KF 01. Gedurende installatie en gebruik van de kachel dient men rekening te houden met de Europese, landelijke en lokale wetgeving

Gebruiks-en installatie handleiding

KRONFIRE

KF 01

Gedurende installatie en gebruik van de kachel dient men rekening te houden met de Europese, landelijke en lokale wetgeving. Hieronder kunt u het serienummer van de Kronfire houtkachel noteren. Houd dit serienummer bij de hand in geval van communicatie met uw leverancier of de fabrikant. Het serienummer vindt u achterop de kachel op de mantel. Serienummer van de kachel:

K F

0

1

-

Niets uit dit handboek mag worden overgenomen zonder schriftelijke toestemming van Kronfire Heating BV te Bladel – NL -

KF- 09-1- Instal- en gebr.h 10-11-2009[1]

2

INHOUDSOPGAVE

BLZ

KRONFIRE HOUTKACHEL........................................................................................ 4 LEVERING ................................................................................................................. 6 Leveringspakket .................................................................................................. 6 Montage .............................................................................................................. 6 CONSTRUCTIE.......................................................................................................... 6 Afmetingen .......................................................................................................... 8 Technische gegevens.......................................................................................... 8 INSTALLATIE ............................................................................................................. 9 Algemeen ............................................................................................................ 9 Voorwaarden m.b.t. de installatie ........................................................................ 9 Aansluiten op rookkanaal .................................................................................... 9 VENTILATIE ............................................................................................................ 10 BRANDSTOFFEN .................................................................................................... 10 Optimaal warmte rendement en gebruiksgemak ............................................... 10 Het stoken van nat hout veroorzaakt: ................................................................ 10 Niet toegestaan is het stoken van onderstaande brandstoffen:......................... 10 AANSTEKEN VAN DE KACHEL .............................................................................. 11 GEBRUIK VAN DE KACHEL.................................................................................... 11 VEILIG GEBRUIK VAN DE KACHEL ....................................................................... 12 VEILIGHEDEN..........……………………………………………………………………………..............13 STORINGEN ............................................................................................................ 14 PERIODIEK ONDERHOUD...................................................................................... 14 Jaarlijkse controle.............................................................................................. 14 Schoonmaakschema ......................................................................................... 15 OPMERKINGEN VAN DE PRODUCENT................................................................. 15 GARANTIEBEPALINGEN ........................................................................................ 15 RESERVEDELEN .................................................................................................... 16 Hoofd- en aansluitmaten ................................................................................... 17 Onderdelen........................................................................................................ 18 Circuit diagram .................................................................................................. 19


3

KRONFIRE HOUTKACHEL Technische informatie Kronfire houtkachel De Kronfire kachel is een houtgestookte verwarmingsketel en kan tevens aan een bestaande CV installatie gekoppeld worden. Het product is bijzonder geschikt voor buitenwoningen, boerderijen, stallen en fabrieksruimten daar waar hout voorhanden is. Het product is tevens bedoeld voor regio’s die niet aangesloten zijn op het openbare gasnet en voor hen die willen bezuinigen op hun energienota. Deze verwarmingsinstallatie is eenvoudig van opzet en voorzien van diverse beveiligingen tegen oververhitting. De ketel zal door zijn eenvoudige constructie storingsarm werken. In geval van stroomuitval zal de kachel niet oververhit raken, doordat de mechanische veiligheden in werking treden. De warmtewisselaar wordt tijdens productie op druk getest. De kachel is CE gekeurd. De ontwikkeling van de Kronfire houtkachel is uitgevoerd in samenwerking met gerenommeerde kachelspecialisten uit Nederland en Duitsland. De uitgangspunten voor het ontwerp van de kachel waren een groot vermogen met een hoog rendement, veiligheid, service- en gebruiksvriendelijkheid.

