Handleiding voor de installatie en het gebruik van de Regina-8 en de Stela-10 pelletkachels
INHOUDSOPGAVE 1.0 VOORZORGSMAATREGELEN, VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN EN DISCLAMER ...................................... 3 2.0 TECHNISCHE KENMERKEN..................................................................................................... 5 2.1 Accessoires ........................................................................................................................ 5 2.2 Technische beschrijving........................................................................................................ 5 2.3 Technische data en afmetingen .............................................................................................. 6 3.0 INSTALLATIE ....................................................................................................................... 7 3.1 ALGEMENE REGELS ............................................................................................................ 7 3.2 UITLAAT EN LUCHTINLAAT .................................................................................................... 8 3.3 HET UITLAATSSYSTEEM ........................................................................................................ 8 3.4 UITLAATGASSEN EN INSTALLATIE ............................................................................................ 8 3.5 TE GEBRUIKEN PIJPEN........................................................................................................... 8 3.6 INSTALLATIE (optioneel) ....................................................................................................... 9 3.7 ACHTERZIJDE VAN DE UITLAATPIJP ......................................................................................... 9 3.8 VERBINDING MET DE ELEKTRISCHE VOEDING ............................................................................ 10 4.0 GEBRUIK ........................................................................................................................... 10 4. 1 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ................................................................................................ 10 4.2 BRANDSTOFFEN .................................................................................................................. 10 4.3 INSTALLATIE, ...................................................................................................................... 11 4.4 MENUSTRUCTUUR EN PARAMETERS ........................................................................................ 11 4.5 UW PELLETKACHEL IN GEBRUIK NEMEN.................................................................................... 13 4.6 UITLEG VAN HET PANEEL .......................................................................................................................... 13 5.0 PELLETS ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….…..18 5.1 OPSLAG VAN PELLETS ………………………………………………………………………………………………………………………….…..18 5.2 TOEVOER VAN PELLETS ………………………..…………………………………………………………………………….……………….…..18 6.0 SCHOONMAAK EN ONDERHOUD ............................................................................................................. 18 6.2 SCHOONMAAK EN ONDERHOUD VAN HET UITLAATSYSTEEM.................................................................... 19 6.2 SCHOONMAAK EN ONDERHOUD VAN DE PELLETKACHEL .......................................................................... 19 7.0 ELECTRISCH AANSLUITDIAGRAM..............………………….........................................................….....................21 8.0 STORINGEN/ OORZAKEN/ OPLOSSINGEN/ INFORMATIE/ ALARM/ ERRORMELDINGEN .................……………21 9.0 NAZORG, GARANTIE en VERWIJDEREN .................................................................................…....................22 10 GOUDEN REGELS ……….….................…....................................................................................…....................24 11 CERTIFICATEN EN LABELS ................…....................................................................................…....................25
2
Beste koper, Wij danken u voor de aanschaf van dit Europese kwaliteitsproduct. Met dit product brengt u sfeer en warmte in uw huis. Daarnaast was besparen nog nooit zo leuk en eenvoudig! Lees de bijlage bij de aankoopnota (‘de gouden regels’) voordat u aan de slag gaat met uw pelletkachel. Deze bijlage is tevens toegevoegd aan deze handleiding. Deze handleiding is een vertaling en aanvulling op de oorspronkelijke handleiding van de fabrikant. Uw pelletkachel is met veel zorg gemaakt. Het product is volgens de strengste veiligheidsnormen gefabriceerd. Aan de hand van deze Handleiding, leert u hoe u de pelletkachel moet gebruiken om er lang plezier van te hebben. Neem de tijd om deze Handleiding goed en aandachtig te lezen! Bij het in gebruik nemen van deze pelletkachel verklaart u dat u kennis heeft genomen van deze handleiding en akkoord met alle gebruikersvoorschriften, eisen en voorwaarden zoals die in deze handleiding zijn opgenomen en omschreven. Heeft u vragen, schroom dan niet deze voor ingebruikname van de pelletkachel te stellen. Wij wensen u heel veel warmte en stookplezier toe !
3
1.0. VOORZORGSMAATREGELEN, VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN EN DISCLAIMER Deze handleiding is samengesteld met de grootst mogelijke zorgvuldigheid en zorg. De informatie kan echter incompleet of onvolledig zijn. Ook is het niet uitgesloten dat er fouten gemaakt zijn. Om deze redenen kan de inhoud bijgesteld worden zonder voorafgaande kennisgeving. Deze pelletkachel is deskundig ontworpen en voldoet aan alle veiligheidsvereisten. Echter, het is noodzakelijk om de veiligheidsrichtlijnen op te volgen om ongelukken te voorkomen. 1. Alleen daartoe bevoegd en geschoold (gecertificeerd) personeel mag deze pelletkachel installeren en aansluiten. Gebruik juiste hijs- en liftmiddelen om de kachel te vervoeren en/of te verplaatsen. 2. Let bij het installeren op de geldende nationale regelgeving. 3. De fabrikant accepteert geen verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid indien de bovenstaande punten niet in acht zijn genomen. 4. Deze handleiding is onlosmakelijk verbonden met deze pelletkachel. Bewaar deze handleiding zorgvuldig. 5. Deze pelletkachel mag alleen gebruikt worden voor het doel waarvoor hij is ontworpen. 6. De fabrikant accepteert geen verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid t.a.v. mensen of zaken vanwege ondeskundige (bijv. indien de installatie is geschied door een niet-gecertificeerde installateur of indien het afvoerkanaal niet zorgvuldig is geveegd door een erkende schoorsteenveger) of ondeskundig gebruik. 7. Direct na de aankoop dient de koper zich ervan te vergewissen dat alle onderdelen aanwezig zijn. 8. Alleen originele onderdelen mogen worden gebruikt om defecte onderdelen te vervangen. Neem altijd contact op met de verkoper. Bij het zelf openen van het toestel vervalt alle garantie. 9. Deze pelletkachel dient elk jaar te worden onderworpen aan een onderhoudsbeurt door daartoe gecertificeerd personeel. In ieder geval dient een onderhoudsbeurt plaats te vinden na gebruik van 1200 kg. pellets. De garantie vervalt indien de onderhoudsbeurt niet jaarlijks plaatsvindt. 10. Gebruik alleen pellets die kwalitatief goed zijn. Vraag aan uw leverancier welke pellets worden aangeraden. Pellets van o.a. din+ -kwaliteit kunnen goed gebruikt worden. Het gebruik van slechte of vochtige pellets kunnen schade toebrengen aan de kachel en leiden tot garantieverlies! Om veiligheidsredenen moeten de volgende punten strikt worden opgevolgd: • De pelletkachel mag niet worden gebruikt door kinderen of personen die daartoe niet in staat zijn. •
Het is niet toegestaan de pelletkachel te installeren in vochtige ruimten zoals badkamers, waskamers, vochtige kelders of bijvoorbeeld wc´s.
•
Raak de kachel niet aan met natte handen of benen.
•
Steek de kachel niet aan met brandbare stoffen, anders dan pellets.
•
Gebruik alleen geaard aansluitmateriaal. Trek de stekker uit het stopcontact als u de kachel onderhoudt.
•
Gebruik alleen droge pellets; het gebruik van vochtige pellets kan gevaarlijk zijn in verband met spontane en plotselinge ontbranding.
•
Het is niet toegestaan veranderingen aan te brengen in de elektrische inrichtingen of aansluitingen.
•
Het ondeskundig wijzigen van parameters kan schade veroorzaken en brengt onnodig risico’s met zich mee.
•
Trek niet aan kabeltjes (bijv. van de thermostaat) die uit de pelletkachel komen.
•
Berg de verpakking van deze kachel goed op; ze zijn gevaarlijk voor kinderen!
•
Als de kachel in bedrijf is mag de deur niet geopend worden.
4
•
Vermijdt direct contact met warme en hete onderdelen.
•
Plaats de kachel niet op een brandbare of licht ontvlambare ondergrond.
•
Sluit uw pelletkachel aan op een ononderbroken stroomvoorziening noodstroomvoorziening).
