Kengetallen 2005 Directie Bestuurlijke en Financiële Organisatie Inspectie Financiën Lokale en provinciale Overheden
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
2
Inhoud
1
Inleiding
5
1.1
Gebruik
5
1.2
Het referentiekader
5
1.3
Begrotingsanalyse
6
1.4
Herkomst gegevens
6
1.5
Begrotingsscan
7
1.6
Inhoud
8
2
Toetsingskader artikel 12
9
2.1
Inleiding
9
2.2
Een toetsingskader naar de clusterindeling
9
2.3
Een toetsingskader naar de groepsindeling op basis van socialeen centrumindicatoren
10
3
Personeelsomvang bij gemeenten
13
3.1
Inleiding
13
3.2
Onderzoek
13
3.3
Bronnen
14
3.4
Populatie
14
3.5
Resultaten
15
3.6
Conclusie
16
Clusters, functies en algemene uitkering gemeentefonds naar
17
4
de groepsindeling volgens sociale- en centrumindicatoren 4.1
Inleiding
17
4.2
Kengetallen clusters
18
4.3
Kengetallen functies
19
4.4
Kengetallen algemene uitkering gemeentefonds
22
3
5
Clusters, functies en algemene uitkering gemeentefonds
23
naar groottegroepen 5.1
Inleiding
5.2
Kengetallen clusters
23 24
5.3
Kengetallen functies
25
5.4
Kengetallen algemene uitkering gemeentefonds
28
6
Literatuuroverzicht 2004
29
7
Nadere informatie
45
Bijlagen 1
Toelichting basisclusterindeling
45
2
Gemeenten ingedeeld naar sociale- en centrumindicatoren
51
4
1
Inleiding De brochure Kengetallen 2005 van de Inspectie Financiën Lokale en provinciale Overheden (IFLO) van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is de 20e in zijn reeks.
1.1
Gebruik De kengetallen worden jaarlijks samengesteld met een specifiek doel: het bieden van een (eerste) referentiekader bij het onderzoek en de beoordeling van de financiële positie van artikel 12-gemeenten. De kengetallen worden door de IFLO gebruikt om begrotingen van gemeenten door te lichten. Het gaat daarbij in de eerste plaats om gemeenten die een beroep hebben gedaan op een aanvullende uitkering op grond van artikel 12 van de Financiële-verhoudingswet (Fvw). Daarnaast worden ook andere gemeenten met behulp van de kengetallen doorgelicht, bijvoorbeeld in de begrotingsscans die de IFLO in samenwerking met de betreffende provincie in verschillende gemeenten uitvoert (zie paragraaf 1.5). Daarnaast worden de kengetallen gebruikt bij de beoordeling van de financiële positie van gemeenten die een verzoek hebben gedaan om vermindering van de eigen bijdrage op grond van: –
artikel 79, vierde lid, en artikel 82, tweede lid, van de Wet bodembescherming (Staatsblad 1994, 374), laatstelijk gewijzigd in 2004 (Staatsblad 2004, 686);
–
artikel 3, vijfde lid, van het Besluit rijksbijdragen bijstands- en bestrijdingskosten (Staatsblad 2002, 50);
–
het Bijdragebesluit kosten ruiming explosieven Tweede Wereldoorlog 1999 (Staatsblad 1999, 402), gewijzigd in 2002 (Staatsblad 2002, 597). Voorts worden de kengetallen ook door de provincies gebruikt bij hun financiële toezicht op de gemeenten. Tevens worden de kengetallen gebruikt door individuele gemeenten om de eigen financiële positie in beeld te brengen en deze vervolgens te vergelijken met andere (vergelijkbare) gemeenten.
1.2
Het referentiekader Het referentiekader is evenals de Fvw gebaseerd op kostenoriëntatie, structuurkenmerken en de mogelijkheid om zelf inkomsten te genereren. De structuurkenmerken zijn voor een belangrijk deel onafhankelijk van de grootte van de gemeente. Een vergelijking van de gemeente met het gemiddelde
5
in haar groottegroep ligt in het huidige verdeelstelsel dan ook minder voor de hand. Toch is er voor gekozen de kengetallen van de functies ook naar groottegroepen te blijven publiceren. Gemeenten voelen zich veelal verwant met gemeenten van ongeveer vergelijkbare omvang en willen zich daar dan op functieniveau mee kunnen vergelijken. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is weer gevraagd een indeling van de financiële gegevens naar provincies te leveren. Gebleken is dat veel gemeenten vaak de andere gemeenten in de provincie als referentiekader (willen) gebruiken. De gegevens per provincie zijn echter niet in deze kengetallenbrochure opgenomen. De omvang van die gegevens zou de brochure onleesbaar maken en het gebruik ervan bemoeilijken. Daarom is deze informatie opgenomen in het bestand ”begrotingsanalyse” dat via Internet beschikbaar is.
1.3
Begrotingsanalyse Evenals voorgaande jaren zal naast de brochure kengetallen ook de begrotingsanalyse worden opgenomen op de internetsite van BZK. Het bestand begrotingsanalyse biedt de mogelijkheid om een gemeente te vergelijken met soortgenoten en de groottegroep. Daarnaast is zoals vermeld het provinciale gemiddelde hierin opgenomen. De brochure kengetallen en de begrotingsanalyse zijn te downloaden vanaf de website: www.minbzk.nl/IFLO.
1.4
Herkomst gegevens Bij de totstandkoming van de kengetallen van de functies wordt gebruik gemaakt van bronmateriaal van het CBS1. De IFLO heeft hiertoe totaalcijfers van nagenoeg alle gemeenten in Nederland gebruikt. Niet meegenomen zijn de begrotingscijfers van de artikel 12-gemeenten2 en de vier grote steden. Artikel 12-gemeenten zijn buiten beschouwing gelaten om een zuivere vergelijking mogelijk te maken tussen een artikel 12-gemeente en de referentiegroep. De vier grote gemeenten worden buiten beschouwing gelaten gezien hun bijzondere status in het verdeelstelsel. De kengetallen volgens de clusterindeling zijn tot stand gekomen door alle functies volgens de Regeling informatie voor derden (Iv3) toe te rekenen aan een cluster. In hoofdstuk 2 wordt hierop verder ingegaan.
1 2
6
Het betreft zogenaamde netto begrotingscijfers, dus lasten exclusief BTW Artikel 12-gemeenten in 2005 zijn: Boskoop, Neder-Betuwe, Nieuwkoop en Simpelveld.
De onderverdeling van de inwonergroottegroepen is gebaseerd op de voorlopige aantallen inwoners naar de stand op 1 januari 2005. Voor gemeenten waarvan geen lasten- en batengegevens beschikbaar waren is door het CBS een raming gemaakt op basis van de gegevens van het vorige dienstjaar. Als bron voor de kengetallen is gebruik gemaakt van de saldigegevens opgenomen in de Iv3 gegevens.
1.5
Begrotingsscan Een begrotingsscan geeft een gemeente de gelegenheid haar financiële positie te laten toetsen waarbij de IFLO-inspecteur en de provinciale toezichthouder optreden als deskundigen. Gezamenlijk zullen zij hun ervaring en kennis inbrengen op het gebied van de beoordeling van de financiële positie van gemeenten. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de Kengetallenbrochure en de Begrotingsanalyse. Gemeentebesturen hebben normaliter wel inzicht in hun financiële positie. Het kan echter nuttig zijn om ook een relatieve buitenstaander zijn zienswijze daarover te laten geven. Een begrotingsscan kan dan een instrument zijn voor zowel de raad (in het kader van zijn kaderstellende en controlerende taak) als voor het college van B&W (in het kader van hun uitvoerende taak en het aanbieden van de ontwerpbegroting aan de raad). Er zijn twee soorten scans mogelijk; een volledige scan en een quick-scan. In een quick scan wordt de eigen lasten- en batenstructuur vergeleken met de toedeling van middelen uit het gemeentefonds en met de lasten– en batenstructuur van andere groepen van vergelijkbare gemeenten. In een volledige scan wordt een analyse van de financiële positie toegevoegd. Gebleken is dat een scan een nuttig instrument is voor zowel raad als college van B&W. Het product is voor de provincie en de gemeente niet vrijblijvend. Wel is de gemeente autonoom in de wijze waarop zij met de uitkomsten van de scan omgaat. Gemeentebesturen (raad of college van B&W) die overwegen een begrotingsscan te laten uitvoeren worden voor nadere informatie over onder andere de doelstelling en de procedure voor de aanvraag van een begrotingsscan verwezen naar de brochures “De begrotingsscan” en “De begrotingsscan: werkwijze”. De eerste brochure gaat in op wat een begrotingsscan is en wat een begrotingsscan biedt. De tweede brochure geeft een volledig beeld van de begrotingsscan waarin de aard, de doelstelling, de werkwijze, de globale inhoud en de procedure van de begrotingsscan is uiteengezet. Beide brochures zijn te downloaden vanaf de website: www.minbzk.nl/IFLO
7
1.6
Inhoud In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de toerekening van de begrotingsfuncties aan de inkomsten- en uitgavenclusters van het verdeelstelsel. Tevens wordt in dit hoofdstuk uiteengezet hoe de gemeenten zijn ingedeeld in groepen naar kenmerken van sociale structuur en centrumfunctie. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de personeelsomvang bij gemeenten. In dit onderdeel wordt een indicatie gegeven van het gemiddeld aantal formatieplaatsen per 1.000 inwoners. Tevens wordt ook inzicht gegeven in de gemiddelde loonsom per formatieplaats. In hoofdstuk 4 zijn de kengetallen van de clusters, begrotingsfuncties en de algemene uitkering van het gemeentefonds naar de groepsindeling volgens sociale- en centrumindicatoren gepresenteerd. De kengetallen in hoofdstuk 5 zijn op dezelfde wijze gerangschikt naar inwonergroepen. In hoofdstuk 6 wordt een selectie weergegeven van de in 2004 verschenen literatuur op het gebied van de financiële verhouding in de ruimste zin. Daarnaast bevat het een overzicht van relevante websites. Hoofdstuk 7 bevat nadere informatie over de IFLO.
8
2
Toetsingskader artikel 12
2.1
Inleiding Ten opzichte van het toetsingskader zoals in 2003 gepresenteerd zijn er wijzigingen aangebracht. Door de invoering van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en de Ministeriële regeling informatie voor derden (Iv3) is het niet meer nodig gegevens op subfunctieniveau te verzamelen en aan de clusters toe te rekenen. In eerste instantie zal de gemeente met behulp van de clusterindeling op clusterniveau met zichzelf worden vergeleken. Vervolgens kan er ook worden vergeleken met een groep van gemeenten die nagenoeg gelijke kenmerken hebben ter zake van sociale structuur en centrumfunctie. Op de selectiemethode voor die groepsindeling van gemeenten wordt in paragraaf 2.3 nader ingegaan. Met nadruk wordt er op gewezen dat het hierbij gaat om een eerste analyse door de inspecteur. De uitkomsten dienen met kennis van zaken te worden beschouwd en dienen mede als basis voor de eigenlijke probleemanalyse.
2.2
Een toetsingskader naar de clusterindeling Het verdeelstelsel van de Fvw beoogt compensatie te bieden voor gemeentelijke kostenverschillen binnen de gemeentelijke taakgebieden (clusters). Door het toerekenen van de gemeentelijke lasten en baten van de functies aan de inkomsten- en uitgavenclusters, ontstaat een indeling van nettolasten naar clusters. Door deze nettolasten per cluster te confronteren met de daarbij behorende opbrengst volgens de verdeelmaatstaven van het gemeentefonds ontstaat een referentiekader dat door de IFLO bij het onderzoek en de beoordeling van de financiële positie van artikel 12- gemeenten wordt toegepast (vergelijking met zichzelf). Zie ook de Handleiding Artikel 12 Fvw. Door de IFLO is in samenwerking met de (ambtelijke) fondsbeheerders een basisclusterindeling gemaakt. De basisclusterindeling bevat 3 inkomsten- en 18 uitgavenclusters. In bijlage 1 is een overzicht weergegeven van de basisclusters, alsmede van de toerekening van de functies daaraan. Voor de confrontatie met het verdeelstelsel dienen de 21 basisclusters te worden geaggregeerd omdat het verdeelstelsel slechts 15 clusters kent. Ook deze clusterindeling is in bijlage 1 weergegeven.
9
2.3
Een toetsingskader naar de groepsindeling op basis van sociale- en centrumindicatoren In aanvulling op vorengenoemd eerste referentiekader is vervolgens een vergelijking met “soortgenoten” mogelijk. In deze paragraaf wordt ingegaan op een groepsindeling die dit mogelijk maakt. De gemeenten, exclusief de grote vier, zijn ingedeeld in groepen op basis van kenmerken met betrekking tot de sociale structuur en de centrumfunctie. De volgende selectiemethode is daarbij gehanteerd. Op basis van de waarde3 van de maatstaven ‘uitkeringsontvangers’, ‘huishoudens met een laag inkomen’, ‘minderheden’ en ‘bijstandsontvangers’, zoals bekend uit de bestanden ten behoeve van de algemene uitkering van het uitkeringsjaar 2005 (stand betaalmaand januari 2005), zijn de gemeenten in vier klassen ingedeeld: –
met een zwakke sociale structuur;
–
met een matige sociale structuur;
–
met een redelijke sociale structuur;
–
met een goede sociale structuur. De gebruikte methodiek om te komen tot bovengenoemde indeling is die van de zogenaamde clusteranalyse. Op basis van de waarden van elk van de genoemde maatstaven wordt voor elke gemeente een totaalwaarde berekend. Vervolgens worden de gemeenten in klassen ingedeeld op een zodanige wijze dat de “afstand” (is verschil tussen de berekende waarden) tussen een gemeente en de dichtstbij gelegen gemeente in de groep altijd kleiner is dan de “afstand” ten opzichte van de dichtstbij gelegen gemeente uit een andere groep. Of anders gesteld: voor elke gemeente in de klasse “matige sociale structuur” geldt dat er binnen die klasse altijd een of meer gemeenten zijn die meer op haar lijkt/lijken dan welke gemeente dan ook uit de andere klassen. Evenzo zijn de gemeenten in vier klassen ingedeeld op basis van de maatstaven ‘lokaal klantenpotentieel’ en ‘regionaal klantenpotentieel’:
–
met een sterke centrumfunctie;
–
met een redelijke centrumfunctie;
–
met een weinig centrumfunctie;
–
geen centrumfunctie.
3
10
Waarde gedefinieerd als: aantal eenheden x uitkeringsbedrag per eenheid/aantal inwoners.