TOEPASSING De Kronfire houtkachel is ontworpen als houtgestookte verwarming. En dient ook als zodanig te worden gebruikt. De warmteoverdracht, in de ruimte waar deze geplaatst is, geschiedt door stralingswarmte en convectie. Doordat de kachel is voorzien van een warmtewisselaar wordt de kachel aangesloten op radiatoren en/of op vloerverwarming. De warmtecapaciteit van de radiatoren of het vloerverwarmingsysteem wordt door de installateur bepaald. De verwarmingsunit is bedoeld als vrijstaand toestel en is zonder ommanteling geschikt om in te bouwen. Werking van het verbrandingssysteem Via het deurtje wordt de kachel aangemaakt en nagevuld met hout. De lucht benodigd voor de verbranding, die aan de onderzijde in de verbrandingskamer komt, wordt van buiten aangevoerd. De capaciteit is te regelen door de luchtschuif verder open of dicht te zetten. Het is aan te bevelen om bij het openen van de deur de luchtschuif helemaal open te zetten om geen uittrede van verbrandingsgassen te krijgen. Dit is in grote mate afhankelijk van de schoorsteentrek. Deze dient minimaal 12 Pascal te zijn! De kachel geeft op 2 manieren zijn warmte af, door straling en convectie aan de ruimte waarin de kachel staat en doordat de warme rookgassen door een warmtewisselaar stromen en de warmte afgeven aan het CV water. (Radiatoren of Vloerverwarming) Beveiliging De Kronfire kachel heeft een driedubbele beveiliging tegen oververhitting, namelijk een dubbelwerkende mechanische, een thermische en een overdrukbeveiliging. Indien het water in de kachel te heet wordt zullen opeenvolgend de volgende veiligheden in werking treden: KF- 09-1- Instal- en gebr.h 10-11-2009[1]

4

-1. Indien het water in de warmtewisselaar het te veel aan warmte niet meer kwijt kan, zorgt een bi-metaal voeler(clixon), bij een watertemperatuur van 90˚C, ervoor dat de rookgassen mechanisch worden omgeleid via de rookgasklep en rechtstreeks verdwijnen, via de by-pass, naar de schoorsteen. Tevens wordt als extra beveiliging de verbrandingslucht toevoer afgesloten. Ook bij stroomuitval gaat deze beveiliging in werking. De veiligheid reset-handle aan de zijkant van de kachel treedt in werking. Het rode LED-lampje (voorkant kachel) gaat dan branden. -2. Mocht de kachel desondanks door een teveel aan brandstof of door een te geringe warmteafname toch nog warmer worden dan wordt er als tweede veiligheid, bij een temperatuur van 95˚C, een thermische afloopbeveiliging klep geopend die er voor zorgt dat er koud water via een spiraalbuis door de warmtewisselaar stroomt, zodat het cv-water direct wordt gekoeld. Deze thermische beveiligingsklep bevat een uit het warmwater reservoir stekende aansluiting van de voelerkabel. Wanneer het water in het warmwater reservoir een temperatuur van maximaal 95°C heeft bereikt, zal he t mechaniek de beveiliging in werking zetten. Door deze voorzieningen kan de installatie niet oververhit raken. Het retour koelwater wordt geloosd op het riool. -3. De laatste beveiliging is het overdrukventiel. Bij een te hoge druk zal dit ventiel water lozen en zodoende de druk verlagen. Indien dit het geval is moet de installateur gewaarschuwd worden en mag niet verder gestookt worden. De veiligheid reset-handle moet handmatig worden teruggezet in de gebruikerstoestand nadat de temperatuur voldoende is gedaald. Het rode led-lampje brandt dan niet meer. Deze reset-handle zit aan de buitenzijde, links van de mantel. Bedieningslampen Aan de voorzijde van de kachel zijn twee led-lampjes aangebracht een groene een rode. Indien alleen het groene led-lampje brandt is de kachel operationeel kan hout toegevoegd worden. Indien het rode led-lampje brandt is een van beveiligingen aangesproken en mag geen hout meer worden ingeworpen voordat oorzaak verholpen is en het groene led-lampje( na stroomuitval) weer brandt.

en en de de

Verbrandingskamer De kachel heeft een doordacht verbrandingssysteem en is eenvoudig te bedienen. Tevens heeft deze kachel een gestuurde luchtstroom welke achter de deurtje van de verbrandingskamer wordt geleid. Hierdoor wordt bewerkstelligd dat het glas in het deurtje minder gaat roeten. Op deze wijze is er altijd beter zicht op het natuurlijke vlammenspel in de kachel. Stoken Ten einde een zo hoog mogelijk rendement te halen is het van belang dat er gedroogd hout (met minder dan 20% vocht) gestookt wordt. Géén gelakt hout, spaanplaat, geïmpregneerd hout of geperst hout. De hoeveelheid hout die ingevoerd wordt moet aangepast worden aan de warmteafname. Hiervoor is enige ervaring noodzakelijk, doch maximaal 10 kg hout per vulling.


