht op technische innovatie) gepubliceerd in blind refereed international journals; • twee artikelen die worden gepubliceerd in de bouw en logistieke vakpers. Tenslotte zal na fase 1 een projectplan opgesteld worden voor fase 2.
pagina 22 Beheer: TNO / Universiteit Twente 04-3N-104-00363.01.15
Projectvoorstel Nationale Netwerken in de Asfaltsector Versie 1.6, 19 augustus 2005
5.
Beschrijving activiteiten NATIONALE NETWERKEN IN DE BOUW
5.1
Overzicht activiteiten in fase 1 van het project
Een kort overzicht van de verschillende activiteiten in fase 1 van dit project is gegeven in hoofdstuk 4. De inhoud van en samenhang tussen de vijf projecten in fase 1 worden in dit hoofdstuk verder uitgewerkt. De samenhang tussen de vijf projecten is in onderstaande Figuur weergegeven juni 05
Activiteit 1: Inventarisatie ontwikkelingen in bouw/asfaltsector (VRAAG)
Activiteit 3: Haalbaarheid inrichting Nationaal Asfaltnetwerk
dec 06
Activiteit 2: Inventarisatie technisch-conceptuele verbetermogelijkheden (AANBOD)
Activiteit 4: Voorbereiding pilot Nationaal Asfaltnetwerk
Activiteit 5: Logistieke en technische verbetermogelijkheden PPS-doelen en kennisverspreiding
Nadat het "probleemgebied" in kaart is gebracht (activiteit 1) wordt een inventarisatie gemaakt van de kansrijke technisch-conceptuele verbetermogelijkheden (activiteit 2). Hierbij wordt ingegaan op de Roadtrain, de binnenvaart en het spoor en de ideeën rondom de "hotbox". Vervolgens worden parallel de logistieke en technische haalbaarheid van enkele kansrijke technisch-conceptuele verbetermogelijkheden gesimuleerd en geanalyseerd (activiteit 3 en 4). Met behulp van de simulatie resultaten en verder technische invulling worden de concepten vervolgens met elkaar vergeleken. De resultaten worden vervolgens bediscussieerd in een workshop en vastgelegd in een rapport (activiteit 5). Heijmans Infrastructuur en Bruil brengen specifieke kennis in over de asfaltverwerking in de wegenbouw. TLN, AJK, Hollander Klundert en De Bruin Transport brengen kennis in over de logistieke en technische aspecten van het transport van asfalt.
5.2
Activiteit 1: Inventarisatie ontwikkelingen in de bouwsector
Doel: (1) In kaart brengen huidige structuur van aan/afvoer asfaltmaterialen bij wegwerkzaamheden (type processen/schakels/doorlooptijden): - logistieke kosten en mate van flexibiliteit (o.a. tijd onderhoudswerkzaamheden); - aard en mate van ketensamenwerking; - planning & control (aansturing en afstemming van processen). - aard van de opdrachtgevers en hun eisen; - inventarisatie bestaande ervaringen met multimodaal vervoer. (2) Uitvoeren netwerkanalyse aan- en afvoer asfaltmaterialen bij wegwerkzaamheden Nederland: - Inrichting van het netwerk (asfaltcentrales/depots en wegwerkzaamheden) - Kansen voor technologische vernieuwing aan- en afvoer processen. (3) Ontwikkeling en inrichting duurzame ketens in de sector.