De selectiemethode is nog dezelfde als die van voorgaande jaren. De samenstelling van de groepen echter wijkt af van die van het voorgaande jaar. Oorzaken hiervoor zijn de ontwikkelingen in de aantallen eenheden van de maatstaven. Bepalend voor de verschuivingen van gemeenten naar andere groepen zijn de ontwikkelingen van de aantallen eenheden van de individuele gemeente ten opzichte van de landelijke ontwikkelingen en de ontwikkelingen van de groepsgemiddelden. Door die verschillen in de ontwikkelingen zijn de relatieve posities van gemeenten ten opzichte van elkaar veranderd. Dat brengt met zich mee dat de samenstelling van de groepen verandert. Voorgaande jaren is gebleken dat over de uitkomst van de indeling verschillend kan worden gedacht. Op grond van eigen inschattingen concludeert men dat de eigen gemeente meer lijkt op gemeenten in andere groepen dan op gemeenten in de groep waarin de gemeente is geplaatst. Dit hangt samen met de gekozen methode van indelen in groepen. Zeker aan de rand van de groep zal de afstand tot gemeenten in de volgende groep relatief klein kunnen zijn. Met behulp van de clusteranalyse wordt een selectie gemaakt waarbij modelmatig wordt bepaald tot welke groep een gemeente behoort. Dit impliceert dat een meer subjectief oordeel kan leiden tot andere uitkomsten. De combinatie van de kenmerken sociale structuur en centrumfunctie levert de volgende indeling van gemeenten in 11 klassen op: Aantal gemeenten
Centrumfunctie
per groep
sterk
redelijk
weinig
geen
totaal
zwak
12
–
–
–
12
Sociale
matig
21
25
–
8
54
Structuur
redelijk
11
79
66
79
235
–
12
36
114
162
44
116
102
201
463
goed totaal
Een tweetal klassen met een gering aantal gemeenten is daarbij toegevoegd aan de dichtstbijgelegen klasse van sociale structuur. In een drietal klassen was geen enkele gemeente opgenomen. De indeling van de gemeenten (inclusief artikel 12-gemeenten) naar de 11 resterende klassen (alfabetisch per klasse) is opgenomen in bijlage 2.
11
12
3
Personeelsomvang bij gemeenten
3.1
Inleiding Evenals voorgaande jaren is weer een hoofdstuk opgenomen over de personeelsomvang bij gemeenten omdat er bij gemeenten behoefte is aan informatie over het aantal ambtenaren per gemeente. Deze informatiebehoefte werd manifest bij de artikel 12-gemeenten en de gemeenten die de afgelopen jaren een begrotingsscan hebben laten uitvoeren. Die behoefte is vooral te verklaren omdat de personeelslasten een substantieel beslag leggen op het gemeentelijk budget en de personeelsomvang van de eigen organisatie in vergelijking met andere gemeenten een signaal kan zijn. Omdat er daarnaast ook behoefte aan inzicht in de loonsom per formatieplaats was, is ook de loonsom per fulltimeequivalent (fte) opgenomen.
3.2
Onderzoek Vorige jaren is al gebleken dat het niet eenvoudig is op eenduidige wijze personeelsgegevens te verzamelen en te bewerken tot bruikbare informatie. De onderlinge vergelijkbaarheid van gemeenten is een lastig vraagstuk. Dit kwam ook al naar voren bij de eerdergenoemde begrotingsscans, gemeenten hebben het personeel verschillend verdeeld over sectoren, afdelingen en aan gemeenten gerelateerde instanties. Ook de organisatiestructuur van gemeenten verschilt, niet alleen naar gemeentegrootte maar ook naar takenpakket. Daarbij kan de uitbesteding van taken aan derden en de mate van inhuur van personeel van invloed zijn op de omvang van het gemeentelijk apparaat en de loonsom. Op basis van het thans beschikbare materiaal is het niet mogelijk gebleken om op sectorniveau met personeelsinformatie te komen. Daarom is evenals voorgaande jaren volstaan met het opnemen van het aantal fulltime-equivalent formatieplaatsen (fte’s) per 1.000 inwoners naar groottegroep en naar een groepsindeling volgens sociale- en centrumindicatoren. Daarnaast is ook de gemiddelde loonsom opgenomen. Onder loonsom wordt in dit kader verstaan de bijdragegrondslag voor de premies van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP). Dit is globaal genomen de som van het salaris, de vakantieuitkering, de eindejaarsuitkering en de maandelijkse terugkerende toeslagen. De gemiddelde loonsom is de loonsom gedeeld door het aantal fte’s.
13
3.3
Bronnen Voor het verkrijgen van de gegevens is een tweetal bronnen geraadpleegd, te weten het gemeentefondsbestand en ABP-gegevens. De groepsindeling op basis van het gemeentefondsbestand (sociaal en centrum-indicatoren) is in paragraaf 2.3 toegelicht. Het aantal fte’s is door het Directoraat-Generaal Management Openbare Sector (DGMOS) van het Ministerie van BZK aangeleverd. Deze gegevens zijn ontleend aan de bestanden van het ABP. In het werkgeversbestand van het ABP staan alle namen en adressen van de werkgevers die bij het ABP zijn ingeschreven. Aangezien alle ambtenaren pensioen opbouwen bij het ABP, biedt het werkgeversbestand een dekkend overzicht van werkgevers bij de overheid. Verder moet worden opgemerkt dat het in dit onderzoek gaat om werkelijke aantallen fte’s en loonsom per peildatum. Voor dit onderzoek is uitgegaan van het aantal fte’s en de loonsom per ultimo 2003. De gepresenteerde cijfers kunnen daarom alleen indicatief worden gebruikt en moeten zeker niet als absolute waarden worden gezien.
3.4
Populatie In lijn met de overige gegevens in deze brochure worden de gegevens van de artikel 12-gemeenten en de vier grote steden buiten de populatie gehouden. Tevens zijn de waddengemeenten niet opgenomen in de tabellen vanwege hun bijzondere structuur, die tot een extreme verhouding tussen inwoneraantal en personeelsomvang leidt. De tabellen 1 en 2 bevatten dan ook uiteindelijk de gegevens van 454 gemeenten. Voor de goede orde is het van belang te vermelden dat de burgemeester, de wethouders en het brandweerpersoneel (voor zover beroeps) wel binnen deze inventarisatie vallen. Het onderwijzend personeel maakt geen deel uit van de selectie. De gegevens van de per 1 januari 2005 opgeheven gemeenten zijn bij elkaar opgeteld en onder de nieuwe gemeente opgenomen. Bij een grenscorrectie is geen correctie op de aantallen fte’s en de loonsom aangebracht.
14
3.5
Resultaten Achtereenvolgens worden in de tabellen 1 (aantal fte’s en de gemiddelde loonsom naar grootteklasse) en 2 (aantal fte’s en de gemiddelde loonsom naar groepen volgens sociale- en centrumindicatoren) het aantal gemeenten per groep, het aantal fte’s per 1.000 inwoners, de standaarddeviatie en de laagste en hoogste waarneming gepresenteerd. Daarnaast is in de laatste kolommen van die tabellen de gemiddelde loonsom per fte en de laagste en hoogste waarneming daarvan opgenomen. Aantal fte’s en gemiddelde loonsom per fte naar grootteklasse4 Aantal gemeenten5
Gemiddeld aantal fte’s per 1.000 inwoners
Inwonersklasse minder dan 5000
Standaarddeviatie6
Hoogste en laagste waarneming laag hoog
Gemiddelde loonsom per fte
Hoogste en laagste waarneming laag hoog
7
7,7 (7,6)
1,9
5,6
11,2
36.304
35.075
37.713
5.001-10.000
59
6,7 (6,6)
0,9
4,8
9,3
37.001
33.947
40.233
10.001-20.000
149
6,8 (6,5)
1,1
4,2
10,1
36.899
32.819
40.771
20.001-50.000
179
7,2 (7,1)
1,2
4,5
11,2
37.342
34.691
41.057
50.001-100.000
39
9,0 (8,8)
1,6
6,8
15,8
37.830
35.663
41.445
100.001-150.000
13
10,3 (10,0)
2,3
6,1
13,6
39.252
36.920
42.202
150.001-250.000
8
10,8 (10,8)
2,8
8,3
17,7
40.022
38.639
41.878
Tabel 2 Aantal fte’s en gemiddelde loonsom per fte naar de groepsindeling volgens sociale- en centrumindicatoren4
Aantal gemeenten5 Groepsindeling
Gemiddeld aantal fte’s per 1.000 inwoners
Standaarddeviatie6
Hoogste en laagste waarneming laag hoog
Gemiddelde loonsom per fte
Hoogste en laagste waarneming laag hoog
zwakke soc struct, sterke ctr.
12
11,4 (11,1)
2,2
9,5
17,8
38.317
35.822
41.584
matige soc struct, sterke ctr.
21
9,9 (10,1)
1,4
7,3
13,4
37.596
34.691
41.445
matige soc struct, redelijke ctr.
25
9,0 (9,0)
1,7
7,1
15,7
37.249
35.073
40.655
8
7,4 (-)
1,0
6,4
9,6
35.982
34.560
37.553
matige soc struct,geen ctr. redelijke soc struct, sterke ctr.
11
8,2 (8,2)
1,0
6,1
9,4
38.191
35.737
41.139
redelijke soc struct, redelijke ctr. 79
7,4 (7,4)
1,1
4,5
10,6
37.661
34.568
41.878
redelijke soc struct, weinig ctr.
62
7,0 (6,9)
1,0
5,2
10,1
36.687
32.819
40.233
redelijke soc struct, geen ctr.
77
7,0 (6,8)
1,2
4,1
10,0
36924
34.021
40.771
goede soc struct, redelijke ctr.
12
7,0 (6,7)
0,9
6,1
9,1
37226
35.556
39.857
goede soc struct, weinig ctr.
35
6,6 (6,5)
0,6
5,2
7,8
37405
35.187
42.202
112
6,6 (6,4)
1,0
4,8
11,2
37417
33.947
40.694
goede soc struct, geen ctr.
4 5 6
15
Bron: ABP; bewerking door het ministerie van BZK. Tussen haakjes cijfers ultimo 2002. Exclusief grote 4, artikel 12-gemeenten en waddengemeenten. Standaarddeviatie of afwijking: de mate van spreiding van de waarnemingen ten opzichte van het gemiddelde. Een standaarddeviatie van nul is optimaal en wil zeggen dat alle waarnemingen gelijk zijn aan het gemiddelde. De waarnemingen binnen de grenzen van 1 x standaarddeviatie vormen 66% van de totale waarnemingen.
3.6
Conclusie Uit de tabellen blijkt dat het gemiddeld aantal fte’s in de diverse groepen niet veel afwijkt van dat van vorig jaar. Opgemerkt wordt nog wel dat er verschuivingen van gemeenten tussen de groepen heeft plaatsgevonden en dat de samenstelling van de groepen derhalve is gewijzigd. Dit doet zich vooral voor in de groepen op basis van de sociale- en centrumindicatoren en in de specifieke groottegroep 5.001-10.000 inwoners. Uit tabel 1 blijkt dat in de groottegroepen ‘5.001 – 10.000’, ‘10.001 – 20.000’ en ’20.001 – 50.000’ het gemiddeld aantal fte’s per 1.000 inwoners varieert tussen de 6,7 en 7,2 met een standaarddeviatie van 1,1. Deze drie groepen bevatten 387 van de in totaal 454 gemeenten, die in het onderzoek zijn betrokken. Van de 60 gemeenten met meer dan 50.000 inwoners varieert het gemiddeld aantal formatieplaatsen per 1.000 inwoners van 9 tot 10,8. Dit betekent evenals vorig jaar dat naarmate de omvang van gemeenten toeneemt het gemiddeld aantal formatieplaatsen meer dan proportioneel stijgt. Ook de kleinste gemeenten (5.000 inwoners) kennen een hoger aantal fte’s per 1.000 inwoners dan de drie eerstgenoemde groepen. Uit tabel 1 blijkt tevens dat naarmate de omvang van de gemeente toeneemt dit ook het geval is met de loonsom per fte. Uit tabel 2 blijkt dat gemeenten met een zwakke en matige sociale structuur en een sterke centrumfunctie gemiddeld (veel) meer fte’s hebben dan gemeenten met een goede sociale structuur en geen centrumfunctie. Dit hangt vooral samen met het feit dat in de groepen gemeenten met een zwakke en matige sociale structuur en een sterke centrumfunctie overwegend grotere gemeenten zitten. Het beeld van de gemiddelde loonsom per fte komt daarmee globaal overeen. Daarnaast blijkt dat naarmate een gemeente een betere sociale structuur krijgt het aantal fte’s per 1.000 inwoners afneemt.
16
4
Clusters, functies en algemene uitkering gemeentefonds naar de groepsindeling volgens sociale- en centrumindicatoren
4.1
Inleiding In dit hoofdstuk zijn de kengetallen weergegeven naar de groepsindeling zoals die in hoofdstuk 2 is beschreven en in bijlage 2 is weergegeven. Voor de kengetallen per cluster is gebruik gemaakt van de functionele gegevens zoals het CBS die heeft verzameld. Met behulp van de in bijlage 1 opgenomen indelingslijst zijn de saldi van de begrotingsfuncties 2005 omgezet naar clusteruitkomsten 2005. De kengetallen over de algemene uitkering zijn gebaseerd op de door de afdeling Uitvoering Financiële Verhoudingen (UFV) van het Ministerie van BZK verstrekte gegevens. Periodiek ontvangen alle gemeenten van (UFV) overzichten betreffende de hoogte van de uitkeringen uit het gemeentefonds. De bedragen per inwoner per groep worden bepaald door per verdeelmaatstaf het totaalbedrag in die groep te delen door het totale aantal inwoners in de groep. Het resultaat geeft bij de verdeelmaatstaven de gemiddelde opbrengst per inwoner. Daarbij tellen, bijvoorbeeld bij de verdeelmaatstaf buitenwater, de inwoners van de gemeenten zonder buitenwater wel mee voor de berekening van het gemiddelde bedrag van die uitkering per inwoner in een bepaalde groep. Het overzicht in paragraaf 4.4 geeft de stand van zaken aan voor de betaalmaand januari 2005. Als uitgangspunt voor de berekening gelden de bedragen per verdeelmaatstaf voor het jaar 2005, zoals opgenomen in de circulaire met betrekking tot het gemeentefonds van 27 september 2004 (FO2004/76126). De kengetallen met betrekking tot de uitkeringen uit het gemeentefonds zijn niet helemaal vergelijkbaar met de cijfers zoals die worden gevonden in de gemeentelijke begrotingen voor het jaar 2005 op functie 921, onderdeel algemene uitkering. Hiervoor is een tweetal redenen aan te geven. Ten eerste zijn in de begrotingscijfers effecten van de september circulaire van 2004 veelal (nog) niet verwerkt. Ten tweede bestaan er tussen de geraamde baten op functie
17
921 in de gemeentelijke begroting - die in de meeste gemeenten medio 2004 werd opgesteld - en het UFV-overzicht van januari 2004 enige verschillen met betrekking tot de aantallen woonruimten, inwoners, leerlingen, het uf, etcetera. Hierna worden de uitkomsten gepresenteerd (in bedragen per inwoner) van de 11 groepen naar kenmerken sociale structuur en centrumfunctie ten eerste voor de clusters (paragraaf 4.2), ten tweede voor de begrotingsfuncties (paragraaf 4.3) en ten derde voor de verdeelmaatstaven van de algemene uitkering uit het gemeentefonds7 (paragraaf 4.4). De cijfers zijn exclusief artikel 12-gemeenten en de grootste vier gemeenten. Als gevolg van afrondingsverschillen kunnen de totalen wellicht gering afwijken van de som van de afzonderlijke functies.