(gebruik een
Controleer de instellingen eerst als de kachel een tijd niet gefunctioneerd heeft (zie paragraaf 6.0). De pelletkachel is ontworpen om goed te functioneren onder zware weersomstandigheden, bijvoorbeeld ijzige koude of storm. Het kan echter voorkomen dat het veiligheidssysteem de kachel laat afslaan. Komt het vaker voor, wendt u zich dan tot de verkoper. Ga in geen geval zelf veiligheidssystemen veranderen of ontkoppelen. Reinig eens per jaar uw schoorsteen of rookkanaal. Schakel een officieel gecertificeerde veger in. U ontvangt dan altijd een certificaat die noodzakelijk is voor de verzekering. Het wordt aangeraden een handblusser in huis te hebben mocht er een schoorsteenbrand ontstaan. 2.0. TECHNISCHE KENMERKEN 2.1 Accessoires Controleer of alle onderdelen van uw pelletkachel aanwezig zijn. Het gaat dan om: Aansluitsnoer t.b.v. elektrische voeding; Documentatie (Aankoopfactuur & garantiebewijs) Afstandsbediening (optioneel) Belangrijk: Lees deze handleiding voor het in gebruik stellen van de kachel goed en bewaar deze op een vindbare plek. 2.2 Technische beschrijving De Europese MILKUZ-pelletkachels zijn ontworpen voor het verwarmen van kantoren of huizen (bijv. woonkamers), maar kan ook als aanvullende verwarming (i.c. bijverwarming) worden ingezet. Daarnaast geeft deze pelletkachel een prettige sfeer en warmte. Het hart van de pelletkachel bestaat uit dikke robuuste platen van metaal en een zware structuur die het geheel ondersteunt. De kleur is aangebracht met behulp van een verfstof die bestand is tegen hoge temperaturen. Het bovenste en het onderste deel van de kachel is gemaakt van een speciale metalen platen. Het binnenste deel van de vuurkamer is gemaakt van een dubbele metalen behuizing, die gegarandeerd bestand is tegen hoge temperaturen. De vuurkamer heeft een deur met keramisch glas die bestand is tegen hoge temperaturen. De deur moet hermetisch gesloten worden waardoor u niet in contact komt met brandend materiaal of met de hete onderdelen in de vuurkamer.
5
Betekenis van de letters: A DEKSEL PELLETRESERVOIR V BEDIENINGSPANEEL S PELLETRESERVOIR D TREKSTANG F KERAMISCH GLAS G OPENINGSHANDEL
N ASLADE I DUBBELE METALEN VUURPLAAT L VUURKORF P ELECTRICSCH AANSLUITPUNT R GEKELURDE ZIJDE VAN DE KACHEL
2.3 Technische data en afmetingen (de afbeeldingen kunnen enigszins afwijken t.o.v. de originele kachel)
Model pelletkachels in de Milkuz-lijn: Hoogte (incl. display) Breedte Diepte Gewicht Diameter van de luchtinlaat Diameter van de uitlaat pijp Maximaal te verwarmen ruimte *) Maximale temperatuur uitlaatgassen Gem. pellet consumptie (gereduceerd) per uur Reservoir capaciteit Rendement bij nominaal thermisch vermogen Nominale voltage Nominale frequentie
mm mm mm kg mm mm m3 C kg/h kg V Hz
8 kW 900 425 475 80 30 76 240 127 1,4 12 84 % 230 50
10 kW 1060 510 530 90 30 76 300 97 1,4 15 85 % 230 50
De bovenstaande tabel is tot stand gekomen op basis van gestandaardiseerde testen. *) Deze waarde is plaatsafhankelijk. De bovenstaande waarden zijn indicatief. De fabrikant behoudt zich te recht voor om, zonder voorafgaande kennisgeving, waarden aan te passen t.b.v. de optimalisatie van dit product.
6
3.0 INSTALLATIE 3.1 Algemene regels De fabrikant en de verkoper wijzen op een juiste assemblage van de pelletkachel. Daarnaast behoort alles deugdelijk te worden aangesloten. Een juiste aansluiting van de pijpen voorkomt dat afvalgassen in huis komen. Schakel altijd gecertificeerde en erkende installateurs in. De fabrikant en de verkoper accepteren geen verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid indien de bovenstaande regels niet in acht zijn genomen en niet nauwkeurig zijn opgevolgd. De volgende punten moeten in acht worden genomen: - Installeer de pelletkachel niet in kleinere ruimten dan 45m2; - zorg altijd voor voldoende frisse lucht en ventilatie; de meeste ideale optie is het om de luchtinlaat van buiten de frisse lucht te laten aanzuigen. Uw erkende installateur kan u adviseren over de meest veilige optie. - neem de in deze handleiding voorzorgsmaatregelen en installatieregels in acht; - zorg dat de pijpen die aan de uitlaat zijn gemonteerd goed afgedicht zijn zodat er geen gassen in de ruimte (bijv. woonkamer) kunnen komen; Houd ook de volgende officiële regels –die per land kunnen verschillen- in de gaten. Het Is niet toegestaan om een pelletkachel te installeren in een slaapkamer of een toilet. Het is ook niet toegestaan om een pelletkachel te installeren op een plaats waar al een kachel is geïnstalleerd. Het is niet toegestaan de pelletkachel te installeren in ruimten met brandbare of explosieve materialen. De materialen direct rondom de pelletkachel moeten gemaakt zijn van hittebestendig materiaal. Voorkom contact met hete delen en breng geen brandbare stoffen (bijv. alcohol, papier, plastics …) in contact met hete onderdelen van de pelletkachel.
De minimale afstand tot de pelletkachel en andere -niet direct ontvlambare- materialen is min. 200 mm. - De vloer mag niet licht-ontvlambaar zijn of zodanig geinsoleerd zijn (bijv. door een vuurvaste metalen onderplaat) dat deze kan ontbranden. De kachel wordt aan de onderzijde heel warm. Plaats de kachel dus ook niet op vloebedekking zonder een goede beschermende ondergrond! - De metalen pijpen t.b.v. de uitlaatgassen moeten tenminste 1,5 m verwijderd zijn van ontvlambare materialen; - We adviseren u de kachel zo dicht mogelijk te installeren tegen het uitlaatsysteem, met een maximum van 3 bochten en een T-stuk, en een maximum van 2,2m horizontale pijp met een minimale stijgingsgraad van 3-5 %. Pas als de plaats waar de kachel moet komen definitief bepaald is, verwijdert u de verpakking. Controleer altijd of de deur van de pelletkachel goed gesloten kan worden. Stel de kachel niet in bedrijf als de deur niet goed gesloten kan worden.
7
3.2 UITLAAT & LUCHTINLAAT Voor het goed functioneren en voor het goed verspreiden van de warmte, heeft de pelletkachel voldoende lucht nodig. Het is raadzaam om een aparte aansluiting voor de luchtinlaat te maken. In ieder geval dient er voortdurend voldoende frisse lucht in de ruimte aanwezig te zijn. Zorg dat er voldoende geventileerd wordt als de kachel in bedrijf is. Het gat t.b.v. van de luchtinlaat moet minimaal 100 cm2 zijn en mag niet verstopt zijn. De lucht kan ook uit een ander vertrek worden gehaald en gebruikt worden, mits dit vertrek voldoende geventileerd is en indien er geen andere kachel is geinstalleerd. Deze ruimte mag overigens géén slaapkamer, toilet, of ruimte zijn waar gevaarlijke (ontvlambare) materialen zijn opgeslagen. Indien er in de ruimte een andere pelletkachel is geinstalleerd of een apparaat dat lucht nodig heeft voor bijv. een verbranding, dan moet er direct van buiten (extra) lucht aangevoerd worden. Een voorbeeld van een directe buitenaansluiting Hanteer de volgende afstanden t.bv. de luchtinlaat: 1,5 meter onder, 1,5 meter horizontaal, 0,3 meter boven deuren en ramen; 2,5 meter van het uitlaatsysteem. De fabrikant en verkoper kunnen geen verantwoordelijkheid dragen voor het onjuist of onzorgvuldig installeren van de kachel. Raadpleeg altijd een erkende installateur en laat het systeem installeren of contoleren! 3.3 UITLAATGAS SYSTEEM Het is belangrijk te beseffen dat het uitlaatsysteem een belangrijk onderdeel is van de pelletkachel. De installatie van dit systeem moet door een gecertificeerde installateur gebeuren. Max. temperatuur uitlaatgassen: 200 0C, dit in verband met de afvoerkanalen die doorgaans niet bestand is tegen hogeren temperaturen. 3.4 UITLAATGASSEN EN INSTALLATIE Het uitlaatsysteem werkt als gevolg van een onderdruk die ontstaat in de vuurkamer. Het is van belang voor het uitlaatsysteem (SIG) dat de originele materialen worden gebruikt. Hiermee bent u verzekerd van een systeem dat: - hermetisch gesloten is met behulp van speciale pijpen en met adequate hittebestendige silicone tape, kit, etc.. - het systeem kan functioneren onder hoge druk en met temperaturen variërend van 200-250oC (NB. gebruik geen pijpen minder dat 1,5 mm dikte!). Het systeem mag niet binnen worden aangelegd en dient minimaal gecontroleerd te worden door een erkende en gecertificeerde installateur als u besluit de kachel zelf te installeren. Een periodieke schoonmaak van het uitlaatsysteem en afvoerkanaal is noodzakelijk voor het goed functioneren. 3.5 TE GEBRUIKEN PIJPEN De te gebruiken pijpen moeten aan een aantal hoge kwaliteitseisen voldoen. Zo moeten ze glad van binnen zijn, van metaal vervaardigd zijn en voorzien zijn van een hittebestendige (sileconen) afsluiter of ring. De diameter van de pijpen tot 3 meter lang moeten 80 mm zijn of 100 mm voor pijpen langer dan 3 meter of meer dan 1000 meter boven zee-niveau. De totale lengte is gerekend als het totaal van de horizontale en vertikale lengte, waarbij elke bocht van 90o als 1 meter lengte wordt gerekend. Laat de bovenstaande aanbevelingen tevens beoordelen door een erkende installateur ter plaatse! Belangrijk: Koppel de uitlaat NIET aan een bestaand (uitlaat-)systeem of aan een afzuig- of ventilatiesysteem!