5

LEVERING Leveringspakket Het standaard leveringspakket bestaat uit: 1x Kronfire houtkachel 1x Gebruikers- en installatie handleiding 1x Garantie kaart 1x Vlamplaat 1 x Rooster

Montage o De bedieningshandleiding en de garantiekaart, alsmede eventuele stukken verpakkingsmateriaal, dienen uit de verbrandingskamer worden gehaald. o Lees de installatie handleiding zorgvuldig voor u begint. o Bij de montage of demontage van de mantel moet men rekening houden met het afkoppelen van de led-lampjes op de voorkant van de mantel. Deze ledlampjes zijn in het front van de mantel gemonteerd. Indien dit front verwijderd moet worden, dan moet eerst de stekker verbinding van de led-lampjes worden losgekoppeld. Bij montage uiteraard eerst het front plaatsen en dan de stekkerverbinding aansluiten. o Controleer of de vuurvaste stenen nog op de juiste plaats zitten en in goede staat zijn. o Plaats de meegeleverde vlamplaat in de verbrandingsruimte. Deze plaat dient op de daarvoor bestemde nokken te liggen met de 3 gaten schuin naar achteren. Plaats tevens het rooster tussen de stenen. o Sluit de CV installatie aan op de kachel. Zie schema fig. 03. Een expansie vat dient in het leidingsysteem van de CV installatie gemonteerd te zijn. De grootte van dit vat is afhankelijk van de inhoud van het CV systeem. Voor de kachel dient rekening gehouden te worden met 60 L inhoud. Dit drukvat dient door een installateur geleverd en gemonteerd worden en behoort niet tot de levering. o De rookgasafvoer aansluiten op de kachel. Hierbij moet rekening gehouden worden met lokale voorschriften. De kachel is voorzien van een aansluitbus rond 140 mm. Deze is, afhankelijk van de plaatsing, in de achterplaat of bovendeksel geplaatst. Hierbij gebruik te maken van keramisch afdichtkoord. o De beluchting van de kachel dient te worden aangesloten op een aanvoerbuis welke de lucht van buiten haalt. Dit kan een flexibele aluminium buis zijn geleverd door de installateur. o De ruimte waarin de kachel staat mag nooit “onderdruk” hebben bv. ten gevolge van mechanische afzuiging. Zorg voor voldoende ventilatie. o Sluit de kachel met het netsnoer aan op het elektranet (230V-50Hz) o Zet de rookgasklep in de bedrijfsstand, het groene led-lampje gaat aan. o De pomp gaat pas lopen als het CV water een temperatuur van ca. 40 gr.C bereikt heeft. o De kachel is nu gereed voor gebruik.


6

CONSTRUCTIE De kachel is gemaakt van plaatstaal. De verbrandingskamer is gemaakt van hittebestendig Corten-A staal en is tevens gedeeltelijk bekleed met vuurvaste stenen. De kachel beschikt over een handbediende luchttoevoer schuif, waarmee de toevoerlucht stroom traploos kan worden geregeld. De verbrandingslucht wordt in de verbrandingskamer gezogen door de handbediende schuif te openen. De aanzuigopening bevindt zich aan de achterzijde van de kachel, aan de onderkant van de verbrandingskamer.

WAARSCHUWING! De bedieningsknoppen van de luchttoevoerschuif en het deurtje kunnen hoge temperaturen bereiken! Om verbranding te voorkomen dient men bij contact met deze bedieningsdelen hitte bestendige handschoenen te dragen. Om een hoog warmte rendement en lage koolmonoxide emissies te krijgen is de kachel voorzien van een vlamplaat bovenin de verbrandingskamer. De vlamplaat scheidt de verbrandingskamer van het warmte wisselaar compartiment en rookgasafvoer kanaal. De vlamplaat zorgt er tevens voor dat er luchtwervelingen in de verbrandingskamer optreden, om een goede verbranding te waarborgen.