4.2
Kengetallen clusters bedragen in hele euro’s (afgerond) per inwoner
centrumfunctie:
sterk
sterk
redelijk
geen
sterk
redelijk
weinig
geen
redelijk
weinig
geen
sociale structuur:
zwak
matig
matig
matig
redelijk
redelijk
redelijk
redelijk
goed
goed
goed
277 86 817
228 65 735
212 81 723
190 80 669
229 122 674
188 79 601
179 79 584
194 73 551
160 73 561
215 131 522
196 93 509
- 20 - 161
- 24 - 80
- 30 - 71
- 44 - 96
- 30 - 56
- 29 - 60
- 38 - 64
- 39 - 68
- 33 - 76
- 35 - 89
- 40 - 77
- 19 - 125 - 122 - 232 - 49 - 94 - 22
- 16 - 87 - 119 - 207 - 34 - 100 - 29
- 20 - 94 - 122 - 198 - 20 - 87 - 17
- 20 - 56 - 93 - 162 -4 - 74 -8
- 14 - 89 - 135 - 184 - 33 - 96 - 22
- 17 - 64 - 108 - 162 - 14 - 84 -9
- 19 - 54 - 95 - 145 -8 - 78 -9
- 19 - 54 - 88 - 142 -6 - 71 -8
- 17 - 45 - 115 - 125 -6 - 76 -7
- 16 - 40 - 112 - 132 -5 - 80 -9
- 20 - 36 - 87 - 126 -5 - 61 -7
- 66 - 27 -9 - 26 -8
- 59 - 27 - 17 - 25 3
- 66 - 36 - 15 - 25 9
- 49 - 24 - 22 - 33 0
- 58 - 42 - 23 - 30 4
- 56 - 30 - 17 - 25 8
- 50 - 25 - 17 - 28 3
- 56 - 28 - 15 - 27 8
- 48 - 23 - 15 - 28 4
- 59 - 21 - 17 - 32 10
- 58 - 28 - 18 - 32 8
-6 - 78 - 114 -3
1 - 72 - 132 -4
-1 - 79 - 134 -9
- 10 - 96 - 144 -6
- 14 - 90 - 106 -6
-5 - 79 - 112 -6
-6 - 88 - 114 -6
-6 - 79 - 114 -6
-2 - 79 - 99 -4
-6 - 75 - 144 -7
-7 - 79 - 116 -8
Inkomstenclusters: Onroerende-zaak Belast. Overige Eigen Middelen Algemene Uitkering
Uitgavenclusters: Bestuur Bestuursorganen Algemene ondersteun. Voorzieningen bevolking Bevolkingszaken Bijstand/sociale dienst Zorg, onderdeel onderw. Zorg, exclusief onderwijs Kunst Ontspanning Oudheid Bebouwing en omgeving Openbare orde en veiligh. Ruimtel. orden. & stadsver. Volkshuisvesting Fysiek milieu Reiniging Openbare ruimte Riolering Groen Wegen Water
18
7 Verdeelmaatstaven zonder uitkomsten zijn niet opgenomen.
4.3
Kengetallen functies bedragen in hele euro’s (afgerond) per inwoner sterk
sterk
redelijk
geen
sterk
redelijk
weinig
geen
redelijk
weinig
geen
zwak
matig
matig
matig
redelijk
redelijk
redelijk
redelijk
goed
goed
goed
Hoofdfunctie 0 Algemeen bestuur 001, bestuursorganen -20 002, best. onderst. C.v.B&W - 73 003, burgerzaken -28 004, baten secret.leges burg. z. 9 005, bestuurlijke samenw. -8 006, best. ond. r.en rk(fun) -8 Totaal hoofdfunctie 0 -129
-24 -60 -24 9 -3 -10 -113
-30 -59 -30 9 -5 -9 -124
-44 -54 -30 10 -5 -12 -134
-30 -53 -24 10 -2 -6 -106
-29 -57 -26 10 -5 -10 -117
-38 -56 -28 9 -5 -10 -128
-39 -50 -28 8 -5 -11 -124
-33 -49 -24 7 -3 -9 -110
-35 -55 -26 10 -4 -11 -121
-40 -57 -29 9 -6 -13 -137
-57 -10 -66
-50 -10 -59
-51 -15 -66
-41 -7 -49
-46 -12 -58
-45 -11 -56
-41 -9 -50
-46 -10 -56
-39 -9 -48
-47 -12 -59
-48 -10 -58
Hoofdfunctie 2 Verkeer, vervoer en waterstaat 210, weg., strat., pleinen -103 211, verkeersmaat.te land -19 212, openbaar vervoer -2 214, parkeren -30 215, baten parkeerbel. 37 220, zeehavens 1 221, bin.havens en waterwerken -2 223, veerdiensten 0 230, luchtvaart 240, waterk., afwat. en landaan. -1 Totaal hoofdfunctie 2 -119
-127 -15 -3 -37 47 0 -3 0 0 -1 -140
-123 -16 -2 -17 20 -2 -3 0 -6 -147
-136 -11 -3 -2 3 -4 0 -2 -154
-95 -23 -5 -25 36 -2 0 0 -4 -117
-101 -15 -1 -11 13 0 -2 0 -4 -121
-111 -12 -1 -4 6 -3 0 0 -3 -129
-107 -13 -1 -3 6 -2 0 0 -4 -125
-90 -14 -1 -3 4 -1 0 -4 -109
-119 -31 -1 -4 5 -2 0 -5 -158
-106 -14 -1 -1 1 -2 0 0 -6 -129
-10 -2 9 0 0 -3
-8 -1 2 0 0 -7
2 -1 4 0 0 5
-10 -1 4 0 0 -8
-5 -1 5 1 0 0
-4 -1 5 0 -1 0
-4 0 8 0 0 4
-2 -1 6 0 0 3
-4 0 4 0 -1 0
-2 0 7 1 0 5
Hoofdfunctie 1 Openbare orde en veiligheid 120, bw. en ramp.bestr. 140, openb. orde en veilh Totaal hoofdfunctie 1
Hoofdfunctie 3 Economische zaken 310, handel en ambacht 320, industrie 330, nutsbedrijven 340, agr. prod. en ontg. 341, over. agr., jacht en vis Totaal hoofdfunctie 3
19
-13 -2 13 0 0 -2
sterk
sterk
redelijk
geen
sterk
redelijk
weinig
geen
redelijk
weinig
geen
zwak
matig
matig
matig
redelijk
redelijk
redelijk
redelijk
goed
goed
goed
Hoofdfunctie 4 Onderwijs 420, op.b.ond., ex. huisv. -4 421, op. b.ond., ond.huisv. -11 422, bijz. b.ond., ex. ond.h. -4 423, bijz. b.ond., ond.huis. -18 430, op.(vrt.spec., ex. o. h -2 431, op. (vrt.) spec, ond. o.h. -3 432, bijz. (vrt.) spec., ex. o.h. -3 433, bijz.(vrt.) spec., ond. o.h. -11 440, op. (vrt.) ond., ex. o.h. -2 441, op. (vrt.) ond., o.h. -7 442, bijz. (vrt.) ond., ex.o.h. -1 443, bijz. (vrt.) onderwijs huisv. -8 480, gem.b. en l. ond. -46 482, volwasseneneducatie -2 Totaal hoofdfunctie 4 -122
-3 -14 -3 -21 -1 -4 -2 -7 -2 -8 -1 -9 -43 -2 -119
-6 -18 -2 -20 -1 -2 -2 -5 -1 -8 0 -10 -46 -1 -122
-9 -19 -1 -16 0 0 -4 -4 -38 -1 -93
-3 -17 -3 -29 -1 -5 -3 -9 -1 -8 0 -16 -38 -1 -135
-9 -12 -5 -25 -1 -1 -2 -4 0 -6 -1 -11 -30 -1 -108
-6 -14 -3 -22 0 0 -1 -4 0 -3 0 -6 -34 -1 -95
-6 -15 -4 -21 -1 0 -1 -3 0 -1 0 -6 -29 0 -88
-2 -9 -4 -37 -2 -3 0 -2 0 -19 -35 -1 -115
-4 -16 -2 -31 0 -1 -1 -4 0 -4 0 -12 -36 -1 -112
-6 -12 -5 -27 0 -1 0 -1 0 0 0 -5 -28 0 -87
-29 -19 -45 -12 -34 -29 -1 -57 -7 -234
-24 -16 -37 -10 -20 -17 -2 -65 -10 -201
-17 -6 -40 -10 -4 -8 0 -79 -11 -175
-25 -14 -52 -11 -33 -22 -3 -75 -6 -239
-21 -15 -40 -10 -14 -9 -3 -65 -7 -185
-19 -10 -41 -11 -8 -9 -3 -70 -8 -180
-19 -8 -33 -11 -6 -8 -2 -63 -11 -160
-20 -9 -39 -12 -6 -7 -2 -62 -8 -165
-20 -11 -41 -9 -5 -9 -2 -61 -8 -165
-17 -7 -29 -12 -5 -7 -3 -60 -8 -150
Hoofdfunctie 6 Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening 610, bijstandsverlening -94 -49 -59 611, werkgelegenheid -28 -18 -28 612, inkomensv. het Rijk -2 -4 -2
-44 -13 -2
-57 -17 -2
-38 -13 -3
-35 -9 -2
-36 -9 -3
-28 -7 -1
-25 -6 -1
-24 -6 -2
-1 -34 -34 -6 -37 0 -10 0 -66
0 -10 -27 -1 -34 -13 -56
0 -30 -40 -3 -38 0 -10 -58
-1 -23 -28 -3 -33 0 -10 0 -56
0 -17 -23 -2 -29 0 -10 0 -53
0 -16 -24 -2 -26 0 -9 0 -55
0 -16 -24 -1 -22 0 -8 0 -45
0 -15 -24 -3 -23 0 -9 0 -50
0 -10 -22 -3 -21 0 -10 0 -47
-274
-201
-255
-209
-181
-180
-152
-154
-145
Hoofdfunctie 5 Cultuur en recreatie 510, openbaar bibl. werk 511, vormings,- en ont. 530, sport 531, groene sportv. en ter. 540, kunst 541, oudheidkunde/musea 550, natuurbescherming 560, open. gr. en op. recr. 580, overige recr. voorz. Totaal hoofdfunctie 5
613, o.soc. zek.reg. v.h. rijk 614, gem. minimabeleid 620, m. begeleid. en advies 621, vreemdelingen 630, sociaal cultureel werk 641, tehuizen 650, kinderdagopvang 651, dag. gehandicapten 652, voorz. gehandicapten Totaal hoofdfunctie 6
20
-21 -21 -47 -9 -49 -22 0 -67 -5 -241
-1 -30 -45 -3 -50 0 -19 1 -63 -333
0 -34 -36 -4 -52 0 -12 -64 -274
sterk
sterk
redelijk
geen
sterk
redelijk
weinig
geen
redelijk
weinig
geen
zwak
matig
matig
matig
redelijk
redelijk
redelijk
redelijk
goed
goed
goed
Hoofdfunctie 7 Volksgezondheid en milieu 711, ambulancevervoer -1 712, verpleeginrichtingen 714, open. gezondh.zorg -22 715, jeugdgez., unif. deel -1 716, jeugdgez., maat.deel 0 721, afvalverw. en verwerking -108 722, riolering. en waterz. -57 723, milieubeheer -26 724, lijkbezorging -2 725, baten reinrecht. en afvalst. 100 726, baten rioolrechten 51 Totaal hoofdfunctie 7 -66
0 0 -17 -2 0 -100 -54 -25 -1 103 55 -42
0 0 -16 -1 -1 -102 -56 -25 -2 111 55 -37
-15 -2 0 -103 -72 -33 -6 103 62 -66
0 0 -14 -3 -1 -99 -52 -30 -2 103 38 -60
0 0 -14 -2 -1 -93 -60 -25 -2 101 55 -41
0 0 -14 -1 -1 -97 -66 -28 -4 100 59 -52
0 0 -13 -2 -1 -92 -67 -27 -3 100 61 -45
0 -17 -1 -1 -80 -50 -28 -3 84 48 -48
0 0 -14 -2 -1 -76 -63 -32 -4 86 57 -49
0 -15 -2 -1 -77 -73 -32 -3 85 66 -52
Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting 810, ruimtelijke ordening -20 820, w.expl., woningbouw -2 821, stads,- en dorpsv. -7 822, overige volksh.vesting -30 823, bouwvergunningen 24 830, bouwgrondexploitatie -13 Totaal hoofdfunctie 8 -48
-20 -1 -7 -39 22 12 -32
-21 -4 -16 -31 20 24 -28
-20 -2 -4 -35 14 0 -46
-27 0 -16 -48 25 -8 -73
-25 -2 -4 -34 20 18 -29
-22 -2 -3 -33 18 3 -40
-24 -1 -4 -37 23 5 -38
-21 -1 -2 -35 21 11 -27
-20 -2 -1 -40 25 23 -14
-26 -3 -2 -40 25 0 -46
Hoofdfunctie 9 Financiering en algemene dekkingsmiddelen 911, geldl. en uitz. < 1 jr 1 913, overige fin. middelen 31 914, geldl. uitz. > aan 1 jr 23 921, alg. uitk. gem.fonds 817 922, alg. baten en lasten -29 930, uitvoering wet WOZ -6 931, baten OZB- gebr. 122 932, baten OZB eigen. 155 933, baten r. w.- en bel. 0
8 18 21 735 4 -8 104 123 0
17 14 38 723 0 -5 92 119 0
4 40 24 669 -11 -9 85 105 1
2 13 45 674 -2 -6 100 130 -
3 11 38 601 14 -6 82 105 0
3 10 28 584 6 -8 79 100 0
2 13 30 551 -3 -9 85 109 0
1 9 31 561 -2 -8 70 90 -
5 16 45 522 -9 -6 94 120 0
11 12 31 509 -7 -9 86 110 0
934, baten baatbelasting 0 935, baten forensenbel. 0 936, baten toeristenbel. 2 937, baten hondenbel. 4 938, baten reclamebel. 0 939, baten precariobel. 2 940, l. h. en inv. gem.bel. -17 0 941, lastenverlichting rijk -20 960, saldo van kostenpl. 970, s vd. rek. bat. last. v. best. 40 1126 Tot. hfd.f. 9 (bestem.)