Projectvoorstel Nationale Netwerken in de Asfaltsector Versie 2.0, 19 augustus 2005
pagina 23 Beheer: TNO / Universiteit Twente 05-3N-xxx-00xxx.xx.xx
Onderzoeksactiviteiten: - Deskresearch - Netwerkanalyse - Interviews met wegenbouwbedrijven, overheid en brancheorganisaties Resultaat voor partijen in de sector: - Inzicht in huidige stand van zaken t.a.v. logistiek netwerken en multimodaal vervoer rondom wegwerkzaamheden - Eisen van overheden en de samenleving t.a.v. de logistiek rondom wegwerkzaamheden - Identificeren van knel- en verbeterpunten in het logistieke netwerk en multimodaal vervoer rondom wegwerkzaamheden - Uitwerken van de verbetermogelijkheden
5.3
Activiteit 2: Inventarisatie technisch-conceptuele verbetermogelijkheden
Doel: (1) In kaart brengen van mogelijke technisch-conceptuele innovaties voor multimodaal vervoer van asfalt: mogelijkheden voor de inzet van Roadtrains en de binnenvaart bij het transport van asfalt en overige materialen die voor wegenonderhoud noodzakelijk zijn. Een Roadtrain en een binnenvaart schip hebben daarbij tegelijkertijd potentieel meerdere functies: - transport - mobiele geconditioneerde opslagunit - overslag (knooppunt in logistieke keten) (2) Concepten voor Roadtrains met aandacht voor: - type geledingen zoals oplegger of aanhanger - additionele voorzieningen en/of carrosserie aanpassingen voor snelle en beheerste overslag - het koppelmechanisme tussen de geledingen. (3) Scenario’s over toepassing technisch-conceptuele innovaties. Voorbeelden: - Roadtrains (met 2 aanhangers of met 5 aanhangers) - Binnenvaart met hotbox, etc. Per technisch-conceptuele innovatie wordt ingegaan op: - functionele specificaties - een inventarisatie van ontwerp- en ontwikkelingsmogelijkheden voor potentiële innovaties - waardering van deze innovaties in termen van outputcriteria (lagere transportkosten, snellere doorlooptijden, etc) Onderzoeksactiviteiten: - Deskresearch - Interviews - Concept-ontwerpen Resultaat voor partijen in de asfaltsector. Het resultaat voor de asfaltsector is tweeledig: - inzicht in huidig gebruik techniek en voertuigen in de sector; - inzicht in nieuwe transportconcepten waarbij snellere overslag wordt gerealiseerd en schaalvoordelen worden benut t.a.v. milieu, logistieke kosten en weggebruik. Concept-ontwerpen worden nog niet geheel uitontwikkeld, maar wel getoetst aan de haalbaarheid om in de pilot te kunnen worden ingezet. Dat betekent dat al te exotische concepten af zullen vallen. In dat opzicht worden pragmatische keuzes gemaakt.
pagina 24 Beheer: TNO / Universiteit Twente 04-3N-104-00363.01.15
Projectvoorstel Nationale Netwerken in de Asfaltsector Versie 1.6, 19 augustus 2005
5.4
Activiteit 3: Haalbaarheid inrichting Nationaal Asfaltnetwerk
Doel: (1) Het bepalen van de haalbaarheid van transport en logistieke verbeteringen in Nationale Asfaltnetwerken bij: - verschillende configuraties van asfaltcentrales en –depots vs. de dynamische afgiftepunten; - de inzet van meerdere modaliteiten; - marktbereik van bestaande asfaltcentrales (zowel op binnenlandse als buitenlandse markt) gegeven bestaande transport, op- en overslagkosten; - hogere efficiency van logistieke processen. (2) Bepalen haalbaarheid van invoering technisch-conceptuele verbeteringen: - Roadtrains, asfaltboot en –trein; - Nieuwe op- en overslag modaliteiten. Onderzoeksactiviteiten: - Toepassing RESPONSE model TNO - Beschrijving en analyse best practices asfalt/bouw sectoren - Scenario-ontwikkeling voor technologie en toepassingen daarvan Voor de doorrekening van de diverse scenario’s wordt gebruik gemaakt van het model RESPONSE model van TNO. Belangrijke inputs voor de analyse van de asfaltstromen, de hieraan gerelateerde transportbewegingen en de logistieke kosten zijn de volgende gegevens: - Goederenstromen in tonnen afgifte op diverse locaties (asfaltcentrales, depots, wegenbouwprojecten); - Logistieke consequenties van technisch-conceptuele verbeteringen - Kosten van transport, wachttijden, laad- en lostijden. Resultaat voor partijen in de asfaltsector: - Haalbaarheidsstudie efficiënte asfaltnetwerken - Beschrijving van state-of-the-art van technologie, logistiek en samenwerking - Beoordeling scenario’s voor optimale netwerkinrichting met RESPONSE
