Kerstnacht 2013 Thema: Goed nieuws
Joriskerk, Borculo voorganger: ds. Co Janssen organist: Roel Smit trompet: Bert Beltman Engelenkoor o.l.v. Marianne Weenink
Orgelspel Voor de dienst zingen we Lied 444 – Nu daagt het in het oosten 1. Nu daagt het in het oosten, het licht schijnt overal: Hij komt de volken troosten, die eeuwig heersen zal.
2. De duisternis gaat wijken van de eeuwenlange nacht. Een nieuwe dag gaat prijken met ongekende pracht.
3. Zij, die gebonden zaten in schaduw van de dood, van God en mens verlaten begroeten 't morgenrood.
4. De zonne, voor wier stralen het nachtlijk duister zwicht, en die zal zegepralen, is Christus, 't eeuwig licht !
5.
Reeds daagt het in het oosten, het licht schijnt overal: Hij komt de volken troosten, die eeuwig heersen zal.
koor: Kommet, Ihr Hirten,
2
Welkomstwoord Zingen: Uit het duister hier gekomen
(Once in Royal Davids City) Tussentijds 137)
1 Uit het duister hier gekomen mensen van de wereldnacht onbestemd, verward in dromen niet vermoedend wie hen wacht − zoekend of een woord opgaat als een ster van dageraad. 2 Nacht waarin zou zijn geboren die de naam heeft ‘dat Gij redt’, morgentaal in onze oren hemel op ons hoofd gezet ogenwenkend woord van U nieuw getijde dat is nu. 3
Gij die nieuw zijt alle dagen bron en hartslag van de tijd, kun ’t Gij één moment verdragen dat Gij niet mijn toekomst zijt? – die gezegd hebt ‘Ik zal zijn’ en ‘de dood zal niet meer zijn’.
4
Zeg ons dat Gij niet zult slapen, eerste stem die nimmer zweeg. Zie de mens door U geschapen, waarom zijn wij woest en leeg als de dood zo zwaar en dicht? Spreek ons open naar uw licht. 3
Bemoediging en drempelgebed Voorganger: Onze hulp is in de naam van de Heer ALLEN: DIE HEMEL EN AARDE GEMAAKT HEEFT Voorganger: die dichtbij ons is als een mens tussen de mensen in Jezus, zijn Zoon ALLEN: DE ENGELEN ZINGEN DE GLORIE VAN GOD DE HEMEL JUICHT OVER HET WERK VAN ZIJN HANDEN Voorganger: Goede God, met ogen vol verlangen zien wij naar u uit ALLEN: HIER ZIJN WIJ GOD, UW KINDEREN Voorganger: Wij zoeken licht voor ons hart en ons leven ALLEN: WIJ ZOEKEN LICHT VOOR ONSZELF EN ELKAAR Voorganger: Maak ons open voor u en elkaar, Zodat we mee kunnen doen met het feest en het goede nieuws tot ons nemen van uw vrede op onze aarde ALLEN: AMEN Koor: ‘Laat het stil zijn in Uw nacht’ Gebed om ontferming na de woorden “daarom bidden wij en zingen”: zingen we:
4
Zingen: Lied 481 - Hoor de engelen zingen d’eer 1.
Hoor, de englen zingen de eer van de nieuw geboren Heer ! Vreed' op aarde, 't is vervuld: God verzoent der mensen schuld. Voegt u, volken, in het koor, dat weerklinkt de hemel door, zingt met algemene stem voor het kind van Bethlehem ! Hoor, de englen zingen de eer van de nieuw geboren Heer !
2.
Hij, die heerst op 's hemels troon, Here Christus, Vaders Zoon, wordt geboren uit een maagd op de tijd die God behaagt. Zonne der gerechtigheid, woord dat vlees geworden zijt, tussen alle mensen in in het menselijk gezin. Hoor, de englen zingen de eer van de nieuw geboren Heer !
3.
Lof aan U die eeuwig leeft en op aarde vrede geeft, Gij die ons geworden zijt taal en teken in de tijd, al uw glorie legt Gij af ons tot redding uit het graf, dat wij ongerept en rein nieuwgeboren zouden zijn. Hoor, de englen zingen de eer van de nieuw geboren Heer ! 5
Lezing: Jesaja 9 vers 1 – 6 Zingen: Lied: 482: 1,3 Er is uit ’s werelds duist’re wolken 1.
Er is uit ’s werelds duistere wolken een groot licht stralend opgegaan – wie wonen in het diepste donker, zij zullen in het zonlicht staan. Glorie aan God, de overwinning is ongekend, de vreugde groot; de aarde jubelt – hoor ons zingen: wij delen in een rijke oogst!
2.
De loden last die op ons drukte, de stang, het juk, ons ongeluk, de zweep, de stok die diep deed bukken, verbrijzeld zijn ze, stuk voor stuk, verbrand de laarzen der soldaten en elke mantel rood van bloed, geen wapentuig meer door de straten – de velden vol van overvloed.
3.
