Keyframes
Final Cut Fans presentatie Rob Trietsch
5 juli 2014
Keyframes
Inhoudsopgave
blz
1
Keyframes
2
1.1 1.2 1.3 1.4
Wat zijn keyframes? Waar kun je keyframes instellen? Wat kun je WEL en wat kun je NIET met een keyframe regelen? Welke alternatieven zijn er als er niet met keyframes in Final Cut Pro X kan worden gewerkt?
2 2 3 3
2
Keyframes in de Inspector
3
2.1 2.2 2.3
Inleiding Keyframing in de Inspector Kleuren van keyframes
3 3 4
3
Keyframes in de Tijdlijn
4
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Keyframe verplaatsen, kopiëren, plakken of verwijderen Verloop van een parameter in de tijd tonen als een grafiek Solo animation Transparantie (Opacity) aanpassen Vorm van de animatie-lijn Keyframe verwijderen
5 5 6 6 7 7
4
Keyframes in de Viewer
7
4.1 4.3
Transform-animatie Animeren van ‘shape masks’
7 8
5
Audio keyframes
9
5.1 5.2 5.3
Geluidsvolume ‘Ducking’ van audio Keyframing van audio-effecten
Voorbeelden bij de presentatie
juli 2014
9 9 10 11
1
Keyframes
1!
Keyframes
1.1!
Wat zijn keyframes?
De term keyframe is afkomstig uit de wereld van de animatiefilms, waarbij beelden die essentieel waren om de beweging van een figuur uit te beelden, de z.g. key frames, door de hoofd-illustrator werden getekend, terwijl de tussenliggende beelden vervolgens door mindere goden zo werden ingevuld dat er een soepele overgang was tussen de key frames. Op analoge wijze zijn in Final Cut Pro X key frames essentiële punten van een film, met een soepele overgang ertussen.
In Final Cut Pro X gebruik je een keyframe (‘wybertje’) om de instelling van een effect in de tijd vast te leggen, meestal met het doel de clip te animeren: • Vóór het eerste keyframe is de instelling dezelfde als die van het eerste keyframe zelf • Na het laatste keyframe is de instelling dezelfde als die van het laatste keyframe zelf • Tussen twee keyframes wordt de instelling geïnterpoleerd, lineair of anderszins Een enkel keyframe instellen heeft geen zin: er verandert dan niets gedurende het afspelen van de clip. Er zijn tenminste 2 keyframes per clip nodig om een animatie te bewerkstelligen.
Als je keyframes gebruikt om een effect te maken of te animeren, definieer dan eerst het uiteindelijke effect, zet een keyframe op de plaats waar dat moet zijn bereikt, en werk dan terug naar het begin. Het blijkt in de praktijk namelijk gemakkelijker te zijn om vanuit de eindsituatie terug te werken, dan andersom.
1.2!
Waar kun je keyframes instellen?
Je kunt in Final Cut Pro X keyframes instellen op 3 verschillende plaatsen:
1
•
in de Inspector (rechts naast het bewuste effect of onderdeel daarvan:
• •
in de Viewer ( ) voor de z.g. Motion Effects1: Transform, Crop en Distort in de Tijdlijn (direct in het audiospoor, of via het Video Animation venster of Audio Animation venster).
)
Verwar deze Motion Effects niet met effecten gemaakt in het programma Motion!
juli 2014
2
Keyframes
1.3!
Wat kun je WEL en wat kun je NIET met een keyframe regelen?
Wèl met keyframes kunnen worden geregeld: • (de meeste) effecten • transparantie (opacity) • geluidsvolume Niet met keyframes kunnen worden geregeld: • kleur-effecten (behalve shape maskers; die kunnen namelijk wèl worden ge-keyframed) • Ken Burns effecten • tekst-animatie • titel-animatie, zoals build-in en build-out effecten (tenzij dit via Motion in de titel is ‘ingebakken’) • menu-gestuurde instellingen en instellingen die aan/uit schakelaars bevatten, zoals spatial conform, beeldstabilisatie, rolling shutter correctie, e.d. 1.4!