5.5
Activiteit 4: Voorbereiding pilot Nationaal Asfalt Netwerk
Doel: (1) Voorbereiding van de toepassing van verbetermogelijkheden in een pilot wegenbouwproject (2) Praktische vertaling van (logistieke) verbeterkansen in de Nederlandse asfaltsector (3) Identificeren van de meerwaarde van gemeenschappelijk aanpak van onderhoudswerkzaamheden • gezamenlijke kennisontwikkeling, • bundeling van stromen naar klanten Onderzoeksactiviteiten: • Overzicht praktische toepassing logistieke verbeteringen d.m.v. workshops • Opstellen plan van aanpak voor fase 2 • Ontwikkeling logistieke strategieën voor verschillende klanten Resultaat voor partijen in de asfaltsector: • Plan van aanpak logistieke pilot in asfaltsector • Visie op inzet technisch-conceptuele innovaties • Identificeren van toekomstige logistiek eisen in de praktijk
Projectvoorstel Nationale Netwerken in de Asfaltsector Versie 2.0, 19 augustus 2005
pagina 25 Beheer: TNO / Universiteit Twente 05-3N-xxx-00xxx.xx.xx
5.6 Activiteit 5: Logistieke/technische verbetermogelijkheden, PPS en kennisverspreiding Doel: 1. Conclusies praktische verbetermogelijkheden in logistiek wegwerkzaamheden asfaltsector a. Uitkomsten RESPONSE Netwerkontwerp en –optimalisatie b. Effecten herinrichting logistieke netwerk op duurzaamheid samenleving 2. Conclusies technisch-conceptuele verbetermogelijkheden transport/logistiek a. Ontwikkeling/inzet zwaardere vrachtwagens b. Ontwikkeling/inzet binnenvaart en/of het spoor c. Herinrichting netwerk van productie naar afgiftepunten 3. Mogelijkheden voor verdere organisatorische ontwikkeling a. Kansen PPS-constructies 4. Definiëren van verdere netwerkpilots in de sector Onderzoeksactiviteiten: • Teamanalyse om te komen tot gedragen eindconclusies • Kennisverspreiding via workshops en rapportages Resultaat: • Eindrapport en plan van aanpak pilot - start 2007 • Projectplan voor fase 2: Betrokken kennisinstituten en bedrijfsleven
5.7
Samenwerking en kruisbestuiving tussen kennis- en voorbeeldprojecten
Een belangrijke succesfactor voor fase 1 van het project Nationale Netwerken in de Bouw is dat er een goede samenwerking en informatie-uitwisseling plaatsvindt tussen de kennisinstellingen en bedrijven. De in de kennisprojecten te ontwikkelen logistieke instrumenten (methoden, technieken en modellen) dienen in een pilot project te worden toegepast, zodat er praktijkinformatie kan worden vergaard die weer kan worden gebruikt om deze logistieke instrumenten verder te optimaliseren en uit te breiden. De rollen van de verschillende partijen zijn als volgt: • De kennisinstellingen ontwikkelen logistieke instrumenten en technieken met als doel het optimaliseren van logistieke netwerken rondom asfalteringswerkzaamheden. • De wegenbouwers, de transporteurs en de carrosseriebouwer zetten de ontwikkelde inzichten, tools en technieken in om daadwerkelijke verbeteringen in logistieke netwerken rondom asfalteringswerkzaamheden te realiseren en geven ervaringen als business cases terug aan de kennisinstellingen. • Overheden en brancheorganisaties stimuleren, faciliteren en ondersteunen de mogelijke verbeteringen in logistieke netwerken rondom asfalteringswerkzaamheden. Er doet één brancheorganisatie, namelijk TLN, mee in deze fase van het project, terwijl met de branche organisatie Bouwend Nederland gedurende het project afstemming plaats zal vinden. De overheid wordt gedurende het project betrokken in de rol van voornaamste opdrachtgever van de wegenbouw. Hierbij wordt gedacht aan vertegenwoordigers vanuit de Hoofddirectie van Rijkswaterstaat, een of meerdere provincies en gemeentes.