7

Afmetingen

Technische gegevens Capaciteit Rendement Capaciteit (waterzijdig) Capaciteit (straling+convectie) Overdruk beveiliging Elektrische aansluiting Elektrisch vermogen Hoofdafmetingen Aansluitingen: Luchtinlaat Rookgasafvoer Koelwater in/uit CV installatie in/uit Gewicht leeg gevuld met water,hout

34 kW maximaal 83% ca.16,2 kW netto nominaal ca. 6,8 kW netto nominaal 3 bar 230 V – 50Hz 60 W maximaal 850x735x1165 (BxDxH) Ø 120 mm Ø 150 mm, kachel uitgang rond 140 mm. Ø 15 mm Ø 22 mm ca. 300 kg ca. 380 kg

Brandstof

droog hout (<20% vochtigheid) zoals eiken, beuken en berken geeft het hoogste rendement. Ander droog, harsvrij hout (bv. vuren) volstaat ook maar geeft een lager rendement. PM.: verbrand geen nat hout, gefineerd hout, geperst hout of behandeld hout in de kachel! Dit kan de werking van de kachel ernstig verstoren.


8

INSTALLATIE Let op! Voor de installatie en ingebruikname van de Kronfire houtkachel dient men eerst deze handleiding goed te lezen en kennis te nemen van de inhoud hiervan. Tevens dient men voor installatie van de kachel kennis te nemen van de landelijke en lokale voorschriften op het gebied van : • brandpreventie en isolatie. • vereisten betreffende draagvermogen en isolatie van ondergrond rondom de kachel. • vereisten betreffende schoorsteen en ventilatie. • netspanning 220 volt 50 Hz met randaarde

Algemeen Een juiste installatie en bediening van de kachel zoals beschreven in deze handleiding garandeert een veilig gebruik en een optimale benutting van de geleverde warmte alsmede een lange levensduur van het product.

Voorwaarden m.b.t. de installatie Plaats de kachel op een onbrandbare ondergrond met voldoende draagvermogen. De Kronfire houtkachel kan, gevuld met water en hout, ongeveer 380 kg wegen! Licht brandbare materialen ( bijvoorbeeld meubels, vitrages of elektrische apparatuur) moet op minimaal 1,5 meter vanaf de voorkant verwijderd zijn en vanaf de zijkanten minimaal 0,75 meter. Indien aan de achterzijde van de kachel de kamerwand wordt voorzien van een brandwerend materiaal, kan de kachel op een kleinere afstand van de wand worden geplaatst. Doch minimaal 20 cm.

Aansluiten op rookkanaal Laat de kachel installeren door een erkende installateur. De Kronfire houtkachel is uitsluitend geschikt voor aansluiting op een voldoende geïsoleerd rookkanaal of schoorsteen. Laat u goed voorlichten of uw rookkanaal geschikt is voor het stoken van een Kronfire houtkachel. De schoorsteen moet bij de aansluiting een onderdruk (trek) van ca. 15 Pascal genereren bij stoken op nominaal vermogen. Een juiste schoorsteentrek is één van de meest essentiële factoren die een betrouwbare werking en een hoog rendement van de kachel garanderen. Bij een te lage schoorsteentrek wordt het nominale warmtevermogen niet gehaald. Een te hoge trek verlaagt het rendement van de kachel aanzienlijk. De installateur dient voor een deugdelijke aansluiting vanaf de kachel naar het rookkanaal of schoorsteen zorg te dragen.


9

VENTILATIE De ruimte waarin de kachel staat mag nooit onderdruk hebben bv. ten gevolge van een mechanische afzuiging of andere luchtonttrekkende apparaten. Zorg voor voldoende ventilatie.

BRANDSTOFFEN Het verbrandingssysteem van de Kronfire houtkachel is geoptimaliseerd voor het stoken van loofbomenhout in de vorm van gekloofde stammen. De maximale lengte van de houtblokken is ca. 40 cm. De hardere soorten loofbomenhout zijn het meest geschikt, bij het bepalen van het maximale rendement van de kachel is hier ook vanuit gegaan. De Kronfire houtkachel is minder geschikt voor het stoken van hout- en turfbriketten. Het gebruik van kolen of antraciet is verboden.