0 0 2 3 1 8 -9 -6 6 5 1015
0 0 1 3 0 6 -9 -3 8
1 2 1 4 -9 4
0 0 2 2 0 2 -9 0 7
0 1 3 3 0 1 -6 -2 3
0 4 15 3 0 1 -7 -1 7
0 4 9 3 0 1 -7 -1 4
0 4 9 2 0 0 -6 0 2
0 1 11 3 1 1 -8 -1 7
0 2 8 3 0 1 -6 -1 4
0 1006
2 912
92 1051
12 864
31 855
20 812
8 770
30 833
45 799
980, m.res. i.v.m. hfdf. o/tm/9 40 990, s.v.d.r.v.b. en. l. na bestem. 0 Tot. hfdf. 9 (na best.) 1126
-1 5 1015
-13 13 1006
3 -1 912
77 15 1051
4 8 864
21 11 855
7 13 812
8 0 770
33 -2 833
26 19 799
Hoofdfunctie 8
21
4.4
Kengetallen algemene uitkering gemeentefonds bedragen in hele euro’s (afgerond) per inwoner
Sociale structuur
zwak
matig
matig
matig
redelijk
redelijk
redelijk
redelijk
goed
goed
goed
sterk -132 Inwoners 184 Inw. * bod.fac. buit.geb. 1 Jongeren 55 Ouderen 5 Wadden, t/m 2.500 inw. 0 Wad, > 2.501 t/m 7.500 inw. 0 Huishoud. m.e. l. inkom 75 Bijstandsontvangers 21 Uitv.kosten bijstandsontv. 88 Schaalfac. uitv.kosten bijst. 2 Uitkeringsontvangers 21 Minderheden 33 Lokaal klantenpotentieel 96 Regionaal klantenpotentieel 67 Leerlingen (V)SO en VO 28 Extra leerlingen streekscholen 1 Extra groei leerlingen VO 0 Extra groei jongeren 0 Land 3 Land * bodemfact. tot. gem. 2 Binnenwater 0 Buitenwater 0 Oppervl. bebouwing totaal 4 Opp. beb. bin. K. * b.f. kom 19 Opp. beb. bui. K. * b.f. b.kom. 1 Woonruimten 105 Woonr. * bo.f.b.kom 22 Woonruimten * bodem tot. 1 Opp. histor. kernen basisb. 1 Opp. histor. Kernen > 40 ha 0 Opp. histor. Kernen > 65 ha 3 Lengte historisch water 0 Hist. aant. w. in bew. oord. 5 Hist. aant. w.. in hist. kern. 11 Isv (a) 2 Isv (b) 2 Omgev.adres.heid 69 Oeverl. * bod.fac.tot. gem. 0 Oev. * dichth. * b.f.tot. gem. 1 Kernen 0 K. * bo.fact.buiten beb. kom 1 Bedrijfsvestigingen 5 Vast bedr. v. iedere gem. 3 Vast bedr. Waddengem. 0 Monumenten8 1 Riolering8 2 8 Herindeling 0 ICL bijdrage Lelystad 0 Correctiebedrag VHROSV 3 Afbouw omvr. opg. wongb. 0 Integratie-uitkeringen: WUW4 1 Precariobelasting8 3 Algemene uitkering (incl IU) 817
sterk -145 184 1 58 5 0 0 65 13 56 3 19 27 94 51 29 1 0 0 3 2 0 0 4 19 2 98 20 1 1 1 5 1 4 9 2 1 59 0 2 0 1 6 3 0 3 4 1 0 2 0
redelijk -124 184 1 58 5 0 0 63 14 51 4 19 30 88 32 23 1 0 0 5 4 0 1 4 19 2 99 23 6 1 1 2 1 4 6 1 1 56 1 4 1 2 5 6 0 1 5 0 11 -1 0
geen -129 184 1 58 5 0 0 62 10 43 11 17 22 65 4 6 0 1 0 25 16 1 4 5 20 5 99 22 4 2 0 0 1 2 2 1 1 32 1 2 5 11 6 21 0 1 19 0 0 -1 0
sterk -144 184 1 62 5 0 0 57 10 36 3 17 21 91 50 34 2 0 1 7 4 0 0 4 19 2 94 19 0 1 1 2 1 3 4 1 1 45 0 1 1 2 6 4 0 2 5 2 0 0 0
redelijk -144 184 1 63 5 0 0 50 8 28 5 15 19 84 27 21 0 0 1 11 7 0 0 5 19 4 91 19 2 1 0 0 0 2 1 1 0 38 0 2 2 3 6 7 0 1 7 4 0 -2 4
weinig -148 184 1 61 5 2 1 52 6 24 6 14 8 76 11 14 0 0 0 17 11 1 3 5 20 5 95 20 2 1 0 0 1 2 1 1 0 23 1 1 3 7 7 14 1 1 14 1 0 -1 0
geen -150 184 1 61 5 0 0 49 6 22 7 13 7 65 6 9 0 0 0 19 12 1 1 5 20 5 93 19 2 1 0 0 0 1 0 1 0 21 1 1 4 9 7 16 0 1 15 0 0 -1 0
redelijk -140 184 1 74 4 0 0 37 4 13 4 11 8 80 22 18 0 2 2 17 11 0 1 6 19 6 81 16 0 0 0 0 0 1 1 0 0 20 0 1 2 5 7 10 0 0 10 3 0 -1 10
weinig -164 184 1 67 4 0 0 38 4 13 4 11 10 75 12 15 0 1 1 10 7 0 1 5 21 4 86 19 3 1 0 0 1 1 1 0 0 27 1 2 2 4 7 10 0 1 10 4 0 -1 12
geen -165 184 1 66 5 0 0 39 3 13 5 10 5 59 4 6 0 0 1 16 12 1 0 6 21 6 86 19 4 1 0 0 0 1 0 0 0 16 2 2 4 9 8 20 0 1 21 4 0 -1 5
4 0 671
1 10 671
5 0 580
4 0 545
5 0 520
6 0 506
Centrumfunctie OZB8
22
1 1 714
1 0 721
8 Zonder Uf (=1,330)
2 0 604
4 0 556
5
Clusters, functies en algemene uitkering gemeentefonds naar groottegroepen
5.1
Inleiding Op de volgende bladzijden worden de kengetallen weergegegeven in bedragen per inwoner ten eerste voor de clusters (paragraaf 5.2) ten tweede voor de begrotingsfuncties (paragraaf 5.3) en ten derde voor de verdeelmaatstaven van de algemene uitkering uit het gemeentefonds9 (paragraaf 5.4) in een indeling naar inwonergroepen. De hoogste inwonergroottegroep (>250.000 inwoners) wordt niet weergegeven, vanwege de eerder genoemde bijzondere status van de vier grote steden. De cijfers zijn ook exclusief artikel 12-gemeenten. Als gevolg van afrondingsverschillen kunnen de totalen wellicht gering afwijken van de som van de afzonderlijke functies. De kengetallen per cluster zijn op éénzelfde wijze berekend als de kengetallen per cluster die zijn opgenomen in hoofdstuk 4. Het gaat bij de kengetallen met betrekking tot de uitkeringen uit het gemeentefonds evenals bij de begrotingsfuncties om alle gemeenten exclusief de artikel 12-gemeenten en vier grote steden, gerangschikt naar inwonergroepen. Deze kengetallen zijn gebaseerd op de door UFV verstrekte gegevens. Periodiek ontvangen alle gemeenten van UFV overzichten over de hoogte van de uitkeringen uit het gemeentefonds. De cijfers zijn op eenzelfde wijze berekend als de gegevens die zijn opgenomen in hoofdstuk 4. Kortheidshalve wordt verwezen naar de toelichting op de kengetallen van de uitkeringen uit het gemeentefonds in de inleiding bij dat hoofdstuk. Met betrekking tot een verdere toelichting op de statistische methodiek en de verwerking van de gegevens door het CBS is het volgende te melden. De publicatie Statistiek Gemeentebegrotingen zal met ingang van 1 januari 2005 niet meer in een gedrukte versie verschijnen. Wel zullen de gegevens inclusief een methodische verantwoording via de website van het CBS vanaf de tweede helft van april te raadplegen zijn. Tevens zullen dan voor het eerst individuele gegevens van gemeenten worden gepresenteerd indien er overeenstemming is tussen het CBS en de gemeente over de kwaliteit van de gegevens.
23
9 Verdeelmaatstaven zonder uitkomsten zijn niet opgenomen.
5.2
Kengetallen clusters bedragen in euro’s (afgerond) per inwoner
Grootte groepen: Inkomstenclusters: Onroerende-zaak Belastingen Overige Eigen Middelen Algemene Uitkering
0 5.000
5.000 10.000
10.000 20.000
20.000 50.000
50.000 100.000
100.000 150.000
150.000 250.000
236 146 756
191 114 557
183 83 566
186 77 579
213 89 681
280 109 718
243 73 767
208 85 632
- 94 - 223
- 48 - 117
- 42 - 75
- 34 - 62
- 24 - 73
- 20 - 111
- 22 - 107
- 31 - 79
- 35 - 46 - 93 - 119 -9 - 86 - 38
- 24 - 42 - 83 - 126 -4 - 60 -7
- 20 - 47 - 92 - 134 -4 - 72 -9
- 17 - 57 - 103 - 153 - 11 - 79 -9
- 19 - 83 - 120 - 187 - 24 - 94 - 17
- 14 - 97 - 126 - 205 - 30 - 90 - 27
- 17 - 107 - 119 - 219 - 50 - 93 - 21
- 18 - 70 - 108 - 169 - 19 - 83 - 14
- 90 - 48 -2 - 45 4
- 61 - 29 - 20 - 33 8
- 53 - 27 - 18 - 30 6
- 52 - 26 - 15 - 27 7
- 67 - 32 - 15 - 25 10
- 65 - 28 - 14 - 28 -9
- 60 - 35 - 22 - 24 0
- 58 - 29 - 16 - 27 5
-7 - 115 - 90 -4
-9 - 72 - 124 - 10
-8 - 81 - 119 -7
-3 - 83 - 109 -6
-2 - 83 - 124 -7
- 17 - 79 - 138 -7
3 - 58 - 127 -2
-5 - 79 - 119 -6
Nederland
Uitgavenclusters: Bestuur
Bestuursorganen Algemene ondersteuning Voorzieningen bevolking
Bevolkingszaken Bijstand/sociale dienst Zorg, onderdeel onderwijs Zorg, exclusief onderwijs Kunst Ontspanning Oudheid Bebouwing en omgeving
Openbare orde en veiligheid Ruimtelijke ordening en stadsvern. Volkshuisvesting Fysiek milieu Reiniging Openbare ruimte
Riolering Groen Wegen Water
24
5.3
Kengetallen functies bedragen in euro’s (afgerond) per inwoner 0
5.000
10.000
20.000
50.000
100.000
150.000
tot 5.000
tot 10.000
tot 20.000
tot 50.000
tot 100.000
tot 150.000
tot 250.000
Hoofdfunctie 0 Algemeen bestuur 001, bestuursorganen -94 002, best.onderst. col.B.en W. 144 003, burgerzaken -49 004, baten secretarieleges burgerzaken 15 005, bestuurlijke samenwerking -21 006, best. raad en rekenkamer(functie) -23 Totaal hoofdfunctie 0 -316
-48 -80 -33 9 -7 -16 -175
-42 -51 -28 8 -5 -12 -130
-34 -48 -26 9 -5 -10 -114
-24 -63 -29 10 -5 -10 -120
-20 -77 -24 9 -2 -9 -123
-22 -64 -27 10 -5 -7 -116
-31 -58 -27 9 -5 -10 -122
-76 -14 -90
-52 -9 -61
-44 -9 -53
-42 -10 -52
-52 -15 -67
-55 -9 -65
-53 -7 -60
-47 -11 -58
-143 -9 -2 3 -2 0 -1 -2 -156
-118 -11 -1 -1 1 -4 0 -6 -140
-111 -13 -1 -2 3 -1 -3 0 0 -4 -132
-101 -14 -1 -7 10 0 -1 0 0 -4 -119
-111 -19 -2 -22 27 0 -3 0 0 -4 -133
-122 -27 -3 -29 37 1 -3 0 -5 -151
-120 -13 -2 -34 39 -2 0 -133
-109 -16 -2 -14 18 0 -2 0 0 -4 -130
Hoofdfunctie 3 Economische zaken 310, handel en ambacht -2 320, industrie 21 330, nutsbedrijven 8 340, agrarische productie en ontg. 0 341, overige agr. zaken, jacht en visserij 0 Totaal hoofdfunctie 3 27
-1 -1 7 0 0 4
-3 -1 7 0 0 4
-5 -1 6 0 0 0
-7 -1 2 0 0 -6
-11 0 7 0 0 -4
-15 -1 18 0 0 1
-6 -1 7 0 0 -1
Hoofdfunctie 1 Openbare orde en veiligheid 120, brandweer en rampenbestrijding 140, openbare orde en veiligheid Totaal hoofdfunctie 1 Hoofdfunctie 2 Verkeer, vervoer en waterstaat 210, wegen, straten, pleinen 211, verkeersmaatregelen te land 212, openbaar vervoer 214, parkeren 215, baten parkeerbelasting 220, zeehavens 221, binnenhavens en waterwegen 223, veerdiensten 230, luchtvaart 240, waterkering, afw. en landaanw. Totaal hoofdfunctie 2
25
Nederland
Hoofdfunctie 4 Onderwijs 420, open. basisond. ex. o.h. 421, open. basisond. o.h. 422, bijz. basisond. ex. o.h. 423, bijz. basisond. o.h. 430, open. (v) spec. ond., excl. o.h. 431, open.r. (v) spec. ond., o.h. 432, bijz. (v) spec. ond., ex. o.h. 433, bijz. (v) spec. ond., o.h. 440, openb. vrtg. ond., ex. o.h. 441, openb. vrtg ond., ond.huisvesting 442, bijz. vrtg ond., ex. ond.h. 443, bijz. vrtg ond., ond.h. 480, gem. baten en lasten van ond. 482, volwasseneneducatie Totaal hoofdfunctie 4
-12 -14 -3 -23 0 -5 -5 -2 -1 -29 0 -93
-6 -13 -4 -24 -2 -1 -2 0 0 0 -2 -26 0 -83
-5 -13 -6 -24 -1 0 0 -2 0 -2 0 -5 -30 -1 -92
-7 -13 -4 -26 -1 -1 -1 -4 0 -4 -1 -10 -31 -1 -103
-7 -15 -3 -23 -1 -2 -1 -5 -1 -7 -1 -13 -39 -1 -120
-6 -14 -5 -18 -2 -4 -3 -8 -1 -7 -1 -6 -50 -2 -126
1 -14 -2 -25 0 -3 -3 -11 -1 -9 0 -9 -41 -3 -119
-6 -14 -4 -24 -1 -2 -2 -5 -1 -5 -1 -9 -36 -1 -108
Hoofdfunctie 5 Cultuur en recreatie 510, openbaar bibliotheekwerk -21 511, vormings,- en ontwikkelingswerk -7 530, sport -36 531, groene sportvelden en terreinen -14 540, kunst -9 541, oudheidkunde/musea -38 550, natuurbescherming 0 560, openb.groen en openluchtrecr. -92 580, overige recreatieve voorzieningen -22 Totaal hoofdfunctie 5 -239