pagina 26 Beheer: TNO / Universiteit Twente 04-3N-104-00363.01.15
Projectvoorstel Nationale Netwerken in de Asfaltsector Versie 1.6, 19 augustus 2005
5.8
Planning activiteiten Nationale Netwerken in de Bouw
De doorlooptijd van fase 1 van het project is ingeschat op 12 maanden. Deze doorlooptijd is als volgt verdeeld over de activiteiten. Activiteit 0: Projectmanagement Ca. 10% budget
Activiteit 1: Inventarisatie ontwikkelingen wegenbouwsector
Activiteit 3: Haalbaarheid inrichting Logistiek netwerk Asfaltering Bouw
Ca. 10% budget
Ca. 10% budget
Activiteit 2: Inventarisatie technisch conceptuele Verbeterkansen
Activiteit 4: Voorbereiding pilot Nationaal netwerk Asfaltering Bouw
4 maanden 31-12-2005
Ca. 15% budget
Ca. 25% budget
Ca. 20% budget
01-09-2005
Activiteit 5: Verbeter Mogelijkheden Logistieke Netwerken Wegenbouw
2 maanden
6 maanden 01-01-2006
Projectvoorstel Nationale Netwerken in de Asfaltsector Versie 2.0, 19 augustus 2005
30-06-2006
01-07-2006 30-08-2006
pagina 27 Beheer: TNO / Universiteit Twente 05-3N-xxx-00xxx.xx.xx
6.
Verantwoording van het project
6.1
Relatie van dit project met proeftuinen
Het TRANSUMO programma kent vier soorten proeftuinen, waarin in zowel virtuele zin (wat levert een gedachte-experiment op waarin tenminste twee clusterthema’s gecombineerd op een plek toegepast worden) als in feitelijke zin (de daadwerkelijk gecombineerde inzet) een kennisinfrastructuur worden gebouwd die voldoende partijen gezamenlijk aan een vraagstuk laat werken om een systeemsprong binnen bereik te brengen. Het project NATIONALE NETWERKEN IN DE BOUW heeft raakvlakken met twee van deze proeftuinen. Een effectievere en efficiëntere inrichting van de logistieke aan/afvoer van materialen voor asfalteringswerkzaamheden heeft invloed op: • Corridors: Een optimalisering van de logistieke aan/afvoer van asfaltmaterialen heeft invloed op de capaciteit en de betrouwbaarheid van de belangrijkste corridors. • Systemen: Om netwerken optimaal in te richten en goederenstromen te bundelen is het van groot belang om de juiste planning & control mechanismen te hanteren. Deze besturingssystemen zijn integraal onderdeel van het dynamische logistieke netwerken voor de aan- en afvoer van asfalteringsmaterialen.
6.2
Inzet transitiewetenschappers
De transitiestrategie in dit project is gebaseerd op de ontwikkelde ideeën in het transitiemanagement gedeelte van TRANSUMO. Het projectprogramma NNA is gericht op het initiëren en bereiken van een systeemtransitie, waarbij optimalisatie, bundeling en allianties als middelen een belangrijke rol spelen. Met de herinrichitng van de aan en -afvoer van asfalteringsgrondstoffen en –materialen is daadwerkelijke bundeling van ladingstromen te bereiken, en deze bundeling resulteert in blijvende kosten-, servicevoordelen en PPP-voordelen. Implementatie van verschillende transportmodaliteiten en nieuwe vervoerssystemen betekent een belangrijke transitie van het asfalt transportnetwerk. Technische innovaties en logistieke optimalisatie van netwerken kunnen elkaar wederzijds versterken. Technische innovaties leiden mogelijk tot andere logistieke activiteiten terwijl omgekeerd bepaalde logistieke activiteiten voorwaarden leveren voor nieuwe technische ontwerpen. Dit betekent dat scenario’s moeten worden vastgelegd waarin deze wisselwerking tot uiting komt. Deze innovatiespiraal kan bij de implementatie leiden tot synergievoordelen: de inzet van Roadtrains levert een efficiencyslag in het distributienetwerk van asfaltproducten, wat weer bijdraagt aan de kritische massa van het vervoerde volume, waardoor weer meer Roadtrains kunnen worden ingezet, etc. Het ontstaan en stimuleren van deze innovatiespiraal vormt een belangrijk uitgangspunt in dit TRANSUMO voorstel.