8
3.6 INSTALLATIE SCHEMA (Vraag uw erkende installateur om een toelichting!)
3.7 Achterzijde van de uitlaatpijp Het uiteinde van de uitlaatpijp is ontworpen om een juiste afvoer van gassen te verzekeren. Het moet bestand zijn tegen wind, sneeuw en andere weersomstandigheden en moet onder deze omstandigheden de gassen juist kunnen afvoeren. Het uiteinde van de pijp t.b.v. de afvoergassen moet aan de volgende minimale eisen voldoen: - Het binnendeel moet gelijk zijn aan het uiteinde van de pijp van de pelletkachel; - het buitendeel mag niet meer dan twee maal de afmeting zijn dan het binnendeel van de pijp van de kachel; - de materialen moeten bestand zijn tegen zware weersomstandigheden; - het moet eenvoudig te demonter zijn t.b.v de noodzakelijke periodieke reiniging; - extra: kies een mooie afwerking die past bij het gebouw. Het systeem moet niet gehinderd worden door objecten die dichter dan 10 meter staan. Bijvoorbeeld bomen, muren, etc. In elk geval moet het systeem 1 meter uitsteken boven het hoogste obstakel. Het systeem moet in dat geval tenminste 1 meter boven het dak uitsteken.
9
Functioneringsproblemen vanwege capaciteitsproblemen van het systeem. De wind heeft de meeste invloed op het uitlaatsysteem. Zie de plaatjes hieronder. Zware wind of storm kunnen de afvoer van uitlaatgassen van de pelletkachel belemmeren. Minimaal jaarlijks moet het gehele uitlaats-systeem gereinigd worden. Vernauwingen of verstoppingen kunnen het systeem slecht laten functioneren.
3.8 VERBINDING MET DE ELEKTRISCHE VOEDING (elektriciteitsnet) De pelletkachel heeft elektriciteit nodig om te kunnen functioneren. Deze pelletkachel is voorzien kabels die bestand zijn tegen warmte. In het geval dat u een kabel moet vervangen, laat dit dan uitvoeren door een erkende elektricien of installateur. Voordat u de kachel aansluit op het elektriciteitsnet, neem dan de volgende zaken in acht: - de benodigde voeding van het elektriciteitsnet (voltage, frequentie, etc.) moet passen bij de pelletkachel; - gebruik een noodstroomvoorziening; - indien de pelletkachel rechtstreeks op het elektriciteitsnet wordt aangesloten, dient u eerst een netscheider (schakelaar) aan te brengen. - op de achterzijde van deze pelletkachel vindt u de specificaties waaraan de voeding moet voldoen; - de voedingskabel en het stopcontact moeten geaard zijn; - de kabel mag niet warmer worden dan 65oC. In het geval de pelletkachel direct wordt aangesloten op het net (dus zonder een normale stekker en een wandcontactdoos), dan dient dit te gebeuren door elektricien. De aansluiting op het elektriciteitsnet moet eenvoudig te bereiken zijn. Ontkoppel het systeem van het net als u de kachel voor een langere tijd niet gebruikt. Trek de stekker dus uit het stopcontact. 4.0 GEBRUIK 4. 1 Veiligheidsvoorschriften Wees er van doordrongen dat de pelletkachel hoge temperaturen genereert. Deze kunnen gevaarlijk zijn en verwondingen veroorzaken. Het is niet toegestaan om water over de kachel te gooien of andere vloeistoffen die een elektrische schok kunnen veroorzaken. Plaats geen (ontvlambare) materialen in de nabijheid (tegen, naast, voor of op) van de pelletkachel. 4.2 Brandstoffen De enige brandstof die is toegestaan door de fabrikant, zijn gecertificeerde Din+ pellets (6mm diameter). Om klontering van de pellets te voorkomen, moeten deze op een droge plaats worden bewaard. Bewaar de pellets niet nabij de pelletkachel; althans niet dichterbij dan 2 meter. (zie paragraaf 5.0). Belangrijk: De pelletkachel is getest aan de hand van gecertificeerde pellets. De fabrikant en verkoper kunnen niet instaan voor het goed functioneren van de pelletkachel als u niet gecertificeerde pellets heeft gebruikt of gebruikt. U verliest de garantie als u slechte kwaliteit of vochtige (!) pellets heeft gebruikt, omdat het schade aan de kachel kan toebrengen. 10
4.3 INSTALLATIE
Alle benodigde kabels en aansluitingen zijn meegeleverd met deze pelletkachel. De installatie is eenvoudig uit te voeren door een erkende installateur. Voordat het systeem in bedrijf wordt gesteld doorloopt het aan aantal automatische tests. Als u voor de eerste keer deze pelletkachel in bedrijf stelt, houdt u dan rekening met het onderstaande. Als u de kachel op de juiste wijze heeft laten monteren en plaatsen, kunt u de juiste instellingen van de parameters laten doorvoeren. De juiste instellingen kunnen afhankelijk zijn van de plaats, weersomstandigheden, ruimte , etc. De instellingen kunnen middels het bedieningspaneel of door de software (dit laatste alleen door de fabrikant) worden veranderd. De kachel kan nauwkeurig worden afgesteld door installateur. Indien u de kachel laat installeren dan zal dit voor u gebeuren en u krijgt een passende instructie voor normaal gebruik. Zie voor de bediening van het paneel paragraaf 4.6. Attentie! Het ondeskundig wijzigen van parameters kan schade veroorzaken en brengt onnodig risico’s met zich mee.
4.4 MENUSTRUCTUUR EN PARAMETERS
Alle benodigde kabels en aansluitingen zijn meegeleverd met deze pelletkachel. De installatie is eenvoudig uit te voeren door een erkende installateur. Voordat het systeem in bedrijf wordt gesteld doorloopt het aan aantal automatische tests. Als u voor de eerste keer deze pelletkachel in bedrijf stelt, houdt u dan rekening met het onderstaande. Als u de kachel op de juiste wijze heeft laten monteren en plaatsen, kunt u de juiste instellingen van de parameters laten doorvoeren. De juiste instellingen kunnen afhankelijk zijn van de plaats, weersomstandigheden, ruimte , etc. De instellingen kunnen middels het bedieningspaneel of door de software (dit laatste alleen door de fabrikant) worden veranderd. De kachel kan nauwkeurig worden afgesteld door installateur. Indien u de kachel laat installeren dan zal dit voor u gebeuren en u krijgt een passende instructie voor normaal gebruik. Zie voor de bediening van het paneel paragraaf 4.6. Als u de pelletkachel laat installeren, dat stelt de installateur de pelletkachel in bedrijf en zorgt er voor dat de kachel goed is afgesteld. Indien u de kachel zelf wilt installeren, dient u dit zelf te doen. Het advies is echter om dit door een erkende vakman te laten verrichten als u geen ervaring heeft met het instellen van dergelijke kachels. De software van de Milkuz-kachels hebben 3 menu’s en een aantal submenu’s.