Welke alternatieven zijn er als er niet met keyframes in Final Cut Pro X kan worden gewerkt?
De meeste z.g. niet-keyframeable effecten, titels, e.d. kunnen in Motion wèl worden geanimeerd. De betreffende clip moet dan in Motion worden geladen en bewerkt, en vervolgens geëxporteerd in een format dat door Final Cut Pro X kan worden gelezen. Afhankelijk van de in Motion gekozen instellingen, is het resultaat een videoclip met de gewenste animatie, of een effect of titel die in Final Cut Pro X als een sjabloon kan worden gebruikt. In het laatste geval bepalen de z.g. published parameters welke opties dan in Final Cut Pro X alsnog kunnen worden ingesteld.
2!
Keyframes in de Inspector
2.1!
Inleiding
Voor alle toepassingen waarbij keyframes mogelijk zijn, kunnen die worden geplaatst en aangepast in de Inspector. Voor een goed inzicht in het tijdsverloop van de bewuste keyframes wordt er meestal gewerkt in combinatie met de Tijdlijn, bijvoorbeeld in het Video of Audio Animation venster voor de betreffende clip of rechtstreeks in het geluidsspoor voor de geluidssterkte; in sommige gevallen in de Viewer: • Plaats de afspeelkop op de gewenste positie in de Tijdlijn; controleer dit in de Viewer, en plaats een keyframe in de Inspector (zie paragraaf 2.2) of in het Video/Audio Animation venster; • Gebruik de Viewer vooral bij het plaatsen/verschuiven van keyframes die betrekking hebben op de z.g. Motion parameters (Transform, Crop en Distort). 2.2!
Keyframing in de Inspector
Open de Effects Browser
(sneltoets: ⌘ 5) en kies een effect;
Open de Inspector (sneltoets: ⌘ 4) Bij de meeste effecten staat in de Inspector geheel rechts een in eerste instantie grijs ‘wybertje’ met daarnaast een z.g. disclosure driehoekje. Deze zijn vaak pas zichtbaar als je er met de cursor in de buurt komt; Plaats de afspeelkop waar het eerste keyframe moet komen; Plaats een keyframe op een van de volgende manieren: - Klik bij het gekozen effect op het disclosure driehoekje en vervolgens op Add keyframe, of: - Typ ⌥K, of: - Klik op het grijze wybertje. Voordat je erop klikt is het leeg en grijs; als je er met de cursor op staat is het grijs met een plusteken erin, en als het aangeklikt is oranje met een X-teken erin, ten teken dat je het zou verwijderen als je er weer op zou klikken:
Verplaats vervolgens de afspeelkop en voeg vervolgens een tweede keyframe toe door weer op het grijze wybertje te klikken. Nadat je dit keyframe hebt geplaatst kan de sterkte van het effect m.b.v. een Amount of Intensity schuifje (o.i.d.) worden ingesteld.
juli 2014
3
Keyframes
Bij effecten met meer dan één parameter zijn keyframes zoals die in het Video/Audio Animation venster worden getoond voor de gekozen parameter wit; de andere grijs. In de Inspector zijn ze gekleurd resp. grijs. Gaussian blur bijvoorbeeld (zie hiernaast) heeft 4 schuifjes voor de instellingen. Als je alleen Amount verandert, blijven de overige wybertjes grijs, en wordt alleen dat achter Amount gekleurd.
2.3!