6.3
Noodzaak steun TRANSUMO
De Nederlandse wegenbouwers zijn op zoek naar het optimaliseren van de aan/afvoer van asfaltmaterialen bij wegwerkzaamheden, om zo (gedeeltelijke) wegafsluiting te verkorten en minder overlast te bezorgen. Echter, zonder dit TRANSUMO project is het niet mogelijk om een doorbraak te bewerkstelligen. De mogelijkheden van herinrichting, optimalisatie en bundeling van goederenstromen worden zonder ondersteuning niet gegrepen, omdat er onvoldoende inzicht is in de grootte van die voordelen en men bovendien op zoek is nu maatschappelijk integere en zuivere vormen van samenwerking.
pagina 28 Beheer: TNO / Universiteit Twente 04-3N-104-00363.01.15
Projectvoorstel Nationale Netwerken in de Asfaltsector Versie 1.6, 19 augustus 2005
Dit TRANSUMO project biedt voor beide struikelblokken een oplossing. Ten eerste wordt met modellen en andere kennistools een overzicht gegeven van de voordelen van bundeling op netwerkniveau, terwijl daarnaast een analyse wordt gemaakt van logistieke kenmerken van diverse goederenstromen uit verschillende sectoren, zodat een optimale match tussen ketenpartijen gemaakt kan worden. Bijzonder voor dit TRANSUMO project is de unieke samenwerking tussen de wereld van de wegenbouw, het transport en de carroseriebouw.
6.4
Samenwerkingsverband deelnemers
De volgende participanten nemen als partner deel in NATIONALE NETWERKEN IN DE BOUW, fase 1 Asfaltnetwerken (2005-2006): Kennisinstellingen
Bedrijfsleven
1. 2. 3. 4.
5. 6. 7. 8. 9. 10.
TNO Business Unit Mobiliteit en Logistiek Universiteit Twente TU Delft Hogeschool Arnhem-Nijmegen (HAN)
Heijmans Infrastructuur Bruil De Bruijn Transport TLN AJK Nederland Hollander Klundert
Het profiel van de 10 participanten: 1. TNO is een not-for-profit kennisinstelling met o.a. kennis en expertise op het gebied van optimalisatie van nationale en Europese distributienetwerken. Deze kennis is ingezet in projecten als Distrivaart en Stadsbox, waarbij voor een cluster van samenwerkende partijen door bundeling een effectiever distributienetwerk is gerealiseerd. De kennistool RESPONSE is op basis van deze ervaringen ontwikkeld en zal ook in dit project ingezet worden. 2. De Universiteit Twente (UT) verzorgt onderwijs en onderzoek in de maatschappij en techniek wetenschappen. De vakgroep Construction Management and Engineering (CME) richt zich hierbij op het management van het integrale bouwproces. Een van de aspecten die centraal staat in het onderzoek van CME is de analyse van randvoorwaarden en gevolgen van de toepassing van innovatieve productie, transport en logistieke concepten in bouwprocessen. 3. De TU-Delft heeft ruime ervaring met de volgende soorten onderzoek: conceptontwikkeling en strategische haalbaarheidsstudies, vergelijkend evaluatieonderzoek (kosten-batenanalyse en multicriteria-analyse), internationaal vergelijkend onderzoek, systeemanalyse, modellering en simulatie van transportsystemen, en beleidsanalyse. De inbreng van de TU-Delft is met name gericht op concept ontwikkeling en evaluatie. 4. De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen is een onderwijs- en onderzoeksinstelling met 19.000 studenten en 2000 personeelsleden. In 2004 behoorde de HAN tot de top drie HBOonderwijsinstellingen in Nederland. Via de sinds 2002 ingestelde lectoraten bouwt de HAN op een aantal terreinen een onderzoekstraditie op. Dit onderzoek dient ter professionalisering van het onderwijs. Docentonderzoekers zijn daartoe de schakel. Deze professionalisering geschiedt in twee richtingen. De bestaande relaties en banden met bedrijven en instellingen worden verdiept door ze te ondersteunen met onderzoek. Tegelijkertijd wordt vanuit het toegepaste onderzoek aansluiting gezocht met de onderzoekswereld. Mobiliteitstechnologie en logistiek zijn onderzoeksspeerpunten van de HAN. 5. Heijmans Infrastructuur neemt in de wegenbouw op zowel de Nederlandse als de Belgische markt een vooraanstaande positie in. Heijmans voert op deze markten zowel onderhoudswerkzaamheden en nieuwbouwprojecten uit. Om deze projecten in beide landen
Projectvoorstel Nationale Netwerken in de Asfaltsector Versie 2.0, 19 augustus 2005
pagina 29 Beheer: TNO / Universiteit Twente 05-3N-xxx-00xxx.xx.xx
6.
7.
8.
9.