Menu 1: Dit gebruikersmenu kent geen submeu’s * Aanzetten van de kachel : houdt knop P1 enkele seconden ingedrukt * Uitzetten van de kachel : houdt knop P1 enkele seconden ingedrukt * Algemene Informatie: druk enkele keren kort op knop P1: 1x drukken op P1: tA= kamertemperatuur 2x drukken op P1: tU= uitaatgastemperatuur 3x drukken op P1: Uf= kachelventilator snelheid (rpm/V) 4x drukken op P1: A0 02= Product code * Verhoog het vermogen van de kachel: druk op knop P2. Het ingestelde vermogen begint te knipperen. Door nogmaals P2 in te drukken verandert het getal. Hoe hoger het getal hoe meer output. Er zijn 6 standen: 1, 2, 3, 4, 5, 6, en A=automatisch. Na enkele seconden houdt het knipperen op en is de ingestelde waarde opgeslagen. * Verhogen of verlagen van de temperatuur aan de hand van de thermostaat: druk op knop P3 of P4 om de waarde te verhogen of te verlagen. Na het knipperen is de temperatuurwaarde opgeslagen. * Pellets laden/ vijzel laden met pellets: druk minimaal 5 seconden op knop P2. de toevoer stopt altijd na 3oo seconden. * Pellet toevoer correctie: door enkele seconden op knop P3 te drukken verschijnt in het onderste vakje de boodschap ‘PELL’. U kunt de waarde van de toevoer verhogen of verlagen door knop P3 of P4 te gebruiken. Standaard staat deze op ‘o‘ * Pellet toevoer correctie: door enkele seconden op knop P4 te drukken verschijnt in het onderste vakje de boodschap ‘VENT´. U kunt de snelheid van de luchttoevoer richting de vuurkorf verhogen (max: +7) of verlagen (max: -7) door knop P3 of P4 te gebruiken. Standaard staat deze op ‘o‘. Tip: de meeste kachel staan ruim afgesteld. Afhankelijk van de verbranding kan de pellettoevoer doorgaans iets verminderd worden tot ongeveer –2. Streeft wel naar een optimale verbranding van de pellets.
11
Menu 2: (de pelletkachel instellen) Dit menu bestaat uit 4 submenu’s. U komt in dit gebruikersmenu door enkele seconden P2 en P4 ingedrukt te houden. Drukt u op knop P3 of P4 dan gaat u telkens naar het volgende of vorige submenu. Door op knop P2 te drukken gaat u het submenu in. Bent u in het submenu dan kunt u met P3 en P4 de waarden verhogen of verlagen. Met knop P1 kunt u het (sub-)menu weer verlaten. Er zijn die submenu´s beschikbaar. * SubMenu 1: CRONO (CHRONOMETER: automatisch kachel in- en uitschakelen) Hiermee programmeert u de kachel om automatisch op geplande tijden aan/ en uit te gaan. Druk op knop P2 om dit menu in te gaan. Druk op de knoppen P3 of P4 om het programmeren (menu 4.1.1.) aan of uit te zetten. Enable (‘inschakelen’) kan op ‘On’ of op ‘OFF ‘ gezet worden. Druk op knop P2 om te bevestigen of druk op knop P1 om het submenu te verlaten. U kunt na het inschakelen vervolgens maximaal drie aparte tijdblokken programmeren (menu 4.1.2.) op elke dag van de week. Selecteer ( met P3 of P4) in het submenu CRONO de keuze ‘Prog’. Klik op P2 om Prog te kiezen. Met de knoppen P3 en P4 kunt u de tijdblokken (te herkennen aan het verticale streepje) selecteren. Op het display (links boven) kunt u zien of het tijdblok is ingesteld. Als er ----------- staat betekent dit dat het blok is uitgeschakeld. Met het enkele seconden indrukken van knop P1, schakelt u het tijdblok in of juist uit. Op het display (rechts boven) kunt u zien welke tijd er ingesteld is. Op het display onder ziet u van links naar rechts: het nummer van het tijdsblok, een ledje bij ´on´ of ´off´( staat dit blok aan of uit’ ) en de eerste twee letters van de dag van de week: maandag = Mo, dinsdag = Tu, woensdag= We, donderdag= Th, vrijdag= Fr, zaterdag= Sa, zondag= Su. . Programmeren over middernacht (doorlopend naar een volgende dag) gaat als volgt. Zet het tijdblok aan (‘on’) op de gewenste tijd: bijv. 20.30 uur. Zet het blok uit met de tijd 23.59 uur. Zet het volgende blok aan (‘on’) op 00.00 uur. Zet het blok weer uit om bijv. 6.30 uur. De kachel gaat nu aan op de gewenste dag om 20.30 uur. Vervolgens weer uit om de dag erna om 6.30 uur. Tip: zie voor een uitgebreide beschrijving en aan voorbeeld, paragraaf 4.6, kopje ‘Pelletkachel programmeren’. *SubMenu 2: Tpar: (Tpar: PARAMETERS Installatiemenu: ALLEEN VOOR DE INSTALLATEUR !) U komt in het installatiemenu door enkele seconden P2 en P4 ingedrukt te houden. U heeft een sleutel nodig om dit menu binnen te gaan. Het display kan blokkeren als u de verkeerde code invoert. Drukt u op knop P3 of P4 dan gaat u telkens naar het volgende of vorige submenu. Druk P3 tot u het menu ´Tpar´ ziet verschijnen. Door op knop P2 te drukken gaat u dit submenu in. Bent u in het submenu dan kunt u met P3 en P4 de waarden verhogen of verlagen. Met knop P1 kunt u het (sub-)menu weer verlaten (telkens een stapje terug) Het installatiemenu kent op haar beurt ook weer 8 submenu’s: Submenu 1, (TP01): VIJZEL (AUGER) MENU In dit menu kunt u parameters instellen t.b.v. de vijzel-activiteit. Submenu 2, (TP02): VENTILATOR MENU In dit menu kunt u de snelheid van de interne ventilator in elk vermogen regelen. Submenu 3, (TP03): BLOWER (KAMERVENTILATOR) MENU In dit menu kunt u de snelheid van de blower in elk vermogen regelen. Submenu 4, (TP04) THEROMOSTAAT MENU Menu met voor het instellen van (kamer)thermostaat Submenu 5, (TP05): TIMER MENU Tijdinstellingen t.b.v. elke fase. Submenu 8, (TP06): INSCHAKEL-MENU Algemene instellingen van de pelletkachel. Submenu 12, (TP07): OUTPUT TEST MENU Testen van het rendement van de kachel. Submenu 13, (TP08): UITLAATGAS THERMOSTAAT MENU Instellingen van de uitlaat thermometer (na de opstartfase) waarbij de pelletkachel uit zou moeten gaan in elke fase, bijvoorbeeld omdat de uitlaattemperatuur te laag wordt bevonden.