Kleuren van keyframes
Een grijs wybertje geeft aan dat er keyframes zijn ingesteld voor de bewuste parameter, maar niet voor de plaats waar de afspeelkop staat. Als je met de cursor op zo’n grijs wybertje komt, verschijnt er een plusteken in. Als je er dan op klikt, wordt het wybertje oranje gekleurd, met een rood X-teken erin. Als je er dan wederom op klikt, verdwijnt het keyframe. Een rood wybertje met oranje rand geeft aan dat er keyframes zijn ingesteld voor de bewuste parameter, en dat de plaats waar de afspeelkop staat een van die keyframes is. Als je vervolgens met de cursor op dat wybertje komt, verschijnt het X-teken erin. Klik je er dan op, dan verdwijnt het keyframe. Een < of > teken naast het wybertje (grijs of gekleurd; dat maakt niet uit) geeft aan dat er aan die kant van de positie van de afspeelkop nog tenminste één keyframe staat. Door op dat teken te klikken, verplaats je de afspeelkop naar het eerstvolgende keyframe aan de aangegeven zijde. Het < of > teken is normaliter grijs gekleurd, maar kleurt blauw zodra je er met de cursor op komt.
3!
Keyframes in de Tijdlijn Als je in de Tijdlijn op ⌥ K drukt, wordt een keyframe geplaatst op de positie van de skimmer (als die tenminste aan staat; anders: op de plaats van de afspeelkop); Als je vervolgens de cursor in de Tijdlijn beweegt naar de plaats waar je een tweede keyframe wilt invoegen, dan kan dat op verschillende manieren: - zet eerst een keyframe zoals hierboven aangegeven, en verander dan het effect (dat moet dan wel een keyframeable effect zijn zoals Transform), of - pas een keyframeable effect aan of verschuif het beeld op het scherm. Zo’n verandering genereert automatisch een keyframe.
juli 2014
4
Keyframes
3.1!
Keyframe verplaatsen, kopiëren, plakken of verwijderen
Vanaf versie 10.1 van Final Cut Pro is het mogelijk om keyframes te selecteren en vervolgens te verplaatsen, kopiëren of verwijderen: Selecteer een clip waarin keyframes zijn gebruikt en open het Video Animation venster (sneltoets: ^V) om video keyframes zichtbaar te maken, of het Audio Animation venster (sneltoets: ^A) om eventuele audio keyframes zichtbaar te maken; Selecteer (een of) meer keyframes door te klikken op het eerste keyframe, en vervolgens te shift-klikken op het laatste. Hierdoor worden alle tussenliggende keyframes ook geselecteerd. Vervolgens kan de gehele groep worden versleept of gekopieerd. Binnen dezelfde clip gaat dit als volgt: kies Edit > Keyframes ▶ Cut - Knippen: (sneltoets: ⌥⇧X) kies Edit > Keyframes ▶ Copy - Kopiëren: (sneltoets: ⌥⇧C) kies Edit > Keyframes ▶ Paste - Plakken: (sneltoets: ⌥⇧V) Verwijderen: kies Edit > Keyframes ▶ Delete (sneltoets: ⌥⇧⌫) Kopiëren naar een andere clip kan op verschillende manieren: Voor video: - via het commando Copy Attributes. Hierbij wordt een geheel effect gekopieerd; niet alleen de keyframes; - via het Video Animation venster van de doel-clip: Kopieer eerst de keyframes in de bron-clip m.b.v. de sneltoets ⌥⇧C, open daarna het Video Animation venster van de doel-clip, selecteer het betreffende effect, en plak de keyframes m.b.v. de sneltoets ⌥⇧V. Voor audio, zowel in geval van het audio-spoor van de camcorder, als bij aparte audiosporen: - Kopieer eerst de keyframes in de bron-clip m.b.v. de sneltoets ⌥⇧C, klik daarna in de doel-clip en plak de keyframes m.b.v. de sneltoets ⌥⇧V. Springen naar keyframes: - ⌥ ’ (of klikken op het > teken rechts naast het keyframe-symbool) verplaatst de cursor naar het volgende keyframe; - ⌥ ; (of klikken op het < teken links naast het keyframe-symbool) verplaatst de cursor naar het voorgaande keyframe; Als je de lijn tussen 2 keyframes verticaal verschuift (handmatig of met de toetscombinaties shift-↑ of shift-↓), verander je de waarde(n) van de betreffende parameter; Als je de lijn tussen 2 keyframes horizontaal verschuift, verander je de plaats van de keyframes in de tijd; Verschuiven kan meestal in beide richtingen, maar niet gelijktijdig! Bij verschuiven in horizontale zin verschijnen naast de cursor 2 driehoekjes (◁ en ▷) naast elkaar; bij verschuiven in verticale zin 2 driehoekjes (△ en ▽) boven elkaar. -
3.2!