Optimaal warmte rendement en gebruiksgemak Voor een optimaal warmterendement en gebruiksgemak is onderstaande informatie zeer belangrijk. • Stook met voldoende hout! Bij elke vulling moet de bodem van de verbrandingskamer minimaal geheel bedekt worden. Niet meer dan ca. 15 cm hoog opstapelen. Een gewicht van 10 kg hout per vulling wordt aanbevolen. • De kachel moet rustig branden voor een optimaal rendement. De vlammen dienen nooit voorbij de vlamplaat te komen. • Stook droog hout! Hout is pas droog als het vochtigheidspercentage lager dan 20% bedraagt. Afhankelijk van de houtsoort moet het hout na het kappen 2-3 jaar op een goed ventilerende plaats drogen. Bij voorkeur buiten onder een overkapping.

Het stoken van nat hout veroorzaakt: • Het niet bereiken van de waarden zoals aangegeven in de tabel met technische gegevens. Dus een laag rendement en stijging van de emissies van koolmonoxide en koolwaterstoffen door de onvolledige verbranding. • Sterke vervuiling van glas en oppervlakken binnenin de kachel. Ondanks de ingebouwde luchtspoiler die er voor zorgt dat de glasplaat aan de binnenzijde van de verbrandingskamer roetvrij blijft. • Vervuiling van de warmte wisselaar. • Intensieve vervuiling van de schoorsteen. Hierdoor wordt er creosoot aan de binnenzijde van het rookkanaal gevormd met daardoor grote kans op schoorsteen brand!

Niet toegestaan is het stoken van onderstaande brandstoffen:

nat hout spaanplaten hout behandeld met chemicaliën zoals bv. lijm, verf minerale brandstoffen zoals bv. steenkool, cokes papier, met uitzondering van papier gebruikt voor het aansteken brandbare vloeistoffen alle kunststof hoog calorische brandstoffen zoals steenkool en antraciet


10

AANSTEKEN VAN DE KACHEL Als de kachel voor de eerste keer wordt aangestoken kan deze een onaangename geur afgeven en mogelijk gaan walmen. Dit wordt veroorzaakt door het uitdampen van oplosmiddelen in de hitte bestendige lak. U dient voldoende te ventileren; de geur is na ca. 1 uur verdwenen. Zorg tijdens de eerste keer opstoken meer dan normaal voor een goede ventilatie.

Opmerking: Vóór de eerste ingebruikname, of na een lange pauze in het gebruik van de kachel, dient men de staat en mate van vervuiling van het rookkanaal te controleren. Handelingen om de kachel aan te steken: • Open de luchttoevoer maximaal door de knop onder het deurtje volledig uit te trekken. Om extra lucht te krijgen tijdens het opstarten kan ook het deurtje van de asla worden geopend. • Leg een aanmaakblokje op de bodem van de verbrandingskamer en steek het in brand met bijvoorkeur een lange lucifer. • Stapel voldoende kleine stukken aanmaakhout als een wigwam over het aanmaakblokje. • Doe de deur op een kier totdat het glas handwarm is, dit voorkomt condens en roetaanslag. • Wacht nu tot het aanmaakhout goed brandt (de verbrandingskamer moet vol vuur zijn!). Hierna bijladen met grotere stukken hout en de deur sluiten! • Zodra ook deze grotere houtblokken volledig branden, kan de lucht regelaar op “getemperde verbranding” gezet worden, door de knop in te drukken tot het gewenste verbrandingsniveau bereikt is. Hij mag dus nooit helemaal dicht. Het deurtje van de aslade moet wel worden gesloten. • Tijdens de eerste keer stoken na installatie is het belangrijk dat tijdens het eerste uur de deur om het kwartier geopend en na een ca 1 minuut weer dicht gedaan wordt. Dit is nodig om te voorkomen dat de keramische deurpakking aan de kachel vastplakt voordat de hittebestendige lak helemaal is uitgehard.