-17 -6 -27 -10 -4 -7 -2 -57 -10 -140
-18 -9 -35 -12 -4 -9 -3 -62 -9 -161
-19 -12 -39 -11 -11 -9 -2 -67 -9 -180
-24 -16 -43 -11 -24 -17 -2 -68 -10 -216
-30 -18 -39 -10 -30 -27 -1 -67 -4 -226
-21 -20 -50 -7 -50 -21 -2 -48 -2 -221
-22 -14 -40 -11 -19 -14 -2 -64 -8 -193
-33 -7 -2 0 -12 -23 -2 -24 0 -9 0 -52 -164
-36 -12 -2 -1 -19 -26 -3 -30 0 -10 0 -54 -193
-51 -21 -3 0 -28 -32 -4 -41 0 -11 0 -59 -252
-56 -22 -2 -1 -39 -41 -5 -42 0 -12 0 -62 -281
-75 -19 -2 -31 -43 -3 -52 0 -15 1 -66 -305
-45 -15 -2 0 -23 -30 -3 -35 0 -11 0 -57 -220
Hoofdfunctie 6 Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening 610, bijstandsverlening -38 -29 611, werkgelegenheid -5 -4 612, inkomensv. vanuit het Rijk -1 -3 613, o. soc. zekerheidsreg. v. het Rijk 0 0 614, gemeentelijk minimabeleid -7 -11 620, maatschappelijke beg. en advies -21 -22 621, vreemdelingen -3 -2 630, sociaal cultureel werk -25 -21 641, tehuizen 0 0 650, kinderdagopvang -11 -11 651, dagopvang gehandicapten 0 652, voorzieningen gehandicapten -33 -48 Totaal hoofdfunctie 6 -144 -151
26
Hoofdfunctie 7 Volksgezondheid en milieu 711, ambulancevervoer 0 712, verpleeginrichtingen 714, openbare gezondheidszorg -20 715, jeugdgezondh.zorg, uniform deel 0 716, jeugdgezondh.zorg, maatwerkdeel -1 721, afvalverwijdering en verwerking -150 722, riolering en waterzuivering -86 723, milieubeheer -45 724, lijkbezorging -8 725, baten reinigingsr. en afvalstof. 154 726, baten rioolrechten 79 Totaal hoofdfunctie 7 -77
0 0 -14 -2 0 -83 -83 -33 -3 91 74 -55
0 0 -14 -2 -1 -85 -72 -30 -4 92 64 -54
0 0 -14 -2 -1 -88 -60 -27 -3 95 57 -43
0 0 -16 -1 0 -105 -60 -25 -2 115 58 -37
0 0 -19 -3 0 -99 -55 -28 -1 90 37 -77
0 -18 -2 -1 -102 -46 -24 -1 102 49 -43
0 0 -15 -2 -1 -94 -61 -27 -2 99 56 -48
Hoofdfunctie 8 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting 810, ruimtelijke ordening -41 820, woningexploitatie, woningbouw 8 821, stads,- en dorpsvernieuwing -7 822, overige volkshuisvesting -31 823, bouwvergunningen 22 830, bouwgrondexploitatie -1 Totaal hoofdfunctie 8 -50
-27 -1 -2 -39 21 -1 -50
-24 -3 -4 -38 23 3 -42
-22 -2 -4 -33 20 7 -35
-23 -1 -9 -32 18 5 -41
-24 -2 -5 -41 29 23 -19
-21 -1 -14 -49 28 19 -38
-23 -2 -6 -36 22 9 -36
Hoofdfunctie 9 Financiering en algemene dekkingsmiddelen 911, geldl. en uitzet. korter dan 1 jaar 4 913, overige financiële middelen 19 914, geldl. en uitzet. langer of > 1 jr 5 921, algemene uitk. gemeentefonds 756 922, algemene baten en lasten -41 930, uitvoering wet WOZ -15 931, baten OZB-gebruikers 105 932, baten OZB-eigenaren 131 933, baten r. w.- en bedrijfsr.bel. 0 934, baten baatbelasting 1 935, baten forensenbelasting 15 936, baten toeristenbelasting 123 937, baten hondenbelasting 1 938, baten reclamebelasting 939, baten precariobelasting 6 940, lasten heffing en invor. gem. bel. -13 941, lastenverlichting rijk -1 960, saldo van kostenplaatsen 28 970, sal. v.d. rek. v. b. en l. v.r bestem. 14 Totaal hoofdfunctie 9 (voor bestem.) 1138 7 980, mut. res. verb. h. hoofdf. 0 t/m 9 990, saldo v.d. rek. van b.en l. na bestem. 7 Totaal hoofdfunctie 9 (na bestemming)1138
3 14 29 557 -10 -9 84 107 0 0 2 9 3 0 1 -7 -1 2 65 851 53 12 851
6 12 33 566 -7 -9 81 102 0 0 3 10 2 0 1 -7 -1 3 28 825 15 13 825
4 13 32 579 0 -7 82 105 0 0 2 6 3 0 1 -6 -1 6 22 839 13 9 839
12 16 33 681 9 -5 94 119 0 0 1 1 4 0 2 -9 -5 5 31 991 22 8 991
5 18 45 718 1 -8 126 154 0 0 0 6 3 1 10 -14 -2 -8 16 1071 7 8 1071
-2 18 19 767 -9 -5 107 135 0 0 2 4 2 -10 -1 -6 13 1035 12 1 1035
6 15 32 632 -1 -7 92 116 0 0 1 6 3 0 2 -8 -2 3 24 915 16 9 915
27
5.4
Kengetallen algemene uitkering gemeentefonds bedragen in euro’s (afgerond) per inwoner
Inwonergroepen < 5.000 Onroerende-zaakbelastingen10 -198 Inwoners 184 Inwoners * bodemfac. buitengeb. 1 Jongeren 62 Ouderen 5 Wadden, t/m 2.500 inwoners 49 Wadden, van 2.501 t/m 7.500 inw. 17 Huishoud. met een laag inkomen 49 Bijstandsontvangers 3 Uitvoeringskosten bijstandsontv. 12 Schaalfactor uitv.kosten bijst. 6 Uitkeringsontvangers 9 Minderheden 3 Lokaal klantenpotentieel 62 Regionaal klantenpotentieel 3 Leerlingen (V)SO en VO 4 Extra leerlingen streekscholen 0 Extra groei leerlingen VO 0 Extra groei jongeren 1 Land 46 Land * bodemfact. tot. gemeente 29 Binnenwater 1 Buitenwater 34 Oppervlakte bebouwing totaal 7 Opp. beb. bin. kom. * bodemf. kom 24 Opp. beb. bui. Kom. * bo.f.bui. kom 7 Woonruimten 108 Woonruimten * bo.f. bebouw. kom 22 Woonruimten * bodem totaal 0 Opp. histor. kernen basisbedrag 4 Opp. histor. Kernen > 40 ha 0 Opp. histor. Kernen > 65 ha 0 Lengte historisch water 0 Hist. aant. woning. in bew. oorden 1 Hist. aant. woning. in hist. kernen 0 Isv (a) 1 Isv (b) 0 Omgevingsadressendichtheid 11 Oeverlengte * bod.fac.totale gem. 2 Oeverl. * dichth. * bo.fac.totale gem. 2 9 Kernen 19 Kernen * bo.fact.buiten beb. kom Bedrijfsvestigingen 10 Vast bedrag voor iedere gemeente 85 Vast bedrag Waddengemeenten 22 Monumenten10 4 Riolering10 28 10 Herindeling 0 ICL bijdrage Lelystad 0 Correctiebedrag VHROSV -1 Afbouw omvangr. opg. woningb. 0 Integratie-uitkeringen: WUW4 4 Precariobelasting10 0 Algemene uitkering (incl IU) 752
5.000
10.000
20.000
50.000
100.000
150.000
tot 10.000 -152 184 1 64 5 0 0 44 4 17 7 12 5 60 4 5 1 0 0 20 14 1 3 6 22 7 88 20 4 2 0 0 1 1 1 1 0 13 2 3 5 12 8 35 0 1 23 0 0 -1 0
tot 20.000 -147 184 1 64 5 0 0 47 5 21 7 13 6 68 8 11 1 0 1 19 13 1 2 6 21 6 89 19 3 1 1 0 1 1 1 1 0 17 1 2 4 9 7 19 0 2 18 0 0 -1 2
tot 50.000 -147 184 1 62 5 0 0 50 7 26 5 14 12 78 19 17 1 0 0 13 8 1 1 5 20 4 91 19 1 1 0 0 1 2 2 1 0 29 1 2 2 5 7 9 0 1 11 4 0 -1 2
tot 100.000 -139 184 1 60 5 0 0 59 12 46 3 17 26 89 39 26 1 0 0 5 3 0 0 4 19 2 96 21 3 1 1 1 0 3 4 1 1 53 0 3 1 1 6 4 0 1 4 3 5 -1 0
tot 150.000 -149 184 1 59 5 0 0 60 13 50 2 18 30 91 47 27 1 0 1 4 3 0 0 4 18 2 97 21 2 0 1 6 1 4 9 2 1 62 0 2 1 1 6 2 0 3 4 0 0 2 5
tot 200.000 -144 184 1 58 5 0 0 66 16 69 2 18 34 91 62 26 0 1 2 3 2 0 0 4 18 1 100 21 2 0 0 2 0 4 8 2 1 66 0 1 0 1 6 2 0 1 2 0 0 2 7
5 0 556
5 0 563
3 0 579
1 1 678
1 0 704
1 8 758
10 Zonder UF( = 1,330) 28
Nederland (excl. G4 en art. 12) -146 184 1 61 5 0 0 54 9 36 4 15 18 81 28 20 1 0 1 10 7 0 1 5 19 4 93 20 2 1 0 1 1 2 4 1 1 39 1 2 2 4 6 9 0 1 9 2 0 0 3 3 1 627
6
Literatuuroverzicht 2004 Overzicht van publicaties uit 2004 op het terrein van (en raakvlakken met) gemeentefinanciën, samengesteld door de directie communicatie en informatie, afdeling informatie en kennisdiensten van het Ministerie van BZK. Atlas van de lokale lasten 2004 M.A. Allers; E. Gerritsen; C. Hoeben; J.Th. van der Veer; Rijksuniversiteit Groningen. - Groningen : COELO, 2004. Vergelijking van de lokale belastingen en heffingen in de Nederlandse gemeenten, provincies en waterschappen in 2004. Periodiek OnderhoudsRapport gemeentefonds 2005 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. - 's-Gravenhage: Sdu, 2004. Het rapport is tevens verschenen als bijlage bij de begroting van het gemeentefonds 2005. Jaarlijkse rapportage over de werking van het verdeelstelsel van het gemeentefonds in relatie tot de ontwikkeling van de kostenstructuur bij de gemeenten en andere vraagstukken die gevolgen kunnen hebben voor de verdeelsystematiek. Periodiek OnderhoudsRapport provinciefonds 2005 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. – ’s-Gravenhage: Sdu, 2004. Tevens verschenen als bijlage bij de begroting van het provinciefonds 2005. Jaarlijkse evaluatie ter handhaving van het nieuwe verdeelmodel voor het provinciefonds. Bij verschuivingen in de kosten van het provinciale takenpakket kan zonodig, na een uitgebreider onderzoek, het verdeelmodel worden aangepast. Maten voor gemeenten 2004 : een analyse van de prestaties van de lokale overheid, B. Kuhry; V. Veldheer. - Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, 2004 (SCP-onderzoeksrapport: 2004/5).
29
Op nationaal niveau wordt in beeld gebracht welke prestaties gemeenten leveren tegen welke kosten. De analyses hebben betrekking op de periode 1996-2001. Afschaffing gebruikersdeel onroerende-zaakbelastingen op woningen Raad voor de financiële verhoudingen. - Den Haag: Raad voor de financiële verhoudingen, 2004. Een eigen lokaal belastinggebied van voldoende omvang is van essentieel belang voor de financiële zelfstandigheid van gemeenten. Het voornemen om de gebruikersheffing van de OZB op woningen af te schaffen zonder dat daar een alternatieve gemeentelijke belasting voor in de plaats komt, doet daar ernstig afbreuk aan. Als het kabinet overwegende bezwaren heeft tegen de gebruikersheffing van de OZB op woningen, dan verdient het de voorkeur de OZB in zijn geheel af te schaffen en te vervangen door een andere volwaardige gemeentelijke belasting. Dit stelt de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) in een ongevraagd advies aan minister Remkes van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, minister Zalm van Financiën en staatssecretaris Wijn van Financiën. Belasten op niveau : meer fiscale armslag voor gemeenten P.B. Boorsma; C.A. de Kam; L. van Leeuwen. - Den Haag: VNG, 2004. De onafhankelijke commissie Gemeentelijk Belastinggebied bestaande uit F. de Kam, P. Boorsma en L. van Leeuwen heeft geconcludeerd in haar rapport dat: –
onroerendezaakbelastingen de meest geschikte eigen belasting van gemeenten zijn; wel kunnen deze belastingen in enkele opzichten worden vereenvoudigd;
–
dat ook bij handhaving van vereenvoudigde onroerendezaakbelastingen de fiscale armslag van gemeenten in Nederland te krap is;
–
dat gemeenten daarom door wetswijziging in staat moeten worden gesteld in de toekomst meer eigen belastingen te heffen;
–
dat gemeenten vijf nieuwe eigen belastingen zouden kunnen heffen; dat twee daarvan de voorkeur genieten: de burgerbelasting (ook koppengeld of ingezetenenbelasting genoemd); een gemeentelijke inkomstenbelasting, waarbij twee varianten mogelijk zijn. Daarnaast is van belang dat met name snel groeiende gemeenten in de toekomst een bouwsombelasting kunnen heffen.