Verloop van een parameter in de tijd tonen als een grafiek
Klik in het Video Animation venster (of Audio Animation venster) op de disclosure knop voor het bewuste effect. Je ziet dan een grafiek van de sterkte van het effect in de tijd. Dit werkt overigens niet voor alle parameters; voor sommige worden alleen keyframes getoond die de plaats van de instelling in de tijd weergeven, en moet in de Inspector worden gekeken voor de daarbij behorende waarden. Dat geldt bijvoorbeeld voor de z.g. Motion parameters: Transform, Crop, Distort. Versleep keyframes om e.e.a. aan te passen. Voeg keyframes toe m.b.v. option+klikken. Sluit het venster d.m.v. ^V (Video Animation venster) of ^A (Audio Animation venster). De informatie wordt in het Video of Audio Animation venster in dezelfde volgorde getoond als in de Inspector, zoals in het schema hieronder weergegeven:
juli 2014
5
Keyframes
De helderblauwe rechthoekjes links naast de effect-namen geven aan dat het bewuste effect actief is (hoewel dat niet per sé betekent dat er iets is ingesteld!). Door in het Video Animation venster op zo’n rechthoekje te klikken, kan het betreffende effect in het Video Animation venster worden uitgezet, zoals hiernaast geïllustreerd is voor het effect Gaussian blur. Een dubbel wybertje (in het Video of Audio Animation venster) betekent een keyframe voor meer dan één parameter op hetzelfde punt. 3.3!
Solo animation
Als er veel effecten in het Video of Audio Animation venster staan, kan het moeilijk zijn om aanpassingen in dat venster te doen omdat de op het scherm beschikbare ruimte eenvoudigweg niet voldoende is. In zo’n geval is het mogelijk alle andere effecten tijdelijk te verbergen, zodat het gehele scherm beschikbaar is voor het geselecteerde effect. Selecteer het gewenste effect in het Video of Audio Animation venster en gebruik de sneltoets ⇧^V (Solo Animation). (De rangschikking in het Video of Audio Animation venster is dezelfde als die in de Inspector, en in beide wordt hetzelfde effect als geselecteerd aangegeven). Alleen het gekozen effect wordt dan getoond in het Animation venster, waardoor het bewerken eenvoudiger wordt. Het volledige Video of Audio Animation venster wordt weer getoond door nogmaals de sneltoets ⇧^V te gebruiken 3.4!
Transparantie (Opacity) aanpassen
In het Video Animation venster staat ook Compositing: Opacity. Hiermede kan de doorzichtigheid / opacity van de clip worden ingesteld. Let op: 100% opacity = 0% transparantie, en omgekeerd! juli 2014
6
Keyframes
Een fade-in / fade-out kan worden getrokken m.b.v. widgets, net als bij audioclips, maar eveneens m.b.v. keyframes. Keyframes laten een grotere variatie in instellingen toe. 3.5!
Vorm van de animatie-lijn
Standaard wordt er een rechte lijn (animatie-lijn) getrokken tussen twee opvolgende keyframes, ofwel: een lineaire interpolatie. Voor niet-audio instellingen kan de vorm van die lijn echter worden aangepast: Control-klik of rechtsklik op een animatie-lijn (mits die niet horizontaal loopt), en er verschijnt een menu met instel-mogelijkheden: Voor audio-instellingen kan een nagenoeg identiek menu worden getoond, zie pagina 9. 3.6 !