12
U vindt in de bijlage aan het einde van deze handleiding een schema en een technisch overzicht voor de installateur. *SubMenu 3: TELE: (TELE: AFSTANDSBEDIEINING) Hiermee kunt u de afstandsbediening aan of uitzetten. Stap 1: druk knop P2 en P4 tegelijkertijd in tot er "CRON" in het bovenste display verschijnt.; Stap 2: Druk enkele malen op P3 totdat u TELE ziet verschijnen; Stap 3: druk op knop P2 om het submenu in te gaan; Stap 4: druk op knop P3 of P4 om de afstandsbediening aan (on) of uit (off) te zetten. Stap 5: bevestig uw keuze door op P2 te drukken of verlaat dit menu door op P1 te drukken. * SubMenu 4: DATE: (TIJD EN DAG INSTELLEN) Hiermee stelt u de klok in. Stap 1: druk knop P2 en P4 tegelijkertijd in tot er "CRON" in het bovenste display verschijnt. Stap 2: loop door het menu met behulp van knop P3 en P 4 en stop als in het bovenste display "date" verschijnt. Stap 3: druk op knop P2 Stap 4: druk nogmaals op knop P2; nu gaan de uren knipperen, stel in met de knoppen P3 en P4 Stap 5: druk nogmaals op de knop P2; nu gaan de minuten knipperen, stel in met de knoppen P3 en P4 Stap 6: druk nogmaals op de knop P2; nu gaan de dagen knipperen, stel in met de knoppen P3 en P4 Stap 7: druk 3 keer op de knop P1 en u verlaat het menu 4.5 UW PELLETKACHEL IN GEBRUIK NEMEN Het paneel stelt u in staat om op een eenvoudige wijze de pelletkachel te bedienen. Het paneel en de LEDlampjes informeren u als gebruiker over het functioneren van de kachel en het operationele proces. U kunt het proces beïnvloeden middels het paneel. Let op! De temperatuurvoeler van uw pelletkachel kan enkele graden afwijken van de thermostaat van uw CV. 4.6 UITLEG VAN HET PANEEL Hieronder vindt u in plaatjes uitgelegd hoe het paneel werkt. Op het display ziet u de ingestelde tijd (10:30), de kamertemperatuur (250C), het ingestelde vermogen (D2-)3 en de stand waarin de kachel functioneert. Knipperen de waarden, dan kunt u deze wijzigen. Na drie seconden wordt de waarde vastgezet en opgeslagen. Daarnaast kunnen (kleine) ledjes branden onder of boven de volgende 5 symbolen: - L1: kachel in de onstekingsfase (knipperend: kachel in de ontstekingsfase) - L3: Kachel is uit (knipperend: kachel in de afsluitfase en gaat afsluiten) - L4: kachel in bedrijf (knipperend: modulatie-fase of ‘stand by) - L5: aanvoer van pellets - L6: in bedrijf signaal- gloeispiraal - L7: timer (als het ledje boven het klokje brandt is de timer ingeschakeld!) - L8: ventilator (blower) aan
Let op. Na het inschakelen van de nieuwe pelletkachel kan deze een beetje gaan ruiken of een beetje rook afgeven. Dat is normaal en heeft te maken met de verf, stof en/of wat vet die voor het eerst warm wordt, enz. 13
Ventileer goed! Wij raden u aan een installateur de kachel in bedrijf te laten stellen om te controleren of alles naar behoren werkt. Gebruik van het bedieningspaneel De wijze van het in gebruik stellen en de mogelijke technische instellingen van de kachel treft u hier beneden aan. Voordat u de pelletkachel in bedrijf stelt, ziet u het ledje onder de tekst ‘off’ in het display. U ziet dat op het paneel elke knop of button een nummer heeft (van 1 tot en met 4)
Wilt u meer data van en over de kachel zien? Klik dan telkens kort op knop 1. U ziet achtereen volgens: 1x drukken op P1: tA= kamertemperatuur 2x drukken op P1: tU= uitaatgastemperatuur 3x drukken op P1: Uf= kachelventilator snelheid (rpm/V) 4x drukken op P1: A0 02= Product code In bedrijf stellen van de pelletkachel Als de kachel is geïnstalleerd en u steekt de stekker in het stopcontact, dan onderneemt de kachel een aantal zelftests. Druk (voor de eerste keer bij een nieuwe kachel) minimaal 50 seconden op de P2 knop om de vijzel te laden met pellets. U Als u de pellets in het vuurkorfje hoort vallen kunt u stoppen met het ingedrukt houden van knop P2. De kachel is nu klaar om aangezet te worden. Druk enkele seconden op knop 1 om de pelletkachel aan te zetten. U ziet het ledje in L1 branden. De kachel wordt in bedrijf gesteld. U ziet het ledje L5 (aanvoer pellets) tevens branden. In dit stadium wordt de kachel opgestart middels het voor-ventileren en middels het in bedrijf stellen van de gloeispiraal en de uitlaatventilator. Toevoer van pellets Na ongeveer 25 seconden begint de toevoer van de pellets. Als u de kachel in bedrijf stelt. Tijdens deze fase transporteert het systeem de pellets naar de vuurkorf. Het ledje (L5) op het display toont dat het transportsysteem met korte tussenpozen in bedrijf wordt gezet. De gloeispiraal blijft aan totdat de temperatuur een bepaald aantal graden wordt overschreden. Wilt u de toevoer van pellets veranderen?: druk dan enkele seconden op knop P3. PELL verschijnt op het display en u kunt met de knoppen P3 en P4 de waarden naar boven of beneden bijstellen. Aanwezigheid van vuur Zo gauw de temperatuur, die is ingegeven, wordt overschreden komt de kachel in de ontstekingsfase. In deze fase blijft de temperatuur stabiel voor de tijdsduur die is vastgesteld in de ontstekingsparameter. Optimale verbranding (Combustion fan) Om een maximaal rendement te behalen is het belangrijk dat bepaalde parameters in een goede onderlinge verhouding worden afgesteld. Standaard gebeurt dit in de fabriek, maar de installateur kan een of meerdere parameters bijstellen. Er zijn drie zaken belangrijk: 1. de toevoer van brandstof (pellets), de vantilator die onder tegen het vuur blaast (combustion fan) de uitlaatventilator en de blower (ventilator die de kamer in blaast). * Om de snelheid van de (Combustion fan) te veranderen moet knop P2 ingedrukt worden. De boodschap ‘Vent’ verschijnt. Met de knoppen P3 en P4 kunnen de waarden (toeren: rpm) veranderd worden van –7 tot en met +7. Standaard staat deze waarde op ‘0’ . 14
* Wilt u de toevoer van pellets veranderen?: druk dan enkele seconden op knop P3. ‘PELL’ verschijnt op het display en u kunt met de knoppen P1 en P2 de waarden naar boven of beneden bijstellen. Standaard staat deze waarde op ‘0’. Tip: om zuiniger te stoken kunt u –mits de verbranding optimaal blijft en het vuur niet uitgaat, deze parameter wel iets naar beneden bijstellen tot bijv. –2. Om de snelheid van de uitlaatfan of de blower te veranderen dient u de parameters in het Installatiemenu te wijzigen (menu 5, zie paragraaf 4.3). Gebruik van de pelletkachel Na een bepaalde tijdsduur, komt de pelletkachel in de normale ‘in bedrijfs-stand´. Het ledje boven L6 in het display geeft op het bovenstaande plaatje de stand waarin de kachel functioneert aan. Om de uitlaatgastemperatuur te zien, kunt u de knop P1 twee maal kort indrukken (alleen in de normale ‘in bedrijf-stand’). De uitlaatgassen mogen niet te heet of te koud zijn. Doorgaans wordt een waarde tussen de 1100C (min.) en de 2000C (max.) aangehouden. Informeer bij uw installateur wat hij u aanraadt en houdt deze waarden aan. De warmtetoevoer /temperatuur veranderen In de normale ‘in bedrijfstand’ kunt u het vermogen veranderen door twee of meerdere malen op knop 2 (hoger vermogen) te drukken. Er zijn 6 standen (1, 2, …, 5 en A=automatisch). U kunt de stand aflezen in het onderste deel van het display (linkerzijde). Wilt u de snelheid van de kachelventilator veranderen? druk dan enkele seconden op knop P4. FAN verschijnt op het display en u kunt met de knoppen P1 en P2 de waarden naar boven of beneden bijstellen.
De kamertemperatuur veranderen U kunt de temperatuur van bijvoorbeeld uw woonkamer wijzigen door op de knoppen P3 en P4 te drukken. Door te drukken op knop P3 (de waarde gaat eerst knipperen) verhoogt u de temperatuur en door te drukken op knop P4 verlaagt u de temperatuur van de ruimte. Zie de rode pijlen hieronder. Na 3 seconden is de waarde opgeslagen en het display keert terug naar de normale ‘in bedrijf-stand’.
15
De kamertemperatuur bereikt de gewenste temperatuur Wanneer de kamertemperatuur de ingestelde temperatuur heeft bereikt, wordt het vermogen van de pelletkachel automatisch teruggebracht naar de minimale waarden. Dit wordt ‘ moduleren’ genomend. Het ledje L4 (ledje onder het vlamsymbool) gaat nu knipperen. De kachel signaleert dat hij de gewenste temperatuur (bijna) heeft bereikt en gaat automatisch in de minimale verbruiksstand. Uitschakelen van de pelletkachel Om de pelletkachel uit te schakelen is het voldoende om de aan/uitknop (knop P1) enkele seconden ingedrukt te houden. In het bovenste deel van het display gaat onder ‘OFF’ een klein ledje knipperen. Het duurt ongeveer 20 minuten voordat de kachel afgekoeld is en zichzelf helemaal afsluit. Het ledje onder ‘OFF’ gaat in dat geval continu branden.