GEBRUIK VAN DE KACHEL Tijdens het gebruik van de kachel dient men onderstaande punten in acht nemen: • Het deurtje moet tijdens het gebruik van de kachel gesloten blijven, met uitzondering van het uitvoeren van bedieningshandelingen voor het bijvullen. • De aslade regelmatig legen. De frequentie hiervan is afhankelijk van het gebruik. De verbranding verloopt beter op een laagje as. Daarom is het beter om altijd een dunne laag as op de bodem van de verbrandingskamer achter te laten. • Bij elke vulling moet de brandkamer gevuld worden met voldoende hout. Het hout mag niet in de kachel worden gegooid! Dit verhoogd namelijk de kans dat de vuurvaste stenen breken! Vulgraad maximaal ca. 15 cm hoog. (ca. 10 kg). • Bij het regelen van het vermogen van de kachel met de luchttoevoerregelaar is het van belang dat er geen onvolledige verbranding ontstaat. Een onvolledige verbranding ontstaat als er te weinig verbrandingslucht wordt toegevoerd doordat de luchttoevoerregelaar te veel of te vroeg wordt afgesloten. Bij een optimale verbranding met droog hout kunnen er zelfs blauwe vlammen ontstaan. KF- 09-1- Instal- en gebr.h 10-11-2009[1]

11

Een onvolledige verbranding kunt u signaleren door: • een toename van rookontwikkeling in de brandkamer • het doven van het vuur • roetafzetting op de ruit

VEILIG GEBRUIK VAN DE KACHEL Voor een veilig gebruik van de kachel is onderstaande informatie belangrijk. • Tijdens het vullen van de verbrandingskamer, het schoonmaken van de ruit en andere onderhoudshandelingen dient men voorzichtig om te gaan met de deur en ruit. Vooral geen grote druk op de deur en ruit uitoefenen. Dit kan beschadiging van de ruit tot gevolg hebben! • De deur moet tijdens het gebruik van de kachel gesloten zijn. Met uitzondering van noodzakelijke situaties zoals het bijvullen van brandstof. • Gebruik van de kachel bij een verstoorde schoorsteentrek is niet toegestaan. Laat de oorzaak vast stellen en oplossen door de installateur. • De schoorsteen dient jaarlijks geveegd te worden door een erkende schoorsteenveger. • Het aanpassen / veranderen van de constructie van de Kronfire kachel is niet toegestaan. De garantie vervalt dan onherroepelijk. • Er dienen uitsluitend originele fabrieksonderdelen ter vervanging worden toegepast. Deze fabrieksonderdelen laten installeren door de fabrikant of door hem bevoegde personen. • Het is niet toegestaan de ruit tijden het stoken van de kachel te reinigen, dit in verband met de hoge temperaturen die de ruit kan bereiken. De ruit kan mogelijk barsten. • De verbrandingskamer mag niet gevuld worden met andere dan door de fabrikant aanbevolen brandstoffen. Dit kan schoorsteenbrand of sterke vervuiling van de schoorsteen tot gevolg hebben, een sterk verlaagd rendement en levensduur van de kachel negatief beïnvloeden. • Handelingen als schoonmaken, reparaties, etc. kunnen veilig worden uitgevoerd wanneer de kachel minimaal 12 uur buiten gebruik is. • Bij bedieningshandelingen moet men rekening houden met hoge temperaturen. Bij alle bedieningshandelingen voorzichtigheid in acht nemen. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van kachel poken en/of hitte bestendige handschoenen. • In geval van schoorsteenbrand de luchttoevoer sluiten en de brandweer waarschuwen. • In geval van nood kunt u de kachel doven door de luchttoevoer afsluiten. De vlammen zullen dan doven door onvoldoende zuurstof die nodig is voor de verbranding. IN GÉÉN GEVAL WATER GEBRUIKEN OM DE KACHEL TE DOVEN!


12

VEILIGHEDEN De kachel is voorzien van een aantal veiligheden die er voor zorgen dat de kachel niet te heet kan worden opgestookt. Indien deze veiligheden in werking treden mag er beslist niet meer hout in de kachel worden gedaan. Dit is zichtbaar als het rode LED-lampje aan de voorzijde brandt. De luchttoevoerschuif (boven aslade) in drukken. -

Rookgasklep; De bypass-beveiliging treedt in werking nadat een rookgasklep geactiveerd is. De rookgasklep wordt automatisch geopend als de watertemperatuur in de warmtewisselaar te hoog wordt. De rookgassen worden dan via de bypass het rookkanaal in geleid. De meeste hete rookgassen worden nu niet meer door de warmtewisselaar geleid waardoor de warmte afgifte hier wordt beperkt. Indien de rookgasklep openvalt wordt de verbrandingsluchttoevoer grotendeels automatisch afgesloten. Als de rookgasklep is opengevallen tgv. oververhitting gaat het rode led-lampje aan. Onderzoek de oorzaak want er is een beperking in warmteafname. Nu mag er ook geen hout meer worden toegevoegd. Als de temperatuur op uw meter onder de 80 gr C is gekomen trekt u de reset-handle in gebruikstoestand (naar voren) en gaat alleen het groene lampje weer aan. Bij stroomuitval gaan beide lampjes uit en mag er geen hout worden toegevoegd.