Keyframe verwijderen
Selecteer het keyframe in het Video of Audio Animation venster, en druk op [Delete ⌫], of: Klik op het bewuste keyframe in de Inspector, nadat dit in de Tijdlijn is geselecteerd; of Rechtsklik op het keyframe en klik op Delete Keyframe, dat in het venster naast de cursor verschijnt; Als er meer dan één keyframe is geselecteerd, staat er Delete Keyframes in datzelfde venster, en worden alle geselecteerd keyframes verwijderd.
4!
Keyframes in de Viewer
4.1!
Transform-animatie
Als je een effect kiest dat in de Viewer ge-keyframed kan worden, zoals Transform, verschijnen er 3 icoontjes linksboven in de Viewer. Klik op het middelste daarvan om een keyframe te zetten, op het linker icoontje om naar het voorgaande keyframe te gaan, en het rechter om naar het volgende keyframe te gaan. Als je op het wybertje in het midden ervan klikt, kleurt dit oranje, en worden er in de Inspector keyframes geplaatst voor alle betreffende parameters. In het geval van Transform geldt dat bijvoorbeeld voor X-positie, Y-positie, rotatie, schaal en ankerpunt, hoewel wellicht maar één ervan wordt gewijzigd. 4.2! Aanpassen van het pad van een Transform-animatie Tussen het eerste en tweede keyframe wordt een rood pad (Motion path) getoond. Het beeld verplaatst zich hierlangs als je de video afspeelt; Als je het beeld ergens halverwege het pad versleept, maak je het pad krom; Als je ergens op het pad rechtsklikt, verschijnt er een optie Add Point; Als je hierop klikt, wordt op die plaats een keyframe met 2 Bézier-handles ingevoegd. Met behulp van deze Bézier-handles kun je dan de kromming van het pad links en rechts van dat punt instellen. Je kunt de manier waarop de Bézier-handles werken, als volgt verder aanpassen: - Als je de shift-toets ingedrukt houdt en de Bézier-handles draait, gebeurt dit in veelvouden van 45°; - Als je de option-toets ingedrukt houdt, kun je de 2 Bézier-handles bij een keyframe individueel bewegen, zodat er in het pad een scherpe hoek ontstaat op het keyframe punt.
Als je op een bestaand keyframe rechtsklikt, wordt een menu met de volgende opties getoond: - Linear: het pad naar het vorige en dat naar het volgende keypoint is een rechte lijn; de twee Bézier-handles bij het keypoint staan dan meestal niet in elkaars verlengde; - Smooth: het pad naar het vorige en dat naar het volgende keypoint is een kromme; de twee Bézier-handles bij het keypoint staan automatisch in elkaars verlengde; juli 2014
7
Keyframes Delete Point: verwijder het keypoint (werkt alleen bij tussengelegen punten; niet bij beginof eindpunt van een pad); - Lock Point: zet het keypoint vast; - Disable Point: (werkt alleen bij tussengelegen punten; niet bij begin- of eindpunt van een pad). Het punt wordt genegeerd, maar niet verwijderd, en kan eventueel weer worden aangezet (bij rechtsklikken op dit punt vermeldt het keuzemenu dan Enable Point i.p.v. Disable Point). Klik op de knop Done, rechtsboven in beeld, als het pad geheel naar wens is ingesteld. In bepaalde gevallen kan het gewenst zijn om het pad achteraf te verschuiven, bijvoorbeeld om plaats te maken voor een titel. Als je dan probeert het pad aan te klikken en te verschuiven, kan dat allerlei ongewenste effecten hebben, waaronder het toevoegen van keyframes en merkwaardig gevormde extra paden. De juiste werkwijze is als volgt: - Klik, met de option èn command toetsen beide ingedrukt, op een keyframe. Het – onverwachte – gevolg hiervan is dat het videobeeldje naar deze keyframe springt. Dit heeft echter verder geen consequenties. - Sleep het keyframe met de muis, en het gehele pad verschuift in de aangegeven richting. Let op: het is mogelijk om het pad ook zijdelings te bewegen. Als dit niet de bedoeling is, is de beste methode om ook de shift toets tijdens het verslepen ingedrukt te houden, dus ⇧⌥⌘ slepen. -
4.3!