Tijd en Chronometer instellen De chronometer maakt verschillende programma’s mogelijk om de kachel op elke dag aan- of uit- te schakelen. Vooreerst dient u de tijd in te stellen . U doet dat als volgt: Stap 1: druk knop P2 en P4 tegelijkertijd in tot er "CRON" in het bovenste display verschijnt. Stap 2: loop door het menu met behulp van knop P3 en P 4 en stop als in het bovenste display "date" verschijnt. Stap 3: druk op knop P2 Stap 4: druk nogmaals op knop P2; nu gaan de uren knipperen, stel in met de knoppen P3 en P4 Stap 5: druk nogmaals op de knop P2; nu gaan de minuten knipperen, stel in met de knoppen P3 en P4 Stap 6: druk nogmaals op de knop P2; nu gaan de dagen knipperen, stel in met de knoppen P3 en P4 Stap 7: druk 3 keer op de knop P1 en u verlaat het menu Pelletkachel Programmeren Voorbeeld: U wilt elke maandag vanaf 06.00 uur tot 08.00 uur uw kachel laten branden. (Tijdblok 1, op maandag). U wilt óók elke maandagmiddag vanaf 12.00 - 14.00 uur uw kachel aanhebben (Tijdblok 2 op maandag). U wilt óók elke maandagavond uw kachel laten branden vanaf 19.00 – 21.00 uur. (Tijdblok 3 op maandag). Tot slot wilt u elke vrijdag de kachel aanhebben vanaf 13.00 uur tot 17.00 uur. (Tijdblok 1 op vrijdag). Inschakelen van de Chronometer (timer die de kachel in- en uitschakelt) Stap 1: druk 3 sec. op de knoppen P2 en P3. CRON verschijnt in het bovenste display, Stap 2: druk op P2. EnAb ('enable' oftewel inschakelen) verschijnt, Stap 3: druk nogmaals op P2: er verschijnt nu 'On' of 'OFF', Stap 4: druk nu nogmaals op P2 en het display gaat knipperen, Stap 5: druk op P3 of P4 om het automatisch aan en uitgaan in- of uit te schakelen, Stap 6: druk op P2 om (ON) te bevestigen. Het knipperen stopt nu en ON staat in beeld, De chronometer staat nu ingeschakeld en is klaar voor het instellen van de tijdblokken. U kunt dat zien aan het kleine ledje boven het klokje in het onderste display. U kunt per dag max. 3 keer de kachel aan en uit laten gaan. Er zijn dus max. 3 tijdblokken instelbaar. We gaan door met het instellen van de kachel voor blok 1 (maandag 06.00.- 08.00 uur). 16
Stap 7: druk op P1 (1 stapje terug in het menu) en u ziet ´EnAb´ weer verschijnen. Stap 8: druk op P4 om naar PROG (tijden programmeren) te gaan Stap 9: druk op P2 om te bevestigen. De eerste dag (Mo = maandag) verschijnt. U ziet in het onderste display een '1' (tijdblok 1) en direct daarnaast een verticaal streepje (inschaltijd). In het bovenste display wordt de tijd van blok 1 van de maandag geprogrammeerd. Stap 10. Druk op P2. Het linkerdeel (klok) van het bovenste display knippert. Met P3 en P4 stelt u de tijd in (24 uurs klok). Stap 11: druk op P2 om de uren (in ons geval 06.) te bevestigen. Het rechterbovendeel van het display knippert nu. U kunt met P3 en P4 de minuten (schaal per 15 minuten) instellen. In ons geval .00 uur. De kachel zal nu op elke maandag 06.00 uur aangaan. Wij willen dat de kachel nu weer stopt om 07.00 uur. Stap 12: druk op P3. U ziet het verticale streepje linksonder nu naar boven verspringen. De tijd voor het UITschakelen (tijdblok 1) kan nu ingesteld worden in het bovenste display. Stap 13: druk op P2 en stel de tijd in waarop de kachel uit moet gaan. Bevestig telkens door P2 in te drukken. Tijdblok 1 (elke maandag de kachel aanvan 06.00 tot 07.00 uur) is nu ingesteld. U wilt ook elke maandagmiddag vanaf 12.00 - 14.oo uur uw kachel aan hebben (Tijdblok 2 op de maandag). Stap 14: druk, na het instellen van tijblok 1, nu op P3. Er verschijnt een '2' linksonder in beeld. Het verticale streepje linksonder staat weer onderaan. Blok 2 op de maandag kan nu ingesteld worden. Stap 15: voer stap 10 tot en met 13 nogmaals uit om tijdblok 2 van de maandag in te schakelen. Om tijdblok 3 in te schakelen op deze maandag (19.00 – 21.00 uur) drukt u, na het instellen van tijdblok 2, weer op P3. Tijdblok 3 (linksonder staat een 3) verschijnt nu in beeld. U begint weer met de INschakeltijd en vervolgens (na het indrukken van P3) weer naar de UITschakeltijd. Tot slot wilt u na het instellen van de drie tijdsblokken op de vrijdag ook nog een tijdblok instellen. Dat kan door op knop P3 te drukken. U wandelt door de dagen naar vrijdag Fri. U begint weer met tijdblok 1. Te herkennen aan een '1' en een ‘verticaal streepje’ linksonder in het display. U stelt eerst weer de INschakeltijd in op de vrijdag (13.00 uur) en vervolgens de UITschakeltijd (17.00 uur). Zie hierboven. Stap 16: druk een keer op P1 om dit programmeer-menu te verlaten. PROG verschijnt nu. Stap 17: druk nog een keer op P1 om nog een stapje terug te gaan. CRON verschijnt nu. Stap 18: druk nog eenmaal op P1 en u bent weer uit de menu’s. Let op !! Let op !! Let op !! Let op !! Let op !! Let op !! Let op !! Let op !! 1. Als u wel een INschakeltijd programmeert, maar GEEN uitschakeltijd, dan zal de kachel dus doorbranden en dus NIET automatisch uitgaan. …….tenzij u de kachel zelf handmatig uitschakelt uiteraard. 2. U kunt altijd controleren of Chronometer (timer die de kachel in- en uitschakelt) actief is door te controleren of het ledje onderaan het display (boven het klokje-symbool) brandt. Schakelt u de Chronometer UIT (ledje is dan uit) als u langere tijd weg bent. De kachel zal dan ook niet automatisch aan- en uitgaan. 3. Wilt u over een nacht 24.00 uur heen programmeren, stel dan de UITschakeltijd in op de dag erna. De uitschakeltijd kunt u herkennen aan het verticale streepje (display linksonder) dat bovenaan brandt. 4. Een blok is helemaal UITgeschakeld als u ---------------- in het bovenste display ziet. Als u echter 00.00 ziet dat betekent dat dus 24.00 uur 's nachts! Door de knop P1 minimaal 3 seconden ingedrukt te houden, schakelt u binnen het tijdblok de inschakel of uitschakeltijd UIT. Er verschijnt dan dus -----------5. Als u de Chromometer (timer) uitschakelt (EnAble = OFF) en vervolgens weer Inschakelt (EnAble = On), dan zijn alle tijdblokken automatisch uitgeschakeld. Wilt u een bepaald blok weer inschakelen, ga dan naar die dag en dat tijdblok toe en houdt de P1 knop ingedrukt. Het tijdblok wordt weer ingeschakeld en de tijd die u destijds had ingevoerd verschijnt weer in het bovenste display. Wat gebeurt er als….. Pellets niet in het vuurkorf vallen In dat geval wordt de boodschap ‘Err11’ getoond. De sensor merkt op dat de gewenste temperatuur niet werd bereikt en geeft dus een ´Alarm´ af. Kijk in de lijst van ERRORS (paragraaf 8.0) en bepaal wat de storingsmelding inhoudt. Druk op enkele seconden op knop P1 om terug te keren naar de uitgangspositie en de kachel te resetten. ...als er enkele seconden geen elektrische voeding is? 17
Als de elektriciteit enkele seconden uitvalt, dan zal de pelletkachel automatisch naar de voorlaatste fase terugkeren. Soms is dat niet mogelijk. Als er te lang geen elektrische voeding is, dan kan de temperatuur van de kachel oplopen. De kachel zal stoppen en een ERROR-boodschap laten zien. Kijk in de lijst van ERRORS (paragraaf 8.0) en bepaal wat de storingsmelding inhoudt. Let op: de tijd en dag kunnen na het uitvallen van de elektriciteit niet meer juist zijn. 4.4.2. Afstandsbediening (optioneel) Bij deze Milkuz-kachels wordt optioneel een afstandsbediening (voeding 12v, niet meegeleverd) geleverd. Deze heeft 4 knoppen. Onder de knoppen staat de werking. OFF= enkele seconden ingedrukt houden betekent uitschakelen On= enkele seconden ingedrukt houden betekent ‘inschakelen’. Met de ‘-’ en de ‘+‘ knoppen stelt u het vermogen en dus de warmteafgifte naar beneden of naar boven bij. U kunt de afstandsbediening aanzetten middels het menu M3, optie 3.8. (TELE) en dan ‘ON’. Standaard staat de afstandsbediening ‘OFF’. Klik op P2 om het menu TELE te benaderen. Klik met P3 of P4 om de afstandsbediening ‘on’ of juist ‘ off’ te zetten. Verlaat het menu weer met het eenmaal drukken op knop P1.