Godlof, een kind is ons geboren, een held zal onze koning zijn, die raadsman, God-met-ons zal heten die zoon zal ons tot vader zijn! Vorst die met vrede ons wil kronen van nu af tot in eeuwigheid, de Eeuwige zal hem doen tronen op recht en op gerechtigheid.
Lezing: Titus 2 vers 11 – 14 6
Koor: Als groen, dat in de wintertijd Evangelielezing: Lucas 2 vers 1 – 19 Zingen: Lied 486 Midden in de winternacht 1. Midden in de winternacht ging de hemel open; die ons heil ter wereld bracht, antwoord op ons hopen. Elke vogel zingt zijn lied, herders, waarom zingt gij niet? laat de citers slaan, blaas de fluiten aan, laat de bel, laat de trom, laat de beltrom horen; Christus is geboren. 2. Vrede was het overal, wilde dieren kwamen bij de schapen in de stal en zij speelden samen. Elke vogel zingt zijn lied, herders, waarom zingt gij niet? Laat de citer slaan ….. 3. Ondanks winter sneeuw en ijs, bloeien alle bomen, want het aardse paradijs i s vannacht gekomen. Elke vogel zingt zijn lied, herders, waarom zingt gij niet? Laat de citer slaan …... 4. Zie, reeds staat de morgenster stralend in het duister, want de dag is niet meer ver, bode van de luister, die ons weldra op zal gaan; herders, blaast uw fluiten aan. Laat de citer slaan blaast de fluiten aan, laat de bel, laat de trom, laat de beltrom horen: Christus is geboren.
7
Verkondiging Orgelspel Zingen: Lied 485 Zeg eens herder, waar kom jij vandaan? 1. Koor
Zeg eens herder, waar kom jij vandaan? Ik heb eens gekeken in een oude stal, Daar zag ik een wonder, dat ‘k vertellen zal.
2. Allen
Zeg eens herder, wat heb jij gezien? ‘k zag een os en ezel bij een voederbak. ’t Was er koud en donker, tocht kwam door het dak.
3. Koor
Zeg eens herder, zag je daar nog meer? Ja, ik zag een kindje, huilend van de kou En daarbij stond Jozef die ’t warmen wou.
4. Allen
Zeg eens herder, zag je soms nog meer? ‘k Zag toen dat Maria ’t kind in d’armen nam. Os en ezel keken, ook een heel klein lam.
5. Koor
Zeg eens herder, is het lief en schoon? Schoner dan het zonlicht, schoner dan de maan, schoner dan de hemel, waar de sterren staan!
6. Allen
Zeg eens herder, heeft het iets gevraagd? Ja, het vroeg om liefde, schatten vraagt het geen. Laten wij nu allen gaan tot Hem alleen.
6. Koor Allen
Zeg eens herder, heeft het iets gevraagd? Ja, het vroeg om liefde, schatten vraagt het geen. Laten wij nu allen gaan tot Hem alleen.
Allen
Koor
Allen
Koor
Allen
Koor
8
Gebeden Onze vader
Onze Vader die in de hemelen zijt, uw naam worde geheiligd; uw Koninkrijk kome; uw wil geschiede, gelijk in de hemel alzo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood; en vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren; en leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid tot in eeuwigheid Amen
Koor: O little town of Bethlehem, Tekst: Als wij niet meer geloven dat het kan, wie dan wel? (Uit: Open Deur – tekst Paul van Vliet)
Orgelspel en collecte (1e collecte diaconie, 2e collecte kerk) Zingen: Lied 477: 1,2,4 en 5 Komt allen tezamen 1.
Komt allen tezamen, jubelend van vreugde; Komt nu, o komt nu naar Betlehem! Ziet nu de vorst der engelen hier geboren. Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, die Koning. 9
2.
De hemelse eng'len riepen eens de herders weg van de kudde naar 't schamel dak. Spoeden ook wij ons met eerbied'ge schreden! Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, die Koning.
4.
O Kind, ons geboren, liggend in de kribbe, neem onze liefde in genade aan! U, die ons liefhebt, U behoort ons harte! Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die Koning.
5.
Zingt aarde en hemel, zingt nu engelenkoren, zingt alle scharen rondom de troon; Glorie aan God en vrede voor de mensen! Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die koning.
Zegen, Amen, amen, amen.
10
Buiten zingen we ‘Stille nacht’ 1.
Stille nacht, heilige nacht! Davids Zoon, lang verwacht, die miljoenen eens zaligen zal, wordt geboren in Bethlehems stal, Hij, der schepselen Heer. Hij, der schepselen Heer.
2.
Hulploos kind, heilig kind, dat zo trouw zondaars mint, ook voor mij hebt Ge U rijkdom ontzegd, wordt Ge op stro en in doeken gelegd. Leer me U danken daarvoor. Leer me U danken daarvoor.
3.
Stille nacht, heilige nacht! Vreed’ en heil wordt gebracht aan een wereld, verloren in schuld; Gods belofte wordt heerlijk vervuld. Amen, Gode zij eer! Amen, Gode zij eer!
11
12