10.
efficiënt te kunnen uitvoeren, bezit Heijmans strategisch gelegen installaties voor asfaltproductie. Daarnaast recycleert Heijmans Infrastructuur o.a. betonpuin en asfaltpuin. De Bruil-groep is het grootste familiebedrijf in Nederlandse wegenbouwwereld. Bruil telt ruim 500 medewerkers. Het merendeel is werkzaam in de wegenbouw. Bruil heeft het totale proces benodigd voor het realiseren van een wegenbouwproject in eigen beheer. Hiertoe behoren o.a. twee productielocaties met twee eigen asfaltcentrales, inclusief op beide locaties mogelijkheden t.b.v. de recycling van (max. 50%) o van oud asfalt. Daarnaast wordt het transport en de verwerking van asfalt ook met eigen materieel en mensen uitgevoerd. De Bruijn Transport is een logistieke dienstverlener en gespecialiseerd in het leveren van transport en materiaal voor de wegenbouw. Het wagenpark van De Bruijn Transport bestaat uit trekkers en kipperopleggers, en verzorgt het transport van zand, grind, vervuilde grond en asfalt voornamelijk in Nederland. Daarnaast wordt materiaal ingezet voor internationaal transport door heel Europa. Transport en Logistiek Nederland (TLN) is de vereniging van en voor ondernemers in de sector logistiek en transport. Daaronder vallen regisseurs van transport en logistiek, logistieke dienstverleners, expediteurs en transportbedrijven, waaronder subcontractors. Transport en Logistiek Nederland is op drie vlakken actief: voeren van een sociaal-economisch sectorbeleid, behartigen van individuele en deelbelangen en het behartigen van collectieve belangen. Transport en Logistiek Nederland differentieert als vereniging de belangenbehartiging naar bedrijfsgrootte (klein, middelgroot, groot), deelmarkten en regio’s. Een van de deelmarkten is de bouw. AJK Nederland is een carrosseriebedrijf en onderdeel van de middelgrote Belgische onderneming ATELIER JANSSEN KAULILLE (AJK) Dankzij de productie van afvalcontainers is AJK een begrip geworden in de wereld van afval en transport. Tegenwoordig bestaat het productengamma van AJK uit kippers, afvalpersen, opleggerkippers, aanhangwagens, haakarmsystemen, portaalarmsystemen. AJK produceert stalen kippers die vooral worden gebruikt voor het zware werk, zoals het vervoer van asfalt, (on-)gebroken puin, zand, grind, vervuilde slib en grond. Transportbedrijf Hollander Klundert is al jaren actief op het gebied van kippertransporten. Hollander Klundert heeft ruime ervaring op het gebied van het vervoeren van grond, zand, puin, asfalt etc in de wegenbouw. Hollander beschikt over de capaciteit om omvangrijke ladingen binnen een korte tijd te vervoeren.
Gemeentelijke en provinciale overheden in hun rol als belangrijke opdrachtgever in de bouw en de rijksoverheid in haar rol als regelgever zullen als deelnemer van de klankbord groep betrokken worden in dit project.
pagina 30 Beheer: TNO / Universiteit Twente 04-3N-104-00363.01.15
Projectvoorstel Nationale Netwerken in de Asfaltsector Versie 1.6, 19 augustus 2005
6.5
Projectorganisatie
De volgende projectorganisatie wordt voorgesteld:
Wetenschappelijke stuurgroep: voorzitter: Univ Twente, alle kennisinstellingen, bedrijven als toehoorder
Bedrijven klankbordgroep: o.a. deelnemende bedrijven, branche-organisaties, nationale en regionale overheden
Projectmanagement TNO
Projectbureau: - communicatie - website - workshops - secretariaat
Uitvoering onderzoek (5 deelprojecten)
WP 1 TNO
WP 3 UT
WP 2 HAN
• •
WP 5 TNO
WP 4 UT
De wetenschappelijke stuurgroep is verantwoordelijke voor de kwaliteit van de kennisactiviteiten in het project NATIONALE NETWERKEN en geeft een second opinion op alle deliverables voordat ze aan CONNEKT/TRANSUMO worden opgeleverd. De klankbordgroep bewaakt de praktijkgerichtheid van activiteiten in het project NATIONALE NETWERKEN en geeft aanbevelingen aan de partners in het project. In deze klankbordgroep zullen bedrijven en overheden plaatsnemen.