30
Bezuinigen bij gemeenten gaan pijn doen bij de burger! A. Geurtsen; M. Huijben. - Utrecht: Berenschot, 2004. Sinds medio 2003 heeft Berenschot in totaal 49 bezuinigingsonderzoeken uitgevoerd voor gemeenten. Was het in 2003 nog mogelijk om met relatief eenvoudige ingrepen bezuinigingen te realiseren, sinds het kabinet heeft besloten additioneel te bezuinigen en de gevolgen van de economische teruggang ook zichtbaar worden voor gemeenten, ontkomen veel gemeenten er niet meer aan dieper in te grijpen in de organisatie. In dit artikel wordt ingegaan op: –
de aanleiding voor de bezuinigingen bij gemeenten
–
de Berenschot-visie op bezuinigingsoperaties bij gemeenten
–
de praktijk van het bezuinigen bij gemeenten. Advies Periodiek Onderhoudsrapport (POR) 2005 Raad voor de financiële verhoudingen. - Den Haag: Raad voor de financiële verhoudingen, 2004. De gemeentelijke financiën zijn op veel terreinen in beweging. De ontwikkeling van de gemeentelijke netto-uitgaven geeft aan dat op de meeste clusters sprake is van een stijgende trend in de uitgaven. Gemeenten spelen in op maatschappelijke ontwikkelingen en voorkeuren. Gemeenten dekken de extra uitgaven voor een deel uit de onroerende zaakbelastingen. Bij het afwegen van belangen hebben gemeenten blijkbaar gekozen voor iets hogere belastingen om zo het bestaande voorzieningenpeil niet al te zeer aan te tasten. Het voortbestaan van de gemeentelijke onroerendezaakbelasting is echter onzeker. De gewijzigde kosten geven aanleiding om de verdeling van het gemeentefonds op een flink aantal clusters te herzien. Daarnaast zijn ook de ontwikkelingen rond het BTW-compensatiefonds, de Wet werk en bijstand, de Wet maatschappelijke ondersteuning, de gevolgen van het Waterbeleid in de 21e eeuw en de OZB-plannen van het kabinet van groot belang. De begrotingsscan (flyer) Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties. - Den Haag: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, directie Bestuurlijke en Financiële Organisatie, Inspectie Financiën Lokale en provinciale Overheden, 2004. Samenvatting
31
De begrotingsscan : werkwijze Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties. - Den Haag: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, directie Bestuurlijke en Financiële Organisatie, Inspectie Financiën Lokale en provinciale Overheden, 2004. Voor de gemeentebesturen (raad of college van burgemeester en wethouders die overwegen een begrotingsscan te laten uitvoeren worden in deze brochure achtereenvolgens aard, doelstelling, werkwijze, globale inhoud en procedure van de begrotingsscan uiteengezet. Er kunnen twee soorten begrotingsscans worden onderscheiden: de volledige scan en de quick scan. Financieel overzicht gemeenten 2004 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. - Den Haag: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, directoraat-generaal Openbaar Bestuur, Inspectie Financiën Lokale en provinciale Overheden, 2004. Met samenvatting, bijl. Het financieel overzicht is het eerste product van het Plan van Aanpak Transparantie in de Financiële Verhouding Rijk-gemeenten. Met dit Plan van Aanpak beogen de fondsbeheerders tot meer transparantie in de financiële posities en geldstromen bij de gemeenten te komen. Financiële gevolgen van maximering van de OZB-tarieven M.A. Allers. - Groningen: Rijksuniversiteit Groningen, 2004. (COELO-rapport : 04-02). - Graf., tab. COELO, Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden, Faculteit der Economische Wetenschappen, Rijksuniversiteit Groningen. Handvatten voor gemeenten om de financiële gevolgen van de afschaffing van de OZB in 2005 in te schatten en een financiële planning te maken. Handreiking voor een collegebesluit inzake inkoop en aanbesteding. Den Haag: Kenniscentrum Europa decentraal, 2004. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het Interprovinciaal Overleg, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Kenniscentrum Europa decentraal Door de werkgroep Interne procedure steunverlening en aanbestedingen ontwikkelde handreiking voor een collegebesluit inzake inkoop en aanbesteding. Een collegebesluit dat dient ter uitvoering van de financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet, respectievelijk artikel 216 Provinciewet, meer in het 32
bijzonder artikel 27 uit de modelverordening in de Handreiking voor de financiële en controleverordeningen. Statistiek gemeentebegrotingen 2004 : herziene versie Centraal bureau voor de statistiek. - Voorburg/Heerlen: CBS, 2004. - Graf., tab. Uitkomsten van een onderzoek naar de gemeentebegrotingen over 2004. Het onderzoek richt zich met name op de lasten en baten per beleidsterrein van de gemeenten en op de opbrengst van de gemeentelijke heffingen. Tevens aandacht voor de provinciale financiën. Handreiking voor een collegebesluit inzake subsidieverstrekking en steunverlening. Den Haag: Kenniscentrum Europa decentraal, 2004. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het Interprovinciaal Overleg, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Kenniscentrum Europa decentraal. De door de werkgroep interne procedure steunverlening en aanbestedingen ontwikkelde handreiking voor een collegebesluit inzake subsidieverstrekking en steunverlening. Een collegebesluit dat dient ter uitvoering van de financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet, respectievelijk artikel 216 Provinciewet, meer in het bijzonder artikel 28 uit de modelverordening in de Handreiking voor de financiële en controleverordeningen. Financiën voor gemeenteraadsleden H. Albeda; E. Biesmeijer; P. van den Bosch. - Alphen aan den Rijn: Kluwer, 2004. - Lit. opg., ill. Financiën voor gemeenteraadsleden is bedoeld voor raadsleden en nietfinanciële specialisten bij de gemeente. De onderwerpen worden vanuit het raadslid besproken. Het accent ligt op de vrijheden van de raadsleden; welk deel is niet veranderbaar, is door de regelgeving of eerder besluitvorming van de gemeente bepaalt, en over welk deel beslist de gemeente zelf en wat betekent dat dan. Vanuit de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de raad wordt nagegaan wat daarvan de betekenis is voor het college en de ambtelijke organisatie, m.n. de afdeling financiën (wat kan een raadslid van de afdeling financiën verwachten). De samenhang in het handelen van de actoren is een belangrijke rode draad in het boek.
33
Kengetallen 2004 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. - Den Haag: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, directie Bestuurlijke en Financiële Organisatie, inspectie Financiën Lokale en provinciale Overheden, 2004. - Lit. opg. Referentiekader voor het onderzoek en de beoordeling van de financiële positie van met name artikel 12-gemeenten. Anders gestuurd, beter bestuurd : de specifieke uitkeringen doorgelicht Corporatieve auteur Ministerie van binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties; Ministerie van financiën.-Den Haag : Ministerie van Financiën, 2004 Eindrapport van de stuurgroep doorlichting specifieke uitkeringen (Commissie Brinkman). Het mes kan in een groot aantal specifieke uitkeringen voor gemeenten en provincies. Vermindering van 155 naar 22 uitkeringen is wenselijk en mogelijk. Dat proces zal de vrijheid van gemeenten en provincies vergroten en werk uitsparen. Het is het verstandigst om de uitkeringen af te laten lopen, af te kopen of te laten verdwijnen in een ‘brede doeluitkering’, zodat gemeenten en provincies het beschikbare geld meer naar eigen inzicht kunnen gebruiken. Het beschikbare geld kan ook worden overgeheveld naar de algemene uitkering van het gemeente- en/of provinciefonds. Dit zijn samengevat de voorstellen aan het kabinet van de stuurgroep onder leiding van L.C. Brinkman. Oud-minister Brinkman ging op verzoek van de ministers van Financiën en Bestuurlijke Vernieuwing, Zalm en De Graaf, aan het werk. Een nieuw toetsingskader voor specifieke uitkeringen Paul Bordewijk. B&G (2004), Jrg. 31, Nr. 1, jan, p. 6-11. - Lit. opg. in noten; graf. Het kabinet kondigt een nieuwe saneringsronde van de specifieke uitkeringen aan. Daarvoor is een toetsingskader nodig. Tot 1997 was een dergelijk toetsingskader in de wet opgenomen, waarbij alleen financieel-technische criteria werden gehanteerd. In de praktijk werd dat als te knellend ervaren, wat ertoe leidde dat men zich vaak ten onrechte beriep op de erkende gronden voor specifieke uitkeringen. De auteur pleit voor een ruimer kader waarbij de vraag waarom een bepaalde voorziening de zorg van de overheid is, centraal staat. Rechtmatigheidscontrole bij gemeenten : een nieuwe verwachtingskloof ? L.J.F. Dolmans. Overheidsmanagement (2004), Jrg. 17, Nr. 2, feb., p. 36-37. - Lit. opg. in noten.
34
Ingegaan wordt op de, ingevolge de Wet dualisering gemeentebestuur (2002), door de gemeenteraad aangewezen accountants af te geven verklaringen over de rechtmatigheid van de gemeenterekening. De bedoeling is dat de rekening met een 'redelijke mate van zekerheid' geen onrechtmatigheden bevat die de tolerantiegrenzen te boven gaan. Over de huidige praktijk van de rechtmatigheidscontrole bestaat een verkeerd beeld. Er wordt veel minder intensief en nauwkeurig op rechtmatigheid gecontroleerd dan menig bestuurder denkt of verwacht. Ook nieuw is dat een gemeentelijke Rekenkamer als taak krijgt de rechtmatigheid van het bestuur te onderzoeken. Onderzocht wordt hoe de verschillende controles zich tot elkaar verhouden (het gevaar van overlap) en de rol van de gemeenteraad in dit geheel. Bezuinigen anders dan in de jaren tachtig P. Bordewijk. Pluche (2004), Nr, 5, winter 2004, p. 73-80. Essay over de gevolgen van de bezuinigingen bij de gemeenten. Er wordt een vergelijking getrokken met de jaren tachtig. Misverstanden over lokale belastingen O.M. Merk. ESB (2004), Jrg. 89, Nr. 4426, 20 feb., p. 84-86. - Lit. opg. in noten. Het kabinet wil het gebruikersdeel van de onroerende zaak belasting (ozb) op woningen afschaffen en de rest van de ozb maximaliseren. Weerlegging van de volgens auteur op enkele hardnekkige misverstanden gebaseerde kritiek op dit voornemen. Tevens wordt in een tabel de omvang van decentrale inkomsten in verscheidene EU-landen aangegegeven. Prestatiemeting en prestatiesturing bij gemeenten : sturen op maatschappelijke effecten binnen de duale context Baerends. Overheidsmanagement (2004), Nr. 2, p. 40-42. - Met noten. In de financiële modelverordening van de VNG staat dat het college per begrotingsprogramma indicatoren van de beoogde maatschappelijke effecten voorstelt. Zonder direct in te gaan op hoe dit kan, lijkt het zinvol eerst de vraag te beantwoorden waarom prestatiemeting en -sturing in de duale context van belang zijn. In dit artikel worden hiervoor argumenten aangevoerd. Benadrukt wordt dat de gemeenteraad zijn controlerende functie niet goed kan uitoefenen als hij vooraf met behulp van prestatiegegevens geen duidelijke kaders stelt.
35
Wat is de oorzaak van gemeentelijke tariefsverschillen? P.M.A. Princen; G.-Tj. Budding; R.H. Dubbeldeman. B&G (2004), Jrg. 31, Nr. 3, mrt., p. 25-28. - Met noten. De verschillen in de gemeentelijke leges staan al vele jaren in de publieke belangstelling. Dit blijkt onder meer uit de aandacht die de COELO-atlas en het Consumentenbond-onderzoek jaarlijks krijgt. Een pleidooi voor meer transparantie in de keuzes en opbouw van gemeentelijke tariefstelling. Een goede oogst vraagt om goed snoeiwerk Jan Lankreijer; Louis Hosman. B&G (2004), Jrg. 31, Nr. 3, mrt., p. 29-30. De krappe financiële positie van de rijksoverheid treft ook de gemeenten. Waren de begrotingen voor 2004 nog met de nodige moeite technisch sluitend gemaakt, of er doen zich al weer nieuwe ontwikkelingen voor. Ingegaan wordt op de vraag hoe gemeenten in tijden van ombuigingen een en ander aanpakken. Het gaat erom om gericht in de organisatie te snoeien; slechts dan kan de overheid weer tot volle bloei komen. Via verschillende wegen kan er ruimte ontstaan voor heroverweging: a) verschuiving van waarden en normen, b) waardering en effect. Een handvat voor lonen en prijzen in de gemeentebegroting G. Oskam; F. Verbakel. B&G (2004), Jrg. 31, Nr. 5/6, mei/juni, p. 38-41. - Met noten. Bij het opstellen van de begroting en meerjarenraming staan gemeenten steeds weer voor de vraag hoe om te gaan met de loon- en prijsstijgingen. Het gaat immers om veel geld, omdat een belangrijk deel van de begroting loon- of prijsgevoelig is. Welke percentages te kiezen voor het volgende begrotingsjaar? Hoe zit dat in de meerjarenraming? En wat als de geraamde percentages in de begroting aanzienlijk afwijken van de werkelijk gerealiseerde cijfers? Zwaar weer voor gemeenten W. Kuiper. Bestuursforum (2004), Jrg. 28, Nr. 6/7, juni/juli, p. 8-10. - Met noten. De kortingen die op gemeenten afkomen zijn groter dan ooit en gemeentebestuurders zullen flink moeten bezuinigen. Voor zover de bezuinigingen zijn terug te voeren op het feit dat het rijk de tering naar de nering moet zetten en gemeenten dus evenredig 'de trap meeafgaan', is er
36
weinig tegen in te brengen. Het kabinet heeft er echter voor gekozen om nog een aantal extra grepen in de kas te doen. De individuele maatregelen klinken op zich misschien nog redelijk en zijn in omvang overzichtelijk, maar het pakket als geheel veroorzaakt voor de meeste gemeenten behoorlijke problemen. Goed dat het bestaat, maar maak er geen gebruik van : artikel 12-procedure C.T. Boersma. Bestuursforum (2004), Jrg. 28, Nr. 6/7, juni/juli, p. 22-25. - Met noten. Het aantal gemeenten dat anno 2004 een beroep doet op artikel 12 van de Financiële-verhoudingswet is op één hand te tellen. Door de bezuinigingen van het rijk wordt echter nogal eens de bezorgdheid geuit dat weer meer gemeenten gebruik zullen moeten maken van artikel 12. W. van Zaalen, lid van de Raadzvoor de financiële verhoudingen, en nauw betrokken bij de artikel 12procedure, : 'Gemeenten moeten een beroep op artikel 12 zoveel mogelijk vermijden. Het betekent namelijk een flinke ingreep in de bestuurlijke processen. Artikel 12 is geen keurslijf, maar als gemeente moet je er naar streven autonoom te blijven. Zorg er daarom voor dat je financiële beheer op orde is en neem op tijd maatregelen, hoe pijnlijk ze ook zijn’. Perikelen rond afschaffing OZB : wie krijgt de pijnstiller? P. Bordewijk. B&G (2004), Jrg. 31, Nr. 10, okt., p. 28-32. - Met noten. De door de VNG ingestelde Commissie Gemeentelijk Belastinggebied heeft haar rapport ‘Belasten op niveau’ uitgebracht. Daarin beveelt zij een burgerbelasting aan en een gemeentelijke inkomstenbelasting. Tegelijkertijd constateert de commissie, dat de onroerendezaakbelastingen het meest geschikt zijn als gemeentelijke belastingen, zodat aan een alternatief geen behoefte is. Rekenkameronderzoek richt zich op doelmatigheid en doeltreffendheid B. Steiner. B&G (2004), Jrg. 31, Nr. 12, dec., p. 16-19. - Tab., tek. Dit artikel is gebaseerd op een inventarisatie van onderzoeken over de periode 1991-2004 naar de functie van de decentrale rekenkamers, verricht in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Binnen deze inventarisatie komen de volgende onderwerpen aan de orde: beleidsterreinen, middelen van beleid en bedrijfsvoering, doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid.