5.0 PELLETS
Het stoken op pellets is een goed en aanmerkelijk goedkoper alternatief dan de traditionele warmtebronnen. Ze vervuilen de omgeving veel minder en de CO-uitstoot is laag. Pellets zijn natuurlijke producten, mits er geen chemicaliën aan toe worden gevoegd. Pellets worden geperst met behulp van een natuurlijk bindmiddel en behoren duurzaam geproduceerd te worden. De energetische waarde van hout is of 4,4 kW/kg (15% vochtigheid, 18 maanden opslag), pellets hebben een energetische waarde van 5,3 kW/kg. De dichtheid van de pellets is 650 kg/m3, en de vochtigheid is 8% van zijn gewicht en dat is de reden waarom u geen pellets hoeft op te slaan maar direct kunt gebruiken. De pellets die u gebruikt in deze pelletkachel moeten voldoen aan één van de volgende standaarden: - O-Norm M 7135 - DIN plus 51731 (Din+) - UNI CEN/TS 14961 In deze pelletkachel mag u alleen pellets gebruiken die een doorsnede van 6 mm hebben en een lengte van 2436 mm. 5.1 OPSLAG VAN PELLETS Voor een juiste verbranding moeten pellets opgeslagen worden in een droge ruimte. Gebruik nooit vochtige pellets in de pelletkachel. 5.2 PELLETS; INFORMATIE EN ADVIES De beste pellets kunt u herkennen aan een keurmerk (O-Norm M 7135, DIN plus 51731,UNI CEN/TS 14961). De kleur of reuk van pellets is minder van belang en zegt op voorhand niets over de kwaliteit. Het is ook van belang dat de pellets voldoen aan de juiste afmetingen. Het gebruik van niet-gecertificeerde pellets beschadigt uw pelletkachel en leidt tot verlies van de garantie! 6.0 SCHOONMAAK EN ONDERHOUD U dient de kachel regelmatig schoon te maken en het uitlaatsysteem periodiek te onderhouden. Dit verlengt de levensduur van uw pelletkachel en is bovendien veilig.
18
Let op! Pleeg alleen onderhoud en reinig alleen de kachel als deze geheel is afgekoeld. Plaats na het onderhoud alle verwijderde onderdelen, zoals het rooster in het pellet reservoir, weer op de juiste plaats terug in de kachel. 6.1 SCHOONMAAK EN ONDERHOUD VAN HET UITLAATSYSTEEM EN PIJPEN Er kan aanslag ontstaan wanneer de verbranding niet optimaal verloopt en de uitlaattemperatuur bijvoorbeeld te laag is. Het kan zijn dat de pijpen geïsoleerd moeten worden om te voorkomen dat de temperatuur in de pijp te laag blijft gedurende het verbrandingsproces. Aanslag kan gevaarlijk zijn en een (schoorsteen-)brand doen ontslaan. Laat daarom uw gehele systeem minimaal eenmaal per jaar checken en schoonmaken door een erkende installateur en een erkende schoorsteenveger. 6.2 SCHOONMAAK EN ONDERHOUD VAN DE PELLETKACHEL Voor het goed functioneren van de pelletkachel is het van belang dat deze minstens éénmaal per jaar of na het gebruik van 1200 kg pellets wordt onderhouden. U verliest de garantie indien u het systeem niet jaarlijks (aantoonbaar door middel van een van datum voorzien bewijsstuk) onderhoudt. Een belangrijke lijst met inspectiepunten vindt u hieronder. Erkende installateurs nemen deze punten altijd mee in hun onderhoud en verstrekken een rapport. - schoonmaak van de uitlaat en de ventilator; - schoonmaak van de (direct) onbereikbare plaatsen van de vuurkamer; - Inspectie van de warmtewisselaar; - Inspectie van het ontstekingssysteem en de inlaat van de pellets; - Inspectie van het koord in de deur; - Schoonmaak van de pijpen en het T-stuk; - Inspectie van de parameters; - inspectierapport. ATTENTIE Maak het systeem alleen schoon als het volledig is afgekoeld. Verplicht zijn de volgende schoonmaakronden: Periodieke schoonmaak van de buitenzijden, het glas, de deur koord, en de aslade; Dagelijkse schoonmaak van de vuurkamer (w.o. de vuurkorf) en het reinigen met de trekstang (8kW en 10kW); Maandelijkse schoonmaak van het reservoir (Hierbij dient de stekker uit het stopcontact te worden gehaald) , plaats na het schoonmaken van het reservoir het beschermrooster weer terug; Jaarlijks onderhoud dient plaats te vinden door een deskundige (installateur). Hierbij dient de stekker uit het stopcontact te worden gehaald; Na het gebruik van 1200 kg. aan pellets dient u het gehele systeem te inspecteren en te (laten!) onderhouden door erkende en gecertificeerde vakmensen. BUITENZIJDEN Gebruik om de buitenzijden een zachte doek en geen agressieve schoonmaakmiddelen. GLAS Het glas wordt automatisch gereinigd gedurende het verbrandingsproces. Het is wel mogelijk dat het glas aan de binnenzijde vies wordt hetgeen mede afhankelijk is van de kwaliteit van de pellets en het uitlaatsysteem. Het reinigen kan eenvoudig met behulp van een vochtige zachte doek of een prop papier. Reinig het glas alleen als de kachel helemaal is afgekoeld. DEURKOORD Het hittebestendige koord garandeert een goede afdichting van de vuurkamer een het goed functioneren van de pelletkachel. Vervang het koord als het beschadigd is Laat dit altijd door een erkende installateur doen! ASLADE Zeer regelmatig dient u de aslade te legen. Het aantal maken hangt af van de kwaliteit van de pellets en de intensiteit in het gebruik van de pelletkachel. 19
VUURKORF De vuurkamer en de vuurkorf dient u regelmatig schoon te maken. Gebruik hiervoor nooit uw eigen stofzuiger, want deze is niet gemaakt om fijne asdeeltjes op te zuigen! Er zijn speciale as-zuigers in de handel die niet aan zuigkracht verliezen na het opzuigen van kleine asdeeltjes. Maak het vuurkorfje elke dag schoon. Alleen aIs u dit dagelijks doet, is een goed verbrandingsproces gegarandeerd. Ziet u veel as en asresten maak de kachel dan vaker schoon. Ook kan het noodzakelijk zijn uw kachel beter af te stellen. Raadpleeg een deskundige installateur hiervoor.
Ziet u vaker veel as-resten in de vuurkamer, dan is de kans groot dat u geen goede pellets heeft gebruikt. Maak de vuurkamer goed schoon als u veel as-resten en resten van niet volledig verbrande pellets ziet liggen. PELLET RESERVOIR (Hopper) U wordt aangeraden om regelmatig het pelletreservoir te reinigen. Tenminste eenmaal per maand (afhankelijk van uw stookgedrag vaker) dient de u de pelletreservoir te reinigen met een stofzuiger. Let op: gebruik een aszuiger uw huis-tuin-en-keuken-zuiger is niet berekend op kleine (as-)deeltjes! Het rooster kunt u verwijderen, maar dient u na onderhoud weer terug te plaatsen op de oorspronkelijke plaats. UITLAATSYSTEEM Voor elke stookseizoen dient u het uitlaatsysteem grondig te (laten) controleren. Het is verplicht om het gehele uitlaatsysteem tenminste elk jaar te reinigen en te onderhouden. Laat dit door een erkende en deskundige installateur en erkende schoorsteenveger doen. FRISSE LUCHTINLAAT EN DE AANSLUITING OP DE BUITENLUCHT Vóór elk stookseizoen, dient u de frisse-lucht/inlaat te controleren op obstakels. Frisse lucht is nodig voor een optimale verbranding. Het verdient de aanbeveling om de luchtinlaat (door de gevel) van buiten de frisse lucht te laten aanzuigen; er wordt dan geen zuurstof uit de (woon-)ruimte onttrokken. Uw erkende installateur kan u meer vertellen over de meest veilige optie om de luchtinlaat veilig aan te sluiten. ONDERHOUD BEDRADING Controleer ook de elektrische bedrading. Vervang deze indien deze beschadigd is of laat deze vervangen door vakmensen. TREKSTANG Heeft uw model pelletkachel een trekstang aan de voorzijde, dan is deze bedoeld om de pijpen van de warmtewisselaar te reinigen van de aanslag. Trek de stang pas uit als de kachel afgekoeld is. Veel aanslag verminderd het rendement aanzienlijk en het is dus noodzakelijk deze schoonmaakbeurt zeer regelmatig te doen. Beweeg de trekstang voor elke stookbeurt even heen en weer om de pijpen te reinigen. 20
Als de pijpen veel viezigheid bevatten, dan moeten deze goed gereinigd worden. U verliest rendement als de kachel zijn warmte niet kwijt kan.