Projectvoorstel Nationale Netwerken in de Asfaltsector Versie 2.0, 19 augustus 2005
pagina 31 Beheer: TNO / Universiteit Twente 05-3N-xxx-00xxx.xx.xx
7.
Kennisverspreiding
Binnen het project wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan kennisoverdracht en -verspreiding. De kruisbestuiving tussen de wetenschappelijke kennis en ervaring die door kennisinstellingen en bedrijven wordt ingebracht en de praktijksituaties en verbeteringsmogelijkheden bij bedrijven staat centraal. Gelijkertijd worden de bedrijven en ook de brancheorganisaties die betrokken zijn bij het voorstel nadrukkelijk geacht hun achterban te informeren over de verworven kennis en inzichten. Deze interactieve kennisuitwisseling wordt contractueel vastgelegd. Er wordt in 2006 voorzien in de volgende kennisverspreiding: Deliverables: de vijf activiteiten of deelprojecten zullen ieder een deliverable als eindresultaat opleveren. Modellen en technieken: in de activiteiten 2, 3 en 4 zullen de resultaten verkregen worden via ontwerp en analyse van nieuwe vervoerssystemen en de bouw/uitbreiding van logistieke modellen. Workshops: er zullen parallel met de 5 activiteiten 5 workshops gehouden worden: (1) workshop Inventarisatie ontwikkelingen in de bouw/asfaltsector door TNO M&L i.s.m. de partners; (2) workshop technische verbetermogelijkheden door de HAN i.s.m. de partners; (3) workshop optimalisatie transportnetwerken in de asfaltsector door de Universiteit Twente i.s.m. alle partners; (4) workshop n.a.v. een pilot project door Heijmans i.s.m. partners (5) workshop ter afsluiting van het project. Daarnaast zal ook contact gezocht worden met de EVO, het Ministerie van V&W, en brancheorganisatie Bouwend Nederland om de resultaten uit te dragen. Kennisoverdracht naar buitenlandse kennisinstellingen De volgende buitenlandse onderzoeksinstituten worden bij dit project betrokken: • Imperial College – Built Environment and Innovation Centre, London. • Technical University of Denmark – Department of Civil Engineering, Copenhagen. Internationale kennis overdracht naar buitenlandse kennisinstellingen kan plaats vinden via Sintef (Noorwegen), Erabuild en de Nordic Research School (onderzoeksschool bestaande uit onderzoekers uit Noorwegen, Zweden en Finland). Een ander platform voor kennisoverdracht zijn de ‘International Symposia on Heavy Vehicle Weight and Dimensions’. Traditioneel kent dit symposium een sterke inbreng van landen waar roadtrains meer ingeburgerd zijn zoals Canada, Australië, Zweden. Externe communicatie: Een belangrijk kanaal voor de externe communicatie zal het internet zijn, waarbij gebruik gemaakt wordt van de website van CONNEKT/TRANSUMO. Wetenschappelijke artikelen: Het project resulteert ook in wetenschappelijke innovatie op het gebied van optimalisatie van logistieke netwerken in de bouw. Deze innovatie wordt vastgelegd in de volgende producten: • twee wetenschappelijke artikelen gepubliceerd in blind refereed international journals. • twee artikelen die worden gepubliceerd in de bouw en logistieke vakpers.
pagina 32 Beheer: TNO / Universiteit Twente 04-3N-104-00363.01.15
Projectvoorstel Nationale Netwerken in de Asfaltsector Versie 1.6, 19 augustus 2005
8.
Financiën (niet online beschikbaar)
Projectbudget Het totale budget voor fase 1 van het projectprogramma Nationale Netwerken wordt ingeschat op 313.060 Euro De verdeling van deze mensdagen over de betrokken partner staat vermeld in de kostenbijlage (Zie bijgevoegde TRANSUMO Budget Excel sheet).
Projectvoorstel Nationale Netwerken in de Asfaltsector Versie 2.0, 19 augustus 2005
pagina 33 Beheer: TNO / Universiteit Twente 05-3N-xxx-00xxx.xx.xx
9.
Ondertekening (niet online beschikbaar)
pagina 34 Beheer: TNO / Universiteit Twente 04-3N-104-00363.01.15
Projectvoorstel Nationale Netwerken in de Asfaltsector Versie 1.6, 19 augustus 2005