37
Ranglijstjes van prestaties op internet : gemeenten starten grootschalige benchmark H. Oomen. Binnenlands Bestuur (2004), Jrg. 25, Nr. 16, 16 apr., p. 9. Korte bespreking van een initiatief van de VNG om te komen tot een digitale databank die de prestaties van gemeenten vergelijkt. Financieel toezicht in beweging : drie rondetafelconferenties en hun resultaten Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties. - Den Haag : Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, directie Bestuurlijke en Financiële Organisatie, 2004. - (Reeks financiële functie ; 2004V8). Uitwerkingen van de drie rondetafelconferenties in november 2003, december 2003 en januari 2004. Blikopener voor de gemeentelijke black box? : de verplichte paragraaf grondbeleid F. ten Have. Bestuursforum (2004), Jrg. 28, Nr. 11, nov., p. 16-19. In het kader van de dualisering zijn gemeenten verplicht een aparte paragraaf over grondbeleid in hun begroting en jaarverslag op te nemen. Door het maken van een Nota Grondbeleid als onderlegger voor de verplichte paragraaf in de begroting, kunnen de 'vluchtgegevens' van grondexploitaties inzichtelijk worden gemaakt en de stuurinstrumenten en kaders worden aangegeven. Vanuit het Grondbedrijf zal door het Besluit Begroting en Verantwoording (BVV-2004) dus een extra bijdrage moeten worden geleverd aan de jaarlijkse begrotings- en verantwoordingscyclus. Moeizaam begroten Binnenlands Bestuur (2004), Jrg. 25, 3 dec., p. 7. Naar schatting 47 gemeenten staan komend begrotingsjaar onder curatele van de provincie. Dat is een minieme verslechtering ten opzichte van 2004. De financiële nood is het hoogst in Zuid-Holland en Limburg. In beide provincies is het aantal probleemgemeenten in één jaar tijd bijna verdubbeld – respectievelijk tot veertien en tien. De meeste financiële toezichthouders constateren dat gemeenten hun begrotingen steeds moeizamer rond krijgen. Het lukt ze alleen door – al dan niet in combinatie – de belastingen te verhogen of nieuwe in te voeren, flink te bezuinigen of de eigen vermogens aan te spreken. Plattelandsgemeenten in Limburg gaan er zelfs toe over hun
38
landbouwgronden en andere eigendommen te verkopen. Groningen is de enige provincie die komend jaar geen enkele gemeente onder preventief toezicht hoeft te plaatsen. Friesland weet de schade beperkt te houden tot één, omdat de Friese gemeenten volgens een provinciaal toezichtsambtenaar ‘bijtijds de tering naar de nering hebben gezet.’ Drenthe kan volgende week pas uitsluitsel geven over het aantal probleemgemeenten. Programmabegroting gemeenten : bijdrage aan controlerende functie van de raad T.L. van Zessen. B&G (2004), Jrg. 31, Nr. 12, dec., p. 31-33. De programmabegroting is een zeer belangrijk document bij de kaderstellende en controlerende taak van de gemeenteraad. De Wet dualisering gemeentebestuur heeft geleid tot een andere verdeling van de bevoegdheden tussen de raad en het College van Burgemeester en Wethouders. In een aantal gemeenten wordt voor een projectorganisatie Ontwikkeling programmabegroting gekozen. Gorinchem wordt in dit artikel als voorbeeld beschreven en daarbij komen de volgende vragen aan de orde: op welke wijze kan de programmabegroting de rol van de raad beter ondersteunen, hoe kan de programmabegroting beter aansluiten op de informatiebehoefte van de raad, welke stuurinformatie heeft een raadslid en zijn de beleidskeuzes van de raad echt verbeterd. Trends in de financiële verhoudingen : jaarrapport 2004 Raad voor de financiële verhoudingen. - Den Haag : RFV, 2004. - Lit. opg. in noten. Het Jaarrapport staat in het teken van Europa. In twee aparte bijdragen wordt aandacht besteed aan de financiële gevolgen van Europese regelgeving voor de decentrale overheden en de betekenis van de Europese integratie voor de financiële verhoudingen. Voorafgaand daarop geeft de Raad zijn commentaar op dit onderwerp. Ook is een beschouwing opgenomen over de sanering van specifieke uitkeringen. Dit als voorwerk voor een later uit te brengen advies over de resultaten 'Doorlichting specifieke uitkeringen' van de stuurgroep o.l.v. L.C. Brinkman. In het jaarrapport is tevens het jaarverslag 2003 opgenomen.
39
Inventarisatie van onderzoek door gemeentelijke en provinciale rekenkamer(functie)s, rekeningcommissies & evaluatie-commissies van 1991 tot medio 2004. : eindrapportage Almere : Bruno Steiner advies, 2004. - In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. - Samenvatting; bijl. De inventarisatie laat zien dat onderzoek door decentrale reken(kamer)functies en dergelijke commissies zich in de jaren 1991 tot medio 2004 primair richt op doelmatigheid en doeltreffendheid van beleid. De aandacht voor de middelen (budgetten, personeel, wet- en regelgeving) is daarbij groter dan voor de doelen. Een belangrijke conclusie uit de vele rapporten is een gebrek aan informatie in het algemeen en aan duidelijke en helder beschreven doelen in het bijzonder. Zicht op de lokale rekenkamer J.N. Goedegebuur. B&G (2004), Jrg. 31, nr. 1, jan., p. 32-34. Vanaf 2006 dient iedere gemeente over een rekenkamer dan wel een rekenkamerfunctie te beschikken. In dit artikel wordt beschreven wat het verschil is tussen een rekenkamer en een rekenkamerfunctie, hoe de rekenkamer zich verhoudt tot de gemeenteraad en de accountant, en wat de rol van het zogenaamde audit committee is. Gevolgen invoering artikel 213a-onderzoeken bij de lokale overheid (III): uitvoering van de onderzoeken W.J.H.S. Lindelauf. Overheidsmanagement (2004), Jrg. 17, Nr. 1, jan., p. 18-22. Lit. opg. in noten. Bespreking van de vraag wie met de uitvoering van 213a-onderzoeken moet worden belast. Het artikel wordt afgesloten met een alternatieve modelverordening gebaseerd op de aanbevelingen zoals verwoord in de artikelenreeks. Gemeenschappelijk financieel-toezichtskader : zichtbaar toezicht Den Haag: Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties, 2004. Bevat ook aanbiedingsbrief Tweede Kamer en adviezen van IPO, VNG, Rfv. Beschrijving van het Wetsvoorstel m.b.t. een nieuw financieel toezichtbeleid op provincies en gemeenten. Het wetsvoorstel behandelt ook de taakverdeling tussen accountant, toezichthouder en lokale rekenkamer (-functie).
40
De reeks financiële functie De reeks wordt samengesteld door de directie Bestuurlijke en Financiële Organisatie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. In deze reeks is in 2004 verschenen: Financieel toezicht in beweging, drie rondetafelconferenties en hun resultaten. Gemeenschappelijk financieel-toezichtskader: Zichtbaar toezicht. De reeks Begroten en verantwoorden De reeks wordt samengesteld door de directie Bestuurlijke en Financiële Organisatie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. In de reeks zijn in 2004 verschenen: Vragenlijst ontwikkeling en analyse Emu-saldo gemeenten. Websites www.atlasvoorgemeenten.nl Site van Stichting Atlas voor Gemeenten met het benchmarkprodukt Atlas voor gemeenten. www.bng.nl Site van de Bank Nederlandse Gemeenten, met onder andere een 20-tal dossiers op het gemeentelijk terrein met relevante artikelen. www.benchmarkenindepubliekesector.nl Site van de Kennisbank Benchmarken Publieke Sector van het ministerie van BZK, met onder andere casebeschrijvingen van uitgevoerde benchmarkonderzoeken. www.benchmarking-publiekszaken.nl Gezamenlijke site van Stichting rekenschap, BZK, NVVB, VNG, SGBO en TNS NIPO. Het betreft een monitor van gemeentelijke afdelingen publiekszaken. www.bestuurskunde.nl De Vereniging voor Bestuurskunde (VB) biedt (wetenschappelijk) inzicht in het reilen en zeilen van het openbaar bestuur. www.binnenlandsbestuur.nl Site van het blad Binnenlands Bestuur.
41
www.cbs.nl Site van het CBS met daarop onder andere Statline, waaruit een veelheid van gemeentelijke (financiële) gegevens kan worden gehaald. www.coelo.nl Site van dit onafhankelijk onderzoeksinstituut verbonden aan de Faculteit der Economische Wetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen. Het onderzoek richt zich op onderwerpen die verband houden met de decentrale overheden (gemeenten, provincies en waterschappen). www.commissieBBV.nl Site van de commissie Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten. Naast regelgeving bevat de site ook een vraag & antwoord rubriek. www.cggf.org Site van de Contactgroep Gemeentefinanciën die door middel van een tweetal bijeenkomsten per jaar, de vakkennis tracht te bevorderen van ambtelijk personeel dat werkzaam is in de financiële sector van de lokale overheid. www.crow.nl Site van CROW, hét nationale kenniscentrum voor verkeer, vervoer en infrastructuur. Bevat onder andere publicaties over beheer en onderhoud van de openbare ruimte. www.delokalerekenkamer.nl Site van de stichting De Lokale Rekenkamer, met alle informatie over lokale rekenkamers. www.europadecentraal.nl Site van BZK, IPO, VNG, UVW met als doel om kennis en expertise over Europees recht en de juiste toepassing ervan bij de decentrale overheden te vergroten. www.famo.org Site van de Vereniging Federatie van Algemene Middelenmanagers bij de Overheid. www.gemeenteraad.pagina.nl Startpagina voor alles wat met gemeenteraden te maken heeft.
42
www.grotestedenbeleid.nl Site gecoördineerd door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De kabinetsbrede site is het loket voor beleidsinformatie over het grotestedenbeleid (GSB) en is ontwikkeld om de dertig GSB-steden te faciliteren bij de uitvoering van de tweede en de derde GSB-convenantsperiode. www.kennisland.nl Site van de Stichting Nederland Kennisland (KL). Deze stichting heeft zich tot doel gesteld Nederland te ontwikkelen tot een sleutelregio in de internationale kenniseconomie, op een manier die economisch en sociaal meerwaarde creëert. www.minbzk.nl Site van het ministerie van BZK. Onder de kop “Openbaar bestuur” is relevante informatie met betrekking tot de financiële verhouding te vinden zoals diverse circulaires. www.minbzk.nlbenchmarken Site van het ministerie van BZK met specifieke benchmarkinformatie. www.minbzk.nl/IFLO Homepage IFLO www.minfin.nl Site van het ministerie van Financiën. Onder de kop “Ter zake” en subkop “Gemeente en provincie” is relevante informatie met betrekking tot gemeentelijke financiën te vinden. www.nvrr.nl Site van de Nederlandse Vereniging voor Rekenkamers & Rekenkamercommissies (NVRR). www.overheid.nl Site met uitgebreide informatie over de overheid waaronder officiële publicaties en wet- en regelgeving. www.platformkwaliteit.nl Site van de VNG waarbij een netwerk is ontstaan voor een beleidsterreinoverkoepelende uitwisseling van informatie.
43
www.rfv.nl Site van de Raad voor de financiële verhoudingen, en de Raad voor het Openbaar Bestuur, met onder andere alle adviezen en diverse publicaties. www.rekenschap.nl Site van de stichting Rekenschap, met onder andere resultaten in overheidssectoren, zoals onderwijs, sociale zekerheid en milieu. www.rioned.org Site van de stichting Rioned, met onder andere benchmarks in de rioleringszorg. www.scp.nl Site van het Sociaal Cultureel Planbureau, met diverse publicaties op sociaal en cultureel terrein. www.vernieuwingsimpuls.nl Site van de vernieuwingsimpuls met allerlei informatie over (de eerste ervaringen op het terrein van de) dualisering. www.vng.nl Site van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. www.websiterespons.nl site van BZK, VNG, VGS en FAMO waarbij gemeenten zich kunnen scannen op het gebied van bestuurlijke planning en control.
44
7
Nadere informatie De Inspectie Financiën Lokale en provinciale Overheden (IFLO) De IFLO adviseert de beheerders van het gemeentefonds (de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Financiën onder andere over de toepassing van artikel 12 van de Financiële-verhoudingswet. Samen met de provinciale financieel toezichthouder toetst de IFLO op aanvraag en als daar aanleiding toe is de financiële positie van gemeenten. Hiervoor maakt de IFLO onder andere gebruik van de gegevens in deze kengetallenbrochure. Daarnaast adviseert zij onder andere de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieuhygiëne over de toepassing van artikel 79, vierde lid, dan wel artikel 82, tweede lid, van de Wet bodembescherming (de clausule met betrekking tot de verlaging van de eigen gemeentelijke bijdrage). Voorts houdt de IFLO zich bezig met advisering over financiële gevolgen voor gemeenten op diverse beleidsterreinen en de ontwikkeling van het aanvullendeuitkeringsbeleid. Zij oefent daarnaast het financiële toezicht uit op de provincies en de gemeenschappelijke regelingen waaraan provincies deelnemen. Ten slotte heeft de IFLO taken op het gebied van Europese wet- en regelgeving. Deze taken hebben vooralsnog betrekking op een drietal onderwerpen: staatssteun, Europees aanbesteden en Europese subsidies. De IFLO heeft tot doel de naleving van de Europese wet- en regelgeving op deze drie terreinen door decentrale overheden te bevorderen. Het vergroten van kennis over die wet- en regelgeving bij decentrale overheden door middel van het geven van voorlichting en advies, het doorgeleiden van staatssteunmeldingen aan de Europese Commissie (Coördinatiepunt staatssteun) en het meewerken aan procedures van de Europese Commissie moeten daaraan bijdragen. De IFLO biedt op verschillende wijzen informatie aan geïnteresseerden. Dit onder andere in de vorm van brochures, circulaires, (analyse)modellen en verslagen. Informatie over artikel 12 in het algemeen is in beginsel te verkrijgen bij de desbetreffende rayoninspecteur. Informatie over het toezenden van deze brochure kunt u verkrijgen mevrouw Manders. Voor meer inhoudelijke vragen over deze brochure kunt u terecht bij de heer R.A. Bik..
45
hoofd:
Dhr drs. W.A.I.M. Segers tel. 070-4266270 é-mail :
[email protected]
secretaresse:
Mw J.A.M. Manders tel. 070 4266271 é-mail :
[email protected] fax : 070-4267555
Rayoninspecteurs: Dhr R.J.M. Brinkman (Drenthe, Flevoland, Noord-Holland) tel. 070-4266276 é-mail:
[email protected] Dhr C.A. Lok (Overijssel, Utrecht, Zuid-Holland) tel. 070-4267685 é-mail:
[email protected] Mw drs. L.G.A Mischgofsky-Smit (Friesland, Groningen, Limburg) tel. 070-4266205 é-mail:
[email protected] Dhr J.J.E.M. van Setten (Gelderland, Noord-Brabant, Zeeland) tel. 070-4267170 e-mail:
[email protected] Senior-beleidsmedewerker: Dhr. drs. R.A. Bik Tel. O70-4266871 é-mail:
[email protected] Adres Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Directie Bestuurlijke en Financiële Organisatie Afdeling Inspectie Financiën Lokale en provinciale Overheden Kamer H631 Postbus 20011 2500 EA DEN HAAG
46
Bijlage 1 Toelichting Basisclusterindeling
Inkomstenclusters Basiscluster 1
Naam OZB begrotingsfuncties: * 931 en 932
2
Overige eigen middelen begrotingsfuncties: * 212, 220 en 230 * 310, 320, 330, 340 en 341 * 830 * 911, 913, 914, 933, 934, 935, 936 voor 50%, 937, 938, 939 en 980
3
Algemene uitkering begrotingsfunctie: * 921
Uitgavenclusters Basiscluster
Naam
Bestuur 1
Bestuursorganen begrotingsfunctie: * 001
2
Algemene ondersteuning begrotingsfuncties: * 002, 005 en 006 * 922, 930, 940, 960 en 990
47
Voorzieningen bevolking 3
Bevolkingszaken begrotingsfuncties: * 003 en 004
4
Bijstand/sociale dienst begrotingsfuncties: * 610, 612 en 614
5
Zorg, onderdeel onderwijs begrotingsfuncties: * 420, 421, 422, 423, 430, 431, 432, 433, 440, 441, 442, 443, 480 en 482
6
Zorg, exclusief onderwijs begrotingsfuncties: * 611, 613, 620, 621, 630, 641, 650, 651 en 652 * 711, 712, 714, 715 en 716
7
Kunst begrotingsfunctie: * 540
8
Ontspanning begrotingsfuncties: * 510, 511, 530 en 580
9
Oudheid begrotingsfunctie: * 541
48
Bebouwing en omgeving 10
Openbare orde en veiligheid begrotingsfuncties: * 120 en 140
11
Ruimtelijke ordening en stadsvernieuwing begrotingsfuncties: * 810 en 821
12
Volkshuisvesting begrotingsfuncties: * 820, 822 en 823
13
Fysiek milieu begrotingsfunctie: * 723
14
Reiniging begrotingsfuncties: * 721 en 725
Openbare ruimte 15
Riolering begrotingsfuncties: * 722 en 726
16
Groen begrotingsfuncties: * 531, 550 en 560 * 724
17
Wegen begrotingsfuncties: * 210, 211, 214 en 215 * 936 voor 50%
18
Water begrotingsfuncties: * 221, 223 en 240
49
Clusterindeling ten behoeve van de vergelijking met de gemeentefondsuitkering Cluster
Naam
Bestaat uit basisclusters
1
Eigen inkomsten
OZB, Overige eigen middelen *)
2
Sociale Dienst en Bijstand
Bijstand/sociale dienst
3
Zorg
Onderwijs Zorg
4
Kunst en Ontspanning
Kunst Ontspanning
5
Oudheid
Oudheid
6
Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Volkshuisvesting Ordening en Stadsvernieuwing Ruimtelijke ordening en stadsvernieuwing
7
Reiniging
Reiniging
8
Riolering
Riolering
9
Groen
Groen
10
Wegen en water
Wegen
11
Openbare orde en veiligheid
Openbare orde en veiligheid
12
Fysiek milieu
Fysiek milieu
13
Bevolkingszaken
Bevolkingszaken
14
Bestuursorganen
Bestuursorganen
15
Algemene ondersteuning
Algemene ondersteuning
Water
*) Bij een vergelijking tussen de lasten/baten en de verdeelmaatstaven van het gemeentefonds op clusterniveau wordt het saldo van lasten/baten van de Overige eigen middelen door de IFLO evenredig verdeeld over de clusters 2 t/m 15. Niet in de vergelijking zijn betrokken de gewenningsbijdrage, de suppletieuitkering, de artikel 12-gelden, de bijdragen voor groeikernen, de startbijdrage en de vaste bedragen voorzover niet toegedeeld aan afzonderlijke clusters.