7.0 ELECTRISCH AANSLUITDIAGRAM (voor de installateur) Hieronder ziet u -t.b.v. technici- het motherboard van de pelletkachel.
8.0 STORINGEN/ OORZAKEN/ OPLOSSINGEN/ INFORMATIE/ ALARM Reparaties mogen alleen plaatsvinden door erkende installateurs! STORINGEN MOGELIJKE OORZAKEN Pellets vallen niet in de vuurkorf
Het vuur gaat uit en de kachel werkt niet meer.
OPLOSSINGEN
Het reservoir is leeg De vijzel zit vast door stof. De ‘low-range gear lever’ werkt niet. De drukbeveiliger werkt niet Het reservoir is leeg
Vul het reservoir Maak de vijzel gangbaar Vervang de ’low-range gear lever’
Pellets vallen niet in de vuurkorf De beveiligingsthermostaat wordt geactiveerd.
Zie boven Zet de kachel uit en start opnieuw. Als het probleem zich blijft
Contact the service Vul het reservoir
21
De kachel werkt een paar minuten en stopt vervolgens. De pellets klonteren samen of hopen zich op. Het vuur (verbrandingsproces) verloopt niet optimaal.
De deur is niet goed gesloten en/of het koord in de deur is beschadigd. Slechte kwaliteit pellets Activering van de drukbeveiliging. Slechte frisse-lucht inlaat Het uitlaatsysteem wordt geblokkeerd. De temperatuur-sensor werkt niet. Slechte frisse-lucht inlaat. Slechte frisse-luchtinlaat voor een optimale verbranding. Vochtige en slechte pellets De uitlaat (motor) werkt niet goed.
voordoen, bel uw installateur. Sluit de deur en vervang het koord. Vervang de pellets Check de beveiliging. Check de inlaat. Check het uitlaatsysteem Check en vervang de sensor Check het inlaatsysteem Check de inlaatpijp
Vervang de pellets en bewaar ze voortaan op een droge plek. Check de uitlaatmotor.
ERROR-Codes en vermeldingen die u op het paneel kunt zien betekenen het volgende: Error 1 (ERR 01): Beveiliging oververhitting: (Safety Thermostat): signalled also in case of Stove OFF Error 2: (ERR 02): Beveiliging drukschakelaar: (uitlaat signalled with Combustion Fan ON Error 3: (ERR 03): Uitlaatgassen: te lage temp. (Extinguishing for Exhausting Temperature lowering) Error 5: (ERR 05): Uitlaatgassen: te hoge temp. (Extinguishing for Exhausting over Temperature) Error 7: (ERR 07): Encoder Error: No Encoder Signal (in case of P25=1 or 2) Error 8: (ERR 08): Encoder Error: Combustion Fan regulation failed (in case of P25=1 or 2) Error 11: (ERR 11): Dag en tijd niet meer juist vanwege uitval van stroom Error 12: (ERR 12): kachel niet ontstoken; niet ‘in bedrijfsstand’ binnen de daarvoo0r ingestelde tijd Error 15: (ERR 15): geen elektrische voeding Error 18: (ERR 15): geen brandstof/ pellets Error SOnd: Anomaly in probe control during Check Up phase Na een Error dient u te wachten tot de kachel helemaal het ‘afkoelprpgramma’ heeft gedraaid en ‘uit’ is. U kunt vervolgens de kachel resetten door tenminste 3 seconden op knop P1 te drukken. Raadpleeg uw installateur na een storing. 9.0 NAZORG EN GARANTIE Garantie De verkoper garandeert tenminste een jaar garantie op het goed functioneren van deze pelletkachel. Voorwaarden voor een beroep op de garantie zijn wel dat u de kachel laat onderhouden door een erkende installateur, het uitlaatsysteem jaarlijks laat reinigen (of na het gebruik van 1200 kg. aan pellets) en alleen gecertificeerde (droge) pellets gebruikt. Het toestel dient tevens door een erkende installateur geplaatst en geïnstalleerd te zijn. Indien u het toestel zelfstandig opent vervalt tevens de garantie. Uw factuur en de datum die daarop is vermeld is tevens uw garantiebewijs. Uitsluitingen Er wordt geen garantie gegeven op kleur en onderdelen die normaliter slijten, zoals bijvoorbeeld het hittebestendige deurkoord. Ook wordt er geen garantie gegeven op de kleur die door het zonlicht en de warmte enigszins kan gaan veranderen. Elke verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid wordt afgewezen in geval van schade als gevolg van onzorgvuldige, ondeskundig vervoer, installatie of plaatsing van de pelletkachel, gebrek aan onderhoud, niet gebruik van kwaliteitspellets, etc. Laat de plaatsing, installatie en onderhoud van uw pelletkachel over aan erkende vakmensen waaronder erkende installateurs en erkende schoorsteenvegers. 22
DOOEL MILKUZ Stiv Naumov 45 6000 Ohrid R. Macedonia, Tel: 00 389 70 249 457 Fax: 00 389 46 259 000 Web: www.milkuz.com.mk
VERWIJDEREN EN INLEVEREN
Uw pelletkachel behoort tot het ‘Klein chemisch afval’ (KCA). Dit is afval waar stoffen in zitten die schadelijk voor het milieu of voor de gezondheid. Vaak bevatten ze ook materialen die opnieuw kunnen worden gebruikt. Daarom mag u KCA niet bij het restafval doen. KCA wordt gescheiden ingezameld en verwerkt.
U kunt KCA op verschillende plekken inleveren. Veel gemeenten kennen zogenaamde ‘Afhaalpunten‘ of ‘Milieustraten’. Informeer bij uw eigen gemeente voor de openingstijden.
23
De Gouden Regels: bijlage bij uw aankoopfactuur SAMENVATTING VAN DE INSTRUCTIE EN DE GARANTIEVOORWAARDEN VOORAF
• •
Met de aankoop van deze pelletkachel gaat u akkoord met en bent u op de hoogte van de onderstaande regels en voorwaarden; Advies: Lees de verstrekte handleiding zorgvuldig.
INSTALLATIE
• • •
Laat de plaatsing en installatie van de pelletkachel over aan een erkend installateur; Plaats de kachel op voldoende afstand van muren, wanden, etc. Heeft u vragen: vraag het de erkende vakman en neem geen risico’s door zelf te experimenteren of wijzigingen aan te brengen aan de installatie of kachel.
ONDERHOUD
• • • • •
Laat de kachel jaarlijks of na 1200 kg. gebruikte pellets onderhouden en nazien door een erkende vakman; Houdt de vuurkamer, de vuurkorf en het reservoir van uw pelletkachel schoon en stof/asvrij; Laat uw afvoerkanaal minimaal eens per jaar vegen door een erkende schoorsteenveger; Laat de afvoerpijpen minimaal éénmaal per jaar door een vakman controleren op de gasdichtheid. Vraag een factuur en/of inspectierapport van uitgevoerde controles en onderhoudsbeurten.
IN BEDRIJF STELLEN
• • • • •
Ventileer de ruimte waarin de pelletkachel voor het eerst in bedrijf wordt gesteld heel goed want de kachel kan ruiken en er kan enige rook vrijkomen door de nieuwe verf, achtergebleven vet of verbande stofdeeltjes. Ventileer de ruimte waarin de pelletkachel brandt goed tijdens het stoken; Bedek de pelletkachel niet en leg er geen materialen of spullen op; Gebruik alleen duurzame en gecertificeerde pellets; Trek de stekker niet uit het stopcontact of onderbreek de elektrische voeding niet als de pelletkachel normaal in bedrijf is.
GARANTIE
• • • •
Op een nieuwe pelletkachel wordt twee jaren garantie gegeven op goed functioneren, mits de kachel aantoonbaar onderhouden is door een erkende vakman; Op bewegende delen en de elektronica van nieuwe kachels wordt één jaar garantie gegeven; Op een tweedehands kachel of showroommodel krijgt u in totaal 1 maand garantie; Voor de installatie, het onderhoud en een eventueel beroep op de garantie, etc. kunt u rechtstreeks terecht bij een erkende installateur. Voor garantie-aanspraken kunt u terecht bij de installateur die vermeld staat op uw aankoopfactuur.
Wij wensen u heel veel stookplezier!
24
Voor de ‘Declaration of Performance’ verwijzen wij u naar de website www.goedkoopverwarmen.nu
Mocht het label van de pelletkachel niet meer leesbaar zijn of in zijn geheel zijn verwijderd, dan kunt u een nieuw exemplaar bestellen bij uw leverancier/verkoper.
25