-

Waterklep; Als er, ondanks dat de rookgasklep is opengevallen, toch nog hout wordt toegevoegd aan de kachel, zal de afloopbeveiliging (waterklep) worden geopend. Hierdoor stroomt er koud leidingwater door de warmtewisselaar zodat de watertemperatuur in het systeem zal dalen. Deze koelmethode vraagt nogal wat liters kostbaar drinkwater. Het is daarom ook aan te bevelen binnen één uur geen hout meer toe te voegen nadat de rookgasklep is opengevallen.

-

Overdrukventiel; Het overdruk ventiel zorgt er voor dat er water uit het systeem kan worden geloosd naar de riolering om de druk in het systeem naar beneden te brengen. Het geloosde water moet, als de kachel weer is afgekoeld, worden bijgevuld.


13

STORINGEN Een niet- of slecht trekkende schoorsteen kan de volgende oorzaken hebben: a. De schoorsteen of de aansluiting naar de schoorsteen is lek. b. Het rookgaskanaal is verstopt of ernstig vervuild. c. De uitmonding van het rookkanaal ligt in een overdrukgebied, bijvoorbeeld onder de nok van uw woning en voldoet derhalve niet aan het zgn. bouwbesluit. d. Vochtige of mistige weersomstandigheden. e. De kachel- en schoorsteenparameters zijn niet goed op elkaar afgestemd. Bijvoorbeeld een te kleine rookgasdiameter van het schoorsteenkanaal ten opzichte van de diameter van de aansluiting van de kachel. Uw installateur zal altijd de juiste schoorsteen diameter dienen te bepalen afhankelijk van lengte en eventuele bochten.

De kachel bereikt niet de opgegeven energetische waarden, zoals rendement en capaciteiten. (zie “technische gegevens” pagina 8) a. b. c. d. e.

Het vermogen van de kachel is niet afgestemd op de warmtebehoefte. Rookgasafvoer of verticale pijpen boven verbrandingskamer zijn verstopt. Schoorsteendimensies zijn niet juist berekend. Slechte kwaliteit brandstof of een te hoog vochtgehalte. Lees hoofdstuk “BRANDSTOFFEN“ van deze handleiding nog eens aandachtig door.

PERIODIEK ONDERHOUD Jaarlijkse controle Voor een goede en betrouwbare werking van de kachel is het belangrijk dat u onderstaande punten jaarlijks controleert: a. controleer voor ieder stookseizoen of het keramische koord in het deurtje nog heel is en of het over de gehele lengte nog goed vastgelijmd zit. Is dit niet het geval dan moet het koord vervangen worden. b. Controleer of de chamottestenen in de verbrandingskamer geen schade vertoont. Beschadigde stenen vervangen. c. Controleer of de vlamplaat bovenin de verbrandingskamer niet overmatig vervormd is. Is dat het geval dan dient de vlamplaat vervangen te worden. d. Het verdient de aanbeveling om de Kronfire houtkachel, ieder jaar, een onderhoudsbeurtje te laten geven door de installateur. e. Tevens is verplicht het schoorsteen kanaal jaarlijks te laten vegen; dit mede ivm. uw brandschade verzekering.


14

Schoonmaakschema WAT? HOE VAAK? WAARMEE? Schoorsteenkanaal en Naar behoefte, toch Via schoorsteenveger aansluitpijp tussen kachel minstens één keer per en schoorsteen jaar. Het wordt aanbevolen te laten reinigen door een erkende schoorsteenveger Buitenkant van de kachel Naar behoefte Zachte vochtige doek (afgekoelde kachel) Ruit Naar behoefte Ruitenreiniger voor haarden (afgekoelde kachel) As in de Naar behoefte Met een as-schep verbrandingskamer (afgekoelde kachel) Verticale pijpen aan Elke maand Borstel rond 50 mm bovenzijde van de Vlamplaat tijdelijk verbrandingskamer wegnemen

OPMERKINGEN VAN DE PRODUCENT Deze handleiding heeft betrekking op de wetsvoorschriften binnen de gehele Europese Unie.