50
Bijlage 2 gemeenten ingedeeld naar sociale en centrumindicatoren (met voorlopige inwonertallen 2005) Gemeenten met een zwakke sociale structuur en een sterke centrumfunctie Almelo
72258
Arnhem
141448
Leeuwarden Nijmegen
91757
Enschede
153668
157848
Groningen
180835
Dordrecht
119304
Roermond
45160
Heerlen
92695
Eindhoven
208499
Vlissingen
45400
Hoogezand-Sappemeer
34377
Enschede
153668
Almelo
72258
Leeuwarden
Groningen
180835
Arnhem
141448
Nijmegen
91757 157848
Heerlen
92695
Dordrecht
119304
Roermond
45160
Hoogezand-Sappemeer
34377
Eindhoven
208499
Vlissingen
45400
Gemeenten met een matige sociale structuur en een sterke centrumfunctie Alkmaar
94194
Hengelo (O.)
Assen
62530
Bergen op Zoom
66248
Breda
167514
81208
Sneek
32931
Hoorn
68088
Tiel
Leiden
118391
Tilburg
Maastricht
121768
Veendam
28205
’s-Hertogenbosch
134082
Venlo
92115
40488 198766
Deventer
95548
Haarlem
146957
Sittard-Geleen
97109
Winschoten
18448
Helmond
85535
Smallingerland
54321
Zutphen
46122
Gemeenten met een matige sociale structuur en een redelijke centrumfunctie Appingedam
12416
Emmen
108572
Schiedam
75252
Bolsward
9404
Gorinchem
34397
Spijkenisse
74667
Brunssum
29695
Gouda
71669
Stadskanaal
33656
Capelle aan den IJssel
65515
Harlingen
15940
Vlaardingen
73405
Delft
94750
Kerkrade
49399
Wageningen
35009
Delfzijl
28462
Landgraaf
39493
Zaanstad
Den Helder
59472
Lelystad
70532
Zeist
Doesburg
11371
Maassluis
32432
Dongeradeel
25056
Pekela
13415
51
139554 60274
Gemeenten met een matige sociale structuur en geen centrumfunctie Bellingwedde
9706
het Bildt
10960
Rozenburg
13078
12600
Weesp
17668
De Marne
11269
Menterwolde
Diemen
23915
Reiderland
7014
Gemeenten met een redelijke sociale structuur en een sterke centrumfunctie Amersfoort
134488
Heerenveen
42787
Oss
Apeldoorn
155930
Hoogeveen
53870
Veenendaal
Doetinchem
56317
Meppel
30365
Zwolle
Goes
36803
Middelburg
46477
76378 61297 111572
Gemeenten met een redelijke sociale structuur en een redelijke centrumfunctie Aalten
27495
Almere
174191
Ermelo
26497
Maarssen
39797
Etten-Leur
39855
Montferland
35394
Alphen aan den Rijn
70385
Franekeradeel
21015
Nieuwegein
61519
Amstelveen
79320
Geldrop-Mierlo
37771
Noordenveld
31701
Asten
16244
Haaksbergen
24229
Noordoostpolder
45409
Beesel
13397
Hardenberg
57825
Oldenzaal
31369
Berkelland
46516
Harderwijk
40890
Ommen
17014
Best
28916
Heemskerk
36314
Oosterhout
52899
Beverwijk
36866
Heerhugowaard
48096
Ooststellingwerf
26509
Borne
20552
Hellendoorn
36190
Oude IJsselstreek
40367
Boxmeer
29134
Hellevoetsluis
40320
Purmerend
76695
Boxtel
29490
Hilversum
83614
Roosendaal
77664
Bussum
31191
Huizen
42082
Schagen
18542
Coevorden
36054
Hulst
27927
Schijndel
22989
Cuijk
24250
IJsselstein
33575
Skarsterlân
27101
Culemborg
27123
Kampen
48957
Soest
45027
Deurne
31993
Katwijk
41976
Stede Broec
21419
Dronten
37995
Leek
19493
Steenwijkerland
42822
Echt-Susteren
32201
Leerdam
20919
Stein
26776
Leidschendam-Voorburg
73890
Terneuzen
55352
Lemsterland
13420
Twenterand
33563
Ede Enkhuizen
52
106339 17330
Uden
40059
Vlagtwedde
16569
Winterswijk
29309
Valkenswaard
31073
Vught
25279
Zevenaar
Veghel
36922
Waalwijk
45667
Zoetermeer
115371
Veldhoven
42663
Weert
48746
Zwijndrecht
45268
Velsen
67389
Weststellingwerf
25978
Venray
39057
Wijchen
39941
31373
Gemeenten met een redelijke sociale structuur en weinig centrumfunctie Achtkarspelen Ameland
28126
Heerde
18312
Ridderkerk
45137
3512
Heiloo
22112
Rucphen
22582
Anna Paulowna
13970
Heusden
43037
Sassenheim
14840
Baarn
24412
Hillegom
20506
Schoonhoven
12267
Beek
17053
Hof van Twente
34899
Schouwen-Duiveland
34539
Brummen
21442
Kollumerland c.a.
13133
Sliedrecht
23845
Dantumadeel
19719
Leeuwarderadeel
10575
Sluis
24559
De Bilt
42272
Leiderdorp
26194
Someren
18133
Dongen
25556
Lochem
32824
Steenbergen
23462
Driebergen-Rijsenburg
18566
Maasbracht
13690
Swalmen
Druten
17871
Marum
0231
Terschelling
Eemsmond
16731
Medemblik
8013
Texel
13720
Epe
33136
Middelharnis
17505
Tynaarlo
32256
Gaasterlan-Sleat
10173
Midden-Delfland
17052
Tytsjerksteradiel
32051
Geertruidenberg
20867
Nijefurd
10953
Vaals
10193
Gemert-Bakel
27849
Noordwijk
24590
Vlieland
Gennep
16812
Oisterwijk
25888
Waddinxveen
26283
Grave
12850
Opsterland
29483
Wervershoof
8522
Groesbeek
15999
8792 4777
1150
18755
Papendrecht
31000
Westervoort
Haelen
9961
Reimerswaal
21001
Wieringen
Haren
19144
Rheden
44781
Wieringermeer
12537
8358
Rhenen
17982
Woensdrecht
21257
Heel
53
8551
Gemeenten met een redelijke sociale structuur en geen centrumfunctie Aa en Hunze
25260
Heemstede
25659
Roerdalen
Alblasserdam
18367
Ambt Montfort
10921
10322
Heumen
16795
Scheemda
14167
Krimpen aan den IJssel
28985
Schinnen
13556
Amerongen
7250
Lingewaard
43141
Simpelveld
11417
Andijk
6414
Littenseradiel
10829
Sint-Oedenrode
16923
6543
14958
Baarle-Nassau
Loon op Zand
22972
Slochteren
10754
Loppersum
11021
Ten Boer
Bergen (L.)
13564
Losser
22431
Tholen
24604
Bergen (NH.)
31804
Meerssen
19876
Thorn
2600
Beuningen
25258
Menaldumadeel
13973
Ubbergen
9468
Boarnsterhim
19169
Millingen aan de Rijn
5900
Valkenburg
3889
Borger-Odoorn
26319
Moerdijk
Borsele
22383
Mook en Middelaar
Boskoop
15296
Brielle
16009
Cranendonck De Wolden
Bedum
Dirksland
36831
7183
Vianen
19778
8002
Voerendaal
12963
Moordrecht
8089
Voorschoten
22642
Muiden
6666
Voorst
23540
20040
Nederlek
14759
Waalre
16461
23794
Noord-Beveland
8291
7192
Warmond
4913
Noordwijkerhout
15129
West Maas en Waal
18294
Doorn
10232
Nuth
16062
Westerveld
19163
Eijsden
11755
Olst – Wijhe
17037
Winsum
14388
8987
Onderbanken
8365
Wormerland
15836
Ferwerderadiel Gilze en Rijen
25171
Oostflakkee
10106
Wûnseradiel
11846
Goirle
22448
Ouder-Amstel
13172
Zandvoort
16658
Grootegast
12047
Overbetuwe
42111
Zijpe
11478
Gulpen-Wittem
15066
Renkum
31926
Zuidhorn
18201
Haaren
13967
Rijnwaarden
11127
Halderberge
29559
Rijswijk
47518
Gemeenten met een goede sociale structuur en een redelijke centrumfunctie Barneveld
50055
Houten
43395
Rijssen-Holten
36367
Duiven
25668
Nunspeet
26662
Staphorst
15705
Groenlo
29049
Putten
23137
Urk
17222
Helden
19614
Raalte
37234
Zeewolde
18991
54
Gemeenten met een goede sociale structuur en weinig centrumfunctie7 Barendrecht
39140
Heythuysen
12213
Oldebroek
Bladel
19157
Horst aan de Maas
28760
Opmeer
11225
Bodegraven
19437
Kapelle
11587
Reusel-De Mierden
12285
Bunschoten
19478
Langedijk
25884
Schiermonnikoog
Castricum
35088
Leusden
29038
Uithoorn
Dalfsen
26477
Lisse
21917
Westland
97799
Edam-Volendam
28321
Meijel
5830
Wierden
23483
Elburg
21924
Naarden
17120
Wijk bij Duurstede
23569
Geldermalsen
26132
Nederweert
16208
Woerden
47991
11581
Goedereede Haarlemmermeer Hardinxveld-Giessendam
22995
1002 27034
Nijkerk
38265
Woudenberg
11197
131222
Nuenen c.a.
23211
Zaltbommel
26183
17799
Oegstgeest
21287
Zwartewaterland
21841
Gemeenten met een goede sociale structuur en geen centrumfunctie Aalburg
12185
Bunnik
14136
Laarbeek
21664
Aalsmeer
23182
Buren
25658
Landerd
14817
Abcoude
Cromstrijen
13047
Landsmeer
10294
Albrandswaard
20443
8595
De Ronde Venen
34402
Laren
11552
Alkemade
14509
Dinkelland
26065
Leersum
7697
9520
Drechterland
10516
Liemeer
6681
Arcen en Velden
8910
Drimmelen
26659
Liesveld
Beemster
8535
Eemnes
Bennebroek
5180
Eersel
18261
Lith
6725
Bergambacht
9294
Giessenlanden
14471
Loenen
8315
Alphen-Chaam
8778
Lingewaal
9732 10802
Bergeijk
18072
Graafstroom
9681
Lopik
13958
Bergschenhoek
16098
Graft-De Rijp
6506
Maarn
5931
Berkel en Rodenrijs
17923
Haarlemmerliede c.a.
Bernheze
29140
Harenkarspel
Bernisse
12607
Binnenmaas
19408
5545
Maasbree
12848
15811
Maasdonk
11363
Hattem
11739
Maasdriel
23522
Heeze-Leende
15235
Margraten
13506
Blaricum
9216
Hendrik-Ido-Ambacht
23545
Meerlo-Wanssum
7734
Bleiswijk
10369
Hilvarenbeek
15082
Midden-Drenthe
33016
Bloemendaal
16962
Hunsel
Boekel
9386
Jacobswoude
Breukelen
14460
Kessel
Bronckhorst
37827
Korendijk
55
6218 10722 4224 10977
Mill en Sint Hubert
11029
Montfoort
13443
Neder-Betuwe
22315
Neerijnen
11634
Niedorp
11708
Roggel en Neer
Nieuwerkerk a.d. IJssel
22298
Nieuwkoop
11117
Nieuw-Lekkerland Noorder-Koggenland
9585 10544
8436
Vlist
9814
Rozendaal
1513
Voorhout
14876
Schermer
4883
Wassenaar
25482
Scherpenzeel
8966
Waterland
17302
Sevenum
7459
Werkendam
26535
Obdam
6778
’s-Gravendeel
8873
Wester-Koggenland
14026
Oirschot
17913
Sint Anthonis
11686
Westvoorne
14251
Sint-Michielsgestel
27908
Wijdemeren
23344
Son en Breugel
15089
Wognum
Oostzaan Oud-Beijerland
9178 23819
8137
Ouderkerk
8075
Strijen
9266
Woudrichem
14349
Oudewater
9936
Ter Aar
8989
Wymbritseradiel
16321
Pijnacker-Nootdorp
39295
Tubbergen
20502
Zederik
13533
Reeuwijk
12813
Uitgeest
11782
Zeevang
6273
Renswoude
Valkenburg aan de Geul
17545
Zevenhuizen-Moerkapelle 10231
Rijnsburg
14876
Veere
22010
Zoeterwoude
Rijnwoude
18949
Venhuizen
56
4309
7804
Zundert
8496 20472
Colofon Uitgave Directie Bestuurlijke en Financiële Organisatie Directoraat-generaal Koninkrijksrelaties en Bestuur Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Postbus 20011 2500 EA Den Haag Tekst Inspectie Financiën Lokale en provinciale Overheden Internet www.minbzk.nl/IFLO Productiebegeleiding Directie Communicatie en informatie Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ontwerp omslag Unit1, Den Haag DTP en Druk Directie Communicatie en informatie Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Druk omslag Drukkerij Quantes, Rijswijk April 2005
57
59
60