Animeren van ‘shape masks’
Een voorbeeld van het animeren van shape masks is het laten afsteken, tegen de achtergrond, van een bewegend object, bijv. een auto of het gezicht van een bewegende figuur. Dit is een relatief eenvoudige procedure: Maak in de Inspector onder Color, Correction 1 een Shape Mask; Vorm en draai dit zo dat het voertuig of gezicht zo goed mogelijk door het masker wordt gedekt. Doe dit aan het begin van de desbetreffende clip; Selecteer de optie Outside Mask en sleep de Highlights (en evt. Midtones) Exposure puck omlaag, zodat de omgeving/achtergrond donkerder wordt; Pas in de loop van de clip de positie, vorm en rotatie van het masker aan, om het voertuig of gezicht zo goed mogelijk te blijven volgen. Bij elke aanpassing van het masker worden automatisch keyframes geplaatst; Check het resultaat door de clip af te spelen, en voeg zonodig keyframes toe op plaatsen waar het frame niet voldoende dekkend is.
juli 2014
8
5!
Keyframes
Audio keyframes
Er zijn 2 soorten audio-keyframes, afhankelijk van wat er moet worden aangepast: • voor aanpassen van het geluidsvolume: zie paragrafen 5.1 en 5.2. • voor specifieke effecten, bijv. Echo Delay, Mud Removal, etc.: zie paragraaf 5.3. 5.1!
Geluidsvolume
Het geluidsvolume kan worden aangepast met of zonder keyframes te gebruiken:
Aanpassing van het volume in de Tijdlijn: • Ga met de muis naar de horizontale zwarte lijn in het audio-gedeelte van de clip. Klik erop zodra de cursor verandert in een dubbele of viervoudige pijlpunt, en trek de lijn omlaag om het volume te verlagen, resp. omhoog om het volume te verhogen. De volumeaanpassing, die in een venstertje in dB wordt weergegeven, geldt dan voor de gehele clip, tenzij er keyframes op zijn aangebracht; • Met option+klikken op de volumelijn kunnen keyframes worden aangebracht, waarmee complexere aanpassingen van het volume in de tijd kunnen worden bewerkstelligd. De werkwijze daarbij is analoog aan die voor video-effecten. • Aan het begin en einde van een audiospoor verschijnt een z.g. fade handle als je er met de muisaanwijzer in de buurt komt. Door deze opzij te trekken wordt een audio fade-in of fade-out gecreëerd. Het type daarvan kan worden gekozen door te rechtsklikken op de fade handle, waarna een venster met 4 keuzen verschijnt: - Linear: beste bij Fade to/from Black - S-curve: bij een heel lange fade - +3 dB: bij een standaard overvloeier; deze optie is standaard geselecteerd - -3 dB: om een pop of klik aan begin of einde van een clip te verbergen. 5.2!