GARANTIEBEPALINGEN Omschrijving Lassen Warmtewisselaar Stalen delen Hang en sluitwerk Vuurvaste stenen (breuk) Loslaten keramisch koord in deur Ruit (breuk) Roet op glas Elektrische componenten

Garantieperiode 5 jaar 5 jaar 5 jaar 2 jaar Geen 1 jaar Geen Geen 1 jaar

De genoemde garanties en garantie periodes gelden slechts wanneer er gestookt wordt volgens de gebruiker handleiding en onder voorwaarde van het uitvoeren van periodieke controle- en onderhoudsbeurten. Bij reclamatie dient de aankoopbon te worden meegestuurd met de kachel. De garantiekaart dient na installatie opgestuurd te zijn. Garantiekaart: Bij aanschaf en na installatie dient u de meegeleverde garantiekaart, ingevuld en ondertekend door uw installateur op te sturen naar: Kronfire Heating BV, Rootven 19c, 5531 MB Bladel – NL KF- 09-1- Instal- en gebr.h 10-11-2009[1]

15

RESERVE ONDERDELEN Deze zijn te bestellen bij: Kronfire Heating BV Rootven 19c 5531 MB Bladel – NL – [email protected]


16

Hoofd- en aansluitmaten FIG.01

ITEM 01

DESCRIPTION / BESCHREIBUNG / OMSCHRIJVING Entrance to pump, temperature / pressure gauge Zugang zur Pumpe, Temperatur / Manometer Toegang tot pomp, temperatuur / manometer

02 03 04

Air tuning / Luft Regler / Luchtschuif Ash pan / Aschebehälter / Aslade Entrance door / Tür / Deur

05

Air inlet / Luftanschluss / Luchtinlaat

06

Cooling water connection - return Kühlwasser Anschluß – zurück Koelwater aansluiting - retour

Ø 15 mm cupper/kupfer/koper

07

Heating water – out Wärmungswasser – aus Verwarmingswater – uit

22 mm Steel / stahl / staal

08

Electrical supply / Elektrischer Anschluß / Elektrische aansluiting

230 V – 50 Hz

09

Heating water – in Wärmungswasser - ein Verwarmingswater – in

22 mm steel/stahl/staal

10

Coolingwater connection – in / Kühlwasser Anschluß – ein / Koelwater aansluiting – in

Ø 15 cupper/kupfer/koper

11

Flue gas exhaust / Rauchgas Abfluß / Rookgas afvoer

Ø 150 (uitlaat d=140 mm)

12

Solenoid / Magnet Schalter / Magneet schakelaar

12Vdc

13

Transformer/ Umformer / Tranformator - Gelijkrichter

230Vac 12Vdc

14

Reset handle / Reset Handel /Reset-handle


17

Dim. / Abm. / Afm.

Onderdelen FIG. 02

ROOKGASKAST

ROOKGASAFVOER

WARMTEWISSELAAR

VERBRANDINGSKAMER

LUCHTTOEVOERSCHUIF BODEMPLAAT

AUTOMATISCHE ONTLUCHTER

TEMPERATUUR VOELER

ROOKGAS AFVOER

VERSTELLING ROOKGASKLEP= RESET-HANDLE THERMO/MANOMETER THERMISCHE AFLOOP

OVERDRUKVENTIEL aanvoerleiding

CV POMP - retourleiding LUCHT TOEVOER


18

Circuit diagram 1 2 3 4 5

= circulatie pomp TC1 = thermische afloop beveiliging = temp./ manometer TC2 = autom. ontluchter = overdruk ventiel TC3 = water temp. sensoren = warmtewisselaar = radiators of vloerverwarming (niet behorende tot de levering)

FIG.03

TC1

TC2

5 4 TC3 2 3

1

5


19

KF 01. Gedurende installatie en gebruik van de kachel dient men rekening te houden met de Europese, landelijke en lokale wetgeving

Recommend Documents