‘Ducking’ van audio
Audio (bijv. achtergrondmuziek) simultaan met gesproken tekst kan storend overkomen als het volume niet wordt teruggebracht (z.g. ducking). Dit kan op verschillende manieren: • m.b.v. keyframes in het audiospoor: ⌥-klik op de volume-lijn in het muziekspoor om een keyframe te zetten (of klik op ⌥ K om een keyframe op de plaats van de skimmer of afspeelkop te zetten): zet 4 keyframes, en trek de volume-lijn tussen de middelste 2 keyframes naar beneden tot het gewenste geluidsniveau; • m.b.v. een range in het muziekspoor (eenvoudiger èn sneller): Kies de Range Selection Tool (sneltoets: R), of houd R ingedrukt voor tijdelijke selectie van deze Tool. Trek een range in de audioclip precies onder (en globaal even lang als) de clip met de gesproken tekst. Sleep de volume-lijn binnen die range naar beneden. Er worden dan automatisch aan het begin en einde van die range 2 audio keyframes geplaatst die overgangen vormen. Vanaf versie 10.1 van Final Cut Pro X kun je het gedeelte met ‘ducking’ eenvoudig aanpassen door de 2 keyframes aan het begin of het einde van de range te selecteren, en tezamen te verslepen. juli 2014
9
Keyframes •
•
Selecteer en kopieer de gehele range met 4 keyframes om ‘ducking’ op een ander fragment toe te passen. Het voordeel van deze werkwijze is dat de verhouding tussen voor- en achtergrond-geluidsniveau dan voor alle fragmenten dezelfde is. Je kunt m.b.v. de Range Tool een range om audio keyframes heentrekken, en die keyframes vervolgens als groep verslepen.
5.3!
Keyframing van audio-effecten
Keyframing van audio-effecten gaat op analoge wijze als bij video. Audio keyframe toevoegen • Open het Audio Animation venster door de bewuste clip te selecteren en vervolgens te kiezen voor Show Audio Animation (sneltoets: ^A), of: Kies Clip > Show Audio Animation. • Kies het effect waarvoor je keyframes wilt toevoegen. Dit kan: - in het Audio Animation venster, of - in het Effects gedeelte van de Inspector. • Plaats een keyframe in het Audio Animation venster: - option+klik met de cursor, of - kies: ⌥ K om een keyframe te plaatsen op de positie van de afspeelkop. •
Alternatief: klik op het keyframe-icoontje achter het bewuste effect in de Inspector, om een keyframe te plaatsen op de positie van de afspeelkop.
Audio keyframes kopiëren Audio keyframes naar een ander fragment kopiëren kan als volgt: • selecteer de audio clip; • selecteer de keyframes: klik op het eerste keyframe en shift+klik op het laatste keyframe. Alle tussenliggende keyframes worden hierdoor eveneens geselecteerd; • kopieer deze m.b.v. de sneltoetsen ⌥⇧C en ⌥⇧V. De lengte van het gekopieerde gedeelte met ‘ducking’ zal in het algemeen nog moeten worden aangepast: trek een range over de keyframes aan het einde van de clip en sleep die naar de juiste positie. Deze werkwijze kan ook worden gevolgd voor het kopiëren van keyframes voor een audio-effect naar een andere clip: • open het Audio Animation venster van de bron-clip, selecteer het betreffende audio-effect en vervolgens de daarbij behorende keyframes; • kopieer deze m.b.v. de sneltoets ⌥⇧C • open vervolgens het Audio Animation venster van de doel-clip, selecteer het betreffende audio-effect en plak de gekopieerde keyframes m.b.v. de sneltoets ⌥⇧V. Een enkel effect tegelijk bekijken in het Audio Animation venster • Kies Clip > Solo Animation (sneltoets: ⇧^V). Dit is een aan/uit toggle; • Er wordt nu één effect in het Audio Animation venster getoond. Klik op het driehoekje naast de naam van het getoonde effect en selecteer het gewenste effect uit de lijst die dan verschijnt.
juli 2014
10
Keyframes
Voorbeelden bij de presentatie
Opacity voorgrond (Primary Storyline)
Transform (Motion Effects)
Opacity achtergrond (connected clip onder de Primary Storyline
Audio ducking
Gaussian blur
Gaussian blur gekopieerd èn uitgezet
Vietnam Memorial - basic title geen published parameters inzoomen via Transform
juli 2014
Iwo Jima - custom title veel published parameters
11
juli 2014
Keyframes
Basic Title: niets instelbaar
Custom: veel instelbaar
Shape Mask:
12